SentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, a la pmerta de suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
la malhumoradaSlecht gehumeurd sobrinaNicht
del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
, barajando en suHaar
Hun
Uw
Zijn
imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
mil1000
Duizend
desagradablesOnaangenaam
Onaangename
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
acertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
una viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de jirones y de andrajos
que, agobiadaNeergebogen
Neergedrukt
Overstelpt
por el pesoHet gewicht de la edadLeeftijd
Ouderdom
, caminabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde
Ik liep
Ik schreed
Ik stapte
Ik trad
Ik wandelde
apoyándoseLeunend en un palitoStokje.

-HijaDochter míaVan mij -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
Dorotea, conDoor
Met
Per
Samen met
un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
compungido y
dolientePijnlijk
Pijnlijke
-: ¿meMe
Mij
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
una limosnita, que DiosGod
Godheid
teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
pagaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal betalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dokken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal storten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbetalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voldoen
conDoor
Met
Per
Samen met
usuraGeef met woeker!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft met woeker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woekert
Woeker!
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

santa gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
?

EstasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
en los queWie
Zij die
imploranZij/ze smeken af la caridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
públicaAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke
, que
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una fórmulaFormule consagradaGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend
por el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y la costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede
, en aquellaDat
Die
Diegene

ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
, y pronunciadasGesproken
Geuit
Uitgesproken
por aquellaDat
Die
Diegene
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
ojillos verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
y pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne

parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
reírLachen conDoor
Met
Per
Samen met
una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
diabólica, mientrasTerwijl el labioLip articulabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbond
Ik verbond
suHaar
Hun
Uw
Zijn
acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
plañidero y lastimoso, sonaronZij/ze klonken
Zij/ze maakten geluid
Zij/ze snoten de neus
Zij/ze snoten hun neus
en el oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
de Doretea comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un sarcasmoSarcasme
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
, trayéndole a la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
las magníficasBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
promesasBeloften
Beloftes
Toezeggingen
Uitlovingen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
más alláLangs
Voorbij
de la
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
conDoor
Met
Per
Samen met
que mosén Gil solíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze placht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewoon
Ik placht
Ik was gewend
Ik was gewoon
responder aAntwoord geven
Antwoorden
susHaar
Hun
Uw
Zijn
exigenciasEisen
Verlangens
continuasAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn

primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
enhoramala a la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
; peroDoch
Echter
Maar
conteniéndoseGevat wordend
Tegengehouden wordend
Vervat zijnd
Zich bedwingend
Zich beheersend
Zich inhoudend
, por
respetosOntzagen
Respecten
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
la del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
, se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
a volverlaDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
la espaldaRug conDoor
Met
Per
Samen met

un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
de desagradoIk choqueer
Ik geef aanstoot
Ik kwets
y malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
signifitativo. La viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
, a quienDie
Wie

antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
complacerBevredigen
Paaien
Tegemoetkomen aan
Tevreden stellen
Voldoen
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
afligirBedroeven
Beproeven
Grieven
Smarten
estaDeze
Dit
repulsaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pareert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot terug
Pareer!
Sla af!
Sla terug!
Stoot terug!
, aproximoseIk breng naderbij másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille

y, procurandoMoeite doend
Pogend
Proberend
Strevend
Trachtend
Uitreikend
Verschaffend
Verstrekkend
Zich beijverend
Zoekend
Zorgend dat
dulcificarZoet maken
Zoeten
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de carracaRatel destemplada,
prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door de este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
, sonriendoGlimlachend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojillos verdososGroenig
Groenige
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

sonreiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou glimlachen
Ik zou glimlachen
la serpienteSerpent
Slang
que sedujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkerde
a EvaEva en el ParaísoGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Paradijs
Trans
:

-HermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
niñaKind
Meisje
Wicht
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
por el amorAffectie
Liefde
Min
de DiosGod
Godheid
, por el tuyoVan jou propioEigen, dameBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
una
limosnaAalmoes. YoEgo
Ik
sirvoIk bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
a un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se limitaBegrens!
Beknot!
Beperk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt beperkingen op
 aan
Leg beperkingen op aan!
a recompensarBelonen
Lonen
Schadeloos stellen
Terugdoen
Vergelden
a los queWie
Zij die
hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
a los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
en la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
vidaHachje
Leven
, sinoDoch
Echter
Maar
que lesHen
Hun
U
da enHaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Raak!
Sla in!
Teister!
Tref!
éstaDeze
Dit
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
ambicionanZij/ze ambiëren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze verlangen naar
.
Primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
teJe
Jou
pedíIk bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om
por el queDat
Die
Hij die
Wie
Ge
Gij
Je
Jij
conocesJij/je bent bekend met
Jij/je kent
Jij/je leert kennen
Jij/je maakt kennis
Jij/je weet
; ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
a demandarteBestellen
Vragen
socorroBestelen
Bijstaan
Gappen
Helpen
Hulp
Ik help
Ik red uit een
 dreigend gevaar
Ik sta bij
Ontvreemden
Socorro
Stelen
por el
que yoEgo
Ik
reverencio.

-¡Bah, bah!, dejadmeLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
en pazQuitte, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
de humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
oírHoren
Vernemen
Verstaan
disparatesDwaasheden
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Dorotea, que juzgóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak recht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonniste
locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
o chocheando a la haraposa viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
que leHaar
Hem
Het
U
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak

de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ellaHaar
Ze
Zij
incomprensibleOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke
.

Y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
siquieraAlthans el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
, alNaar de
Naar het
despedirlaAfdanken
Afmonsteren
Afzenden
Ontslaan
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bruscamenteBars
Bruusk
Onverhoeds
Plotseling
Vinnig
, hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit

ademánGebaar
Geste
Houding
de entrarseBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
; peroDoch
Echter
Maar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
interlocutora, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
dispuestaBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a cederAfstaan
Toegeven
Wijken
conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
facilidadAanleg
Faciliteit
Gelegenheid
Gemak
Gemakkelijkheid
Geschikte gelegenheid
Meegaandheid
Toeschietelijkheid
Vlotheid
Voorziening
Zwakheid
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
empeñoBelenen
Ik beleen
Ik leen tegen een
 onderpand
Ik verpand
Verpanden
, asiéndola de la
saya la detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arresteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in verzekerde
 bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, y tornóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in de
 oorspronkelijke staat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond terug
a decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
:

-TúGe
Gij
Je
Jij
meMe
Mij
juzgasJij/je beoordeelt
Jij/je berecht
Jij/je oordeelt
Jij/je spreekt recht
Jij/je veroordeelt
Jij/je vonnist
fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
miMi
Mijn
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
; peroDoch
Echter
Maar
te equivocasJij/je dwaalt
Jij/je maakt een fout
Jij/je vergist je
Jij/je vergist je in
Jij/je zit ernaast
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
lo queDat wat
Wat
yoEgo
Ik
habloIk converseer
Ik praat
Ik spreek
, sinoDoch
Echter
Maar
lo queDat wat
Wat
Ge
Gij
Je
Jij
piensasJij/je denkt, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze
la
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
de tusJe
Jouw
pesaresJij/je zal afwegen
Jij/je zal het gewicht
 bepalen
Jij/je zal wegen
Jij/je zal zwaar zijn
Smarten
.

Y cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
un libroBoek
Ik bevrijd
y ésteDeze
Dit
estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
,
repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
a la sobrinaNicht del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
acertabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Ik giste
Ik haalde
Ik kwam door
Ik raadde
Ik raakte
Ik ried
Ik slaagde
Ik speelde klaar
Ik trof
a volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
en Ja
Jawel
Wel
Zich
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
,
cuantasHoeveel ook
Van allen
ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
 omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
pasado porGehaald door suHaar
Hun
Uw
Zijn
menteGeest
Verstand
, alNaar de
Naar het
compararVergelijken suHaar
Hun
Uw
Zijn
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
conDoor
Met
Per
Samen met

la de las otrasAnder
Andere
Nog één
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
.

-MasDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
apuresJij/je drinkt leeg
Jij/je drinkt op
Jij/je drinkt uit
Jij/je gebruikt op
Jij/je maakt op
Jij/je teert op
Jij/je verbruikt
-continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
la astutaArglistig
Arglistige
Doortrapt
Doortrapte
Gewiekst
Gewiekste
Listig
Listige
Slim
Slimme
Uitgeslapen
arpíaFeeks
Furie
Haaibaai
Harpij
Helleveeg
Megera
Tang
Wijf
Xantippe
Zuid-amerikaanse arend
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
darleGeef het estaDeze
Dit

pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
maravillosaMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
perspicaciaInzicht-; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
apuresJij/je drinkt leeg
Jij/je drinkt op
Jij/je drinkt uit
Jij/je gebruikt op
Jij/je maakt op
Jij/je teert op
Jij/je verbruikt
: hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el de mosén Gil, y en cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
acercadoNaderbij gebracht a hablarteConverseren
Praten
Spreken
so
pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel
de pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
una limosnaAalmoes; un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
exigeEis op!
Eis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Reken!
Schrijf voor!
Vereis!
Verg!
Verlang!
Vorder!
sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen

penososSmartelijk
Smartelijke
de los queWie
Zij die
leHaar
Hem
Het
U
sirven(Zij) dienen
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst
, sinoDoch
Echter
Maar
que se esmeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt succesvol op y complaceBevredig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevredigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegemoet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tevreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Kom tegemoet aan!
Paai!
Stel tevreden!
Voldoe!
en secundarBegunstigen
Bijstaan
Helpen

todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
; alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un juglar, ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
todos losAlle judíosJoden
Joods
Joodse
Kogeltonijnen
de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land

juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
y sabioLeerzaam
Leerzame
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
de conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ignoradosGenegeerd
Niet geweten
Occult
Occulte
secretosClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Geheimen
Heimelijk
Heimelijke
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
de la
cienciaWetenschap, en cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
estudioBeoefening
Eenkamerflat
Etude
Ik bestudeer
Ik ga school
Ik leer
Ik maak studie van
Ik studeer
Ik studeer in
Onderzoek
Schets
Studie
Studio
Uitoefening
se afananZij/ze pogen
Zij/ze spannen zich in
Zij/ze streven
Zij/ze tobben zich af
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. Las queWie
Zij die
leHaar
Hem
Het
U
adoranZij/ze aanbidden
Zij/ze adoreren
Zij/ze verafgoden
Zij/ze vereren
vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen
en
una continuaAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende
zambraBepaalde dans, tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
cuantasHoeveel ook
Van allen
joyasBijouterieën
Juwelen
Kleinoden
Kleinodiën
y dijesHangertjes desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen
, y poseenZij/ze beheersen
Zij/ze bezitten
Zij/ze hebben
Zij/ze houden erop na
Zij/ze kennen grondig
Zij/ze zijn rijk
filtrosFilters de
una virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
, que conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
llevan a caboZij/ze komen na
Zij/ze leven na
Zij/ze verrichten
Zij/ze vervullen
Zij/ze voeren uit
Zij/ze voltrekken
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
sobrenaturalesBovennatuurlijk
Bovennatuurlijke
; se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden

obedecerGehoorzamen de los espíritusGeesten, del SolSol
Zon
y de la LunaMaan
Ruit
Staande spiegel
, de los peñascosPeña=
Gezelschap
Kring
, de los montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons

y de las olasBaren
Golven
Gulpen
del marZee, eEn infundenZij/ze laten trekken
Zij/ze trekken af
Zij/ze zetten
el amorAffectie
Liefde
Min
o el aborrecimientoHaten
Minachten
Verafschuwen
Verfoeien
Versmaden
en quienDie
Wie
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
lesHen
Hun
U

cuadraStal. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren
los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
gozarGenieten
Genieten van
Zich verheugen in
Zich verlustigen in
de cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
ambicionasJij/je ambieert
Jij/je dingt naar
Jij/je verlangt naar
, a
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
costaKust
Kustlijn
Zeekust
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
conseguirloBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
. Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
, Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats

audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige
, Ge
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
consumirteConsumeren
Eten
Opeten
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Slopen
Verbruiken
Verorberen
Verteren
al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
achacoso eEn
impertinenteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte
, que al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
teJe
Jou
dejará(Het) zal laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
 steek laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal legateren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal loslaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nalaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opleveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toevertrouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzuimen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verlaten
 van
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
en el mundoAardrijk
Wereld
y sumidaBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt
en la miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid
,
mercedGenade
Merced
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
caridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
extravaganteBelachelijk
Belachelijke
Buitenissig
Buitenissige
Buitensporig
Buitensporige
Extravagant
Extravagante
Gek
Gekke
Grillig
Grillige
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
.

Dorotea, que al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
se prestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
de malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
a oírHoren
Vernemen
Verstaan
las palabrasBewoordingen
Woorden
de
la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
interesándoseZich interesserend en aquellaDat
Die
Diegene
halagüeña pinturaDoek
Schilderij
Schildering
Schilderkunst
Schilderstuk
Verf
del
brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende
porvenirToekomende tijd
Toekomst
Verschiet
, que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
ofrecerleAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
, y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
desplegarOntplooien
Ontwarren
Ontwikkelen
los labiosLippen, conDoor
Met
Per
Samen met

una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
crédula y dudosaOnzeker
Onzekere
, parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
preguntarleVragen en queWaarin consistíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gegrond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het gevolg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was opgesloten
Ik berustte
Ik bestond
Ik steunde
Ik was gegrond
Ik was het gevolg
Ik was opgesloten
lo queDat wat
Wat

debieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste
. La viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
entoncesDan
Dus
Toen
,
sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend
una botija verdeGroen
Groene
que traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
ocultaClandestien
Clandestiene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Occult
Occulte
Ontveins!
Verberg!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verheel!
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verschuil!
Verstop!
Verstopt
Verstopte
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el harapientoHaveloos
Haveloze
Schamel
Schamele
Sjofel
Sjofele
delantalBoezelaar
Schort
Sloof
Voorschoot
, leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:
-Mosén Gil tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
a la cabeceraHoofdeind de suHaar
Hun
Uw
Zijn
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
una pilaAanrecht
Batterij
Boel
Cel
Depot
Drom
Element
Entrepot
Hoop
Keukenaanrecht
Massa
Menigte
Opslagplaats
Schare
Stapel
Tas
Troep
Veem
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
benditaGewijd
Gezegend
Gezegende
Ingewijd
Ingezegend
de la queDat
Die
Wie
Zij die

todas lasAlle nochesAvonden
Nachten
, antes deAlvorens te
Voor
acostarseGaan liggen
Gaan slapen
Naar bed gaan
Zich ter ruste begeven
, arrojaGooi uit!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Smijt uit!
Smijt!
Werp uit!
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
, pronunciandoSprekend
Uitend
Uitsprekend
una
oraciónBede
Oratie
Rede
Redevoering
Smeekbede
Speech
, por la ventanaRaam
Venster
que daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
alNaar de
Naar het
castilloBurcht
Kasteel
Slot
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
sustituyesJij/je lost af
Jij/je vervangt
aquellaDat
Die
Diegene
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
conDoor
Met
Per
Samen met

éstaDeze
Dit
, y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
apagadoGeblust
Gedoofd
Uitgeblazen
Uitgeblust
Uitgedaan
Uitgedoofd
Uitgemaakt
Uitgeschakeld
Uitgezet
el hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
dejasJij/je laat
Jij/je laat achter
Jij/je laat begaan
Jij/je laat in de
 steek
Jij/je laat los
Jij/je laat na
Jij/je laat over
Jij/je laat schieten
Jij/je leent
Jij/je legateert
Jij/je levert op
Jij/je staat toe
Jij/je verlaat
Jij/je verlaat je van
Jij/je vermaakt
Jij/je vertrouwt toe
Jij/je verzuimt
Laat je
las tenazasGreep
Grijper
Handvat
Knijptang
Nijptang
Oor
envueltasGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt
en las
cenizasAssen, yoEgo
Ik
vendréIk zal komen
Ik zal meekomen
a verteBekijken
Kijken
Zien
por la chimeneaOpen haard
Schoorsteen
Schouw
alNaar de
Naar het
toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
de ánimas, y el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
a
quienDie
Wie
obedezcoIk gehoorzaam, y que en muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
generosidadGenerositeit
Vrijgevigheid
teJe
Jou
envíaDoe toekomen!
Expedieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend!
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
anilloBeugel
Ring
Wal
, teJe
Jou

dará(Het) zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlenen
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
deseesJij/je ambieert
Jij/je aspireert
Jij/je begeert
Jij/je dingt naar
Jij/je haakt naar
Jij/je hebt trek in
Jij/je hunkert
Jij/je jaagt na
Jij/je smacht
Jij/je smacht naar
Jij/je snakt naar
Jij/je streeft na
Jij/je streeft naar
Jij/je verkiest
Jij/je verlangt
Jij/je wenst
.

EstoDeze
Dit
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
, leHaar
Hem
Het
U
entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
la botija, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberleHet te hebben puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
en el
dedoTeen
Vinger
de la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
conDoor
Met
Per
Samen met
que la tomaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan
un anilloEen ring de oroE175
Goud
Ik bid
, conDoor
Met
Per
Samen met
una piedraHagel
Steen

hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ponderación.

La sobrinaNicht del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
, que maquinalmente dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
a la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
,
permanecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Ik bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
irresoluta y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
suspensaAfgeslagen
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Onderbroken
Verworpen
que convencidaOvertuigd
Overtuigde
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden
;
peroDoch
Echter
Maar
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
sobre elOp de
Op het
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
y conDoor
Met
Per
Samen met
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige
coloresKleuren supoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
pintarleAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven
el triunfoIk heb succes
Ik zegevier
Triomf
Troef
Zege
Zegepraal


de suHaar
Hun
Uw
Zijn
amorAffectie
Liefde
Min
propioEigen ajadoGefrommeld
Gekreukeld
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld
Verlept
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
, mercedGenade
Merced
a la obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
,
lograseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kwam door
Ik reikte tot
Ik slaagde
Ik slaagde erin
Ik slaagde in
Ik slaagde voor
Ik speelde klaar
ir aGaan naar la hogueraBrandstapel de la plazaPlein
Zitplaats
vestidaAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Omkleed
conDoor
Met
Per
Samen met
un lujoLuxe
Pracht
Weelde
Weelderigheid
desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
, que al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte

cedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
sugestionesJij/je suggereert
Suggesties
prometiendoBelovend
Toezeggend
Uitlovend
Verzeggend
obedecerlaGehoorzamen en un todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.

PasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
la tardeDe middag, llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
la nocheAvond
Nacht
, llegandoAangevend
Aankomend
Aanlandend
Aanreikend
Arriverend
Doorbrengend
Reikend
Verdrijvend
con ellaDaarmee la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid
y las horasTijden
Uren

aparentesJij/je doet alsof
Jij/je fingeert
Jij/je geeft voor
Jij/je simuleert
Jij/je veinst
Jij/je wendt voor
Schijnbaar
Schijnbare
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
los misteriosGeheimen
Mysteries
Mysteriën
Raadselen
Raadsels
y los conjurosBezweringen, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
mosén Gil, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
en la
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de la sustituciónAflossen
Substitutie
Vervangen
del aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
conDoor
Met
Per
Samen met
un brebajeBrouwsel
Drankje
malditoVervloekt
Vervloekte
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
susHaar
Hun
Uw
Zijn

inútilesIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
aspersiones y dormíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit
Ik bracht onder narcose
Ik mafte
Ik pitte
Ik sliep
Ik sliep uit
conDoor
Met
Per
Samen met
el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
reposadoGelaten rusten
Gerust
Uitgerust
de los ángelesLos angeles
Los ángeles
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer

Dorotea, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
apagarBlussen
Doven
Uitblazen
Uitblussen
Uitdoen
Uitdoven
Uitmaken
Uitschakelen
Uitzetten
la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur
del hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
fórmulaFormule, las
tenazasGreep
Grijper
Handvat
Knijptang
Nijptang
Oor
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las cenizasAssen, se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich
a esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
a la brujaHeks, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
brujaHeks y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één

cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
que disponía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Ik beschikte over
joyasBijouterieën
Juwelen
Kleinoden
Kleinodiën
de tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el
anilloBeugel
Ring
Wal
y visitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik bezocht
Ik ging af
Ik zocht op
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
a talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
horasTijden
Uren
y entrandoBinnengaand
Binnenkomend
Binnenlopend
Binnenrijdend
Ingaand
Inkomend
Inrijdend
Naar binnen gaand
por la chimeneaOpen haard
Schoorsteen
Schouw
.

Los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de la aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek
de Trasmoz dormíanZij/ze brachten onder narcose
Zij/ze maften
Zij/ze pitten
Zij/ze sliepen
Zij/ze sliepen uit
asimismoEvenzo
Ook
Op dezelfde wijze
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
lironesGliridae
Slaapmuizen
Zevenslapers
,
exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
que velabanZij/ze omsluierden
Zij/ze sluierden
Zij/ze waakten
, cosiendoAannaaiend
Naaiend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el díaDag
Etmaal

siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
. Las campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen
de la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
el toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
de ánimas, y susHaar
Hun
Uw
Zijn

golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
lentosLangzaam
Langzame
Traag
Trage
y acompasados se perdieronZij/ze gingen verloren
Zij/ze verdoolden
Zij/ze verdwaalden
dilatándoseUitweidend en las ráfagasRukwinden
Vuurstoten
Windstoten
Windvlagen
del aireLucht
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ir aGaan naar expirarAflopen
Eindigen
Ophouden
Uitgaan
Uitlopen
Uitraken
Verjaren
Verlopen
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las ruinasBouwvallen
Muurleeuwenbek
Puinhopen
Ravages
Ruïnen
Ruïnes
del castilloBurcht
Kasteel
Slot
. Dorotea, que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
aquelDat
Die

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, y una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
adoptadaAangenomen
Geadopteerd
Zich eigen gemaakt
suHaar
Hun
Uw
Zijn
resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
conservadoBehouden
Besproken
Bewaard
Geboekt
Geborgen
Geconserveerd
Gereserveerd
Onderhouden
Opengehouden
Overgehouden
Vrijgehouden
la firmezaStevigheid y
sangre fríaFlegma suficientesVoldoende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
obedecerGehoorzamen las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
de la brujaHeks, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd

de turbarseVan zijn stuk brengen y fijarBepalen
Bevestigen
Fixeren
Vastmaken
Vastplakken
Vaststellen
los ojosKijkers
Ogen
conDoor
Met
Per
Samen met
inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
en el cañónBarranco
Buis
Canyon
Kanaal
Kanon
Kloof
Loop
Pijp
Ravijn
Roer
Steel
Vuurmond
de la chimeneaOpen haard
Schoorsteen
Schouw
por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de verlaBekijken
Kijken
Zien
aparecerOpdagen
Opdraven
Te voorschijn komen
Uitkomen
Verschijnen
de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
extraordinarioBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op

muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
, y apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
se perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwaalde
el ecoEcho
Nagalm
Naklank
Weerklank
de la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
campanadaKlokslag
Lawaai
, cayó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

la cenizaAs en forma deIn de vorm van gatoDommekracht
Kat
Krik
Poes
Vijzel
grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
y haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
un ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
y particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
de
estosDeze
Dezen
animalitosDiertjes, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
conDoor
Met
Per
Samen met
la colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef!
levantadaGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
y el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
un arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
, van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
y
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
acariciándoseAaiend
Liefkozend
Strelend
conDoor
Met
Per
Samen met
nuestrasOnze
Van ons
piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen
. TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
el gatoDe krik grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze

cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
rubio(Gestreepte) poon
Blond
Blonde
Gestreepte poon
Poon
, y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
negroNeger
Zwart
Zwarte
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
de los queWie
Zij die
llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
moriscosMoors
Moorse
Van de morisken
, y
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
catorce14
Veertien
o quince15
Vijftien
de diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
dimensionesAfmetingen
Dimensies
y colorKleur, revueltosGeroerd
Omeletten
Omgeroerd
Onzeker
Onzekere
conDoor
Met
Per
Samen met
una
multitudDrom
Menigte
Schare
de sapillos verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
y tripudos conDoor
Met
Per
Samen met
un cascabelRatelslang
Zuid-amerikaanse ratelslang
alNaar de
Naar het
cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
, y una a maneraManier
Trant
Wijze

de casaquilla rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
. Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
los gatosDommekrachten
Katten
Krikken
Poesen
Poezen
Vijzels
, comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
a irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
y venirKomen
Meekomen
por la
cocinaBereid!
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Keuken
Kook!
Kookgelegenheid
Oven
, saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend
de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
; éstosDeze por los vasares, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los pucheros y
las fuentesBronnen
Fonteinen
Opdienborden
Schalen
Schotels
Welputten
Wellen
, aquéllosDie por el alaDe slingerarm de la chimeneaOpen haard
Schoorsteen
Schouw
, los de más alláLangs
Voorbij
revolcándose
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la cenizaAs y levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
una granGroot
Grote
polvareda, mientras queTerwijl los sapillos,
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
sonarDe neus snuiten
Geluid maken
Klinken
Zijn neus snuiten
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cascabelRatelslang
Zuid-amerikaanse ratelslang
, se poníanZij/ze deden aan
Zij/ze deden op
Zij/ze kleedden zich aan
Zij/ze smeerden
Zij/ze smeerden in
Zij/ze stelden zich aan
Zij/ze trokken aan
Zij/ze werden
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
alNaar de
Naar het
bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom
de las marmitasKookpannen
Kookpotten
Pannen
Soepketels
, dabanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden

volteretasBuitelingen
Duikelingen
Pirouetten
Pirouettes
en el aireLucht o hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
equilibriosBalansen
Evenwichten
Evenwichtstoestanden
y dislocacionesDislocaties pasmosasVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los
clownes de nuestrosOnze
Van ons
circosCircussen ecuestresPaarden-. Por últimoTenslotte, el gatoDe krik grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
, que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
el
jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
de la bandaBand
Bende
Doek
Draagband
Lint
Reep
Schouderband
Sjerp
Streep
Strook
Wapenbalk
, en cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
ojillos verdososGroenig
Groenige
y fosforescentes habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend

reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
la sobrinaNicht del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
los de la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
que leHaar
Hem
Het
U
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
por la tardeDe middag,
levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
las patasPoten
Voeten
traserasAchter- en la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
en queWaarin se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
subidoBeklommen
Bestegen
Geklommen
Gerezen
Gestegen
Gewassen
In de trein gestapt
Ingestapt
Naar boven gebracht
Naar boven gedragen
Naar boven gegaan
Omhoog gegaan
Opgegaan
Opgekomen
Opgestaan
Opgezwollen
Verrezen
,
dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
la palabraBewoording
Woord
en estosDeze
Dezen
términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen
.

-HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen
lo queDat wat
Wat
prometisteJij/je beloofde
Jij/je loofde uit
Jij/je verzegde
Jij/je zegde toe
Jij/je zei toe
, y aquíAlhier
Hier
nos(Aan) ons
Ons
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
a tusJe
Jouw
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
vernosBekijken
Kijken
Zien
en nuestraOns
Onze
Van ons
primitivaAanvangs-
Aanvankelijk
Aanvankelijke
Begin-
Primitief
Primitieve
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
y que comencemosLaten we aanbinden
Laten we aanbreken
Laten we aanvangen
Laten we beginnen
Laten we beginnen met
Laten we ingaan
Wij/we beginnen
Wij/we beginnen met
Wij/we binden aan
Wij/we breken aan
Wij/we gaan in
Wij/we vangen aan
a ayudarteBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
a
fraguar las galasCorso's
Galanterieën
Kramerij
Opschik
Parades
Pralerijen
Vertonen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
las fiestasFeestdagen
Feesten
Festiviteiten
Fuiven
Partijen
y a amasarDeeg kneden
Kneden
los panesBroden
Mikken
que teJe
Jou
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
encargadoAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Opdracht gegeven
Opgedragen
tuJe
Jouw

tíoKerel
Oom
, hazBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
tres vecesDrie keer
Driemaal
la señalHet signaal de la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
conDoor
Met
Per
Samen met
la manoDe hand izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse
invocandoAanroepend
Roepend
a la
trinidadDrie-eenheid
Trinidad
Triniteit
de los infiernosHellen
Inferno's
Onderwerelden
: BelcebúBeëlzebub, Astarot y Belial.

Dorotea, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
temblandoBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend
, hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
por puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
lo queDat wat
Wat
se leHaar
Hem
Het
U
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
, y
los gatosDommekrachten
Katten
Krikken
Poesen
Poezen
Vijzels
se convirtieron enZij/ze werden otrasAnder
Andere
Nog één
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
, de las cualesDe welken
Wie
Zij die
, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n

comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
a cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
y otrasAnder
Andere
Nog één
a coserAannaaien
Naaien
telasLijnwaden
Linnens
Stoffen
Weefselen
Weefsels
de mil1000
Duizend
coloresKleuren, a cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
vistosoOpzichtig
Opzichtige
y
llamativoOpvallend
Opvallende
, hilvanando y concluyendoAfleidend
Besluitend
Concluderend
Een gevolgtrekking makend
sayas y jubones a todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid
, en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
que
los sapillos, diseminadosUitgespreid
Verdeeld
por aquíAlhier
Hier
y por alláDaar, conDoor
Met
Per
Samen met
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
herramientasGereedschap
Gereedschappen
Gerei
Instrumenten
Middelen
Outillage
Werktuigen
diminutasHeel klein
Klein
Kleine
Nietig
Nietige
y
brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale
, fabricabanZij/ze fabriceerden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze vervaardigden
pendientesAanhangig
Aanhangige
Bevertjes
Hangers
Hellingen
Oorbellen
Oorhangers
Oorringen
de filigranaFiligraan
Filigrein
Papiermerk
Teer vederkruid
Watermerk
de oroE175
Goud
Ik bid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
las orejasOren, anillosBeugels
Ringen
Wallen
conDoor
Met
Per
Samen met

piedrasHagels
Stenen
preciosasKostbaar
Kostbare
Waardevol
Waardevolle
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
los dedosTenen
Vingeren
Vingers
, o armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tirapié y suHaar
Hun
Uw
Zijn
lezna en

miniaturaMiniatuur, cosíanZij/ze naaiden
Zij/ze naaiden aan
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
zapatillasPantoffels
Slippers
Sloffen
de tafileteMarokijnleer
Saffiaanleer
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
monasAardig
Aardige
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
acabadasAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
,
que merecíanZij/ze kwamen toe
Zij/ze verdienden
Zij/ze waren waard
Zij/ze waren waardig
calzarSchoenmaat hebben el pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
de una hadaFee. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
animaciónAanmoedigen
Aanmoediging
Aanporren
Aansporen
Aanvuren
Aanwakkeren
Aanzetten
Bemoedigen
Bemoediging
Drukte
Levendigheid
Opleven
Prikkelen
Stimuleren
Verlevendigen
y movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
en
derredorOmloop
Omtrek
de Dorotea; hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la llamaDe vlam del candilOlielamp que alumbrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bescheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlichtte
Ik belichtte
Ik bescheen
Ik lichtte voor
Ik stak aan
Ik verlichtte
aquellaDat
Die
Diegene
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel

extravaganteBelachelijk
Belachelijke
Buitenissig
Buitenissige
Buitensporig
Buitensporige
Extravagant
Extravagante
Gek
Gekke
Grillig
Grillige
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
danzarDansen
Zich snel bewegen
alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
piquera de hierroIjzeren, chisporroteandoFlikkerend
Knetterend
Krakend
y
plegandoOmvouwend
Plooiend
Vouwend
y volviendo aTeruggaand naar
Terugkerend naar
Terugkomend naar
desplegarOntplooien
Ontwarren
Ontwikkelen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
abanicoIk waai
Ik waai frisse lucht
 toe
Ik wan
Waaier
de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
, que se proyectabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beraamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plande
Ik beraamde
Ik ontwierp
Ik plande
en los
murosMuren en círculosCirkels
Gezelschappen
Kringen
moviblesBeweegbaar
Beweegbare
Beweeglijk
Beweeglijke
Mobiel
Mobiele
Onbestendig
Onbestendige
Roerend
Roerende
Veranderlijk
Veranderlijke
, oraBid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bidt
oscurosDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
, oraBid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bidt
brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale
. EstoDeze
Dit
se prolongóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde lang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gerekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd verlengd
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs

rayarEen streep trekken
Krassen
Trekken
el díaDag
Etmaal
, en queWaarin el bulliciosoDruk
Drukke
Rumoerig
Rumoerige
repiqueBeiert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleppert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Ik beier
Ik klepper
Ik luid
Kleppert u!
Luidt u!
de las campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen
de la parroquiaGemeente
Kerkbuurt
Kerkgemeente
Kerspel
Parochie

echadasAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
a vueloIk vlieg
Vliegen
Vliegtocht
Vlucht
en honorEer
Hulde
del santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
patronoBaas
Beschermheer
Beschermheilige
Meester
Patroon
Schutspatroon
Sponsor
Werkgever
del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
, y el agudoAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
cantoIk zing
Zangkunst
de los
gallosHanen
Hoenderen
Hoenders
Hoenen
Kippen
Scharren
Schartongen
, anunciaronZij/ze adverteerden
Zij/ze annonceerden
Zij/ze dienden aan
Zij/ze kondigden aan
Zij/ze maakten bekend
el albaAanbreken van de dag
Albe
Dageraad
Misgewaad
Ochtendgloren
Wit
Witte
a los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de la aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek
. PasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
el díaDag
Etmaal
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
fiestasFeestdagen
Feesten
Festiviteiten
Fuiven
Partijen

y regocijos. Mosén Gil, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
sospecharVerdenken
Vermoeden
la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
que las brujasBrugge
Heksen
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
en
suHaar
Hun
Uw
Zijn
elaboraciónBereiden
Bewerken
Bewerking
Ontwikkelen
Produceren
Uitwerken
Vervaardigen
Verwerken
Verwerking
, repartióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
, terminadaAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
la misaEucharistieviering
Mis
, susHaar
Hun
Uw
Zijn
panesBroden
Mikken
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
; las
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
bailaronZij/ze dansten en las erasDelen
Dorsvloeren
Era's
Jaartellingen
Jij/je gebeurde
Jij/je had plaats
Jij/je vond plaats
Jij/je was
Tijdrekeningen
alNaar de
Naar het
son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit
la gaitaDoedelzak y el tamborilRinkelbom
Tamboereerraam
Tamboerijn
, luciendoBlinkend
Glanzend
Schijnend
Schitterend
los
dijesHangertjes y las galasCorso's
Galanterieën
Kramerij
Opschik
Parades
Pralerijen
Vertonen
que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
traído deMeegebracht van Tarazona, y ¡cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
!, Dorotea,
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
alNaar de
Naar het
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
fatigadaAfgebeuld
Afgejakkerd
de haberBezitting
Hebben
Zijn
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
la nocheAvond
Nacht
en claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
amasandoDeeg knedend
Knedend
el
panBrood
Mik
Pan
de la limosnaAalmoes, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tíoKerel
Oom
, niEn niet
Evenmin
Noch
se quejó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagde zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde over
suHaar
Hun
Uw
Zijn
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
,
niEn niet
Evenmin
Noch
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
en las bandasBanden
Benden
Bendes
Doeken
Draagbanden
Linten
Repen
Schouderbanden
Sjerpen
Strepen
Stroken
Wapenbalken
de mozas y mozosKnechten
Knechts
Kruiers
Pakjesdragers
Sjouwers
Witkielen
que pasabanZij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken
emperejilados por
susHaar
Hun
Uw
Zijn
puertasDeuren
Poorten
Portieren
, mientrasTerwijl ellaHaar
Ze
Zij
permanecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Ik bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
aburridaSaai
Verveeld
Vervelend
Vervelende
y solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.

Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
la hoche, que a la sobrinaNicht del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
tardarAchterblijven
Dralen
Duren
Lang over iets doen
Lang wegblijven
Nablijven
Talmen
Treuzelen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que
otrasAnder
Andere
Nog één
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
. Mosén Gil se metió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoeide zich met suHaar
Hun
Uw
Zijn
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
alNaar de
Naar het
toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
de oracionesBeden
Bedes
Oraties
Redes
Redevoeringen
Smeekbeden
Smeekbedes
Speechen
Speeches
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

de costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede
, y la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
encendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed het licht
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ontbranden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak het licht
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
la hogueraBrandstapel en la plazaPlein
Zitplaats
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin

debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten
el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
: Dorotea, entoncesDan
Dus
Toen
, aprovechandoBatend
Benuttend
Gebruik makend
Gebruik makend van
Gebruikend
Helpend
Profiterend
Van nut zijnd
el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tíoKerel
Oom
,
se adornóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze decoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sierde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versierde
apresuradamente conDoor
Met
Per
Samen met
los hermososFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed
, presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!
de las brujasBrugge
Heksen
,
púsose los pendientesAanhangig
Aanhangige
Bevertjes
Hangers
Hellingen
Oorbellen
Oorhangers
Oorringen
de filigranaFiligraan
Filigrein
Papiermerk
Teer vederkruid
Watermerk
de oroE175
Goud
Ik bid
, cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
piedrasHagels
Stenen
blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
y luminosasHel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klare
Licht
Lichte
Lichtgevend
Lichtgevende

semejabanZij/ze geleken
Zij/ze leken
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
frescasBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
mejillasKonen
Wangen
gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
de rocíoDauw
Ik bedruip
Ik begiet
Ik besprenkel
Ik besproei
Ik sprenkel
Ik sproei
sobre unBovenop een
Op een
melocotónPerzik
doradoAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakreel
Plevier
Pluvier
Verguld
Vergulde
, y, conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
zapatillasPantoffels
Slippers
Sloffen
de tafileteMarokijnleer
Saffiaanleer
y un anilloEen ring en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
dedoTeen
Vinger
, se dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich tot
alNaar de
Naar het

puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
en queWaarin los mozosKnechten
Knechts
Kruiers
Pakjesdragers
Sjouwers
Witkielen
y las mozas bailabanZij/ze dansten alNaar de
Naar het
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
del tamborilRinkelbom
Tamboereerraam
Tamboerijn
y las vihuelasVedels,
alNaar de
Naar het
resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
del fuegoVuur; cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen
rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood
, coronadasBekroond
Gekroond
de chispasSpranken
Vonken
de mil1000
Duizend

coloresKleuren, se levantabanZij/ze gingen staan
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze werden wakker
por cimaHoogtepunt
Kruin
Neus
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
de los tejadosDakconstructies
Daken
Kappen
Overkappingen
de las casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
 echt
Panden
Tehuizen
, arrojandoErin gooiend
Gooiend
Smijtend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend
a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg

las prolongadasGerekt
Verlengd
sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
de las chimeneasSchoorstenen
Schouwen
y la torreToren del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
. FigúrenseDenkt u zich in!
Stelt u zich voor!
Verbeeldt u zich!

ustedesGij
U
el efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
produciríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afwerpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou berokkenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opleveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou stichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou teweegbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou veroorzaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortbrengen
Ik zou aandoen
Ik zou aanrichten
Ik zou afwerpen
Ik zou berokkenen
Ik zou opbrengen
Ik zou opleveren
Ik zou stichten
Ik zou teweegbrengen
Ik zou veroorzaken
Ik zou voortbrengen
. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
rivalesConcurrenten
Mededingers
Rivalen
en hermosuraSchone vrouw
Schoonheid
, que
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
la habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
superadoOvertroffen
Overwonnen
Te boven gegaan
Te boven gekomen
Uitgeblonken
Uitgemunt
Voorbijgestreefd
en lujoLuxe
Pracht
Weelde
Weelderigheid
, quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
oscurecidasGesluierd
Omsluierd
Verduisterd
y arrinconadasIn een hoek gedreven
In een hoek gezet
; los
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se disputabanZij/ze bedilden
Zij/ze disputeerden
Zij/ze haarkloofden
Zij/ze keven
Zij/ze kiftten
Zij/ze krakeelden
Zij/ze maakten het lastig
Zij/ze maakten ruzie
Zij/ze muggenziftten
Zij/ze redetwistten
Zij/ze ruzieden
Zij/ze streden
Zij/ze streden voor
Zij/ze twistten
Zij/ze vitten
el honorEer
Hulde
de alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
, y las
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
se mordíanZij/ze beitsten
Zij/ze beten
Zij/ze hapten
Zij/ze knauwden
los labiosLippen de despecho. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
leHaar
Hem
Het
U
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
anunciadoAangediend
Aangekondigd
Bekend gemaakt
Geadverteerd
Geannonceerd
las
brujasBrugge
Heksen
, el triunfoIk heb succes
Ik zegevier
Triomf
Troef
Zege
Zegepraal
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vanidadDoelloosheid
Ijdelheid
Nutteloosheid
Vergeefsheid
Zelfgenoegzaamheid
Zelfvoldaanheid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
.

PasaronEr gingen voorbij
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken
las fiestasFeestdagen
Feesten
Festiviteiten
Fuiven
Partijen
del santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
, y anque Dorotea tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
cuidado deBehartigd
Bezorgd geweest
Gezorgd
Verzorgd
Zich bekommerd
Zorg gedragen

guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over
susHaar
Hun
Uw
Zijn
joyasBijouterieën
Juwelen
Kleinoden
Kleinodiën
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed
en el fondoEigenlijk
Strikt genomen
del arcaArk
Kist
Schrijn
, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
un mesMaand noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
en el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
asunto.

-Aangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
! ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
! -decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
susHaar
Hun
Uw
Zijn
feligresesGelovigen a Mosén Gil-: tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
a vuestraJullie
Uw
Van jullie

sobrinaNicht hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
un pimpollo de oroE175
Goud
Ik bid
. ¡QuéWat
Welke
lujoLuxe
Pracht
Weelde
Weelderigheid
! ¡QuiénWie habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de creer queDenken dat,
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
lo queDat wat
Wat
dais enJullie halen
Jullie raken
Jullie slaan in
Jullie teisteren
Jullie treffen
limosnasAalmoezen, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
osJe
Jullie
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
esosDie rumbosKoersen
Kompasstreken
Streken
Windstreken
!
PeroDoch
Echter
Maar
mosén Gil, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la bondadGoedheid mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
y que ni siquieraZelfs niet podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
figurarseZich indenken
Zich verbeelden
Zich voorstellen
la
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
de lo queDat wat
Wat
pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
, creyendo queDenkend dat queríanZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
embromarleBedotten
Beduvelen
Beetnemen
Om de tuin leiden
, aludiendo aZinspelend op la
pobrezaArmoede
Gebrek
y la humildadNederigheid en el vestirAankleden
Kleden
Omkleden
Staan
de Dorotea, impropiasIncorrect
Incorrecte
Ongepast
Ongepaste
Onjuist
Onjuiste
Verkeerd
Verkeerde
de la sobrinaNicht de un
curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
, personajeAanzienlijk persoon
Figuur
Personage
Persoon
de primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
en los pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen
, se limitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
Ik begrensde
Ik beknotte
Ik beperkte
Ik legde beperkingen op
 aan
a contestarAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden

sonriendoGlimlachend y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
la broma:

-Aardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts
¿QuéWat
Welke
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
? DondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
loDe
Hem
Het
U
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
, se luceBlink!
Glans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glanst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schittert
Schijn!
Schitter!
.

Las galasCorso's
Galanterieën
Kramerij
Opschik
Parades
Pralerijen
Vertonen
de Dorotea hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
entretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
suHaar
Hun
Uw
Zijn
efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
.

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
aquellaDat
Die
Diegene
nocheAvond
Nacht
en adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltaronZij/ze ontbraken
Zij/ze scheelden
Zij/ze waren absent
Zij/ze waren afwezig
enramadas en susHaar
Hun
Uw
Zijn

ventanasRamen
Vensters
, músicaMuziek en susHaar
Hun
Uw
Zijn
puertasDeuren
Poorten
Portieren
y rondadores en las esquinasBuitenhoeken
Hoeken
Straathoeken
. EstasDeze
Dezen
rondasJij/je beweegt je rondom
Ronden
Rondes
Rondgangen
,
estosDeze
Dezen
cantaresJij/je zal zingen y estosDeze
Dezen
ramosBoeketten
Ruikers
tuvieronZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
, y a los dosAlle twee de
Allebei
Beide
mesesMaanden

la sobrinaNicht del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
se casabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
conDoor
Met
Per
Samen met
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los mozosKnechten
Knechts
Kruiers
Pakjesdragers
Sjouwers
Witkielen
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
acomodadosAangepast
Bemiddeld
Bemiddelde
Bruikbaar
Bruikbare
Geaccommodeerd
Geadapteerd
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Gegoed
Gegoede
Gelegd
Gelegen gekomen
Gemakzuchtig
Gemakzuchtige
Gepast
Geplaatst
Geschikt
Geschikte
Gesitueerd
Gestationeerd
Gezeten
Rijk
Rijke
Vermogend
Vermogende
Verzoend
Welgesteld
Welgestelde
del
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
; el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
para queOpdat
Zodat
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
faltaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
triunfoIk heb succes
Ik zegevier
Triomf
Troef
Zege
Zegepraal
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la famosaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
nocheAvond
Nacht
en
que se presentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
en la hogueraBrandstapel, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
novioBeminde
Bruidegom
Galant
Geliefde
Jonggehuwde
Lief
Liefste
Verloofde
Vriend
de una de aquellasDie
Diegene
vecinasAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouwen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburig
Naburige

que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
la hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
rabiarBoos zijn
Boos zijn op
Kwaad zijn
Kwaad zijn op
Toornen
en otrasAnder
Andere
Nog één
ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
, sentándoseGaand zitten
Plaatsnemend
Zettend
Zich zettend
a coserAannaaien
Naaien
susHaar
Hun
Uw
Zijn

vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed
en el portalGaanderij
Portaal
Portiek
Stadspoort
Vestibule
Voorhal
Voorhuis
Zuilengalerij
Zuilengang
de la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
mosén Gil perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
aquellaDat
Die
Diegene

épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
el latínLatijn de susHaar
Hun
Uw
Zijn
exorcismos y el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
aspersiones.
Las brujasBrugge
Heksen
, conDoor
Met
Per
Samen met
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
y de susHaar
Hun
Uw
Zijn
feligresesGelovigen, tornaronZij/ze brachten in de
 oorspronkelijke staat terug
Zij/ze gaven terug
Zij/ze gingen terug
Zij/ze keerden terug
Zij/ze zonden terug
a
aposentarse en el castilloBurcht
Kasteel
Slot
; sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los ganadosBehaald
Gewonnen
Verdiend
cayeronZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer
plagasBezoekingen
Onheilen
Plagen
Slagen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
cuentoAnekdote
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Sprookje
Verhaal
; las
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
se veíanZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk
atacadasAangegrepen
Aangetast
Aangevallen
Geattaqueerd
Getackeld
de enfermedadesAandoeningen
Kwalen
Ziekten
Ziektes
incomprensiblesOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke
; los
niñosJongens
Kinderen
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
azotadosGegeseld
Gestriemd
Geteisterd
por las nochesAvonden
Nachten
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
cunasBakermatten
Geboorteplekken
Wiegen
, y los sábadosZaterdagen, después queNadat
la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
de la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
oírHoren
Vernemen
Verstaan
el toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
de ánimas, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
sonandoDe neus snuitend
Geluid makend
Klinkend
Neus snuitend

panderos, otrasAnder
Andere
Nog één
añafiles o castañuelasAardkastanjes
Castagnetten
Cypergrassen
Notengrassen
, y todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
a caballoBereden sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
escobasBezems
Vegers
,
los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de Trasmoz veíanZij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
una bandaBand
Bende
Doek
Draagband
Lint
Reep
Schouderband
Sjerp
Streep
Strook
Wapenbalk
de viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten
, espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
las
grullasKraanvogels, que iban aZij/ze gingen naar celebrarCelebreren
Opdragen
Vieren
susHaar
Hun
Uw
Zijn
endiablados ritosKerkgebruiken
Riten
Rites
Ritussen
a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
de los murosMuren y de
la ruinosaBouwvallig
Bouwvallige
Tot puin vervallen
Vervallen
atalayaUitkijktoren que coronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel
la cumbreBergtop
Kruin
del monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
.

Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
oírHoren
Vernemen
Verstaan
estaDeze
Dit
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
de conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
a la tíaTante
CascaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraakt (noot)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt (ei)
Kraak (noot)!
Pel (ei)!
, hermanaZus
Zuster
de la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
CascaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraakt (noot)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt (ei)
Kraak (noot)!
Pel (ei)!
famosaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
, cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
trágicoTragisch
Tragische
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
referidoBericht
Geciteerd
Gemeld
Genoemd
Gerefereerd
Verhaald
Verslag uitgebracht
Verslagen
Verteld
a
ustedesGij
U
, y vástago de la dinastíaDynastie
Koningshuis
Stamhuis
Vorstenhuis
de brujasBrugge
Heksen
de Trasmoz que comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
en la
sobrinaNicht de mosén Gil y acabaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afsluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beëindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal eindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verklungelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkwisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermorsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verspillen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voleindigen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se sabeMen weet cuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
niEn niet
Evenmin
Noch
dóndeWaar
Waarheen
. Por másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que, alNaar de
Naar het

decirOpgeven
Spreken
Zeggen
de los revolucionariosRevolutionair
Revolutionaire
furibundosDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
la horaTijd
Uur
finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
de las dinastíasDynastieën
Koningshuizen
Stamhuizen
Vorstenhuizen

secularesSeculier
Seculiere
Wereldlijk
Wereldlijke
Werelds
Wereldse
, éstaDeze
Dit
, a juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen
por el estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
en queWaarin se hallanZij/ze bevinden zich
Zij/ze vinden zich terug
Zij/ze zijn
los espíritusGeesten en el paísLand,
prometeBeloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt toe
Loof uit!
Verzeg!
Zeg toe!
prolongarseGerekt worden
Lang duren
Verlengd worden
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
teniendo en cuentaEr rekening mee houdend
Rekening houdend met
que la queDat
Die
Wie
Zij die
viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
en razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
avanzadaGeanticipeerd
Gevorderd
Voortbewogen
Vooruitgegaan
Vooruitgekomen
edadLeeftijd
Ouderdom
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
a decirseBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen
que la
hijaDochter despuntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stompt af
Maak bot!
Stomp af!
en el oficioAmbacht
Ambt
Baan
Beroep
Betrekking
Functie
Handwerk
Ik deel officieel mede
Ik doe dienst
Ik lees de mis
Ik officieer
Plaats
Stiel
Vak
Werkkring
y que una netezuela tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
indudablesOngetwijfeld
Ongetwijfelde
Ontwijfelbaar
Ontwijfelbare
disposicionesBepalingen
Beschikkingen
Geschiktheden
Gesteldheden
Wilsbeschikkingen
;
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
arraigadaGeworteld estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
estasDeze
Dezen
gentesVolken
Volkeren
la creenciaGeloof
Overtuiging
de que de una en otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
loDe
Hem
Het
U

vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
heredandoBeërvend
Ervend
. VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
es queDat komt omdat
Want
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
haberBezitting
Hebben
Zijn
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
antes deAlvorens te
Voor
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
,
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
aquíAlhier
Hier
en cuantoZodra a uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
leHaar
Hem
Het
U
rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omgeef met!
Omgeef!
Omring!
un noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
quéWat
Welke
de agreste, misteriosoOccult
Occulte
y
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
que impresionaBelicht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt indruk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Maak indruk op!
Stal uit!
Stel tentoon!
Zet uiteen!
profundamenteDiepgaand
Grondig
el ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
y loDe
Hem
Het
U
predispone a creer enGeloven in loDe
Hem
Het
U

sobre-natural.

De Me
Mij
puedoIk kan
Ik mag
asegurarlesAssureren
Betuigen
Bevestigen
Vastmaken
Vastzetten
Veilig stellen
Verstevigen
Verzekeren
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
podidoGekund
Gemogen
verBekijken
Kijken
Zien
a la actualAanwezig
Aanwezige
Actueel
Actuele
Eigentijds
Eigentijdse
Huidig
Huidige
Present
Presente
Tegenwoordig
Tegenwoordige
brujaHeks sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
un estremecimientoHuiveren
Huivering
Rillen
involuntarioGedwongen
Ongewenste
Onvrijwillig
Onvrijwillige
, como siAlsof, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, la coléricaBoos
Boze
Cholerisch
Cholerische
Driftig
Driftige
Giftig
Giftige
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien

que meMe
Mij
lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
, observandoBemerkend
Gadeslaand
Merkend
Observerend
Opmerkend
Toekijkend
Toeziend
Waarnemend
la curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
impertinenteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte
conDoor
Met
Per
Samen met
que espiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spioneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspiedde
Ik beloerde
Ik bespiedde
Ik bespioneerde
Ik spiedde
Ik spioneerde
Ik verspiedde
susHaar
Hun
Uw
Zijn

accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
, hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
podidoGekund
Gemogen
hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
. La viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
díasDagen
Etmalen
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

avanzadaGeanticipeerd
Gevorderd
Voortbewogen
Vooruitgegaan
Vooruitgekomen
la tardeDe middag, y por una especieAangelegenheid
Soort
de tragaluzDakraam
Patrijspoort
Ventilatieopening
, alNaar de
Naar het
que se alcanzaMen bereikt desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
un
pedrusco enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische
de los queWie
Zij die
sirven(Zij) dienen
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst
de cimientoIk fundeer y apoyoIk ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Steun
a las casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
 echt
Panden
Tehuizen
de
Trasmoz. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
, secaDor
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis!
, arrugadaGefrommeld
Gekreukeld
Gekreukt
Rimpelig
Rimpelige
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
querránZij/ze zullen beminnen
Zij/ze zullen houden van
Zij/ze zullen liefhebben
Zij/ze zullen willen
ustedesGij
U
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
, peroDoch
Echter
Maar
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs

tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
susHaar
Hun
Uw
Zijn
barbillasKinnen blancuzcas y suHaar
Hun
Uw
Zijn
narizNeus corvaGebogen
Knieboog
Knieholte
Krom
Kromme
, de rigorStijfheid en las brujasBrugge
Heksen
de todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

las consejasSprookjes.

Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
encogidaBang
Bange
Beschroomd
Beschroomde
Nauwer gemaakt
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuw
Schuwe
Vernederd
Verootmoedigd
Vreesachtig
Vreesachtige
y acurrucada juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
un sinnúmero de
trastos viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, pucherillos, cántarosKruiken
Waterkruiken
, marmitasKookpannen
Kookpotten
Pannen
Soepketels
y cacerolasBraadpannen
Degenkrabben
Kasserollen
Kastrollen
Pannen
Sauspannen
Steelpannen
de cobreKoperen, en las queWie
Zij die

la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de la llamaDe vlam parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
centuplicarse conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale
y fantásticosFantastisch
Fantastische
reflejosReflexen
Weerkaatsingen
Weerspiegelingen
.
AlNaar de
Naar het
calorHitte
Smoorhitte
Warmte
de la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur
hervíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sudderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was op het
 kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedde
Ik borrelde
Ik kookte
Ik sudderde
Ik was op het
 kookpunt
Ik ziedde
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
quéWat
Welke
en un cacharroKookpot
Voorwerp
, que de tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
en
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
removíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde
Ik roerde
Ik verwijderde
la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
conDoor
Met
Per
Samen met
una cucharaEetlepel
Lepel
Soeplepel
. Tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
un guisoGerecht
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot
de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
; peroDoch
Echter
Maar
impresionadoBelicht
Indruk gemaakt op
Onder de indruk
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgestald
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
, y presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
la relaciónBetrekking
Omgang
Opzicht
Relatie
Verband
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
que meMe
Mij

habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
antecesoras, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de recordarHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
, oyendoHorend
Vernemend
Verstaand
el
continuoAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende
hervidero del guisoGerecht
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot
, aquelDat
Die
pisto infernalHels
Helse
, aquellaDat
Die
Diegene
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de las brujasBrugge
Heksen
del Macbeth de Shakespeare.

CartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
novena9e
Negende
None


A la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
doñaMevrouw M. L. A.

ApreciablePrijzenswaardig
Prijzenswaardige
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
:

AlNaar de
Naar het
enviarleAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
una copiaAfdruk
Afdrukken
Afschrift
Boots na!
Druk af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bootst na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kopieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft over
Kopie
Kopieer!
Kopiëren
Maak na!
Nabootsen
Nabootsing
Namaaksel
Namaken
Overschrijven
Schrijf over!
exactaAccuraat
Accurate
Exact
Exacte
Getrouw
Getrouwe
Goed
Goede
Juist
Juiste
Nauwgezet
Nauwgezette
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Precies
Prompt
Prompte
Punctueel
Punctuele
Recht
Rechte
Stipt
Stipte
Trouw
Trouwe
Zorgvuldig
Zorgvuldige
, quizásMisschien la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que de ellaHaar
Ze
Zij
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
sacadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Behaald
Eruit gehaald
Gehaald
Gehaald uit
Gehaald van
Gehoosd
Geput
Geschept
Naar buiten gebracht
Ontleend
Te voorschijn gehaald
Uitgedaan
Uitgehaald
Uitgekregen
Uitgetrokken

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
hoyHeden
Vandaag
, prometí aIk beloofde aan ustedGij
U
referirleBerichten
Citeren
Melden
Noemen
Refereren
Verhalen
Verslaan
Verslag uitbrengen
Vertellen
la peregrina historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
de la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
, en honorEer
Hulde

de la cualWaarvan un príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
el monasterioKlooster, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
una de cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier

celdasCachotten
Cellen
Kerkers
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
misMi's
Mijn
cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten
anterioresVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
que, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
transmitidaOvergebracht
Overgedragen
Uitgezonden
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
nosotrosOns
We
Wij
por documentosAkten
Aktes
Bescheiden
Documenten
Papieren
Schrifturen
Stukken

de aquelDat
Die
sigloEeuw y testificada aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
por la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de un monumentoGedenkteken
Monument
materialGrondstof
Materiaal
Materieel
Materiële
,
prodigioWonder del arteKunst, elevadoBevorderd
Getild
Hoog
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
conmemoraciónJubileum, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
entregarlaAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afleveren
Bestellen
Bezorgen
Doorbrengen
Inleveren
Leveren
Overgeven
Overhandigen
Overleggen
Ter hand stellen
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijven
alNaar de
Naar het
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
y
severoBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware
análisisAnalyse
Analysen
Analyses
Ontbinding
Ontbindingen
Ontleding
Ontledingen
de la críticaAanmerking
Bedenkelijk
Bedenkelijke
Beoordeling
Kritiek
Kritisch
Kritische
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
filosóficaFilosofisch
Filosofische
, piedraHagel
Steen
de toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
a cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
se
sometenZij/ze knechten
Zij/ze onderwerpen
hoy díaTegenwoordig todas lasAlle verdadesWaarheden.

A esaDat
Die
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
críticaAanmerking
Bedenkelijk
Bedenkelijke
Beoordeling
Kritiek
Kritisch
Kritische
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
, que, alentadaAangemoedigd
Bemoedigd
Gestijfd
conDoor
Met
Per
Samen met
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
ruidososLuidruchtig
Luidruchtige
Rumoerig
Rumoerige
triunfosTriomfen
Troeven
Zegepralen
Zeges
,
comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
negandoLoochenend
Ontkennend
las tradicionesOverleveringen
Tradities
gloriosasGlorieus
Glorieuze
Klimlelies
y los héroesHelden
Heroën
nacionalesNationaal
Nationale
Vaderlands
Vaderlandse
, y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
por negarLoochenen
Ontkennen
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el carácterAard
Geaardheid
Karakter
divinoGoddelijk
Goddelijke
de JesúsJezus, ¿quéWat
Welke
conceptoBegrip
Concept
Denkbeeld
Gedachte
Idee
Mening
Oordeel
Opzicht
Spreuk
Vernuftig
Vernuftige
leHaar
Hem
Het
U
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen

merecerToekomen
Verdienen
Waard zijn
Waardig zijn
éstaDeze
Dit
, que desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
calificaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kwalificeren
Ik zou kwalificeren
de consejaSprookje de niñosJongens
Kinderen
?

YoEgo
Ik
escriboIk componeer
Ik schep
Ik schrijf
Ik schrijf neer
Ik schrijf uit
y dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
estasDeze
Dezen
desaliñadasVuil
Vuile
líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren
en letrasHandschriften
Karakters
Letteren
Letters
Liedteksten
Songteksten
de moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm
,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
la míaVan mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
leHaar
Hem
Het
U
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
entendermeAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan
; por lo demásOverigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, yoEgo
Ik

las escriboIk componeer
Ik schep
Ik schrijf
Ik schrijf neer
Ik schrijf uit
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ustedGij
U
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ustedGij
U
exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
que las delicadasDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde

floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
de la tradiciónOverlevering
Traditie
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
tocarlasAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beroeren
Gaan
Kleppen
Klinken
Overgaan
Raken
Slaan
Spelen
Toucheren
Uitvoeren
Voorspelen
la manoDe hand de la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
a éstaDeze
Dit
leHaar
Hem
Het
U

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
aspirarAmbiëren
Aspireren
Dingen naar
Inademen
Najagen
Nastreven
Snuiven
Stofzuigen
Streven naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
religiosoGelovig
Gelovige
Godsdienstig
Godsdienstige
Religieus
Religieuze
perfumeAroma
Aromatiseert u!
Boeket
Geur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aromatiseert
Ik aromatiseer
Odeur
Parfum
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
marchitarDoen verflensen
Doen verleppen
Doen verschieten
Doen verwelken
Ontzenuwen
Verzwakken
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
.

En el valleDal
Valle
Vallei
de Veruela, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
a una mediaEen kous horaTijd
Uur
de distanciaAfstand
Eind
End
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
monasterioKlooster, hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
, al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
de una largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
alamedaAlameda de chopos que se
extiendeBreid uit!
Geef af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Houd op!
Maak wijder!
Ontvouw!
Rek!
Smeer uit!
Spreid uit
Spreid uit!
Spreid!
Steek uit!
Strek uit!
Strek!
Verbreid!
Vergroot!
Verspreid!
por la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
del monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
, un gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid
pilarPijler
Steunpilaar
de argamasaMetselkalk
Mortel
Specie
y ladrilloBaksteen
Bouwsteen
Klinker
Steen
Stuk
Tichel
. En la
mitadHelft másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pilarPijler
Steunpilaar
, cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
de musgoMos
Spaans mos
, mercedGenade
Merced
a la continuadaAangehouden
Doorgegaan
Verder gegaan
Verder gegaan met
Vervolgd
Voortgegaan
Voortgezet

acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
de las lluviasRegens, y alNaar de
Naar het
que los añosJaren hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
prestadoGeleend
Uitgeleend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
colorKleur oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
eEn
indefinible, se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
una especieAangelegenheid
Soort
de nichoNiche
Nis
que en suHaar
Hun
Uw
Zijn
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
debióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
de contenerAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden
una
imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
, y sobre elOp de
Op het
cónicoConisch
Conische
capitelKapiteel que loDe
Hem
Het
U
remata(Het) werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Werk af!
Werk uit!
, el astaClaxon
Hoorn
Toeter
de hierroIjzeren de una cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje

cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
brazosArmen hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
desaparecidoVerdwenen
Vermiste
. AlNaar de
Naar het
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
crecen(Zij) groeien
Zij/ze gedijen
Zij/ze groeien
Zij/ze groeien aan
Zij/ze nemen toe
Zij/ze wassen
Zij/ze wassen aan
y exhalanZij/ze ademen uit
Zij/ze dampen uit
Zij/ze slaken
Zij/ze uiten
Zij/ze wasemen uit
un penetranteDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante
y
campesinoBoer
Boeren-
Landelijk
Landman
perfumeAroma
Aromatiseert u!
Boeket
Geur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aromatiseert
Ik aromatiseer
Odeur
Parfum
, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
una alfombraKarpet
Kleed
Tapijt
Vloerkleed
de menudasFijn
Fijne
Klein
Kleine
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
yerbasGrassen
Kruiden
, las aliagasGaspeldoorns
espinosasGedoornd
Gedoornde
y amarillasGeel
Gele
, los altosLos altos romerosRosmarijnen
Rozemarijnen
de floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
azulesAzuren
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuren
, y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
granGroot
Grote
porciónDeel
Gedeelte
Onderdeel
Part
Portie
Stuk
de
plantasEtages
Jij/je plant
Jij/je plant aan
Jij/je poot
Planten
Verdiepingen
Voetzolen
Zolen
olorosasGeurend
Geurig
Geurige
y saludablesGeneeskrachtig
Geneeskrachtige
Gezond
Gezonde
Heilzaam
Heilzame
. Un arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
cristalinaKristal- correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
conDoor
Met
Per
Samen met
un
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
apacibleAangenaam
Aangename
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
, medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
festónBloemslinger
Festoen
Feston
Guirlande
Schulp
Slingerkrans
de juncosBiezen
Kogelbiezen
Mattenbiezen
Russen
y liriosBaardirissen
Irissen
Lissen
blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte

que dibujaBeschrijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Schets!
Teken af!
Teken uit!
Teken!
Trek!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen
, y, en el veranoZomer, las ramasAfdelingen
Branches
Takken
de los chopos, agitadasGeagiteerd
Geroerd
Geschud
Opgehitst
Opgeruid
Opgestookt
Opgewonden
por el
aireLucht que continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend
soplaBlaas uit!
Blaas!
Geef in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waait
Inspireer!
Waai!
de la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
del Moncayo, dan aZij/ze zien uit op la vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
músicaMuziek y
sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
. LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
La AparecidaOpgedaagd
Opgedraafd
Te voorschijn gekomen
Uitgekomen
Verschenen
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
en élDaaraan
Erin
acontecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
, hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren

próximamenteBinnenkort
Circa
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
siete7
Zeven
siglosEeuwen, el sucesoBelangrijke gebeurtenis
Belevenis
Evenement
Feit
Gebeurde
Gebeurtenis
Voorgevallene
que dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong
a la fundaciónBaseren
Funderen
Gronden
Grondvesten
Stichten
Stichting
Vestigen
del
célebreAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
monasterioKlooster de la OrdenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
del Cister, conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
conDoor
Met
Per
Samen met
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de Santa
María de Veruela.

RefiereBericht!
Breng verslag uit!
Citeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bericht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt verslag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze citeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze refereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Meld!
Noem!
Refereer!
Verhaal!
Versla!
Vertel!
un antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
códice, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tradiciónOverlevering
Traditie
constanteAanhoudend
Aanhoudende
Bestendig
Bestendige
Constant
Constante
en el paísLand, que,
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, de haberBezitting
Hebben
Zijn
renunciado aAfgestapt van
Afgezien van
la coronaHet kroonwiel que leHaar
Hem
Het
U
ofrecieronZij/ze boden
Zij/ze boden aan
Zij/ze boden te koop
 aan
Zij/ze droegen voor
Zij/ze loofden uit
Zij/ze sloegen voor
Zij/ze stelden voor
los aragoneses, a
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
de ocurridaAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de DonDe heer
Meneer
Alonso, en la desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige
empresaBedrijf
Industrie
Onderneming
de
Fraga, DonDe heer
Meneer
PedroPeter
Petrus
AtaresJij/je zal aansluiten
Jij/je zal binden
Jij/je zal knopen
Jij/je zal strikken
Jij/je zal vastbinden
Jij/je zal vastmaken
Jij/je zal verbinden
, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
poderososAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
magnatesMagnaten de aquellaDat
Die
Diegene

épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
, se retiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
 de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug
alNaar de
Naar het
castilloBurcht
Kasteel
Slot
de Borja, del que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, y dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
en compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
de
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
lealesBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
servidoresServers, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten
de las continuasAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende


inquietudesBeduchtheden
Bezorgdheden
Ongerustheden
, de las luchasJij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je worstelt
palaciegas y del batallarKampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten
de los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden
, decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor

pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
díasDagen
Etmalen
entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven
alNaar de
Naar het
ejercicioBeoefening
Boekjaar
Drillen
Oefenen
Oefening
Uitoefenen
Uitoefening
de la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
, ocupaciónBezetting
Bezigheid
Emplooi
favoritaFavoriet
de aquellosDie
Diegene
rudosGrimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Scherp
Scherpe
y valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
, que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hallabanZij/ze bevonden
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la
pazPaz
Vrede
en lo queDat wat
Wat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
propiamenteEigenlijk se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
simulacro eEn imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
de la guerraKrijg
Oorlog
.

El valleDal
Valle
Vallei
en queWaarin está situadoBen gelegen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
el monasterioKlooster, que dista tres3
Drie
leguas escasasGering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame

de la ciudadPlaats
Stad
de Borja, y la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
del Moncayo, que pertenece aBehoor toe!
Behoor tot!
Behoor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
AragónAragon
Aragón
, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

entoncesDan
Dus
Toen
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
dilatadoGedaan uitzetten señoríoAmbacht
Domaniaal systeem
Domeinstelsel
Heerlijkheid
Hofstelsel
Mansus-systeem
; y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
que de los pueblecillos
que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se venMen ziet
Zij/ze bezoeken elkaar
Zij/ze blijken
Zij/ze laten zich zien
Zij/ze ontmoeten elkaar
Zij/ze zijn duidelijk
salpicadosBespat
Besprenkeld
Bestrooid
aquíAlhier
Hier
y alláDaar por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las quiebrasBankroeten
Faillieten
Faillissementen
Jij/je breekt
Jij/je breekt af
Jij/je breekt door
Jij/je breekt stuk
Jij/je schendt
Jij/je verbreekt
Krachs
del terrenoGebied
Terrein
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

existíanZij/ze bestonden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que las atalayasUitkijktorens y algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
miserablesBeroerd
Beroerde
Ellendelingen
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
casucas, abrigoBescherming
Beschutting
Beveiliging
Ik behoed
Ik bescherm
Ik beschut
Jas
Mantel
Overjas
de
pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers
, que las tierrasAardbodems
Aardrijken
Bodems
Gronden
Landen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
roturado, niEn niet
Evenmin
Noch
las crecientesHalvemanen
Maansikkels
Sikkels
necesidadesBehoeften
Behoeftes
Noden
Noodzaken

de la poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
alNaar de
Naar het
golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
del hachaBijl
Hakbijl
los añosísimos árbolesBomen
Masten

que loDe
Hem
Het
U
cubríanZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe
, el valleDal
Valle
Vallei
de Veruela, conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
bosquesBossen
Wouden
de encinasEikenhouten
Steeneiken
y carrascas
secularesSeculier
Seculiere
Wereldlijk
Wereldlijke
Werelds
Wereldse
, y susHaar
Hun
Uw
Zijn
intrincados laberintosDoolhoven
Labyrinten
Warnetten
de vegetaciónBegroeiing
Groeien
Plantenwereld
Vegetatie
Vegeteren
virgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere
y lozana, ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor

seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
abrigoBescherming
Beschutting
Beveiliging
Ik behoed
Ik bescherm
Ik beschut
Jas
Mantel
Overjas
a los ciervosHerten y jabalíesEvers
Everzwijnen
Wilde zwijnen
, que vagabanZij/ze doolden
Zij/ze doolden rond
Zij/ze drentelden
Zij/ze dwaalden
Zij/ze dwaalden rond
Zij/ze flaneerden
Zij/ze hingen rond
Zij/ze kuierden
Zij/ze slenterden
Zij/ze waarden
Zij/ze zwierven
por aquellasDie
Diegene
soledadesEenzaamheden
Verlatenheden
en
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
prodigiosoWonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
.

AcontecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
que, habiendoHebbend
Zijnd
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Borja, rodeadoBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
de
susHaar
Hun
Uw
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
hábilesBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Bevoegd
Bevoegde
Geoefend
Geoefende
Gerechtigd
Gerechtigde
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige
ballesterosKruisboogschutters, susHaar
Hun
Uw
Zijn
pajesHelpers van de drie
 koningen
Pages
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojeadores, a recorrerAfleggen
Aflopen
Bereizen
Doorgaan
Doorreizen
Doortrekken
Gaan door
Rondreizen
estaDeze
Dit
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de
susHaar
Hun
Uw
Zijn
dominios, en buscaOp zoek de la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
en queWaarin eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
, sobrevino la
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
sin queZonder dat, cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
extraordinariaBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon
, dadasAangegeven
Gegeven
Opgebracht
Toegebracht
Toegekend
Verleend
las condicionesBepalingen
Conditie
Condities
Conditiën
Jij/je conditioneert
Omstandigheden
Voorwaarden
del
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
, encontrasenZij/ze bevonden
Zij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
piezaBonk
Brok
Eindje
Homp
Schaakstuk
Stuk
Stukje
que llevar aMeenemen naar
Meenemen voor
la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
de la jornadaWerkdag comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

trofeoTrofee
Zegepalm
Zegeteken
de la expediciónAfzenden
Expeditie
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
.

Dábase a todos losAlle diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels
DonDe heer
Meneer
PedroPeter
Petrus
AtaresJij/je zal aansluiten
Jij/je zal binden
Jij/je zal knopen
Jij/je zal strikken
Jij/je zal vastbinden
Jij/je zal vastmaken
Jij/je zal verbinden
, y, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
suHaar
Hun
Uw
Zijn
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve

prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
, jurabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een eed
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer
Ik bezwoer
Ik legde een eed
 af
Ik vloekte
Ik zwoer
y perjuraba que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de colgarHangen
Ophangen
Opknopen
de una encinaEikenhout
Steeneik
a los
cazadoresJacht- furtivosStiekem
Stiekeme
, causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
, de la incomprensibleOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke
escasezSchaarste de resesBruten que
por vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
notabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Ik bemerkte
Ik merkte
Ik merkte op
Ik noteerde
Ik schreef op
Ik stelde te boek
Ik tekende aan
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
cotosBrulapen
Donderpadden
; los perrosHonden
Rekels
Reuen
gruñíanZij/ze gromden
Zij/ze knorden
cansadosAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
de
permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
horasTijden
Uren
ociososDoelloos
Doelloze
atadosAangesloten
Bosjes
Gebonden
Geknoopt
Gestrikt
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden
a la traílla; los ojeadores roncosHees
Hese
Rauw
Rauwe
Schor
Schorre
de
vocearSchreeuwen en baldeEmmer
Wijnemmer
, volvían aZij/ze gingen terug naar
Zij/ze keerden terug naar
Zij/ze kwamen terug naar
reunirse aZich aanmelden voor
Zich voegen bij
los mohínosAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
ballesterosKruisboogschutters, y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se
disponíanZij/ze beschikten
Zij/ze beschikten over
Zij/ze bevalen
Zij/ze disponeerden
Zij/ze maakten klaar
Zij/ze plaatsten
Zij/ze rangschikten
Zij/ze voltooiden
a tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
del castilloBurcht
Kasteel
Slot
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
de loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
del carrascal
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que la nocheAvond
Nacht
cerraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Ik deed dicht
Ik deed op slot
Ik deed toe
Ik maakte dicht
Ik sloot
Ik sloot af
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
oscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
y tormentosaStormachtig
Stormachtige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
auguraban las
nubesWolken suspendidasAfgeslagen
Afgewezen
Geannuleerd
Geannuleerde
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Onderbroken
Vervallen
Verworpen
sobre laOp de
Op het
cumbreBergtop
Kruin
del vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
Moncayo, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
de repenteIneens
Opeens
Plotseling

una cierva, que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
haberBezitting
Hebben
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
oyendoHorend
Vernemend
Verstaand
la conversaciónConversatie
Gesprek
de los
cazadoresJacht-, ocultaClandestien
Clandestiene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Occult
Occulte
Ontveins!
Verberg!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verheel!
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verschuil!
Verstop!
Verstopt
Verstopte
por el follaje, salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las matasBosjes
Heesters
Jij/je brengt om
Jij/je doodt
Jij/je maakt dood
Jij/je slacht
Jij/je slacht af
Kreupelbosjes
Mastiekbomen
Stelen
Stengels
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cercanasAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
, y,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
burlándoseBespottend
Gekscherend
Honend
Schertsend
Spottend
Uitlachend
de ellosHen
Ze
Zij
, desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ir aGaan naar perderseVerdolen
Verdwalen
Verloren gaan
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el
laberintoDoolhof
Labyrint
Warnet
Wirwar
del monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
aquéllaDat
Die
seguramenteBeslist
Vast
Zeker
la horaTijd
Uur
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a propósitoTussen haakjes
À propos
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

darleGeef het cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid
del crepúsculoHalfdonker
Schemer
Schemerdonker
Schemering
, aumentadaAangegroeid
Aangewakkerd
Gedaan toenemen
Gegroeid
Gestegen
Sterker geworden
Toegenomen
Vergroot
Verhoogd
Vermeerderd
por la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
de las
nubesWolken que poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
entoldando el cieloHemel
Lucht
, se hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men maakte
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
densaCompact
Compacte
Dicht
Dicht opeen
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
;
peroDoch
Echter
Maar
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Borja, a quienDie
Wie
desesperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wanhoopte
Ik wanhoopte
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de volverseOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
conDoor
Met
Per
Samen met
las manosDe handen
vacíasAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Jij/je giet
Jij/je giet af
Jij/je haalt uit
Jij/je holt uit
Jij/je ledigt
Jij/je leegt
Jij/je lenst
Jij/je licht
Jij/je ruimt
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
excursiónExcursie
Tocht
Toer
Trip
Uitstapje
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
en las observacionesInachtnemingen
Observaties
Opmerkingen
Waarnemingen
de los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

experimentadosBeleefd
Doorgemaakt
Ervaren
Geëxperimenteerd
Ondervonden
, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
apresuradamente la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de arrancarAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
seguimientoAchtervolging
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Resulteren
Uitkomen
Volgen
Voortkomen
Voortspruiten
Voortvloeien
Voortzetten
,
y, mandandoAanvoerend
Bevelend
Commanderend
Gelastend
Het bevel voerend
Sommerend
Verordenend
Voorschrijvend
a los ojeadores por un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
y a los ballesterosKruisboogschutters por otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a
bridaBreidel
Teugel
Toom
sueltaBekwaam
Bekwame
Driest
Drieste
Enkel
Enkele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Laat los!
Licht
Lichte
Los
Losbandig
Losbandige
Losgelaten
Losgemaakt
Loslaten
Losmaken
Losse
Maak los!
Ongedwongen
Ongegeneerd
Ongegeneerde
Ruim
Ruime
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Uiteengevallen
Vaardig
Vaardige
Vlug
Vlugge
Vrij
Vrije
y seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtaan
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
pajesHelpers van de drie
 koningen
Pages
, a quienesDie
Personen
Wie
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
rezagadosAchterblijvend
Achterblijvende
Achterblijvers
Vertraagd
Vertraagde
en la furiaFurie
Wraakgodin

de suHaar
Hun
Uw
Zijn
carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la imprudenteOnvoorzichtig
Onvoorzichtige
resBruut
Re's
Stuk vee
que de aquelDat
Die
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
haberBezitting
Hebben
Zijn
venidoGekomen
Meegekomen
a
burlárseleBespotten
Gekscheren
Honen
Schertsen
Spotten
Uitlachen
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
barbasBaarden
Jij/je krijgt een baard
Jij/je schiet wortel
Kinnen
.

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
suponerAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen
, la cierva se perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwaalde
en loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
intrincado del
monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
, y a la media horaEen half uur
Halfuur
de correrHardlopen
Hollen
Racen
Rennen
Snellen
Sprinten
Stromen
en buscaOp zoek suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, cada cualEen ieder
Elkeen
Iedereen
en una direcciónEen stuurversnelling
diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
donDe heer
Meneer
PedroPeter
Petrus
AtaresJij/je zal aansluiten
Jij/je zal binden
Jij/je zal knopen
Jij/je zal strikken
Jij/je zal vastbinden
Jij/je zal vastmaken
Jij/je zal verbinden
, que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
conocedoresDeskundigen
Kenners
de terrenoGebied
Terrein
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
comitivaAanhang
Gevolg
Optocht
Processie
Stoet
, se encontraronZij/ze bevonden zich
Zij/ze kwamen elkaar tegen
Zij/ze maakten het
Zij/ze troffen elkaar
Zij/ze waren gesteld

perdidosGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
en la espesuraDikte. En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
intervaloAd interim
Interval
Tussenpoos
Tussenruimte
Tussentijd
cerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
la nocheAvond
Nacht
, y la tormentaDonderbui
Noodweer
Onweer
Storm
Stormwind
, que
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la tardeDe middag se estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
amasandoDeeg knedend
Knedend
en la cumbreBergtop
Kruin
del Moncayo, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan

a descenderAfdalen
Afstammen
Dalen
Naar beneden gaan
Neerdalen
Uitstappen
Zinken
lentamenteLangzaam por la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
y a tronarBulderen
Daveren
Donderen
y a relampaguearBliksemen
Flikkeren
Flitsen
, cruzandoDoorkruisend
Kruisend
Overstekend
las

llanurasPrairies
Prairiën
Vlakken
Vlakten
Vlaktes
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un majestuosoIndrukwekkend
Indrukwekkende
Majestueus
Majestueuze
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige
Verheven
paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
 wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg
. Los queWie
Zij die
las hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
presenciadoAanwezig geweest bij
Bijgewoond
Getuige geweest van
Tegenwoordig geweest bij
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend

figurarseZich indenken
Zich verbeelden
Zich voorstellen
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
de las repentinasPlotseling
Plotselinge
tempestadesNoodweren
Stormen
Stormwinden
que estallanZij/ze barsten
Zij/ze barsten open
Zij/ze barsten uit
Zij/ze bersten
Zij/ze bersten open
Zij/ze ontploffen
Zij/ze scheuren
Zij/ze springen
a
aquellaDat
Die
Diegene
alturaHoogte
Verhevenheid
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
los truenosBoomligusters
Donders
Ligusters
, repercutidos por las concavidadesHolheden de las
peñasGezelschappen
Kringen
, las ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige
exhalacionesUitademingen, atraídasAangehaald
Aangelokt
Aangetrokken
Bekoord
Gelokt
Getrokken
Toegelachen
Verlekkerd
por la frondosidadLommerrijkheid de los árbolesBomen
Masten
, y
el espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
turbión de granizoHagel congeladoBevriezen
Bevroren
Diepgevroren
Diepvriezen
Ingevroren
Invriezen
por las corrientesCorrientes
Courant
Courante
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Lopend
Lopende
Luchtstromen
Normaal
Normale
Stromen
Stromend
Stromende
Stromingen
Tochten
Vloeiend
Vloeiende
de aireLucht fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
eEn
impetuosoHeftig
Heftige
Onstuimig
Onstuimige
Vurig
Vurige
, sobrecogen el ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de hacernosAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
creer queDenken dat los
montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons
se desquicianZij/ze raken in verwarring
Zij/ze worden uit de
 hengsels gelicht
, que la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar abrirseBeginnen
De rij openen
Open gaan
Openen
debajo deBeneden
Onder
los piesPoten
Voeten
, o que el
cieloHemel
Lucht
, que cada vezElke keer
Steeds
Telkens
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
pesadoAfgewogen
Afwegen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Lastpost
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Vervelend persoon
Wegen
Zwaar
Zwaar geweest
Zware
, nos(Aan) ons
Ons
oprimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kropt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropt
Krop op!
Onderdruk!
Verdring!
Verdruk!
Verkrop!
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
conDoor
Met
Per
Samen met

una capaEen laag de plomoLood. DonDe heer
Meneer
PedroPeter
Petrus
AtaresJij/je zal aansluiten
Jij/je zal binden
Jij/je zal knopen
Jij/je zal strikken
Jij/je zal vastbinden
Jij/je zal vastmaken
Jij/je zal verbinden
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
y perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
en aquellasDie
Diegene
inmensasInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid

soledadesEenzaamheden
Verlatenheden
, conocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
imprudenciaOnvoorzichtigheid y en vanoTevergeefs se esforzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
reunirConcentreren
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Stapelen
Verenigen
Verzamelen
en
tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
dispersaAfgescheiden
Afgezonderd
Gescheiden
Geschift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt kleurschifting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Kleurschifting veroorzaakt
Scheid af!
Scheid!
Schift!
Veroorzaak kleurschifting!
Zonder af!
comitivaAanhang
Gevolg
Optocht
Processie
Stoet
; el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de la tempestadNoodweer
Storm
Stormwind
Verschrikkelijk weer
que cada vezElke keer
Steeds
Telkens
se
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
, ahogabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstikte
Ik onderdrukte
Ik sloeg neer
Ik smoorde
Ik verdronk
Ik verkropte
Ik verstikte
susHaar
Hun
Uw
Zijn
vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
.

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
esforzadoZich ingespannen y valerosoStoutmoedig
Stoutmoedige
, comenzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan
a desfallecerBezwijken
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la perspectivaDoorkijk
Perspectief
Prospect
Verschiet
Vooruitzicht
de una nocheAvond
Nacht
eternaEeuwig
Eeuwige
, perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
en aquellasDie
Diegene
soledadesEenzaamheden
Verlatenheden
y
expuestoBelicht
Blootgelegd
Blootgesteld
Geriskeerd
Gewaagd
Geëtaleerd
Geëxposeerd
Kans gelopen
Op het spel gezet
Risico gelopen
Tentoongespreid
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgekraamd
Uitgestald
Verklaard
alNaar de
Naar het
furorBestseller
Furore
de los desencadenadosOntketend elementosBeginselen
Beginsels
Bestanddelen
Elementen
; yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
suHaar
Hun
Uw
Zijn
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
cabalgaduraLastdier
Rijdier
,
aterrorizadaGeterroriseerd
Schrik aangejaagd
Verschrikt
y medrosaAngstig
Angstige
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Kopschuw
Kopschuwe
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaard
Vervaarde
Vreesachtig
Vreesachtige
, se negabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde om a proseguirDoorgaan adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
, inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

clavadaGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde
en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
, dirigiendoAdresserend
Besturend
Chaufferend
Dirigerend
Mennend
Richtend
Rijdend
Sturend
Vervoerend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
, dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
escaparOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen

involuntariamante de susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen una piadosaDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom
oraciónBede
Oratie
Rede
Redevoering
Smeekbede
Speech
a la VirgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere
, a quienDie
Wie
el
cristianoChristelijk
Christelijke
Christen
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
costumbte de invocarAanroepen
Roepen
en los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
duros5-pesetamunten
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
trancesTrances de la
guerraKrijg
Oorlog
, y que en másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de una ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->