NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se atrevióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd onbeschaamd nuestroOns
Onze
Van ons viajeroReis-
Reiziger a seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten andandoAfleggend
Deelnemend aan
Gaand
Lopend
Te voet
Te voet gaand
Voortgaand
Wandelend (snel)
Werkend hasta queTot
Totdat oscurecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verduisterde
Ik omsluierde
Ik sluierde
Ik verduisterde. AlNaar de
Naar het mediodíaMiddag
Noen
Twaalf uur 's middags, el
solSol
Zon noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten animóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze animeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monterde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze porde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn cálidosWarm
Warme tonosIntonaties
Tonen
Toonaarden
Toonsoorten
Veerkrachten el horizonteBodemhorizont
Gezichtseinder
Horizon
Kim meridionalZuidelijk
Zuidelijke, sinoDoch
Echter
Maar que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a
mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen suHaar
Hun
Uw
Zijn bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure, pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale y doradoAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakreel
Plevier
Pluvier
Verguld
Vergulde, por encima deAan
Boven
Over la líneaLijn
Linaceae
Linie
Regel
Schreef
Streep
Toer
Vlasfamilie que marcabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruiste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze markeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Ik brandmerkte
Ik draaide
Ik duidde aan
Ik gaf aan
Ik gaf een teken
Ik kenmerkte
Ik kruiste aan
Ik markeerde
Ik merkte
Ik tekende el
comienzoAanhef
Aanvang
Begin
Ik begin
Ik begin met
Ik bind aan
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan del firmamentoFirmament
Hemel
Uitspansel
Zwerk. El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent loDe
Hem
Het
U consideróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende señalSein
Signaal
Spoor
Teken. Los díasDagen
Etmalen se
alargabanZij/ze brachten door
Zij/ze droegen af
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gaven over
Zij/ze legden uit
Zij/ze maakten langer
Zij/ze overhandigden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze reikten toe
Zij/ze rekten
Zij/ze rekten uit
Zij/ze stelden ter hand
Zij/ze trokken door
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verdreven
Zij/ze verlengden. VolvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte el solSol
Zon. PeroDoch
Echter
Maar cuandoAls
Tijdens
Wanneer desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde de suHaar
Hun
Uw
Zijn luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte spoed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoedde zich a
acamparKamperen
Legeren. QuedabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren aúnNog
Nog altijd
Nog steeds muchasVeel
Vele
Zeer
Zere horasTijden
Uren de grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid diurnaDagelijks
Dagelijkse y de sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere crepúsculoHalfdonker
Schemer
Schemerdonker
Schemering, y
las aprovechóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte gebruik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte gebruik van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze profiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van nut cortandoAfbrekend
Afplukkend
Afrukkend
Afsnijdend
Doorsnijdend
Hakkend
Het hoofd afslaand
Houwend
Kappend
Knippend
Onthoofdend
Plukkend
Scherend
Sectie verrichtend
Snerpend
Snijdend
Snoeiend
Uitschakelend
Wegscheurend una enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte de leñaBrandhout.
ConDoor
Met
Per
Samen met la nocheAvond
Nacht llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven los horroresVerschrikkingen
Weerzinnen
Zielsangsten. Los hambrientosHongerig
Hongerige lobosBermpjes
Lobos
Wolven se hacíanMen maakte
Zij/ze raakten
Zij/ze werden cada vezElke keer
Steeds
Telkens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
atrevidosAangemoedigd
Brutaal
Brutale
Gewaagd
Gewaagde
Stoutmoedig
Stoutmoedige, y el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap rendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Ik gaf a HenryHendrik. DormitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doezelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep lichtjes algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin, acurrucado
alNaar de
Naar het amorAffectie
Liefde
Min de la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur conDoor
Met
Per
Samen met las mantasDekens
Duivelsroggen
Plaids
Roggen echadasAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los hombrosSchouders, el hachaDe bijl entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las
rodillasKnieën y a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant un perroHond
Rekel
Reu que se apretujaba contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf. Se despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer y
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag, a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd de cuatro4
Vier metrosMeters
Metra
Metro's
Metrums
Versmaten de distanciaAfstand
Eind
End, un enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische loboBermpje
Wolf grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen de la
manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde. Y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus: en el momentoHet ogenblik en queWaarin mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
op
Ik zag toe, la fieraWild dier
Wrede
Wreed estiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde uit (van
deeg)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
deliberadamenteExpres
Met opzet. LoDe
Hem
Het
U hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit del perezosoLangzaam
Langzame
Lui
Luiaard
Lusteloos
Lusteloze
Traag
Trage modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze en queWaarin suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon hacerloDoen
Laten
Maken los perrosHonden
Rekels
Reuen,
bostezandoGapend
Geeuwend casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat en suHaar
Hun
Uw
Zijn mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle y mirándolo conDoor
Met
Per
Samen met ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere aireLucht de posesiónBezit
Bezitting
Eigendom
Goed
Vermogen, como siAlsof
verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal que se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand aplazadoAangehouden
Uitgesteld
Verdaagd
Verschoven, peroDoch
Echter
Maar que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se
tardará(Het) zal duren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dralen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal duren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lang over
iets doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lang wegblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nablijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal talmen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal treuzelen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere en engullirVerzwelgen.
EsaDat
Die certidumbreZekerheid la demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank bajarían deZij/ze zouden halen van veinte20
Twintig los lobosBermpjes
Lobos
Wolven que
contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde, que leHaar
Hem
Het
U mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
op
Zij/ze zagen toe fijaBepaal!
Bepaald
Bepalend
Bepalende
Bevestig!
Bevestigd
Fixeer!
Gefixeerd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Maak vast!
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Plak vast!
Rek
Rekstok
Star
Starre
Stel vast!
Vast
Vaste
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld y codiciosamente o que dormíanZij/ze brachten onder narcose
Zij/ze maften
Zij/ze pitten
Zij/ze sliepen
Zij/ze sliepen uit conDoor
Met
Per
Samen met todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust! sobre laOp de
Op het nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!.
LeHaar
Hem
Het
U recordabanZij/ze herdachten
Zij/ze herinnerden
Zij/ze onthielden
Zij/ze wisten nog a una multitudDrom
Menigte
Schare de niñosJongens
Kinderen reunidosGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom la mesaLa mesa de un festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij y
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten. Y élHem
Hij constituíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Ik maakte uit
Ik stelde samen
Ik vormde la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je y cuándoNu eens ... dan
weer
Wanneer
empezaríanZij/ze zouden aanbreken
Zij/ze zouden aansnijden
Zij/ze zouden aanvangen
Zij/ze zouden beginnen
Zij/ze zouden ingaan el banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij?
MientrasTerwijl iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer amontonandoOpstapelend leñaBrandhout sobre laOp de
Op het hogueraBrandstapel, se percatóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar de que sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar un cariñoGehechtheid
Genegenheid
Liefde
Toewijding
Zorg por
suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf que nuncaNimmer
Nooit habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had experimentadoBeleefd
Doorgemaakt
Ervaren
Geëxperimenteerd
Ondervonden antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger. ObservóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe el movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de susHaar
Hun
Uw
Zijn
músculosSpieren y leHaar
Hem
Het
U interesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemde belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseerde el ingeniosoAd rem
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Snedig
Snedige
Vernuftig
Vernuftige
Vindingrijk
Vindingrijke mecanismoMachinerie
Mechanisme
Werk de susHaar
Hun
Uw
Zijn dedosTenen
Vingeren
Vingers. A la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting de la hogueraBrandstapel los
encorvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om lentaLangzaam
Langzame
Traag
Trage y repetidamenteHerhaaldelijk, primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één en uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle a la vezTegelijk, abriendoBeginnend
Graverend
Open makend
Opendoend
Openend
Openmakend o
cerrandoAfsluitend
Dichtdoend
Dichtmakend
Op slot doend
Sluitend
Toedoend la manoDe hand rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug. Se fijóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich op en la formaciónAangaan
Formatie
Formeren
Opleiding
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Scholing
Vormen
Vorming de las uñasNagelen
Nagels y pinchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak los pulpejos*
de los dedosTenen
Vingeren
Vingers con fuerzaHard y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens suavementeZacht
Zachtjes, estudiandoBestuderend
Instuderend
Lerend
School gaand
Studerend
Studie makend van, alNaar de
Naar het hacerloDoen
Laten
Maken, las sensacionesIndrukken
Sensaties
que susHaar
Hun
Uw
Zijn nerviosNerven
Ribbels
Ribben
Zenuwen experimentabanZij/ze beleefden
Zij/ze ervoeren
Zij/ze experimenteerden
Zij/ze maakten door
Zij/ze ondervonden. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle leHaar
Hem
Het
U teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast fascinadoBetoverd
Gefascineerd, y descubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit que amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van de
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast aquellaDat
Die
Diegene refinadaGelouterd
Geraffineerd
Geraffineerde
Subtiel
Subtiele
Verfijnd carneVlees suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u de mecanismoMachinerie
Mechanisme
Werk tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon, suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele y delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg una temerosaAngstaanjagend
Angstaanjagende
Angstig
Angstige
Angstwekkend
Angstwekkende
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beangstigend
Beangstigende
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaarlijk
Vervaarlijke
Vreesachtig
Vreesachtige miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien alNaar de
Naar het círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje de lobosBermpjes
Lobos
Wolven que leHaar
Hem
Het
U rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde en actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand de expectativaVerwachting
Vooruitzicht y,
alNaar de
Naar het duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai choqueAanrijding
Aanvaring
Botsing
Botst u!
Choqueert u!
Geeft u aanstoot!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze botst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze choqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aanstoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt op
Ik bots
Ik choqueer
Ik geef aanstoot
Ik klap
Ik klop
Ik kwets
Ik sla
Ik val op
Klapt u!
Klopt u!
Kwetst u!
Schok
Shock
Slaat u!
Valt u op!
Voltreffer de la realidadRealiteit
Werkelijkheid, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag que aquelDat
Die cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf maravillosoMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke, aquellaDat
Die
Diegene carneVlees vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal. SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! saciar la voracidadVoraciteit
Vraatzucht de aquellasDie
Diegene fierasWrede
Wreed, cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
colmillosSlagtanden leHaar
Hem
Het
U desgarraríanZij/ze zouden doorscheuren
Zij/ze zouden vaneenscheuren
Zij/ze zouden verscheuren para queOpdat
Zodat sirvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst de sustentoOndersteuning, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals las antas y los conejosKonijnen
Kutten
Vulva's
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten el suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u.
Salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit del sopor de aquellaDat
Die
Diegene especieAangelegenheid
Soort de pesadillaAngstdroom
Nachtmerrie paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hallarseZich bevinden
Zich terugvinden
Zijn conDoor
Met
Per
Samen met la rojizaRoodachtig
Roodachtige
Rossig
Rossige lobaWolvin delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat a mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere distanciaAfstand
Eind
End que unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n dos2
Do's
Twee
Tweede metrosMeters
Metra
Metro's
Metrums
Versmaten, sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld en la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! y mirándole
fijamenteBeslist
Zeker. Los dosAlle twee de
Allebei
Beide perrosHonden
Rekels
Reuen gruñíanZij/ze gromden
Zij/ze knorden o lanzabanZij/ze braakten
Zij/ze deden horen
Zij/ze gaven over
Zij/ze gooiden
Zij/ze keilden
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze lanceerden
Zij/ze liepen uit
Zij/ze lieten van stapel
lopen
Zij/ze ontketenden
Zij/ze ontkiemden
Zij/ze schreven uit
Zij/ze slingerden weg
Zij/ze speelden uit
Zij/ze stieten uit
Zij/ze stootten uit
Zij/ze wierpen
Zij/ze wierpen weg gañidosGehuild
Gekrijst a susHaar
Hun
Uw
Zijn piesPoten
Voeten, peroDoch
Echter
Maar ellaHaar
Ze
Zij ni siquieraZelfs niet lesHen
Hun
U
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak. A quienDie
Wie mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
op
Ik zag toe eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was alNaar de
Naar het hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, y por un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even sostuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien.
NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de amenazadorDreigend
Dreigende se descubríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit
Ik ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit en la lobaWolvin. Se limitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan
Ik begrensde
Ik beknotte
Ik beperkte
Ik legde beperkingen op
aan a mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien, fijaBepaal!
Bepaald
Bepalend
Bepalende
Bevestig!
Bevestigd
Fixeer!
Gefixeerd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Maak vast!
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Plak vast!
Rek
Rekstok
Star
Starre
Stel vast!
Vast
Vaste
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld y seriamente; peroDoch
Echter
Maar
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist élHem
Hij que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals aquellaDat
Die
Diegene seriedadErnst eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was suHaar
Hun
Uw
Zijn inspiradora, el hambreHonger. El
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent representabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertegenwoordigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Ik beeldde uit
Ik bood aan
Ik diende in
Ik presenteerde
Ik stelde voor
Ik stond voor
Ik vertegenwoordigde
Ik vertoonde
Ik voerde op el alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer esperadoAfgewacht
Bedacht geweest op
Gehoopt
Gewacht
Gewacht op
Te wachten gestaan
Verwacht
Verwachte
Vooruitgezien
Voorzien, y a suHaar
Hun
Uw
Zijn vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht, en la lobaWolvin se excitabanZij/ze werden opgewonden van las
sensacionesIndrukken
Sensaties del gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak. El animalBeest
Dier abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater babeandoKwijlend, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la salivaKwijl
Speeksel
Zever se leHaar
Hem
Het
U escurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droop af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droop uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrong uit
Ik droop af
Ik droop uit
Ik goot af
Ik liet uitlekken
Ik wrong uit, y
se relamió conDoor
Met
Per
Samen met anticipadoGeanticipeerd
Geprejudicieerd
Vooruitgelopen
Vooruitgelopen op deleiteBekoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft genot aan
Ik bekoor
Ik verheug
Ik verschaf genot aan
Verheugt u!
Verschaft u genot aan!.
Un convulsivo terrorOntzetting
Schrik
Schrikbewind
Schrikkelijkheid
Terreur se apoderóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich meester del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent. PrecipitadamenteGehaast
Haastig
Inderhaast, fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar cogerAangrijpen
Aanvatten
Afplukken
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Gaan halen
Grijpen
Halen
Nemen
Oprapen
Pakken
Plukken
Tokkelen
Vastgrijpen
Vatten un tizónBrand
Korenbrand
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! arrojárseloGooien
Smijten
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen. PeroDoch
Echter
Maar en el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve en queWaarin la abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen encimaBovendien
Er bovenop y
antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht cerrarlaHet sluiten, la lobaWolvin yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had retrocedidoAchteruitgegaan
Teruggedeinsd
Teruggegaan de un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren y se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring a
salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red, lo queDat wat
Wat daba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op
Ik zag uit op entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk a que la amenazaranZij/ze bedreigden
Zij/ze dreigden conDoor
Met
Per
Samen met tirarleWeggooien
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken. AlNaar de
Naar het saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen, gruñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knorde enseñandoBijbrengend
Instruerend
Latend zien
Lerend
Onderwijzend
Scholend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend los blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte colmillosSlagtanden hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la encíaTandvlees; de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween suHaar
Hun
Uw
Zijn aireLucht serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige de antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn sustituidoAfgelost
Vervangen por otroAnder
Andere
Nog een
Nog één tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer malignoBoosaardig
Boosaardige
Hatelijk
Hatelijke
Kwaadaardig
Kwaadaardige
Maligne
Snode
Snood
Te kwader trouw
Vals
Valse y ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed que leHaar
Hem
Het
U
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit estremecerseHuiveren
Plotseling een schok krijgen
Rillen. HenryHendrik contemplóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloerde la manoDe hand que empuñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte vast
Ik greep
Ik kreeg
Ik pakte vast el tizónBrand
Korenbrand, notandoAantekenend
Bemerkend
Merkend
Noterend
Opmerkend
Opschrijvend
Te boek stellend la
delicadezaAngstvalligheid
Fijngevoeligheid
Kiesheid
Nauwgezetheid de los dedosTenen
Vingeren
Vingers que loDe
Hem
Het
U oprimíanZij/ze kropten op
Zij/ze onderdrukten
Zij/ze verdrongen
Zij/ze verdrukten
Zij/ze verkropten y loDe
Hem
Het
U bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart que se ajustaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste zich aan
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte zich las desigualdadesOngelijkheden que
ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor la superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak del ásperoBits
Bitse
Bobbelig
Bobbelige
Bultig
Bultige
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Onaangenaam
Onaangename
Oneffen
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Rul
Rulle
Ruw
Ruwe
Scherp
Scherpe
Schraal
Schrale
Snibbig
Snibbige leñoBlok
Houtblok, se enroscaba alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom y se retirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug automáticamenteAutomatisch
del sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website que quemaba(Het) verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschroeide
Ik brandde
Ik brandde af
Ik verbrandde
Ik verschroeide la pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! asirAangrijpen
Aanvatten
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Grijpen
Nemen
Oprapen
Pakken
Vastgrijpen
Vatten otroAnder
Andere
Nog een
Nog één en queWaarin el calorDe warmte fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus soportable.
Al instanteAanstonds
Zo imaginóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeeldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde que aquellosDie
Diegene mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve dedosTenen
Vingeren
Vingers, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer delicadosDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde y sensiblesGevoelig
Gevoelige
Leidtonen
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemienen
Smartelijk
Smartelijke
Springzaden
Teergevoelig
Teergevoelige, serían(Ze) zouden zijn
Zij/ze zouden gebeuren
Zij/ze zouden plaatshebben
Zij/ze zouden plaatsvinden
Zij/ze zouden zijn
destrozadosUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest por los blanquísimosSpierwit
Spierwitte dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes de la lobaWolvin. NuncaNimmer
Nooit habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer cariñoGehechtheid
Genegenheid
Liefde
Toewijding
Zorg por
suHaar
Hun
Uw
Zijn cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals desde queSinds tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer inseguraOnzeker
Onzekere veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag suHaar
Hun
Uw
Zijn conservaciónBehoud
Behouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Bewaring
Boeken
Conserveren
Conservering
Handhaving
Instandhouding
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden.
TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la nocheAvond
Nacht estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat luchandoKampend
Strijdend
Worstelend por mantenerErop nahouden
Houden
Onderhouden a distanciaAfstand
Eind
End la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen alNaar de
Naar het llamearLangzaam branden
Sissen
de los tizonesBranden
Korenbranden que lesHen
Hun
U arrojabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit
Ik gooide
Ik gooide uit
Ik smeet
Ik smeet uit
Ik wierp uit. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin leHaar
Hem
Het
U vencíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegevierde
Ik beving
Ik overwon
Ik versloeg
Ik zegevierde el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even, el
gimotear y el gruñirGrommen
Knorren de los perrosHonden
Rekels
Reuen leHaar
Hem
Het
U despertabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
Ik maakte wakker
Ik wekte
Ik wekte op
Ik werd wakker al instanteAanstonds
Zo. Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef la mañanaMorgen
Ochtend, peroDoch
Echter
Maar por
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt la luz del díaDaglicht noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit que los lobosBermpjes
Lobos
Wolven se esparcieranZij/ze gingen in rook
op
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze verdwenen
Zij/ze vermaakten zich buiten alejándoseZich verwijderend van. Inútilmente
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que se fueranZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds permanecieronZij/ze bleven
Zij/ze bleven over
Zij/ze resteerden
Zij/ze restten
Zij/ze toefden
Zij/ze verbleven, en círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend, en
tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil a élHem
Hij y a la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur, mostrandoLatend zien
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend una arroganciaArrogantie posesoria que leHaar
Hem
Het
U hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde que la luz del díaDaglicht habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had despertadoGewekt
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden en élDaaraan
Erin.
IntentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens conDoor
Met
Per
Samen met un desesperadoGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds empujandoDouwend
Dringend
Duwend
Stotend el trineoArrenslee
Slede
Slee. PeroDoch
Echter
Maar en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin se apartóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit de
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich de la protecciónBegunstiging
Behoeden
Beschermen
Bescherming
Beschutten
Beveiligen
Schild
Toeverlaat de la hogueraBrandstapel, saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor élHem
Hij el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus atrevidoAangemoedigd
Brutaal
Brutale
Gewaagd
Gewaagde
Stoutmoedig
Stoutmoedige
de los lobosBermpjes
Lobos
Wolven, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd cortoIk breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige, errandoDolend
Dwalend
Een fout makend
Ernaast zittend
Ronddolend
Ronddwalend
Warend
Zich vergissend
Zwervend el golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot. El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent se salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde zich conDoor
Met
Per
Samen met otroAnder
Andere
Nog een
Nog één saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
hacia atrásAchteruit
Achterwaarts
Rugwaarts, y las quijadasKakementen
Kaken* de la fieraWild dier
Wrede
Wreed se cerraronZij/ze gingen dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten zich a cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak de un palmoOngeveer 20 centimeter
Palmtak
Span
Spanne
Spanning
Spanwijdte de distanciaAfstand
Eind
End del
musloBout
Bovenbeen
Dij en queWaarin creyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild. El restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde se disponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich op yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds a echárseleGooien encimaBovendien
Er bovenop,
y soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten arrojandoErin gooiend
Gooiend
Smijtend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend a diestroBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige y siniestroGemeen
Gemene
Linker
Links
Linkse
Noodlottig
Noodlottige
Onbetrouwbaar
Onbetrouwbare
Ongelukkig
Ongelukkige
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige cuantasHoeveel ook
Van allen encendidasAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht astillasJij/je versplintert
Scherven
Splinters pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht, logróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
retrocederAchteruitgaan
Terugdeinzen
Teruggaan a los lobosBermpjes
Lobos
Wolven a respetuosaRespectvol
Respectvolle distanciaAfstand
Eind
End.
InclusoZelfs en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van la claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid del díaDag
Etmaal, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se atrevióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd onbeschaamd yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds a apartarseScheiden
Uit de weg gaan
Zich terugtrekken
Zich verwijderen de la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
a cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus leñaBrandhout conDoor
Met
Per
Samen met que renovarRenoveren
Vernieuwen suHaar
Hun
Uw
Zijn provisiónBeschikking
Besluit
Bevoorraden
Levering
Maatregel
Provianderen
Proviandering
Spekken
Voorraad
Voorziening
Voorzorg. A unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n seis6
Zes metrosMeters
Metra
Metro's
Metrums
Versmaten habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had un abetoBalsemspar
Canadabalsem
Spar
Sparrenboom
Zilverspar muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische troncoBoomstam
Romp
Stam veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag erguirseNeerzetten
Oprichten
Opslaan
Vestigen. MedioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling díaDag
Etmaal pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek extendiendoAfgevend
Ontvouwend
Ophoudend
Rekkend
Spreidend
Strekkend
Uitbreidend
Uitsmerend
Uitspreidend
Uitstekend
Uitstrekkend
Verbreidend
Vergrotend
Verspreidend
Wijder makend la hogueraBrandstapel hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs hacerlaDoen
Laten
Maken
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a élHem
Hij, y teniendoBijhoudend
Erop nahoudend
Hebbend
Houdend
Vasthoudend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! docenaDozijn de troncosBoomstammen
Rompen
Stammen encendidosAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
arrojarlosGooien
Smijten
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus susHaar
Hun
Uw
Zijn enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige. Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer consiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven alNaar de
Naar het árbolBoom
Mast, observóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe atentamenteAandachtig
Hoogachtend el
bosqueBos
Woud que loDe
Hem
Het
U rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde, queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou que el árbolBoom
Mast cayeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
Ik geraakte
Ik liet vallen
Ik verschoot
Ik verviel
Ik viel
Ik viel af
Ik viel neer en la direcciónDe stuurversnelling en queWaarin másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus abundabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was overvloedig aanwezig
Ik was in overvloed
aanwezig
Ik was overvloedig aanwezig la
leñaBrandhout.
La nocheAvond
Nacht que siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was una repeticiónDoornemen
Herhalen
Herhaling
Nazeggen de la anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, exceptuandoUitzonderend el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet de que la
necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak de dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij cada vezElke keer
Steeds
Telkens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus avasalladoraOverweldigend
Overweldigende. El gruñirGrommen
Knorren de susHaar
Hun
Uw
Zijn perrosHonden
Rekels
Reuen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mantenerloHet te houden despiertoIk maak wakker
Ik wek
Ik wek op
Ik word wakker. Por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest, el sonidoGeluid
Gerucht
Klank noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank paraba(Het) stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stop
Ik bleef staan
Ik deed ophouden
Ik hield aan
Ik hield halt
Ik hield op
Ik hield stil
Ik keerde
Ik legde stil
Ik sloeg af
Ik stelde buiten werking
Ik stond stil
Ik stopte
Ik stuitte
Ik zette af
Ik zette stil
Ik zette stop un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even, y
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! susHaar
Hun
Uw
Zijn embotadosBot
Botte
Dof
Doffe
Gesmoord
Gesmoorde
Stomp
Stompe
Toonloos
Toonloze sentidosAangevoeld
Betekenissen
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Significanties
Zinnen
Zintuigen eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was igual queEvenals
Zoals aumentaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker
Ik deed toenemen
Ik groeide
Ik groeide aan
Ik nam toe
Ik steeg
Ik vergrootte
Ik verhoogde
Ik vermeerderde
Ik wakkerde aan
Ik werd sterker o disminuyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verflauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verminderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd minder
Ik hield achter
Ik liep af
Ik nam af
Ik slonk
Ik taande
Ik verflauwde
Ik verlaagde
Ik verminderde
Ik werd minder de tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht o intensidadIntensiteit.
De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast se despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker sobresaltadoAangerand
Gedaan schrikken
In het oog gesprongen
Opgeschrikt
Overvallen
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt. La lobaWolvin se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd de un metroMeter
Metro
Metrum
Versmaat de distanciaAfstand
Eind
End.
Mecánicamente,_ comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a quemarropa y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te soltarLoslaten
Losmaken el tizónBrand
Korenbrand llameanteZij/ze branden langzaam
Zij/ze sissen, se loDe
Hem
Het
U metióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette por la
bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater, que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige y gruñendoGrommend
Knorrend. La fieraWild dier
Wrede
Wreed saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! apartarseScheiden
Uit de weg gaan
Zich terugtrekken
Zich verwijderen, aullandoBlèrend
Brullend
Bulderend
Gillend
Huilend
Jankend
Roepend
Uitbrullend de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer, y
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
mientrasTerwijl élHem
Hij gozabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugde zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigde zich in
Ik genoot
Ik genoot van
Ik verheugde me in
Ik verlustigde me in alNaar de
Naar het aspirarAmbiëren
Aspireren
Dingen naar
Inademen
Najagen
Nastreven
Snuiven
Stofzuigen
Streven naar el aireLucht impregnadoGeïmpregneerd
Geïmpregneerde de olorAroma
Boeket
Geur
Lucht
Luchtje
Reuk de carneVlees y peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil quemadosAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid, la
vigilabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in de
gaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte
Ik hield in de
gaten
Ik lette op
Ik waakte atentamenteAandachtig
Hoogachtend viéndola sacudirOpschudden
Schokken
Schudden
Wrikken la cabezaHoofd
Kop
Krop y quejarseAanklagen
Klagen
Zich beklagen
Zijn beklag doen furiosaDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste a algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige metrosMeters
Metra
Metro's
Metrums
Versmaten de
distanciaAfstand
Eind
End.
PeroDoch
Echter
Maar estaDeze
Dit vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer volviera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar vencerleBevangen
Overwinnen
Verslaan
Zegevieren el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap, se atóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbond una teaHarsrijk hout ardiendoAan zijnd
Blakend
Brandend
Gloeiend en la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse. SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten que se leHaar
Hem
Het
U habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende los ojosKijkers
Ogen, cuandoAls
Tijdens
Wanneer leHaar
Hem
Het
U
despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker el olorAroma
Boeket
Geur
Lucht
Luchtje
Reuk producidoAangedaan
Aangericht
Afgeworpen
Berokkend
Gesticht
Opgebracht
Opgeleverd
Teweeggebracht
Veroorzaakt
Voortgebracht por la llamaDe vlam que leHaar
Hem
Het
U quemaba(Het) verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschroeide
Ik brandde
Ik brandde af
Ik verbrandde
Ik verschroeide la carneVlees. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens horasTijden
Uren enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige se
aferróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ankerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze enterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep stevig vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp het anker
uit a la prácticaBeoefenen
Handig
Handige
Oefening
Praktijk
Praktisch
Praktische de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind procedimientoAfstammen
Bereidingswijze
Ontspruiten
Procedé
Procedure
Voortgaan
Voortkomen
Werken
Werkwijze. Cada vezElke keer
Steeds
Telkens que se despertabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker de este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer, se
apresurabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelde
Ik accelereerde
Ik bespoedigde
Ik verhaastte
Ik versnelde a ahuyentar a los lobosBermpjes
Lobos
Wolven arrojándoles encendidasAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht ramasAfdelingen
Branches
Takken, añadíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Ik bracht aan
Ik deed bij
Ik gaf toe
Ik mengde bij
Ik voegde bij
Ik voegde toe leñaBrandhout a la
hogueraBrandstapel y disponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltooide
Ik beschikte
Ik beschikte over
Ik beval
Ik disponeerde
Ik maakte klaar
Ik plaatste
Ik rangschikte
Ik voltooide convenientementeOp passende wijze sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! suHaar
Hun
Uw
Zijn manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei la teaHarsrijk hout. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheerde comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals élHem
Hij
deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste, hasta queTot
Totdat la atóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbond malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte y, a pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige de cerrárseleDichtgaan
Sluiten
Zich sluiten los ojosKijkers
Ogen, se leHaar
Hem
Het
U cayó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van la manoDe hand.
AlNaar de
Naar het dormirseIn slaap vallen
Inslapen
Onder zeil gaan, soñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mijmerde. CreyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende hallarseZich bevinden
Zich terugvinden
Zijn en FuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware Macgurry. La temperaturaDe temperatuur de la estanciaGrote boerderij
Oponthoud
Verblijf
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele, se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak y jugabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik speelde
Ik speelde voor
Ik voerde uit a las cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten conDoor
Met
Per
Samen met el agenteAgens
Agent
Broker
Dealer
Effectenmakelaar
Spion
Vertegenwoordiger encargadoAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Opdracht gegeven
Opgedragen de la
factoríaFactorij
Nederzetting*. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook leHaar
Hem
Het
U parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als que los lobosBermpjes
Lobos
Wolven habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren sitiadoBelegerd
Belegerde el fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware. Estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten aullandoBlèrend
Brullend
Bulderend
Gillend
Huilend
Jankend
Roepend
Uitbrullend a
las puertasDeuren
Poorten
Portieren del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve, y de cuando en cuandoAf en toe
Bij tijd en wijlen
Bij wijlen
Nu en dan
Van tijd tot tijd, élHem
Hij y el agenteAgens
Agent
Broker
Dealer
Effectenmakelaar
Spion
Vertegenwoordiger suspendíanZij/ze onderbraken
Zij/ze sloegen af
Zij/ze verwierpen
Zij/ze weigerden
Zij/ze wezen af
Zij/ze wraakten
Zij/ze zegden nee tegen
Zij/ze zeiden nee tegen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
el juegoDe speling paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen a escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren y reírse deUitlachen los vanosDoelloos
Doelloze
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ijl
Ijle
Ingebeeld
Ingebeelde
Leeg
Lege
Loos
Loze
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane esfuerzosBelastingen
Inspanningen
Krachten
Krachtinspanningen
Moeiten
Pogingen de aquellasDie
Diegene fierasWrede
Wreed que
intentabanZij/ze beproefden
Zij/ze hadden voor
Zij/ze pasten
Zij/ze pasten aan
Zij/ze poogden
Zij/ze probeerden
Zij/ze probeerden uit
Zij/ze stelden zich voor
Zij/ze toetsten
Zij/ze trachtten
Zij/ze waren van plan
Zij/ze waren voornemens entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan. PeroDoch
Echter
Maar tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap que, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, se oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond un estallidoBarsten
Bersten
Ontploffen
Openbarsten
Openbersten
Scheuren
Springen
Uitbarsten
Uitbarsting y la puertaDeur
Poort
Portier
saltabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik barstte
Ik deed een sprong
Ik ontplofte
Ik schoot te binnen
Ik schoot uit
Ik sloeg over
Ik spoot op
Ik sprong
Ik sprong in de
lucht
Ik sprong in het
oog
Ik sprong los
Ik sprong op
Ik sprong open
Ik sprong van een
hoogte
Ik viel uit
Ik voer uit hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende a los lobosBermpjes
Lobos
Wolven entrandoBinnengaand
Binnenkomend
Binnenlopend
Binnenrijdend
Ingaand
Inkomend
Inrijdend
Naar binnen gaand comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una oleadaGolfslag
Grote golf
Mensenmenigte en la granGroot
Grote
salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin se hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men maakte todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la vidaHachje
Leven del fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware. En líneaOnline rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse y arrastrándoseKruipend, avanzabanZij/ze anticipeerden
Zij/ze bewogen voort
Zij/ze gingen vooruit
Zij/ze kwamen vooruit
Zij/ze vorderden
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor élHem
Hij y haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el agenteAgens
Agent
Broker
Dealer
Effectenmakelaar
Spion
Vertegenwoordiger. Desde queSinds saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit la puertaDeur
Poort
Portier, el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer que producíanZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten op
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze brachten voort
Zij/ze deden aan
Zij/ze leverden op
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
Zij/ze wierpen af los aullidos
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had aumentadoAangegroeid
Aangewakkerd
Gedaan toenemen
Gegroeid
Gestegen
Sterker geworden
Toegenomen
Vergroot
Verhoogd
Vermeerderd de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze tremendoBuitengewone
Buitengewoon
Enorm
Enorme
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzettend
Ontzettende
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind estrépitoLawaai eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was lo queDat wat
Wat se leHaar
Hem
Het
U hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit insoportableNiet te harden
Ondraaglijk
Ondraaglijke
Onuitstaanbaar
Onuitstaanbare
Onverdraaglijk.
En el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap, las imágenesAfbeeldingen
Beelden
Imago's
Platen
Prenten
Voorstellingen se confundíanZij/ze overtuigden
Zij/ze raakten in de
war
Zij/ze raakten verlegen
Zij/ze vergisten zich
Zij/ze vermengden zich
Zij/ze versloegen
Zij/ze werden beschaamd
Zij/ze werden vernietigd yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds conDoor
Met
Per
Samen met otrasAnder
Andere
Nog één; peroDoch
Echter
Maar, a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer, el
vocerío aquelDat
Die iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer siguiéndole; persistíanZij/ze beten door
Zij/ze hielden voet bij
stuk
Zij/ze hielden vol
Zij/ze volhardden
Zij/ze zetten door los aullidos.
Y entoncesDan
Dus
Toen se despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker y se encontró conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan que estosDeze
Dezen eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer realesDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Realen
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke: los lobosBermpjes
Lobos
Wolven los
producíanZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten op
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze brachten voort
Zij/ze deden aan
Zij/ze leverden op
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
Zij/ze wierpen af alNaar de
Naar het echárseleGooien encimaBovendien
Er bovenop. LoDe
Hem
Het
U rodeabanZij/ze begrepen
Zij/ze gingen om
Zij/ze gingen rond
Zij/ze omgaven
Zij/ze omgaven met
Zij/ze omringden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, atacándolo. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had clavadoGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde los
dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes en un brazoArm. InstintivamenteInstinctief, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit a la hogueraBrandstapel, y alNaar de
Naar het saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
una piernaBeen
Bout
Onderbeen
Poot
Schenkel
Schenkelvlees el tajoHakbank
Hakblok
Kapblok
Snee
Taag terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke de unosVan zo´n dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes que leHaar
Hem
Het
U arrancabanZij/ze brachten op gang
Zij/ze braken af
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen weg
Zij/ze haalden uit
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze ontlokten
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze reten
Zij/ze rukten af
Zij/ze rukten uit
Zij/ze scheurden
Zij/ze scheurden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze startten
Zij/ze tapten
Zij/ze togen
Zij/ze trokken
Zij/ze trokken te voorschijn
Zij/ze trokken uit
Zij/ze vertrokken
Zij/ze zetten aan la carneVlees. EnseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
la luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel! por en medioMiddenin del fuegoVuur. Los gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden mitones* que usabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde aan
Ik benutte
Ik beschikte over
Ik disponeerde
Ik gebruikte
Ik wendde aan HenryHendrik protegíanZij/ze behoedden
Zij/ze beschermden
Zij/ze beschutten
Zij/ze beveiligden
Zij/ze brachten in veiligheid de
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen ascuas alNaar de
Naar het aireLucht en todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen, hasta queTot
Totdat
la hogueraBrandstapel parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer un volcánVulkaan
Vuurspuwende berg en erupciónEruptie
Uitbarsting
Uitslag.
PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht durarAanblijven
Aanhouden
Beklijven
Duren
Standhouden
Voortduren estoDeze
Dit muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd. ConDoor
Met
Per
Samen met el ardorHevige warmte
Hitte
Ijver
Levendigheid
Vurig verlangen
Vuur de la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur, la caraDe kant
De zijde se leHaar
Hem
Het
U llenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij
Ik completeerde
Ik dempte
Ik maakte vol
Ik schonk vol
Ik spekte
Ik stopte
Ik voleindde
Ik vulde
Ik vulde aan
Ik vulde in
Ik werkte bij
de ampollasAmpullen
Blaasjes
Blaren
Lampen
Peren, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast quemadasAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid cejasWenkbrauwen y pestañasHaartjes
Wimpertjes, y los piesPoten
Voeten leHaar
Hem
Het
U abrasaban de modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
insoportableNiet te harden
Ondraaglijk
Ondraaglijke
Onuitstaanbaar
Onuitstaanbare
Onverdraaglijk. ConDoor
Met
Per
Samen met un trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje de ramaAfdeling
Branche
Tak ardiendoAan zijnd
Blakend
Brandend
Gloeiend en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit alNaar de
Naar het bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom de la hogueraBrandstapel.
Los lobosBermpjes
Lobos
Wolven se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta obligadosGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
maken. Por todos losAlle ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen las
ascuas, se oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond el chirriarKnarsen
Knersen
Knetteren
Kraken
Krassen
Piepen
Sjirpen
Tsjirpen de la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! en queWaarin ardíanZij/ze blaakten
Zij/ze brandden
Zij/ze gloeiden
Zij/ze waren aan, y a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip, algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere de los lobosBermpjes
Lobos
Wolven
que retrocedíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deinsde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging achteruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Ik deinsde terug
Ik ging achteruit
Ik ging terug anunciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Ik adverteerde
Ik annonceerde
Ik diende aan
Ik kondigde aan
Ik maakte bekend conDoor
Met
Per
Samen met un desesperadoGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld de quejidos y de furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
gruñirGrommen
Knorren, que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de pisarAanstampen
Betreden
Intrappen
Onder de voet lopen
Prakken
Trappen op
Vertrappen una de aquellasDie
Diegene ascuas.
LanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend aúnNog
Nog altijd
Nog steeds tizonesBranden
Korenbranden a susHaar
Hun
Uw
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus cercanosAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit sobre laOp de
Op het nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! susHaar
Hun
Uw
Zijn
mitones, en los queWie
Zij die habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had prendidoOpgestoken el fuegoVuur, y pateóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampvoette sobre laOp de
Op het fríaAfgekoeld
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! refrescarAfkoelen
Laten schrikken
Rafraichieren
Verfrissen
susHaar
Hun
Uw
Zijn abrasados piesPoten
Voeten. EntoncesDan
Dus
Toen echó de menosHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste a los dosAlle twee de
Allebei
Beide perrosHonden
Rekels
Reuen, y comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding que susHaar
Hun
Uw
Zijn otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten.
El GorditoDik
Mollig
Mollige habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke, y élHem
Hij probablementeAllicht
Vast
Waarschijnlijk
Wel
Zeker sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste manjarEtenswaar
Gerecht
Spijs en algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
de los próximosAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende díasDagen
Etmalen. LoDe
Hem
Het
U estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat presintiendoEen voorgevoel hebbend van
Gissend
Voorziend, horrorizadoAfkeer ingeboezemd
Afschuw ingeboezemd
Gedaan gruwen
Gedaan ontzetten.
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack London
-Jack london¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn cogidoAangegrepen
Aangevat
Afgeplukt
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Gegaan halen
Gegrepen
Gehaald
Genomen
Gepakt
Geplukt
Getokkeld
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen
Verkregen aúnNog
Nog altijd
Nog steeds, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige, amenazandoBedreigend
Dreigend conDoor
Met
Per
Samen met el puñoDe manchet a las
hambrientasHongerig
Hongerige fierasWrede
Wreed. Y alNaar de
Naar het sonidoGeluid
Gerucht
Klank de suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen vozInspraak
Stem
Stemgeluid, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje se agitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wuifde, se oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond un
gruñidoGegromd
Geknord generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale y la lobaWolvin se adelantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voor a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat élHem
Hij, se
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer a mirarleAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien conDoor
Met
Per
Samen met aquellaDat
Die
Diegene seriedadErnst suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u, hijaDochter del hambreHonger.
El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent se decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor a trabajarArbeiden
Bewerken
Werken en la realizaciónBewerkstelligen
Doorvoeren
Gebeuren
Geschieden
Realiseren
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken
Verwezenlijking
Voorkomen
Voorvallen de una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent! que se leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen. ExtendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidde la hogueraBrandstapel hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen con ellaDaarmee un amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje. DentroBinnen
Daarbinnen
Erin del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
se acurrucóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bukte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helde over élHem
Hij y se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd debajoBeneden
Eronder
Onder todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la ropaKleding
Kleren conDoor
Met
Per
Samen met la queDat
Die
Wie
Zij die contabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
Ik berekende
Ik calculeerde
Ik debiteerde
Ik las voor
Ik rekende
Ik rekende uit
Ik telde
Ik telde af
Ik telde neer
Ik verhaalde
Ik vertelde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! protegerse deZich beschermen tegen
Zich hoeden voor la
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt. CuandoAls
Tijdens
Wanneer desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over el amparoBeschermen
Bescherming
Beschutten
Beschutting
Ik bescherm
Ik beschut de las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren, la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige se
acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naderbij con curiosidadNieuwsgierig hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom de la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! averiguarAchterhalen
Nagaan
Navragen
Onderzoeken
Te weten komen
Uitvissen
Uitvorsen quéWat
Welke habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sido deBehoord
Behoord tot
Gekomen uit
Toebehoord élHem
Hij.
HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs entoncesDan
Dus
Toen se lesHen
Hun
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had impedidoBelet
Geblokkeerd
Verhinderd
Verhoed
Voorkomen estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten alNaar de
Naar het amorAffectie
Liefde
Min del fuegoVuur, peroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
establecerseZich vestigen allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds en estrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje, como siAlsof fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren perrosHonden
Rekels
Reuen, parpadeandoFlikkerend
Glinsterend
Knipogend
Met de ogen knipperend
Schitterend o conDoor
Met
Per
Samen met repetidosDoorgenomen
Herhaald
Herhaaldelijk
Herhaaldelijke
Nagezegd
Nog eens gezegd
guiñosKnipogen, bostezandoGapend
Geeuwend y estirándose mientrasTerwijl susHaar
Hun
Uw
Zijn flacosMager
Magere cuerposCorpora
Corpsen
Korpsen
Legerkorpsen
Lichamen
Lijven participabanZij/ze deden mee
Zij/ze namen deel del gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome y
desacostumbradoAfgeleerd
Afgewend calorHitte
Smoorhitte
Warmte. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, la lobaWolvin se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn patasPoten
Voeten traserasAchter-, levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer el hocicoSnuit
apuntándolo a una estrellaBezaai met sterren!
Breek!
Cainito
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezaait met sterren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrijzelt
Sla stuk!
Ster
Sterappel
Verbrijzel! y comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a aullarBlèren
Brullen
Bulderen
Gillen
Huilen
Janken
Roepen
Uitbrullen. Uno por unoÉén voor één fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren imitándola el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de
los lobosBermpjes
Lobos
Wolven, hasta queTot
Totdat todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde, en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve posiciónAandoen
Aannemen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Houding
Inschakelen
Leggen
Menen
Neerleggen
Neerzetten
Onderstellen
Opbrengen
Opleggen
Plaats
Plaatsen
Positie
Stand
Steken
Stellen
Stoppen
Vermoeden
Veronderstellen
Vlijen
Zetten que ellaHaar
Ze
Zij habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had adoptadoAangenomen
Geadopteerd
Zich eigen gemaakt,
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn patasPoten
Voeten y el hocicoSnuit señalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht, lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg alNaar de
Naar het aireLucht el aullido del hambreHonger.
Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef la horaTijd
Uur del albaAanbreken van de dag
Albe
Dageraad
Misgewaad
Ochtendgloren
Wit
Witte y, con ellaDaarmee, la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting diurnaDagelijks
Dagelijkse. La hogueraBrandstapel seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort ardiendoAan zijnd
Blakend
Brandend
Gloeiend, peroDoch
Echter
Maar
tímidamenteVerlegen. Se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd la leñaBrandhout y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node procurarseAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Inkopen
Kopen
Overnemen
Trachten
Zich voorzien van másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent intentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de suHaar
Hun
Uw
Zijn círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje de llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren, peroDoch
Echter
Maar los lobosBermpjes
Lobos
Wolven se lanzaronZij/ze stortten zich a suHaar
Hun
Uw
Zijn encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting. SuHaar
Hun
Uw
Zijn defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren por
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de los ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige tizonesBranden
Korenbranden los obligóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplichtte a saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen a un ladoOpzij!; peroDoch
Echter
Maar yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank retrocedíanZij/ze deinsden terug
Zij/ze gingen achteruit
Zij/ze gingen terug.
CuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! lograrloBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor resultó(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde en vanoTevergeefs. Por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond por vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen y, tropezandoStruikelend,
volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar meterse enZich bemoeien met suHaar
Hun
Uw
Zijn círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje de fuegoVuur. EntoncesDan
Dus
Toen, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los lobosBermpjes
Lobos
Wolven saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor élHem
Hij, erróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een fout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiste zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat ernaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwierf el
golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot y cayó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van cuatro4
Vier patasPoten
Voeten en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur. DioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende un alaridoGil
Krijs
Schreeuw de terrorOntzetting
Schrik
Schrikbewind
Schrikkelijkheid
Terreur que acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit en
gruñidoGegromd
Geknord y se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte spoed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoedde zich a retrocederAchteruitgaan
Terugdeinzen
Teruggaan paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ir aGaan naar refrescarAfkoelen
Laten schrikken
Rafraichieren
Verfrissen susHaar
Hun
Uw
Zijn patasPoten
Voeten en la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!.
El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn mantasDekens
Duivelsroggen
Plaids
Roggen, agachadoGebogen, conDoor
Met
Per
Samen met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer, los
hombrosSchouders caídosAfgevallen
Gelaten vallen
Geraakt
Gevallen
Neergevallen
Verschoten
Vervallen, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!, y la cabezaHoofd
Kop
Krop apoyadaGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund en las rodillasKnieën. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle indicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seinde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik beduidde
Ik duidde aan
Ik duidde uit
Ik gaf aan
Ik gaf een sein
Ik gaf een teken
Ik kenmerkte
Ik liet zien
Ik merkte
Ik seinde
Ik spreidde tentoon
Ik tekende
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees aan
Ik wees uit que al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
renunciaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag af van
Ik stapte af van
Ik zag af van la luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!. De cuando en cuandoAf en toe
Bij tijd en wijlen
Bij wijlen
Nu en dan
Van tijd tot tijd, levantabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik beurde
Ik haalde op
Ik hief
Ik hief op
Ik kookte op
Ik richtte op
Ik sloeg op
Ik tilde
Ik tilde op
Ik verhief
Ik vestigde
Ik zette neer la cabezaHoofd
Kop
Krop paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je la
hogueraBrandstapel iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer bajandoAfdalend
Afslaand
Afstappend
Aftrekkend
Dalend
Kortend
Korting gevend
Lager zettend
Naar beneden gaand
Naar beneden gaand uitstappen
Neerlatend
Uitstappend
Verlagend
Verzakkend
Wegzakkend
Zakkend
Zinkend, consumiéndose. El círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje de llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren se ibaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich dividiendoAfbrekend
Delend
Opsplitsend
Splitsend
Verdelend yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds en
segmentosSegmenten conDoor
Met
Per
Samen met aberturasGapingen entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen ellosHen
Ze
Zij. EstasDeze
Dezen iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren haciéndoseRakend
Wordend cada vezElke keer
Steeds
Telkens mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen, y los
segmentosSegmenten disminuíanZij/ze hielden achter
Zij/ze liepen af
Zij/ze namen af
Zij/ze slonken
Zij/ze taanden
Zij/ze verflauwden
Zij/ze verlaagden
Zij/ze verminderden
Zij/ze werden minder.
-MeMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans síJa
Jawel
Wel
Zich que podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien venirKomen
Meekomen y apoderarosEen volmacht verlenen aan
In het bezit stellen
van
Machtigen de míMe
Mij en cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad-.
PeroDoch
Echter
Maar, sucedaErft u van!
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Ik erf van
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom af
Ik overkom
Ik stam af
Ik val voor
Ik volg op
Komt u af!
Overkomt u!
Stamt u af!
Valt u voor!
Volgt u op! lo queDat wat
Wat sucedaErft u van!
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Ik erf van
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom af
Ik overkom
Ik stam af
Ik val voor
Ik volg op
Komt u af!
Overkomt u!
Stamt u af!
Valt u voor!
Volgt u op!, voy aIk ga naar dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen.
HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin se despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker, y en una de las aberturasGapingen del círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag a la lobaWolvin
que leHaar
Hem
Het
U estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend.
Se volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om a dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen y a despertarseOntwaken
Wakker worden, pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al a élHem
Hij leHaar
Hem
Het
U parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als que debíanZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
te
Zij/ze waren verschuldigd de
haberBezitting
Hebben
Zijn transcurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken horasTijden
Uren enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige. Se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand realizadoBewerkstelligd
Doorgevoerd
Gerealiseerd
Tot stand gebracht
Uitgevoerd
Verricht
Verwerkelijkt
Verwezenlijkt un misteriosoOccult
Occulte cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer misteriosoOccult
Occulte
que la impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor leHaar
Hem
Het
U hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que nuncaNimmer
Nooit los ojosKijkers
Ogen. AlgoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen. Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de comprenderloBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan, peroDoch
Echter
Maar al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de lo queDat wat
Wat eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was. Los lobosBermpjes
Lobos
Wolven yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was de ellosHen
Ze
Zij másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que susHaar
Hun
Uw
Zijn huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen impresasAfgedrukt
Gedrukt
Geprint en la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!, que indicabanZij/ze beduidden
Zij/ze duidden aan
Zij/ze duidden uit
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gaven een sein
Zij/ze gaven een teken
Zij/ze kenmerkten
Zij/ze lieten zien
Zij/ze merkten
Zij/ze seinden
Zij/ze spreidden tentoon
Zij/ze tekenden
Zij/ze toonden
Zij/ze vertoonden
Zij/ze wezen
Zij/ze wezen aan
Zij/ze wezen uit
loDe
Hem
Het
U cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de élHem
Hij. El sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap volvía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar rendirleGeven; la cabezaHoofd
Kop
Krop se leHaar
Hem
Het
U caíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
Ik geraakte
Ik liet vallen
Ik verschoot
Ik verviel
Ik viel
Ik viel af
Ik viel neer, sin queZonder dat
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht evitarloMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen, sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las rodillasKnieën, cuandoAls
Tijdens
Wanneer conDoor
Met
Per
Samen met un repentinoPlotseling
Plotselinge sobresaltoIk doe schrikken
Ik jaag schrik aan
Ik overval
Ik rand aan
Ik schrik op
Ik spring in het
oog
Ik verontrust
Ik verschrik
Ontroering
Ontsteltenis
Schrik se desvelóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon de slaap
niet vatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon niet slapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker de
nuevoNieuw
Nieuwe.
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
Se oíanZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden gritosKreten
Roepen
Schreeuwen humanosHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke, traqueteo de trineosArrensleeën
Sleden
Sledes
Sleeën, crujirKnallen
Knappen
Kraken de guarnicionesBezettingen
Garneringen
Garnituren
Garnizoenen
Stelletjes y ansiososBegerig
Begerige
Benauwd
Benauwde
In spanning
Vurig verlangend latidosGeklopt
de los perrosHonden
Rekels
Reuen que luchabanZij/ze kampten
Zij/ze streden
Zij/ze worstelden por arrastrarlosMeesleuren
Slepen
Trekken
Voorttrekken. EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren cuatro4
Vier los trineosArrensleeën
Sleden
Sledes
Sleeën que avanzabanZij/ze anticipeerden
Zij/ze bewogen voort
Zij/ze gingen vooruit
Zij/ze kwamen vooruit
Zij/ze vorderden desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el cauceBedding
Rivierbedding
Stroombed
Stroombedding del ríoDel rio, alláDaar entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los árbolesBomen
Masten. MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! docenaDozijn de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand juntadoAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom del que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat agachadoGebogen en el centroEl centro
Het midden de la moribundaStervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende hogueraBrandstapel, sacudiéndolo yobligándolo a salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de suHaar
Hun
Uw
Zijn modorra. ÉlHem
Hij lesHen
Hun
U miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe como siAlsof estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was ebrioBeschonken
Dronken
Zat
Zatte y mascullóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prevelde binnensmonds de un
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame, soñolientoSlaperig
Slaperige
Suf
Suffe aúnNog
Nog altijd
Nog steeds, estasDeze
Dezen palabrasBewoordingen
Woorden:
-La lobaWolvin rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood... Se metíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte ergens in entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los perrosHonden
Rekels
Reuen a la horaTijd
Uur de darlesAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen suHaar
Hun
Uw
Zijn raciónAandeel
Deel
Portie
Rantsoen
Taks... Primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke se la
comíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat
Ik at
Ik bikte
Ik gebruikte
Ik gebruikte het middagmaal
Ik lunchte
Ik nuttigde
Ik vrat ellaHaar
Ze
Zij. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se comióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at op a los perrosHonden
Rekels
Reuen... Y finalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte a Bill...
-¿DóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! lordLord Alfred? -leHaar
Hem
Het
U gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
que loDe
Hem
Het
U sacudíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrikte
Ik schokte
Ik schudde
Ik schudde op
Ik wrikte bruscamenteBars
Bruusk
Onverhoeds
Plotseling
Vinnig.
ÉlHem
Hij movióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde lentamenteLangzaam la cabezaHoofd
Kop
Krop en ademánGebaar
Geste
Houding negativoNegatief
Negatieve
Ontkennend
Ontkennende y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, a élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U comióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat... ÉlHem
Hij descansaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Laat rusten!
Lig begraven!
Ontspan!
Pauzeer!
Rust uit!
Rust!
Slaap! izadoGehesen
Opgehesen alláDaar en un árbolBoom
Mast del últimoAchterste
Jongstleden
Laatste sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website en queWaarin
acampé.
-Ik kampeerde
Ik legerde¿MuertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht?
Y en suHaar
Hun
Uw
Zijn ataúdDoodkist
Kist -contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde HenryHendrik.
ForcejeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spartelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobde zich af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelde conDoor
Met
Per
Samen met aireLucht petulanteBaldadig
Baldadige
Brooddronken
Brutaal
Brutale hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs zafarse deZich bevrijden van
Zich losmaken van
Zich onttrekken aan la manoDe hand conDoor
Met
Per
Samen met que leHaar
Hem
Het
U teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast cogidoAangegrepen
Aangevat
Afgeplukt
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Gegaan halen
Gegrepen
Gehaald
Genomen
Gepakt
Geplukt
Getokkeld
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen
Verkregen el hombroSchouder
el queDat
Die
Hij die
Wie hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit las preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen, y murmuró:
-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad¡EaBoe, déjemeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! tranquiloBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille...! EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit rendidoGegeven... BuenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende nochesAvonden
Nachten, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren.
SusHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen parpadearonZij/ze flikkerden
Zij/ze glinsterden
Zij/ze knipoogden
Zij/ze knipperden met de
ogen
Zij/ze schitterden un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat y se cerraronZij/ze gingen dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten zich. InclusoZelfs mientrasTerwijl leHaar
Hem
Het
U colocabanZij/ze brachten onder
Zij/ze deden
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze plaatsten
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten neer
Zij/ze zetten uit másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cómodamente sobre elOp de
Op het montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep de mantasDekens
Duivelsroggen
Plaids
Roggen, resonabanZij/ze galmden
Zij/ze resoneerden
Zij/ze weergalmden
Zij/ze weerklonken susHaar
Hun
Uw
Zijn ronquidosGesnurken en el aireLucht heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude.
PeroDoch
Echter
Maar otroAnder
Andere
Nog een
Nog één ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer se oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook. LejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg, a granGroot
Grote distanciaAfstand
Eind
End, apagadoGeblust
Gedoofd
Uitgeblazen
Uitgeblust
Uitgedaan
Uitgedoofd
Uitgemaakt
Uitgeschakeld
Uitgezet, resonabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze galmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resoneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklonk
Ik galmde
Ik resoneerde
Ik weergalmde
Ik weerklonk el aullido de
la hambrientaHongerig
Hongerige manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde, que comenzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan a seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten la pistaAanwijzing
Baan
Rijbaan
Spoor de otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild, de otraAnder
Andere
Nog een
Nog één carneVlees distintaAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
de la del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de escapárseleLekken
Ontsnappen.
SEGUNDA2e
Tweede PARTEAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
NACIDOGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte EN LODe
Hem
Het
U SALVAJERuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
La batallaDe wielbasis de los colmillosSlagtanden
La lobaWolvin fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke que, antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que los demásDe anderen, se percatóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar de que se oíanZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen de
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten y latirKloppen de perrosHonden
Rekels
Reuen de trineoArrenslee
Slede
Slee, y ellaHaar
Ze
Zij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke en abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten de un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
alNaar de
Naar het hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que los lobosBermpjes
Lobos
Wolven tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast prisioneroGevangen
Gevangene dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje de moribundasStervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren. A la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde leHaar
Hem
Het
U dolíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed pijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zeer
Ik deed pijn
Ik deed zeer abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten la presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild que veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds acorralada, y se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
rezongandoKankerend
Mopperend
Morrend
Sputterend unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! asegurarse deZich verzekeren van que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was injustificada la alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!, hasta queTot
Totdat
al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte emprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardde een ambt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in dienst la huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend las huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen de la lobaWolvin.
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
AlNaar de
Naar het frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte un granGroot
Grote loboBermpje
Wolf grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze; eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de susHaar
Hun
Uw
Zijn variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren.
ConcretamenteIn concreto, el queDat
Die
Hij die
Wie los dirigíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik adresseerde
Ik bestuurde
Ik chauffeerde
Ik dirigeerde
Ik mende
Ik reed
Ik richtte
Ik stuurde
Ik vervoerde a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle impulsándolos a irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven pisándole los talonesCognossementen
Connossementen
Hielen
Kwitanties
Ontvangbewijzen
Ontvangstbewijzen
Reçu's
Souches
Talons
Vrachtbrieven a la
fugitivaHaastig voorbijgaand
Voortvluchtig
Voortvluchtige. ÉlHem
Hij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was quienDie
Wie gruñíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knorde
Ik gromde
Ik knorde a los lobatos amonestándolos o lesHen
Hun
U lanzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
Ik braakte
Ik deed horen
Ik gaf over
Ik gooide
Ik keilde
Ik kwam uit
Ik lanceerde
Ik liep uit
Ik liet van stapel
lopen
Ik ontketende
Ik ontkiemde
Ik schreef uit
Ik slingerde weg
Ik speelde uit
Ik stiet uit
Ik stootte uit
Ik wierp
Ik wierp weg una dentelladaBeet
cuandoAls
Tijdens
Wanneer ambiciosamente pretendíanZij/ze claimden
Zij/ze maakten aanspraak op adelantarleAccelereren
Bespoedigen
Inhalen
Lenen
Passeren
Terugzetten
Uitlenen
Uitschuiven
Uitsteken
Verbeteren
Veredelen
Verhaasten
Vermeerderen
Versnellen
Vervroegen
Voorbijrijden
Voorbijvaren
Voorgaan
Voorlopen
Voorschieten
Vooruitbetalen
Vooruitzetten. Y élHem
Hij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el queDat
Die
Hij die
Wie apretóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze preste el pasoEl paso cuandoAls
Tijdens
Wanneer vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que la lobaWolvin comenzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan a trotarDraven
Dribbelen lentamenteLangzaam a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!.
EllaHaar
Ze
Zij se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan a suHaar
Hun
Uw
Zijn ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant como siAlsof eseDat
Die fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg el sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website que leHaar
Hem
Het
U correspondíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Ik ging aan
Ik kwam overeen
Ik paste, y
ajustóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteedde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze contracteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rectificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette recht entoncesDan
Dus
Toen suHaar
Hun
Uw
Zijn pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan alNaar de
Naar het de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde. ÉlHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U gruñíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knorde
Ik gromde
Ik knorde niEn niet
Evenmin
Noch leHaar
Hem
Het
U enseñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik bracht bij
Ik instrueerde
Ik leerde
Ik liet zien
Ik onderwees
Ik schoolde
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes
cuandoAls
Tijdens
Wanneer, alNaar de
Naar het darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren, resultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Ik bleek
Ik kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vertoonde me
Ik viel uit
Ik vloeide voort
Ik volgde que se leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had adelantadoBespoedigd
Geaccelereerd
Geleend
Gepasseerd
Ingehaald
Teruggezet
Uitgeleend
Uitgeschoven
Uitgestoken
Verbeterd
Veredeld
Verhaast
Vermeerderd
Versneld
Vervroegd
Voorbijgereden
Voorbijgevaren
Voorgegaan
Voorgelopen
Voorgeschoten
Vooruitbetaald
Vooruitgezet. AlNaar de
Naar het contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander, parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid en suHaar
Hun
Uw
Zijn favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst; tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, que a la hembraMoer
Vrouw
Wijfje leHaar
Hem
Het
U desagradabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze choqueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aanstoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetste
Ik choqueerde
Ik gaf aanstoot
Ik kwetste, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, tendiendoOntvouwend
Ophoudend
Rekkend
Spreidend
Strekkend
Uitbreidend
Uitspreidend
Uitstekend
Uitstrekkend élHem
Hij a
correrHardlopen
Hollen
Racen
Rennen
Snellen
Sprinten
Stromen muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks, cuandoAls
Tijdens
Wanneer se leHaar
Hem
Het
U acercabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naderbij
Ik bracht naderbij demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was ellaHaar
Ze
Zij la queDat
Die
Wie
Zij die gruñíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knorde
Ik gromde
Ik knorde y leHaar
Hem
Het
U enseñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik bracht bij
Ik instrueerde
Ik leerde
Ik liet zien
Ik onderwees
Ik schoolde
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit
los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes. Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se limitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan
Ik begrensde
Ik beknotte
Ik beperkte
Ik legde beperkingen op
aan a esoDat
Die
Zulks soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, sinoDoch
Echter
Maar que másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de una vezIn één keer leHaar
Hem
Het
U lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg una dentelladaBeet
en el hombroSchouder. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esoDat
Die
Zulks ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand, élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank mostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik liet zien
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid. Se limitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan
Ik begrensde
Ik beknotte
Ik beperkte
Ik legde beperkingen op
aan a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen un
saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren, apartándoseScheidend
Uit de weg gaand
Zich terugtrekkend
Zich verwijderend a un ladoOpzij!, y a correrHardlopen
Hollen
Racen
Rennen
Snellen
Sprinten
Stromen en líneaOnline rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals conDoor
Met
Per
Samen met un ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere embarazoZwangerschap y
saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend torpementeOnhandig, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen, en el porteApporteert u!
Fatsoen
Gedrag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze apporteert
Hoge afkomst
Houding
Ik apporteer
Inhoud
Laadruimte
Port
Porto
Vervoer
Vracht que adoptabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adopteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich eigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Ik adopteerde
Ik maakte me eigen
Ik nam aan y en la conductaGedrag
Houding
Wandel, a un
avergonzadoBeschaamd
Beschaamd gemaakt
Beschaamde
Beschamend
Beschamende zagal aldeanoBoer
Landman.
EstoDeze
Dit la perturbabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruide op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond op
Ik agiteerde
Ik belemmerde
Ik benauwde
Ik hinderde
Ik hitste op
Ik ruide op
Ik schudde
Ik stookte op
Ik stoorde
Ik verontrustte
Ik verstoorde
Ik wond op en suHaar
Hun
Uw
Zijn direcciónAdres
Adresseren
Besturen
Besturing
Chaufferen
Directie
Dirigeren
Koers
Leiding
Mennen
Regie
Richten
Richting
Rijden
Sturen
Stuurversnelling
Vervoeren de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde; peroDoch
Echter
Maar tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook sufríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg otrasAnder
Andere
Nog één molestiasBelemmeringen
Beletselen
Beletsels
Lasten
Ongemakken
Overlasten
Stoornissen
Storingen
Verhinderingen
Verstoringen. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
a un ladoOpzij! leHaar
Hem
Het
U teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast a élHem
Hij, alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte un enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische loboBermpje
Wolf viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten de entrecano pelaje, cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
cicatricesJij/je heelt
Littekenen
Littekens
Wondtekenen
Wondtekens dabanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden feFiducie
Geloof
Vertrouwen de las numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke batallasGevechten
Jij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Kampen
Slagen
Strijden
Veldslagen en queWaarin habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had intervenidoDeelgenomen
Deelgenomen aan
Geïntervenieerd
Ingegrepen
Tussenbeide gekomen
Zich gemengd in
Zich voorgedaan. Iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend a suHaar
Hun
Uw
Zijn
derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse, seguramenteBeslist
Vast
Zeker porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!, y esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el izquierdoLinker-
Links
Linkse.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook élHem
Hij sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar aficiónHobby
Knutselwerk
Liefhebberij a acercárseleDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen, a virarDoen draaien
Doen wenden
Draaien
Fixeren
Wenden haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor ellaHaar
Ze
Zij, hasta queTot
Totdat conDoor
Met
Per
Samen met el hocicoSnuit,
cruzadoBastaard-
Doorkruist
Gekruist
Hybridisch
Hybridische
Kruisvaarder
Overgestoken de profundasDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens, conseguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf tocarleAanraken el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf, el hombroSchouder o el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek. LoDe
Hem
Het
U
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve que conDoor
Met
Per
Samen met el compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast a la izquierdaLinks, rechazabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verduwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nee tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nee tegen
Ik drong weg
Ik duwde weg
Ik sloeg af
Ik stemde af
Ik stiet af
Ik stiet weg
Ik stootte af
Ik stootte weg
Ik verdrong
Ik verduwde
Ik verwierp
Ik wees af
Ik weigerde
Ik wraakte
Ik zegde nee tegen
Ik zei nee tegen ellaHaar
Ze
Zij conDoor
Met
Per
Samen met los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden; peroDoch
Echter
Maar cuandoAls
Tijdens
Wanneer estasDeze
Dezen se las prodigabanZij/ze verkwistten ambosAlle twee de
Allebei
Beide lobosBermpjes
Lobos
Wolven a la vezTegelijk, se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
bruscamenteBars
Bruusk
Onverhoeds
Plotseling
Vinnig empujadaGedouwd
Gedrongen
Geduwd
Gestoten, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teniendoBijhoudend
Erop nahoudend
Hebbend
Houdend
Vasthoudend másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie que repartirDistribueren
Ronddelen
Rondgeven
Uitdelen
Uitreiken
Verdelen rápidosExpressen
Exprestreinen
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltreinen
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge mordiscosBeten
Happen
Knauwen a diestroBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige
y siniestroGemeen
Gemene
Linker
Links
Linkse
Noodlottig
Noodlottige
Onbetrouwbaar
Onbetrouwbare
Ongelukkig
Ongelukkige
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! apartarAfhouden
Afscheiden
Afzonderen
Onthouden
Onttrekken
Opzij schuiven
Scheiden
Schiften
Weghalen
Weghouden
Wegzetten a los dosAlle twee de
Allebei
Beide cortejadores, mantenerErop nahouden
Houden
Onderhouden la emprendidaEen ambt aanvaard
In dienst getreden
Ondernomen carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren alNaar de
Naar het frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde de
la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde y verBekijken
Kijken
Zien, con precisiónPrecies, el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten los piesPoten
Voeten. En talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken, susHaar
Hun
Uw
Zijn dos2
Do's
Twee
Tweede compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten regañaban aZij/ze gaven een standje la vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt y se mostrabanZij/ze lieten zich zien
Zij/ze vertoonden zich los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes
amenazadoramente. PocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige lesHen
Hun
U hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was costadoFlank
Gekost
Iets moeilijk gevonden
Kant
Zij
Zijde
Zijkant enzarzarseZich in struikgewas begeven en una luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!, peroDoch
Echter
Maar hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el
cortejarHet hof maken
Scharrelen
Vrijen y el saldarAfsluiten
Salderen
Vereffenen susHaar
Hun
Uw
Zijn cuentasBerekeningen
Calculaties
Conti
Conto's
Jij/je berekent
Jij/je calculeert
Jij/je debiteert
Jij/je leest voor
Jij/je rekent
Jij/je rekent uit
Jij/je telt
Jij/je telt af
Jij/je telt neer
Jij/je verhaalt
Jij/je vertelt
Kralen
Nota's
Rekeningen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals rivalesConcurrenten
Mededingers
Rivalen podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen aplazamientoAanhouden
Uitstellen
Verdagen
Verschuiven cuandoAls
Tijdens
Wanneer apremiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was urgent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette tot haast
aan
Ik drong
Ik haastte
Ik jachtte
Ik was urgent
Ik zette tot haast
aan
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere: el hambreHonger de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde.
Cada vezElke keer
Steeds
Telkens que el loboBermpje
Wolf viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk rechazadoAfgeslagen
Afgestemd
Afgestoten
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Verdrongen
Verduwd
Verworpen
Weggedrongen
Weggeduwd
Weggestoten y debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd alejarseZich verwijderen van de aquelDat
Die objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp de susHaar
Hun
Uw
Zijn
deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast, chocaba conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze botste tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte zich aan
Ik botste tegen
Ik stiet me aan
Ik stiet op
Ik stootte me aan
Ik stootte op otroAnder
Andere
Nog een
Nog één loboBermpje
Wolf de unosVan zo´n tres3
Drie añosJaren que corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij suHaar
Hun
Uw
Zijn lado derechoRechterkant, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was precisamenteJuist
Net el de suHaar
Hun
Uw
Zijn ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op! ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind lobezno habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
alcanzadoAchterhaald
Behaald
Bereikend
Bereikende
Bereikt
Buitgemaakt
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Verworven yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn desarrolloBeduiden
Evolueren
Gaan
Gang
Ik beduid
Ik leg uit
Ik licht toe
Ik ontwikkel
Ik verklaar
Ik werk uit
Ik zet uiteen
Loop
Ontwikkelen
Ontwikkeling
Ontwikkelingsgang
Proces
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Uitwerken
Verklaren
Verloop, y teniendo en cuentaEr rekening mee houdend
Rekening houdend met el estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de debilidadBesluiteloosheid
Genegenheid
Gevoel van honger
Krachteloosheid
Tengerheid
Zwakheid
Zwakte y de hambreHonger
de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde, podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht decirseBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen que poseíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking y mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen ánimosBedoelingen
Doelen
Energieën
Gedachten
Gedachtes
Geesten
Gemoederen
Idees
Ideeën
Oogmerken
Willen
Zielen que la mayoríaGros
Meerderheid
Merendeel
de los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte conservandoBehoudend
Bergend
Besprekend
Bewarend
Boekend
Conserverend
Onderhoudend
Openhoudend
Overhoudend
Reserverend
Vrijhoudend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend la cabezaHoofd
Kop
Krop alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve nivelHoogte
Niveau
Peil
Plan
Waterpas del
hombroSchouder del loboBermpje
Wolf tuertoEenogig
Eenogige, que leHaar
Hem
Het
U aventajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muntte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde voorbij
Ik blonk uit
Ik ging te boven
Ik muntte uit
Ik overtrof
Ik streefde voorbij en añosJaren. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt -aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
frecuenteBezoekt u!
Frequent
Frequente
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over de
vloer
Ik bezoek
Ik kom over de
vloer
Komt u over de
vloer!
Veel voorkomend
Veelvuldig
Veelvuldige- se aventurabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde a adelantarloAccelereren
Bespoedigen
Inhalen
Lenen
Passeren
Terugzetten
Uitlenen
Uitschuiven
Uitsteken
Verbeteren
Veredelen
Verhaasten
Vermeerderen
Versnellen
Vervroegen
Voorbijrijden
Voorbijvaren
Voorgaan
Voorlopen
Voorschieten
Vooruitbetalen
Vooruitzetten, un gruñidoGegromd
Geknord y un mordiscoBeet
Hap
Knauw loDe
Hem
Het
U obligabanZij/ze drongen op
Zij/ze dwongen
Zij/ze forceerden
Zij/ze noodzaakten
Zij/ze verplichtten a volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken alNaar de
Naar het
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel que leHaar
Hem
Het
U correspondíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Ik ging aan
Ik kwam overeen
Ik paste. En todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak, de vez en cuandoAf en toe
Van tijd tot tijd se quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat rezagadoAchterblijvend
Achterblijvende
Achterblijver
Vertraagd
Vertraagde y se
metíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Ik deed
Ik legde
Ik legde in
Ik plaatste
Ik stak
Ik stak in
Ik stelde
Ik stopte
Ik zette entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen el jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude y la lobaWolvin. EstoDeze
Dit ocasionabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Ik belegde
Ik berokkende
Ik bracht teweeg
Ik deed aan
Ik hield
Ik richtte aan
Ik schreef uit
Ik stichtte
Ik veroorzaakte un dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs un tripleDrievoud disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer ellaHaar
Ze
Zij gruñíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knorde
Ik gromde
Ik knorde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! manifestarLaten blijken
Manifesteren
Tonen
Uiten suHaar
Hun
Uw
Zijn desagradoIk choqueer
Ik geef aanstoot
Ik kwets, el jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten se volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus el lobato paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! castigarloBestraffen
Straffen. AlgunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten, la hembraMoer
Vrouw
Wijfje mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve loDe
Hem
Het
U ayudabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde. Y otrasAnder
Andere
Nog één,
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille girabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze endosseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik endosseerde
Ik gireerde
Ik keerde
Ik keerde me om
Ik keerde om
Ik sloeg af
Ik wendde en redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tomar parteDeelnemen en el castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging.
En talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken, el lobato se encontraba conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan seis6
Zes hilerasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten de salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes que loDe
Hem
Het
U
amenazanZij/ze bedreigen
Zij/ze dreigen. Se deteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte precipitadamenteGehaast
Haastig
Inderhaast, se apoyabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leunde sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen traserosAchter-
Achterkanten
Achtersten
Achterstes
Achterzijden
Achterzijdes
Bipsen
Gatten
Konten
Staartstukken
Zitvlakken, afirmabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Ik betuigde
Ik bevestigde
Ik beweerde
Ik stelde
Ik verzekerde
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
las tiesasDirect
Directe
Live
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse patasPoten
Voeten delanterasAntecedenten
Voor-
Vooropgaand
Vooropgaande
Voorpanden
Voorstukken y resistíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg achteruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spartelde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was weerspannig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerstond
Ik doorstond
Ik sloeg achteruit
Ik spartelde tegen
Ik streefde tegen
Ik verdroeg
Ik verzette me
Ik was weerspannig
Ik weerstond el ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart abiertasBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige las faucesBek
Muil
Opening y erizadosBorstelig
Borstelige
Met moeilijkheden omgegeven
Met moeilijkheden omgeven
Opgericht
Overeind gezet
Rechtopstaand
Rechtopstaande
Ruigharig
Ruigharige
Ruwharig
Ruwharige los pelosBeharingen
Haardossen
Haren
del cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek. EstaDeze
Dit confusiónVerwardheid
Verwarring que se originabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsproot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het gevolg
van en el frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf otraAnder
Andere
Nog een
Nog één en
los lobosBermpjes
Lobos
Wolven que veníanZij/ze kwamen
Zij/ze kwamen mee detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin. ChocabanZij/ze botsten
Zij/ze choqueerden
Zij/ze gaven aanstoot
Zij/ze klapten
Zij/ze klopten
Zij/ze kwetsten
Zij/ze sloegen
Zij/ze vielen op estosDeze
Dezen conDoor
Met
Per
Samen met el lobato y expresabanZij/ze betuigden
Zij/ze drukten uit
Zij/ze opperden
Zij/ze spraken uit
Zij/ze uitten
Zij/ze verwoordden suHaar
Hun
Uw
Zijn disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart
dándoleHet gevend fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware mordiscosBeten
Happen
Knauwen en las patasPoten
Voeten posterioresAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende y en los ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten. Él mismoHemzelf se buscabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik ging halen
Ik haalde
Ik haalde af
Ik haalde op
Ik keek uit
Ik snorde
Ik zag uit
Ik zocht
Ik zocht op
dañosAfbreuken
Beschadigingen
Gebreken
Nadelen
Pijnen
Schaden
Schades y molestiasBelemmeringen
Beletselen
Beletsels
Lasten
Ongemakken
Overlasten
Stoornissen
Storingen
Verhinderingen
Verstoringen, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la falta de comidaVoedselgebrek y el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor corríanZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten parejos en todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle;
peroDoch
Echter
Maar conDoor
Met
Per
Samen met la feFiducie
Geloof
Vertrouwen ilimitadaOnbegrensd
Onbegrensde propiaEigen de la juventudJeugd
Jeugdigheid, se empeñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende tegen een
onderpand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpandde
Ik beleende
Ik leende tegen een
onderpand
Ik verpandde en repetirDoornemen
Herhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve maniobraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manoeuvreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangeert
Manoeuvreer!
Rangeer!
a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al nuncaNimmer
Nooit consiguieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak que continuasAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende derrotasJij/je richt te gronde
Jij/je verkwist
Jij/je vernielt
Jij/je vernietigt
Jij/je verslaat
Nederlagen.
De haberBezitting
Hebben
Zijn tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei el alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, el amorAffectie
Liefde
Min y las luchasJij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je worstelt hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd,
y la formaciónAangaan
Formatie
Formeren
Opleiding
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Scholing
Vormen
Vorming a que se sujetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
Ik bevestigde
Ik bond vast
Ik fixeerde
Ik maakte vast
Ik verstevigde
Ik zette vast la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen. PeroDoch
Echter
Maar la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
de estaDeze
Dit eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was desesperadaGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige. El hambreHonger, largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd sostenidoBeweerd
Gedragen
Geruggensteund
Geschoord
Geschraagd
Hekje
Kruis
Onderhouden
Ondersteund
Verzekerd, la teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast en un estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de
excesivaOvercompleet
Overcomplete
Overdreven
Overmatig demacración. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds niEn niet
Evenmin
Noch corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte siquieraAlthans conDoor
Met
Per
Samen met la velocidadDe snelheid acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk. Los lobosBermpjes
Lobos
Wolven
zagueros, los queWie
Zij die cojeandoHinkend
Kreupel lopend
Mank lopend
Slecht functionerend
Trekkend seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort a los demásDe anderen, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus débilesLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke, los muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille o
los muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten. AlNaar de
Naar het frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware. PeroDoch
Echter
Maar todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ellosHen
Ze
Zij parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
als esqueletosGebeenten
Geraamten
Geraamtes
Karkassen
Skeletten. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
embargoAanhaling
Confiscatie
Ik leg embargo op
Inbeslagneming
Verbeurdverklaring, excepciónExceptie
Uitzonderen
Uitzondering hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd de los queWie
Zij die cojeabanZij/ze functioneerden slecht
Zij/ze hinkten
Zij/ze liepen kreupel
Zij/ze liepen mank
Zij/ze trokken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte adivinarBeduiden
Doorzien
Gissen
Raden
Verwachten
Voorspellen
Voorzeggen
Waarzeggen en ellosHen
Ze
Zij el esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
niEn niet
Evenmin
Noch el cansancioVermoeidheid, a juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen por susHaar
Hun
Uw
Zijn movimientosBewegingen
Drukten
Slagen
Zetten. AquellosDie
Diegene músculosSpieren, que semejabanZij/ze geleken
Zij/ze leken
cuerdasKoorden
Lijnen
Snaren
Snoeren
Stembanden
Touwen
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput inextinguible de energíaArbeidsvermogen
Energie
Fut
Spirit
Veerkracht
Wilskracht. TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over la contracciónContractie
Ineenkrimpen
Ineenkronkelen
Oplopen de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de aquellosDie
Diegene
resortesDrijfveren
Springveren
Veren acerados veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig continuabanZij/ze gingen door
Zij/ze gingen verder
Zij/ze gingen verder met
Zij/ze gingen voort
Zij/ze hielden aan
Zij/ze vervolgden
Zij/ze zetten voort sin queZonder dat parecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding.
Los lobosBermpjes
Lobos
Wolven corrieronZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten muchosVeel
Vele
Zeer
Zere kilómetrosKilometers
Kms aquelDat
Die díaDag
Etmaal. CorrieronZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la nocheAvond
Nacht, y el díaDag
Etmaal
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende continuaronZij/ze gingen door
Zij/ze gingen verder
Zij/ze gingen verder met
Zij/ze gingen voort
Zij/ze hielden aan
Zij/ze vervolgden
Zij/ze zetten voort corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend. CorríanZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten sobre laOp de
Op het superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak de un mundoAardrijk
Wereld heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude y
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had en élDaaraan
Erin vidaHachje
Leven que se movieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich. Los únicosAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que se movíanZij/ze bewogen
Zij/ze bewogen zich
Zij/ze verroerden zich a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via aquellaDat
Die
Diegene
vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde inerciaTraagheid eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren ellosHen
Ze
Zij. EllosHen
Ze
Zij estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige eEn iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren en buscaOp zoek de otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één seresWezenlijkheden
Wezens vivientes paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
devorarlosVerslinden y continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig viviendoLevend
Wonend.
CruzaronZij/ze doorkruisten
Zij/ze kruisten
Zij/ze staken over grandes llanurasGreat plains y se dedicaronZij/ze legden zich toe
op
Zij/ze wijdden zich alNaar de
Naar het ojeo de una docenaDozijn de arroyosBeekjes
Beken
Eenbaanswegen
Goten
Hoofdwegen
Kreken
Rijwegen
Riviertjes
Straatwegen
Straten
Stroompjes
Vlieten
Weteringen en una
comarcaGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij! de hondonadas, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer vieranZij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen recompensadoBeloond
Geloond
Schadeloos gesteld
Teruggedaan
Vergolden suHaar
Hun
Uw
Zijn trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken. Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
conDoor
Met
Per
Samen met algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige antas. La primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke que hallaronZij/ze bevonden
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was una especieAangelegenheid
Soort de bueyNoordzeekrab
Os
Rund de granGroot
Grote tamañoBestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid.
SuponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veronderstelde
Ik meende
Ik nam aan
Ik onderstelde
Ik stelde
Ik vermoedde
Ik veronderstelde carneVlees en abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid y vidaHachje
Leven, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank guardadasBehoed
Bewaakt
Bewaard
De wacht gehad
Gehoed
Gelet op
Gepast op
Gewaakt over
Opgeborgen y protegidasBehoed
Beschermd
Beschut
Beveiligd
In veiligheid gebracht ambasBeide por misteriosasOccult
Occulte
hoguerasBrandstapels niEn niet
Evenmin
Noch por voladoresVliegend
Vliegende proyectilesProjectielen que lanzabanZij/ze braakten
Zij/ze deden horen
Zij/ze gaven over
Zij/ze gooiden
Zij/ze keilden
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze lanceerden
Zij/ze liepen uit
Zij/ze lieten van stapel
lopen
Zij/ze ontketenden
Zij/ze ontkiemden
Zij/ze schreven uit
Zij/ze slingerden weg
Zij/ze speelden uit
Zij/ze stieten uit
Zij/ze stootten uit
Zij/ze wierpen
Zij/ze wierpen weg llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren. Las pezuñasHoeven partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan y las
astasClaxons
Hoornen
Hoorns
Toeters en forma deIn de vorm van palaPannekoekmes
Schep
Schop
Taartschep las conocíanZij/ze kenden
Zij/ze leerden kennen
Zij/ze maakten kennis
Zij/ze waren bekend met
Zij/ze wisten yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig prescindieronZij/ze ontbeerden
Zij/ze zagen af van entoncesDan
Dus
Toen de suHaar
Hun
Uw
Zijn
acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk pacienciaGeduld
Lijdzaamheid y cautelaOmzichtigheid en la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild. La luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel! fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie! y ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed. El granGroot
Grote bueyNoordzeekrab
Os
Rund fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
atacadoAangegrepen
Aangetast
Aangevallen
Geattaqueerd
Getackeld por todos losAlle ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten. Abrió en canalHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spleet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste a muchosVeel
Vele
Zeer
Zere o lesHen
Hun
U partióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok el cráneoSchedel conDoor
Met
Per
Samen met hábilesBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Bevoegd
Bevoegde
Geoefend
Geoefende
Gerechtigd
Gerechtigde
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige
patadasSchoppen
Schoppens
Trappen de susHaar
Hun
Uw
Zijn grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen. Los aplastóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde uit (van
deeg) o los despedazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in stukken
uiteen vallen conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn enormesEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische astasClaxons
Hoornen
Hoorns
Toeters.
Revolcándolos en la luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!, los pateóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampvoette hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs hundirlos(Laten) zinken
Onderduwen en la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!. PeroDoch
Echter
Maar al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
dominadoBedwongen
Beheerst
De boventoon gevoerd
Gedomineerd
Overheerst
Uitgeschitterd, y se desplomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de loodrechte
stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel bewusteloos neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel dood neer conDoor
Met
Per
Samen met la lobaWolvin cogidaAangegrepen
Aangevat
Afgeplukt
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Gegaan halen
Gegrepen
Gehaald
Genomen
Gepakt
Geplukt
Getokkeld
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen a suHaar
Hun
Uw
Zijn cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek, que estaDeze
Dit desgarrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde vaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheurde
Ik scheurde door
Ik scheurde vaneen
Ik verscheurde
furiosamente, y clavadosGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes de otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één muchosVeel
Vele
Zeer
Zere en diez10
Tien sitiosBelegeringen
Beleggen
Liggingen
Locaties
Lokalen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Plekken
Ruimten
Ruimtes
Websites de suHaar
Hun
Uw
Zijn cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf. LoDe
Hem
Het
U
devoraronZij/ze verslonden vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer élHem
Hij cesaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik hield op
Ik liet af
Ik scheed uit
Ik scheidde uit
Ik stopte
Ik week suHaar
Hun
Uw
Zijn luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel! por defenderseZich verdedigen y dejara deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte met
Ik stopte met causarlesAandoen
Aanrichten
Berokkenen
Doen
Laten
Laten doen
Maken
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast carneVlees abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige. El bueyNoordzeekrab
Os
Rund pesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bepaalde het gewicht
Ik was zwaar
Ik woog
Ik woog af másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de ochocientas800
Achthonderd librasJij/je bevrijdt
Ponden*, conDoor
Met
Per
Samen met lo queDat wat
Wat
tocabanZij/ze beroerden
Zij/ze gingen
Zij/ze gingen over
Zij/ze klepten
Zij/ze klonken
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze raakten
Zij/ze raakten aan
Zij/ze roerden aan
Zij/ze sloegen
Zij/ze speelden
Zij/ze speelden voor
Zij/ze toucheerden
Zij/ze voerden uit
Zij/ze zaten aan a unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n veinte20
Twintig librasJij/je bevrijdt
Ponden de carneVlees paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen de los cuarenta40
Veertig y tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele lobosBermpjes
Lobos
Wolven de la
manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde. PeroDoch
Echter
Maar siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was prodigiosaWonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke suHaar
Hun
Uw
Zijn resistenciaDoorstaan
Muiten
Rebelleren
Resistentie
Tegenspartelen
Tegenstreven
Verdragen
Verzet
Weerstaan
Weerstand alNaar de
Naar het ayunoIk vast
Vasten, prodigiosoWonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook lo queDat wat
Wat
podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten, y prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que unos cuantosEnige huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken esparcidosBestrooid
Uitgespreid
Verdeeld
Verspreid
Verspreide de
aquelDat
Die espléndidoGoedgeefs
Goedgeefse
Prachtig
Prachtige
Royaal
Royale
Schitterend
Schitterende
Vrijgevig
Vrijgevige animalBeest
Dier que unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n horasTijden
Uren antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet frente aTegenover
Vergeleken met
Versus la manada de lobosRoedel wolven.
Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef el momentoHet ogenblik del descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten y del sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap. LlenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds el estómagoMaag, las riñasJij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt ruzie
Jij/je ruziet
Ruzies y peleasJij/je kampt
Jij/je maakt ruzie
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Ruzies
comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los machosDraadtappen
Gasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille, continuandoAanhoudend
Doorgaand
Verder gaand
Verder gaand met
Vervolgend
Voortgaand
Voortzettend duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens los pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige díasDagen
Etmalen que la
manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde aúnNog
Nog altijd
Nog steeds siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort unidaAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd. El hambreHonger habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd. Los lobosBermpjes
Lobos
Wolven se hallabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze vonden zich terug
Zij/ze waren ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans en el
paísLand de la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild, y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al aúnNog
Nog altijd
Nog steeds se dedicaron aZij/ze wijdden zich aan buscarlaAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken agrupadosGegroepeerd
Gegroepeerde, cazabanZij/ze bejaagden
Zij/ze bejoegen
Zij/ze dreven voort
Zij/ze jaagden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen
Zij/ze joegen na
Zij/ze maakten jacht op conDoor
Met
Per
Samen met másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
cautelaOmzichtigheid, acorralando pesadasAfgewogen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Zwaar
Zwaar geweest
Zware hembrasMoeren
Vrouwen
Wijfjes o viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten y enfermosZiek
Ziek geworden
Zieke
Zieken machosDraadtappen
Gasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten que se separabanZij/ze gingen uit elkaar
Zij/ze scheidden de
los reducidosGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd rebañosDriften
Kudden
Kuddes
Roedels
Veestapels de antas que encontrabanZij/ze bevonden
Zij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden.
Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef un díaDag
Etmaal, en aquellaDat
Die
Diegene tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land de la abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid, en queWaarin la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde se dividió en dosHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze halveerde y
cada unaElk tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan una direcciónEen stuurversnelling distintaAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere. La lobaWolvin, que llevaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
Ik nam mee naar
Ik nam mee voor suHaar
Hun
Uw
Zijn izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse alNaar de
Naar het jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille y a suHaar
Hun
Uw
Zijn derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse alNaar de
Naar het viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten tuertoEenogig
Eenogige, condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde a suHaar
Hun
Uw
Zijn mitadHelft haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el río MackenzieMackenzie*, y loDe
Hem
Het
U
cruzaronZij/ze doorkruisten
Zij/ze kruisten
Zij/ze staken over despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven alNaar de
Naar het paísLand de los lagosLagos
Meren
Plassen
Waterplassen, situadoGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd en la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del esteOosten-. Todos losAlle
díasDagen
Etmalen, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer disminuyendoAchterhoudend
Aflopend
Afnemend
Minder wordend
Slinkend
Tanend
Verflauwend
Verlagend
Verminderend. De dos2
Do's
Twee
Tweede en dos2
Do's
Twee
Tweede, un machoDraadtap
Gast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Mannetje
Manspersoon
Vent y una hembraMoer
Vrouw
Wijfje,
los lobosBermpjes
Lobos
Wolven iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren desertandoAfvallend
Deserterend
Ontrouw wordend. De cuando en cuandoAf en toe
Bij tijd en wijlen
Bij wijlen
Nu en dan
Van tijd tot tijd, un machoDraadtap
Gast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Mannetje
Manspersoon
Vent solitarioPatience
Solitairspel
Solo
Teruggetrokken era arrojadoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoelde aan
Ik spoelde aan a
dentelladasBeten por susHaar
Hun
Uw
Zijn rivalesConcurrenten
Mededingers
Rivalen. Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte, soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten cuatro4
Vier quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren: la lobaWolvin, el jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur, el tuertoEenogig
Eenogige y el
ambiciosoAmbitieus
Ambitieuze lobato de tres3
Drie añosJaren.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |