Charles Dickens -Charles dickens DAVIDDavid COPPERFIELD

ÍNDICEAanduiding
Aanwijzing
Index
Inhoudsopgave
Lijst
Register
Tabel
Tafel
Wijsvinger
Pagina
PREFACIOPrefatie 22
Twee

PRIMERA1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
PARTEAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde


I. NazcoIk ontluik
Ik ontsta
Ik spruit
Ik word geboren
33
Drie


II. ObservoIk bemerk
Ik kijk toe
Ik merk
Ik merk op
Ik neem waar
Ik observeer
Ik sla gade
Ik zie toe
1010
Tien


III. Un cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
1919
Negentien


IV. CaigoIk geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
en desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
2929
Negenentwintig


V. MeMe
Mij
alejanZij/ze houden weg van
Zij/ze verwijderen
Zij/ze verwijderen van
del hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
41

VIIk bekeek
Ik keek
Ik zag
. EnsanchoIk breid uit
Ik maak wijder
Ik verbreed
Ik vergroot
miMi
Mijn
círculo de amistadesVriendenkring 52

VII. MiMi
Mijn
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
semestreHalfjaar
Semester
en SalemSalem House 57

VIII. MisMi's
Mijn
vacacionesVakantie
Vakanties
, y en especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale
una tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
dichosa. 68

IX. Un cumpleañosGeboortedag
Geboortedagen
Verjaardag
Verjaardagen
Verjaring
Verjaringen
memorableGedenkwaardig
Gedenkwaardige
77

X. EmpiezanZij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan
descuidándome, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
meMe
Mij
colocanZij/ze brengen onder
Zij/ze doen
Zij/ze leggen
Zij/ze leggen neer
Zij/ze plaatsen
Zij/ze steken
Zij/ze stellen
Zij/ze stoppen
Zij/ze verplaatsen
Zij/ze vlijen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten neer
Zij/ze zetten uit
. 84

XIXi. EmpiezoIk begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik snijd aan
Ik vang aan
a vivirLeven
Wonen
por miMi
Mijn
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
. 96

XII. CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
el vivirLeven
Wonen
por miMi
Mijn
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
y tomoBand
Boekdeel
Deel
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Volume
una granGroot
Grote
resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
105

XIII. El resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond
de miMi
Mijn
resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
111

XIV. Lo queDat wat
Wat
miMi
Mijn
tíaTante decideBeslis!
Besluit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beslist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt zich voor
Maak uit!
Neem je voor!
respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
a Me
Mij
123

XV. Vuelvo aIk ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan
133

XVI. CambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
en másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de un sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
138

XVII. AlguienEen of ander
Een zeker
Iemand
que reapareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Kom terug!
151

XVIII. MiradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
retrospectivaRetrospectief
Retrospectieve
Terugziend
Terugziende
162

XIX. MiroIk bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
 op
Ik zie toe
a miMi
Mijn
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
y hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
un descubrimientoOntdekking. 167

XX. La casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de Steerforth 177

SEGUNDA2e
Tweede
PARTEAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
.

I. La pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
Emily 182

II. LugaresAanleidingen
Dorpen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Ruimten
Ruimtes
Zetels
antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
y genteLieden
Lui
Mensen
Volk
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
194

III. CorroboroIk bevestig
Ik maak vast
Ik staaf
Ik versterk
la opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
de místerMí=
Me
Mij
Dick y me decidoIk beslis
Ik besluit
Ik maak uit
Ik neem me voor
por una profesiónBedrijf
Beroep
Broodwinning
Professie
208

IV. MiMi
Mijn
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
excesoBuitensporigheid
Exces
Overdaad
Overschot
Uitspatting
Uitwas
217

V. El ángel buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
y el ángel maloBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
223

VIIk bekeek
Ik keek
Ik zag
. CaigoIk geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker
235

VII. Tommy Traddles 244

VIII. MísterMí=
Me
Mij
Micawber lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
guanteHandschoen
Want
250

IX. VeoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
a Steerforth en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
263

X. Una desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
267

XIXi. Una pérdidaGebrek
Gemis
Nadeel
Schade
Verlies
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
272

XII. El principioHet begin de un viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
278

XIII. FelicidadGeluk 290

XIV. MiMi
Mijn
tíaTante meMe
Mij
sorprendeBetrap!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrast
Snap!
Tref!
Verbaas!
Verras!
301

XV. DepresiónDepressie
Deprimeren
Diepte
Laagte
Neerdrukken
Terneerdrukken
307

XVI. EntusiasmoEnthousiasme
Geestdrift
Ik beziel
Ik enthousiasmeer
Uitbundigheid
320

XVII. Un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
331

XVIII. DisoluciónOplossen de sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging
336

XIX. Wickfield y Heep 347

XX. El vagabundoDakloze
Landloper
Vagebond
Vrachtzoeker
Zwerver
359

TERCERA3e
Derde
Terts
PARTEAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde


I. Las tíasTantes de DoraBraad aan!
Bruin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt aan
363

II. Una desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
373

III. OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
retrospectivaRetrospectief
Retrospectieve
Terugziend
Terugziende
385

IV. NuestraOns
Onze
Van ons
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
390

V. MísterMí=
Me
Mij
Dick cumpleBen jarig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Kom na!
Leef na!
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Verricht!
Vervul!
Voer uit!
Volbreng!
Voltrek!
Zie toe!
la profecíaProfetie de miMi
Mijn
tíaTante 400400
Vierhonderd


VIIk bekeek
Ik keek
Ik zag
. InteligenciaBegrip
Benul
Besef
Bevattingsvermogen
Intelligentie
Inzicht
Knapheid
Snuggerheid
Verstand
410

VII. Martha 418

VIII. SucesoBelangrijke gebeurtenis
Belevenis
Evenement
Feit
Gebeurde
Gebeurtenis
Voorgevallene
domésticoHuis-
Huiselijk
Huiselijke
Huishoudelijk
Huishoudelijke
424

IX. Me veoIk ben duidelijk
Ik blijk
Ik laat me zien
envueltoGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt
en un misterioGeheim
Mysterie
Raadsel
431

X. El sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
de místerMí=
Me
Mij
Peggotty llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
a realizarseAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Realiseren
Voorkomen
Voorvallen
439

XIXi. El principioHet begin de un viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
444

XII. Asisto aIk ben aanwezig
Ik ben aanwezig bij
Ik bezoek
Ik woon bij
una explosiónEen explosie 454

XIII. OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
retrospectivaRetrospectief
Retrospectieve
Terugziend
Terugziende
469

XIV. Las operacionesBewerkingen
Ingrepen
Operaties
de místerMí=
Me
Mij
Micawber 472

XV. La tempestadNoodweer
Storm
Stormwind
Verschrikkelijk weer
482

XVI. La nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
y la antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
heridaBezeerd
Blessure
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuur
Verwond
Verwonding
Wond
488

XVII. Los emigrantesEmigranten
Landverhuizers
493

XVIII. AusenciaAbsentie
Afwezigheid
Mangel
Uitstedigheid
Verstek
Verzuim
499

XIX. RegresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
503

XX. Agnes 514

XXI. Voy aIk ga naar verBekijken
Kijken
Zien
a dos2
Do's
Twee
Tweede
interesantesBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante
presidiariosGevangenen 519

XXII. Una luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
brillaBlink!
Glans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glanst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schittert
Schijn!
Schitter!
en miMi
Mijn
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
527

XXIII. Un visitanteBezoeker
Bezoekster
532

XXIV. ÚltimaAchterste
Jongstleden
Laatste
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
retrospectivaRetrospectief
Retrospectieve
Terugziend
Terugziende
537

PREFACIOPrefatie

DifícilmenteMoeilijk podréIk zal kunnen
Ik zal mogen
alejarmeVerwijderen
Verwijderen van
Weghouden van
loDe
Hem
Het
U
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
libroBoek
Ik bevrijd
, todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
en las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
emocionesAandoeningen
Bewogenheden
Emoties
Jij/je ontroert
Ontroeringen
Roerselen
Roersels

de haberloHet te hebben terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
considerarloBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
conDoor
Met
Per
Samen met
la frialdadOnverschilligheid que un encabezamiento asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
requiereBeteken!
Haal over!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overreedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereist
Maak nodig!
Maan aan!
Onderzoek!
Overreed!
Vereis!
Vereist
.
MiMi
Mijn
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en élDaaraan
Erin
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
recienteFris
Frisse
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Recent
Vers
Verse
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
y misMi's
Mijn
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
divididosAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Opgesplitst
Verdeeld

entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
y la penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
(alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
por haberBezitting
Hebben
Zijn
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
a miMi
Mijn
tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
, penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
por separarmeAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen
de
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
), que corroGezelschap
Ik hol
Ik loop hard
Ik race
Ik ren
Ik snel
Ik sprint
Kring
el riesgoGewaagdheid
Risico
Waag
Waagstuk
de aburrirVervelen alNaar de
Naar het
lectorLector, a quienDie
Wie
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
, conDoor
Met
Per
Samen met

confidenciasConfidenties personalesEigen
Persoonlijk
Persoonlijke
y emocionesAandoeningen
Bewogenheden
Emoties
Jij/je ontroert
Ontroeringen
Roerselen
Roersels
íntimasGezellig
Gezellige
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
.

AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, todo lo queHoeveel ook pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
estaDeze
Dit
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
, conDoor
Met
Per
Samen met
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

tratado deBehandeld
Bepraat
Besproken
Gepoogd
Geprobeerd te
Gestreefd
Getracht
Gezocht
Moeite gedaan
Zich beijverd
decirloOpgeven
Spreken
Zeggen
en ellaHaar
Ze
Zij
.

Y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
interesa(Het) interesseert
Boezem belang in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Interesseer!
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
alNaar de
Naar het
lectorLector el saberKennen
Smaken
Weten
la tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid
conDoor
Met
Per
Samen met
que se abandonaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich beheersen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest de moed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
la plumaPen
Pluim
Veder
Veer
alNaar de
Naar het

terminarAflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen
una laborArbeiden
Werk
Werken
creadoraScheppend
Scheppende
de dos2
Do's
Twee
Tweede
añosJaren, niEn niet
Evenmin
Noch
la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel
que sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer!
el autorAuteur
Dader
Maker
Schrijver
Schuldige
alNaar de
Naar het
enviar aSturen aan eseDat
Die

mundoAardrijk
Wereld
sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de sí mismoZichzelf, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
de las criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
se
separanZij/ze halen uit elkaar
Zij/ze scheiden
Zij/ze scheiden af
Zij/ze schiften
Zij/ze zonderen af
de élHem
Hij
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
.

A pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
nada másNiet meer que decirOpgeven
Spreken
Zeggen
aquíAlhier
Hier
, a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de confesarBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven
(lo queDat wat
Wat
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn

todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
apropiadoAangepast
Geschikt
Geschikte
) que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
de que a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
, alNaar de
Naar het
leerLezen estaDeze
Dit
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
, podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen

parecerleEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
de lo queDat wat
Wat
a Me
Mij
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen
alNaar de
Naar het
escribirlaComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
.

Por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende
, en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
alNaar de
Naar het
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
miraréIk zal aanblikken
Ik zal aankijken
Ik zal bekijken
Ik zal blikken
Ik zal een blik
 werpen
Ik zal een blik
 werpen op
Ik zal kijken
Ik zal kijken naar
Ik zal schouwen
Ik zal toekijken
Ik zal toezien
alNaar de
Naar het
porvenirToekomende tijd
Toekomst
Verschiet
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
estosDeze
Dezen

volúmenesBanden
Boekdelen
Delen
Inhouden
Luidheden
Volumen
Volumes
de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
que lanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
los tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
en queWaarin vuelvan aGaat u terug naar!
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Zij/ze gaan terug naar
Zij/ze keren terug naar
Zij/ze komen terug naar
publicarseAfkondigen
Openbaar maken
Publiceren
Ruchtbaar maken
Uitgeven
misMi's
Mijn
dos2
Do's
Twee
Tweede
hojas verdesSe denomina así al aceite obtenido de aceitunas excesivamente verdes, o que se han triturado con hojas verdes. mensualesMaandelijks
Maandelijkse
,

y dedicandoBestedend
Opdragend
Opdragend aan
Spenderend
Toewijdend
Wijdend
un pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
agradecidoBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad
alNaar de
Naar het
solSol
Zon
y a la lluviaGieten
Regen
Regenen
que hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
estasDeze
Dezen

páginasBladzijden
Bladzijdes
Pagina's
de DAVIDDavid COPPERFIELD, haciéndomeRakend
Wordend
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
.

LondresLonden, octubreOktober
Wijnmaand
de 1850.

HISTORIAGeschiedenis
Historie
Verhaal
DE LA VIDAHachje
Leven
Y HECHOSAangemaakt
Acties
Actiën
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten

DE DAVIDDavid COPPERFIELD

PRIMERA1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
PARTEAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde


CAPÍTULOChapiter
Hoofdstuk
Kapittel
PRIMERO1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke

NAZCOIk ontluik
Ik ontsta
Ik spruit
Ik word geboren


SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
yoEgo
Ik
el héroeHeld
Heros
de miMi
Mijn
propiaEigen vidaHachje
Leven
o siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
meMe
Mij
reemplazaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aflossen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal de plaats
 innemen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
 plaats stellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inspringen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal substitueren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vervangen
, loDe
Hem
Het
U
diránZij/ze zullen opgeven
Zij/ze zullen spreken
Zij/ze zullen zeggen
estasDeze
Dezen

páginasBladzijden
Bladzijdes
Pagina's
. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan
miMi
Mijn
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el principioHet begin, diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
que nacíIk ontlook
Ik ontstond
Ik sproot
Ik werd geboren
(segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
y
yoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
) un viernesVrijdag
Vrijdagen
a las doce12
Twaalf
en puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de la nocheAvond
Nacht
. Y, cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
, el relojDe klok empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a
sonarDe neus snuiten
Geluid maken
Klinken
Zijn neus snuiten
y yoEgo
Ik
a gritarBalken
Blaten
Brullen
Gieren
Grommen
Hinniken
Joelen
Loeien
Roepen
Schreeuwen
Uitjouwen
simultáneamenteGelijktijdig
Tegelijkertijd
.

Teniendo en cuentaEr rekening mee houdend
Rekening houdend met
el díaDag
Etmaal
y la horaTijd
Uur
de nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
, la enfermeraVerpleegster
Ziekenverpleegster
Ziekenzuster
Zuster
y algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
comadronasBakers
Verloskundigen
Vroedvrouwen

del barrioBuurt
Stadswijk
Wijk
(que tenían puestoZij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
un interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
vitalVitaal
Vitale
en Me
Mij
bastantesTamelijk
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
mesesMaanden antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
pudiéramosWij/we konden
Wij/we mochten

conocernosBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
personalmenteIn eigen persoon
Individueel
Persoonlijk
) declararonZij/ze bekenden
Zij/ze betuigden
Zij/ze declareerden
Zij/ze erkenden
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gaven toe
Zij/ze legden een verklaring
 af
Zij/ze verklaarden
: primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
predestinado a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
en estaDeze
Dit
vidaHachje
Leven
, y segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
, que gozaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou genieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou genieten van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verheugen
 in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verlustigen
 in
Ik zou genieten
Ik zou genieten van
Ik zou me verheugen
 in
Ik zou me verlustigen
 in
del privilegioConcessie
Ik bevoorrecht
Privilege
Voorrecht
de verBekijken
Kijken
Zien
fantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen
y espíritusGeesten.
SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
ellasHen
Ze
Zij
, estosDeze
Dezen
donesJij/je schenkt
Meneren
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
inevitablementeOnvermijdelijk otorgadosIngewilligd
Toegekend
Toegestaan
Verklaard
Verleend
a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
niñoJongen
Kind
(de un sexoGeslacht
Kunne
Seks
Sekse
o de
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
) que tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had
la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
de nacerGeboren worden
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
en viernesVrijdag
Vrijdagen
y a medianocheMiddernacht.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hablaréIk zal converseren
Ik zal praten
Ik zal spreken
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
de la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
de las prediccionesVoorspellingen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
estaDeze
Dit
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
demostraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal adstrueren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bewijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal waarmaken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
o falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
. RespectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
a la segunda2e
Tweede
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
constarBestaan uit que, a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
que tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
donDe heer
Meneer

en miMi
Mijn
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
infanciaJeugd
Kinderjaren
Kindsheid
, todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
loDe
Hem
Het
U
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
. Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
es queDat komt omdat
Want
me quejeIk beklaag me
Ik doe mijn beklag
Ik klaag
Ik klaag aan
por haberBezitting
Hebben
Zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden

defraudadoGefraudeerd
Geknoeid
Gezwendeld
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
disfrutandoGenietend van de élHem
Hij
por equivocaciónAbuis
Dwaling
Fout
Vergissen
Vergissing
Verwarren
Verwisselen
, leHaar
Hem
Het
U
agradeceréIk zal bedanken
Ik zal bedanken voor
Ik zal dank betuigen
Ik zal dankbaar zijn
Ik zal dankbaar zijn
 voor
Ik zal danken
Ik zal te danken
 hebben
que loDe
Hem
Het
U

conserveBehoudt u!
Bergt u!
Bespreekt u!
Bewaar
Bewaart u!
Boekt u!
Conserveert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Houdt u open!
Houdt u over!
Houdt u vrij!
Ik behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer
Onderhoudt u!
Reserveert u!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
.

NacíIk ontlook
Ik ontstond
Ik sproot
Ik werd geboren
envueltoGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt
en una membranaMembraan
Vlies
que se trató deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over venderOverdoen
Tappen
Verhandelen
Verkopen
Vervreemden
Wegdoen
, anunciándola en los periódicosDagbladen
Kranten
Periodiek
Periodieke
,
alNaar de
Naar het
módicoBescheiden
Gematigd
Gematigde
Matig
Matige
Schappelijk
Schappelijke
Sober
Sobere
precioPrijs de quince15
Vijftien
guineasGuinees
Guinese
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
los marinerosJanmaats
Varensgezellen
Zeelieden
Zeelui
Zeemannen
Zeevaarders
en aquellaDat
Die
Diegene
épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
tendríanZij/ze zouden bijhouden
Zij/ze zouden erop nahouden
Zij/ze zouden hebben
Zij/ze zouden houden
Zij/ze zouden vasthouden

pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
dineroGeld
Poen
o siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
lo queDat wat
Wat
tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
feFiducie
Geloof
Vertrouwen
y preferíanZij/ze deden liever
Zij/ze gaven de voorkeur
 aan
Zij/ze gaven voorkeur aan
Zij/ze prefereerden
Zij/ze trokken voor
Zij/ze verkozen
Zij/ze wilden liever
Zij/ze wouden liever
cinturonesCeinturen
Ceintuurs
Gordels
Riemen
Zonen
Zones
de corchoKurk; lo queDat wat
Wat
Ja
Jawel
Wel
Zich
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se presentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
un compradorAfnemer
Klant
Koper
, comercianteHandelaar
Koopman
Winkelier
Zakenman
, que ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
por ellaHaar
Ze
Zij
dos2
Do's
Twee
Tweede
librasJij/je bevrijdt
Ponden
en plataE174
Zilver
y
el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
en jerezJerez
Sherry
, negándoseWeigerend om a pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
niEn niet
Evenmin
Noch
un céntimoCentime másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
por la seguridadDe veiligheid de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten

ahogadoGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstelling
Verdronken
Verkropt
Verstikt
. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la adquisiciónAankoop
Aanschaf
Aanwinst
Acquisitie
Afname
Behalen
Buit
Buitmaken
Inkoop
Koop
Kopen
Krijgen
Overname
Prooi
Verkrijgen
Verkrijging
Verwerven
Verwerving
de los vinosWijnen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
interesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemde belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseerde
Ik boezemde belang in
Ik interesseerde
a miMi
Mijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit

de venderOverdoen
Tappen
Verhandelen
Verkopen
Vervreemden
Wegdoen
los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, desistió deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag af van
la ventaHerberg
Overdoen
Tappen
Venta
Verhandelen
Verkoop
Verkopen
Vervreemden
Vervreemding
Wegdoen
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen
los anunciosAankondigingen
Aanplakbiljetten
Advertenties
Affiches
Annonces
Plakkaten
Posters
Reclameborden
Reclames
Verkondigingen
, que tuvo queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest

pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
. Diez10
Tien
añosJaren más tardeLater
Straks
miMi
Mijn
membranaMembraan
Vlies
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
sacadaAfgedaan
Afgelegd
Afgezet
Behaald
Eruit gehaald
Gehaald
Gehaald uit
Gehaald van
Gehoosd
Geput
Geschept
Naar buiten gebracht
Ontleend
Te voorschijn gehaald
Uitgedaan
Uitgehaald
Uitgekregen
Uitgetrokken
a sorteoIk loot
Loten
en nuestraOns
Onze
Van ons
aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek
, alNaar de
Naar het
precioPrijs
de mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
coronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel
la papeletaPapiertje y conDoor
Met
Per
Samen met
la condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde
de que el agraciadoAardig
Aardige
Lief
Lieve
Piekfijn
Piekfijne
Vlot
Vlotte
Zwierig
Zwierige
con ellaDaarmee pagaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou betalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dokken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou storten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbetalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voldoen
Ik zou betalen
Ik zou dokken
Ik zou storten
Ik zou uitbetalen
Ik zou uitkeren
Ik zou voldoen

ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
cinco5
Vijf
chelinesShillings. YoEgo
Ik
estuve presenteIk was aanwezig
Ik was aanwezig bij
Ik woonde bij
en el sorteoIk loot
Loten
, y recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
que me sentíaIk voelde me
humilladoBeschaamd gemaakt
Vernederd
Verootmoedigd
y confusoBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
de que dispusieranZij/ze beschikten
Zij/ze beschikten over
Zij/ze bevalen
Zij/ze disponeerden
Zij/ze maakten klaar
Zij/ze plaatsten
Zij/ze rangschikten
Zij/ze voltooiden
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
de una parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de miMi
Mijn
personaMens
Personage
Persoon
. LeHaar
Hem
Het
U
tocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan
a una
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
un granGroot
Grote
bolsoAktetas
Damestas
Geldbuidel
Handtas
Portemonnee
Zak
de manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
, del que sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
de muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
los estipuladosAls voorwaarde gesteld
Bedongen
Geconditioneerd
Gestipuleerd

cinco5
Vijf
chelinesShillings, todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en mediosDoorsnedes
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helften
Instrumenten
Matigingen
Media
Medium
Middelbaar
Middelbare
Middelen
Middelmaats
Middelmaten
Midden-
Middens
Milieus
Omgevingen
Remedies
Tussenstoffen
Tweelingen
peniquesPenny's
Pfennige
Pfennigs
Stuivers
, y ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
un peniquePenny
Pfennig
Stuiver
de menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

sirviendoAankaartend
Bedienend
Deugend
Dienend
Een dienst bewijzend
Geschikt zijnd
Helpend
Opdienend
Serverend
Van dienst zijnd
de nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que se perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwaalde
en explicacionesExplicaties
Ophelderingen
Rekenschappen
Toelichtingen
Uitduidingen
Uiteenzettingen
Uitleggen
Uitleggingen
Verduidelijkingen
Verhelderingen
Verklaringen
y demostracionesBetogingen
Betuigingen
Bewijzen
Demonstraties
Manifestaties
aritméticasCijferkunsten
Rekenkundig
Rekenkundige
Rekenkunsten
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lograronZij/ze behaalden
Zij/ze bereikten
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen door
Zij/ze reikten tot
Zij/ze slaagden
Zij/ze slaagden erin
Zij/ze slaagden in
Zij/ze slaagden voor
Zij/ze speelden klaar
convencerlaOvertuigen de elloDat
Het
. Y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
, que todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
recuerdanZij/ze herdenken
Zij/ze herinneren
Zij/ze onthouden
Zij/ze weten nog
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

sorprendenteVerbazend
Verbazende
Verbazingwekkend
Verrassend
Verrassende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
, que la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
ahogadaGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Verdronken
Verkropt
Verstikt
, sinoDoch
Echter
Maar
triunfalmente en suHaar
Hun
Uw
Zijn
lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
a los
noventa90
Negentig
y dos2
Do's
Twee
Tweede
añosJaren de edadLeeftijd
Ouderdom
.

TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
entendidoAangevoeld
Begrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Verstaan
Verstandig
Verstandige
que dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, mientrasTerwijl tomabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan
el Thee
Theestruik
, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ocupaciónBezetting
Bezigheid
Emplooi

favoritaFavoriet, solíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze placht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewoon
Ik placht
Ik was gewend
Ik was gewoon
vanagloriarse de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haberBezitting
Hebben
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
encimaBovendien
Er bovenop
del aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
masDoch
Echter
Maar
Plus
que una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

vidaHachje
Leven
, y esoDat
Die
Zulks
pasandoAangevend
Aanreikend
Doorbrengend
Doorlatend
Gebeurend
Halend door
Inhalend
Langsgaand
Langskomend
Omkomend
Overgaand
Overkomend
Overstekend
Passerend
Verdrijvend
Vergaand
Verlopend
Verstrijkend
Voorbijgaand
un puenteBrug
Dek
Dwarsbalk (van een boerenwagen)
Kam (van een viool)
Scheepsbrug
Scheepsdek
Verdek
, y que se indignabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergerde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontwaardigde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verontwaardigd
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
los marinosMarien
Mariene
Zee-
y demásEn de rest
personasMensen
Personages
Personen
que tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
el atrevimientoBrutaalheid
Gedurfdheid
Onbeschaamdheid
de vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
gabundear por esosDie mundosAardrijken
Werelden
. En vanoTevergeefs se leHaar
Hem
Het
U

demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit
que muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
(el Thee
Theestruik
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
ellasHen
Ze
Zij
) se disfrutabanZij/ze genoten van graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a aquellasDie
Diegene


aficionesHobby's
Knutselwerken
Liefhebberijen
refutables. EllaHaar
Ze
Zij
replicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Ik antwoordde
Ik repliceerde
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
conDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
energíaArbeidsvermogen
Energie
Fut
Spirit
Veerkracht
Wilskracht
y confianzaVertrouwen en la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!


de suHaar
Hun
Uw
Zijn
razonamientoArgument
Bewijsgrond
Redeneren
:

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de vagabundearDolen
Dwalen
Ronddolen
Ronddwalen
Waren
Zwerven
.

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
'vagabundearDolen
Dwalen
Ronddolen
Ronddwalen
Waren
Zwerven
' yoEgo
Ik
tampocoEvenmin
Ook niet
, volveréIk zal draaien
Ik zal keren
Ik zal omdraaien
Ik zal ronddraaien
Ik zal teruggaan
Ik zal terugkeren
Ik zal terugkomen
Ik zal teruglopen
Ik zal terugtrekken
Ik zal wederkeren
Ik zal wederkomen
Ik zal weer gaan
Ik zal weeromkomen
Ik zal wenden
Ik zal wentelen
Ik zal zwenken
al puntoHalf doorbakken
Zo
de miMi
Mijn
nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
.

NacíIk ontlook
Ik ontstond
Ik sproot
Ik werd geboren
en Bloonderstone, en Sooffolk, o ' por ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
', comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
en EscociaSchotland, y fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
un niñoJongen
Kind

póstumoPostume
Postuum
. Los ojosKijkers
Ogen
de miMi
Mijn
padrePater
Vader
se cerraronZij/ze gingen dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten zich
a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
seis6
Zes
mesesMaanden antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer

se abrieranZij/ze begonnen
Zij/ze gingen open
Zij/ze openden de rij
los míosVan mij. AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
suponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veronderstelt
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de que nuncaNimmer
Nooit
meMe
Mij

llegaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
a verEens kijken
Even kijken
; y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
que conservoIk behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer
de miMi
Mijn
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke

encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
un niñoJongen
Kind
, conDoor
Met
Per
Samen met
la piedraHagel
Steen
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
en el cementerioBegraafplaats
Kerkhof
; la
indefinible compasiónMededogen
Medelijden
que sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
alNaar de
Naar het
recordarleHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
y soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
en la nocheAvond
Nacht
oscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
,
mientrasTerwijl nuestraOns
Onze
Van ons
salitaBoudoir estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
a iluminadaAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht
por el fuegoVuur y las velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen
, y las puertasDeuren
Poorten
Portieren

de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
cuidadosaAttent
Attente
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame
y cruelmenteWreed (me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
entoncesDan
Dus
Toen
) cerradasAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende
.

Una tíaTante de miMi
Mijn
padrePater
Vader
y, por consiguienteBijgevolg
Dan ook
Derhalve
Dus
Zodoende
, tíaTante abuelaGrootmoeder
Oma
míaVan mij, de quienWiens hablaréIk zal converseren
Ik zal praten
Ik zal spreken
más adelanteAchteraf
Daarna
Dan
Hierna
Later
Naderhand
Vervolgens
,
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el magnateMagnaat de nuestraOns
Onze
Van ons
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
: miss Trotwood, o miss Betsey, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding

la llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se atrevía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
nombrarAanstellen
Benoemen
Heten
Noemen
Uitmaken voor
a aquelDat
Die
formidableFormidabel
Formidabele
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzaglijk
Ontzaglijke
personajeAanzienlijk persoon
Figuur
Personage
Persoon
(lo queDat wat
Wat

ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
rara vezZelden). MiMi
Mijn
tíaTante se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
casadoGehuwd
Gehuwde
Getrouwd
Getrouwde
In de echt verbonden
Uitgehuwelijkt
conDoor
Met
Per
Samen met
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
que ellaHaar
Ze
Zij
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
en el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
del dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
'esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
lo queDat wat
Wat
el eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
', puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
se
sospechabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Ik verdacht
Ik vermoedde
que pegaba(Het) plakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naaide vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Ik bakte aan
Ik beukte
Ik hechtte
Ik hieuw
Ik klapte
Ik klopte
Ik lijmde
Ik mepte
Ik naaide vast
Ik plakte
Ik plakte vast
Ik ranselde af
Ik sloeg
Ik tuigde af
Ik zette aan
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
a contarseAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
que una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
, discutiendoAanvechtend
Behandelend
Bepratend
Besprekend
Bestrijdend
Betwistend
Discussiërend
Discuterend
Ruzie makend
Tegensprekend
Van gedachten wisselend
a
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
de cuestionesJij/je betwist
Kwesties
Problemen
Ruzies
Twisten
Vragen
económicasEconomisch
Economische
Spaarzaam
Spaarzame
Zuinig
Zuinige
, estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
a puntoPrecies goed de tirarlaWeggooien por la ventanaRaam
Venster
de un
segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
 voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer
. EstasDeze
Dezen
pruebasAdstructies
Bewijzen
Jij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
 proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
Onderzoeken
Tekenen
Tekens
Testen
Tests
Toetsen
evidentesDuidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
de incompatibilidad de caracteresGeaardheden
Karakters
indujeronZij/ze induceerden a missBetsey a darleGeef het dineroGeld
Poen
para queOpdat
Zodat
se marcharaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg y consintieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koesterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens
Ik bedierf
Ik duldde
Ik gaf toe
Ik koesterde
Ik stemde toe
Ik troetelde
Ik vertroetelde
Ik verwende
Ik vond goed
Ik was het eens
en una separaciónAfscheiden
Afscheiding
Afstand
Afzonderen
Clausuur
Scheiden
Scheiding
Schiften
Schifting
amistosaAmicaal
Amicale
Vriendelijk
Vriendelijke
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
. ÉlHem
Hij

se marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg a la India conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
capitalHoofdstad
Kapitaal
Vermogen
, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
una leyendaLegende
Lezen
Volksoverlevering
de familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
, se leHaar
Hem
Het
U
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag

montadoBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
en un elefanteOlifant y acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
de un Baboon, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
yoEgo
Ik
creo queIk denk dat más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn

de un Baboo o de un Begum. SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn
, diez10
Tien
añosJaren despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la India llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
. El efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
que estaDeze
Dit
noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
causóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
en miMi
Mijn
tíaTante nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
loDe
Hem
Het
U
supoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
. A
raízRadix
Stam
Wortel
Wortel (deel van plant)
de la separaciónAfscheiden
Afscheiding
Afstand
Afzonderen
Clausuur
Scheiden
Scheiding
Schiften
Schifting
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar
usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken
suHaar
Hun
Uw
Zijn
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de solteraAlleenstaand
Alleenstaande
Juffrouw
Ongehuwd
Ongehuwde
Ongetrouwd
Ongetrouwde
Vrijgezel
y, comprandoAankopend
Aanschaffend
Afnemend
Boodschappen doend
Door te kopen
Inkopend
Kopend
Overnemend
una casitaHuisje
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
alejadaVerwijderd
Verwijderd van
Weggehouden van
en la costaKust
Kustlijn
Zeekust
, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
establecidoBepaald
Beschikt
Bevolen
Gesticht
Gevestigd
Ingericht
Ingesteld
Opgericht
Vastgesteld
Vastgestelde
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
criadaDienares
Dienstbode
Dienstmaagd
Dienstmeisje
Gefokt
Kamenier
Kamenierster
Kamermeisje
Meid
Opgefokt
Opgevoed
Soubrette
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una solteronaOude vrijster,
viviendoLevend
Wonend
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
recluidaOpgesloten en un aislamientoEen isolatie inflexibleOnbuigzaam
Onbuigzame
.

SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
, miMi
Mijn
padrePater
Vader
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
el sobrinoNeef
Oomzegger
favoritoFavoriet
Gunsteling
Lieveling
de miss Betsey; peroDoch
Echter
Maar
miMi
Mijn
tíaTante se
ofendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze griefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verongelijkte
mortalmente conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel
de que miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
'una muñecaHandwortel
Handwortelbeenderen
Pols
Polsgewricht
Pop
',
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
nuncaNimmer
Nooit
, sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
veinte20
Twintig
añosJaren. Miss Betsey
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
verBekijken
Kijken
Zien
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
sobrinoNeef
Oomzegger
. MiMi
Mijn
padrePater
Vader
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
el dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u!
de edadLeeftijd
Ouderdom
que miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
cuandoAls
Tijdens
Wanneer

se casaronZij/ze traden in het
 huwelijk
Zij/ze trouwden
, y era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
constituciónConstitutie
Grondwet
Samenstellen
Uitmaken
Vormen
delicadaDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
. Un añoJaar después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
suHaar
Hun
Uw
Zijn
bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
, y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
, seis6
Zes
mesesMaanden antes deAlvorens te
Voor
miMi
Mijn
nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
, murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
.

TalDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
de las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
en la tardeDe middag de aquelDat
Die
memoDom
Domme
rable (puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
excusársemeZich excuseren
Zich uit de voeten
 maken
el
llamarloAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
) a importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
viernesVrijdag
Vrijdagen
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
vanagloriarme de haberBezitting
Hebben
Zijn
sabidoBekend
Bekende
Gekend
Gesmaakt
Geweten
Vertrouwd
Vertrouwde
en aquellaDat
Die
Diegene

épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
lo queDat wat
Wat
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
contandoAftellend
Berekenend
Calculerend
Debiterend
Neertellend
Rekenend
Tellend
Uitrekenend
Verhalend
Vertellend
Voorlezend
, niEn niet
Evenmin
Noch
de conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
(fundadoGebaseerd
Gefundeerd
Gegrond
Gegrondvest
Gesticht
Gevestigd
en la evidenciaDoe blijken!
Duidelijkheid
Evidentie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet blijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt duidelijk
Klaarblijkelijkheid
Maak duidelijk!

de misMi's
Mijn
propiosEigen sentidosAangevoeld
Betekenissen
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Significanties
Zinnen
Zintuigen
) de lo queDat wat
Wat
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
.

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la chimeneaOpen haard
Schoorsteen
Schouw
, malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
de saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
abatidaBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen
, y mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
el
fuegoVuur a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lágrimasTranen, pensandoDenkend con tristezaDroevig en suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen vidaHachje
Leven
y en el huerfanito
a quienDie
Wie
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
un mundoAardrijk
Wereld
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
y algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
proféticosProfetisch
Profetische

paquetesPakjes
Pakketten
de alfileresDuinreigersbek
Gewone reigersbek
Gewone reigersbek s.s.
Kleverige reigersbek
Naalden
Reigersbek
Spelden
preparadosAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaten
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
de antemanoBij voorbaat
Op voorhand
Van te voren
Van tevoren
Vooraf
en el cajónEl cajon de una cómodaComfortabel
Comfortabele
Commode
Doelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Gezellig
Gezellige
Huiselijk
Huiselijke
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Ladekast
Makkelijk
Passend
Passende
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
del primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
 voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer
.
MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, repitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens
, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
alNaar de
Naar het
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
del fuegoVuur, en una tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
y fríaAfgekoeld
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
de marzoIk doe verschieten
Ik doe verwelken
Ik ontzenuw
Ik verzwak
Lentemaand
Maart
,
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
y deprimidaBedrukt
Bedrukte
Gedeprimeerd
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Terneergedrukt
, y temerosaAngstaanjagend
Angstaanjagende
Angstig
Angstige
Angstwekkend
Angstwekkende
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beangstigend
Beangstigende
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaarlijk
Vervaarlijke
Vreesachtig
Vreesachtige
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
conDoor
Met
Per
Samen met
vidaHachje
Leven
de la pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
que leHaar
Hem
Het
U
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
, levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
enjugarlosAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Vegen
Wissen
, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
por la ventanaRaam
Venster
a una señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
desconocidaOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende

que entrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
Ik ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
en el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
.

La segunda2e
Tweede
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
que la miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
la certezaZekerheid de que aquellaDat
Die
Diegene
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
miss
Betsey. Los rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen
del solSol
Zon
ponienteWesten iluminabanZij/ze belichtten
Zij/ze illumineerden
Zij/ze lichtten voor
Zij/ze staken aan
Zij/ze verlichtten
a la desconocidaOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la verjaHek
Hekwerk
, y estaDeze
Dit

teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
un pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
, un aireLucht tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
delante deVoor
Vóór
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
identidadIdentiteit. MiMi
Mijn
padrePater
Vader
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

contado aVerteld aan menudoFijn
Fijne
Klein
Kleine
Pens
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
que la conductaGedrag
Houding
Wandel
de miMi
Mijn
tíaTante nuncaNimmer
Nooit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a la del restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
de los
mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
; y, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, aquellaDat
Die
Diegene
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de dirigirse aAanklampen
Aankloppen bij
Aanspreken
Toespreken
la puertaDeur
Poort
Portier
y llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
a la
campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid
, se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
delante deVoor
Vóór
la ventanaRaam
Venster
y se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
a mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
por ellaHaar
Ze
Zij
, apretandoAandraaiend
Aandrukkend
Dringend
Drukkend
Drukkend op
Knellend
Persend
Pressend
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
la
narizNeus contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el cristalGlas
Kristal
Ruit
que miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
solíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze placht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewoon
Ik placht
Ik was gewend
Ik was gewoon
decirmeOpgeven
Spreken
Zeggen
que se leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
en un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even

completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
y aplastadaGeplet
Uitgerold (van deeg)
.

EstaDeze
Dit
apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
impresionóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte indruk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
que yoEgo
Ik
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden

convencidoOvertuigd
Overtuigde
de que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
a miss Betsey a quienDie
Wie
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
agradecerBedanken
Bedanken voor
Dank betuigen
Dankbaar zijn
Dankbaar zijn voor
Danken
Te danken hebben
el haberBezitting
Hebben
Zijn
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
en
viernesVrijdag
Vrijdagen
.

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
precipitadamenteGehaast
Haastig
Inderhaast
y fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar esconderseBesloten liggen
Onderduiken
Zich verbergen
Zich verscholen houden
en un rincónHoek detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una
sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
. Miss Betsey recorrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereisde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reisde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reisde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok door
lentamenteLangzaam la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
, de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze

inquisitivoOnderzoekend
Onderzoekende
y moviendoBewegend
Roerend
Verroerend
los ojosKijkers
Ogen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los de las cabezasHoofden
Koppen
Kroppen
de sarracenosSaracenen que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
en los
relojesDuinreigersbek
Gewone reigersbek
Gewone reigersbek s.s.
Horloges
Kleverige reigersbek
Klokken
Reigersbek
Uurwerken
Wekkers
de Dutch. Por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y entoncesDan
Dus
Toen
, frunciendoFronsend
Plooiend
Rimpelend
Samenpersend
las cejasWenkbrauwen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

quienDie
Wie
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
obedecidaGehoorzaamd, leHaar
Hem
Het
U
hizo señasHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf tekens para queOpdat
Zodat
salieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
a abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken
la puertaDeur
Poort
Portier
.
MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
obedeció.

-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde
¿La viudaOester
Weduwe
de DavidDavid Copperfield, supongoIk denk dat
Ik meen
Ik neem aan
Ik onderstel
Ik stel
Ik vermoed
Ik veronderstel
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miss Betsey conDoor
Met
Per
Samen met
énfasisKlem
Nadruk
, apoyándoseLeunend
en la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
palabraBewoording
Woord
, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
que loDe
Hem
Het
U
suponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veronderstelde
Ik meende
Ik nam aan
Ik onderstelde
Ik stelde
Ik vermoedde
Ik veronderstelde
alNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
de
lutoRouw rigurosoRigoureus
Rigoureuze
y en aquelDat
Die
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
débilmenteZwak miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
.

-Miss Trotwood -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
la visitanteBezoeker
Bezoekster
-. ¿Supongo queIk veronderstel dat habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
ustedGij
U
hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen
ellaHaar
Ze
Zij
?

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
eseDat
Die
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
, peroDoch
Echter
Maar
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
conscienciaBewustzijn
Geweten
de que, a pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn

suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit
que el gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
.

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
aquíAlhier
Hier
la tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
ustedGij
U
---dijo miss Betsey.

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, conDoor
Met
Per
Samen met
una inclinación de cabezaHoofdneiging, leHaar
Hem
Het
U
rogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
que pasaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
, y se dirigieron aZij/ze klampten aan
Zij/ze klopten aan bij
Zij/ze spraken aan
Zij/ze spraken toe
la

habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de miMi
Mijn
padrePater
Vader
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar

encenderAandoen
Aanmaken
Aansteken
Aanzetten
Belichten
Branden
Doen ontbranden
Het licht aandoen
Het licht aansteken
Ontsteken
Stoken
Verbranden
Verlichten
Voorlichten
fuegoVuur en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
.

Se sentaronZij/ze gingen zitten
Zij/ze namen plaats
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten zich
. Miss Betsey guardabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over
Ik behoedde
Ik bewaakte
Ik bewaarde
Ik borg op
Ik had de wacht
Ik hoedde
Ik lette op
Ik paste op
Ik waakte over
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, y miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
vanosDoelloos
Doelloze
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ijl
Ijle
Ingebeeld
Ingebeelde
Leeg
Lege
Loos
Loze
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
esfuerzosBelastingen
Inspanningen
Krachten
Krachtinspanningen
Moeiten
Pogingen

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contenerseGevat worden
Tegengehouden worden
Vervat zijn
Zich bedwingen
Zich beheersen
Zich inhouden
, prorrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baande zich met
 geweld een weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam onstuimig te
 voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich
en llanto.

-Huilen
¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
tíaTante precipitadamenteGehaast
Haastig
Inderhaast
, NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen
; ¡vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
!, ¡vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
!

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
sollozandoSnikkend hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
quedarseAchterblijven
Blijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven
Worden
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
lágrimasTranen.

-VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, niñaKind
Meisje
Wicht
, quíteseTrekt u uit! ustedGij
U
la cofiaKap
Kornet
Muts
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miss Betsey-, que quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
verlaBekijken
Kijken
Zien
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
.

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
asustadaGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
negarseWeigeren om a la extravaganteBelachelijk
Belachelijke
Buitenissig
Buitenissige
Buitensporig
Buitensporige
Extravagant
Extravagante
Gek
Gekke
Grillig
Grillige
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
peticiónAanvraag
Aanvragen
Aanzoek
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Petitie
Rekest
Verlangen
Verzoek
Verzoeken
Verzoekschrift
Vraag
Vragen
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
ningunaGeen enkel
Geen enkele
gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
. ConDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
; peroDoch
Echter
Maar
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden temblabanZij/ze beefden
Zij/ze bibberden
Zij/ze huiverden
Zij/ze rilden
Zij/ze trilden
de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke

modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
que se enredaronZij/ze betrokken
Zij/ze verstrikten
Zij/ze verwarden
Zij/ze verwikkelden
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid
(abundantesAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
y magníficosBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
), esparciéndoseIn rook opgaand
Naar buiten gaand
Verdwijnend
Zich buiten vermakend

alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom
suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
.

-PeroDoch
Echter
Maar
¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! --exclamó miss Betsey-. ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
una niñaKind
Meisje
Wicht
!

IndudablementeZonder twijfel, miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
de lo queDat wat
Wat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
, y la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
bajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
la
cabezaHoofd
Kop
Krop
como siAlsof fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
y murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lágrimasTranen que lo queDat wat
Wat
de verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid

temíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikte terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreesde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bang voor
Ik duchtte
Ik schrikte terug voor
Ik schrok terug voor
Ik schroomde
Ik vreesde
Ik was bang voor
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
niñaKind
Meisje
Wicht
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
viudaOester
Weduwe
y madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
es queDat komt omdat
Want
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
.

HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
una cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie!
pausaPauze
Rust
, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
que miss Betsey
acariciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liefkoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streelde
Ik aaide
Ik liefkoosde
Ik streelde
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid
conDoor
Met
Per
Samen met
dulzuraZoetheid
Zoetigheid
; peroDoch
Echter
Maar
, alNaar de
Naar het
levantarBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen
la cabezaHoofd
Kop
Krop
y mirarlaAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
conDoor
Met
Per
Samen met
aquellaDat
Die
Diegene

tímidaBedeesd
Bedeesde
Beschroomd
Beschroomde
Bevangen
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuchter
Schuchtere
Schuw
Schuwe
Timide
Verlegen
Vreesachtig
Vreesachtige
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
y rígidaHouterig
Houterige
Star
Starre
Stijf
Stijve
Stram
Stramme
Stug
Stugge
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la estufaBroeikas
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op een
 lauwe plaats
Kachel
Kas
Oven
Zet op een lauwe
 plaats!
, conDoor
Met
Per
Samen met
la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat

remangada, los piesPoten
Voeten
en el guardafuegosHaardscherm
Vuurscherm
y las manosDe handen cruzadasBastaard-
Doorkruist
Gekruist
Hybridisch
Hybridische
Overgestoken
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
las rodillasKnieën.

-En nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de DiosGod
Godheid
--dijo de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
miMi
Mijn
tíaTante-, ¿por quéWaarom llamarlaAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
Rookery?

-¿Se refiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreft ustedGij
U
a la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
miMi
Mijn
madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¿Por quéWaarom Rookery? -insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde
miss Betsey-. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
hubieraisJullie hadden
Jullie waren
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
un
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
de sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
prácticoHandig
Handige
Praktisch
Praktische
la habríaisJullie zouden hebben
Jullie zouden zijn
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
Cookery.

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
que eligióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
místerMí=
Me
Mij
Copperfield -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
-. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
compróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed boodschappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kocht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kocht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schafte aan
la
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
leHaar
Hem
Het
U
gustabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Ik behaagde
Ik beviel
Ik hield van
Ik proefde
Ik stond aan
Ik vond leuk
Ik zon
pensarDenken que habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
cuervosKraaien
Raven
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken
.

En eseDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, el vientoWind del atardecerAvond worden
Avondschemering
Schemeren
empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a silbarFluiten
Gieren
Piepen
Sissen
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los olmosIepen
Olmen
viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
y altosAlten
Altos
Altviolen
Hoge
Hoog
Hoogten
Hoogtes
Lang
Lange
Oudste
Oudsten
Stops
Verheven

del jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
conDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
miss Betsey noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudieronZij/ze konden
Zij/ze mochten
por menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que
mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
conDoor
Met
Per
Samen met
inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la ventanaRaam
Venster
. Los olmosIepen
Olmen
se inclinabanZij/ze bogen
Zij/ze maakten een buiging
Zij/ze negen
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
en otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
corno
gigantesReuzen que quisieranZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
confiarseToevertrouwen
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
, y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven

inclinadosGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden
se erguíanZij/ze richtten op
Zij/ze sloegen op
Zij/ze vestigden
Zij/ze zetten neer
violentamente, sacudiendoOpschuddend
Schokkend
Schuddend
Wrikkend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
enormesEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische
brazosArmen,
como siAlsof aquellasDie
Diegene
confidenciasConfidenties, intranquilizando a suHaar
Hun
Uw
Zijn
concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!
, lesHen
Hun
U
hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
arrebatadoAfgenomen
Afgepakt
Uitgelicht
Uitgenomen
Weggehaald
Weggenomen

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
el reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten
.

AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
nidosNesten bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
de cuervosKraaien
Raven
se bamboleabanZij/ze waggelden
Zij/ze wankelden
destrozadosUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest
por la intemperie
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
ramasAfdelingen
Branches
Takken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
altasHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
náufragosSchipbreukelingen en un marZee tormentoso.

-Stormachtig
Stormachtige
¿Y dóndeWaar
Waarheen
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
los pájarosVogelen
Vogels
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
miss Betsey.

-¿Los queWie
Zij die
...?

MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
pensando enDenkend aan
Nadenkend over
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
.

-Los cuervosKraaien
Raven
. ¿QuéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sido deBehoord
Behoord tot
Gekomen uit
Toebehoord
ellosHen
Ze
Zij
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
miMi
Mijn
tíaTante.

-Desde queSinds vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden
aquíAlhier
Hier
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
-. PensábamosWij/we dachten...
MísterMí=
Me
Mij
Copperfield creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
... que estoDeze
Dit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una granGroot
Grote
rookery; peroDoch
Echter
Maar
los nidosNesten sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude

y debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
abandonadosErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempo.

-Poos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
¡Las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
de DavidDavid Copperfield! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
miss Bet sey-. ¡DavidDavid Copperfield de la
cabezaHoofd
Kop
Krop
a los piesPoten
Voeten
! LlamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
a la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
Rookery, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habiendoHebbend
Zijnd
un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
cuervoKraai
Raaf
en los alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken
,
y cree queDenk dat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de haberBezitting
Hebben
Zijn
forzosamente pájarosVogelen
Vogels
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!

Verloop!
Zie!
nidosNesten.

-Míster Copperfield haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
-, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se atreveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt onbeschaamd
ustedGij
U
a hablarmeConverseren
Praten
Spreken
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte

de élHem
Hij
...

SospechoIk verdenk
Ik vermoed
que miMi
Mijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
por un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
la intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
de arrojarseGooien
Smijten
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
miMi
Mijn

tíaTante; peroDoch
Echter
Maar
niEn niet
Evenmin
Noch
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
estandoLiggend
Zich bevindend
Zijnd
Zijnde
Zittend
en mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
estado de saludGesteld geweest
Het gemaakt
y conDoor
Met
Per
Samen met
suficienteVoldoende entrenamientoCoachen
Trainen
Training
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

podidoGekund
Gemogen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
adversarioTegenspeler
Tegenstander
; asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
es queDat komt omdat
Want
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
levantarseGaan staan
Opstaan
Verrijzen
Wakker worden
se volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
a
sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen
humildemente y cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
desvanecidaVerdwenen
Vervaagd
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
en Ja
Jawel
Wel
Zich
, o quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
miss Betsey la hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
en Ja
Jawel
Wel
Zich
, encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
a miMi
Mijn
tíaTante
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la ventanaRaam
Venster
. La luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
del atardecerAvond worden
Avondschemering
Schemeren
se ibaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
apagandoBlussend
Dovend
Uitblazend
Uitblussend
Uitdoend
Uitdovend
Uitmakend
Uitschakelend
Uitzettend
y a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
por el resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering

del fuegoVuur noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
podidoGekund
Gemogen
distinguirseUitblinken
Zich onderscheiden
una a otra.

-Ander
Andere
Nog een
Nog één
¡BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miss Betsey volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
a sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen
, como siAlsof sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend

por casualidadToevalligheid el paisajeLandschap-. ¿Y cuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!
ustedGij
U
...?

-EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
temblandoBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend
-balbucióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelde
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se que meMe
Mij
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
; peroDoch
Echter
Maar
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que
me mueroIk ga dood.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miss Betsey-. TomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u!
ustedGij
U
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de té.

-Thee
Theestruik
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
, DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! ¿PeroDoch
Echter
Maar
creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
ustedGij
U
que esoDat
Die
Zulks
meMe
Mij
aliviaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lenigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opluchten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzachten
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
? -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
miMi
Mijn

madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
desesperadamenteWanhopig.

-NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature
que loDe
Hem
Het
U
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
nerviosoNerveus
Nerveuze
Zenuwachtig
Zenuwachtige
... PeroDoch
Echter
Maar
¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
ustedGij
U
a la chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje
?

-TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
niñaKind
Meisje
Wicht
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
conDoor
Met
Per
Samen met
inocencia.

-Onschuld
¡DiosGod
Godheid
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
a estaDeze
Dit
criaturaCreatuur
Schepsel
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
miMi
Mijn
tíaTante, ignorandoNegerend
Niet wetend
que repetíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
Ik herhaalde
Ik nam door
Ik zegde na
Ik zegde nog eens
Ik zei na
Ik zei nog eens
la segunda2e
Tweede
fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede

inscritaAangetekend
Bijgeboekt
Geboekt
Geregistreerd
Ingeschreven
Vastgelegd
conDoor
Met
Per
Samen met
alfileresDuinreigersbek
Gewone reigersbek
Gewone reigersbek s.s.
Kleverige reigersbek
Naalden
Reigersbek
Spelden
en el acericoNaaldenkussentje de la cómodaComfortabel
Comfortabele
Commode
Doelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Gezellig
Gezellige
Huiselijk
Huiselijke
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Ladekast
Makkelijk
Passend
Passende
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
, peroDoch
Echter
Maar
aplicándoselaIjver betonend
Zich toeleggend
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel

de a Me
Mij
-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over esoDat
Die
Zulks
. Me refería aIk beriep me op
Ik steunde op
Ik verwees naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
criadaDienares
Dienstbode
Dienstmaagd
Dienstmeisje
Gefokt
Kamenier
Kamenierster
Kamermeisje
Meid
Opgefokt
Opgevoed
Soubrette
.

-Peggotty -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¡Peggotty! -repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
miss Betsey, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
indignadaVerontwaardigd-. ¿QuerráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beminnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liefhebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal willen
ustedGij
U
hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
creer queDenken dat un
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
recibidoAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
en una iglesia cristianaKerk
Kerkgebouw
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de Peggotty?

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
suHaar
Hun
Uw
Zijn
apellidoAchternaam
Familienaam
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
con timidez-Angstvallig
Bedeesd
Beschroomd
Schroomvallig
Schuchter
Verlegen
. MísterMí=
Me
Mij
Copperfield la llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
nombre de pilaVoornaam que yoEgo
Ik
...

AquíAlhier
Hier
, Peggotty! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
miss Betsey abriendoBeginnend
Graverend
Open makend
Opendoend
Openend
Openmakend
la puertaDeur
Poort
Portier
- TraigaBezorgt u!
Brengt u aan!
Brengt u mee!
Brengt u!
Draagt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Ik bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
Neemt u mee!
ustedGij
U
Thee
Theestruik
; suHaar
Hun
Uw
Zijn
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
; conqueDus ¡a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
!

HabiendoHebbend
Zijnd
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
estaDeze
Dit
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
energíaArbeidsvermogen
Energie
Fut
Spirit
Veerkracht
Wilskracht
como siAlsof suHaar
Hun
Uw
Zijn
autoridadAutoriteit
Gezag
estuviese(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
reconocidaErkend
Gehonoreerd
Geïdentificeerd
Herkend
Onderkend
Toegegeven

en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la eternidadEeuwigheid, volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
la puertaDeur
Poort
Portier
y a sentarseGaan zitten
Plaatsnemen
Zetten
Zich zetten
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is


berse cercioradoVerzekerd van de waarheid
 van
de que acudíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe
Ik ging af op
Ik ging naar
Ik kwam af op
Ik liep toe
Ik schoot toe
Ik snelde toe
Peggotty conDoor
Met
Per
Samen met
una velaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Kaars
Omsluier!
Sluier!
Waak!
Zeil
Zeilen
, todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
desorientadaGedesoriënteerd, alNaar de
Naar het
sonidoGeluid
Gerucht
Klank
de
aquellaDat
Die
Diegene
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
extraña.

-Ban!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
¿Decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
ustedGij
U
que quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
niñaKind
Meisje
Wicht
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
conDoor
Met
Per
Samen met
los piesPoten
Voeten
sobre elOp de
Op het

guardafuego, la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
remangada y las manosDe handen cruzadasBastaard-
Doorkruist
Gekruist
Hybridisch
Hybridische
Overgestoken
encima deAan
Boven op
Bovenop
Op
las rodillasKnieën-.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
, será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
una niñaKind
Meisje
Wicht
; tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
el presentimientoGissen
Voorgevoel
Voorzien
de que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, hijaDochter
míaVan mij: desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el momentoHet ogenblik en queWaarin nazcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontluikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt geboren
Ik ontluik
Ik ontsta
Ik spruit
Ik word geboren
Nazca
Ontluikt u!
Ontstaat u!
Spruit u!
Wordt u geboren!
esaDat
Die
niñaKind
Meisje
Wicht
...

-QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
un niñoJongen
Kind
-se tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde zich la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
de interrumpirInterrumperen
Onderbreken
Schorsen
miMi
Mijn
madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¡CuandoAls
Tijdens
Wanneer
leHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
el presentimientoGissen
Voorgevoel
Voorzien
de que será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
niñaKind
Meisje
Wicht
! -insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde
miss Betsey-.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
contradigaBestrijdt u!
Betwist u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in tegenspraak
 met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt tegen
Ik ben in tegenspraak
 met
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Ik werp tegen
Is u in tegenspraak
 met!
Spreekt u tegen!
Vecht u aan!
Werpt u tegen!
. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el momentoHet ogenblik en queWaarin nazcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontluikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt geboren
Ik ontluik
Ik ontsta
Ik spruit
Ik word geboren
Nazca
Ontluikt u!
Ontstaat u!
Spruit u!
Wordt u geboren!
esaDat
Die
niñaKind
Meisje
Wicht
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
. CuentoAnekdote
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Sprookje
Verhaal

conDoor
Met
Per
Samen met
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
suHaar
Hun
Uw
Zijn
madrina y leHaar
Hem
Het
U
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
que leHaar
Hem
Het
U
pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
 praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u!
de nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
Betsey Trotwood Copperfield. Y
en la vidaHachje
Leven
de esaDat
Die
Betsey Trotwood noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
equivocacionesAbuizen
Dwalingen
Fouten
Vergissingen
. PondremosWij/we zullen aan de
 praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
 brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen
todos losAlle mediosDoorsnedes
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helften
Instrumenten
Matigingen
Media
Medium
Middelbaar
Middelbare
Middelen
Middelmaats
Middelmaten
Midden-
Middens
Milieus
Omgevingen
Remedies
Tussenstoffen
Tweelingen

para queOpdat
Zodat
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
se burleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gekscheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schertst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spot
de los afectosGenegenheden
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschappen
de la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
niñaKind
Meisje
Wicht
. La educaremosWij/we zullen dresseren
Wij/we zullen grootbrengen
Wij/we zullen kweken
Wij/we zullen opleiden
Wij/we zullen opvoeden
muy bienBest
Heel goed
Prima
,
evitandoMijdend
Ontwijkend
Uit de weg gaand
Vermijdend
Voorkomend
cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam
que depositeDeponeert u!
Geeft u af!
Geeft u in bewaring!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft in bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Ik deponeer
Ik geef af
Ik geef in bewaring
Ik leg in
Legt u in!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ingenuaArgeloos
Argeloze
Eenvoudig
Eenvoudige
Naïef
Naïeve
Ongekunsteld
Ongekunstelde
Onnozel
Onnozele
confianzaVertrouwen en quienDie
Wie
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
merezcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Ik ben waard
Ik ben waardig
Ik kom toe
Ik verdien
Is u waard!
Is u waardig!
Komt u toe!
Verdient u!
. YoEgo
Ik

cuidaré deIk zal behartigen
Ik zal bezorgd zijn
Ik zal me bekommeren
Ik zal verzorgen
Ik zal zorg dragen
Ik zal zorgen
elloDat
Het
.

A1 finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
de cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede
miMi
Mijn
tíaTante bajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
Ik daalde
Ik daalde af
Ik gaf korting
Ik ging naar beneden
Ik ging naar beneden
 uitstappen
Ik kortte
Ik liet neer
Ik sloeg af
Ik stapte af
Ik stapte uit
Ik trok af
Ik verlaagde
Ik verzakte
Ik zakte
Ik zakte weg
Ik zonk
la cabezaHoofd
Kop
Krop
, como siAlsof los recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs
la persiguieranZij/ze achtervolgden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen na
Zij/ze vervolgden
y el
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
explayarseAfleiding zoeken
Verstrooiing zoeken
Wijder worden
Zich uitbreiden
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ellosHen
Ze
Zij
leHaar
Hem
Het
U
costaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond iets moeilijk
Ik kostte
Ik vond iets moeilijk
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
esfuerzosBelastingen
Inspanningen
Krachten
Krachtinspanningen
Moeiten
Pogingen
. Al menosAlthans
Tenminste
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
a miMi
Mijn

madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, que la observabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe
alNaar de
Naar het
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
del fuegoVuur, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
en realidadRealiteit
Werkelijkheid
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
asustadaGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
intimidadaBang gemaakt
Geïntimideerd
Schrik aangejaagd aan
y confusaBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beschaamd
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Overtuigd
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
Verlegen gemaakt
Vermengd
Vernietigd
Verslagen
Verward
Verwisseld
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
conDoor
Met
Per
Samen met

claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid
niEn niet
Evenmin
Noch
saberKennen
Smaken
Weten
quéWat
Welke
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
.

-Y DavidDavid, ¿eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
conDoor
Met
Per
Samen met
ustedGij
U
, hijaDochter míaVan mij? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
miss Betsey después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes
de
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
susHaar
Hun
Uw
Zijn
movimientosBewegingen
Drukten
Slagen
Zetten
de cabezaHoofd
Kop
Krop
cesaronZij/ze hielden op
Zij/ze lieten af
Zij/ze scheden uit
Zij/ze scheidden uit
Zij/ze stopten
Zij/ze weken
gradualmenteGeleidelijk-. ¿EraisJullie gebeurden
Jullie hadden plaats
Jullie vonden plaats
Jullie waren
felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
?

-ÉramosWij/we gebeurden
Wij/we hadden plaats
Wij/we vonden plaats
Wij/we waren
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
dichososBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuken
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
conmigoMet mij
Met mij mee
místerMí=
Me
Mij
Copperfield.

-Supongo queIk veronderstel dat la habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
destrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest
-insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde
miss Betsey.

-ConsiderandoBeschouwend
Beschouwend als
In aanmerking nemend
Nagaand
Overwegend
Rekening houdend met
que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
vermeBekijken
Kijken
Zien
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
y abandonadaErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
, meMe
Mij
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees

que Ja
Jawel
Wel
Zich
-sollozóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snikte miMi
Mijn
madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¡BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
! PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloreBejammert u!
Betreurt u!
Beweent u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huilt u!
Ik bejammer
Ik betreur
Ik beween
Ik huil
Ik krijt
Ik schrei
Ik ween
Krijt u!
Schreit u!
Weent u!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
--dijo miMi
Mijn
tíaTante-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estabaisJullie bevonden je
Jullie lagen
Jullie waren
Jullie zaten
compensadosGecompenseerd
Goedgemaakt
Schadeloos gesteld
Vergoed
, hijaDochter míaVan mij. ¿HabráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben

algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
que loDe
Hem
Het
U
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
? Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
se loDe
Hem
Het
U
preguntabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Ik vraagde
Ik vroeg
. UstedGij
U
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
huérfanaWees-, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
?

-Sí.

-Ja
Jawel
Wel
Zich
¿Y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
?

-Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
alNaar de
Naar het
cuidado deBehartigd
Bezorgd geweest
Gezorgd
Verzorgd
Zich bekommerd
Zorg gedragen
los niñosJongens
Kinderen
en una familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
que místerMí=
Me
Mij
Copperfield visitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik bezocht
Ik ging af
Ik zocht op
. Y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was

muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
conmigoMet mij
Met mij mee
místerMí=
Me
Mij
Copperfield: se preocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich druk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich zorgen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
de Me
Mij
y meMe
Mij
demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit

un granGroot
Grote
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
. Por últimoTenslotte, meMe
Mij
pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
en matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat
; yoEgo
Ik
aceptéIk accepteerde
Ik nam aan
Ik ontving
, y nos casamosWij/we traden in het
 huwelijk
Wij/we treden in het
 huwelijk
Wij/we trouwden
Wij/we trouwen
--dijo miMi
Mijn

madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
conDoor
Met
Per
Samen met
sencillez.

-Eenvoud
¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
niñaKind
Meisje
Wicht
! -murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
miss Betsey, que continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
fijamenteBeslist
Zeker
el fuegoVuur-. ¿Y
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
ustedGij
U
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
?

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
.... señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-balbucióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelde
miMi
Mijn
madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¿GobernarBesturen
De scepter zwaaien
Heersen
Regeren
una casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miss Betsey.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
, meMe
Mij
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
-. MuchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de lo queDat wat
Wat
desearíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ambiëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aspireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dingen naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou haken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou najagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nastreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou snakken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou streven naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trek hebben
 in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wensen
Ik zou ambiëren
Ik zou aspireren
Ik zou begeren
Ik zou dingen naar
Ik zou haken naar
Ik zou hunkeren
Ik zou najagen
Ik zou nastreven
Ik zou smachten
Ik zou smachten naar
Ik zou snakken naar
Ik zou streven naar
Ik zou trek hebben
 in
Ik zou verkiezen
Ik zou verlangen
Ik zou wensen
. PeroDoch
Echter
Maar

místerMí=
Me
Mij
Copperfield meMe
Mij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enseñandoBijbrengend
Instruerend
Latend zien
Lerend
Onderwijzend
Scholend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
...

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
lo queDat wat
Wat
élHem
Hij
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
tíaTante en un paréntesisParenthese
Parenthesen
Parentheses
Tussenzin
Tussenzinnen
.

-Y estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
adelantadoBespoedigd
Geaccelereerd
Geleend
Gepasseerd
Ingehaald
Teruggezet
Uitgeleend
Uitgeschoven
Uitgestoken
Verbeterd
Veredeld
Verhaast
Vermeerderd
Versneld
Vervroegd
Voorbijgereden
Voorbijgevaren
Voorgegaan
Voorgelopen
Voorgeschoten
Vooruitbetaald
Vooruitgezet
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
ansiosaBegerig
Begerige
Benauwd
Benauwde
Gretig
In spanning
Vurig verlangend
de aprenderAanleren
Leren
, y élHem
Hij

eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
pacienteGeduldig
Geduldige
Patiënt
Patiënte
... SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
la granGroot
Grote
desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
...

AquíAlhier
Hier
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a sollozarSnikken de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
.

-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
--dijo miss Betsey.

-YoEgo
Ik
llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
miMi
Mijn
libro de cuentasRekeningenboek, y todas lasAlle nochesAvonden
Nachten
hacíamosWij/we bedreven
Wij/we brachten uit
Wij/we deden
Wij/we maakten
Wij/we maakten aan
Wij/we richtten uit
Wij/we voerden uit
el balanceBalans juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
...
--continuó miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, sollozandoSnikkend desesperadamenteWanhopig.

-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
miMi
Mijn
tía---. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloreBejammert u!
Betreurt u!
Beweent u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huilt u!
Ik bejammer
Ik betreur
Ik beween
Ik huil
Ik krijt
Ik schrei
Ik ween
Krijt u!
Schreit u!
Weent u!
ustedGij
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.

-Y nuncaNimmer
Nooit
tuvimosWij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
discusiónAanvechten
Behandelen
Bepraten
Bespreken
Bespreking
Bestrijden
Betwisten
Discussie
Discussiëren
Discuteren
Ruzie
Tegenspreken
, exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
leHaar
Hem
Het
U
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
que misMi's
Mijn
treses y misMi's
Mijn

cincosVijven se confundíanZij/ze overtuigden
Zij/ze raakten in de
 war
Zij/ze raakten verlegen
Zij/ze vergisten zich
Zij/ze vermengden zich
Zij/ze versloegen
Zij/ze werden beschaamd
Zij/ze werden vernietigd
o que alargabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte langer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlengde
Ik bracht door
Ik droeg af
Ik gaf aan
Ik gaf over
Ik legde uit
Ik maakte langer
Ik overhandigde
Ik reikte aan
Ik reikte toe
Ik rekte
Ik rekte uit
Ik stelde ter hand
Ik trok door
Ik trok uit
Ik verdreef
Ik verlengde
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
el raboGerecht met staart van
 os of stier
Staart
de los sietesZevens y los nuevesNegens -terminó(Het) eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde

miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
en una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
explosiónExplosie
Ontploffing
Uitbarsting
de llantoHuilen.

-Se pondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal insmeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aankleden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aanstellen
Zal men aanbrengen
ustedGij
U
enfermaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ziek
Word ziek!
Ziek
Ziek geworden
Zieke
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miss Betsey-, lo queDat wat
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
beneficioso paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ustedGij
U

niEn niet
Evenmin
Noch
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
miMi
Mijn
ahijada. ¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer
empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan
!

EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
argumentoArgument
Argumentatie
Bewijsgrond
Ik argumenteer
Ik bewijs
Ik toon
Ik voer bewijsgronden aan
Plot
Rode draad
contribuyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg bij bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
a tranquilizarBedaren
Gerust stellen
Kalmeren
Stillen
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
suHaar
Hun
Uw
Zijn
malestarBedruktheid
Naarheid
Onbehaaglijkheid
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was

crecienteHalvemaan
Maansikkel
Sikkel
Wassende maan
. HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
un silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, interrumpidoGeschorst
Geïnterrumpeerd
Onderbroken
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
exclamacionesUitroepen sordasDoof
Dove
Houtsnippen
de miMi
Mijn

tíaTante, que continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort
calentándoseOpgewonden rakend los piesPoten
Voeten
en el guardafuegosHaardscherm
Vuurscherm
.

-DavidDavid se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
aseguradoBetuigd
Bevestigd
Geassureerd
Vastgemaakt
Vastgezet
Veilig gesteld
Verstevigd
Verzekerd
Verzekerde
una rentaRente anualEen jaar durend
Eenjarig
Eenjarige
Jaarlijks
Jaarlijkse
comprandoAankopend
Aanschaffend
Afnemend
Boodschappen doend
Door te kopen
Inkopend
Kopend
Overnemend
papelPapier
Rol
del EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
, loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
--dijo
poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
, A1 morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
¿haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
por ustedGij
U
?

-Míster Copperfield -constestó miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
titubeandofue tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cariñosoVriendelijk
Vriendelijke
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu

conmigoMet mij
Met mij mee
que aseguróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de esaDat
Die
rentaRente a miMi
Mijn
nombre.

-Benaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
¿CuántoHoelang
Hoeveel
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
miss Betsey.

---Ciento cincuenta50
Vijftig
librasJij/je bevrijdt
Ponden
alNaar de
Naar het
añoJaar --dijo miMi
Mijn
madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¡PodíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
haberloHet te hebben hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
miMi
Mijn
tíaTante.

La palabraBewoording
Woord
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
apropiadaAangepast
Geschikt
Geschikte
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el momentoHet ogenblik, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld

cada vezElke keer
Steeds
Telkens
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
que Peggotty, que entrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
Ik ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
conDoor
Met
Per
Samen met
el Thee
Theestruik
y las velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen
, se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de elloDat
Het

al instanteAanstonds
Zo
(comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
miMi
Mijn
tíaTante de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
a oscurasDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
) y la condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde

apresuradamente a suHaar
Hun
Uw
Zijn
habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
del pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
 voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer
de arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
 verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
. InmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
envió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde aan Ham
Peggotty -un sobrinoNeef
Oomzegger
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
a quienDie
Wie
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
escondidoEscondido
Ontveinsd
Verborgen
Verheeld
Verscholen
Verstopt
en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
díasDagen
Etmalen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

utilizarleGebruiken comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale
en caso deIn het geval urgencia-a buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
alNaar de
Naar het
médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
y a la
comadronaBaker
Verloskundige
Vroedvrouw
.

AquellasDie
Diegene
dos2
Do's
Twee
Tweede
potenciasHeerschappijen
Krachten
Machten
Mogendheden
Vermogens
aliadasEen bondgenootschap gedaan sluiten
 met
Verbonden
se sorprendieronZij/ze waren verrast sobremaneraUitermate cuandoAls
Tijdens
Wanneer
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven

(pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
minutosMinuten despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
) se encontraron conZij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
una señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
desconocidaOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
y de aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen

imponenteGeweldig
Geweldige
Groot
Groots
Grootse
Grote
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Overweldigend
Overweldigende
, sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el fuegoVuur, conDoor
Met
Per
Samen met
la toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
colgandoHangend
Ophangend
Opknopend
del brazoArm izquierdoLinker-
Links
Linkse
y
taponándose los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
conDoor
Met
Per
Samen met
algodónKatoen
Katoenzaad
Ruwe katoen
. Peggotty noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
quiénWie eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
y miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
tampocoEvenmin
Ook niet

decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
; por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende
, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
misterioGeheim
Mysterie
Raadsel
; y, cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
, el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten

sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend
aquellaDat
Die
Diegene
cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte
de algodónKatoen
Katoenzaad
Ruwe katoen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
bolsoAktetas
Damestas
Geldbuidel
Handtas
Portemonnee
Zak
y metiéndoseloErgens in stappend
Zich mengend
en los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit

disminuirAchterhouden
Aflopen
Afnemen
Minder worden
Slinken
Tanen
Verflauwen
Verlagen
Verminderen
en nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
loDe
Hem
Het
U
imponenteGeweldig
Geweldige
Groot
Groots
Grootse
Grote
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Overweldigend
Overweldigende
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
.

El doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen
alNaar de
Naar het
cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
de miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken
, pensandoDenkend sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker

que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
probabilidadesBewijsbaarheden
Kansen
Waarschijnlijkheden
de que aquellaDat
Die
Diegene
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
y élHem
Hij
tuvieran queZij/ze behoorden
Zij/ze dienden
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven

sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
horasTijden
Uren
, se propusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
y cariñosoVriendelijk
Vriendelijke
con ellaDaarmee.
EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
afableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sexoGeslacht
Kunne
Seks
Sekse
, el más pequeñoKleiner y dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
. Se deslizabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof op
de
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
por las habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ocuparBekleden
Beslaan
Betrekken
Bewaren
Bewonen
Bezetten
Bezig houden
Bezighouden
In beslag nemen
Vervullen
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
, y andabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging
Ik ging te voet
Ik ging voort
Ik legde af
Ik liep
Ik nam deel aan
Ik wandelde (snel)
Ik werkte
conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele

suavidadZachtheid comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el fantasmaFantoom
Geest
Geestverschijning
Schim
Spook
Verschijning
de Hamlet, y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
despacioLangzaam
Zachtjes
. LlevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
la cabezaHoofd
Kop
Krop

inclinadaGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, en parteDeels
Ten dele
por un modestoBescheiden
Discreet
Discrete
Eenvoudig
Eenvoudige
Ingetogen
Modesto
Simpel
Simpele
Zedig
Zedige
sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
humildadNederigheid y en parteDeels
Ten dele

por el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de agradarAanstaan
Behagen
Bevallen
Naar de zin maken
Prettig vinden
Zinnen
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ne cesito decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte
de dirigirAdresseren
Besturen
Chaufferen
Dirigeren
Mennen
Richten
Rijden
Sturen
Vervoeren
un palabraBewoording
Woord

duraBeklijf!
Blijf aan!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
, niEn niet
Evenmin
Noch
a un perroHond
Rekel
Reu
, niEn niet
Evenmin
Noch
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
a un perroHond
Rekel
Reu
rabiosoDol
Dolle
Razend
Razende
Woedend
Woedende
. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
leHaar
Hem
Het
U
murmuraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou brommen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kabbelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou klateren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kletsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kwaadspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mompelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou morren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mummelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou murmelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ruisen
Ik zou brommen
Ik zou kabbelen
Ik zou klateren
Ik zou kletsen
Ik zou kwaadspreken
Ik zou mompelen
Ik zou morren
Ik zou mummelen
Ik zou murmelen
Ik zou ruisen

dulcemente una palabraBewoording
Woord
, o mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
, o una sílabaLettergreep
Syllabe
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
conDoor
Met
Per
Samen met
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
suavidadZachtheid que
andabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging
Ik ging te voet
Ik ging voort
Ik legde af
Ik liep
Ik nam deel aan
Ik wandelde (snel)
Ik werkte
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
rígidoHouterig
Houterige
Star
Starre
Stijf
Stijve
Stram
Stramme
Stug
Stugge
niEn niet
Evenmin
Noch
impacienteDoet u het geduld
 verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
 verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
 verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig!
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->