Sheldon loDe
Hem
Het
U
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
, peroDoch
Echter
Maar
deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste
sobrevivirOverleven a aquelDat
Die
díaDag
Etmaal
, y--también alNaar de
Naar het
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dejarseTerneergeslagen worden
Zich aan iets wijden
Zich overgeven
Zich verwaarlozen

matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
, por lo queDat wat
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
a que se cumplieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik keek toe
Ik kwam na
Ik leefde na
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik verrichtte
Ik vervulde
Ik voerde uit
Ik volbracht
Ik voltrok
Ik was jarig
Ik zag toe
la leyGehalte
Titer
Wet
una semanaWeek más tardeLater
Straks
, o
quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
.

33
Drie
ComidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
.

44
Vier
Mary esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
conDoor
Met
Per
Samen met
el queDat
Die
Hij die
Wie
se refierenZij/ze betreffen los marinerosJanmaats
Varensgezellen
Zeelieden
Zeelui
Zeemannen
Zeevaarders
inglesesBrits
Britse
Britten
Engels
Engelse
Engelsen
a las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
.

¡HablasJij/je converseert
Jij/je praat
Jij/je spreekt
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
! --gritó enfurecido-Hels gemaakt
Woedend gemaakt
-. ¿QuéWat
Welke
pretendesJij/je claimt
Jij/je maakt aanspraak op
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
conDoor
Met
Per
Samen met
esasDie palabrasBewoordingen
Woorden
?
¿QuéWat
Welke
quieres decirJij/je bedoelt?

YoEgo
Ik
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
la ley--repitió el salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
conDoor
Met
Per
Samen met
cabezoneríaKoppigheid.

¡AstoaA=
Aan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor
!

OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één
negroNeger
Zwart
Zwarte
avanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorderde
alNaar de
Naar het
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
de un brinco, y se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
descaradamenteBrutaal
Schaamteloos

haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
 verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
.

AstoaA=
Aan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor
, Ge
Gij
Je
Jij
y Narada atadBind vast
Bind vast!
Bind!
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind!
a BillyBilly juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, para queOpdat
Zodat
sufraDoorstaat u!
Draagt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Ik doorsta
Ik draag
Ik lijd
Ik onderga
Ik ondervind
Ik sta uit
Ik veel
Ik verdraag
Lijdt u!
Ondergaat u!
Ondervindt u!
Staat u uit!
Veelt u!
Verdraagt u!
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging
. Y atadloBind vast
Bind vast!
Bind!
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind!

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
--añadió--. AstoaA=
Aan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor
, cogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!
el látigoZweep y golpéalesBonk!
Bons!
Hengst!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt op
Houw!
Klap!
Klop!
Mep!
Sla!
Val op!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
consideraciónBeraad
Beschouwen
Nagaan
Overwegen
Overweging
...
¿meMe
Mij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
?

¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! --gruñó el salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
.

Sheldon cogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
el rifleRifgebergte que se apoyabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leunde contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
la barandillaBalustrade
Hekje
Leuning
y loDe
Hem
Het
U
cargóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geide op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelde
delante deVoor
Vóór
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.

TeJe
Jou
conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
muy bienBest
Heel goed
Prima
, Astoa--dijo tranquilamente-Bedaard
Kalm
Rustig
Stil
-. HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
trabajadoBewerkt
Bewerkte
Gearbeid
Gewerkt
seis6
Zes
añosJaren en
QueenslandQueensland.

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
misioneroMissionaris
Zendeling
--le interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste
el negroHet donkere
Het zwarte
conDoor
Met
Per
Samen met
desfachatezOnbeschaamdheid.

Y pasasteJij/je bracht door
Jij/je gaf aan
Jij/je gebeurde
Jij/je ging langs
Jij/je ging over
Jij/je ging voorbij
Jij/je haalde in
Jij/je kwam langs
Jij/je kwam om
Jij/je liet door
Jij/je overkwam
Jij/je passeerde
Jij/je reikte aan
Jij/je stak over
Jij/je verdreef
Jij/je verging
Jij/je verliep
Jij/je verstreek
un añoJaar entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
rejasAfrasteringen
Afsluitingen
Barrières
Heiningen
Hekken
Roosters
Traliehekken
Versperringen
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
. TeJe
Jou
detuvieronZij/ze arresteerden
Zij/ze hielden aan
Zij/ze hielden af
Zij/ze hielden weg
Zij/ze namen in verzekerde
 bewaring
Zij/ze onthielden
Zij/ze onttrokken
Zij/ze rekenden in
Zij/ze stopten
dos vecesTwee keer
Tweemaal
por roboBeroven
Bestelen
Buitmaken
Diefstal
Ik beroof
Ik besteel
Ik maak buit
Ik plunder
Ik roof
Ik steel
Ik stroop
Ik vergrijp me aan
Ontvreemding
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
. De acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze
.
Ge
Gij
Je
Jij
que hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
misioneroMissionaris
Zendeling
conocerásJij/je zal bekend zijn
 met
Jij/je zal kennen
Jij/je zal kennismaken
Jij/je zal leren kennen
Jij/je zal weten
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
oraciónBede
Oratie
Rede
Redevoering
Smeekbede
Speech
.

Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
rezar--replicó el salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
.

PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Snijd aan!
Vang aan!
a hacerloDoen
Laten
Maken
; peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tardesAvonden
Jij/je blijft achter
Jij/je blijft lang weg
Jij/je blijft na
Jij/je doet lang over
 iets
Jij/je draalt
Jij/je duurt
Jij/je talmt
Jij/je treuzelt
Middagen
Namiddagen
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
en tusJe
Jouw
oracionesBeden
Bedes
Oraties
Redes
Redevoeringen
Smeekbeden
Smeekbedes
Speechen
Speeches
, o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
dejaréIk zal achterlaten
Ik zal in de
 steek laten
Ik zal laten
Ik zal laten begaan
Ik zal laten schieten
Ik zal legateren
Ik zal lenen
Ik zal loslaten
Ik zal me verlaten
 van
Ik zal nalaten
Ik zal opleveren
Ik zal overlaten
Ik zal toestaan
Ik zal toevertrouwen
Ik zal verlaten
Ik zal vermaken
Ik zal verzuimen

acabarlasAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen
.

DavidDavid Sheldon leHaar
Hem
Het
U
apuntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
conDoor
Met
Per
Samen met
el rifleRifgebergte y esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
. El negroHet donkere
Het zwarte
mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
, peroDoch
Echter
Maar

nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
acudíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe
Ik ging af op
Ik ging naar
Ik kwam af op
Ik liep toe
Ik schoot toe
Ik snelde toe
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
, absortosBekoord
Bekoorde
Betoverd
Betoverde
Een bedrijf overgenomen
Geabsorbeerd
Geresorbeerd
Geslurpt
In beslag genomen
Opgenomen
Opgeslorpt
Opgeslurpt
Verdiept
Verdiepte
Verrukt
Verrukte
en la contemplaciónAanschouwing
Beraad
Beschouwen
Beschouwing
Koekeloeren
Overweging
de aquelDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
que, absolutamenteVolstrekt
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
en la galeríaGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Kloostergang
Kruisgang
Loge
Loggia
Trans
, y conDoor
Met
Per
Samen met
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden, los teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
maravilladosBewondering gedaan opwekken
Verbaasd
Verbaasde
.

Sheldon estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
convencidoOvertuigd
Overtuigde
de que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen
. AstoaA=
Aan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor
cambiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denatureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze varieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde af
Ik denatureerde
Ik kenterde
Ik ruilde
Ik varieerde
Ik veranderde
Ik verkeerde
Ik vermaakte
Ik werkte
Ik wisselde
Ik wisselde af
el pesoHet gewicht de suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf

de un pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
decidirseBeslissen
Besluiten
Uitmaken
Zich voornemen
a hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde
mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
, cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
ojosKijkers
Ogen

brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden
fijamenteBeslist
Zeker
clavadosGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde
en el punto de miraKorrel
Vizierkorrel
que loDe
Hem
Het
U
enfilabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschoot in de
 lengte
Ik beschoot in de
 lengte
.

¡AstoaA=
Aan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor
! --tronó, aprovechandoBatend
Benuttend
Gebruik makend
Gebruik makend van
Gebruikend
Helpend
Profiterend
Van nut zijnd
aquelDat
Die
temor-Angst
Beduchtheid
Vrees
-. ContaréIk zal aftellen
Ik zal berekenen
Ik zal calculeren
Ik zal debiteren
Ik zal neertellen
Ik zal rekenen
Ik zal tellen
Ik zal uitrekenen
Ik zal verhalen
Ik zal vertellen
Ik zal voorlezen
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
tres3
Drie
, y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
teJe
Jou
mataréIk zal afslachten
Ik zal doden
Ik zal doodmaken
Ik zal ombrengen
Ik zal slachten
.
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
para tiVoor jou.

DavidDavid Sheldon sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dudaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dubben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in dubio
 staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou twijfelen
Ik zou dubben
Ik zou in dubio
 staan
Ik zou twijfelen
en apretarAandraaien
Aandrukken
Dringen
Drukken
Drukken op
Knellen
Persen
Pressen
el gatilloHaan alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a tres3
Drie
, haciendo rodarRollend
Wentelend

por tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
a aquelDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
. PeroDoch
Echter
Maar
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
tampocoEvenmin
Ook niet
el negroHet donkere
Het zwarte
loDe
Hem
Het
U
dudabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelde
Ik dubde
Ik stond in dubio
Ik twijfelde
, en cuantoZodra el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
, estiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde uit (van
 deeg)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
la manoDe hand y cogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
el látigoZweep. Desde queSinds descargóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlaadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontscheepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef af
los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
,
contrariadoGedwarsboomd
Gehinderd
Tegengewerkt
por las recriminaciones de susHaar
Hun
Uw
Zijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
, se dedicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde zich toe
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
a
descargarAfladen
Afreageren
Afschieten
Afschrijven
Downloaden
Lossen
Ontladen
Ontschepen
Uitladen
la rabiaBen boos op!
Ben boos!
Ben kwaad op!
Ben kwaad!
Dolheid
Drift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornt
Hondsdolheid
Razernij
Toorn!
Woede
que la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
leHaar
Hem
Het
U
producíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp af
Ik berokkende
Ik bracht op
Ik bracht teweeg
Ik bracht voort
Ik deed aan
Ik leverde op
Ik richtte aan
Ik stichtte
Ik veroorzaakte
Ik wierp af
, aplicandoAanwendend
Doorvoerend
In toepassing brengend
Toepassend
el látigoZweep conDoor
Met
Per
Samen met
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
energíasArbeidsvermogens
Energieën
Spirits
Veerkrachten
.
Sheldon leHaar
Hem
Het
U
gritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Ik balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la galeríaGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Kloostergang
Kruisgang
Loge
Loggia
Trans
, mientrasTerwijl las víctimasDupes
Getroffenen
Slachtoffers
del suplicioBezoeking
Kwelling
estallabanZij/ze barstten
Zij/ze barstten open
Zij/ze barstten uit
Zij/ze berstten
Zij/ze berstten open
Zij/ze borsten
Zij/ze borsten open
Zij/ze ontploften
Zij/ze scheurden
Zij/ze sprongen
en alaridosGillen
Krijsen
Schreeuwen

de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
y la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
lesHen
Hun
U
brotabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spatte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspoot
Ik kwam uit
Ik ontkiemde
Ik spatte op
Ik stoof
Ik verspoot
de la espaldaRug hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
encharcar el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
. La lecciónLes
quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
impresaAfgedrukt
Gedrukt
Geprint
en eseDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, conDoor
Met
Per
Samen met
letrasHandschriften
Karakters
Letteren
Letters
Liedteksten
Songteksten
rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
abandonaronZij/ze abandonneerden
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten varen
Zij/ze stopten ermee
Zij/ze verlieten
el patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats
, incluidosBetrokken
Bevat
Ingesloten
Omvat
los azotadosGegeseld
Gestriemd
Geteisterd
, DavidDavid Sheldon, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
inconscienteBewusteloos
Bewusteloze
Onbewust
Onbewuste
,
se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
 iets
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
camastroSlechte bed.

Me encuentroIk ben gesteld
Ik bevind me
Ik maak het
fatalFataal
Fatale
Funest
Funeste
Noodlottig
Noodlottige
Slecht
Slechte
Vreselijk
Vreselijke
--gimió--. PeroDoch
Echter
Maar
al menosAlthans
Tenminste
hoyHeden
Vandaag
podréIk zal kunnen
Ik zal mogen
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
tranquiloBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
.

33
Drie
. LA 'JESSIE'
SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
transcurríanZij/ze gingen over
Zij/ze kwamen om
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken
los díasDagen
Etmalen
, Sheldon iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
decayendoVerloederend, hasta queTot
Totdat
finalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte
perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
las
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cuatro4
Vier
visitasBezoeken
Jij/je bezoekt
Jij/je gaat af
Jij/je zoekt op
Visites
diariasAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagelijks
Dagelijkse
alNaar de
Naar het
sanatorioSanatorium. Cada díaDagelijks
Elke dag
moríanZij/ze gingen dood
Zij/ze overleden
Zij/ze stierven
Zij/ze verscheidden
Zij/ze versmachtten

cuatro4
Vier
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de promedioGemiddelde. El pánicoPaniek se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
adueñado de la poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental
negraZwart
Zwarte
, y los
que enfermabanZij/ze werden ziek parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
esforzarsePogen
Streven
Zich inspannen
por morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
lo antesZo vroeg posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
. La muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
se lesHen
Hun
U
antojaba
irremediableOnherstelbaar
Onherstelbare
Onvermijdelijk
Onvermijdelijke
, y una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
postrados eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
incapacesBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte
de realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
, eEn inclusoZelfs
se empeñabanZij/ze beleenden
Zij/ze leenden tegen een
 onderpand
Zij/ze verpandden
en queWaarin se cumplieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik keek toe
Ik kwam na
Ik leefde na
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik verrichtte
Ik vervulde
Ik voerde uit
Ik volbracht
Ik voltrok
Ik was jarig
Ik zag toe
lo antesZo vroeg posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
suHaar
Hun
Uw
Zijn
fatalFataal
Fatale
Funest
Funeste
Noodlottig
Noodlottige
Slecht
Slechte
Vreselijk
Vreselijke
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
. InclusoZelfs los sanosFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Valide

considerabanZij/ze beschouwden
Zij/ze beschouwden als
Zij/ze gingen na
Zij/ze hielden rekening met
Zij/ze overwogen
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag
de díasDagen
Etmalen
el serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
atacadosAangegrepen
Aangetast
Aangevallen
Geattaqueerd
Getackeld
por la enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte
y seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve

suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. PeroDoch
Echter
Maar
a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
aquellaDat
Die
Diegene
convicciónOvertuiging, lesHen
Hun
U
faltaba(Het) ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
para terminarTen slotte
conDoor
Met
Per
Samen met
el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
de vidaHachje
Leven
que leHaar
Hem
Het
U
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
y escaparOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
de aquelDat
Die
cementerioBegraafplaats
Kerkhof

utilizandoBenuttend
Gebruikend
Met behulp van
Te baat nemend
Toepassend
Waarnemend
los botesBlikken
Bokalen
Boten
Bussen
Jij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Potten
Schuiten
. PreferíanZij/ze deden liever
Zij/ze gaven de voorkeur
 aan
Zij/ze gaven voorkeur aan
Zij/ze prefereerden
Zij/ze trokken voor
Zij/ze verkozen
Zij/ze wilden liever
Zij/ze wouden liever
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
lentaLangzaam
Langzame
Traag
Trage
que iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
engordandoDik makend
Vet makend
Vetmestend
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
, antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que
exponerse aZich blootstellen aan
Zich wagen aan
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
inmediataAangrenzend
Aangrenzende
Belendend
Belendende
Direct
Directe
Live
Onmiddellijk
Onmiddellijke
Rechtstreeks
Rechtstreekse
que lesHen
Hun
U
abrasaría la carneVlees, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se rebelaban contraZij/ze zetten zich af
 tegen
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
. Estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
convencidosOvertuigd
Overtuigde
de que aquelDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dormíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit
Ik bracht onder narcose
Ik mafte
Ik pitte
Ik sliep
Ik sliep uit
que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
desistidoAfgezien
Afstand gedaan van
Opgegeven
Uitgevallen

de conspirarSamenspannen
Samenzweren
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
élHem
Hij
. Ni siquieraZelfs niet la epidemiaEpidemie que los estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
diezmandoDecimerend conseguiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bereiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erin slagen
 om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou reiken tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vervolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verwerven
Ik zou behalen
Ik zou bereiken
Ik zou buitmaken
Ik zou erin slagen
 om
Ik zou inhalen
Ik zou krijgen
Ik zou reiken tot
Ik zou verkrijgen
Ik zou vervolgen
Ik zou verwerven
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!

contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
.

El escarmiento alNaar de
Naar het
desertor y alNaar de
Naar het
desobediente habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
restauradoGemaakt
Gerepareerd
Gerestaureerd
Hersteld
Verholpen
Versteld
Weer op de troon
 gebracht
la disciplinaDiscipline
Tucht
, y se doblegabanZij/ze bogen
Zij/ze bogen door
Zij/ze bogen om
Zij/ze bogen zich
Zij/ze kromden zich

bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
aquellaDat
Die
Diegene
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
férreaIjzeren, permitiéndoseToegestaan wordend
Zich permitterend
Zich veroorlovend
muecasGrijnzen
Grimassen
y miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
de odioHaat
Ik haat
solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
lesHen
Hun
U
dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
la espaldaRug, y guardandoBehoedend
Bewakend
Bewarend
De wacht hebbend
Door te bewaren
Hoedend
Lettend op
Opbergend
Passend op
Wakend over
susHaar
Hun
Uw
Zijn
insultosAffronten
Beledigingen
Smaden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la soledadEenzaamheid
Verlatenheid
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
chozas.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
desercionesDeserties
Ontrouwen
Trouwbreuken
, niEn niet
Evenmin
Noch
aproximacionesBenaderingen alNaar de
Naar het
bungalowBungalow.

En la madrugadaVroeg opgestaan
Vroege morgen
Vroege ochtend
del tercer3e
Derde
díaDag
Etmaal
, y a unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
ocho8
Acht
millasMijlen de distanciaAfstand
Eind
End
, se avistaronZij/ze waarschuwden las velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen

blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
de la Jessie, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las dos2
Do's
Twee
Tweede
de la tardeDe middag las banderolas de señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
permitieronZij/ze beletten niet
Zij/ze gedoogden
Zij/ze lieten toe
Zij/ze permitteerden
Zij/ze stonden toe
Zij/ze vergunden
Zij/ze veroorloofden

que echaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
Ik begon handel te
 drijven met
Ik gooide
Ik gooide erop
Ik had aandeel in
Ik jaagde weg
Ik joeg weg
Ik keilde
Ik kondigde aan
Ik kreeg
Ik legde op
Ik liet aan het
 lot over
Ik maakte bekend
Ik maakte vast
Ik nam
Ik schatte
Ik schonk in
Ik sloeg uit
Ik smeet
Ik speelde een partijtje
Ik speelde uit
Ik sprak uit
Ik stortte
Ik strooide
Ik stuurde weg
Ik tankte
Ik trad op in
Ik uitte
Ik voegde toe
Ik voerde op
Ik wedde
Ik wedijverde
Ik wierp
Ik zegde
Ik zei
Ik zette buiten de
 deur
Ik zond weg
anclasAnkers
Jij/je ankert
Jij/je ligt ten anker
Jij/je ligt voor anker
a un cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
de millaMijl de la costaKust
Kustlijn
Zeekust
. La visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien
del barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
animóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze animeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monterde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze porde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer

a Sheldon que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
importóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van belang
aquellaDat
Die
Diegene
esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!
. DioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
a los capatacesVoormannen de destacamentoAfdeling
Depot
Detachement
Militair depot
Team

y realizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkstelligde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht tot stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze realiseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerkelijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwezenlijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
una visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op!
alNaar de
Naar het
hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
preocuparse porBezorgd zijn
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
acabaríanZij/ze zouden afmaken
Zij/ze zouden afsluiten
Zij/ze zouden afwerken
Zij/ze zouden besluiten
Zij/ze zouden beëindigen
Zij/ze zouden eindigen
Zij/ze zouden opgebruiken
Zij/ze zouden opmaken
Zij/ze zouden opteren
Zij/ze zouden uitmaken
Zij/ze zouden uitwerken
Zij/ze zouden verbruiken
Zij/ze zouden verdoen
Zij/ze zouden verklungelen
Zij/ze zouden verkwisten
Zij/ze zouden vermorsen
Zij/ze zouden verspillen
Zij/ze zouden voleindigen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
problemasOpgaven
Problemen
Vraagpunten
Vraagstukken
,
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
tumbarseGaan liggen
Verslappen in ijver
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
antojoGril y entregarseAannemen
Aanvaarden
Gevangennemen
Zich overgeven
por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
a cuidar deBehartigen
Bezorgd zijn
Verzorgen
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
sí mismoZichzelf y de suHaar
Hun
Uw
Zijn
recuperaciónHernemen
Herroepen
Herstellen
Herwinning
Terughalen
Terugkrijgen
Terugkrijging
Terugnemen
Terugverkrijging
.
SuHaar
Hun
Uw
Zijn
socioCompagnon
Lid
Vennoot
Zakenpartner
, Hugo Drummond, se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
a bordoIk borduur, llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
dehaber recorridoAfgelegd
Afgelopen
Afleggen
Aflopen
Bereisd
Bereizen
Doorgaan
Doorgegaan
Doorgereisd
Doorgetrokken
Doorreizen
Doortrekken
Gegaan door
Koers
Reis
Rondgereisd
Rondreizen
Route
Tracé
Traject
MalaitaMalaita duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
mesMaand y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
reclutarAanbrengen
Aanwerven
Werven
nuevosNieuw
Nieuwe
trabajadoresArbeiders
Arbeidzaam
Arbeidzame
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen
Werkzaam
Werkzame
. ÉlHem
Hij
se encargaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op zich
 nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zorgen

en el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige
de la plantaciónAanplanten
Plantage
Planten
Poten
, y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
saldría bienHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lukken
Ik zou lukken
.

Reclinado en la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
extensibleUitbreidbaar
Uitbreidbare
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
el boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
de la goletaSchoener, sorprendidoBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast
de que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend

tres3
Drie
remeros loDe
Hem
Het
U
impulsaranZij/ze bevorderden
Zij/ze brachten over
Zij/ze dreven aan
Zij/ze stimuleerden
Zij/ze zetten aan tot
, y suHaar
Hun
Uw
Zijn
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
en aumentoAangroei
Aanwas
Accres
Gestalte
Groei
Ik doe toenemen
Ik groei
Ik groei aan
Ik neem toe
Ik stijg
Ik vergroot
Ik verhoog
Ik vermeerder
Ik wakker aan
Ik word sterker
Ontwikkeling
Toename
Uitbreiding
Vermeerdering
alNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
loDe
Hem
Het
U
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que tardaban enZij/ze namen tijd om
saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen
de la barcaBark
Hulk
Pink
Schuit
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
sobre laOp de
Op het
arenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand
. EnseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk
entendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
el motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term
. Los tres3
Drie

remeros negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
se aproximabanZij/ze naderden
Zij/ze waren in aantocht
llevando aMeenemend naar
Meenemend voor
hombrosSchouders una camillaBaar
Berrie
Brancard
Draagbaar
. ReconocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
en el enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke

alNaar de
Naar het
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
de la Jessie, se adelantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voor
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken
la puertaDeur
Poort
Portier
y dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
a los camillerosBrancardiers
antes deAlvorens te
Voor
cerrarlaHet sluiten. Sheldon comprobóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze constateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieerde
que en la camillaBaar
Berrie
Brancard
Draagbaar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
viajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reisde
Ik reisde
Hugo
Drummond, y una sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
leHaar
Hem
Het
U
nublóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewolkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed schuilgaan
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
. LeHaar
Hem
Het
U
entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
un repentinoPlotseling
Plotselinge
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
. AquellaDat
Die
Diegene

desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
, y en suHaar
Hun
Uw
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
de completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
agotamientoOpgebruiken
Uitputten
Uitputting
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte

de llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
la pesadaAfgewogen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Zwaar
Zwaar geweest
Zware
cargaBelaad!
Beladen
Belast!
Belasten
Bereken!
Berekenen
Bestorm!
Bestormen
Breng in rekening!
Cargo
Erger!
Ergeren
Gei op!
Gei!
Geien
Goederen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Inladen
Laad in!
Laad!
Laden
Lading
Last
Opgeien
Scheepslading
Servituut
Sta tegen!
Tegenstaan
Vermoei!
Vermoeien
Verveel!
Vervelen
Vracht
Vulling
que significabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Ik beduidde
Ik betekende
Ik stond voor
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden la plantaciónAanplanten
Plantage
Planten
Poten

de Beranda. EncendiendoAandoend
Aanmakend
Aanstekend
Aanzettend
Belichtend
Brandend
Doend ontbranden
Het licht aandoend
Het licht aanstekend
Ontstekend
Stokend
Verbrandend
Verlichtend
Voorlichtend
la llamaDe vlam de suHaar
Hun
Uw
Zijn
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
a los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
que dejasenZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden

a un ladoOpzij! la camillaBaar
Berrie
Brancard
Draagbaar
. Hugo Drummond, que se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
pletórico de saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
alNaar de
Naar het
partirAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan
, regresabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom

convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en un esqueletoGebeente
Geraamte
Karkas
Skelet
, conDoor
Met
Per
Samen met
los ojos hundidosTerneergeslagen ogen y cerradosAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende
; susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen colgabanZij/ze hingen
Zij/ze hingen op
Zij/ze knoopten op

macilentos, mostrandoLatend zien
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
dentaduraGebit, eEn inclusoZelfs los pómulosJukbeenderen
Jukbenen
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
a puntoPrecies goed de
taladrarleDoorboren la pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
. Sheldon leHaar
Hem
Het
U
pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
el termómetroThermometer
Warmtemeter
a un sirvienteBediende
Dienaar
Knecht
, eEn interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg
conDoor
Met
Per
Samen met
la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien

alNaar de
Naar het
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la fiebreKoorts del aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
emponzoñadaVergiftigd --le explicó-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Zij/hij/u legde uit
-. Lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
seis6
Zes
díasDagen
Etmalen
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
.
HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
declaradoAangegeven
Bekend
Betuigd
Een verklaring afgelegd
Erkend
Gedeclareerd
Toegegeven
Verklaard
a bordoIk borduur la disenteríaDysenterie
Rode loop
. Y aquíAlhier
Hier
, ¿quéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
lesHen
Hun
U
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
a ustedesGij
U
?

EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
enterrandoBedelvend
Begravend
Kuilend
Overstelpend
Verpletterend
a cuatro4
Vier
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
por díaDag
Etmaal
--le replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Sheldon, mientrasTerwijl colocabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
Ik bracht onder
Ik deed
Ik legde
Ik legde neer
Ik plaatste
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik verplaatste
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette neer
Ik zette uit
el
termómetroThermometer
Warmtemeter
en la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
socioCompagnon
Lid
Vennoot
Zakenpartner
moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
.

El capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
mascullóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prevelde binnensmonds un juramentoIk beëdig
Ik neem een eed
 af
Vloek
y ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
que leHaar
Hem
Het
U
sirvieranZij/ze bedienden
Zij/ze bewezen een dienst
Zij/ze deugden
Zij/ze dienden
Zij/ze dienden op
Zij/ze hielpen
Zij/ze kaartten aan
Zij/ze serveerden
Zij/ze waren geschikt
Zij/ze waren van dienst
whiskyWhisky conDoor
Met
Per
Samen met
sodaSoda
Sodawater
Spuitwater
Tonic
. Sheldon
leHaar
Hem
Het
U
echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
un vistazoVluchtige blik alNaar de
Naar het
termómetroThermometer
Warmtemeter
y gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
:

¡41°! ¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Hugo!

El capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
leHaar
Hem
Het
U
ofrecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
un tragoIk krijg binnen
Ik neem in
Ik slik
Ik slik door
Ik slik in
Ik slok
Scheutje
Slok
alNaar de
Naar het
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
.

¡AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
esoDat
Die
Zulks
! NiEn niet
Evenmin
Noch
loDe
Hem
Het
U
pienseDenkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Ik denk
. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
provocarleKotsen
Opwekken
Overgeven
Provoceren
Tarten
Tergen
Uitbraken
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten
Veroorzaken
una perforaciónEen boring?

Y mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
a un capatazVoorman para queOpdat
Zodat
excavasenZij/ze groeven uit una fosaGraf
Holte
y construyesenZij/ze bouwden
Zij/ze construeerden
Zij/ze legden aan
Zij/ze maakten
Zij/ze verbonden met elkaar
Zij/ze zetten ineen
un féretroDoodkist
Kist

conDoor
Met
Per
Samen met
maderaHout
Madeira (likeurwijn)
de embalajeVerpakking. Los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
enterradosBedolven
Begraven
Gekuild
Overstelpt
Verpletterd
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ataúdDoodkist
Kist
, sobre unaOp een planchaBord
Bout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt glad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt op
Pers op!
Pers!
Plaat
Plak
Plank
Strijk glad!
Strijk op!
Strijk!
Strijkbout
Strijkijzer
Tablet
de hierroIjzeren
galvanizadoGegalvaniseerd
Verzinkt
. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
aquellasDie
Diegene
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
, se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
 iets
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
sobre unaOp een sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
y cerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
los
ojosKijkers
Ogen
.

HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
vividoGeleefd
Gewoond
un auténticoAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk
infiernoHel
Inferno
Onderwereld
--dijo el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
, haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
una pausaPauze
Rust
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
recuperarHernemen
Herroepen
Herwinnen
Terughalen
Terugkrijgen
Terugnemen

energíasArbeidsvermogens
Energieën
Spirits
Veerkrachten
conDoor
Met
Per
Samen met
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de whisky-Whisky-. Un auténticoAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk
infiernoHel
Inferno
Onderwereld
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
; puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

creermeDenken
Geloven
Houden voor
Menen
. Nos tropezábamos conWij/we kwamen toevallig tegen
Wij/we struikelden over
rachas de vientoWind contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander
, en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
chichaChicha,
errandoDolend
Dwalend
Een fout makend
Ernaast zittend
Ronddolend
Ronddwalend
Warend
Zich vergissend
Zwervend
a la buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
de DiosGod
Godheid
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
diez10
Tien
díasDagen
Etmalen
, y acosadosAchtervolgd
Nagejaagd
Vervolgd
por másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de diez10
Tien
mil1000
Duizend
tiburonesHaaien,
atraídosAangehaald
Aangelokt
Aangetrokken
Bekoord
Gelokt
Getrokken
Toegelachen
Verlekkerd
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
en mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
por los cebosAzen
Lokazen
Lokmiddelen
que nos veíamosWij/we bezochten elkaar
Wij/we bleken
Wij/we lieten ons zien
Wij/we ontmoetten elkaar
Wij/we waren duidelijk
obligadosGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
a echarlesDoe er bij.
TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
mordíanZij/ze beitsten
Zij/ze beten
Zij/ze hapten
Zij/ze knauwden
nuestrosOnze
Van ons
remosRiemen
Roeiriemen
Roeispanen
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
desembarcamosWij/we gaan van boord
Wij/we gingen van boord
. ¡Quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
DiosGod
Godheid
desatarLosmaken un NoroesteNoordwesten
que lleveBerekent u!
Breng
Brengt u bijeen!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Ik bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
Neemt u mee!
Vervoert u!
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el quinto5e
Vijfde
infiernoHel
Inferno
Onderwereld
esasDie malditasVervloekt
Vervloekte
islasEilanden!... TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
del aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
...,
el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
del Owga conDoor
Met
Per
Samen met
la queDat
Die
Wie
Zij die
llenéIk completeerde
Ik dempte
Ik maakte vol
Ik schonk vol
Ik spekte
Ik stopte
Ik voleindde
Ik vulde
Ik vulde aan
Ik vulde in
Ik werkte bij
misMi's
Mijn
barrilesFusten
Tonnen
Vaten
. ¿QuiénWie podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
imaginarloBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen
? MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten

meMe
Mij
aprovisionéIk proviandeerde
Ik ravitailleerde
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
en el pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, sin queZonder dat ocurriese(Het) gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. LlevábamosWij/we berekenden
Wij/we brachten
Wij/we brachten bijeen
Wij/we brachten in rekening
Wij/we brachten mede
Wij/we brachten mee
Wij/we brachten weg
Wij/we droegen
Wij/we hadden aan
Wij/we hadden op
Wij/we hadden voor
Wij/we namen mee
Wij/we vervoerden
sesenta60
Zestig
reclutasJij/je brengt aan
Jij/je werft
Jij/je werft aan
Miliciens
Rekruten
, y
miMi
Mijn
tripulaciónBemanning
Scheepsbemanning
Scheepsvolk
, de quince15
Vijftien
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. Nos pasábamosWij/we gingen heel ver
 weg in ruimtelijke zin
Wij/we gingen te ver
 in figuurlijke zin
díaDag
Etmaal
y nocheAvond
Nacht
enterrandoBedelvend
Begravend
Kuilend
Overstelpend
Verpletterend
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
. ¿De
quéWat
Welke
nos(Aan) ons
Ons
servíanZij/ze bedienden
Zij/ze bewezen een dienst
Zij/ze deugden
Zij/ze dienden
Zij/ze dienden op
Zij/ze hielpen
Zij/ze kaartten aan
Zij/ze serveerden
Zij/ze waren geschikt
Zij/ze waren van dienst
los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
? ¡DesgraciadosOngelukkig
Ongelukkige
Ongelukkigen
! ParecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
morirseDoodgaan
Sterven
de ascoAfkeer
Misselijkheid
Walg
Walging
Weeheid
Weerzin
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
tres3
Drie
de misMi's
Mijn

hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se mantienenMen houdt
Zij/ze onderhouden zich
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, siete7
Zeven
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
, y los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
cinco5
Vijf
se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld
en las
últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
. ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
un infiernoHel
Inferno
Onderwereld
! ¿QuéWat
Welke
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
puedoIk kan
Ik mag
decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
?

¿CuántosHoelang
Hoeveel
trabajadoresArbeiders
Arbeidzaam
Arbeidzame
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen
Werkzaam
Werkzame
leHaar
Hem
Het
U
quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
? --preguntó Sheldon.

HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
la mitadHelft, de formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
que meMe
Mij
quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
treinta30
Dertig
, de los cualesWie
Zij die
veinte20
Twintig
se
encuentran(Zij/u) vinden
Zij/ze bevinden
Zij/ze komen tegen
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treden tegemoet
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan
Zij/ze vinden
agonizandoHevig lijdend yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
.

Sheldon suspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte naar
.

EsoDat
Die
Zulks
nos(Aan) ons
Ons
obligaDring op!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Noodzaak!
Verplicht!
a ampliarUitbreiden
Verbreden
Vergroten
Verruimen
el hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
. Tenemos queWij moeten
Wij/we behoren
Wij/we dienen
Wij/we horen
Wij/we moeten
desembarcarlosVan boord gaan comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
... ¡Viaburi!
¡EhHallo

Hé daar
Zeg
, Ge
Gij
Je
Jij
, Viaburi! LlamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
conDoor
Met
Per
Samen met
la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
.

Los braceros, convocadosBijeengeroepen
Geconvoceerd
Opgeroepen
Uitgeschreven
inesperadamenteOnverwacht, aparecieronZij/ze daagden op
Zij/ze draafden op
Zij/ze kwamen te voorschijn
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze verschenen
procedentesAfkomstig
Afkomstige
de todas lasAlle direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen
,
quedandoAfsprekend
Blijvend
In een bepaalde toestand
 rakend
Overhoudend
Passend
Staand
Zich bevindend
Zijnd
distribuidosDecentraal
Decentrale
Gedistribueerd
Rondgebracht
Verdeeld
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
enviadosAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
alNaar de
Naar het
bosqueBos
Woud
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
talarIn de as leggen
Omhakken
Vellen
Verbranden
Verwoesten

árbolesBomen
Masten
conDoor
Met
Per
Samen met
los queWie
Zij die
construirAanleggen
Bouwen
Construeren
Ineenzetten
Maken
Met elkaar verbinden
posteriormenteDaarna
Later
las vigasBalken
Onderleggers
Ribben
, otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
mandadosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
a los cañaveralesRietvelden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
la pajaRietje
Stro
conDoor
Met
Per
Samen met
la queDat
Die
Wie
Zij die
se haría(Het) zou doen
(Het) zou maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou worden
el tejadoDak
Dakconstructie
Kap
Overkapping
, y cuarenta40
Veertig
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
enviadosAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
a la
playaStrand paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
a floteDobbert u!
Drijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dobbert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlot
Ik dobber
Ik drijf
Ik vlot
Vlot u!
una barcazaAak, llevándolaHet brengend sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cabezasHoofden
Koppen
Kroppen
. Sheldon apretóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze preste
los
dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes
, afirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
y volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
tenerlosHebben a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
.

¿Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
fijadoBepaald
Bevestigd
Gefixeerd
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld
Vastgezet
ustedGij
U
en el barómetroBarometer
Luchtdrukmeter
? --le preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, ¿por quéWaarom? --dijo Sheldon.

Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
bajandoAfdalend
Afslaand
Afstappend
Aftrekkend
Dalend
Kortend
Korting gevend
Lager zettend
Naar beneden gaand
Naar beneden gaand uitstappen
Neerlatend
Uitstappend
Verlagend
Verzakkend
Wegzakkend
Zakkend
Zinkend
.

EntoncesDan
Dus
Toen
loDe
Hem
Het
U
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
que duermaBrengt u onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Ik breng onder narcose
Ik maf
Ik pit
Ik slaap
Ik slaap uit
Maft u!
Pit u!
Slaapt u uit!
Slaapt u!
a bordoIk borduur. YoEgo
Ik
me ocuparéIk zal me bezighouden
Ik zal me wijden
del pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Hugo.

Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
agonizandoHevig lijdend cuandoAls
Tijdens
Wanneer
echéIk begon handel te
 drijven met
Ik gooide
Ik gooide erop
Ik had aandeel in
Ik jaagde weg
Ik joeg weg
Ik keilde
Ik kondigde aan
Ik kreeg
Ik legde op
Ik liet aan het
 lot over
Ik maakte bekend
Ik maakte vast
Ik nam
Ik schatte
Ik schonk in
Ik sloeg uit
Ik smeet
Ik speelde een partijtje
Ik speelde uit
Ik sprak uit
Ik stortte
Ik strooide
Ik stuurde weg
Ik tankte
Ik trad op in
Ik uitte
Ik voegde toe
Ik voerde op
Ik wedde
Ik wedijverde
Ik wierp
Ik zegde
Ik zei
Ik zette buiten de
 deur
Ik zond weg
anclasAnkers
Jij/je ankert
Jij/je ligt ten anker
Jij/je ligt voor anker
.

¡SantoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
DiosGod
Godheid
! --exclamó Sheldon enojado-Bedroefd
Boos
Boze
Geërgerd
Giftig
Giftige
Kwaad
Kwade
Nijdig
Nijdige
Toornig
Toornige
Verstoord
Verstoorde
Vertoornd
Vertoornde
-. ¡TíreloGooi het weg por la bordaBorduur!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
, hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
! ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

demasiadasAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Uiterst
Uiterste
tumbasGraftomben
Graftombes
Graven
Groeven
Groeves
Jij/je bedwelmt de zinnen
 van
Jij/je brengt ten val
Jij/je doet vallen
Jij/je gooit om
Jij/je gooit omver
Jij/je kantelt
Jij/je keert om
en tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
!

SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se loDe
Hem
Het
U
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
... --prosiguió el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
.

CapitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
--le interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste
Sheldon, en un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
que mostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik liet zien
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit
arrepentimientoBerouw
Boetvaardigheid
Inkeer
Wroeging
por suHaar
Hun
Uw
Zijn

arrebato-Heftigheid
Ik haal weg
Ik licht uit
Ik neem af
Ik neem uit
Ik neem weg
Ik pak af
-, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
leHaar
Hem
Het
U
resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
desembarcarVan boord gaan mañanaMorgen
Ochtend
, acérqueseIs u in aantocht!
Komt u dichterbij!
Nadert u!
a echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
un vistazoVluchtige blik. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

leHaar
Hem
Het
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
, mandeBeveelt u!
Commandeert u!
Gelast u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Schrijft u voor!
Sommeert u!
Verordent u!
Voert u aan!
Voert u het bevel!
alNaar de
Naar het
pilotoBestuurder
Loods
Piloot
Vliegtuigbestuurder
.

VendréIk zal komen
Ik zal meekomen
yo mismoIkzelf. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que lo diceAl zegt, ¡quéWat
Welke
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
! Mr. Johnson fallecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
...
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
acordadoGeaccordeerd
Gestemd
Goedgevonden
Herinnerd aan
Het eens geweest
Overeengekomen
Toegegeven
Toegestemd
Verzoend
Weldoordacht
Weldoordachte
Weloverwogen
de decírseloBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen
..., murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
tres3
Drie
díasDagen
Etmalen
.

Sheldon vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
alNaar de
Naar het
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
de la Jessie, que se alejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich van agitandoAgiterend
Bewegend
Ophitsend
Opruiend
Opstokend
Opwindend
Roerend
Schuddend
los brazosArmen y lanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend
maldicionesVervloekingen
Verwensingen
,
mientrasTerwijl suplicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af
Ik smeekte
Ik smeekte af
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
que hundieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwde onder
Ik duwde onder
las islas SalomónSalomonseilanden. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se entretuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze amuseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkte op

contemplandoBeschouwend
Koekeloerend
el rítmicoRitmisch
Ritmische
balanceoBalanceren
Hobbelen
Ik balanceer
Ik doe schommelen
Ik hobbel
Ik laat balanceren
Ik schommel
Ik wieg
Ik wiegel
Ik wip
Schommelen
Wiegelen
Wiegen
Wippen
del boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
sobre elOp de
Op het
estáticoStatisch
Statische
cristalGlas
Kristal
Ruit
del OcéanoOceaan
Wereldzee
, y algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el NoroesteNoordwesten, los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
nubarronesDonderwolken que se ibanZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich
concentrandoAaneensluitend
Bindend
Concentrerend
Verdichtend
en altísimas
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
sobre laOp de
Op het
islaEiland de FloridaBloemrijk
Bloemrijke
Florida
. EntoncesDan
Dus
Toen
regresóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
socioCompagnon
Lid
Vennoot
Zakenpartner
y mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel

que loDe
Hem
Het
U
llevaranZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden
alNaar de
Naar het
interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
. PeroDoch
Echter
Maar
Hugo Drummond yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
. Sheldon se
arrodillóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed knielen juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
difuntoGestorven
Overleden
Overledene
, y los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
se agolparonZij/ze dromden samen
Zij/ze drongen opeen
Zij/ze stroomden samen
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
, ofreciendoAanbiedend
Biedend
Te koop aanbiedend
Uitlovend
Voordragend
Voorslaand
Voorstellend
la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
un
cuadroBed
Bloembed
Bloemperk
Chassis
Doek
Frame
Kader
Perk
Schema
Schilderij
Schildering
Schilderstuk
Tabel
Tuinbed
Vierkant
pintorescoPittoresk
Pittoreske
Schilderachtig
Schilderachtige
de piadosaDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom
composiciónBijeenvoegen
Componeren
Compositie
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten
, conDoor
Met
Per
Samen met
los simplesDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele
taparrabos blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
en contrasteAfsteken
Contrast
Contrasteert u!
Contrasteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze contrasteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalibreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieert
Ijken
Ijkt u!
Ik contrasteer
Ik ijk
Ik kalibreer
Ik steek af
Ik verifieer
Kalibreert u!
Kalibreren
Steekt u af!
Tegenbeeld
Tegenstelling
Verifieert u!
Verifiëren
Verschil

conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
negraZwart
Zwarte
, y susHaar
Hun
Uw
Zijn
brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale
adornosGarneringen
Garnituren
Sieraden
Stelletjes
Versieringen
Versierselen
Versiersels
grotescamente talladosGeslepen
Uitgesneden
Weggestoken
, atravesándoles
naricesNeuzen y orejasOren. Sheldon se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
temblorosamente y se recostóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog achterover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leunde achterover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte achterover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunde
en la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
. El pesadoAfgewogen
Afwegen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Lastpost
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Vervelend persoon
Wegen
Zwaar
Zwaar geweest
Zware

ambienteAtmosfeer
Milieu
Sfeer
Stemming
oprimíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kropte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropte
Ik kropte op
Ik onderdrukte
Ik verdrong
Ik verdrukte
Ik verkropte
los pechosBoezems
Borsten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
nuncaNimmer
Nooit
, haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
angustiosaAngstig
Angstige
Bang
Bange
Kopschuw
Kopschuwe
Vervaard
Vervaarde
la respiraciónAdem
Ademen
Ademhalen
Ademhaling
Asem
Respiratie
. DavidDavid
Sheldon jadeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijgde
Ik hijgde
en buscaOp zoek de aireLucht. Los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
mostrabanZij/ze lieten zien
Zij/ze spreidden tentoon
Zij/ze toonden
Zij/ze vertoonden
Zij/ze wezen
Zij/ze wezen uit
suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
brazosArmen bañadosGebaad
Gedompeld
Gewassen
In bad gedaan
Overgoten

en sudorGeploeter
Zweet
.

AmoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
--advirtió uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de ellos-Hen
Ze
Zij
-, se nos(Aan) ons
Ons
acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij
un vientoWind muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
.

Sheldon afirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. Por muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
apreciadoAchting gehad voor
Achting toegedragen
Begroot
Geacht
Geapprecieerd
Gehecht aan
Gehouden van
Gemogen
Geschat
Getaxeerd
Gewaardeerd
Hooggeacht
Op prijs gesteld
a Hugo
Drummond, suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y el funeralBegrafenis que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf
leHaar
Hem
Het
U
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
una tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
insoportableNiet te harden
Ondraaglijk
Ondraaglijke
Onuitstaanbaar
Onuitstaanbare
Onverdraaglijk

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
añadirlaAan hem toevoegen
Voeg toe
alNaar de
Naar het
pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
leHaar
Hem
Het
U
manteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Ik hield
Ik hield erop na
Ik onderhield
abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen
. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
la impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor
de que en cuantoZodra cerraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Ik deed dicht
Ik deed op slot
Ik deed toe
Ik maakte dicht
Ik sloot
Ik sloot af

los ojosKijkers
Ogen
y se entregaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam gevangen
moriríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doodgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overlijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou sterven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verscheiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou versmachten
Ik zou doodgaan
Ik zou overlijden
Ik zou sterven
Ik zou verscheiden
Ik zou versmachten
, sumergiéndoseOnderduikend en una pazPaz
Vrede
completaCompleet
Complete
Completeer!
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Integraal
Integrale
Maak af!
Totaal
Totale
Vol
Voleind!
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Werk bij!
. Se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld

tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se manteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield zich en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
forzandoAanrandend
Dwingend
Forcerend
Geweld aandoend
Noodzakend
Verkrachtend
Verplichtend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen determinaciónBepalen
Bepaling
Beslistheid
Determineren
Vastberadenheid
Vaststelling
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput

parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
deshacerseAfgeven
Uiteen te vallen
. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una locuraWaanzin seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
apegándose a la materiaMateriaal
Materie
Stof
Zelfstandigheid
. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pasado porGehaald door todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

claseAard
Klas
Klasse
Les
Lestijd
Soort
Stand
de muertesOndergangen
Sterfgevallen
Verscheidenen
terriblesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
. ¿De quéWat
Welke
leHaar
Hem
Het
U
serviríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aankaarten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou deugen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een dienst
 bewijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geschikt zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opdienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou serveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou van dienst
 zijn
Ik zou aankaarten
Ik zou bedienen
Ik zou deugen
Ik zou dienen
Ik zou een dienst
 bewijzen
Ik zou geschikt zijn
Ik zou helpen
Ik zou opdienen
Ik zou serveren
Ik zou van dienst
 zijn
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por otrasAnder
Andere
Nog één
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
muertesOndergangen
Sterfgevallen
Verscheidenen
antes deAlvorens te
Voor

claudicar anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la auténticaAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk
y definitivaDefinitief
Definitieve
Onherroepelijk
Onherroepelijke
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Vast
Vaste
? La flaccidez de suHaar
Hun
Uw
Zijn
carneVlees y el cansancioVermoeidheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn
espírituGeest
Geestgesteldheid

suplicaban porZij/ze smeekten om esaDat
Die
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
. ¿Por quéWaarom, entoncesDan
Dus
Toen
, la llamaDe vlam de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
terminabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik liep af
Ik maakte af
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik voleindigde

de extinguirseUitsterven por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
?

PeroDoch
Echter
Maar
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
leHaar
Hem
Het
U
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
la inteligenciaBegrip
Benul
Besef
Bevattingsvermogen
Intelligentie
Inzicht
Knapheid
Snuggerheid
Verstand
, capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige
de dirimir entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la vidaHachje
Leven
y la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
. VioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag

cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
llegabanZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la playaStrand dos2
Do's
Twee
Tweede
barcasBarken
Hulken
Pinken
Schuiten
, cargadasBeladen
Belast
Berekend
Bestormd
Gegeid
Geladen
Geërgerd
In rekening gebracht
Ingeladen
Opgegeid
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld
conDoor
Met
Per
Samen met
camillasBaren
Berries
Brancards
Draagbaren
repletasJij/je maakt geheel vol
Jij/je vult geheel
Overvol
Overvolle
de enfermosZiek
Ziek geworden
Zieke
Zieken
, que
se quejabanZij/ze beklaagden zich
Zij/ze deden hun beklag
Zij/ze klaagden
Zij/ze klaagden aan
y gemíanZij/ze kermden
Zij/ze klaagden
Zij/ze zuchtten
en siniestraGemeen
Gemene
Linker
Links
Linkse
Noodlottig
Noodlottige
Onbetrouwbaar
Onbetrouwbare
Ongelukkig
Ongelukkige
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige
procesiónOmgang
Optocht
Processie
Stoet
. VioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
el vientoWind hinchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwol op
Ik zwol op
las nubesWolken en el
tormentosoStormachtig
Stormachtige
horizonteBodemhorizont
Gezichtseinder
Horizon
Kim
, y pensó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na over
susHaar
Hun
Uw
Zijn
pacientesGeduldig
Geduldige
Patiënten
Patiëntes
del hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
. Ja
Jawel
Wel
Zich
; todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
leHaar
Hem
Het
U
quedabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere

cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
por hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
, y élHem
Hij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
del tipoDrukletter
Soort
Type
de personaMens
Personage
Persoon
que se entregaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt gevangen
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
leHaar
Hem
Het
U

queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
una tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
por delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer
.

ConvocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze convoceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
capatacesVoormannen y lesHen
Hun
U
mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
que apuntalasen conDoor
Met
Per
Samen met
cuerdasKoorden
Lijnen
Snaren
Snoeren
Stembanden
Touwen
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze
los hospitalesGasthuizen
Hospitalen
Ziekenhuizen
, y recordandoHerdenkend
Herinnerend
Nog wetend
Onthoudend

las cadenasBoeien
Ketenen
Ketens
Kettingen
Kluisters
Reeksen
que colgabanZij/ze hingen
Zij/ze hingen op
Zij/ze knoopten op
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
que las utilizasenZij/ze benutten
Zij/ze gebruikten
Zij/ze namen te baat
Zij/ze namen waar
Zij/ze pasten toe
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
en
el sanatorioSanatorium.

JustoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
aparecieronZij/ze daagden op
Zij/ze draafden op
Zij/ze kwamen te voorschijn
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze verschenen
conDoor
Met
Per
Samen met
el féretroDoodkist
Kist
, grotescaGrotesk
Groteske
Potsierlijk
Potsierlijke
construcciónAanbouw
Aanleg
Aanleggen
Akkoord
Bouw
Bouwen
Bouwsel
Bouwwerk
Constructie
Construeren
Gebouw
Ineenzetten
Inrichting
Maatregel
Maken
Opbouw
Perceel
Regeling
Schikking
Zetting
de tablasBorden
Delen
Lijsten
Pat
Planken
Tabellen
Tabletten
Tafelen
Tafels
de embalarEmballeren
Inpakken
Pakken
Sprinten
,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
depositaronZij/ze deponeerden
Zij/ze gaven af
Zij/ze gaven in bewaring
Zij/ze legden in
a Hugo. Seis6
Zes
muchachosJongens
Knapen
Knullen
loDe
Hem
Het
U
cargaronZij/ze belaadden
Zij/ze belastten
Zij/ze berekenden
Zij/ze bestormden
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze ergerden
Zij/ze geiden
Zij/ze geiden op
Zij/ze laadden
Zij/ze laadden in
Zij/ze stonden tegen
Zij/ze vermoeiden
Zij/ze verveelden
en hombrosSchouders, seguidosAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
de DavidDavid
Sheldon, que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
caballoKnol
Paard
Ros
de un negroNeger
Zwart
Zwarte
, agarrándole el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
conDoor
Met
Per
Samen met
una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
, mientrasTerwijl conDoor
Met
Per
Samen met

la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
sujetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
Ik bevestigde
Ik bond vast
Ik fixeerde
Ik maakte vast
Ik verstevigde
Ik zette vast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
libro de oracionesGebedenboek.

DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la lecturaLectuur
Lezen
Lezing
de la misaEucharistieviering
Mis
de difuntosGestorven
Overleden
Overledenen
, los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
se inquietabanZij/ze werden onrustig y murmurabanZij/ze bromden
Zij/ze kabbelden
Zij/ze klaterden
Zij/ze kletsten
Zij/ze mompelden
Zij/ze morden
Zij/ze mummelden
Zij/ze murmelden
Zij/ze ruisten
Zij/ze spraken kwaad
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

ellosHen
Ze
Zij
, contemplandoBeschouwend
Koekeloerend
la negruraZwarte laag que se adueñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich meester del horizonteBodemhorizont
Gezichtseinder
Horizon
Kim
, sobre elOp de
Op het
que flotabanZij/ze dobberden
Zij/ze dreven
Zij/ze vlotten
terriblesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

nubarronesDonderwolken. La primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
brisaBriesje
Zuchtje
, leveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Ik rijs
Licht
Lichte
Rijst u!
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una plumaPen
Pluim
Veder
Veer
y reconfortanteZij/ze beuren op
Zij/ze sterken
Zij/ze versterken
Zij/ze vertroosten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un tonificante,
acaricióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liefkoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streelde
la ardienteBrandend
Gloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige
carneVlees de Sheldon cuandoAls
Tijdens
Wanneer
concluíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een gevolgtrekking
Ik besloot
Ik concludeerde
Ik leidde af
Ik maakte een gevolgtrekking
la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
oraciónBede
Oratie
Rede
Redevoering
Smeekbede
Speech
. InmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo

soplóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woei
conDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
una ráfaga de aireLuchtvlaag. Las palasPallas
Pannekoekmessen
Pannenkoekmessen
Scheppen
Schoppen
Taartscheppen
trabajabanZij/ze arbeidden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze werkten
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten

rellenandoBijvullend
Door te vullen
Farcerend
Invullend
Opvullend
Opzettend
Vullend
la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
. El vientoWind llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
que Sheldon, todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
,
tuvo queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
agarrarseAangrijpen
Zich stevig vastgrijpen
conDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
'caballoKnol
Paard
Ros
' paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
. La Jessie desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween
como siAlsof alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
corridoGehold
Geracet
Gerend
Gesneld
Gesprint
Hardgelopen
un telónGordijn delante deVoor
Vóór
ellaHaar
Ze
Zij
, y se produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond (uit) un estrépitoLawaai tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
,
como siAlsof todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la playaStrand se transformaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herschiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde van gedrag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervormde
repentinamente en una calderaFluitketel
Ketel
Keteldal
Kookketel
Stoomketel
Waterketel
hirvienteKokend
Kokende
.
De todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
el golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
secoDor
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
de los cocosCoccen
Copra's
Groene taro's
Klapperbomen
Klappernoten
Klappers
Kokken
Kokosnoten
Kokospalmen
Olifantsoren
Olifantsplanten
Taro's
que caían deZij/ze vielen van las palmerasArecaceae
Brasems
Palmae
Palmbomen
Palmen
Palmenfamilie
. Los soberbiosBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse

y finosDelicaat
Delicate
Droge sherry's
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry's
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
troncosBoomstammen
Rompen
Stammen
de los cocoterosKlapperbomen
Klappers
Kokospalmen
se estremecíanZij/ze huiverden
Zij/ze kregen plotseling een
 schok
Zij/ze rilden
, sacudidosGeschokt
Geschud
Gewrikt
Opgeschud
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
látigosZwepen; las alturasHoogten
Hoogtes
Verhevenheden

se veíanZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk
surcadasDoorgekliefd
Doorgeploegd
Doorgesneden
Gerimpeld
por hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
de palmaVan de palm arrancadasAan de praat gekregen
Aangezet
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Geplukt
Gereten
Gescheurd
Gestart
Getapt
Getogen
Getrokken
Ontlokt
Op gang gebracht
Op weg gegaan
Opgestapt
Te voorschijn getrokken
Uitgehaald
Uitgerukt
Uitgetrokken
Vertrokken
Weggegaan
Weggescheurd
y zarandeadasGeschud
Gesold met
Gezeefd
Gezift
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
minutosMinuten,
a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
. Y entoncesDan
Dus
Toen
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
la lluviaGieten
Regen
Regenen
. FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un diluvioDiluvium
Pleistoceen
Stortregen
Zondvloed
: un formidableFormidabel
Formidabele
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzaglijk
Ontzaglijke
aguaceroBui
Regenbui
,
un ríoIk lach
Rivier
Stroom
caudaloso que se veríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou duidelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich laten
 zien
horizontalmenteHorizontaal, desafiandoProvocerend
Tartend
Tergend
Trotserend
Uitdagend
Uitlokkend
Uittartend
las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
de la gravedadZwaartekracht.
El negroHet donkere
Het zwarte
que cargabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geide op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelde
Ik belaadde
Ik belastte
Ik berekende
Ik bestormde
Ik bracht in rekening
Ik ergerde
Ik geide
Ik geide op
Ik laadde
Ik laadde in
Ik stond tegen
Ik vermoeide
Ik verveelde
conDoor
Met
Per
Samen met
Sheldon se inclinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
, ahogadoGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstelling
Verdronken
Verkropt
Verstikt
por la presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen
que
ejercíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was werkzaam
Ik oefende uit
Ik was werkzaam
el jineteRuiter sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
, y por el esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
que tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mantenerseBlijven
Zich onderhouden

en equilibrioBalans
Evenwicht
Evenwichtstoestand
.

Que descanseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Ik laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Laat u rusten!
Ligt u begraven!
Ontspant u!
Pauzeert u!
Rust u uit!
Rust u!
Slaapt u!
en la tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid
de una nocheAvond
Nacht
eterna--rezó Sheldon, conDoor
Met
Per
Samen met
el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje

en el difuntoGestorven
Overleden
Overledene
y la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
en la lluviaGieten
Regen
Regenen
que desordenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in de
 war
Ik bracht in de
 war
el barroDrek
Ik bezem
Ik veeg
Ik veeg aan
Ik veeg op
Ik veeg schoon
Klei
Mee-eter
Modder
Puistje
Slib
Slijk
Slik
de la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
.

TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se alejaronZij/ze verwijderden zich van de la playaStrand, intentandoAanpassend
Beproevend
Passend
Pogend
Proberend
Toetsend
Trachtend
Uitproberend
Van plan zijnd
Voorhebbend
Voornemens zijnd
Zich voorstellend
ayudarBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
alNaar de
Naar het
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
a mantenerseBlijven
Zich onderhouden
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, inclusoZelfs
quienesDie
Personen
Wie
deseabanZij/ze ambieerden
Zij/ze aspireerden
Zij/ze begeerden
Zij/ze dongen naar
Zij/ze haakten naar
Zij/ze hadden trek in
Zij/ze hunkerden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen na
Zij/ze smachtten
Zij/ze smachtten naar
Zij/ze snakten naar
Zij/ze streefden na
Zij/ze streefden naar
Zij/ze verkozen
Zij/ze verlangden
Zij/ze wensten
verloBekijken
Kijken
Zien
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
por tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
indefensoWeerloos
Weerloze
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
despedazarloIn stukken uiteen doen
 vallen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
. PeroDoch
Echter
Maar
la
pistolaPistool que colgabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopte op
Ik hing
Ik hing op
Ik knoopte op
de la cartuchera y que conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
vomitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spuugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vomeerde
Ik braakte
Ik gaf over
Ik kotste
Ik spoog
Ik spuugde
Ik vomeerde
el fuegoVuur mortífero
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
instantáneaInstant, y la propiaEigen serenidadKalmte
Rust
Sereniteit
conDoor
Met
Per
Samen met
que aquelDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
arrostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tartte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uitdagend op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trotseerde
Ik tartte
Ik trad uitdagend op
 tegen
Ik trotseerde
el
desafíoDuel
Ik daag uit
Ik lok uit
Ik provoceer
Ik tart
Ik tart uit
Ik terg
Ik trotseer
Provoceren
Tarten
Tergen
Trotseren
Tweegevecht
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten
de tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
, lesHen
Hun
U
infundíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet trekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Ik liet trekken
Ik trok af
Ik zette
respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
y los hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
diligentesIjverig
Ijverige
Naarstig
Naarstige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
en esaDat
Die
tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
de retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen

a suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
de la tormentaDonderbui
Noodweer
Onweer
Storm
Stormwind
.

TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
caladoAjourwerk
Binnengedrongen
Diepgang
Doorweekt
Doorweekte
por el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
, y agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte met sorprenderleBetrappen
Snappen
Treffen
Verbazen
Verrassen
la rapidezSnelheid conDoor
Met
Per
Samen met
la queDat
Die
Wie
Zij die
se
cambió deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde van ropaKleding
Kleren
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
fragilidadBreekbaarheid
Broosheid
Brosheid
Fragiliteit
Zondigheid
Zwakheid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
, peroDoch
Echter
Maar
se sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde zich bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, como siAlsof el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte

hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
desaparecidoVerdwenen
Vermiste
.

'SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la fiebreKoorts se hubieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
...', se dijoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde bij zichzelf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei bij zichzelf
esperanzado. Y decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
una dosisDosis de quininaKinine
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
leHaar
Hem
Het
U
permitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde
la prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
.

Se arrastróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroop hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la galeríaGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Kloostergang
Kruisgang
Loge
Loggia
Trans
. Se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
detenidoAangehouden
Afgehouden
Arrestant
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden
el chaparrón, peroDoch
Echter
Maar
arreciaba el vientoWind,
hinchandoOpzwellend el marZee, cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
olasBaren
Golven
Gulpen
llegabanZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
a la costaKust
Kustlijn
Zeekust
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
murosMuren de mármolMarmer que se hacíanMen maakte
Zij/ze raakten
Zij/ze werden

trizasJij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
conDoor
Met
Per
Samen met
estruendoHerrie
Kabaal
Lawaai
Rumoer
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen
. La jessie, zarandeadaGeschud
Gesold met
Gezeefd
Gezift
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las cadenasBoeien
Ketenen
Ketens
Kettingen
Kluisters
Reeksen
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
anclasAnkers
Jij/je ankert
Jij/je ligt ten anker
Jij/je ligt voor anker
,
exhibíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exposeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Ik bracht uit
Ik etaleerde
Ik exposeerde
Ik stalde uit
Ik stelde bloot
Ik stelde tentoon
a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
el costillarRibstuk de la proaBoeg
Voorschip
Voorsteven
, infundiendoAftrekkend
Latend trekken
Zettend
espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik
. Dos2
Do's
Twee
Tweede
flámulasEgelboterbloemen se desplegabanZij/ze ontplooiden zich
Zij/ze ontvouwden zich
Zij/ze verspreidden zich
Zij/ze vouwden zich uit

en la driza, tiesasDirect
Directe
Live
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
de metalMetaal. Una eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur
, y la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
. En el lenguajeTaal
Taalgebruik

convencionalConventioneel
Conventionele
Gewoon
y simbólico característicoEigenaardig
Eigenaardige
Karakteristiek
Karakteristieke
Kenmerkend
Kenmerkende
de Beranda, aquellaDat
Die
Diegene
señalSein
Signaal
Spoor
Teken
quería decirHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelde
Ik bedoelde
:

'¿QuéWat
Welke
se meMe
Mij
ordenaBestel!
Beveel!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Ruim op!
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
? ¿PuedoIk kan
Ik mag
acercarmeDichterbij brengen
Naderbij brengen
en un boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
?' EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
lo queDat wat
Wat
preguntabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Ik vraagde
Ik vroeg
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
.
Al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
la mesaLa mesa de billarBiljart
Biljartspel
se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
el cuadroHet chassis
Het frame
de señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens
, que Sheldon examinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger

de responderAansprakelijk zijn
Antwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Reageren
Verantwoordelijk zijn
Verantwoorden
. Un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
de la arboladura de tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
un lienzoDoek
Lijnwaad
Linnen

blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
, que quería decirHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelde
Ik bedoelde
: 'BuscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken
amparoBeschermen
Bescherming
Beschutten
Beschutting
Ik bescherm
Ik beschut
en la islaEiland de Neal.'

El capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
aquellaDat
Die
Diegene
respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
, a juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen
por la rapidezSnelheid conDoor
Met
Per
Samen met
que recogieronZij/ze haalden binnen
Zij/ze haalden op
Zij/ze raapten
Zij/ze raapten op
Zij/ze verzamelden
las anclasAnkers
Jij/je ankert
Jij/je ligt ten anker
Jij/je ligt voor anker
,
dejándolasZe latend a flor de aguaKlimop waterranonkel
Klimopwaterranonkel
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tenerlasHebben preparadasAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
. Se movióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich
la goletaSchoener impulsadaAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht
por
la velaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Kaars
Omsluier!
Sluier!
Waak!
Zeil
Zeilen
del estayMuuranker
Scheerlijn
Stag
Steundraad
Tui
, se hincharonZij/ze dijden uit
Zij/ze rezen
Zij/ze zetten op
Zij/ze zwollen
Zij/ze zwollen op
las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
arrizandoRevend, y la naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
cobróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiende
movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
y se alejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich van
rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
, atravesandoAfleggend
Aflopend
Doorgaand
Doorkomend
Doorkruisend
Doormakend
Doortrekkend
Gaand door
Overgaand
Overlopend
Overstekend
Te boven gaand
a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
velaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Kaars
Omsluier!
Sluier!
Waak!
Zeil
Zeilen
el bajíoBajío de BalesunaBale=
Balkt u!
Blaat u!
Brult u!
Gromt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mekkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnikt u!
Ik balk
Ik blaat
Ik brul
Ik grom
Ik hinnik
Ik loei
Ik mekker
Ik schreeuw
Loeit u!
Mekkert u!
Schreeuwt u!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
tropiezoIk struikel; peroDoch
Echter
Maar

apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sorteadoGeloot aquelDat
Die
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
, un horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
diluvioDiluvium
Pleistoceen
Stortregen
Zondvloed
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
devorarVerslinden la naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
, que se perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwaalde

de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
.

DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la nocheAvond
Nacht
, terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
por las ráfagasRukwinden
Vuurstoten
Windstoten
Windvlagen
de aireLucht y los chaparrones que asolaronZij/ze vernietigden la
plantaciónAanplanten
Plantage
Planten
Poten
, arrancando deStartend als
Trekkend van
cuajoIk doe stollen
Ik laat dik worden
Kwark
Leb
Maag-enzym
Stremsel
Wrongel
árbolesBomen
Masten
, derribandoAfbrekend
Kantelend
Neerhalend
Omgooiend
Omkerend
Omvergooiend
Slopend
Ten val brengend
cajonesBakken
Kisten
Laden
Lades
Schrijnen
de copraCopra
Klapper
Kokos
Kokosnoot
Kopra
y estremeciendoDoend beven
Doend schudden
la
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
altosAlten
Altos
Altviolen
Hoge
Hoog
Hoogten
Hoogtes
Lang
Lange
Oudste
Oudsten
Stops
Verheven
pilaresPijlers
Pilaren
Steunpilaren
, Sheldon durmióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit
ajenoAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde
a cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
, de un tirónRuk y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

modificarModificeren
Wijzigen
siquieraAlthans suHaar
Hun
Uw
Zijn
posturaAandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedrag
Houding
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Pose
Stand
Standpunt
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
se despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
; teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
hambreHonger, inclusoZelfs,
ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
una semanaWeek sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
, y se bebióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk op un vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de leche condensadaGecondenseerde melk disueltaOpgelost en
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
, y a las diez10
Tien
se atrevióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd onbeschaamd
conDoor
Met
Per
Samen met
un tazónBowl
Kom
de sopa de carneVleessoep. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
conDoor
Met
Per
Samen met
el giroAfslaan
Aswenteling
Draai
Draaien
Draaiing
Endosseren
Gedraai
Gireren
Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik endosseer
Ik gireer
Ik keer
Ik keer me om
Ik keer om
Ik sla af
Ik wend
Keer
Keren
Omdraaien
Omkeren
Omloop
Omwenteling
Ronddraaien
Rotatie
Toer
Wenden
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
que tomabanZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan

los acontecimientosEvenementen
Gebeurden
Gebeurtenissen
Gelegenheden
Gevallen
Voorgevallenen
. A pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
la tormentaDonderbui
Noodweer
Onweer
Storm
Stormwind
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
producidoAangedaan
Aangericht
Afgeworpen
Berokkend
Gesticht
Opgebracht
Opgeleverd
Teweeggebracht
Veroorzaakt
Voortgebracht
una muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden

en el hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
un nuevoNieuw
Nieuwe
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
, mientras queTerwijl mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
docenaDozijn de
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
regresabanZij/ze keerden terug
Zij/ze keerden weder
Zij/ze kwamen terug
Zij/ze kwamen weder
Zij/ze kwamen weerom
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sanosFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Valide
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
jacalesJaca
Jackfruit
Jalapawortel
Jalappe
Jalappewortel
Nangka
. Todo estoDit alles leHaar
Hem
Het
U
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
pensarDenken que el vientoWind habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

asoladoVernietigd tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
la enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte
, purificandoLouterend
Reinigend
Schoonmakend
Vegend
Zuiverend
aquellaDat
Die
Diegene
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
nauseabunda.

SobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
las once11
Elf
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
de BalesunaBale=
Balkt u!
Blaat u!
Brult u!
Gromt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mekkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnikt u!
Ik balk
Ik blaat
Ik brul
Ik grom
Ik hinnik
Ik loei
Ik mekker
Ik schreeuw
Loeit u!
Mekkert u!
Schreeuwt u!
un emisarioAfgezant
Bode
Gezant
de Seelee, conDoor
Met
Per
Samen met
la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de que la Jessie
se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
embarrancada entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek
y la islaEiland de Neal. AquellaDat
Die
Diegene
mañanaMorgen
Ochtend
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
aparecidoOpgedaagd
Opgedraafd
Te voorschijn gekomen
Uitgekomen
Verschenen

en el campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tribuGeslacht
Stam
Volksstam
dos2
Do's
Twee
Tweede
tripulantes, explicandoBeduidend
Duidelijk makend
Toelichtend
Uiteenzettend
Uitleggend
Verhelderend
Verklarend
que el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één

compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
ahogadosGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstellingen
Verdronken
Verkropt
Verstikt
, y que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen
por perdidaGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Schadepost
Verbeurd
Verkwist
Verlies
Verloren
Vermissing
Verspeeld
Vervlogen
la goletaSchoener. Por siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estoDeze
Dit

fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
, Sheldon se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
repentinamente atacadoAangegrepen
Aangetast
Aangevallen
Geattaqueerd
Getackeld
por un temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
, que media horaEen half uur
Halfuur

despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en una fiebreKoorts abrasadoraBrandbaar
Brandbare
Brandend
Brandende
Verzengend
Verzengende
. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
colmoIk loop over
Ik overloop
Ik overtref
Toppunt
de malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

pensar enDenken aan
Nadenken over
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
dosisDosis de quininaKinine hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el díaDag
Etmaal
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
. Se enterróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedolf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overstelpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpletterde
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
un montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep

de mantasDekens
Duivelsroggen
Plaids
Roggen
, y pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se sorprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verrast riendoLachend comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
alcanzadoAchterhaald
Behaald
Bereikend
Bereikende
Bereikt
Buitgemaakt
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Verworven
el
colmoIk loop over
Ik overloop
Ik overtref
Toppunt
de la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
restabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritste
Ik haalde af
Ik nam weg
Ik riste
Ik ritste
que se loDe
Hem
Het
U
tragaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slokte
Ik kreeg binnen
Ik nam in
Ik slikte
Ik slikte door
Ik slikte in
Ik slokte
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
y loDe
Hem
Het
U
sepultaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde ter aarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde een lijk
Ik begroef
Ik bestelde ter aarde
Ik bezorgde een lijk
una ola giganteMonstergolf.
El Flibbert--Gibbet estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
en el pasoEl paso de Mboli. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
nada másNiet meer, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
solucionarseOplossen. ÉseDat
Die
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
que leHaar
Hem
Het
U
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
reírLachen demencialmente, mientrasTerwijl
temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde
de fiebreKoorts bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
las mantasDekens
Duivelsroggen
Plaids
Roggen
y los siervos leHaar
Hem
Het
U
mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe
, asustadosGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
por los diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels
que
loDe
Hem
Het
U
poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
.

44
Vier
. JOAN LACKLAND5
Sheldon estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
díasDagen
Etmalen
siguientesAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
a mercedGenade
Merced
de las fiebresKoortsen, que se cebaban
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
fragilidadBreekbaarheid
Broosheid
Brosheid
Fragiliteit
Zondigheid
Zwakheid
, produciendoAandoend
Aanrichtend
Afwerpend
Berokkenend
Bewerkend
Opbrengend
Opleverend
Stichtend
Teweegbrengend
Veroorzakend
Voortbrengend
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
estragosNadelen
Schaden
Schades
Slachtingen
Verdelgingen
Vernielingen
Verwoestingen
en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
plazoTermijn de lo queDat wat
Wat

habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
podidoGekund
Gemogen
esperarseAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
de una fiebreKoorts de diez10
Tien
díasDagen
Etmalen
. La disenteríaDysenterie
Rode loop
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
desterradaUitgebannen
Verbannen
de
la islaEiland, y un grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm
de negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
convalecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Ik herstelde
en el hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
mejorandoBeter makend
Overtreffend
Verbeterend
Veredelend
sensiblementeGevoelig.
ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
una muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
: la del jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
que llorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weende
Ik bejammerde
Ik betreurde
Ik beweende
Ik huilde
Ik kreet
Ik schreide
Ik weende
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanoBroeder
Broer
Frater
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
, en vez deIn plaats van
In stede van

espantarleAfschrikken
Angst aanjagen
Verjagen
Verschrikken
Wegjagen
las moscasVliegen.

55
Vijf
JuanaJohanna SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
TierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
.

En la mañanaMorgen
Ochtend
del cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
díaDag
Etmaal
de fiebreKoorts, Sheldon ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
que leHaar
Hem
Het
U
llevasenZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la galeríaGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Kloostergang
Kruisgang
Loge
Loggia
Trans

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contemplarBeschouwen
Koekeloeren
el océanoOceaan
Wereldzee
enfurecidoHels gemaakt
Woedend gemaakt
. El vientoWind amainabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verflauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verminderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd minder
Ik luwde
Ik nam af
Ik slonk
Ik taande
Ik verflauwde
Ik verminderde
Ik verzwakte
Ik werd minder
, peroDoch
Echter
Maar
las olasBaren
Golven
Gulpen
seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
rugiendoBriesend
Brullend
Bulkend
Loeiend
Uitbrullend

en la playaStrand y sobre laOp de
Op het
arenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
tropezarStruikelen conDoor
Met
Per
Samen met
el muroMuur de la cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
deshacerseAfgeven
Uiteen te vallen

dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
susHaar
Hun
Uw
Zijn
blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
restos--de espumaBruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tintelt
Mousse
Schuim
Schuim af!
Schuim!
Tintel!
. Los treinta30
Dertig
granosGranen
Greinen
Korrels
Kralen
Mee-eters
Pitten
Puistjes
Zaadjes
Zaadkorrels
de quininaKinine que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand

tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
Sheldon leHaar
Hem
Het
U
producíanZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten op
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze brachten voort
Zij/ze deden aan
Zij/ze leverden op
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
Zij/ze wierpen af
en los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
un zumbidoBrommen
Bruisen
Gonzen
Razen
Snorren
Suizelen
Suizen
Tuiten
Zoemen
constanteAanhoudend
Aanhoudende
Bestendig
Bestendige
Constant
Constante
, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
alNaar de
Naar het
de un irritadoAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd

enjambreBijenzwerm
Drom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwermt uit
Ik zwerm uit
Zwerm
Zwermt u uit!
, además deBehalve
Benevens
Buiten
Naast
Ongerekend
un temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen
permanentePermanent
Permanente
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden y rodillasKnieën, y una angustiosaAngstig
Angstige
Bang
Bange
Kopschuw
Kopschuwe
Vervaard
Vervaarde

sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
en el estómagoMaag. EntoncesDan
Dus
Toen
, alNaar de
Naar het
abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken
los ojosKijkers
Ogen
, pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
delirandoDwaze taal uitslaand.
Cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
permanecidoGebleven
Gerest
Geresteerd
Getoefd
Overgebleven
Verbleven
ancladaGeankerd
Ten anker gelegen
Voor anker gelegen
la Jessie vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
aparecerOpdagen
Opdraven
Te voorschijn komen
Uitkomen
Verschijnen
la proaBoeg
Voorschip
Voorsteven
de una embarcaciónBoot
Overtocht
Schip
Vaartuig

en la deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen
crestaBergkam
Hanenkam
Kam
Rib
Ribbe
Scherpe rand
de una olaBaar
Golf
Gulp
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
desaparecerVerdwijnen trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
y volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
aparecerOpdagen
Opdraven
Te voorschijn komen
Uitkomen
Verschijnen

conformeAdequaat
Adequate
Afgesproken
Akkoord
Berustend geduldig
Bijpassend
Bijpassende
Conform
Conforme
Eensluidend
Eensluidende
Fiat
Gelijkluidend
Gelijkluidende
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Goedkeuring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gelijkvormig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gelijkvormig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Ik ben gelijkvormig
Ik ben het eens
Ik kom overeen
Ik maak gelijkvormig
Ik stem overeen
Ik vorm
In orde
Is u gelijkvormig!
Is u het eens!
Komt u overeen!
Maakt u gelijkvormig!
Mee eens
Naarmate
Overeenkomstig
Overeenkomstig met
Overeenkomstige
Overeenstemmend
Overeenstemmende
Passend
Passende
Stemt u overeen!
Van een zelfde mening
Volgens
Vormt u!
Zoals
Zodra
se acercabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
a la playaStrand. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
convencidoOvertuigd
Overtuigde
de que ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
botesBlikken
Bokalen
Boten
Bussen
Jij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Potten
Schuiten
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand

hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
a la marZee, niEn niet
Evenmin
Noch
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
en SalomónSalomo nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
loDe
Hem
Het
U
suficientementeGenoeg
Voldoende
temerarioOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
enfrentarConfronteren
Het hoofd bieden
Het hoofd bieden aan

las irasBoosheden
Gramschappen
Kwaadheden
Verstoordheden
Woedes
del enrabietado océanoOceaan
Wereldzee
.

PeroDoch
Echter
Maar
el espejismoFata morgana
Luchtspiegeling
continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort
. ManteniéndoseZich onderhoudend alertaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwt iemand
Oplettend
Oplettende
Waakzaam
Waakzame
Waarschuw iemand!
, pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
verBekijken
Kijken
Zien
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la
barcaBark
Hulk
Pink
Schuit
levantadaGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
por una olaBaar
Golf
Gulp
. Seis6
Zes
remeros braceabanZij/ze brasten obstinadamenteKoppig, y leHaar
Hem
Het
U
vantado, gigantescoKolossaal
Kolossale
Reusachtig
Reusachtige
,
destacándoseAfstekend
Opvallend
Uitkomend
a la perfecciónPerfectie
Perfektie
Verbeteren
Vervolmaken
sobre elOp de
Op het
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
de la espumaBruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tintelt
Mousse
Schuim
Schuim af!
Schuim!
Tintel!
, un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
sujetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
Ik bevestigde
Ik bond vast
Ik fixeerde
Ik maakte vast
Ik verstevigde
Ik zette vast

el timónRoer
Stuur
conDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el pesoHet gewicht de suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, mientrasTerwijl otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
proaBoeg
Voorschip
Voorsteven
, examinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
Ik controleerde
Ik checkte
Ik examineerde
Ik exploreerde
Ik ging na
Ik keek na
Ik las af
Ik onderzocht
Ik onderzocht nauwkeurig
Ik surveilleerde
Ik viste uit
Ik vorste
Ik zag toe
Ik zocht uit

la costaKust
Kustlijn
Zeekust
en buscaOp zoek de un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
adecuadoAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
. Lo queDat wat
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
leHaar
Hem
Het
U
sorprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraste
a
Sheldon fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
verBekijken
Kijken
Zien
a una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
en la cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek
del boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
, en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
los remeros y alNaar de
Naar het
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
del
timonelRoerganger. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
dudarDubben
In dubio staan
Twijfelen
que se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
suHaar
Hun
Uw
Zijn
trenzaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlecht
Vlecht
Vlecht!
desatadaLosgemaakt ondeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze golfde
Ik golfde

alNaar de
Naar het
vientoWind y en aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
se dedicaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan sujetarlaHet ondersteunen bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el sombreroHoed, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
precisamenteJuist
Net

igual queEvenals
Zoals
el suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, un 'BadenBaden Powell'.

El boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una olaBaar
Golf
Gulp
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
reaparecerTerugkomen a caballoBereden de otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
, y entoncesDan
Dus
Toen
Sheldon
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
a quienesDie
Personen
Wie
iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
. Los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
bronceadosBruin gemaakt
Gebruind
Met brons bedekt
y eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

fornidosGespierd
Gespierde
Grofgebouwd
Grofgebouwde
Krachtig
Krachtige
que los indígenasInboorlingen
Inlanders
de las islas SalomónSalomonseilanden; peroDoch
Echter
Maar
la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
indudablementeZonder twijfel de razaRas
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
. QuiénWie eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
y por quéWaarom motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term
se dirigíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich tot
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn
islaEiland eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que se preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde zich af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg zich af
mentalmenteIn gedachten
Uit het hoofd

el enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conjeturarGissen
Vermoeden
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
hipótesisHypothese
Hypothesen
Hypotheses
Onderstelling
Onderstellingen
Veronderstelling
Veronderstellingen
. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
la impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor
de que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
que veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
a los remeros luchandoKampend
Strijdend
Worstelend

contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
las embestidasVoorwaarts gestormd
Zich geworpen op
de las olasBaren
Golven
Gulpen
, mientrasTerwijl la damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
y el timonelRoerganger se manteníanZij/ze onderhielden zich alertasJij/je waarschuwt iemand
Oplettend
Oplettende
Waakzaam
Waakzame

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
esquivarOmzeilen
Ontwijken
el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
que lesHen
Hun
U
rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde
.

'MagníficosBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
remeros', pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht Sheldon alNaar de
Naar het
verlosBekijken
Kijken
Zien
avanzarAnticiperen
Voortbewegen
Vooruitgaan
Vooruitkomen
Vorderen
de frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
, dominandoBedwingend
Beheersend
De boventoon voerend
Dominerend
Overheersend
Uitschitterend
en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
aquellasDie
Diegene
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
de espumaBruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tintelt
Mousse
Schuim
Schuim af!
Schuim!
Tintel!
que se abalanzabanZij/ze stormden voorwaarts
Zij/ze wierpen zich op
en locasDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
embestidasVoorwaarts gestormd
Zich geworpen op
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
la
playaStrand. La maniobraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manoeuvreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangeert
Manoeuvreer!
Rangeer!
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
magistralMagistraal
Magistrale
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
el boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
inundadoGedoken
Gezonken
Ondergedoken
Overstroomd
por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
,
calóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong binnen en la arenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand
, y enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk
saltaronZij/ze barstten
Zij/ze deden een sprong
Zij/ze ontploften
Zij/ze schoten te binnen
Zij/ze schoten uit
Zij/ze sloegen over
Zij/ze spoten op
Zij/ze sprongen
Zij/ze sprongen in de
 lucht
Zij/ze sprongen in het
 oog
Zij/ze sprongen los
Zij/ze sprongen op
Zij/ze sprongen open
Zij/ze sprongen van een
 hoogte
Zij/ze vielen uit
Zij/ze voeren uit
a tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ocupantesBezetters, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
arrastrarloMeesleuren
Slepen
Trekken
Voorttrekken
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las
proximidades de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
. Sheldon llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
inútilmente a los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
, que en esosDie momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen

se encontrabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze kwamen elkaar tegen
Zij/ze maakten het
Zij/ze troffen elkaar
Zij/ze waren gesteld
en el sanatorioSanatorium, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken
a recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
a los reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet

llegadosAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
, esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
tumbadoDe zinnen bedwelmd van
Gedaan vallen
Gekanteld
Omgegooid
Omgekeerd
Omvergegooid
Ten val gebracht
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
a que terminasenZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze liepen af
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze voleindigden
de amarrarVastbinden
Vastmaken
la embarcaciónBoot
Overtocht
Schip
Vaartuig
. La muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht

se manteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield zich a un ladoOpzij!, presenciandoAanwezig zijnd bij
Bijwonend
Getuige zijnd van
Tegenwoordig zijnd bij
la maniobraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manoeuvreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangeert
Manoeuvreer!
Rangeer!
y mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
de vez en cuandoAf en toe
Van tijd tot tijd
a
través deDoor
Door ... heen
Doorheen
Via
la puertaDeur
Poort
Portier
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
preocuparse porBezorgd zijn
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
que llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker
y leHaar
Hem
Het
U
mojabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze depte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte nat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopte
Ik bette
Ik depte
Ik dompelde in
Ik doopte in
Ik maakte nat
Ik sopte

los piesPoten
Voeten
. Sheldon se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
leHaar
Hem
Het
U
observabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe
disimuladamenteHeimelijk, y pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige

despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se acercabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
a dos2
Do's
Twee
Tweede
de los remeros, que abandonaronZij/ze abandonneerden
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten varen
Zij/ze stopten ermee
Zij/ze verlieten
el boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
y la acompañaronZij/ze accompagneerden
Zij/ze begeleidden
Zij/ze gingen mee
Zij/ze liepen mee
Zij/ze vergezelden
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs

la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.

El enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
intentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
incorporarseIn dienst treden
Opnemen
Zich aansluiten
, se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
a mediasHalf en la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
y cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput
. AlNaar de
Naar het

acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen
leHaar
Hem
Het
U
sorprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraste
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
la estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur
de aquellosDie
Diegene
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, que parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
gigantesReuzen
acompañandoAccompagnerend
Begeleidend
Meegaand
Meelopend
Vergezellend
a una princesaPrinses. AltosAlten
Altos
Altviolen
Hoge
Hoog
Hoogten
Hoogtes
Lang
Lange
Oudste
Oudsten
Stops
Verheven
y fornidosGespierd
Gespierde
Grofgebouwd
Grofgebouwde
Krachtig
Krachtige
, nuncaNimmer
Nooit
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
isleños comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals


aquéllosDie. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
del tipoDrukletter
Soort
Type
de los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de SalomónSalomo, sinoDoch
Echter
Maar
oscurosDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el
azabacheGit, de faccionesGelaatstrekken desarrolladasBeduid
Ontwikkeld
Ontwikkelde
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Uitgewerkt
Verklaard
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
armoniosasSchoonklinkend
Schoonklinkende
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende
eEn inclusoZelfs bellasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
.

La damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
--o la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, por decirloOpgeven
Spreken
Zeggen
mejor-Best
Beste
Beter
Betere
Liever
- caminabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde
Ik liep
Ik schreed
Ik stapte
Ik trad
Ik wandelde
por la galeríaGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Kloostergang
Kruisgang
Loge
Loggia
Trans
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
élHem
Hij
se
encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Ik bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
, mientrasTerwijl susHaar
Hun
Uw
Zijn
dos2
Do's
Twee
Tweede
escoltasEscortes
Jij/je begeleidt
Jij/je begeleidt gewapend
Jij/je escorteert
se deteníanZij/ze bleven staan
Zij/ze hielden halt
Zij/ze hielden stil
Zij/ze sloegen af
Zij/ze stonden stil
Zij/ze stopten
en lo altoEr bovenop de la escaleraLadder
Opgang
Trap
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
curiosamenteMerkwaardig.
Que la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
ofendidaBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que se podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
verBekijken
Kijken
Zien
en el brilloGlans
Ik blink
Ik glans
Ik schijn
Ik schitter
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
y
en la contracciónContractie
Ineenkrimpen
Ineenkronkelen
Oplopen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk
que se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de
carácterAard
Geaardheid
Karakter
. PeroDoch
Echter
Maar
lo queDat wat
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sorprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraste
Ik betrapte
Ik snapte
Ik trof
Ik verbaasde
Ik verraste
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
, de un colorKleur indefinible, grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

rasgadosGereten
Gescheurd
, coronadosBekroond
Gekroond
por dos2
Do's
Twee
Tweede
arcosArcaden
Arcades
Bogen
Handbogen
Rondingen
Strijkstokken
Togen
Zuilengangen
de finísimas cejasWenkbrauwen. En conjuntoComplet
Complex
Ensemble
Geheel
Inrichting
Set
Stel
Stelletje
Troep
Verzameling
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
de una
estatuaBeeld
Standbeeld
clásicaKlassiek
Klassieke
Klassikaal
Klassikale
, conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la perfecciónPerfectie
Perfektie
Verbeteren
Vervolmaken
y graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren
. AlgoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
llamaba la atenciónHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aandacht
Ik trok aandacht

alNaar de
Naar het
contemplarBeschouwen
Koekeloeren
el aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
de aquellaDat
Die
Diegene
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
: el sombreroHoed campesinoBoer
Boeren-
Landelijk
Landman
de cowboy, las
espesasDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Jij/je bindt
Jij/je maakt dikker
Jij/je verdikt
trenzasJij/je vlecht
Vlechten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil
castañoEetbare kastanje
Kastanje
Kastanjeboom
Paardenkastanje
Tamme kastanje
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
revólverRevolver Colt, de granGroot
Grote
calibreBoring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalibreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze peilt
Ijkt u!
Ik ijk
Ik kalibreer
Ik peil
Kaliber
Kalibreert u!
Mal
Peilt u!
, que leHaar
Hem
Het
U
colgabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopte op
Ik hing
Ik hing op
Ik knoopte op
en el
costadoFlank
Gekost
Iets moeilijk gevonden
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, en el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
fundaBaseer!
Doet u smelten!
Fundeer!
Grond!
Grondvest!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet smelten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fundeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondvest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vloeibaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Ik doe smelten
Ik maak vloeibaar
Ik smelt
Ik versmelt
Maakt u vloeibaar!
Sloop
Smelt u!
Sticht!
Versmelt u!
Vestig!
.

¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
hospitalidadGastvrijheid
Hospitaliteit
! --exclamó, a modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
de saludo-Begroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut
-. ¡DejarnosAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
a mercedGenade
Merced
de las olasBaren
Golven
Gulpen
!

DeboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
pedirleBestellen
Vragen
... mil1000
Duizend
... excusasExcuses
Jij/je excuseert
Jij/je verontschuldigt
Jij/je verschoont
Smoezen
Verontschuldigingen
--logró decirOpgeven
Spreken
Zeggen
DavidDavid Sheldon, incorporándoseIn dienst tredend
Zich aansluitend
conDoor
Met
Per
Samen met
un
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
.

Se leHaar
Hem
Het
U
doblaronZij/ze bogen
Zij/ze bogen door
Zij/ze bogen krom
Zij/ze bogen om
Zij/ze kromden
Zij/ze plooiden
Zij/ze synchroniseerden na
Zij/ze verbogen
Zij/ze vouwden
Zij/ze vouwden dubbel
Zij/ze vouwden om
las rodillasKnieën, y sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
como siAlsof se leHaar
Hem
Het
U
escapaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
Ik ontging
Ik ontkwam
Ik ontsnapte
la vidaHachje
Leven
. EntoncesDan
Dus
Toen
comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond

por la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
que éstaDeze
Dit
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan
lo queDat wat
Wat
ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
, y alNaar de
Naar het
buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
las palabrasBewoordingen
Woorden
conDoor
Met
Per
Samen met
las queWie
Zij die
mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
agradecimientoBedanken
Dankbaarheid
Danken
, se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
repentinamente envueltoGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt

en tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
, y por primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
el conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->