ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
A másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling kilómetroKilometer
Km del nuevoNieuw
Nieuwe caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de emprenderEen ambt aanvaarden
In dienst treden
Ondernemen, suHaar
Hun
Uw
Zijn finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan distinguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in de
smiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte onderscheid tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaarde el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer de unosVan zo´n dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes que roíanZij/ze knaagden algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat. Se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd a rondarZich bewegen rondom la piezaBonk
Brok
Eindje
Homp
Schaakstuk
Stuk
Stukje de
cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild y descubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En que, puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! dos2
Do's
Twee
Tweede patasPoten
Voeten contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus un árbolBoom
Mast,
intentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens arrancarAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren conDoor
Met
Per
Samen met los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes un trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje de cortezaBast
Boomschors
Dop
Schaal
Schil
Schors. El TuertoEenogig
Eenogige se leHaar
Hem
Het
U acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naderbij conDoor
Met
Per
Samen met granGroot
Grote
cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid, peroDoch
Echter
Maar sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen. ConocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende la especieAangelegenheid
Soort, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al nuncaNimmer
Nooit la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had halladoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Gezien
Ontmoet
Waargenomen en un
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el norteNoorden comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals aquelDat
Die, y nuncaNimmer
Nooit tampocoEvenmin
Ook niet en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde existenciaBestaan
Existentie
Zijn
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven que un puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En leHaar
Hem
Het
U proporcionaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte evenredig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bezorgde
Ik bracht in orde
Ik fourneerde
Ik maakte evenredig
Ik mat af
Ik verschafte
Ik woog af una verdaderaEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal. PeroDoch
Echter
Maar
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde fechaDagteken!
Dagtekening
Dateer!
Datering
Datum
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dagtekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dateert teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast aprendidoAangeleerd
Geleerd que el azarToeval
Toevalligheid, la oportunaDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende casualidadToevalligheid, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat conDoor
Met
Per
Samen met loDe
Hem
Het
U
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had que contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen, y siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort acercándoseDichterbij komend
In aantocht zijnd
Naderend. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke predecirBeduiden
Voorspellen
Voorzeggen
Waarzeggen lo queDat wat
Wat sucederíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afstammen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erven van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geschieden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou volgen op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorvallen
Ik zou afkomen
Ik zou afstammen
Ik zou erven van
Ik zou gebeuren
Ik zou geschieden
Ik zou opvolgen
Ik zou overkomen
Ik zou volgen op
Ik zou voorvallen,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, conDoor
Met
Per
Samen met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle loDe
Hem
Het
U dotadoBegaafd
Begaafde
Begiftigd
Geboren
Getalenteerd
Getalenteerde
Meegegeven
Talentvol
Talentvolle de vidaHachje
Leven, las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken ocurríanZij/ze gebeurden
Zij/ze geschiedden
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze overkwamen
Zij/ze vielen voor
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren aan de
hand siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend, por una razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand uOf otraAnder
Andere
Nog een
Nog één,
de modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere.
El puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd una bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop, lanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen en todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen susHaar
Hun
Uw
Zijn afiladasAangezet
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gescherpt
Geslepen
Gewet
Gure
Guur
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snerpend
Snerpende
púasPlectra
Plectrums
Tangenten, que hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag. En susHaar
Hun
Uw
Zijn juvenilesJeugdig
Jeugdige añosJaren, el TuertoEenogig
Eenogige se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand
acercadoNaderbij gebracht paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! olfatearlaRuiken a una de esasDie bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen aparentementeOgenschijnlijk
Schijnbaar inerteBewegingloos
Bewegingloze
Energieloos
Energieloze
Traag
Trage, y recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast en
plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle el latigazoZweepslag que leHaar
Hem
Het
U dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende suHaar
Hun
Uw
Zijn colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef!. Una de las púasPlectra
Plectrums
Tangenten se la llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde clavadaGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde en el hocicoSnuit,
y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige semanasWeken inflamándoseHartstochtelijk wordend
In vuur gerakend
Ontbrandend
Ontstoken wordend
Ontvlammend
Vuur vattend y escociéndole comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
que se loDe
Hem
Het
U quemaba(Het) verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschroeide
Ik brandde
Ik brandde af
Ik verbrandde
Ik verschroeide, hasta queTot
Totdat al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte se cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd afvallig por síJa
Jawel
Wel
Zich solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, se echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd broeds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans el loboBermpje
Wolf
cómodamente en acechoBelagen
Beloeren
Bespieden
Bespioneren
Ik belaag
Ik beloer
Ik bespied
Ik bespioneer
Ik spied
Ik spioneer
Ik sta op de
uitkijk
Ik verspied
Spieden
Spioneren
Verspieden, conDoor
Met
Per
Samen met la narizNeus a palmoOngeveer 20 centimeter
Palmtak
Span
Spanne
Spanning
Spanwijdte y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de distanciaAfstand
Eind
End de la líneaLijn
Linaceae
Linie
Regel
Schreef
Streep
Toer
Vlasfamilie que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten en suHaar
Hun
Uw
Zijn ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag la colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef! del puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En. De talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille. NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht decirOpgeven
Spreken
Zeggen lo queDat wat
Wat pasaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou langsgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou langskomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou oversteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verstrijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorbijgaan
Ik zou aangeven
Ik zou aanreiken
Ik zou doorbrengen
Ik zou doorlaten
Ik zou gebeuren
Ik zou inhalen
Ik zou langsgaan
Ik zou langskomen
Ik zou omkomen
Ik zou overgaan
Ik zou overkomen
Ik zou oversteken
Ik zou passeren
Ik zou verdrijven
Ik zou vergaan
Ik zou verlopen
Ik zou verstrijken
Ik zou voorbijgaan, y siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
favorableBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke que alNaar de
Naar het erizoEgel
Ik geef met moeilijkheden
om
Ik omgeef met moeilijkheden
Ik richt op
Ik zet overeind se leHaar
Hem
Het
U ocurriera(Het) gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand desenroscarseLosschroeven, y entoncesDan
Dus
Toen sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn el
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip oportunoDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! clavarleErin steken rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge y calladamente la terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke garraKlauw en el vientreBuik.
PeroDoch
Echter
Maar al cabo deNa
Na verloop van media horaEen half uur
Halfuur, el loboBermpje
Wolf se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker, gruñéndoleGrommend
Knorrend con rabiaWoedend a la inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop,
y se marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg trotandoDravend
Dribbelend. DemasiadasAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Uiterst
Uiterste vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op que otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één de
aquellosDie
Diegene animalesBeesten
Dieren se desenroscaran, para queOpdat
Zodat siguieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans en suHaar
Hun
Uw
Zijn inútilIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze acechoBelagen
Beloeren
Bespieden
Bespioneren
Ik belaag
Ik beloer
Ik bespied
Ik bespioneer
Ik spied
Ik spioneer
Ik sta op de
uitkijk
Ik verspied
Spieden
Spioneren
Verspieden.
ContinuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, remontandoHerstellend
Op de vlucht drijvend
Opklimmend
Opvarend
Reparerend
Teruggaand
Verheffend
Verjagend
Weer opgaand
Wegjagend la bifurcaciónWissel derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse del arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering. El díaDag
Etmaal transcurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik ging over
Ik kwam om
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek sin queZonder dat
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! vinieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee a hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren fructuosa suHaar
Hun
Uw
Zijn cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild.
SuHaar
Hun
Uw
Zijn instintoAandrift
Instinct paternalVader-
Vaderlijk
Vaderlijke, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds despiertoIk maak wakker
Ik wek
Ik wek op
Ik word wakker en élDaaraan
Erin, leHaar
Hem
Het
U apremiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was urgent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette tot haast
aan
Ik drong
Ik haastte
Ik jachtte
Ik was urgent
Ik zette tot haast
aan sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch a encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat, a
encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden carneVlees. Por la tardeDe middag se enredóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwikkelde en la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild de una perdizKorhoen
Patrijs de las nievesGeklopte eiwitten
Jij/je sneeuwt. SalíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit élHem
Hij de
una espesuraDikte cuandoAls
Tijdens
Wanneer se hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle a caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle conDoor
Met
Per
Samen met la pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige perspicazPienter
Pientere
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Schrander
Schrandere
Snugger
Snuggere
Spits
Spitse
Vernuftig
Vernuftige aveGevogelte
Vogel. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat echadaAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
un leñoBlok
Houtblok a cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak de palmoOngeveer 20 centimeter
Palmtak
Span
Spanne
Spanning
Spanwijdte y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de distanciaAfstand
Eind
End del hocicoSnuit del loboBermpje
Wolf. AmbosAlle twee de
Allebei
Beide se vieronZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk alNaar de
Naar het
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd. El aveGevogelte
Vogel dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren, asustadaGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! volarVliegen: peroDoch
Echter
Maar élHem
Hij leHaar
Hem
Het
U echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg la garraKlauw y del
golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot la lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg alNaar de
Naar het sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem, arrojándose luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo encimaBovendien
Er bovenop y cogiéndola entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
ellaHaar
Ze
Zij, huyendoOntsnappend
Vluchtend
Weglopend por la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!, trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijverde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Ik behandelde
Ik beijverde me
Ik bepraatte
Ik besprak
Ik deed moeite
Ik poogde
Ik probeerde te
Ik streefde
Ik trachtte
Ik zocht levantarBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen el vueloDe vlucht. AlNaar de
Naar het hundirseBezwijken
Neerdalen
Vergaan
Verzinken
Wegzinken
Zich neerlaten
Zich verdiepen
Zinken susHaar
Hun
Uw
Zijn dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes en la
blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u! carneVlees y en los frágilesBreekbaar
Breekbare
Broos
Broze
Fragiel
Fragiele
Zwak
Zwakke huesecillos, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve, a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten; peroDoch
Echter
Maar
acordándoseGedenkend
Herdenkend
Terugdenkend
Zich herinnerend luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo de lo queDat wat
Wat en aquelDat
Die momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip olvidabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleerde
Ik leerde af
Ik vergat
Ik verleerde, se volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om en redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde por el
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend en la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater la perdiz blancaSneeuwhoen.
KilómetroKilometer
Km y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog de dondeVan waar
Waarvandaan el arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering se bifurcabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste zich in
tweeën, y mientrasTerwijl iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend
conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk y suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele ligerezaLichtzinnigheid, pareciendoEr uitziend
Er uitziend als
Het uiterlijk hebbend van
Lijkend
Overkomend
Schijnend
Staand tegenover
Toeschijnend
Vindend
Voorkomend más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer una sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem que se deslizaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof op
en continuaAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende y cautelosaBehoedzaam
Behoedzame vigilanciaBewaking
Toezicht de cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes nuevoNieuw
Nieuwe aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen que ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor suHaar
Hun
Uw
Zijn caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg, se hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
conDoor
Met
Per
Samen met másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus recientesFris
Frisse
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens de aquellasDie
Diegene anchasBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had descubiertoOntdekt
Uitgevonden
Uitgevorst en las
primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke horasTijden
Uren de la mañanaMorgen
Ochtend. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el rastroOverblijfsel
Rommelmarkt
Spoor
Vlooienmarkt continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin él mismoHemzelf iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
siguiéndolo, preparándose paraZich klaarmakend voor
Zich voorbereidend op encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden la piezaBonk
Brok
Eindje
Homp
Schaakstuk
Stuk
Stukje que loDe
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had producidoAangedaan
Aangericht
Afgeworpen
Berokkend
Gesticht
Opgebracht
Opgeleverd
Teweeggebracht
Veroorzaakt
Voortgebracht, alNaar de
Naar het dar la vueltaOmdraaien
Omkeren
a cualquieraWat dan ook
Wie dan ook de los recodosBochten
Krommingen que formabanZij/ze formeerden
Zij/ze gingen aan
Zij/ze paradeerden
Zij/ze praalden
Zij/ze prijkten
Zij/ze pronkten
Zij/ze vormden el arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering.
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
AsomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon zich te
vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde voor een
opening la cabezaHoofd
Kop
Krop por la esquinaBuitenhoek
Hoek
Straathoek de una rocaGesteente
Rots
Rotsblok dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de esosDie recodosBochten
Krommingen
excepcionalmente vastoGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde, y suHaar
Hun
Uw
Zijn penetranteDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht se percatóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar de algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat que leHaar
Hem
Het
U obligóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplichtte a
agacharseIneenduiken
Zich bukken
Zich stilhouden
Zich terugtrekken rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el animalBeest
Dier del cualWaarvan proveníanZij/ze kwamen
Zij/ze kwamen voort
Zij/ze waren afkomstig van aquellasDie
Diegene huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen: una enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische
hembraMoer
Vrouw
Wijfje de linceLos
Lynx. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat echadaAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden, en acechoBelagen
Beloeren
Bespieden
Bespioneren
Ik belaag
Ik beloer
Ik bespied
Ik bespioneer
Ik spied
Ik spioneer
Ik sta op de
uitkijk
Ik verspied
Spieden
Spioneren
Verspieden, de igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden élHem
Hij antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger:
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus un puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop de erizadasBorstelig
Borstelige
Met moeilijkheden omgegeven
Met moeilijkheden omgeven
Opgericht
Overeind gezet
Rechtopstaand
Rechtopstaande
Ruigharig
Ruigharige
Ruwharig
Ruwharige púasPlectra
Plectrums
Tangenten. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als el loboBermpje
Wolf una
sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem, se convirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde zich luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo en un espectroKleurenbeeld
Spectrum, en la aparienciaAanblik
Aanzien
Air
Schijn
Uiterlijk
Verschijning
Voorkomen
Vóórkomen de una hembraMoer
Vrouw
Wijfje, alNaar de
Naar het irseAfgaan
Vertrekken
Weggaan
Zich verwijderen
arrastrandoMeesleurend
Slepend
Trekkend
Voorttrekkend y trazandoAangevend
Aanwijzend
Afschrappend
Aftekenend
Trekkend
Voorschrijvend círculosCirkels
Gezelschappen
Kringen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart a sotavento* y bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat aquelDat
Die
parDuo
Een paar vormend
Even
Koppel
Paar
Span
Stel
Stelletje
Tweetal de inmóvilesBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille animalesBeesten
Dieren.
Se echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd broeds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich en la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! colocandoDoend
Door te plaatsen
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Onderbrengend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Uitzettend
Verplaatsend
Vlijend
Zettend a suHaar
Hun
Uw
Zijn veraPokhout
Rand
Wal
Waterkant
Zoom el aveGevogelte
Vogel que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had cazadoBejaagd
Gejaagd
Jacht gemaakt op
Nagejaagd
Voortgedreven, y, conDoor
Met
Per
Samen met penetrantesDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante
ojosKijkers
Ogen que atravesabanZij/ze doorkruisten
Zij/ze gingen door
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze kwamen door
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen af
Zij/ze liepen over
Zij/ze maakten door
Zij/ze staken over
Zij/ze trokken door la pinocha* de un abetoBalsemspar
Canadabalsem
Spar
Sparrenboom
Zilverspar bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware, se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd a contemplarBeschouwen
Koekeloeren aquelDat
Die dramaDrama
Toneelstuk de
la vidaHachje
Leven que anteSuède
Ten overstaan van
Voor élHem
Hij se desarrollabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evolueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwikkelde zich: el linceLos
Lynx esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op y el puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook; cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen atentoAandachtig
Aandachtige
Attent
Attente
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Heus
Heuse
Hoffelijk
Hoffelijke
Ik pleeg een aanslag
op
Ik rand aan
Ik vergrijp me aan
Oplettend
Oplettende
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame a suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen existenciaBestaan
Existentie
Zijn; y loDe
Hem
Het
U curiosoBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige de estaDeze
Dit especieAangelegenheid
Soort de juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
que el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg de la vidaHachje
Leven paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één consistía enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berustte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was opgesloten in
Ik berustte op
Ik bestond uit
Ik lag aan
Ik steunde op
Ik was gegrond op
Ik was het gevolg
van
Ik was opgesloten in comerseOpeten alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, mientras queTerwijl paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
estribabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd geschraagd
Ik berustte
Ik leunde
Ik rustte
Ik werd geschraagd precisamenteJuist
Net en noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt. EntretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang, el TuertoEenogig
Eenogige, el loboBermpje
Wolf que acechabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spioneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op de
uitkijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspiedde
Ik belaagde
Ik beloerde
Ik bespiedde
Ik bespioneerde
Ik spiedde
Ik spioneerde
Ik stond op de
uitkijk
Ik verspiedde
ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte, representabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertegenwoordigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Ik beeldde uit
Ik bood aan
Ik diende in
Ik presenteerde
Ik stelde voor
Ik stond voor
Ik vertegenwoordigde
Ik vertoonde
Ik voerde op allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds suHaar
Hun
Uw
Zijn papelPapier
Rol, esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op que algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame caprichoBevlieging
Bui
Capriccio
Gril
Kuur
Nuk
Speling de la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval leHaar
Hem
Het
U
ayudaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde a procurarseAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Inkopen
Kopen
Overnemen
Trachten
Zich voorzien van la carneVlees que leHaar
Hem
Het
U eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! vivirLeven
Wonen.
TranscurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek media horaEen half uur
Halfuur, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs una horaTijd
Uur, y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand. La bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop de erizadasBorstelig
Borstelige
Met moeilijkheden omgegeven
Met moeilijkheden omgeven
Opgericht
Overeind gezet
Rechtopstaand
Rechtopstaande
Ruigharig
Ruigharige
Ruwharig
Ruwharige púasPlectra
Plectrums
Tangenten loDe
Hem
Het
U
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht haberBezitting
Hebben
Zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden una piedraHagel
Steen, a juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen por suHaar
Hun
Uw
Zijn inmovilidadOnbeweeglijkheid; el linceLos
Lynx parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude y
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet en mármolMarmer, y el loboBermpje
Wolf lo mismoDito
Hetzelfde
Idem hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was podidoGekund
Gemogen estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht. Y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, en los
tres3
Drie animalesBeesten
Dieren la vidaHachje
Leven habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a una tensiónEen spanning casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat dolorosaPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke, y apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood en algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak lesHen
Hun
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en aquellaDat
Die
Diegene, en queWaarin más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
als
petrificadosGepetrificeerd
Versteend.
El TuertoEenogig
Eenogige se movióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug y conDoor
Met
Per
Samen met crecienteHalvemaan
Maansikkel
Sikkel
Wassende maan ansiedadAngst
Benauwdheid
Spanning. AlgoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand entoncesDan
Dus
Toen. El
puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen que suHaar
Hun
Uw
Zijn enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven. LentamenteLangzaam, conDoor
Met
Per
Samen met granGroot
Grote cautelaOmzichtigheid,
comenzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan a desenroscarLosschroeven aquellaDat
Die
Diegene bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop que constituíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Ik maakte uit
Ik stelde samen
Ik vormde suHaar
Hun
Uw
Zijn impenetrableOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke
Ondoordringbaar
Ondoordringbare
Ondoorgrondelijk
Ondoorgrondelijke
Ontoegankelijk
Ontoegankelijke armaduraAnker
Armatuur
Vakwerk. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar niEn niet
Evenmin
Noch el temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen de las dudosasOnzeker
Onzekere esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen. Poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan, la erizadaBorstelig
Borstelige
Met moeilijkheden omgegeven
Met moeilijkheden omgeven
Opgericht
Overeind gezet
Rechtopstaand
Rechtopstaande
Ruigharig
Ruigharige
Ruwharig
Ruwharige bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop se ibaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
estirandoStrekkend
Uitrekkend
Uitrollend (van deeg)
Uitstrekkend y enderezándoseRechtop gaand staan
Ten doel hebbend
Zich goed gedragend
Zich oprichtend. El TuertoEenogig
Eenogige, que loDe
Hem
Het
U observabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe, sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast que la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater se leHaar
Hem
Het
U
hacía aguaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekte
Ik lekte y que babeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwijlde
Ik kwijlde involuntariamenteOnvrijwillig, excitadoAangemaand
Aangewakkerd
Geprikkeld
Gewerkt op
In vervoering gebracht
Opgewonden
Verhit por aquellaDat
Die
Diegene carneVlees vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u! que se
ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor a suHaar
Hun
Uw
Zijn vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un exquisitoDelicaat
Delicate
Exquisiet
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Kostelijk
Kostelijke
Subliem
Sublieme
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verrukkelijk
Verrukkelijke manjarEtenswaar
Gerecht
Spijs.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had aúnNog
Nog altijd
Nog steeds acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd de desenroscarseLosschroeven del todoGeheel cuandoAls
Tijdens
Wanneer el puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En descubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit a suHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigaTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige. En aquelDat
Die momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip loDe
Hem
Het
U atacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tastte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel aan la hembraMoer
Vrouw
Wijfje de linceLos
Lynx. El golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot que leHaar
Hem
Het
U asestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde schade aan
te richten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte de blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un rayoEen spaak. La garraKlauw encorvadaDoorgebogen
Gebogen
Omgebogen, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la de un ave de rapiñaRoofvogel, se clavóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware el vientreBuik del
animalBeest
Dier y conDoor
Met
Per
Samen met un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de retrocesoAchteruitgaan
Achteruitgang
Terugdeinzen
Teruggaan
Teruggang
Verloop
Vermindering desgarróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde vaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheurde por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige la carneVlees. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn
espínE=
En noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden a medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling desenroscarLosschroeven, o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was descubiertoOntdekt
Uitgevonden
Uitgevorst a suHaar
Hun
Uw
Zijn enemigaTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige una
fracciónBreuk
Fractie de segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer leHaar
Hem
Het
U fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg asestadoDe blik gericht
Geprobeerd schade aan te
richten
Gericht
Gesteld el golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot, la pataPoot
Voet aquellaDat
Die
Diegene habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade, peroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de ladoVan opzij de la colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef! la llenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij de
afiladasAangezet
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gescherpt
Geslepen
Gewet
Gure
Guur
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snerpend
Snerpende púasPlectra
Plectrums
Tangenten alNaar de
Naar het serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn retiradaAftocht
Ingetrokken
Retraite
Teruggetrokken
Terugmars
Terugtrekking
Uitgehaald
Verwijderd.
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat a la vezTegelijk: el ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag, el contraataque, el gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw de agoníaAgonie
Doodsstrijd
Stervensnood del
puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En y el chillido del granGroot
Grote felinoKatachtig
Katachtige, arrancadoAan de praat gekregen
Aangezet
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Geplukt
Gereten
Gescheurd
Gestart
Getapt
Getogen
Getrokken
Ontlokt
Op gang gebracht
Op weg gegaan
Opgestapt
Te voorschijn getrokken
Uitgehaald
Uitgerukt
Uitgetrokken
Vertrokken
Weggegaan
Weggescheurd a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer por el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals por la
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering. El TuertoEenogig
Eenogige casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker impulsadoAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht por la excitaciónAansporing
Aanwakkeren
Aanzetting
Opgewondenheid
Opwekking
Opwinden
Opwinding
Prikkelen
Prikkeling
Verhitten que sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar, tiesasDirect
Directe
Live
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse las
orejasOren, tiesaDirect
Directe
Live
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse
Stevig y tendidaGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt la colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef! que leHaar
Hem
Het
U temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde. La iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak se sobrepuso aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood het hoofd
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste zich boven todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle lo demásHet overige en el
linceLos
Lynx hembraMoer
Vrouw
Wijfje. De un furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren se arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! lo queDat wat
Wat habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond. PeroDoch
Echter
Maar el puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn
espínE=
En, chillandoGillend
Knarsend
Knetterend
Krijsend
Piepend y gruñendoGrommend
Knorrend, conDoor
Met
Per
Samen met el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige y tratando deBehandelend
Bepratend
Besprekend
Moeite doend
Pogend
Proberend te
Strevend
Trachtend
Zich beijverend
Zoekend enroscarse
débilmenteZwak paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen la bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was suHaar
Hun
Uw
Zijn protecciónBegunstiging
Behoeden
Beschermen
Bescherming
Beschutten
Beveiligen
Schild
Toeverlaat, sacudióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrikte de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer la colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef!, y de
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
nuevoNieuw
Nieuwe tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond el alaridoGil
Krijs
Schreeuw de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer y de asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering del felinoKatachtig
Katachtige. EnseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk retrocedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deinsde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging achteruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend bufidos, estornudandoNiesend
Niezend
Proestend, conDoor
Met
Per
Samen met la narizNeus cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel de púasPlectra
Plectrums
Tangenten, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un monstruoso
acericoNaaldenkussentje*. Se esforzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde en limpiarlaReinigen de aquellosDie
Diegene dolorososPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke dardosDarts
Pijltjes conDoor
Met
Per
Samen met las garrasKlauwen, revolcó el
hocicoSnuit en la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!, loDe
Hem
Het
U restregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreef contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus renuevos y ramasAfdelingen
Branches
Takken; y todo estoDit alles, saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend
continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend, de frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde, de ladoVan opzij, en todas lasAlle posicionesHoudingen
Plaatsen
Posities
Standen
Vermoedens, en un frenesíRazernij
Roes
Waanzin de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer y de
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik hield op
Ik liet af
Ik scheed uit
Ik scheidde uit
Ik stopte
Ik week de estornudarNiesen
Niezen
Proesten, y, conDoor
Met
Per
Samen met aquellaDat
Die
Diegene especieAangelegenheid
Soort de raigón* que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast por raboGerecht met staart van
os of stier
Staart, se
esforzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich in
Ik spande me in en sacudirseHeen en weer geschud
worden
Heen en weer schudden conDoor
Met
Per
Samen met rápidosExpressen
Exprestreinen
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltreinen
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge y violentosAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse latigazosZweepslagen. DejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte de cometerBedrijven
Begaan
Gebruiken
Opdragen
Plegen
Toevertrouwen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grotescasGrotesk
Groteske
Potsierlijk
Potsierlijke rarezasRariteiten y se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus apaciguadaBedaard
Gekalmeerd
Gerustgesteld por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten. El TuertoEenogig
Eenogige la estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
observandoBemerkend
Gadeslaand
Merkend
Observerend
Opmerkend
Toekijkend
Toeziend
Waarnemend. Y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht reprimirBedwingen
Beteugelen
Betomen
In toom houden
Intomen
Onderdrukken
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de sobresaltoIk doe schrikken
Ik jaag schrik aan
Ik overval
Ik rand aan
Ik schrik op
Ik spring in het
oog
Ik verontrust
Ik verschrik
Ontroering
Ontsteltenis
Schrik y que se leHaar
Hem
Het
U erizaranZij/ze gaven met moeilijkheden
om
Zij/ze omgaven met moeilijkheden
Zij/ze richtten op
Zij/ze zetten overeind
los pelosBeharingen
Haardossen
Haren del lomoKruis
Lende
Lendenstuk
Rug
Rugstuk involuntariamenteOnvrijwillig, cuandoAls
Tijdens
Wanneer vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag que de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende un inesperadoOnverwacht
Onverwachte saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
en el aireLucht, alNaar de
Naar het propioEigen tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd que lanzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
Ik braakte
Ik deed horen
Ik gaf over
Ik gooide
Ik keilde
Ik kwam uit
Ik lanceerde
Ik liep uit
Ik liet van stapel
lopen
Ik ontketende
Ik ontkiemde
Ik schreef uit
Ik slingerde weg
Ik speelde uit
Ik stiet uit
Ik stootte uit
Ik wierp
Ik wierp weg un prolongadoGerekt
Verlengd
Voortgeschreden y terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke chillido. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
disparadaGepaft
Geschoten
Gevuurd por el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg que élHem
Hij conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend saltosSchoonspringen
Sprongen y chillandoGillend
Knarsend
Knetterend
Krijsend
Piepend de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes brinco.
Hasta queTot
Totdat los gritosKreten
Roepen
Schreeuwen del felinoKatachtig
Katachtige, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over irseAfgaan
Vertrekken
Weggaan
Zich verwijderen debilitandoSlap makend
Uitputtend
Verzwakkend conDoor
Met
Per
Samen met la distanciaAfstand
Eind
End, dejaron deZij/ze stopten met oírseHoren
Vernemen
Verstaan
por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige, el TuertoEenogig
Eenogige noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se atrevió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde adelantarseVoor zijn
Voorafgaan
Vooruit steken. AndabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging
Ik ging te voet
Ik ging voort
Ik legde af
Ik liep
Ik nam deel aan
Ik wandelde (snel)
Ik werkte conDoor
Met
Per
Samen met talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid y suavidadZachtheid
como siAlsof todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak de la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was alfombrada de púasPlectra
Plectrums
Tangenten de puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En,
erizadasBorstelig
Borstelige
Met moeilijkheden omgegeven
Met moeilijkheden omgeven
Opgericht
Overeind gezet
Rechtopstaand
Rechtopstaande
Ruigharig
Ruigharige
Ruwharig
Ruwharige y a puntoPrecies goed de clavarseInslaan en las partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte de susHaar
Hun
Uw
Zijn piesPoten
Voeten.
AlNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien que se aproximabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht, el puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En loDe
Hem
Het
U recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde conDoor
Met
Per
Samen met un furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste chillido y
castañeteoIk klak
Ik klap
Ik kletter
Ik klik de susHaar
Hun
Uw
Zijn largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte enroscarse nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop; peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer apretadaAangedraaid
Aangedrukt
Aangedrukte
Gedrongen
Gedrukt
Gedrukt op
Gekneld
Geperst
Geprest comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger. SusHaar
Hun
Uw
Zijn músculosSpieren estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
heridosBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat abierto en canalGekloofd
Gespleten
Gesplitst y continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort sangrandoAderlatend
Bloed aftappend
Bloedend
abundantementeOvervloedig.
El TuertoEenogig
Eenogige socavóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groef onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergroef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondermijnde en algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige sitiosBelegeringen
Beleggen
Liggingen
Locaties
Lokalen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Plekken
Ruimten
Ruimtes
Websites la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u! empapadaDoordrenkt
Doorweekt
Doorweekte
Gesopt
Ingedompeld
Ingedoopt
Opgeslorpt en sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!, la mascóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kauwde, la saboreóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze savoureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte y
acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit por tragárselaDoorslikken. EstoDeze
Dit leHaar
Hem
Het
U sirvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst de aperitivoAperitief
Borrel
Hors-d'oeuvre
Voorgerecht, y suHaar
Hun
Uw
Zijn hambreHonger crecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies aan con elloDaarmee
extraordinariamenteBuitengewoon; peroDoch
Echter
Maar eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten y expertoBedreven
Deskundig
Deskundige
Ervaren
Expert
Geoefend
Geoefende
Specialist
Zaakkundig
Zaakkundige paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! olvidarseAfleren
Vergeten
Verleren de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid. EsperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit. Se echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd broeds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich y esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit, mientrasTerwijl el puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En rechinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knarste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze piepte
Ik knarste
Ik piepte los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes y
alterabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoorde
Ik veranderde
Ik verontrustte
Ik verstoorde los gruñidosGegromd
Geknord y los sollozosSnikken conDoor
Met
Per
Samen met brevesBeknopt
Beknopte
Kort
Korte y penetrantesDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante chillidos. Al cabo deNa
Na verloop van un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes
notó queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op dat las púasPlectra
Plectrums
Tangenten se ibanZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich inclinandoBuigend
Doend overhellen
Neigend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem y que se iniciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf de stoot
tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam het initiatief
tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde in
Ik begon
Ik gaf de stoot
tot
Ik nam het initiatief
tot
Ik wijdde in un temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen en el
animalBeest
Dier. El temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen cesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast. LeHaar
Hem
Het
U siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort un castañeteoIk klak
Ik klap
Ik kletter
Ik klik finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding de los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes que
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als un retoDreigende taal
Ik daag uit
Ik lok uit
Ik provoceer
Ik tart
Ik tart uit
Ik terg
Uitdaging. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, las púasPlectra
Plectrums
Tangenten fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren bajándoseLager zettend
Uitstappend
Zich bukkend aúnNog
Nog altijd
Nog steeds másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, desfallecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweek el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
se movióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich.
EncogidaBang
Bange
Beschroomd
Beschroomde
Nauwer gemaakt
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuw
Schuwe
Vernederd
Verootmoedigd
Vreesachtig
Vreesachtige la pataPoot
Voet y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere temorAngst
Beduchtheid
Vrees, el TuertoEenogig
Eenogige tocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan alNaar de
Naar het puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En, loDe
Hem
Het
U estiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde uit (van
deeg)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle loDe
Hem
Het
U
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was y loDe
Hem
Het
U pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer boca arribaAchterover
Ruggelings. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!. IndudablementeZonder twijfel, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht. Se
quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was observándolo un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes conDoor
Met
Per
Samen met granGroot
Grote atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid, loDe
Hem
Het
U cogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes conDoor
Met
Per
Samen met noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder, sosteniendoBewerend
Dragend
Onderhoudend
Ondersteunend
Ruggensteunend
Schorend
Schragend
Verzekerend en parteDeels
Ten dele, y en parteDeels
Ten dele arrastrandoMeesleurend
Slepend
Trekkend
Voorttrekkend, alNaar de
Naar het puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn espínE=
En,
torcidaAfgeslagen
Getwijnd
Gewrongen
Scheef
Scheve
Spinnijdig
Spinnijdige
Verbogen
Verbolgen
Verdraaid
Vertrokken
Verwrongen
Woedend
Woedende
Woest
Woeste haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant la cabezaHoofd
Kop
Krop paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pisarAanstampen
Betreden
Intrappen
Onder de voet lopen
Prakken
Trappen op
Vertrappen aquellaDat
Die
Diegene espinosaGedoornd
Gedoornde masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta. De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, se acordóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde zich
de algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat, dejó caerHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af la cargaDe lading
De vracht y regresóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom trotandoDravend
Dribbelend alNaar de
Naar het lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel en queWaarin habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van la perdizKorhoen
Patrijs de las
nievesGeklopte eiwitten
Jij/je sneeuwt. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dudóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelde un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even. ComprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond claramenteDuidelijk
Zonneklaar lo queDat wat
Wat debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren y loDe
Hem
Het
U pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer en
prácticaBeoefenen
Handig
Handige
Oefening
Praktijk
Praktisch
Praktische comiéndoseOpetend rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug el aveGevogelte
Vogel. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om y fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar recogerAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één piezaBonk
Brok
Eindje
Homp
Schaakstuk
Stuk
Stukje.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer arrastróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleurde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voort hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot de la cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk el botínBuit
Gevangenneming
Prooi
Vangst de aquelDat
Die díaDag
Etmaal de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild, la lobaWolvin loDe
Hem
Het
U
examinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit, volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor élHem
Hij el hocicoSnuit y leHaar
Hem
Het
U lamióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze likte ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek. PeroDoch
Echter
Maar un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens loDe
Hem
Het
U estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg de los cachorrosJongen, conDoor
Met
Per
Samen met un gruñidoGegromd
Geknord que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd ásperoBits
Bitse
Bobbelig
Bobbelige
Bultig
Bultige
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Onaangenaam
Onaangename
Oneffen
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Rul
Rulle
Ruw
Ruwe
Scherp
Scherpe
Schraal
Schrale
Snibbig
Snibbige que de costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede y que másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast de disculpaExcuseer!
Excuus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Verontschuldig!
Verontschuldiging
Verschoning
Verschoon! que de amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt. El miedoinstintivo que leHaar
Hem
Het
U inspirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireerde
Ik bezielde
Ik boezemde in
Ik inspireerde el padrePater
Vader de susHaar
Hun
Uw
Zijn hijosKinderen
Zonen
Zoons empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan a disminuirAchterhouden
Aflopen
Afnemen
Minder worden
Slinken
Tanen
Verflauwen
Verlagen
Verminderen. ÉlHem
Hij se portabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad behoorlijk op comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd portarseBehoorlijk optreden
Zich gedragen
Zich onderscheiden un padrePater
Vader que fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg loboBermpje
Wolf, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank manifestandoLatend blijken
Manifesterend
Tonend
Uitend en loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige el limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht de devorarVerslinden aquellosDie
Diegene tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte seresWezenlijkheden
Wezens que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen alNaar de
Naar het mundoAardrijk
Wereld.
III
El cachorroJong grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
ResultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Ik bleek
Ik kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vertoonde me
Ik viel uit
Ik vloeide voort
Ik volgde diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende se susHaar
Hun
Uw
Zijn hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen y hermanasZussen
Zusters. El peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil de estosDeze
Dezen acusabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan
Ik beschuldigde
Ik betichtte
Ik duidde aan
Ik klaagde aan
Ik toonde
Ik verraadde
Ik verried
Ik wees aan yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
aquelDat
Die matizNuance
Nuancering
Schakering
Tint rojizoRoodachtig
Roodachtige
Rossig
Rossige heredadoBeërfd
Geërfd de suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding la lobaWolvin, mientras queTerwijl élHem
Hij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que se
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader.
EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el cachorrillo grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze de la manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde. RepresentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertegenwoordigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Ik beeldde uit
Ik bood aan
Ik diende in
Ik presenteerde
Ik stelde voor
Ik stond voor
Ik vertegenwoordigde
Ik vertoonde
Ik voerde op el loboBermpje
Wolf de puraHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere cepa: en realidadRealiteit
Werkelijkheid, la
imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve del TuertoEenogig
Eenogige, en loDe
Hem
Het
U físicoFysicus
Fysiek
Fysieke
Lichaams-
Lichamelijk
Lichamelijke
Lijf-
Natuurkundige
Natuurlijk
Natuurlijke, conDoor
Met
Per
Samen met la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke excepciónExceptie
Uitzonderen
Uitzondering de que élHem
Hij teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast dos2
Do's
Twee
Tweede ojosKijkers
Ogen y
suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere que los del cachorroJong grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, cuandoAls
Tijdens
Wanneer yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds veíanZij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen
conDoor
Met
Per
Samen met todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid. Y mientrasTerwijl estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten aúnNog
Nog altijd
Nog steeds cerradosAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende, tanteabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monsterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze polste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tastte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkende
Ik mat
Ik monsterde
Ik nam op
Ik overlegde
Ik overwoog
Ik polste
Ik tastte
Ik tastte af
Ik tekende aan
Ik telde
Ik verkende, paladeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Ik proefde
Ik smaakte y olíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rook
Ik geurde
Ik rook. A susHaar
Hun
Uw
Zijn dos2
Do's
Twee
Tweede
hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen y a susHaar
Hun
Uw
Zijn otrasAnder
Andere
Nog één tantasZo groot
Zoveel
Zovele hermanasZussen
Zusters los conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had empezadoAangebroken
Aangesneden
Aangevangen
Begonnen
Ingegaan a
retozarDartelen
Robbedoezen
Stoeien conDoor
Met
Per
Samen met ellosHen
Ze
Zij débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke y torpementeOnhandig, y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt decirseBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen que a reñirKiften
Kijven
Krakelen
Ruzie maken
Ruziën, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende en suHaar
Hun
Uw
Zijn tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
gargantaKeel
Keelgat
Strot vibrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vibreerde
Ik trilde
Ik vibreerde a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens un singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de carraspera -precursor del gruñidoGegromd
Geknord
futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige- cuandoAls
Tijdens
Wanneer estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat encolerizado. Y muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere antes deAlvorens te
Voor abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken los ojosKijkers
Ogen conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds por el
tactoAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beleid
Beroeren
Betasten
Bevoelen
Fijnzinnigheid
Raken
Tact
Tasten
Toucheren
Voelen, por el gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak y por el olfatoReuk
Reukzin a suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding. EllaHaar
Ze
Zij teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast una lenguaSchar
Taal
Tong suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele, acariciadora,
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un calmanteZij/ze bedaren
Zij/ze kalmeren
Zij/ze stellen gerust cuandoAls
Tijdens
Wanneer se la pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek por el delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde cuerpecillo, y leHaar
Hem
Het
U impulsabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevorderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan tot
Ik bevorderde
Ik bracht over
Ik dreef aan
Ik stimuleerde
Ik zette aan tot
a élHem
Hij a acurrucarseBuigen
Bukken
Hellen
Overhellen
Zich bukken bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart apretadoAangedraaid
Aangedrukt
Aangedrukte
Gedrongen
Gedrukt
Gedrukt op
Gekneld
Geperst
Geprest contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf, dormitandoDoezelend
Lichtjes slapend o durmiéndoseIn slaap vallend
Inslapend
Onder zeil gaand del
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
La mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke mesMaand de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, durmiendoMaffend
Onder narcose brengend
Pittend
Slapend
Uitslapend; peroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans,
que veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, se quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd despiertoIk maak wakker
Ik wek
Ik wek op
Ik word wakker muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ratoPoos
Poosje
Tijdje eEn iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer aprendiendoAanlerend
Lerend a conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten suHaar
Hun
Uw
Zijn
mundoAardrijk
Wereld muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. El mundoAardrijk
Wereld eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was lóbrego; peroDoch
Echter
Maar élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had descubiertoOntdekt
Uitgevonden
Uitgevorst puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que existieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Ik bestond otroAnder
Andere
Nog een
Nog één mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank gozabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugde zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigde zich in
Ik genoot
Ik genoot van
Ik verheugde me in
Ik verlustigde me in másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que de una luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting opacaDoorschijnend
Doorschijnende
Ondoorschijnend
Ondoorschijnende, peroDoch
Echter
Maar susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren tenido queBehoord
Gediend
Gehoord
Gemoeten acostumbrarse aWennen aan otraAnder
Andere
Nog een
Nog één. SuHaar
Hun
Uw
Zijn mundoAardrijk
Wereld eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was pequeñísimoHeel klein. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
límitesGrenzen
Limieten
Perken que las paredesMuren
Wanden del cubil. PeroDoch
Echter
Maar comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ignorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze negeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist niet
Ik negeerde
Ik wist niet todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij del anchoBrede
Breed
Breedte
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde mundoAardrijk
Wereld que
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg, nuncaNimmer
Nooit sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar la opresiónOnderdrukken
Onderdrukking
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen de los estrechosBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Kanalen
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Nauwen
Smal
Smalle
Strak
Strakke
Straten
Zee-engten
Zee-engtes
Zeestraten confines a que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat reducidaGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd suHaar
Hun
Uw
Zijn
existenciaBestaan
Existentie
Zijn.
Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast descubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit que una de aquellasDie
Diegene paredesMuren
Wanden resultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Ik bleek
Ik kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vertoonde me
Ik viel uit
Ik vloeide voort
Ik volgde diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende de
las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater de la cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk y el manantialBron
Wel
Welput de dondeVan waar
Waarvandaan proveníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afkomstig van
Ik kwam
Ik kwam voort
Ik was afkomstig van la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting. Y averiguóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te weten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg na
estaDeze
Dit diferenciaBen het oneens!
Differentieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze differentieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het oneens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verschil tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Maak verschil tussen!
Onderscheid
Onderscheid!
Verander!
Verschil muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen propiasEigen y voliciones conscientesBewust
Bewuste
Welbewust
Welbewuste. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
constituidoGevormd
Samengesteld
Uitgemaakt paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij una atracciónAanhalen
Aanlokken
Aantrekken
Aantrekkingskracht
Bekoren
Lokken
Toelachen
Trekken
Verlekkeren irresistibleOnweerstaanbaar
Onweerstaanbare aunKattenklauw
Nog
Zelfs antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen se abrieranZij/ze begonnen
Zij/ze gingen open
Zij/ze openden de rij y
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. La claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn cerradosAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende párpadosOogleden, y los ojosKijkers
Ogen y los
nerviosNerven
Ribbels
Ribben
Zenuwen ópticosOpticiens
Optisch
Optische habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren vibradoGetrild
Gevibreerd en chispazos de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting de cálidosWarm
Warme tonosIntonaties
Tonen
Toonaarden
Toonsoorten
Veerkrachten y singularmente
agradablesAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige. La vidaHachje
Leven de suHaar
Hun
Uw
Zijn cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf y de cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes fibraVezel del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve, la vidaHachje
Leven que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen sustanciaGoedje
Spul
Stof
Substantie
Zelfstandigheid corporalCorporale
Lichaams-
Lichamelijk
Lichamelijke habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had deseadoBegeerd
Geambieerd
Geaspireerd
Gedongen naar
Gehaakt naar
Gehunkerd
Gesmacht
Gesmacht naar
Gesnakt naar
Gestreefd naar
Gewenst
Nagejaagd
Nagestreefd
Trek gehad in
Verkozen
Verlangd conDoor
Met
Per
Samen met ahíncoIk blijf
Ik dring aan op
Ik volhard esaDat
Die luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting y loDe
Hem
Het
U impulsabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevorderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan tot
Ik bevorderde
Ik bracht over
Ik dreef aan
Ik stimuleerde
Ik zette aan tot haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor ellaHaar
Ze
Zij, de
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval que las sabiasLeerzaam
Leerzame combinacionesCombinaties
Onderjurken
Verbindingen químicasChemici
Chemisch
Chemische
Scheikundig
Scheikundige
Scheikundigen de una plantaEtage
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poot
Plant
Plant aan!
Plant!
Poot!
Verdieping
Voetzool
Zool impulsanZij/ze bevorderen
Zij/ze brengen over
Zij/ze drijven aan
Zij/ze stimuleren
Zij/ze zetten aan tot a estaDeze
Dit haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el
solSol
Zon.
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer comenzaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan a alborear suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven conscienteBewust
Bewuste
Welbewust
Welbewuste, élHem
Hij se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand
acercadoNaderbij gebracht, arrastrándoseKruipend, a la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater de la covacha. Y en elloDat
Het habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had unanimidadEenparigheid
Eensgezindheid
Unanimiteit conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen y hermanasZussen
Zusters. NuncaNimmer
Nooit, en aquelDat
Die períodoCyclus
Menstruatie
Omlooptijd
Periode
Periode (deel van een
breuk)
Tijdkring
Tijdperk
Tijdvak, se arrastróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroop niEn niet
Evenmin
Noch uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de ellosHen
Ze
Zij haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor los
oscurosDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere rinconesHoeken de la paredMuur
Wand posteriorAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende. La luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting los atraíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkerde
Ik bekoorde
Ik haalde aan
Ik lachte toe
Ik lokte
Ik lokte aan
Ik trok
Ik trok aan
Ik verlekkerde como siAlsof fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren plantasEtages
Jij/je plant
Jij/je plant aan
Jij/je poot
Planten
Verdiepingen
Voetzolen
Zolen; la
químicaChemicus
Chemie
Chemisch
Chemische
Scheikunde
Scheikundig
Scheikundige de la vidaHachje
Leven, de la queDat
Die
Wie
Zij die eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren ellosHen
Ze
Zij el compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling, pedía(Hij) vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak del
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn, y susHaar
Hun
Uw
Zijn diminutosHeel klein
Klein
Kleine
Nietig
Nietige cuerpecillos de jugueteSpeelbal
Speelgoed
Speeltuig
Stuk speelgoed se deslizabanZij/ze gleden
Zij/ze gleden uit
Zij/ze glibberden
Zij/ze glipten
Zij/ze schoven
Zij/ze schoven op ciegamenteBlindelings
In den blinde, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
químicamenteChemisch, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor ellaHaar
Ze
Zij.
Más tardeLater
Straks, cuandoAls
Tijdens
Wanneer cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen de ellosHen
Ze
Zij habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven desarrollandoBeduidend
Ontwikkelend
Toelichtend
Uiteenzettend
Uitleggend
Uitwerkend
Verklarend yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds suHaar
Hun
Uw
Zijn personalidadPersonaliteit
Persoonlijkheid y
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven a tener conciencia deBeseffen
Zich bewust zijn
Zich realiseren susHaar
Hun
Uw
Zijn impulsosAandriften
Impulsen
Opwellingen
Stuwingen y anhelosZuchten, la atracciónAanhalen
Aanlokken
Aantrekken
Aantrekkingskracht
Bekoren
Lokken
Toelachen
Trekken
Verlekkeren de la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting aumentó(Het) nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker.
ContinuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend bregabanZij/ze spartelden
Zij/ze tobden zich af
Zij/ze worstelden por llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a ellaHaar
Ze
Zij, y suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest retirarlosIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
una y otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer.
De aquellaDat
Die
Diegene maneraManier
Trant
Wijze precisamenteJuist
Net, el cachorroJong grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze se enteró deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze informeerde zich over otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één de los maternosVan moeders kant
atributosAttributen, distintosAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere de aquellaDat
Die
Diegene lenguaSchar
Taal
Tong tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer calmanteZij/ze bedaren
Zij/ze kalmeren
Zij/ze stellen gerust de la queDat
Die
Wie
Zij die hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken.
En suHaar
Hun
Uw
Zijn incesanteOnophoudelijk
Onophoudelijke arrastrarseKruipen haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, descubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit que suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding poseíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook una narizNeus
que conDoor
Met
Per
Samen met un duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai golpecitoKlapje sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist administrarleAdministreren
Beheren
Besturen
Toedienen un ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging, y más adelanteAchteraf
Daarna
Dan
Hierna
Later
Naderhand
Vervolgens, que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
una pataPoot
Voet que loDe
Hem
Het
U aplastabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde uit (van
deeg)
Ik rolde uit (van
deeg) contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem y loDe
Hem
Het
U hacía rodarHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Ik rolde
Ik wentelde luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo repetidasDoorgenomen
Herhaald
Herhaaldelijk
Herhaaldelijke
Nagezegd
Nog eens gezegd vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten conDoor
Met
Per
Samen met
rápidosExpressen
Exprestreinen
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltreinen
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calculadosBerekend
Gecalculeerd
Gecijferd
Gerekend
Geschat
Geteld
Uitgerekend empujonesDuwen. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig se enteró deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze informeerde zich over que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken que hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade, y
aprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde aan con elloDaarmee a evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade; en primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank incurriendo enGerakend tot
Vervallend in el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel de
recibirloHet ontvangen, y en segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede, una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet acreedorCrediteur
Eerzaam
Eerzame
Krediet-
Schuldeiser
Verdienstelijk
Verdienstelijke
Waar
Waardig
Waardige
Ware alNaar de
Naar het castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging, hurtandoBestelend
Gappend
Ontvreemdend
Stelend
Zich vergrijpend aan el
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf y retrocediendoAchteruitgaand
Terugdeinzend
Teruggaand. EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren estasDeze
Dezen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten conscientesBewust
Bewuste
Welbewust
Welbewuste, resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond de las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen generalesAlgemeen
Algemene
Generaal
Generaals
Generale acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij del mundoAardrijk
Wereld. AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger se retirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug automáticamenteAutomatisch de lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U causabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Ik berokkende
Ik bracht teweeg
Ik deed
Ik deed aan
Ik liet
Ik liet doen
Ik maakte
Ik richtte aan
Ik stichtte
Ik veroorzaakte
dolorPijn
Smart
Wee
Zeer o molestiaBelemmering
Belet
Beletsel
Gêne
Hinder
Last
Ongemak
Overlast
Stoornis
Storing
Verhindering
Verstoring, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand arrastradoGesleept
Getrokken
Meegesleurd
Voortgetrokken, automáticamenteAutomatisch tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se retirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds de lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U causabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Ik berokkende
Ik bracht teweeg
Ik deed
Ik deed aan
Ik liet
Ik liet doen
Ik maakte
Ik richtte aan
Ik stichtte
Ik veroorzaakte dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan,
que el dañoDe schade eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was aquelloDat
Die
Diegene
Zulks.
El cachorrillo resultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Ik bleek
Ik kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vertoonde me
Ik viel uit
Ik vloeide voort
Ik volgde ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed. Y susHaar
Hun
Uw
Zijn hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen y hermanasZussen
Zusters noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U iban aZij/ze gingen naar la zaga. Era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op. Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte y alNaar de
Naar het caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren animalesBeesten
Dieren carnívorosCarnivora
Carnivoren
Roofdieren
Vleeseters, de castaEerbaar
Eerbare
Kaste
Kuis
Kuise
Rein
Reine
Zedig
Zedige acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk a matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden carneVlees y devorarlaVerslinden. SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten de ellaHaar
Ze
Zij vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden susHaar
Hun
Uw
Zijn padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders. La lecheMelk que mamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at gulzig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in de
schoot geworpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrokte naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf reeds vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoog alNaar de
Naar het comenzarAanbinden
Aanbreken
Aanvangen
Beginnen
Beginnen met
Ingaan
suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was productoBeschot
Gewrocht
Oogstopbrengst
Opbrengst
Product
Productie
Produkt
Voortbrengsel, transformaciónEnergieomzetting
Gedaanteverandering
Gedaanteverwisseling
Herscheppen
Omzetten
Transformatie
Veranderen
Verandering
Vermaken
Vervormen directaDirect
Directe
Live
Onmiddellijk
Onmiddellijke
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse de carneVlees, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el cachorroJong
contabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
Ik berekende
Ik calculeerde
Ik debiteerde
Ik las voor
Ik rekende
Ik rekende uit
Ik telde
Ik telde af
Ik telde neer
Ik verhaalde
Ik vertelde un mesMaand, cuandoAls
Tijdens
Wanneer noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had transcurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una semanaWeek desde queSinds se abrieronZij/ze begonnen
Zij/ze gingen open
Zij/ze openden de rij
susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen, empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds él mismoHemzelf a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook carneVlees, medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling digeridaGedigereerd
Verduwd
Verteerd
Verwerkt por la lobaWolvin y
ofrecidaAangeboden
Geboden
Te koop aangeboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens a susHaar
Hun
Uw
Zijn cinco5
Vijf hijosKinderen
Zonen
Zoons, que pretendíanZij/ze claimden
Zij/ze maakten aanspraak op mamarGulzig eten
In de schoot geworpen
krijgen
Naar binnen schrokken
Reeds vroeg verwerven
Zuigen conDoor
Met
Per
Samen met demasiadaAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Teveel
Uiterst
Uiterste frecuenciaFrequentie.
PeroDoch
Echter
Maar de todosAller-
Ieders ellosHen
Ze
Zij, el peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was élHem
Hij. NingunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand loDe
Hem
Het
U aventajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muntte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde voorbij
Ik blonk uit
Ik ging te boven
Ik muntte uit
Ik overtrof
Ik streefde voorbij en el fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht de aquellaDat
Die
Diegene
especieAangelegenheid
Soort de incipiente gruñidoGegromd
Geknord que emitíanZij/ze brachten in omloop
Zij/ze emitteerden
Zij/ze gaven af
Zij/ze gaven uit
Zij/ze riepen om
Zij/ze spraken uit
Zij/ze stuurden rond
Zij/ze uitten. SusHaar
Hun
Uw
Zijn rabietasWoedeaanvallen superabanZij/ze blonken uit
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze kwamen te boven
Zij/ze muntten uit
Zij/ze overtroffen
Zij/ze overwonnen
Zij/ze streefden voorbij siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend en muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, por
loDe
Hem
Het
U terriblesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke, a las de los demásDe anderen. ÉlHem
Hij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke que aprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde aan a hacer rodarRollen
Wentelen por el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem a
susHaar
Hun
Uw
Zijn hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen, de un zarpazo hábilmenteBekwaam
Handig dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend; el queDat
Die
Hij die
Wie primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke clavóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes en la
orejaOor de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één y tiró deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan loDe
Hem
Het
U lindoAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs arrancarleAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren un pedazoBonk
Brok
Eindje
Homp
Stuk
Stukje, gruñendoGrommend
Knorrend,
mientrasTerwijl, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los apretadosAangedraaid
Aangedrukt
Aangedrukte
Gedrongen
Gedrukt
Gedrukt op
Gekneld
Geperst
Geprest dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes. Y en finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, élHem
Hij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el queDat
Die
Hij die
Wie másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken leHaar
Hem
Het
U dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la camada se leHaar
Hem
Het
U fuera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater de la cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk.
La fascinaciónBetovering
Fascinatie
Het boze oog
Zinsbegoocheling que la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting ejercíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was werkzaam
Ik oefende uit
Ik was werkzaam en el cachorroJong grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was aumentandoAangroeiend
Aanwakkerend
Doend toenemen
Groeiend
Sterker wordend
Stijgend
Toenemend
Vergrotend
Verhogend
Vermeerderend de díaOverdag en díaDag
Etmaal.
ContinuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend andabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging
Ik ging te voet
Ik ging voort
Ik legde af
Ik liep
Ik nam deel aan
Ik wandelde (snel)
Ik werkte en buscaOp zoek de aventurasAvonturen
Jij/je riskeert
Jij/je verspeelt
Jij/je waagt
Jij/je zet op het
spel
Lotgevallen
Perikelen
Perikels
Wederwaardigheden en el espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim de un metroMeter
Metro
Metrum
Versmaat que loDe
Hem
Het
U separabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiftte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonderde af
Ik scheidde
Ik scheidde af
Ik schiftte
Ik zonderde af
de la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht de la covacha, y continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had que retirarloEruit halen
Verwijder de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer. SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten que élHem
Hij
ignorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze negeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist niet
Ik negeerde
Ik wist niet que aquelloDat
Die
Diegene
Zulks fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg una entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht. Ni siquieraZelfs niet sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
que sirvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan de un sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei otroAnder
Andere
Nog een
Nog één lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que aquelDat
Die, y
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze de penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
van de ziel
Doordringen tot op merg
en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht de la cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que otraAnder
Andere
Nog een
Nog één paredMuur
Wand..., una paredMuur
Wand de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting. A semejanzaEvenbeeld
Gelijkenis
Overeenkomst de lo queDat wat
Wat el solSol
Zon eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el
que vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig aquelDat
Die muroMuur luminosoHel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klare
Licht
Lichte
Lichtgevend
Lichtgevende eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij el solSol
Zon de un mundoAardrijk
Wereld. LeHaar
Hem
Het
U atraíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkerde
Ik bekoorde
Ik haalde aan
Ik lachte toe
Ik lokte
Ik lokte aan
Ik trok
Ik trok aan
Ik verlekkerde
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una velaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Kaars
Omsluier!
Sluier!
Waak!
Zeil
Zeilen encendidaAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht atraeBekoor!
Haal aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker! a una mariposaGasklep
Roze maagdenpalm
Vlinder nocturnaNacht-
Nachtactief
Nachtactieve
Nachtelijk
Nachtelijke. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik hield op
Ik liet af
Ik scheed uit
Ik scheidde uit
Ik stopte
Ik week de esforzarsePogen
Streven
Zich inspannen en
alcanzarlaAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven. La vidaHachje
Leven, que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug se desarrollabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evolueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwikkelde zich en élDaaraan
Erin, loDe
Hem
Het
U impulsabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevorderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan tot
Ik bevorderde
Ik bracht over
Ik dreef aan
Ik stimuleerde
Ik zette aan tot haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting,
sabiendoKennend
Smakend
Wetend que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat la salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden, el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg que debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd pisarAanstampen
Betreden
Intrappen
Onder de voet lopen
Prakken
Trappen op
Vertrappen. PeroDoch
Echter
Maar él mismoHemzelf noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de todo estoDit alles, ni siquieraZelfs niet que loDe
Hem
Het
U exteriorAan de buitenkant
Buiten-
Buitenkant
Buitenste
Buitenzijde
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige existieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Ik bestond.
OcurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak raraEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame conDoor
Met
Per
Samen met aquelDat
Die muroMuur de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting. ObservabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe élHem
Hij que suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader -puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds a reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één habitanteBewoner
Ingezetene
Inwoner
Inwoonster del mundoAardrijk
Wereld, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke a suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding, que dormíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit
Ik bracht onder narcose
Ik mafte
Ik pitte
Ik sliep
Ik sliep uit cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting y traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee carneVlees paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten- teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast la
costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede de penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
van de ziel
Doordringen tot op merg
en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn en el distanteVer
Verre muroMuur blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte y desaparecerVerdwijnen por élHem
Hij. El lobato grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
comprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond aquelloDat
Die
Diegene
Zulks. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding nuncaNimmer
Nooit leHaar
Hem
Het
U hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was permitidoGedoogd
Geoorloofd
Geoorloofde
Gepermitteerd
Niet belet
Toegelaten
Toegestaan
Toegestane
Vergund
Veroorloofd acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen a lo queDat wat
Wat élHem
Hij
juzgabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak recht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonniste
Ik beoordeelde
Ik berechtte
Ik oordeelde
Ik sprak recht
Ik veroordeelde
Ik vonniste paredMuur
Wand, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand aproximadoBenaderd
Benaderend
Benaderende
Globaal
Globale
Naderbij gebracht a las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder, encontrandoAantreffend
Bevindend
Ontmoetend
Tegemoet tredend
Tegenkomend
Treffend
Vindend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend una duraBeklijf!
Blijf aan!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
obstrucciónAfsluiting
Barrière
Dam
Heining
Hek
Obstructie
Opstopping
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Versperring
Verstopping de dolorosasPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke consecuenciasAflopen
Besluiten
Consequenties
Gevolgen
Resultaten
Uitkomsten
Uitvloeiselen
Uitvloeisels
Voortvloeisels paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! suHaar
Hun
Uw
Zijn tiernoGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte hocicoSnuit. AquelloDat
Die
Diegene
Zulks dolíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed pijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zeer
Ik deed pijn
Ik deed zeer, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende tentativasPogingen, decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank intentarAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
van de ziel
Doordringen tot op merg
en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn por las paredesMuren
Wanden. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te detenerseAfslaan
Blijven staan
Halt houden
Stilhouden
Stilstaan
Stoppen a pensar enDenken aan
Nadenken over
elloDat
Het, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende por cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak averiguadaAchterhaald
Nagegaan
Nagevraagd
Onderzocht
Te weten gekomen
Uitgevist
Uitgevorst que el desaparecerVerdwijnen a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via un muroMuur eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat característicoEigenaardig
Eigenaardige
Karakteristiek
Karakteristieke
Kenmerkend
Kenmerkende
y privativo de suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la lecheMelk y la carneVlees medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling digeridaGedigereerd
Verduwd
Verteerd
Verwerkt eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren rasgosGelaatstrekken
Karaktertrekken
Trekken
típicosEigenaardig
Eigenaardige
Typisch
Typische de suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding.
En realidadRealiteit
Werkelijkheid, el cachorrillo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer propenso aGeneigd tot
Vatbaar voor pensarDenken, o al menosAlthans
Tenminste a aquelDat
Die modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze de
pensarDenken que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats habitualGewone
Gewoon
Gewoonlijk
Habitué
Stamgast
Trouwe bezoeker en los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten. SuHaar
Hun
Uw
Zijn cerebroBrein
Hersenen
Hersens preferíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf de voorkeur
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voorkeur aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prefereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou liever
Ik deed liever
Ik gaf de voorkeur
aan
Ik gaf voorkeur aan
Ik prefereerde
Ik trok voor
Ik verkoos
Ik wilde liever
Ik wou liever paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één oscurosDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere caminosBanen
Routen
Routes
Wegen.
Y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, las conclusionesBesluiten
Beëindigingen
Conclusies
Einden
Eindes
Enden
Gevolgtrekkingen a que llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere y terminantesAfdoend
Afdoende
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals las de
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve. PracticabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoefende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in de
praktijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefende uit
Ik beoefende
Ik betrachtte
Ik bracht in de
praktijk
Ik oefende
Ik oefende uit el sistemaBestel
Stelsel
Systeem de aceptarAannemen
Accepteren
Ontvangen las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te preguntarVragen el porquéBeweegreden
Drijfveer
Motief
Reden
Waarom y
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quéWat
Welke. NuncaNimmer
Nooit leHaar
Hem
Het
U preocupóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde zorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte ongerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte el averiguarAchterhalen
Nagaan
Navragen
Onderzoeken
Te weten komen
Uitvissen
Uitvorsen la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand de que una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak ocurriera(Het) gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand. ConDoor
Met
Per
Samen met saberKennen
Smaken
Weten
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand leHaar
Hem
Het
U bastabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voldoende
Ik reikte toe
Ik voldeed
Ik volstond
Ik was genoeg
Ik was toereikend
Ik was voldoende. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, cuandoAls
Tijdens
Wanneer se golpeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel op la narizNeus variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus la paredMuur
Wand del
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste de la cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende por decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen que élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via los murosMuren y
desaparecerVerdwijnen. De la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve maneraManier
Trant
Wijze admitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving, en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel, que suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht hacerloDoen
Laten
Maken; peroDoch
Echter
Maar
sin queZonder dat leHaar
Hem
Het
U atormentaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed verdriet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze folterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op de
pijnbank
Ik deed verdriet aan
Ik folterde
Ik kwelde
Ik legde op de
pijnbank el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht de averiguarAchterhalen
Nagaan
Navragen
Onderzoeken
Te weten komen
Uitvissen
Uitvorsen a quéWat
Welke se debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was veel veplicht estaDeze
Dit diferenciaBen het oneens!
Differentieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze differentieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het oneens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verschil tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Maak verschil tussen!
Onderscheid
Onderscheid!
Verander!
Verschil entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los dosAlle twee de
Allebei
Beide.
La lógicaLogica
Logisch
Logische y la físicaFysica
Fysicus
Fysiek
Fysieke
Lichaams-
Lichamelijk
Lichamelijke
Lijf-
Natuurkunde
Natuurkundige
Natuurlijk
Natuurlijke noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank figurabanZij/ze beeldden af
Zij/ze blonken uit
Zij/ze figureerden
Zij/ze gaven voor
Zij/ze stelden voor
Zij/ze veinsden
Zij/ze vormden
Zij/ze wendden voor en el caudal de susHaar
Hun
Uw
Zijn conocimientosBekendheden
Cognossementen
Deskundigheden
Kennissen
Kundes
Verstanden
Wetens.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de los seresWezenlijkheden
Wezens salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tardó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam tijd om padecerDoorstaan
Dulden
Lijden
Lijden aan
Ondergaan
Uitstaan
Velen
Verdragen hambreHonger. Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef un
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd en queWaarin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten cesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week el suministroAfleveren
Bestellen
Ik bestel
Ik lever
Ik lever af
Ik verschaf
Ik voer toe
Leveren
Levering
Toevoeren
Verschaffen de carneVlees, sinoDoch
Echter
Maar que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs niEn niet
Evenmin
Noch de los pechosBoezems
Borsten de suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding brotabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spatte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspoot
Ik kwam uit
Ik ontkiemde
Ik spatte op
Ik stoof
Ik verspoot la lecheMelk. Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin, los lobeznos se limitabanZij/ze begrensden
Zij/ze beknotten
Zij/ze beperkten
Zij/ze legden beperkingen op
aan a gimotear, a quejarseAanklagen
Klagen
Zich beklagen
Zijn beklag doen;
peroDoch
Echter
Maar por lo generalIn het algemeen
Over het algemeen lo queDat wat
Wat hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen. Al cabo deNa
Na verloop van pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd se hallabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze vonden zich terug
Zij/ze waren yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds en
un estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden comatoso debidoBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Juist
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest alNaar de
Naar het hambreHonger. Se acabaronZij/ze eindigden las riñasJij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt ruzie
Jij/je ruziet
Ruzies, las rabietasWoedeaanvallen y los intentosPogingen de
gruñirGrommen
Knorren; cesaronZij/ze hielden op
Zij/ze lieten af
Zij/ze scheden uit
Zij/ze scheidden uit
Zij/ze stopten
Zij/ze weken los conatos de acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen alNaar de
Naar het consabidoBekend
Bekende muroMuur blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte en buscaOp zoek de aventurasAvonturen
Jij/je riskeert
Jij/je verspeelt
Jij/je waagt
Jij/je zet op het
spel
Lotgevallen
Perikelen
Perikels
Wederwaardigheden.
Los lobatos dormíanZij/ze brachten onder narcose
Zij/ze maften
Zij/ze pitten
Zij/ze sliepen
Zij/ze sliepen uit mientrasTerwijl la lucecilla de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde y se extinguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf uit.
El TuertoEenogig
Eenogige estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat desesperadoGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige. Se dedicaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan el monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u! continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend y en todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen, durmiendoMaffend
Onder narcose brengend
Pittend
Slapend
Uitslapend pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten en el cubil, en el queWaarin la desdichaOngeluk y la tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid
imperabanZij/ze golden
Zij/ze heersten
Zij/ze heersten als keizer
Zij/ze woedden ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la lobaWolvin abandonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet la camada saliendoAfrijdend
Buitengaand
Er mee weg komend
Eruitgaand
Naar buiten gaand
Op weg gaand
Opstappend
Startend
Tijgend
Uitgaand
Uitkomend
Uitlopend
Uitrijdend
Uitstappend
Uitstijgend
Uittredend
Uitvarend
Verschijnend
Vertrekkend
Weggaand
Wegrijdend en buscaOp zoek de carneVlees. En los
primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke díasDagen
Etmalen de la vidaHachje
Leven de susHaar
Hun
Uw
Zijn hijosKinderen
Zonen
Zoons, el TuertoEenogig
Eenogige habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten alNaar de
Naar het
campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp indioBlauw
Blauwe
Indiaan
Indiaans
Indiaanse
Indisch
Indische
Indium
Indiër paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! robarBeroven
Bestelen
Buitmaken
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
Zich vergrijpen aan los conejosKonijnen
Kutten
Vulva's que caíanZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer en las trampasLuiken
Valluiken; peroDoch
Echter
Maar conDoor
Met
Per
Samen met el deshieloDooi
Ik ontdooi
Ontdooien,
que dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde los arroyosBeekjes
Beken
Eenbaanswegen
Goten
Hoofdwegen
Kreken
Rijwegen
Riviertjes
Straatwegen
Straten
Stroompjes
Vlieten
Weteringen, los indiosBlauw
Blauwe
Indiaans
Indiaanse
Indiaansen
Indianen
Indisch
Indische
Indiërs habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren levantadoGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven susHaar
Hun
Uw
Zijn chozas, y aquelDat
Die medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de
procurarseAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Inkopen
Kopen
Overnemen
Trachten
Zich voorzien van provisionesBeschikkingen
Besluiten
Leveringen
Maatregelen
Maatregels
Provianderingen
Provisie
Voorraad
Voorzieningen
Voorzorgen se acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer el lobato grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de aquelDat
Die estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden comatoso, volviendo aTeruggaand naar
Terugkerend naar
Terugkomend naar la vidaHachje
Leven y
mostrandoLatend zien
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus suHaar
Hun
Uw
Zijn interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente por el muroMuur de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde leHaar
Hem
Het
U parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als, se hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
ColmilloSlagtand BlancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte Jack LondonJack london
conDoor
Met
Per
Samen met que la poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental de aquelDat
Die mundoAardrijk
Wereld suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand reducidoGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere. SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten una hermanaZus
Zuster leHaar
Hem
Het
U
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was. Los demásDe anderen habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren desaparecidoVerdwenen
Vermiste.
Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer se encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware, se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a jugarSpelen
Uitvoeren
Voorspelen soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la hermanaZus
Zuster noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
levantabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik beurde
Ik haalde op
Ik hief
Ik hief op
Ik kookte op
Ik richtte op
Ik sloeg op
Ik tilde
Ik tilde op
Ik verhief
Ik vestigde
Ik zette neer yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cabezaHoofd
Kop
Krop niEn niet
Evenmin
Noch se movíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich. El cuerpecillo de élHem
Hij se ibaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich redondeandoAfrondend
Rond makend
Rondmakend conDoor
Met
Per
Samen met la carneVlees
que comíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat
Ik at
Ik bikte
Ik gebruikte
Ik gebruikte het middagmaal
Ik lunchte
Ik nuttigde
Ik vrat; peroDoch
Echter
Maar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ellaHaar
Ze
Zij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen, convertidaBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke esqueletoGebeente
Geraamte
Karkas
Skelet cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel, en queWaarin la llamaDe vlam de la vidaHachje
Leven ardíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan
Ik blaakte
Ik brandde
Ik gloeide
Ik was aan cada vezElke keer
Steeds
Telkens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
hasta queTot
Totdat al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte se apagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit.
LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef un díaDag
Etmaal en queWaarin el lobato grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader apareciendoOpdagend
Opdravend
Te voorschijn komend
Uitkomend
Verschijnend o
desapareciendoVerdwijnend a travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed del muroMuur de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, niEn niet
Evenmin
Noch echadoAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Aankondigen
Beginnen
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Gooien
Ingeschonken
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Opleggen
Opvoeren
Schatten
Smijten
Springen
Storten
Strooien
Tanken
Toegevoegd
Uiten
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastgemaakt
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen, durmiendoMaffend
Onder narcose brengend
Pittend
Slapend
Uitslapend en la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht de la
cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk. OcurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand estoDeze
Dit al finalTenslotte de una segunda2e
Tweede temporadaJaargetij
Jaargetijde
Seizoen de hambreHonger, menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd duraBeklijf!
Blijf aan!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai que la
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke. La lobaWolvin sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist por quéWaarom razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus el TuertoEenogig
Eenogige, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Ik bestond medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de
explicarleBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren alNaar de
Naar het cachorroJong lo queDat wat
Wat ella mismaHaarzelf habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta. CazandoBejagend
Jacht makend op
Jagend
Najagend
Voortdrijvend solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten en buscaOp zoek de carneVlees, en
la parte superiorBovenste deel de la bifurcaciónWissel del arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering en queWaarin vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde el linceLos
Lynx, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtaan
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten la
pistaAanwijzing
Baan
Rijbaan
Spoor recienteFris
Frisse
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Recent
Vers
Verse del TuertoEenogig
Eenogige, que soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten databaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dateerde
Ik dateerde del día anteriorVoorgaande dag. Y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, al finalTenslotte del rastroOverblijfsel
Rommelmarkt
Spoor
Vlooienmarkt, loDe
Hem
Het
U
hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag, o mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag lo queDat wat
Wat de élHem
Hij quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was. Se veíanZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens de batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis
y de la retiradaAftocht
Ingetrokken
Retraite
Teruggetrokken
Terugmars
Terugtrekking
Uitgehaald
Verwijderd del linceLos
Lynx a suHaar
Hun
Uw
Zijn cubil, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te haberBezitting
Hebben
Zijn obtenidoBehaald
Buitgemaakt
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
Verkregen
Verworven la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege. Antes deAlvorens te
Voor
marcharseWeggaan, la lobaWolvin habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind cubil; peroDoch
Echter
Maar por las señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond que el
linceLos
Lynx estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat dentroBinnen
Daarbinnen
Erin y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se atrevió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde aventurarseDurven te
Wagen. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over estoDeze
Dit, cuandoAls
Tijdens
Wanneer la lobaWolvin
cazabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte jacht op
Ik bejaagde
Ik bejoeg
Ik dreef voort
Ik jaagde
Ik jaagde na
Ik joeg
Ik joeg na
Ik maakte jacht op, evitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit de
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontweek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkwam
Ik ging uit de
weg
Ik meed
Ik ontweek
Ik vermeed
Ik voorkwam siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend aquellaDat
Die
Diegene bifurcaciónWissel izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse del arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que en el
cubil del linceLos
Lynx habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had una camada de pequeñuelos, y que la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit genioBeschermgeest
Geest
Genie
Genius ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed y
una terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke luchadoraStrijdbaar
Strijdbare. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! docenaDozijn de lobosBermpjes
Lobos
Wolven noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! el acorralar a uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de
aquellosDie
Diegene felinosKatachtig
Katachtige
Katachtigen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a obligarloDwingen
Forceren
Noodzaken
Opdringen
Verplichten a que se subiera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Ik beklom
Ik besteeg
Ik ging naar boven
Ik klom
Ik rees
Ik stapte in
Ik steeg un árbolBoom
Mast, furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste y conDoor
Met
Per
Samen met el
peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil erizadoBorstelig
Borstelige
Met moeilijkheden omgegeven
Met moeilijkheden omgeven
Opgericht
Overeind gezet
Rechtopstaand
Rechtopstaande
Ruigharig
Ruigharige
Ruwharig
Ruwharige; peroDoch
Echter
Maar eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere que un loboBermpje
Wolf soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten tuviera queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest habérselasHet met iemand aan
de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten con élDaarmee...,
sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk sabiendoKennend
Smakend
Wetend que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin a susHaar
Hun
Uw
Zijn hijuelos hambrientosHongerig
Hongerige.
PeroDoch
Echter
Maar la vidaHachje
Leven salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast susHaar
Hun
Uw
Zijn exigenciasEisen
Verlangens, y la maternidadMaterniteit
Moederschap, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend protectoraBeschermend
Beschermende
Veiligheids- allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds y
fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, llegaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aankomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanlanden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou arriveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdrijven
Ik zou aangeven
Ik zou aankomen
Ik zou aanlanden
Ik zou aanreiken
Ik zou arriveren
Ik zou doorbrengen
Ik zou verdrijven un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd en queWaarin la lobaWolvin, sacrificándose porZich opofferend voor el
cachorroJong grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze, se arriesgaría aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich blootstellen
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich wagen
aan volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar aquelDat
Die lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast suHaar
Hun
Uw
Zijn cubil el
linceLos
Lynx, y desafiaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou provoceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tarten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tergen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trotseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitdagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitlokken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittarten
Ik zou provoceren
Ik zou tarten
Ik zou tergen
Ik zou trotseren
Ik zou uitdagen
Ik zou uitlokken
Ik zou uittarten la iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve.
IV
La murallaBastion
Bolwerk
Omwalling
Vestingwal
Wal del mundoAardrijk
Wereld
AlNaar de
Naar het llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven la épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht en queWaarin suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van abandonadaErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke la cuevaGrot
Hol
Holte
Kelder
Krocht
Spelonk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild, el cachorroJong habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds aprendidoAangeleerd
Geleerd la leyGehalte
Titer
Wet que leHaar
Hem
Het
U prohibíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbood
Ik verbood acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen a la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht.
FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding la queDat
Die
Wie
Zij die leHaar
Hem
Het
U enseñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit estaDeze
Dit leyGehalte
Titer
Wet por medio deDoor
Met
Per hocicadas y zarpazos, peroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook en élDaaraan
Erin mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich desarrollandoBeduidend
Ontwikkelend
Toelichtend
Uiteenzettend
Uitleggend
Uitwerkend
Verklarend el instintoAandrift
Instinct del miedoAngst
Beduchtheid
Vrees. NuncaNimmer
Nooit, en suHaar
Hun
Uw
Zijn breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte vidaHachje
Leven
en la covacha, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had halladoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Gezien
Ontmoet
Waargenomen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! que pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht inspirárseloBezielen
Inboezemen
Inspireren, y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, loDe
Hem
Het
U sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar. LeHaar
Hem
Het
U
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was transmitidoOvergebracht
Overgedragen
Uitgezonden sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker por herenciaErfdeel
Erfelijkheid
Erfenis
Erfgoed
Erfrecht
Nalatenschap
Neiging
Overerving de remotosOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
Ver
Verre antepasadosStamvaders
Voorgeslacht
Voorouders
Voorvaderen
Voorvaders
Voorzaten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat característicoEigenaardig
Eigenaardige
Karakteristiek
Karakteristieke
Kenmerkend
Kenmerkende
de milesDuizenden y milesDuizenden de vidasHachjes
Levens anterioresVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere. Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a élHem
Hij directamenteDirect
Rechtstreeks por el TuertoEenogig
Eenogige y la lobaWolvin;
peroDoch
Echter
Maar ellosHen
Ze
Zij, a suHaar
Hun
Uw
Zijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt, loDe
Hem
Het
U obtuvieronZij/ze behaalden
Zij/ze genoten
Zij/ze kregen
Zij/ze maakten buit
Zij/ze ontvingen
Zij/ze toucheerden
Zij/ze verkregen
Zij/ze verwierven de generacionesGeneraties
Geslachten enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige de lobosBermpjes
Lobos
Wolven, desaparecidasVerdwenen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds.
¡El miedoAngst
Beduchtheid
Vrees! El legadoBedacht
Legaat
Pauselijk gezant del desiertoEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernis
Woestenij
Woestijn, al cualWaaraan noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand animalBeest
Dier que puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! sustraerseAftrekken
Gappen
Ontvreemden
Stelen niEn niet
Evenmin
Noch
cambiarloAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen por la sopaSoep bobaDom
Domme de la domesticidadHuiselijkheid
Huishoudelijkheid.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |