PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
: en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
me acuesto.
-Ik begeef me ter
 ruste
Ik ga liggen
Ik ga naar bed
Ik ga slapen

MientrasTerwijl Zaratustra oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
hablarConverseren
Praten
Spreken
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
a aquelDat
Die
sabioLeerzaam
Leerzame
se reíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte en suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
: puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
una luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
aparecidoOpgedaagd
Opgedraafd
Te voorschijn gekomen
Uitgekomen
Verschenen
entretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
horizonteBodemhorizont
Gezichtseinder
Horizon
Kim
. Y hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
:

Un necioDol
Dolle
Dom
Domme
Dwaas
Dwaze
Onverstandig
Onverstandige
Zot
Zotte
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sabioLeerzaam
Leerzame
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cuarenta40
Veertig
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
: peroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
creo queIk denk dat entiendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Snap!
Vat!
Versta!
Voel aan!

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
de dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
.

¡FelizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
quienDie
Wie
habiteBewoont u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gevestigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont in
Huist u!
Ik ben gevestigd
Ik bewoon
Ik huis
Ik resideer
Ik woon
Ik woon in
Is u gevestigd!
Resideert u!
Woont u in!
Woont u!
en la cercaníaNabijheid de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sabioLeerzaam
Leerzame
! SemejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
se contagiaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt besmet, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
a
través deDoor
Door ... heen
Doorheen
Via
un espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
muroMuur se contagiaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt besmet. Un hechizoIk begoochel
Ik beheks
Ik betover
Ik heks
Ik tover
Toverspreuk
moraBraam
Gewone braam
Moerbei
Zwarte moerbei
Zwarte moerbezie
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
cátedraKansel
Katheder
Leerstoel
Spreekgestoelte
. Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
en
vanoDoelloos
Doelloze
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ijl
Ijle
Ingebeeld
Ingebeelde
Leeg
Lege
Loos
Loze
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el predicadorPrediker de la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
.

SuHaar
Hun
Uw
Zijn
sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
: velarOmsluieren
Sluieren
Waken
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. Y en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la vidaHachje
Leven
carecieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Ik had niet
Ik miste
de sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
y
yoEgo
Ik
tuviera queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
elegirKiezen
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
un sinsentidoOnzin, ésteDeze
Dit
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
el sinsentidoOnzin másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
dignoWaardig
Waardige
de que se loDe
Hem
Het
U

eligieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
Ik koos
Ik koos uit
Ik las uit
Ik pikte uit
Ik selecteerde
Ik verkoos
Ik zocht uit
.

AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
claramenteDuidelijk
Zonneklaar
lo queDat wat
Wat
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
se buscabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik ging halen
Ik haalde
Ik haalde af
Ik haalde op
Ik keek uit
Ik snorde
Ik zag uit
Ik zocht
Ik zocht op
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se
buscabanZij/ze gingen halen
Zij/ze haalden
Zij/ze haalden af
Zij/ze haalden op
Zij/ze keken uit
Zij/ze snorden
Zij/ze zagen uit
Zij/ze zochten
Zij/ze zochten op
maestrosGrootmeesters
Instructeurs
Leraars
Leraren
Maestro's
Meesters
Onderwijzers
de virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
. ¡BuenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
se buscabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik ging halen
Ik haalde
Ik haalde af
Ik haalde op
Ik keek uit
Ik snorde
Ik zag uit
Ik zocht
Ik zocht op
, y, para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor
, virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden

que fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
adormiderasBlauwmaanzaden
Heulbollen
Maankoppen
Maanzaden
Papavers
Slaapbollen
Slaappapavers
!

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
estosDeze
Dezen
alabadosGeloofd
Geprezen
Geroemd
Lof toegezwaaid
sabiosLeerzaam
Leerzame
de las cátedrasKansels
Katheders
Leerstoelen
Spreekgestoelten
Spreekgestoeltes
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid
el dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
soñar46: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

conocíanZij/ze kenden
Zij/ze leerden kennen
Zij/ze maakten kennis
Zij/ze waren bekend met
Zij/ze wisten
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
de la vidaHachje
Leven
.

Y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
hoyHeden
Vandaag
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
predicadorPrediker de la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
honestosEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
:
peroDoch
Echter
Maar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
tiempo haAllang
Sinds lang
Vanouds
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
. Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
: y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
se tiendenZij/ze breiden uit
Zij/ze houden op
Zij/ze ontvouwen
Zij/ze rekken
Zij/ze spreiden
Zij/ze spreiden uit
Zij/ze steken uit
Zij/ze strekken
Zij/ze strekken uit
.

Bienaventurados sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
estosDeze
Dezen
somnolientosSlaperig
Slaperige
: puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tardarán enZij/ze zullen tijd nemen
 om
quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
dormidos.
-Gemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Zaratustra.

4040
Veertig
La alabanzaLofuiting
Loven
Prijzen
Roemen
del 'sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
del justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
' esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
temaDucht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Ik ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
Is u bang voor!
Onderwerp
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Stof
Thema
Vreest u!
que apareceDaag op!
Draaf op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Kom te voorschijn!
Kom uit!
Verschijn!
con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds
en los librosBoeken sapienciales de la
BibliaBijbel; contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
esaDat
Die
alabanzaLofuiting
Loven
Prijzen
Roemen
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
principalmenteHoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
dirigidoBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
capítuloChapiter
Hoofdstuk
Kapittel
.

41 VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
ÉxodoExodus, 2020
Twintig
, 1616
Zestien
: 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dirásJij/je zal opgeven
Jij/je zal spreken
Jij/je zal zeggen
falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
testimonioBewijs
Getuigenis
Ik getuig
Valse getuigenis
'; ÉxodoExodus, 2020
Twintig
, 1414
Veertien
: 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cometerásJij/je zal bedrijven
Jij/je zal begaan
Jij/je zal gebruiken
Jij/je zal opdragen
Jij/je zal plegen
Jij/je zal toevertrouwen
adulterioEchtbreuk
Overspel
'; ÉxodoExodus,
2020
Twintig
, 1717
Zeventien
: 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
desearásJij/je zal ambiëren
Jij/je zal aspireren
Jij/je zal begeren
Jij/je zal dingen naar
Jij/je zal haken naar
Jij/je zal hunkeren
Jij/je zal najagen
Jij/je zal nastreven
Jij/je zal smachten
Jij/je zal smachten naar
Jij/je zal snakken naar
Jij/je zal streven naar
Jij/je zal trek hebben
 in
Jij/je zal verkiezen
Jij/je zal verlangen
Jij/je zal wensen
... la sierva de tuJe
Jouw
prójimoMedemens
Naaste
.' Zaratustra citaAanhaling
Afspraak
Afspraakje
Alludeer!
Citaat
Citeer!
Haal aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alludeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze citeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een toespeling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelt
Maak een toespeling!
Noem!
Rendez-vous
Speel toe!
Zinspeel!
textualmenteLetterlijk
Woordelijk
estosDeze
Dezen
tres3
Drie
preceptos bíblicos.

42 En los librosBoeken sapienciales de la BibliaBijbel la 'pazPaz
Vrede
conDoor
Met
Per
Samen met
DiosGod
Godheid
' figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor!
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los requisitosEisen
Vereisten
Voorwaarden
del 'sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
del justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige

'.

43 Sobre laOp de
Op het
obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
a la autoridadAutoriteit
Gezag
véaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
RomanosRomeinen
Romeins
Romeinse
Van het romeinse rijk
, 1313
Dertien
, 11
Een
: 'TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
 schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
 te
Jullie zijn verschuldigd
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
sometidosGeknecht
Onderworpen
a la autoridadAutoriteit
Gezag
.
'

44 CitaAanhaling
Afspraak
Afspraakje
Alludeer!
Citaat
Citeer!
Haal aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alludeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze citeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een toespeling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelt
Maak een toespeling!
Noem!
Rendez-vous
Speel toe!
Zinspeel!
del SalmoPsalm 2323
Drieëntwintig
,1-2: 'MiMi
Mijn
pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger
... meMe
Mij
pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
en verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
pastosAzen
Voeren
y meMe
Mij
lleva aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee voor
Neem mee naar!
Neem mee voor!
frescasBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters
.'

45 ParodiaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteert
Parodie
Parodieer!
Travesteer!
del EvangelioEvangelie de MateoMatteüs, 55
Vijf
, 33
Drie
: 'Bienaventurados los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
de espírituGeest
Geestgesteldheid
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
de ellosHen
Ze
Zij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat
de los cielosHemelen
Luchten
.'

46 AlusiónAlluderen
Toespelen
Toespeling
Zinspelen
a ProverbiosSpreekwoorden
Spreuken
, 33
Drie
, 2424
Vierentwintig
: 'Te acostarásJij/je zal gaan liggen
Jij/je zal gaan slapen
Jij/je zal je ter
 ruste begeven
Jij/je zal naar bed
 gaan
y dormirásJij/je zal maffen
Jij/je zal onder narcose
 brengen
Jij/je zal pitten
Jij/je zal slapen
Jij/je zal uitslapen
dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tendrásJij/je zal bijhouden
Jij/je zal erop nahouden
Jij/je zal hebben
Jij/je zal houden
Jij/je zal vasthouden
temorAngst
Beduchtheid
Vrees
de repentinosPlotseling
Plotselinge

temoresAngsten
Beduchtheden
Vrezen
...' TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
de BudaBoeddha se diceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt bij zichzelf
que 'dormíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit
Ik bracht onder narcose
Ik mafte
Ik pitte
Ik sliep
Ik sliep uit
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
soñarDromen
Mijmeren
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un niñoJongen
Kind
o un granGroot
Grote
sabioLeerzaam
Leerzame
'.

De los trasmundanos47

En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
Zaratustra proyectóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beraamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plande
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
más alláLangs
Voorbij
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, lo mismoDito
Hetzelfde
Idem

que todos losAlle trasmundanos. ObraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
de un diosGod
Godheid
sufriente y atormentadoGefolterd
Gekweld
Op de pijnbank gelegd
Verdriet gedaan aan
me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
entoncesDan
Dus
Toen

el mundoAardrijk
Wereld
.

SueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
entoncesDan
Dus
Toen
el mundoAardrijk
Wereld
, eEn invenciónBedenken
Bekokstoven
Inventie
Uitdenken
Uitkienen
Uitvinden
Uitvinding
Verzinnen
poéticaDichterlijk
Dichterlijke
Poëtica
Poëtisch
Poëtische
de un diosGod
Godheid
; humoDamp
Rook
coloreadoGekleurd
Gekleurde

anteSuède
Ten overstaan van
Voor
los ojosKijkers
Ogen
de un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
divinamenteGoddelijk insatisfechoOntevreden.

BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
y malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, y placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
y dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
, y yoEgo
Ik
y tú -Ge
Gij
Je
Jij
humoDamp
Rook
coloreadoGekleurd
Gekleurde
me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esoDat
Die
Zulks
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
ojosKijkers
Ogen

creadoresMakers
Scheppend
Scheppende
Scheppers
. El creadorMaker
Scheppend
Scheppende
Schepper
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
apartarAfhouden
Afscheiden
Afzonderen
Onthouden
Onttrekken
Opzij schuiven
Scheiden
Schiften
Weghalen
Weghouden
Wegzetten
la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
de sí mismo, -Zichzelf entoncesDan
Dus
Toen
creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
el mundoAardrijk
Wereld
.

EbrioBeschonken
Dronken
Zat
Zatte
placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quienDie
Wie
sufreDoorsta!
Draag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd!
Onderga!
Ondervind!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!
, apartarAfhouden
Afscheiden
Afzonderen
Onthouden
Onttrekken
Opzij schuiven
Scheiden
Schiften
Weghalen
Weghouden
Wegzetten
la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart
y perderseVerdolen
Verdwalen
Verloren gaan
a sí mismoZichzelf.
EbrioBeschonken
Dronken
Zat
Zatte
placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
y un perdersea-sí-mismo meMe
Mij
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
el mundoAardrijk
Wereld
.

EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
, eternamenteEeuwig imperfectoGebrekkig
Gebrekkige
Imperfectum
Ondeugdelijk
Ondeugdelijke
Onvoltooid verleden tijd
, imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
, eEn imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
imperfectaGebrekkig
Gebrekkige
Ondeugdelijk
Ondeugdelijke
, de una contradicciónAanvechten
Bestrijden
Betwisten
Contradictie
Tegenspraak
Tegenspreken
Tegenstand
Tegenstrijdigheid
Tegenwerpen

eterna -Eeuwig
Eeuwige
un ebrioBeschonken
Dronken
Zat
Zatte
placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
imperfectoGebrekkig
Gebrekkige
Imperfectum
Ondeugdelijk
Ondeugdelijke
Onvoltooid verleden tijd
creador: -Maker
Scheppend
Scheppende
Schepper
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
meMe
Mij
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd

el mundo48.

Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
yoEgo
Ik
proyectéIk beraamde
Ik ontwierp
Ik plande
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
miMi
Mijn
ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
más alláLangs
Voorbij
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
que
todos losAlle trasmundanos. ¿Más alláLangs
Voorbij
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
?

¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
, eseDat
Die
diosGod
Godheid
que yoEgo
Ik
creéIk creëerde
Ik maakte
Ik richtte op
Ik schiep
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
y demenciaDementie
Geesteszwakte
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

los diosesGoden
Godheden
!

HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
, y nada másNiet meer que un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
fragmentoBrok
Brokstuk
Fragment
Ik verdeel in brokstukken
Onderdeel
Stuk
de hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
y de yoEgo
Ik
: de miMi
Mijn
propiaEigen cenizaAs
y de miMi
Mijn
propiaEigen brasaHoutskool surgióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spatte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspoot
eseDat
Die
fantasmaFantoom
Geest
Geestverschijning
Schim
Spook
Verschijning
, y, ¡en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
!, ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
a Me
Mij
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

alláDaar!

¿QuéWat
Welke
ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
, hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
míosVan mij? YoEgo
Ik
meMe
Mij
superéIk blonk uit
Ik ging te boven
Ik kwam te boven
Ik muntte uit
Ik overtrof
Ik overwon
Ik streefde voorbij
a Me
Mij
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
, alNaar de
Naar het
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
que sufríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg
, yoEgo
Ik
llevéIk berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
miMi
Mijn

cenizaAs a la montaña49, inventéIk bedacht
Ik bekokstoofde
Ik dacht uit
Ik kiende uit
Ik verzon
Ik vond uit
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
una llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
luminosaHel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klare
Licht
Lichte
Lichtgevend
Lichtgevende
. ¡Y he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
que el fantasmaFantoom
Geest
Geestverschijning
Schim
Spook
Verschijning

se meMe
Mij
desvanecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervaagde
!

SufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
, y tormentoFolteren
Kwellen
Kwelling
Marteling
Penitentie
Temptatie
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el curadoBehandeld
Belegen
Gecureerd
Genezen
Oud
Oude
, creer enGeloven in talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
fantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen
: sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart

sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
, y humillaciónDeemoediging
Krenking
Vernederen
Vernedering
Verootmoedigen
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
habloIk converseer
Ik praat
Ik spreek
yoEgo
Ik
a los trasmundanos.

SufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
, eEn impotencia, -Onmacht lo queDat wat
Wat
creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
todos losAlle trasmundos; y aquellaDat
Die
Diegene
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
demenciaDementie
Geesteszwakte

de la felicidadHet geluk que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
experimenta(Hij) experimenteert
Beleef!
Ervaar!
Experimenteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ervaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze experimenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Maak door!
Ondervind!
el queDat
Die
Hij die
Wie
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sufreDoorsta!
Draag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd!
Onderga!
Ondervind!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!
de todosAller-
Ieders
.

FatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis
, que de un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
 lucht
Ik spring in het
 oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
 hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
al finalTenslotte, de un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
 lucht
Ik spring in het
 oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
 hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
, una pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
fatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis

ignoranteOnwetend
Onwetende
, que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
niEn niet
Evenmin
Noch
quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
: ellaHaar
Ze
Zij
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
la queDat
Die
Wie
Zij die
creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
todos losAlle diosesGoden
Godheden
y todos losAlle
trasmundos.

¡CreedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!
, hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
míosVan mij! FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
el queDat
Die
Hij die
Wie
desesperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wanhoopte del cuerpo, -Corps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
conDoor
Met
Per
Samen met
los dedosTenen
Vingeren
Vingers

del espírituGeest
Geestgesteldheid
trastornadoBepraat
In beroering gebracht
In de war gebracht
In opstand gebracht
Omgekeerd
Omgeworpen
Ondersteboven gekeerd
Overreed
Overtuigd
palpabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Ik betastte
Ik bevoelde
Ik tastte
Ik voelde
las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
paredesMuren
Wanden
.

¡CreedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!
, hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
míosVan mij! FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
el queDat
Die
Hij die
Wie
desesperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wanhoopte de la tierra, -Aardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
que el
vientreBuik del serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
leHaar
Hem
Het
U
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
.

Y entoncesDan
Dus
Toen
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten
la cabezaHoofd
Kop
Krop
a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via
las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
paredesMuren
Wanden
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
la cabeza50,

- quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
a 'aquelDat
Die
mundoAardrijk
Wereld
'. PeroDoch
Echter
Maar
'aquelDat
Die
mundoAardrijk
Wereld
' estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
a los ojosKijkers
Ogen
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
,
aquelDat
Die
inhumanoOnmenselijk
Onmenselijke
mundoAardrijk
Wereld
deshumanizado, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
celeste; y el vientreBuik del serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
en modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
en forma deIn de vorm van hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
.
En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
'serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
' esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
de demostrarAantonen
Adstrueren
Bewijzen
Laten zien
Staven
Uitwijzen
Waarmaken
, y difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
hacerloDoen
Laten
Maken
hablarConverseren
Praten
Spreken
. DecidmeGeef op!
Spreek!
Zeg!
,
hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
míosVan mij, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
acasoToeval
Toevalligheid
la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
extravaganteBelachelijk
Belachelijke
Buitenissig
Buitenissige
Buitensporig
Buitensporige
Extravagant
Extravagante
Gek
Gekke
Grillig
Grillige
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
de todas lasAlle cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
demostradaAangetoond
Bewezen
Geadstrueerd
Gelaten zien
Gestaafd
Uitgewezen
Waargemaakt
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
yoEgo
Ik
y la contradicciónAanvechten
Bestrijden
Betwisten
Contradictie
Tegenspraak
Tegenspreken
Tegenstand
Tegenstrijdigheid
Tegenwerpen
y confusiónVerwardheid
Verwarring
del yoEgo
Ik
continúanZij/ze gaan door
Zij/ze gaan verder
Zij/ze gaan verder met
Zij/ze gaan voort
Zij/ze houden aan
Zij/ze vervolgen
Zij/ze zetten voort
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van
suHaar
Hun
Uw
Zijn
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

del modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
honestoEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
yoEgo
Ik
que creaCreëer!
Denkt u!
Gelooft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houdt u voor!
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik meen
Maak!
Meent u!
Richt op!
Schep!
, que quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
, que valoraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taxeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waardeert
Taxeer!
Waardeer!
, y que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la medidaDe maat y el
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
de las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
.

Y esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
honestísimo, el yo -Ego
Ik
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, y continúaGa door
Ga door!
Ga verder met!
Ga verder!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd aan!
Vervolg!
Zet voort!
queriendoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
Willend
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
poetice y fantaseeFantaseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fantaseert
Ik fantaseer
y revoloteeFladdert u!
Flirt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fladdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze flirt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 scharrel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scharrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wappert
Ik ben aan de
 scharrel
Ik fladder
Ik flirt
Ik scharrel
Ik wapper
Is u aan de
 scharrel!
Scharrelt u!
Wappert u!
de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
conDoor
Met
Per
Samen met
rotasAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Rotans
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken
alasVlerken
Vleugelen
Vleugels
.

El yoEgo
Ik
aprendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert aan
Leer aan!
Leer!
a hablarConverseren
Praten
Spreken
conDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
honestidadEerbaarheid
Eerlijkheid
Oprechtheid
Zedigheid
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
: y cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
aprendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert aan
Leer aan!
Leer!
, tantasZo groot
Zoveel
Zovele

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
palabrasBewoordingen
Woorden
y honoresHulden encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
.

MiMi
Mijn
yoEgo
Ik
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
enseñadoBijgebracht
Gelaten zien
Geleerd
Geschoold
Getoond
Gewezen
Geïnstrueerd
Onderwezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond
un nuevoNieuw
Nieuwe
orgulloTrots, y yoEgo
Ik
se loDe
Hem
Het
U
enseño aIk leer aan los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
: ¡a dejar deOphouden met
Stoppen met

esconderOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen
la cabezaHoofd
Kop
Krop
en la arenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand
de las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
celestes, y a llevarlaBreng hem librementeVrij
Vrijelijk
, una cabezaHoofd
Kop
Krop

terrena, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la queDat
Die
Wie
Zij die
creaCreëer!
Denkt u!
Gelooft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houdt u voor!
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik meen
Maak!
Meent u!
Richt op!
Schep!
el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
!

Una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
enseñoIk breng bij
Ik instrueer
Ik laat zien
Ik leer
Ik onderwijs
Ik school
Ik spreid tentoon
Ik toon
Ik vertoon
Ik wijs
Ik wijs uit
yoEgo
Ik
a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
: ¡quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
eseDat
Die
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
que el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
recorridoAfgelegd
Afgelopen
Afleggen
Aflopen
Bereisd
Bereizen
Doorgaan
Doorgegaan
Doorgereisd
Doorgetrokken
Doorreizen
Doortrekken
Gegaan door
Koers
Reis
Rondgereisd
Rondreizen
Route
Tracé
Traject

a ciegasBlind, y llamarloAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
salirseLekken a hurtadillas de élHem
Hij
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
los
enfermosZiek
Ziek geworden
Zieke
Zieken
y moribundosStervend
Stervende
Stervenden
Zieltogend
Zieltogende
!

EnfermosZiek
Ziek geworden
Zieke
Zieken
y moribundosStervend
Stervende
Stervenden
Zieltogend
Zieltogende
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
los queWie
Zij die
despreciaronZij/ze hadden een hekel
 aan
Zij/ze minachtten
Zij/ze verachtten
Zij/ze versmaadden
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
y los queWie
Zij die
inventaronZij/ze bedachten
Zij/ze bekokstoofden
Zij/ze dachten uit
Zij/ze kienden uit
Zij/ze verzonnen
Zij/ze vonden uit

las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
celestes y las gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
redentoras51: ¡peroDoch
Echter
Maar
inclusoZelfs estosDeze
Dezen
dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoederen
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid
y
sombríosDonker
Donkere
Somber
Sombere
venenosGiffen
Giften
Vergiffen
Vergiften
los tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
!

De suHaar
Hun
Uw
Zijn
miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid
queríanZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
escaparOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
, y las estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren
lesHen
Hun
U
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
lejanasAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde
. EntoncesDan
Dus
Toen

suspiraronZij/ze hunkerden
Zij/ze kreunden
Zij/ze reikhalsden
Zij/ze smachtten
Zij/ze verlangden
Zij/ze zuchtten
Zij/ze zuchtten naar
: '¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
celestes paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
deslizarseGlibberen
Glijden
Glippen
Opschuiven
Schuiven
Uitglijden
furtivamente en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
y
en otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
felicidadGeluk!' - ¡entoncesDan
Dus
Toen
se inventaronZij/ze bedachten
Zij/ze verzonnen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
furtivosStiekem
Stiekeme
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
brebajesBrouwsels
Drankjes

de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
!52.

EntoncesDan
Dus
Toen
estosDeze
Dezen
ingratosOndankbaar
Ondankbare
se imaginaronZij/ze stelden zich voor estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
sustraídosAfgetrokken
Gegapt
Gestolen
Ontvreemd
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y a estaDeze
Dit
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

embargoAanhaling
Confiscatie
Ik leg embargo op
Inbeslagneming
Verbeurdverklaring
, ¿a quiénWie debíanZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
 schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
 te
Zij/ze waren verschuldigd
las convulsionesKrampen
Stuipen
Stuiptrekkingen
y deliciasGenietingen
Genoten
Heerlijkheden
Lekkernijen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
éxtasisExtase
Extasen
Extases
Geestvervoering
Geestvervoeringen
Vervoering
Vervoeringen
Zielsvervoering
Zielsvervoeringen
? A suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y a estaDeze
Dit

tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
.

IndulgenteInschikkelijk
Inschikkelijke
Toegeeflijk
Toegeeflijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Zaratustra conDoor
Met
Per
Samen met
los enfermosZiek
Ziek geworden
Zieke
Zieken
. En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se enojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt zich op conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
especiesAangelegenheden
Soorten
de
consueloIk troost
Ik vertroost
Troost
y de ingratitudOndankbaarheid. ¡Que se transformenZij/ze herscheppen
Zij/ze veranderen
Zij/ze veranderen van gedrag
Zij/ze vermaken
Zij/ze vervormen
en convalecientes y en superadores, y que
se creenZij/ze denken dat ze
 zijn
un cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
!

TampocoEvenmin
Ook niet
se enojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt zich op Zaratustra conDoor
Met
Per
Samen met
el convaleciente siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ésteDeze
Dit
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
con delicadezaAngstvallig
Delicaat
Fijngevoelig
Kies
Nauwgezet
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn

ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
y a medianocheMiddernacht se deslizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glibbert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift op
furtivamente en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
a la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
diosGod
Godheid
: masDoch
Echter
Maar
Plus
enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte

y cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
continúan siendoZij/ze blijven paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lágrimasTranen.

MuchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
habidoGehad
Geweest
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
quienesDie
Personen
Wie
poetizan y tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
la maníaDwaze gewoonte
Manie
Rage
Slechte eigenschap
Verslaafdheid
Verslaving
de
los diosesGoden
Godheden
; odianZij/ze haten conDoor
Met
Per
Samen met
furiaFurie
Wraakgodin
alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
del conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten
y a aquellaDat
Die
Diegene
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
de
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, que se llamaHeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt genoemd
: honestidadEerbaarheid
Eerlijkheid
Oprechtheid
Zedigheid
.

VuelvenZij/ze draaien
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze gaan terug
Zij/ze gaan weer
Zij/ze keren
Zij/ze keren terug
Zij/ze keren weder
Zij/ze komen terug
Zij/ze komen weder
Zij/ze komen weerom
Zij/ze lopen terug
Zij/ze trekken terug
Zij/ze wenden
Zij/ze wentelen
Zij/ze zwenken
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
oscurosDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
: entoncesDan
Dus
Toen
, ciertamenteGewis
Ongetwijfeld
Wel degelijk
Zeker
, ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
y feFiducie
Geloof
Vertrouwen
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
distintasAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
; el delirioDelirium
Ijlen
Waan
de la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
semejanzaEvenbeeld
Gelijkenis
Overeenkomst
conDoor
Met
Per
Samen met
DiosGod
Godheid
, y la dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
pecadoGezondigd
Zonde gedaan
.

DemasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
a estosDeze
Dezen
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke
a DiosGod
Godheid
: quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
que se creaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat ze
 zijn
en
ellosHen
Ze
Zij
, y que la dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
pecadoGezondigd
Zonde gedaan
. DemasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze
quéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
en lo queDat wat
Wat

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
creenCreëert u!
Maakt u!
Richt u op!
Schept u!
Zij/ze creëren
Zij/ze denken
Zij/ze geloven
Zij/ze houden voor
Zij/ze maken
Zij/ze menen
Zij/ze richten op
Zij/ze scheppen
ellos mismosHenzelf.

En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
en trasmundos niEn niet
Evenmin
Noch
en gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
redentora: sinoDoch
Echter
Maar
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
en el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf

en lo queDat wat
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
creenCreëert u!
Maakt u!
Richt u op!
Schept u!
Zij/ze creëren
Zij/ze denken
Zij/ze geloven
Zij/ze houden voor
Zij/ze maken
Zij/ze menen
Zij/ze richten op
Zij/ze scheppen
, y suHaar
Hun
Uw
Zijn
propioEigen cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ellosHen
Ze
Zij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
en sí53.

PeroDoch
Echter
Maar
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
enfermizaZiekelijk
Ziekelijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ellosHen
Ze
Zij
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
: y conDoor
Met
Per
Samen met
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
escaparíanZij/ze zouden ontgaan
Zij/ze zouden ontkomen
Zij/ze zouden ontsnappen
de élHem
Hij
. Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
escuchanZij/ze beluisteren
Zij/ze horen aan
Zij/ze horen toe
Zij/ze luisteren
Zij/ze luisteren toe

a los predicadoresPredikers de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, y ellos mismosHenzelf predicanZij/ze prediken
Zij/ze preken
trasmundos.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que oigáisJullie horen
Jullie vernemen
Jullie verstaan
, hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
míosVan mij, la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
sanoFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Ik genees
Ik heel
Ik word beter
Valide
: esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
éstaDeze
Dit
una vozInspraak
Stem
Stemgeluid
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
puraHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
.

ConDoor
Met
Per
Samen met
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
honestidadEerbaarheid
Eerlijkheid
Oprechtheid
Zedigheid
y conDoor
Met
Per
Samen met
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
purezaMaagdelijkheid
Reinheid
Zuiverheid
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
sanoFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Ik genees
Ik heel
Ik word beter
Valide
, el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
perfectoIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
y cuadrado54:
y hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
del sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
.

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Zaratustra.

47 Hinterweltler. TérminoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
forjadoGesmeed por Nietzsche y que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
empleadoAangewend
Ambtenaar
Beambte
Bediende
Benut
Doorgevoerd
Employé
Gebruikt
In toepassing gebracht
Kantoorbediende
Personeelslid
Toegepast
Werknemer
Winkelbediende
una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
en HumanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste

humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
, II, 'OpinionesDunken
Dunks
Meningen
Opinies
Visies
Zienswijzen
y sentenciasArresten
Jij/je bestemt voor
Jij/je doet een uitspraak
Jij/je spreekt uit
Jij/je vonnist
Sententies
Sententiën
Spreuken
Vonnissen
Zinspreuken
variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
'. AquíAlhier
Hier
se traduceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet over
Vertaal!
Zet over!
literalmente por 'trasmundanos', puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende

parecen(Zij) lijken op
Zij/ze hebben het uiterlijk
 van
Zij/ze komen over
Zij/ze komen voor
Zij/ze lijken
Zij/ze schijnen
Zij/ze schijnen toe
Zij/ze staan tegenover
Zij/ze vinden
Zij/ze zien er uit
Zij/ze zien er uit
 als
innecesariasOnnodig
Onnodige
y artificialesArtificieel
Artificiële
Gemaakt
Gemaakte
Kunstmatig
Kunstmatige
las traduccionesOverzettingen
Vertaalwerken
Vertalingen
que ordinariamente se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
: 'De los creyentesGelovigen en
ultramundos', 'De los alucinadosHigh
Highe
de un mundoAardrijk
Wereld
pretéritoVerleden
Verleden tijd
', 'De los visionarios del másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
alláDaar', etcEnzovoorts. Nietzsche
formóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
estaDeze
Dit
palabraBewoording
Woord
por analogíaAnalogie
Overeenkomst
conDoor
Met
Per
Samen met
Hinterwäldler, de usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende
, que significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
: el queDat
Die
Hij die
Wie
habitaBen gevestigd!
Bewoon!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gevestigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont in
Huis!
Resideer!
Woon in!
Woon!
en el
Hinterwald (la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
del bosqueBos
Woud
), peroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
: 'trogloditaHolbewoner', 'provincianoProvinciaal', 'hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
inculto'.
El 'trasmundano' esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, evidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend
, el 'metafísico'.

48 Zaratustra describeBeschrijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschrijft
aquíAlhier
Hier
las ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
 omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen
de Nietzsche en suHaar
Hun
Uw
Zijn
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
(véaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
El nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
de
la tragediaTragedie
Treurspel
), que estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
influidaBeïnvloed
Invloed gehad op
por Schopenhauer y Wagner.

49 VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
el PrólogoProloog
Voorbericht
Voorrede
Voorspel
Voorwoord
de Zaratustra, y la notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
88
Acht
.

5050
Vijftig
Mit dem Kopf durch die Wand (gehen) esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una frase hechaAfgezaagde uitdrukking alemanaDuits
Duitse
que significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
literalmente '(quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen

atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan
) la paredMuur
Wand
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
', peroDoch
Echter
Maar
que alude aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelt op
Zinspeel op!
las personasMensen
Personages
Personen
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
tercasHalsstarrig
Halsstarrige
Hardnekkig
Hardnekkige
Koppig
Koppige
Stijfhoofdig
Stijfhoofdige
Verbeten
Verstokt
Verstokte
, 'cabezotas' (tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, que se
empeñanZij/ze belenen
Zij/ze lenen tegen een
 onderpand
Zij/ze verpanden
en algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
, a saberDat wil zeggen
Namelijk
Te weten
: 'atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan
la paredMuur
Wand
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
'). AlNaar de
Naar het
variarAfwisselen
Variëren
Werken
ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug
la fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede
,
medianteDoor
Door middel van
la adiciónAdditie
Bijtelling
Optelling
Toevoeging
del adjetivoAdjectief
Bijvoeglijk naamwoord
letzte ('últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
' paredesMuren
Wanden
, es decirDat wil zeggen
Namelijk
, los límitesGrenzen
Limieten
Perken
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
), Nietzsche
ironizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseert
Ironiseer!
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los trasmundanos.

51 La 'sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
redentora' esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
bíblica. VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
11
Een
PedroPeter
Petrus
, 11
Een
, 1919
Negentien
. En La genealogíaGenealogie
Geslachtkunde
Stamboom
de la moralMoerbeiboom
Moraal
Zedenkunde
Zedenleer
Zwarte moerbeiboom
Zwarte moerbezie

Nietzsche reprochaBeknor!
Berisp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Verwijt!
Wijs terecht!
a Wagner el queDat
Die
Hij die
Wie
se dejaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
 iets
seducirAanlokken
Aantrekken
Bekoren
Toelachen
Trekken
Verleiden
Verlekkeren
por la 'sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
redentora'. VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
la notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
72 de La
genealogíaGenealogie
Geslachtkunde
Stamboom
de la moralMoerbeiboom
Moraal
Zedenkunde
Zedenleer
Zwarte moerbeiboom
Zwarte moerbezie
.

52 AlusiónAlluderen
Toespelen
Toespeling
Zinspelen
alNaar de
Naar het
cálizBeker
Bloemkelk
Bokaal
Cup
Drinkbeker
Kelk
Miskelk
y a la Ultima CenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
. VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
el EvangelioEvangelie de MateoMatteüs, 2626
Zesentwintig
, 2727
Zevenentwintig
: 'BebedDrink!
Gebruik!
de élHem
Hij
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, que éstaDeze
Dit

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
.'

53 La 'cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
en Ja
Jawel
Wel
Zich
' esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
procedente deAfkomstig uit Kant y contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el polemiza Nietzsche en numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke
ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
.
De élHem
Hij
se derivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt af
Leid af!
Tap af!
la expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
propiaEigen del idealismo alemánDuits idealisme 'en Ja
Jawel
Wel
Zich
y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Ja
Jawel
Wel
Zich
' (an sich und für sich). Más adelanteAchteraf
Daarna
Dan
Hierna
Later
Naderhand
Vervolgens
,
en la cuarta4e
Kwart
Vierde
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, La ofrendaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offert op
Offer op!
Offer!
de la mielHonig
Honing
, Zaratustra se burlaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bespotten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gekscheren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal honen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schertsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spotten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitlachen
de estaDeze
Dit
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
, hablando deBehandelend
Bepratend
Besprekend
Discuterend
Van gedachten wisselend

'en Me
Mij
y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
'.

54 El poetaDichter griegoGriek
Grieks
Griekse
Helleen
Simónides dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
en uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
'trenosTrein
Tros
' (el 542 en la numeraciónNummeren
Nummering
de D. L. Page): 'EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, cuadradoCarré
Kwadraat
Ruitje
Vak
Vierkant
Vierkante
de manosHanden, de piesPoten
Voeten
, de inteligenciaBegrip
Benul
Besef
Bevattingsvermogen
Intelligentie
Inzicht
Knapheid
Snuggerheid
Verstand
, terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
reprocheBeknort u!
Berispt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Ik beknor
Ik berisp
Ik verwijt
Ik wijs terecht
Verwijt u!
Wijst u terecht!
...
' TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
PlatónGroot bord
Plato
en el Protágoras (339 b) comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
AristótelesAristoteles en suHaar
Hun
Uw
Zijn
RetóricaRederijkerskunst
Retoriek
(1411 b 2626
Zesentwintig
) citanZij/ze alluderen
Zij/ze citeren
Zij/ze halen aan
Zij/ze maken een toespeling
Zij/ze noemen
Zij/ze spelen toe
Zij/ze zinspelen
estaDeze
Dit
metáforaBeeld
Beeldspraak
Metafoor

de Simónides. De cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
de ellosHen
Ze
Zij
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
Nietzsche estaDeze
Dit
imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
, que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
repiteHerhaal
Herhaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt nog eens
Neem door!
Zeg na!
Zeg nog eens!
más tardeLater
Straks
;
véaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
, en estaDeze
Dit
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, Del hijoKind
Zoon
y del matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat
, y en la cuarta4e
Kwart
Vierde
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, El saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut
.

De los despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf


A los despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
decirlesOpgeven
Spreken
Zeggen
miMi
Mijn
palabraBewoording
Woord
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
aprenderAanleren
Leren
niEn niet
Evenmin
Noch
enseñarBijbrengen
Instrueren
Laten zien
Leren
Onderwijzen
Scholen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen

otrasAnder
Andere
Nog één
doctrinasDoctrines
Geloofsleren
Leren
, sinoDoch
Echter
Maar
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
propioEigen cuerpo -Corps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
enmudecerVerstommen.

'CuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
yoEgo
Ik
y alma' -Drijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
el niñoEl niño. ¿Y por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hablarConverseren
Praten
Spreken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los niñosJongens
Kinderen
?

PeroDoch
Echter
Maar
el despiertoIk maak wakker
Ik wek
Ik wek op
Ik word wakker
, el sapiente, dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
: cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
yoEgo
Ik
íntegramenteIn zijn geheel
Ongeschonden
Volledig
, y ningunaGeen enkel
Geen enkele
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
; y
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
una palabraBewoording
Woord
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
designarAanduiden
Aanwijzen
Benoemen
Bestemmen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
en el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
.

El cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una granGroot
Grote
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
, una pluralidadMeervoudigheid
Pluraliteit
dotadaBegaafd
Begaafde
Begiftigd
Geboren
Getalenteerd
Getalenteerde
Meegegeven
Talentvol
Talentvolle
de un únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
, una guerraKrijg
Oorlog
y
una pazPaz
Vrede
, un rebañoDrift
Ik lik uit
Ik veeg schoon
Kudde
Levende have
Roedel
Vee
Veestapel
y un pastor55.

InstrumentoInstrument
Middel
Stuk gereedschap
Werktuig
de tuJe
Jouw
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
tuJe
Jouw
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
, hermanoBroeder
Broer
Frater
míoMijne
Van mij
, a la queDat
Die
Wie
Zij die
llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren

'espírituGeest
Geestgesteldheid
', un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
instrumentoInstrument
Middel
Stuk gereedschap
Werktuig
y un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
jugueteSpeelbal
Speelgoed
Speeltuig
Stuk speelgoed
de tuJe
Jouw
granGroot
Grote
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
.

DicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
'yoEgo
Ik
' y estás orgulloso deJij/je bent trots op esaDat
Die
palabraBewoording
Woord
. PeroDoch
Echter
Maar
esaDat
Die
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
, en la queDat
Die
Wie
Zij die
Ge
Gij
Je
Jij

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
creer, -Denken
Geloven
Houden voor
Menen
tuJe
Jouw
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
granGroot
Grote
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
: ésaDat
Die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
yoEgo
Ik
, peroDoch
Echter
Maar
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
yoEgo
Ik
.

Lo queDat wat
Wat
el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer!
, lo queDat wat
Wat
el espírituGeest
Geestgesteldheid
conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!
, esoDat
Die
Zulks
nuncaNimmer
Nooit
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
Ja
Jawel
Wel
Zich
suHaar
Hun
Uw
Zijn
finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
.
PeroDoch
Echter
Maar
sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
y espírituGeest
Geestgesteldheid
querríanZij/ze zouden beminnen
Zij/ze zouden houden van
Zij/ze zouden liefhebben
Zij/ze zouden willen
persuadirteBepraten
Overhalen
Overreden
de que ellosHen
Ze
Zij
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
el finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
de todas lasAlle cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
:
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
vanidososIjdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
.

InstrumentosInstrumenten
Middelen
Werktuigen
y juguetesSpeelballen
Speelgoed
Speelgoederen
Speeltuigen
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
y el espírituGeest
Geestgesteldheid
: trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
ellosHen
Ze
Zij
se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
el símismo56.
El sí-mismo buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
conDoor
Met
Per
Samen met
los ojosKijkers
Ogen
de los sentidosAangevoeld
Betekenissen
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Significanties
Zinnen
Zintuigen
, escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
conDoor
Met
Per
Samen met

los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
del espírituGeest
Geestgesteldheid
.

El sí-mismo escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
y buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
: comparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergelijkt
Vergelijk!
, subyugaBestuur!
Heers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait de scepter
Regeer!
Zwaai de scepter!
, conquistaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verovert
Verover!
Veroveren
Verovering
, destruyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoest
Verniel!
Vernietig!
Verwoest!
.
El sí-mismo dominaBedwing!
Beheers!
Domineer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze domineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overheerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schittert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert de boventoon
Overheers!
Schitter uit!
Voer de boventoon!
y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el dominador tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
del yoEgo
Ik
.

Detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
tusJe
Jouw
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
y sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
, hermanoBroeder
Broer
Frater
míoMijne
Van mij
, se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
un soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
,
un sabioLeerzaam
Leerzame
desconocido -Onbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
llámaseBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
sí-mismo. En tuJe
Jouw
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
habitaBen gevestigd!
Bewoon!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gevestigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont in
Huis!
Resideer!
Woon in!
Woon!
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tuJe
Jouw
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
.

HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
en tuJe
Jouw
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
que en tuJe
Jouw
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid
. ¿Y quiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef!

tuJe
Jouw
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
precisamenteJuist
Net
tuJe
Jouw
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid
?

TuJe
Jouw
sí-mismo se ríe deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht uit tuJe
Jouw
yoEgo
Ik
y de susHaar
Hun
Uw
Zijn
orgullososFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
saltosSchoonspringen
Sprongen
. '¿QuéWat
Welke
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
esosDie saltosSchoonspringen
Sprongen
y
esosDie vuelosVliegtochten
Vluchten
del pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
?, se diceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt bij zichzelf
. Un rodeoBegrijpen
Ik begrijp
Ik ga om
Ik ga rond
Ik omgeef
Ik omgeef met
Ik omring
Omgaan
Omgeven
Omringen
Omweg
Rondgaan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
miMi
Mijn
metaDoel
Doet u!
Finish
Goal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Ik doe
Ik leg
Ik leg in
Ik plaats
Ik steek
Ik steek in
Ik stel
Ik stop
Ik zet
Legt u in!
Legt u!
Mikpunt
Plaats
Plaatst u!
Steekt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trefpunt
Zet u!
. YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
las andaderas del
yoEgo
Ik
y el apuntador de susHaar
Hun
Uw
Zijn
conceptosBegrippen
Concepten
Denkbeelden
Gedachten
Gedachtes
Idees
Ideeën
Meningen
Oordelen
Opzichten
Spreuken
Vernuftig
Vernuftige
.'

El sí-mismo dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
alNaar de
Naar het
yoEgo
Ik
: '¡sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer!
dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
aquíAlhier
Hier
!' Y el yoEgo
Ik
sufreDoorsta!
Draag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd!
Onderga!
Ondervind!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!
y reflexiona sobreDenk na over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt na over
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van

de sufrir -Doorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen
y justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
pensarDenken.

El sí-mismo dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
alNaar de
Naar het
yoEgo
Ik
: '¡sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer!
placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
aquíAlhier
Hier
!' Y el yoEgo
Ik
se alegraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich yreflexiona sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je

seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
gozandoGenietend
Genietend van
Zich verheugend in
Zich verlustigend in
a menudo -Af en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds
y justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
pensarDenken.

A los despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
decirlesOpgeven
Spreken
Zeggen
una palabraBewoording
Woord
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
despreciarEen hekel hebben aan
Minachten
Verachten
Versmaden
constituyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Maak uit!
Stel samen!
Vorm!
suHaar
Hun
Uw
Zijn

apreciar57. ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
el apreciarAchten
Achting hebben voor
Achting toedragen
Appreciëren
Begroten
Hechten aan
Hoogachten
Houden van
Mogen
Op prijs stellen
Schatten
Taxeren
Waarderen
y el despreciarEen hekel hebben aan
Minachten
Verachten
Versmaden
y el valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
y la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
?

El sí-mismo creadorMaker
Scheppend
Scheppende
Schepper
se creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Ja
Jawel
Wel
Zich
el apreciarAchten
Achting hebben voor
Achting toedragen
Appreciëren
Begroten
Hechten aan
Hoogachten
Houden van
Mogen
Op prijs stellen
Schatten
Taxeren
Waarderen
y el despreciarEen hekel hebben aan
Minachten
Verachten
Versmaden
, se creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Ja
Jawel
Wel
Zich
el placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
y
el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
. El cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
creadorMaker
Scheppend
Scheppende
Schepper
se creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Ja
Jawel
Wel
Zich
el espírituGeest
Geestgesteldheid
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
.

InclusoZelfs en vuestraJullie
Uw
Van jullie
tonteríaDomheid
Dwaasheid
Flauwekul
Gekheid
Nonsens
Onzin
Zever
Zotteklap
Zottenpraat
y en vuestroJullie
Uw
Van jullie
desprecioIk heb een hekel
 aan
Ik minacht
Ik veracht
Ik versmaad
Minachting
Schamperheid
Verachting
Versmading
, despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, servísJullie bedienen
Jullie bewijzen een dienst
Jullie deugen
Jullie dienen
Jullie dienen op
Jullie helpen
Jullie kaarten aan
Jullie serveren
Jullie zijn geschikt
Jullie zijn van dienst
a
vuestroJullie
Uw
Van jullie
sí-mismo. YoEgo
Ik
osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
: tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
vuestroJullie
Uw
Van jullie
sí-mismo quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
y se apartaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit de
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men haalt weg
Men zet apart
de la
vidaHachje
Leven
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
lo queDat wat
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
quiere: -(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
crearCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen
por encima deAan
Boven
Over
Ja
Jawel
Wel
Zich
. Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
lo queDat wat
Wat

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
, éseDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ardienteBrandend
Gloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
.

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
estoDeze
Dit
, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
él: -Hem
Hij
por elloDat
Het
vuestroJullie
Uw
Van jullie
sí-mismo
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
hundirseBezwijken
Neerdalen
Vergaan
Verzinken
Wegzinken
Zich neerlaten
Zich verdiepen
Zinken
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
ocasoZonsondergang, despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
.

¡HundirseBezwijken
Neerdalen
Vergaan
Verzinken
Wegzinken
Zich neerlaten
Zich verdiepen
Zinken
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
ocasoZonsondergang quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
vuestroJullie
Uw
Van jullie
sí-mismo, y por elloDat
Het
os convertisteisJullie veranderden je vosotrosGijlieden
Je
Jullie
en
despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
! PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
capacesBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Kundig
Kundige
de crearCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen
por encima deAan
Boven
Over
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
.

Y por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
os enojáisJullie winden je op ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
la vidaHachje
Leven
y contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
. Una inconscienteBewusteloos
Bewusteloze
Onbewust
Onbewuste
envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst

hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
en la oblicuaScheef
Scheve
Schuin
Schuine
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de vuestroJullie
Uw
Van jullie
desprecioIk heb een hekel
 aan
Ik minacht
Ik veracht
Ik versmaad
Minachting
Schamperheid
Verachting
Versmading
.

¡YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
voy porIk ga halen
Ik haal
vuestroJullie
Uw
Van jullie
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, despreciadores del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
! ¡VosotrosGijlieden
Je
Jullie
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij

puentesBruggen
Dekken
Scheepsbruggen
Scheepsdekken
Verdekken
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el superhombreÜbermensch!

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Zaratustra.

55 VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
la notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
2323
Drieëntwintig
.

56 Selbst. Se traduceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet over
Vertaal!
Zet over!
aquíAlhier
Hier
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
por yoEgo
Ik
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
, sinoDoch
Echter
Maar
por sí-mismo. Nietzsche contraponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in de
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergelijkt
Ich
(yoEgo
Ik
) y Selbst (sí-mismo), comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien
en el párrafoAlinea
Artikel
Paragraaf
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
y, en generalIn het algemeen
Over het algemeen
, en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
capítuloChapiter
Hoofdstuk
Kapittel
.

57 VéaseBlijkt u!
Is u duidelijk!
Laat u zich zien!
Zie
Más alláLangs
Voorbij
del bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
y del malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
78: 'QuienDie
Wie
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
se despreciaHeb een hekel aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een hekel
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadt
Minacht!
Veracht!
Versmaad!
continúaGa door
Ga door!
Ga verder met!
Ga verder!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd aan!
Vervolg!
Zet voort!
apreciándose, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
,
a sí mismoZichzelf en cuantoZodra despreciador'.

De las alegríasBlijdschappen
Blijheden
Verheugenissen
Verheugingen
Vreugden
Vreugdes
y de las pasiones58

HermanoBroeder
Broer
Frater
míoMijne
Van mij
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
una virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, y esaDat
Die
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la tuyaOosterse levensboom
Thuja
Van jou
Westerse levensboom
, entoncesDan
Dus
Toen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
en comúnIn het algemeen
Over het algemeen

conDoor
Met
Per
Samen met
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
. CiertamenteGewis
Ongetwijfeld
Wel degelijk
Zeker
, Ge
Gij
Je
Jij
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
llamarlaAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
y acariciarlaAaien
Liefkozen
Strelen
; quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
tirarleWeggooien
de la orejaOor y divertirteAmuseren
Onderhouden
Opvrolijken
Vermaken
con ellaDaarmee.

¡Y he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
que tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
en comúnIn het algemeen
Over het algemeen
conDoor
Met
Per
Samen met
el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
y que, conDoor
Met
Per
Samen met
tuJe
Jouw
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand

convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
y en rebañoDrift
Ik lik uit
Ik veeg schoon
Kudde
Levende have
Roedel
Vee
Veestapel
! HaríasJij zou doen
Jij/je zou aanmaken
Jij/je zou bedrijven
Jij/je zou doen
Jij/je zou maken
Jij/je zou uitbrengen
Jij/je zou uitrichten
Jij/je zou uitvoeren
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
en decirOpgeven
Spreken
Zeggen
: 'inexpresable y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
que constituyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Maak uit!
Stel samen!
Vorm!
el tormentoFolteren
Kwellen
Kwelling
Marteling
Penitentie
Temptatie
y la dulzuraZoetheid
Zoetigheid
de miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
, y que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
inclusoZelfs el hambreHonger de
misMi's
Mijn
entrañasIngewanden'.

SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
tuJe
Jouw
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la familiaridadFamiliariteit de los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen
: y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tienes queJij/je behoort
Jij/je dient
Jij/je hoort
Jij/je moet
hablarConverseren
Praten
Spreken

de ellaHaar
Ze
Zij
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te avergüences deJij/je geneert je voor
Jij/je schaamt je over
Jij/je schaamt je voor
balbucearHakkelen
Stamelen
Stotteren
alNaar de
Naar het
hacerloDoen
Laten
Maken
.

HablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
y balbuceaHakkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stottert
Stamel!
Stotter!
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
: 'ÉsteDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
yoEgo
Ik
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
meMe
Mij
agradaBehaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
 zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Maak naar de zin!
Sta aan!
Vind prettig!
Zin!
del todoGeheel,
únicamenteAlleen
Uitsluitend
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
yoEgo
Ik
el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
leyGehalte
Titer
Wet
de un DiosGod
Godheid
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

precepto y forzosidad de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
una guíaGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
super-tierras y haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor

paraísosGaanderijen
Galeries
Galerieën
Galerijen
Gangen
Paradijzen
Transen
.

Una virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
terrena esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la queDat
Die
Wie
Zij die
yoEgo
Ik
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
: en ellaHaar
Ze
Zij
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
inteligenciaBegrip
Benul
Besef
Bevattingsvermogen
Intelligentie
Inzicht
Knapheid
Snuggerheid
Verstand
, y lo queDat wat
Wat
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
de todosAller-
Ieders
.

PeroDoch
Echter
Maar
eseDat
Die
pájaroVogel haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
construidoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden
en Me
Mij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
nidoNest: por elloDat
Het
loDe
Hem
Het
U
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
y loDe
Hem
Het
U
aprietoIk draai aan
Ik dring
Ik druk
Ik druk aan
Ik druk op
Ik knel
Ik pers
Ik pres
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
miMi
Mijn
pecho,
-Boezem
Borst
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
incubaBroed op!
Broed!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze broedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze broedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koestert
Koester!
en Me
Mij
susHaar
Hun
Uw
Zijn
áureos huevosEieren.'

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
debesDebetzijden
Debetzijdes
Jij/je behoort te
Jij/je bent schuldig
Jij/je bent verplicht om
 te
Jij/je bent verschuldigd
Jij/je dient
Jij/je hebt te danken
Jij/je hoort
Jij/je moet
Jij/je staat in de
 schuld
Moet je
balbucirHakkelen
Stamelen
y alabarLof toezwaaien
Loven
Prijzen
Roemen
tuJe
Jouw
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
.

En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
teníasJij/je had
Jij/je hield
Jij/je hield bij
Jij/je hield erop na
Jij/je hield vast
pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden
y las llamabasJij/je belde
Jij/je belde aan
Jij/je belde op
Jij/je benoemde
Jij/je heette
Jij/je klopte
Jij/je luidde
Jij/je maakte uit voor
Jij/je noemde
Jij/je praaide
Jij/je riep
Jij/je riep aan
Jij/je riep op
Jij/je schelde
Jij/je telefoneerde
malvadasPervers
Perverse
Verdorven
. PeroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que
tusJe
Jouw
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
: hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
surgido deOpgekomen uit tusJe
Jouw
pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden
.

PusisteJij/je bracht op
Jij/je bracht op gang
Jij/je deed
Jij/je deed aan
Jij/je kreeg aan de
 praat
Jij/je legde
Jij/je legde neer
Jij/je legde op
Jij/je plaatste
Jij/je schakelde in
Jij/je stak
Jij/je stelde
Jij/je stopte
Jij/je trok aan
Jij/je vlijde
Jij/je zette
Jij/je zette aan
Jij/je zette neer
tuJe
Jouw
metaDoel
Doet u!
Finish
Goal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Ik doe
Ik leg
Ik leg in
Ik plaats
Ik steek
Ik steek in
Ik stel
Ik stop
Ik zet
Legt u in!
Legt u!
Mikpunt
Plaats
Plaatst u!
Steekt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trefpunt
Zet u!
supremaBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
en el corazónHart
Klokhuis
de aquellasDie
Diegene
pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden
: entoncesDan
Dus
Toen
se convirtieron enZij/ze werden
tusJe
Jouw
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
y alegríasBlijdschappen
Blijheden
Verheugenissen
Verheugingen
Vreugden
Vreugdes
.

Y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
fueses deJij/je behoorde
Jij/je behoorde toe
Jij/je behoorde tot
Jij/je kwam uit
la estirpeGeslacht de los coléricosBoos
Boze
Cholerisch
Cholerische
Driftig
Driftige
Giftig
Giftige
o de la de los lujuriosos, o de los fanáticosDrijvers
Dweepziek
Dweepzieke
Dwepend
Dwepende
Fanatiek
Fanatieke
Ijveraars
Ijveraren
Supporters
Zeloten

de suHaar
Hun
Uw
Zijn
feFiducie
Geloof
Vertrouwen
o de los vengativosWraaklustig
Wraaklustige
Wraakzuchtig
Wraakzuchtige
:

Al finalTenslotte todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
tusJe
Jouw
pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden
se convirtieron enZij/ze werden virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
tusJe
Jouw
demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels
en ángelesEngelen.

En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
teníasJij/je had
Jij/je hield
Jij/je hield bij
Jij/je hield erop na
Jij/je hield vast
perrosHonden
Rekels
Reuen
salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
en tuJe
Jouw
mazmorraKerker: peroDoch
Echter
Maar
al finalTenslotte se transformaronZij/ze herschiepen
Zij/ze veranderden
Zij/ze veranderden van gedrag
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vervormden
en
pájarosVogelen
Vogels
y en amablesAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
cantorasZangeressen.

De tusJe
Jouw
venenosGiffen
Giften
Vergiffen
Vergiften
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
extraídoAfgeleid
Gedolven
Gehoosd
Geput
Geschept
Getrokken
Gewonnen
Gezet
Ontleend
Uitgehaald
Uitgenomen
Uitgetrokken
tuJe
Jouw
bálsamoBalsem
Myroxylon pereirae
, hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
ordeñadoGemolken
Gemolken (koe etc.)
a tuJe
Jouw
vacaKoe
Rund
Tribulación, - ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

bebesJij/je drinkt
Jij/je gebruikt
la dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
lecheMelk de susHaar
Hun
Uw
Zijn
ubresUiers. Y ninguna cosaNiemendal
Niets
Nihil
Niks
malvadaPervers
Perverse
Verdorven
surgiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opspatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stuiven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verspuiten
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
de tiJe
Jou
en el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige
, a
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
que surja deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op uit
Ik kom op uit
Komt u op uit!
la luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!
de tusJe
Jouw
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
.

HermanoBroeder
Broer
Frater
míoMijne
Van mij
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
afortunadoGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, y nada másNiet meer que una: asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
atraviesasJij/je doorkruist
Jij/je gaat door
Jij/je gaat over
Jij/je gaat te boven
Jij/je komt door
Jij/je legt af
Jij/je loopt af
Jij/je loopt over
Jij/je maakt door
Jij/je steekt over
Jij/je trekt door

conDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
ligerezaLichtzinnigheid el puenteBrug
Dek
Dwarsbalk (van een boerenwagen)
Kam (van een viool)
Scheepsbrug
Scheepsdek
Verdek
.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una distinciónBespeuren
Distinctie
Gedistingeerdheid
Onderkennen
Onderscheid
Onderscheiden
Onderscheiding
Ontwaren
Uitblinken
Verschil
Voornaamheid
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
, peroDoch
Echter
Maar
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una pesadaAfgewogen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Zwaar
Zwaar geweest
Zware
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
; y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich

alNaar de
Naar het
desiertoEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernis
Woestenij
Woestijn
y se matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis
y campo de batallaSlagveld de virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
.

HermanoBroeder
Broer
Frater
míoMijne
Van mij
, ¿sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
la guerraKrijg
Oorlog
y la batallaDe wielbasis? PeroDoch
Echter
Maar
eseDat
Die
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
, necesariosBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node

sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
la envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst
y la desconfianzaArgwaan
Wantrouwen
y la calumniaAchterklap
Belaster!
Eerroof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Laster
Roddel!
Spreek kwaad!
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
tusJe
Jouw
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
.

MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
cada unaElk de tusJe
Jouw
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
codiciaAas op!
Begeer!
Dorst naar!
Hebzucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aast op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst naar
Lust
loDe
Hem
Het
U
más altoBoven-
Bovenste
Harder
Hoger
de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
: quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
tuJe
Jouw
espírituGeest
Geestgesteldheid
íntegroEerlijk
Eerlijke
Integraal
Integrale
Onaangetast
Onaangetaste
Ongeschonden
,
para queOpdat
Zodat
ésteDeze
Dit
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
suHaar
Hun
Uw
Zijn
heraldoHeraut
Voorbode
, quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
tuJe
Jouw
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
en la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
, en el odioHaat
Ik haat
y en el
amorAffectie
Liefde
Min
.

CelosaJaloers
Jaloerse
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
de la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
, y cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
los celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
las virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden

puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
perecerCreperen
Omkomen
Ondergaan
Sneuvelen
Vergaan
Verongelukken
de celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
.

AquelDat
Die
a quienDie
Wie
la llamaDe vlam de los celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
loDe
Hem
Het
U
circunda(Het) omcirkelt
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
sí mismoZichzelf el
aguijónAngel
Pen
Prikkel
Stekel
envenenadoVergald
Vergeven
Vergiftigd
Verpest
, igual queEvenals
Zoals
el escorpiónArend
Grote pieterman
Schorpioen
.

AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, hermanoBroeder
Broer
Frater
míoMijne
Van mij
, anoAars
Anus
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
nuncaNimmer
Nooit
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
a una virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
calumniarseBelasteren
Kwaadspreken
Roddelen
y acuchillarseElkaar steken toedienen a
Ja
Jawel
Wel
Zich
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
?

El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que tiene que serMoet zijn superadoOvertroffen
Overwonnen
Te boven gegaan
Te boven gekomen
Uitgeblonken
Uitgemunt
Voorbijgestreefd
: y por elloDat
Het
tienes queJij/je behoort
Jij/je dient
Jij/je hoort
Jij/je moet
amarBeminnen
Houden van
Liefhebben
tusJe
Jouw
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende

perecerásJij/je zal creperen
Jij/je zal omkomen
Jij/je zal ondergaan
Jij/je zal sneuvelen
Jij/je zal vergaan
Jij/je zal verongelukken
a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens
ellasHen
Ze
Zij
.

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Zaratustra.

58 Von den(Zij) geven
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Kent u toe!
Verleent u!
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
Freudenschaften und Leidenschaften. Por analogíaAnalogie
Overeenkomst
conDoor
Met
Per
Samen met
Leidenschaft (pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
), Nietzsche creaCreëer!
Denkt u!
Gelooft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houdt u voor!
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik meen
Maak!
Meent u!
Richt op!
Schep!

aquíAlhier
Hier
la palabraBewoording
Woord
Freudenschaft, derivándola de Freude (alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
). Con elloDaarmee subrayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstreept
Onderstreep!
el elementoBeginsel
Bestanddeel
Element
LeidenLeiden (sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart
)
del términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
Leidenschaft. 'PasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
' implicaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Houd in!
Impliceer!
Sluit in!
aquíAlhier
Hier
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, simultáneamenteGelijktijdig
Tegelijkertijd
dos2
Do's
Twee
Tweede
significadosBeduid
Betekend
Betekenissen
Gestaan voor
Significanties
Zinnen
: pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid

(comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
afectivoAffectief
Affectieve
Gevoelsmatig
Gevoelsmatige
) y padecimiento.

Del pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
delincuenteDelinquent

VosotrosGijlieden
Je
Jullie
, juecesRechters
Richteren
Richters
y sacrificadores, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
hasta queTot
Totdat
el animalBeest
Dier
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine

la cabezaHoofd
Kop
Krop
? MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
, el pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
delincuenteDelinquent haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
la cabezaHoofd
Kop
Krop
: en susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
el granGroot
Grote

desprecioIk heb een hekel
 aan
Ik minacht
Ik veracht
Ik versmaad
Minachting
Schamperheid
Verachting
Versmading
.

'MiMi
Mijn
yoEgo
Ik
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
superadoOvertroffen
Overwonnen
Te boven gegaan
Te boven gekomen
Uitgeblonken
Uitgemunt
Voorbijgestreefd
: miMi
Mijn
yoEgo
Ik
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
el granGroot
Grote
desprecioIk heb een hekel
 aan
Ik minacht
Ik veracht
Ik versmaad
Minachting
Schamperheid
Verachting
Versmading
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
':
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
esosDie ojosKijkers
Ogen
.

El haberseHet met iemand aan
 de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten
juzgadoBalie
Beoordeeld
Berecht
Geoordeeld
Gerecht
Gerechtsgebouw
Gevonnist
Rechtbank
Rechtgesproken
Tribunaal
Veroordeeld
Vierschaar
a sí mismoZichzelf constituyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
suHaar
Hun
Uw
Zijn
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
: ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejéisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
 steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
que el excelso
recaigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terecht bij
Ik kom terecht bij
Komt u terecht bij!
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
bajezaKleinheid
Laaghartigheid
Laagheid
Zwaarheid
!

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
redenciónAfkopen
Loskopen
Redding
Vrijkopen
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quienDie
Wie
sufreDoorsta!
Draag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd!
Onderga!
Ondervind!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
de sí mismoZichzelf, exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
.

VuestroJullie
Uw
Van jullie
matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
, juecesRechters
Richteren
Richters
, debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
compasiónMededogen
Medelijden
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
venganzaWraak. ¡Y mientrasTerwijl matáisJullie brengen om
Jullie doden
Jullie maken dood
Jullie slachten
Jullie slachten af
, cuidadBekommer je!
Ben bezorgd!
Bewaak!
Draag zorg!
Let op!
Pas op!
Verpleeg!
Verzorg!
Zorg voor!
Zorg!

de que vosotrosGijlieden
Je
Jullie
mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
justifiquéisJullie rechtvaardigen
Jullie staven
la vidaHachje
Leven
!

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
conDoor
Met
Per
Samen met
que osJe
Jullie
reconciliéis conDoor
Met
Per
Samen met
aquelDat
Die
a quienDie
Wie
matáisJullie brengen om
Jullie doden
Jullie maken dood
Jullie slachten
Jullie slachten af
. VuestraJullie
Uw
Van jullie
tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
amorAffectie
Liefde
Min
alNaar de
Naar het

superhombreÜbermensch: ¡asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
justificáisJullie rechtvaardigen
Jullie staven
vuestroJullie
Uw
Van jullie
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
viviendoLevend
Wonend
!

'EnemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
' debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
 schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
 te
Jullie zijn verschuldigd
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
'bellacoBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef
'; 'enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
' debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
 schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
 te
Jullie zijn verschuldigd
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
'bribónBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef
';
'tontoDom
Domme
Domoor
Dwaas
' debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
 schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
 te
Jullie zijn verschuldigd
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
'pecadorZondaar'.

Y Ge
Gij
Je
Jij
, rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
juezRechter
Richter
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
dijesesJij/je gaf op
Jij/je sprak
Jij/je zegde
Jij/je zei
en voz altaHardop
Luid
todo lo queHoeveel ook hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
conDoor
Met
Per
Samen met
el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
:
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
gritaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou balken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou brullen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gieren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou grommen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hinniken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou joelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou loeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou roepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schreeuwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitjouwen
Ik zou balken
Ik zou blaten
Ik zou brullen
Ik zou gieren
Ik zou grommen
Ik zou hinniken
Ik zou joelen
Ik zou loeien
Ik zou roepen
Ik zou schreeuwen
Ik zou uitjouwen
: '¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
esaDat
Die
inmundicia y eseDat
Die
gusanoWorm
Wurm
venenosoGiftig
Giftige
!'

PeroDoch
Echter
Maar
una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
, otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
la acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
, y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
de la acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
. La ruedaHet wiel
del motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
giraDraai om!
Draai rond!
Draai!
Endosseer!
Gireer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze endosseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Keer je om!
Keer om!
Keer!
Rondreis
Sla af!
Tour
Wend!
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
ellasHen
Ze
Zij
. Una imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
a eseDat
Die
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
realizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkstelligde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht tot stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze realiseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerkelijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwezenlijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit

suHaar
Hun
Uw
Zijn
acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
élHem
Hij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
a la alturaHoogte
Verhevenheid
de ellaHaar
Ze
Zij
: masDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soportóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
, una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer

cometidaBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opgedragen
Toevertrouwd
éstaDeze
Dit
.

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
autorAuteur
Dader
Maker
Schrijver
Schuldige
de una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
. DemenciaDementie
Geesteszwakte

llamoIk bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
yoEgo
Ik
a esoDat
Die
Zulks
: la excepciónExceptie
Uitzonderen
Uitzondering
se invirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze investeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om
, convirtiéndoseZich veranderend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
élHem
Hij
en la esenciaEssence
Essentie
Kern
Wezen
Wezenlijkheid
.

La rayaBand
Haarscheiding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrabt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt een streep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft los
Ik kras
Ik schraap
Ik schrab
Ik schrap
Ik wrijf los
Kras!
Krast u!
Reep
Rog
Scheiding
Schraapt u!
Schrabt u!
Schrapt u!
Streep
Strook
Trek een streep!
Trek!
Wapenbalk
Wrijft u los!
trazadaAangegeven
Aangewezen
Afgeschrapt
Afgetekend
Getrokken
Voorgeschreven
sobre elOp de
Op het
sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
hechizaBegoochel!
Beheks!
Betover!
Heks!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begoochelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behekst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betovert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hekst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tovert
Tover!
a la gallinaKip-en-eiprobleem; el golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
por el delincuenteDelinquent
hechizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begoochelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behekste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hekste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toverde
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
razón -Aanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
demenciaDementie
Geesteszwakte
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
llamoIk bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
yoEgo
Ik
a esoDat
Die
Zulks
.

¡OídHoor!
Verneem!
Versta!
, juecesRechters
Richteren
Richters
! Existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
demenciaDementie
Geesteszwakte
: la de antes deAlvorens te
Voor
la acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
. ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
habéisJullie hebben
Jullie zijn

penetradoBegrepen
Bevat
Binnengedrongen
Doordrongen
Doorgedrongen
Doorgedrongen tot het diepst
 van de ziel
Doorgedrongen tot op merg
 en been
Doorgetrokken
Doorgrond
Doorzien
Gedrongen door
Gedrongen in
Vinnig geweest
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
profundamenteDiepgaand
Grondig
en esaDat
Die
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
!

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
el rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
juezRechter
Richter
: '¿por quéWaarom esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
delincuenteDelinquent asesinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoordde
? QueríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
robarBeroven
Bestelen
Buitmaken
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
Zich vergrijpen aan
'. MasDoch
Echter
Maar
Plus
yoEgo
Ik
osJe
Jullie

digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
: suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
roboBeroven
Bestelen
Buitmaken
Diefstal
Ik beroof
Ik besteel
Ik maak buit
Ik plunder
Ik roof
Ik steel
Ik stroop
Ik vergrijp me aan
Ontvreemding
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
: ¡élHem
Hij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
sedientoDorstig
Dorstige
de la felicidadHet geluk del cuchilloMes!

PeroDoch
Echter
Maar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
comprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
esaDat
Die
demenciaDementie
Geesteszwakte
y leHaar
Hem
Het
U
persuadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overreedde
. '¡QuéWat
Welke
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
!,
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
; ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
al menosAlthans
Tenminste
cometerBedrijven
Begaan
Gebruiken
Opdragen
Plegen
Toevertrouwen
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
un roboBeroven
Bestelen
Buitmaken
Diefstal
Ik beroof
Ik besteel
Ik maak buit
Ik plunder
Ik roof
Ik steel
Ik stroop
Ik vergrijp me aan
Ontvreemding
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
? ¿TomarteAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
una venganzaWraak?'

Y élHem
Hij
escuchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
: comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
plomoLood pesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bepaalde het gewicht
Ik was zwaar
Ik woog
Ik woog af
el discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog
de ellaHaar
Ze
Zij
sobre él, -Er bovenop entoncesDan
Dus
Toen

robóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plunderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergreep zich aan
, alNaar de
Naar het
asesinarMoorden
Vermoorden
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
avergonzarse deZich generen voor
Zich schamen over
Zich schamen voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn
demenciaDementie
Geesteszwakte
.

Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
el plomoLood de suHaar
Hun
Uw
Zijn
culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
vuelve aGa terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Keer terug naar!
Kom terug naar!
Weer
pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
sobre élEr bovenop, y de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!

igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
de rígidaHouterig
Houterige
Star
Starre
Stijf
Stijve
Stram
Stramme
Stug
Stugge
, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
de paralizadaLamgelegd
Verlamd
, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
de pesadaAfgewogen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Zwaar
Zwaar geweest
Zware
.

ConDoor
Met
Per
Samen met
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
que pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
sacudirOpschudden
Schokken
Schudden
Wrikken
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cabezaHoofd
Kop
Krop
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
rodaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou draaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou filmen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rollen
Ik zou draaien
Ik zou filmen
Ik zou opnemen
Ik zou rijden
Ik zou rollen
alNaar de
Naar het
sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
: masDoch
Echter
Maar
Plus
¿quiénWie sacudeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrikt
Schok!
Schud op!
Schud!
Wrik!
esaDat
Die

cabezaHoofd
Kop
Krop
?

¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
? Un montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep
de enfermedadesAandoeningen
Kwalen
Ziekten
Ziektes
, que a travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed
del espírituGeest
Geestgesteldheid
se extiendenZij/ze rekken zich
Zij/ze rekken zich uit
Zij/ze strekken zich uit

por el mundoAardrijk
Wereld
: allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
suHaar
Hun
Uw
Zijn
botínBuit
Gevangenneming
Prooi
Vangst
.

¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
? Una marañaHachelijke toestand
Lichtekooi
Machinatie
Struikgewas
Warboel
de serpientesOphidia
Serpenten
Serpentes
Slangen
salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
, que rara vezZelden tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
pazPaz
Vrede
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

sí, -Ja
Jawel
Wel
Zich
y entoncesDan
Dus
Toen
cada unaElk se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, buscandoAfhalend
Gaand halen
Halend
Ophalend
Opzoekend
Snorrend
Uitkijkend
Uitziend
Zoekend
botínBuit
Gevangenneming
Prooi
Vangst
en el mundoAardrijk
Wereld
.

¡MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
eseDat
Die
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
! Lo queDat wat
Wat
élHem
Hij
sufríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg
y codiciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aasde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorstte naar
Ik aasde op
Ik begeerde
Ik dorstte naar
, esaDat
Die
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
loDe
Hem
Het
U
interpretabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interpreteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertolkte
Ik duidde
Ik interpreteerde
Ik legde uit
Ik verklaarde
Ik vertolkte

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
sí, -Ja
Jawel
Wel
Zich
loDe
Hem
Het
U
interpretabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interpreteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertolkte
Ik duidde
Ik interpreteerde
Ik legde uit
Ik verklaarde
Ik vertolkte
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ansiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Bezorgdheid
Spanning
Verlangen
Zielsangst
Zucht
de la felicidadHet geluk del cuchilloMes.

A quienDie
Wie
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
asáltaloBestorm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overvalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Overval!
Rand aan!
Val aan!
el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, lo queDat wat
Wat
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
: el enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!

causarAandoen
Aanrichten
Berokkenen
Doen
Laten
Laten doen
Maken
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
conDoor
Met
Per
Samen met
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
que a élHem
Hij
leHaar
Hem
Het
U
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
. PeroDoch
Echter
Maar
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
habidoGehad
Geweest
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
, y otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één

malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
y bienesGelukken
Welvaarten
.

En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
la dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
y la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
de símismo. EntoncesDan
Dus
Toen
el enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
se
convertíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om
Ik bekeerde
Ik converteerde
Ik veranderde
Ik zette om
en herejeKetter y en brujaHeks: comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
herejeKetter y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
brujaHeks sufríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg
y queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen
.

PeroDoch
Echter
Maar
estoDeze
Dit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en vuestrosJullie
Van jullie
oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
: perjudicaBenadeel!
Deer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benadeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaadt
Schaad!
a vuestrosJullie
Van jullie
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
, meMe
Mij
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
.
¡MasDoch
Echter
Maar
Plus
quéWat
Welke
meMe
Mij
importanZij/ze bedragen
Zij/ze belopen
Zij/ze doen ter zake
Zij/ze importeren
Zij/ze maken uit
Zij/ze voeren in
Zij/ze zijn erg
Zij/ze zijn van belang
a Me
Mij
vuestrosJullie
Van jullie
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
!

MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
de vuestrosJullie
Van jullie
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
meMe
Mij
producenZij/ze berokkenen
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen teweeg
Zij/ze brengen voort
Zij/ze doen aan
Zij/ze leveren op
Zij/ze richten aan
Zij/ze stichten
Zij/ze veroorzaken
Zij/ze werpen af
náuseasAfkeren
Misselijkheden
Walgingen
Weeheden
Weerzinnen
, y, en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
suHaar
Hun
Uw
Zijn
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
. ¡PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende

yoEgo
Ik
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
que tuvieranZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
una demenciaDementie
Geesteszwakte
a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens
la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
pereciesenZij/ze crepeerden
Zij/ze kwamen om
Zij/ze ondergingen
Zij/ze sneuvelden
Zij/ze vergingen
Zij/ze verongelukten
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
eseDat
Die
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale

delincuenteDelinquent!

En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, yoEgo
Ik
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
demenciaDementie
Geesteszwakte
se llamaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd genoemd
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
o fidelidadTrouw o justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
: peroDoch
Echter
Maar

ellosHen
Ze
Zij
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
vivirLeven
Wonen
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y en un lamentableBetreurenswaardig
Betreurenswaardige
bienestarWelvaart
Welzijn
.

YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un pretil junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la corriente59: ¡agárremeAangrijpen
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Bemachtigt u!
Grijpen
Grijpt u aan!
Grijpt u vast!
Grijpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Houdt u vast!
Ik bemachtig
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik houd vast
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak beet
Ik pak vast
Ik vat
Neemt u beet!
Pakken
Pakt u beet!
Pakt u vast!
Pakt u!
Vastgrijpen
Vasthouden
Vastpakken
Vat u!
Vatten
el queDat
Die
Hij die
Wie
puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
agarrarmeAangrijpen
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Grijpen
Pakken
Vastgrijpen
Vasthouden
Vastpakken
Vatten
! PeroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
vuestraJullie
Uw
Van jullie
muleta.
-Kleine muilezel
Kruk
Rode doek

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Zaratustra.

59 SobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los 'pretiles junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende
' puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, en la tercera3e
Derde
Terts
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, De tablasBorden
Delen
Lijsten
Pat
Planken
Tabellen
Tabletten
Tafelen
Tafels
viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten
y nuevasNieuw
Nieuwe
,
88
Acht
, y la notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
375.

Del leerLezen y el escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven


De todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
yoEgo
Ik
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
que alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
escribeComponeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Schep!
Schrijf neer!
Schrijf uit!
Schrijf!
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
. EscribeComponeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Schep!
Schrijf neer!
Schrijf uit!
Schrijf!
Ge
Gij
Je
Jij

conDoor
Met
Per
Samen met
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
: y te darásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal groeien
Jij/je zal je gewonnen
 geven
Jij/je zal je overgeven
Jij/je zal je voordoen
Jij/je zal ontstaan
Jij/je zal voorkomen
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
espírituGeest
Geestgesteldheid
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
el comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
ajenaAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde
: yoEgo
Ik
odioHaat
Ik haat
a los ociososDoelloos
Doelloze
que leenZij/ze lezen.

QuienDie
Wie
conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!
alNaar de
Naar het
lectorLector noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
por el lectorLector. Un sigloEeuw de lectoresLectoren
Lectors
todavía -Evenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
y
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el espírituGeest
Geestgesteldheid
oleráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rieken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ruiken
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
.

El queDat
Die
Hij die
Wie
a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
leHaar
Hem
Het
U
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
lícitoGeoorloofd
Geoorloofde
Toegestaan
Toegestane
aprenderAanleren
Leren
a leerLezen corrompeBederf!
Erger!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verknoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verminkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Koop om!
Schaad!
Verdraai!
Verknoei!
Verleid!
Vermink!
Verveel!
a la largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
el escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
,
sinoDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
el pensarDenken.

En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
el espírituGeest
Geestgesteldheid
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
Dios60, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
se convirtió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se convierteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert zich
inclusoZelfs en plebeGepeupel
Janhagel
Plebs
.

QuienDie
Wie
escribeComponeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Schep!
Schrijf neer!
Schrijf uit!
Schrijf!
conDoor
Met
Per
Samen met
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
y en forma deIn de vorm van sentenciasArresten
Jij/je bestemt voor
Jij/je doet een uitspraak
Jij/je spreekt uit
Jij/je vonnist
Sententies
Sententiën
Spreuken
Vonnissen
Zinspreuken
, éseDat
Die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
leídoBelezen
Gelezen
, sinoDoch
Echter
Maar
aprendidoAangeleerd
Geleerd

de memoriaUit het hoofd
Van buiten
.

En las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cortoIk breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el queDat
Die
Hij die
Wie
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
de cumbreBergtop
Kruin
a cumbreBergtop
Kruin
: masDoch
Echter
Maar
Plus
para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor

tienes queJij/je behoort
Jij/je dient
Jij/je hoort
Jij/je moet
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen
largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
. CumbresBergtoppen
Kruinen
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
las sentenciasArresten
Jij/je bestemt voor
Jij/je doet een uitspraak
Jij/je spreekt uit
Jij/je vonnist
Sententies
Sententiën
Spreuken
Vonnissen
Zinspreuken
: y aquellosDie
Diegene
a quienesDie
Personen
Wie
se
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
altosAlten
Altos
Altviolen
Hoge
Hoog
Hoogten
Hoogtes
Lang
Lange
Oudste
Oudsten
Stops
Verheven
y robustosFerm
Ferme
Fors
Forse
Hecht
Hechte
Krachtig
Krachtige
Potig
Potige
Robuust
Robuuste
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Stoer
Stoere
Struis
Struise
.

El aireLucht ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
y puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
, el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
cercanoAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
y el espírituGeest
Geestgesteldheid
llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de una alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid
: estasDeze
Dezen

cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
se avienenZij/ze schikken zich bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
.

QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
duendesAardmannetjes
Geesten
Kabouters
Kobolden
Kobolds
Trollen
a miMi
Mijn
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
valerosoStoutmoedig
Stoutmoedige
. El valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
que ahuyenta los fantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen

se creaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat ze
 zijn
susHaar
Hun
Uw
Zijn
propiosEigen duendes,-Aardmannetjes
Geesten
Kabouters
Kobolden
Kobolds
Trollen
el valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
reírLachen.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->