-YoEgo
Ik -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, peroDoch
Echter
Maar séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! decirOpgeven
Spreken
Zeggen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats el maloBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten;
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit! de lo cualDat wat
Hetgeen
Wat quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil que sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u! vuesa mercedGenade
Merced, miMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer donDe heer
Meneer Álvaro Tarfe,
que en todos losAlle díasDagen
Etmalen de miMi
Mijn vidaHachje
Leven noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden en ZaragozaZaragoza; antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, por habermeBezitting
Hebben
Zijn
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que eseDat
Die don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote fantásticoFantastisch
Fantastische se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand halladoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Gezien
Ontmoet
Waargenomen en las justasAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Steekspelen
Toernooien desa ciudadPlaats
Stad,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou yoEgo
Ik entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan en ellaHaar
Ze
Zij, por sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken a las barbasBaarden
Jij/je krijgt een baard
Jij/je schiet wortel
Kinnen del mundoAardrijk
Wereld suHaar
Hun
Uw
Zijn mentiraLeugen
Onwaarheid; y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig,
me paséIk bracht door
Ik ging heel ver
weg in ruimtelijke zin
Ik ging te ver
in figuurlijke zin de claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere a BarcelonaBarcelona, archivoArchief
Ik archiveer de la cortesíaBeleefdheid
Compliment
Hoffelijkheid
Plichtpleging
Welgemanierdheid
Wellevendheid, albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg de los
estranjeros, hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis de los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele, patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland de los valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige, venganzaWraak de los
ofendidosBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt y correspondenciaAangaan
Briefwisseling
Correspondentie
Corresponderen
Overeenkomen
Passen grataGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome de firmesBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Jij/je onderschrijft
Jij/je ondertekent
Jij/je tekent
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Vast
Vaste
Veilig
Veilige amistadesVriendschappen, y, en sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website y en bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid,
únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke. Y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al los sucesosBelevenissen
Evenementen
Feiten
Gebeurden
Gebeurtenissen
Voorgevallenen que en ellaHaar
Ze
Zij meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak,
sinoDoch
Echter
Maar de muchaVeel
Vele
Zeer
Zere pesadumbre, los llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te ellaHaar
Ze
Zij, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend por haberlaHet te hebben vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta.
FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer donDe heer
Meneer Álvaro Tarfe, yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote de la ManchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!, el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
que dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt la famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eseDat
Die desventurado que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle usurparKraken
Overweldigen
Usurperen
Zich meester maken van miMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam y
honrarseEren
Huldigen
Vereren conDoor
Met
Per
Samen met misMi's
Mijn pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes. A vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced suplicoIk smeek
Ik smeek af, por lo queDat wat
Wat debe aBen verschuldigd aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd aan serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring anteSuède
Ten overstaan van
Voor el alcaldeBurgemeester
Burgervader
Dorpsburgemeester desteJij/je brengt op
Jij/je brengt toe
Jij/je geeft
Jij/je geeft aan
Jij/je kent toe
Jij/je verleent lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel, de
que vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta en todos losAlle díasDagen
Etmalen de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs agora, y de
que yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats el don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote impresoDrukwerk en la segunda2e
Tweede parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde, niEn niet
Evenmin
Noch esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind Sancho PanzaBuik
Pens
miMi
Mijn escuderoSchildknaap esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats aquélDat
Die que vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced conocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist.
-EsoDat
Die
Zulks haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren yoEgo
Ik de muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win! -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk donDe heer
Meneer Álvaro-, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl causeBerokkent u!
Brengt u teweeg!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Ik berokken
Ik breng teweeg
Ik doe
Ik doe aan
Ik laat
Ik laat doen
Ik maak
Ik richt aan
Ik sticht
Ik veroorzaak
Laat u doen!
Laat u!
Maakt u!
Richt u aan!
Sticht u!
Veroorzaakt u!
admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering verBekijken
Kijken
Zien dos2
Do's
Twee
Tweede donDe heer
Meneer Quijotes y dos2
Do's
Twee
Tweede Sanchos a un mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer conformesAdequaat
Adequate
Berustend geduldig
Bijpassend
Bijpassende
Conform
Conforme
Eensluidend
Eensluidende
Fiats
Fiatten
Gelijkluidend
Gelijkluidende
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Goedkeuringen
Jij/je bent gelijkvormig
Jij/je bent het eens
Jij/je komt overeen
Jij/je maakt gelijkvormig
Jij/je stemt overeen
Jij/je vormt
Mee eens
Overeenkomstig
Overeenkomstige
Overeenstemmend
Overeenstemmende
Passend
Passende
Van een zelfde mening
en los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende en las accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten; y vuelvo aIk ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar decirOpgeven
Spreken
Zeggen y meMe
Mij afirmoIk betuig
Ik bevestig
Ik beweer
Ik stel
Ik verzeker que
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta lo queDat wat
Wat heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta, niEn niet
Evenmin
Noch haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pasado porGehaald door míMe
Mij lo queDat wat
Wat haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere.
-Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei Sancho-que vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten encantadoAangenaam
Afgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Graag
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals miMi
Mijn
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe Dulcinea del TobosoDulcinea van toboso, y pluguieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht que estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was suHaar
Hun
Uw
Zijn desencantoOntgoocheling de
vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced en darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één tres3
Drie mil1000
Duizend y tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals me doyIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta por ellaHaar
Ze
Zij, que
yoEgo
Ik meMe
Mij los dieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere.
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan esoDat
Die
Zulks de azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei donDe heer
Meneer Álvaro.
Y Sancho leHaar
Hem
Het
U respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig de contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen, peroDoch
Echter
Maar que élHem
Hij se loDe
Hem
Het
U contaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aftellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou berekenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou calculeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou neertellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rekenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrekenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorlezen
Ik zou aftellen
Ik zou berekenen
Ik zou calculeren
Ik zou debiteren
Ik zou neertellen
Ik zou rekenen
Ik zou tellen
Ik zou uitrekenen
Ik zou verhalen
Ik zou vertellen
Ik zou voorlezen siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
acasoToeval
Toevalligheid iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren un mesmo caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.
Llegóse(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef en estoDeze
Dit la horaTijd
Uur de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten; comieronZij/ze aten
Zij/ze bikten
Zij/ze gebruikten
Zij/ze gebruikten het middagmaal
Zij/ze lunchten
Zij/ze nuttigden
Zij/ze vraten juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote y donDe heer
Meneer Álvaro.
EntróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in acasoToeval
Toevalligheid el alcaldeBurgemeester
Burgervader
Dorpsburgemeester del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam en el mesónHerberg
Logement
Meson, conDoor
Met
Per
Samen met un escribanoKlerk
Schrijver, anteSuède
Ten overstaan van
Voor el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
alcaldeBurgemeester
Burgervader
Dorpsburgemeester pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, por una peticiónAanvraag
Aanvragen
Aanzoek
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Petitie
Rekest
Verlangen
Verzoek
Verzoeken
Verzoekschrift
Vraag
Vragen, de que a suHaar
Hun
Uw
Zijn derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse conveníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof een schikking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens
Ik betaamde
Ik kwam gelegen
Ik kwam overeen
Ik kwam uit
Ik paste
Ik schikte
Ik sprak af
Ik trof een schikking
Ik voegde
Ik was het eens de que
donDe heer
Meneer Álvaro Tarfe, aquelDat
Die caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estaba presenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde bij
Ik was aanwezig
Ik was aanwezig bij
Ik woonde bij, declaraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Ik bekende
Ik betuigde
Ik declareerde
Ik erkende
Ik gaf aan
Ik gaf toe
Ik legde een verklaring
af
Ik verklaarde anteSuède
Ten overstaan van
Voor suHaar
Hun
Uw
Zijn
mercedGenade
Merced comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende a don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote de la ManchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!, que asimismoEvenzo
Ook
Op dezelfde wijze estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!, y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was aquélDat
Die que andabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging
Ik ging te voet
Ik ging voort
Ik legde af
Ik liep
Ik nam deel aan
Ik wandelde (snel)
Ik werkte impresoDrukwerk en una historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal intitulada:
Segunda2e
Tweede parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote de la ManchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!, compuestaBijeengevoegd
Composiet
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samengesteldbloemige por un talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke de AvellanedaAvellaneda,
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve de TordesillasTordesillas. FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, el alcaldeBurgemeester
Burgervader
Dorpsburgemeester proveyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevoorraadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proviandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag van jurídicamente; la
declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd conDoor
Met
Per
Samen met todas lasAlle fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden que en talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke casosCasus
Casussen
Gevallen
Naamvallen
Zaken debíanZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
te
Zij/ze waren verschuldigd hacerseMaken
Raken
Worden, conDoor
Met
Per
Samen met
lo queDat wat
Wat quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote y Sancho muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke, como siAlsof lesHen
Hun
U importaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van belang
Ik bedroeg
Ik beliep
Ik deed ter zake
Ik importeerde
Ik maakte uit
Ik voerde in
Ik was erg
Ik was van belang muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank mostraraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik liet zien
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere la diferenciaBen het oneens!
Differentieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze differentieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het oneens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verschil tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Maak verschil tussen!
Onderscheid
Onderscheid!
Verander!
Verschil de los dosAlle twee de
Allebei
Beide donDe heer
Meneer Quijotes
y la de los dosAlle twee de
Allebei
Beide Sanchos susHaar
Hun
Uw
Zijn obrasBoekwerken
Geschriften
Jij/je ageert
Jij/je bent bezig
Jij/je doet
Jij/je gaat te werk
Jij/je gaat voort
Jij/je handelt
Jij/je treedt op
Jij/je werkt
Kunstwerken
Oeuvres
Opera
Opussen
Pennenvruchten
Werken
Werkzaamheden y susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden. MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere de cortesíasBeleefdheden
Complimenten
Hoffelijkheden
Plichtplegingen
Welgemanierdheden
Wellevendheden y
ofrecimientosAanbiedingen
Biedingen
Offers
Opofferingen
Optredens
Presentaties
Uitvoeringen
Voorslagen
Voorstellen
Voorstellingen pasaronEr gingen voorbij
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen donDe heer
Meneer Álvaro y don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, en las cualesDe welken
Wie
Zij die mostróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit el
granGroot
Grote manchegoManchego
Van la mancha suHaar
Hun
Uw
Zijn discreciónBescheidenheid
Discretie
Stilzwijgen
Stilzwijgendheid, de modo queZodat desengañó a donDe heer
Meneer Álvaro Tarfe del errorAbuis
Afwijking
Dwaling
Fout
Vergissing
Verschil
en queWaarin estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat; el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond a entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan que debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten encantadoAangenaam
Afgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Graag
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
tocabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan
Ik beroerde
Ik ging
Ik ging over
Ik klepte
Ik klonk
Ik kwam aan
Ik raakte
Ik raakte aan
Ik roerde aan
Ik sloeg
Ik speelde
Ik speelde voor
Ik toucheerde
Ik voerde uit
Ik zat aan conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand dos2
Do's
Twee
Tweede tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer contrariosNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendelen
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenstanders donDe heer
Meneer Quijotes.
Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef la tardeDe middag, partiéronse de aquelDat
Die lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel, y a obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid de mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! legua se apartabanZij/ze gingen uit de
weg
Zij/ze scheidden
Zij/ze trokken zich terug
Zij/ze verwijderden zich
dos2
Do's
Twee
Tweede caminosBanen
Routen
Routes
Wegen diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende, el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één que guiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees de weg
Ik geleidde
Ik leidde
Ik leidde rond
Ik wees de weg a la aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, y el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
el queDat
Die
Hij die
Wie habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had de llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen donDe heer
Meneer Álvaro. En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim leHaar
Hem
Het
U contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote la
desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval de suHaar
Hun
Uw
Zijn vencimientoAfloop
Eind
Einde
Eindigen
End
Slot
Uiteinde y el encantoBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Gratie
Ik bekoor
Ik ben dol op
Ik charmeer
Ik vind geweldig
Ik vind prachtig y el remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie de DulcineaDulcinea, que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
en nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering a donDe heer
Meneer Álvaro, el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat, abrazandoOmarmend
Omhelzend
Omvademend a don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote y a Sancho,
siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort suHaar
Hun
Uw
Zijn caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg, y don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote el suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u, que aquellaDat
Die
Diegene nocheAvond
Nacht la pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
árbolesBomen
Masten, por dar lugar aAandoen
Aanrichten
Beleggen
Houden
Stichten
Teweegbrengen
Uitschrijven
Veroorzaken Sancho de cumplirGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen suHaar
Hun
Uw
Zijn penitenciaBoete
Penitentie, que la cumplióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe del
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze que la pasadaAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere nocheAvond
Nacht, a costaKust
Kustlijn
Zeekust de las cortezasBasten
Boomschorsen
Doppen
Schalen
Schillen
Schorsen de las hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt, hartoIk erger
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Zat
Zatte másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que de susHaar
Hun
Uw
Zijn espaldasRuggen, que las guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudieranZij/ze konden
Zij/ze mochten quitarAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen los azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert una
moscaVlieg, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al la tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had encimaBovendien
Er bovenop.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde el engañadoBedot
Bedrogen
Beduveld
Beetgenomen
Gesmokkeld
Misleid
Om de tuin geleid
Verlakt don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot de la cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen, y hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag que conDoor
Met
Per
Samen met
los de la nocheAvond
Nacht pasadaAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was tres3
Drie mil1000
Duizend y veinte20
Twintig y nueve9
Negen. Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had madrugadoVroeg opgestaan
el solSol
Zon a verEens kijken
Even kijken el sacrificioGevaarlijke operatie
Misoffer
Offer
Offerande
Opoffering, conDoor
Met
Per
Samen met cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting volvieron aZij/ze gingen terug naar
Zij/ze keerden terug naar
Zij/ze kwamen terug naar proseguirDoorgaan suHaar
Hun
Uw
Zijn caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg,
tratandoAansprekend
Bejegenend
Beredenerend
Betitelend
Handel drijvend
Handelend
Handelend over
Hanterend
In handen hebbend
In orde makend
Omgaand met
Pogend
Proberend
Trachtend
Uiteenzettend
Uitmakend
Uitscheldend
Verzorgend entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los dosAlle twee de
Allebei
Beide del engañoBedotten
Bedriegen
Bedriegerij
Bedrog
Beduvelen
Beetnemen
Ik bedot
Ik bedrieg
Ik beduvel
Ik leid om de
tuin
Ik misleid
Ik neem beet
Ik smokkel
Ik verlak
Misleiden
Misleiding
Smokkelen
Verlakken
Zinsbegoocheling de donDe heer
Meneer Álvaro y de cuánHoe bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart acordadoGeaccordeerd
Gestemd
Goedgevonden
Herinnerd aan
Het eens geweest
Overeengekomen
Toegegeven
Toegestemd
Verzoend
Weldoordacht
Weldoordachte
Weloverwogen habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten suHaar
Hun
Uw
Zijn declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring anteSuède
Ten overstaan van
Voor la justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid, y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer auténticamente.
AquelDat
Die díaDag
Etmaal y aquellaDat
Die
Diegene nocheAvond
Nacht caminaronZij/ze liepen
Zij/ze schreden
Zij/ze stapten
Zij/ze traden
Zij/ze wandelden sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te sucederlesAfkomen
Afstammen
Erven van
Gebeuren
Geschieden
Opvolgen
Overkomen
Volgen op
Voorvallen cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak dignaWaardig
Waardige de contarseAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was que en ellaHaar
Ze
Zij acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit Sancho suHaar
Hun
Uw
Zijn tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak, de que quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
sobremodo, y esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit el díaDag
Etmaal, por verBekijken
Kijken
Zien siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg topabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds desencantada a
DulcineaDulcinea suHaar
Hun
Uw
Zijn señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe; y, siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend suHaar
Hun
Uw
Zijn caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank topabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon ningunaGeen enkel
Geen enkele que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was Dulcinea del TobosoDulcinea van toboso, teniendoBijhoudend
Erop nahoudend
Hebbend
Houdend
Vasthoudend por infalibleOnfeilbaar
Onfeilbare noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen mentirLiegen las
promesasBeloften
Beloftes
Toezeggingen
Uitlovingen de MerlínBindtouw
Marlijn.
ConDoor
Met
Per
Samen met estosDeze
Dezen pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes y deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten subieronZij/ze beklommen
Zij/ze bestegen
Zij/ze brachten naar boven
Zij/ze droegen naar boven
Zij/ze gingen naar boven
Zij/ze gingen omhoog
Zij/ze gingen op
Zij/ze klommen
Zij/ze kwamen op
Zij/ze rezen
Zij/ze stapten in
Zij/ze stapten in de
trein
Zij/ze stegen
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze wiesen una cuesta arribaBergopwaarts, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
descubrieronZij/ze ontdekten
Zij/ze vonden uit
Zij/ze vorsten uit suHaar
Hun
Uw
Zijn aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die, vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht de Sancho, se hincóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knielde neer de rodillasKnieën y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
-AbreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open! los ojosKijkers
Ogen, deseadaBegeerd
Geambieerd
Geaspireerd
Gedongen naar
Gehaakt naar
Gehunkerd
Gesmacht
Gesmacht naar
Gesnakt naar
Gestreefd naar
Gewenst
Nagejaagd
Nagestreefd
Trek gehad in
Verkozen
Verlangd patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland, y miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! que vuelve aGa terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Keer terug naar!
Kom terug naar!
Weer tiJe
Jou Sancho PanzaBuik
Pens, tuJe
Jouw hijoKind
Zoon, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende, muy bienBest
Heel goed
Prima azotadoGegeseld
Gestriemd
Geteisterd. AbreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open! los brazosArmen y recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer! tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook tuJe
Jouw hijoKind
Zoon donDe heer
Meneer
QuijoteDon quichot
Don quichotte, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen de los brazosArmen ajenosAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde, viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee vencedorOverwinnaar
Overwinnend
Overwinnende de sí mismoZichzelf;
que, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals élHem
Hij meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere vencimientoAfloop
Eind
Einde
Eindigen
End
Slot
Uiteinde que desearseAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt. DinerosGelden
Poenen
llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert meMe
Mij dabanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter me ibaIk ging af
Ik ging weg
Ik vertrok
Ik verwijderde me.
-DéjateGeef je over!
Verwaarloos je!
Wijd je aan iets!
Word terneergeslagen! desas sandecesDwaasheden -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote, y vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen conDoor
Met
Per
Samen met pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse a entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan en
nuestroOns
Onze
Van ons lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin daremosWij zullen geven
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen geven
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen toebrengen
Wij/we zullen toekennen
Wij/we zullen verlenen vadoDoorwaadbare plaats
Voorde
Wed a nuestrasOnze
Van ons imaginacionesFantasieën
Imaginaties
Verbeeldingskrachten, y la trazaAfdruk
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Schrap af!
Schrijf voor!
Spoor
Teken af!
Trek!
Voetspoor
Wijs aan! que en la
pastoralHerderlijk
Herderlijke
Herders-
Pastoraat vidaHachje
Leven pensamosWij/we dachten
Wij/we denken ejercitarDrillen
Oefenen.
ConDoor
Met
Per
Samen met estoDeze
Dit, bajaron deZij/ze haalden van la cuesta(Het) kost
Glooiing
Helling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt iets moeilijk
Kost!
Vind iets moeilijk! y se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich a suHaar
Hun
Uw
Zijn puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam.
CapítuloChapiter
Hoofdstuk
Kapittel LXXIII. De los agüerosVoorboden
Voorbodes
Voortekenen
Voortekens que tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote alNaar de
Naar het entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan de suHaar
Hun
Uw
Zijn aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek, conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één sucesosBelevenissen
Evenementen
Feiten
Gebeurden
Gebeurtenissen
Voorgevallenen que adornanZij/ze decoreren
Zij/ze dossen uit
Zij/ze sieren
Zij/ze sieren op
Zij/ze tooien
Zij/ze versieren y acreditanZij/ze accrediteren
Zij/ze crediteren
Zij/ze houden te goed
Zij/ze verschaffen krediet estaDeze
Dit grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
A la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht del cualWaarvan, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt Cide Hamete, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote que en las erasDelen
Dorsvloeren
Era's
Jaartellingen
Jij/je gebeurde
Jij/je had plaats
Jij/je vond plaats
Jij/je was
Tijdrekeningen
del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten riñendoKiftend
Kijvend
Krakelend
Ruzie makend
Ruziënd dos2
Do's
Twee
Tweede mochachos, y el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één:
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank te cansesJij/je wordt moe Periquillo, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt de verBekijken
Kijken
Zien en todos losAlle díasDagen
Etmalen de tuJe
Jouw vidaHachje
Leven.
OyóloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, y dijo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen Sancho:
-¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank adviertesJij/je bemerkt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je neemt waar
Jij/je waarschuwt, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, lo queDat wat
Wat aquelDat
Die mochacho haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk: ''no la hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt de verBekijken
Kijken
Zien en
todos losAlle díasDagen
Etmalen de tuJe
Jouw vida''?
-Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, ¿quéWat
Welke importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in! -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk Sancho- que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk esoDat
Die
Zulks el mochacho?
-¿QuéWat
Welke? -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vees túGe
Gij
Je
Jij que, aplicandoAanwendend
Doorvoerend
In toepassing brengend
Toepassend aquellaDat
Die
Diegene palabraBewoording
Woord a miMi
Mijn
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin, quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! significarBeduiden
Betekenen
Staan voor que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast de verBekijken
Kijken
Zien másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus a DulcineaDulcinea?
QueríaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou responderAansprakelijk zijn
Antwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Reageren
Verantwoordelijk zijn
Verantwoorden Sancho, cuandoAls
Tijdens
Wanneer se loDe
Hem
Het
U estorbóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoorde verBekijken
Kijken
Zien que por aquellaDat
Die
Diegene campañaActie
Campagne
Veldtocht
veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee huyendoOntsnappend
Vluchtend
Weglopend una liebreHaas, seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere galgos y cazadoresJacht-, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die,
temerosaAngstaanjagend
Angstaanjagende
Angstig
Angstige
Angstwekkend
Angstwekkende
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beangstigend
Beangstigende
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaarlijk
Vervaarlijke
Vreesachtig
Vreesachtige, se vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn a recogerAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen y a agazaparGrijpen
Pakken debajo deBeneden
Onder los piesPoten
Voeten del rucio. CogiólaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Sancho a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei salvaBehoud!
Behouden
Berg!
Geborgen
Gered
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Red!
Salvo y presentóselaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen a don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
-Malum signum! Malum signum! LiebreHaas huyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Loop weg!
Ontsnap!
Vlucht!, galgos la siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort: ¡DulcineaDulcinea noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!!
-Estraño esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats vuesa mercedGenade
Merced -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei Sancho-. PresupongamosLaten we begroten
Laten we ramen
Laten we vooronderstellen
Wij/we begroten
Wij/we ramen
Wij/we vooronderstellen que estaDeze
Dit liebreHaas esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Dulcinea del TobosoDulcinea van toboso y estosDeze
Dezen galgos que la persiguenZij/ze achtervolgen
Zij/ze jagen na
Zij/ze vervolgen sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn los malandrines
encantadoresBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Duivelskunstenaars
Heksenmeesters
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Tovenaars
Tovenaren
Toveraars
Toveraren
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke que la transformaronZij/ze deden van gedrag
veranderen
Zij/ze herschiepen
Zij/ze veranderden
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vervormden
Zij/ze zetten om en labradora: ellaHaar
Ze
Zij huyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Loop weg!
Ontsnap!
Vlucht!, yoEgo
Ik la cojoHinkend
Hinkende
Ik bemachtig
Ik ga halen
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik haal
Ik neem
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak beet
Ik pak ik neem
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Ik vat
Ik vat aan
Kreupel
Kreupele
Mank
Manke y la pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
en poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen de vuesa mercedGenade
Merced, que la tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast en susHaar
Hun
Uw
Zijn brazosArmen y la regalaGeef cadeau!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft cadeau
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Schenk!: ¿quéWat
Welke malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
señalSein
Signaal
Spoor
Teken esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats éstaDeze
Dit, niEn niet
Evenmin
Noch quéWat
Welke malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte agüeroVoorbode
Voorteken se puedeMen kan tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten de aquíAlhier
Hier?
Los dosAlle twee de
Allebei
Beide mochachos de la pendencia se llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven a verEens kijken
Even kijken la liebreHaas, y alNaar de
Naar het uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één dellosDel
Nabla
Van de
Van het
preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg Sancho que por quéWaarom reñíanZij/ze keven
Zij/ze kiftten
Zij/ze krakeelden
Zij/ze maakten ruzie
Zij/ze ruzieden. Y fueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was respondidoAansprakelijk geweest
Beantwoord
Geantwoord
Geantwoord op
Gereageerd
Verantwoord
Verantwoordelijk geweest por el queDat
Die
Hij die
Wie habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
''no la verásJe zult zien
Jij/je zal bekijken
Jij/je zal kijken
Jij/je zal zien másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tuJe
Jouw vida'', que élHem
Hij habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één mochacho una
jaulaKooi de grillosKrekels, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht volvérselaOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven. SacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af Sancho
cuatro4
Vier cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen de la faltriquera y dióselos alNaar de
Naar het mochacho por la jaulaKooi, y púsosela
en las manosDe handen a don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
-He aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, rompidos y desbaratadosBelemmerd
Belet
Doorgebracht
Doorgeslagen
Geraaskald
In de war gebracht
Op de vlucht gedreven
Te gronde gericht
Verdelgd
Verhinderd
Verijdeld
Verkwist
Vernield
Vernietigd
Verspild estosDeze
Dezen agüerosVoorboden
Voorbodes
Voortekenen
Voortekens, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienen queZij/ze behoren
Zij/ze dienen
Zij/ze horen
Zij/ze moeten verBekijken
Kijken
Zien
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus conDoor
Met
Per
Samen met nuestrosOnze
Van ons sucesosBelevenissen
Evenementen
Feiten
Gebeurden
Gebeurtenissen
Voorgevallenen, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals que yoEgo
Ik imaginoIk bedenk
Ik stel me voor
Ik verbeeld me
Ik vermoed, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al tontoDom
Domme
Domoor
Dwaas, que conDoor
Met
Per
Samen met las nubesWolken
de antañoEertijds
Voorheen
Vroeger. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me acuerdoIk denk terug
Ik herdenk
Ik herinner me malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan decirOpgeven
Spreken
Zeggen alNaar de
Naar het curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger de nuestroOns
Onze
Van ons puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam que
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit personasMensen
Personages
Personen cristianasChristelijk
Christelijke niEn niet
Evenmin
Noch discretasBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien en estasDeze
Dezen niñerías; y aunKattenklauw
Nog
Zelfs vuesa
mercedGenade
Merced mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve meMe
Mij loDe
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei los díasDagen
Etmalen pasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, dándomeGebeurend
Groeiend
Me gewonnen gevend
Me overgevend
Me voordoend
Ontstaand
Voorkomend a entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan que eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren tontosDom
Domme
Domoren
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquellosDie
Diegene cristianosChristelijk
Christelijke
Christenen que mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
op
Zij/ze zagen toe en agüerosVoorboden
Voorbodes
Voortekenen
Voortekens. Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats menesterNodig hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
hincapiéSteken
Zetten en estoDeze
Dit, sinoDoch
Echter
Maar pasemosLaten we aangeven
Laten we aanreiken
Laten we doorbrengen
Laten we doorlaten
Laten we gebeuren
Laten we inhalen
Laten we langsgaan
Laten we langskomen
Laten we omkomen
Laten we overgaan
Laten we overkomen
Laten we oversteken
Laten we passeren
Laten we verdrijven
Laten we vergaan
Laten we verlopen
Laten we verstrijken
Laten we voorbijgaan
Wij/we brengen door
Wij/we gaan langs
Wij/we gaan over
Wij/we gaan voorbij
Wij/we gebeuren
Wij/we geven aan
Wij/we halen in
Wij/we komen langs
Wij/we komen om
Wij/we laten door
Wij/we overkomen
Wij/we passeren
Wij/we reiken aan
Wij/we steken over
Wij/we verdrijven
Wij/we vergaan
Wij/we verlopen
Wij/we verstrijken adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit! y entremosLaten we binnengaan
Laten we binnenkomen
Laten we binnenlopen
Laten we binnenrijden
Laten we ingaan
Laten we inkomen
Laten we inrijden
Laten we naar binnen
gaan
Wij/we gaan binnen
Wij/we gaan in
Wij/we gaan naar binnen
Wij/we komen binnen
Wij/we komen in
Wij/we lopen binnen
Wij/we rijden binnen
Wij/we rijden in en nuestraOns
Onze
Van ons aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek.
LlegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven los cazadoresJacht-, pidieronZij/ze bedelden
Zij/ze bestelden
Zij/ze riepen in
Zij/ze verlangden
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vraagden om
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan
Zij/ze vroegen om suHaar
Hun
Uw
Zijn liebreHaas, y diósela don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote; pasaronEr gingen voorbij
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken
adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!, y, a la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, toparonZij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan en un pradecillo rezandoBiddend alNaar de
Naar het curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger y
alNaar de
Naar het bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat Carrasco. Y es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit saberKennen
Smaken
Weten que Sancho PanzaBuik
Pens habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had echadoAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Aankondigen
Beginnen
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Gooien
Ingeschonken
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Opleggen
Opvoeren
Schatten
Smijten
Springen
Storten
Strooien
Tanken
Toegevoegd
Uiten
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastgemaakt
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen sobre elOp de
Op het
rucio y sobre elOp de
Op het líoIk rol
Verwarring de las armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens, para queOpdat
Zodat sirvieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst de reposteroBehang
Wandtapijt, la túnicaTunica
Tuniek de
bocacíDril
Pilo, pintadaAfgeschilderd
Beschilderd
Beschilderde
Geschilderd
Geverfd
Helmparelhoen
Parelhoen
Uitgeschilderd de llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren de fuegoVuur que leHaar
Hem
Het
U vistieronZij/ze kleedden
Zij/ze kleedden aan
Zij/ze omkleedden
Zij/ze stonden en el castilloBurcht
Kasteel
Slot del duqueHertog la
nocheAvond
Nacht que volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte en síJa
Jawel
Wel
Zich Altisidora. AcomodóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accommodeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adapteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze situeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stationeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoende tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la coroza en la cabezaHoofd
Kop
Krop, que
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws transformaciónEnergieomzetting
Gedaanteverandering
Gedaanteverwisseling
Herscheppen
Omzetten
Transformatie
Veranderen
Verandering
Vermaken
Vervormen y adornoGarnering
Garnituur
Ik decoreer
Ik dos uit
Ik sier
Ik sier op
Ik tooi
Ik versier
Sieraad
Stelletje
Versiering
Versiersel conDoor
Met
Per
Samen met que se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk jamásNimmer
Nooit jumento en el
mundoAardrijk
Wereld.
Fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo conocidosAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Bekenden
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennisgemaakt
Kennissen
Relaties
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde los dosAlle twee de
Allebei
Beide del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger y del bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat, que se vinieronZij/ze kwamen
Zij/ze kwamen mee a ellosHen
Ze
Zij
conDoor
Met
Per
Samen met los brazosArmen abiertosBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige. ApeóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed afstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote y abrazólosHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde estrechamenteNauw; y los
mochachos, que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn lincesLossen
Lynxen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank escusados, divisaronZij/ze bespeurden
Zij/ze merkten op
Zij/ze onderkenden
Zij/ze onderscheidden la coroza del jumento y
acudieron aZij/ze deden een beroep
op verleBekijken
Kijken
Zien, y decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één:
-VenidKom mee!
Kom!, mochachos, y veréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien el asnoEzel de Sancho PanzaBuik
Pens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus galánKnappe jonge man que Mingo, y la
bestiaBeest
Dier de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus flacaMager
Magere hoyHeden
Vandaag que el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke díaDag
Etmaal.
FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, rodeadosBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan de mochachos y acompañadosBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger y del bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat,
entraronZij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar binnen
Zij/ze kwamen binnen
Zij/ze kwamen in
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze reden binnen
Zij/ze reden in en el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, y se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich a casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, y hallaronZij/ze bevonden
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen a la puertaDeur
Poort
Portier
dellaDel
Nabla
Van de
Van het alNaar de
Naar het amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! y a suHaar
Hun
Uw
Zijn sobrinaNicht, a quienDie
Wie yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven las nuevasNieuw
Nieuwe de suHaar
Hun
Uw
Zijn venidaGekomen
Komen
Meegekomen
Meekomen.
NiEn niet
Evenmin
Noch másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus niEn niet
Evenmin
Noch menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd se las habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren dado aUitgezien op Teresa PanzaBuik
Pens, mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de Sancho, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die,
desgreñadaMet verwarde haren y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling desnudaBloot
Blote
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkleedt
Kleed uit!
Naakt
Naakte
Onbedekt
Onbedekte
Onopgesmukt
Onopgesmukte
Ontkleed!, trayendo deMeebrengend van la manoDe hand a Sanchica, suHaar
Hun
Uw
Zijn hijaDochter, acudió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een beroep
op
verBekijken
Kijken
Zien a suHaar
Hun
Uw
Zijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man; y, viéndole noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart adeliñado comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij se pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht que
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten un gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, leHaar
Hem
Het
U dijo:
-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je venísJullie komen
Jullie komen mee asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, maridoEchtgenoot
Gemaal
Man míoMijne
Van mij, que meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que venísJullie komen
Jullie komen mee a pieLopend
Te voet y despeado, y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
traéisJullie bezorgen
Jullie brengen
Jullie brengen aan
Jullie brengen mee
Jullie dragen aan
Jullie nemen mee semejanzaEvenbeeld
Gelijkenis
Overeenkomst de desgobernado que de gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende?
-CallaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Verzwijg!
Zwijg!, Teresa -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk Sancho-, que muchasVeel
Vele
Zeer
Zere vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand estacasHeipalen
Palen
Staken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
tocinos, y vámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen a nuestraOns
Onze
Van ons casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, que alláDaar oirásJij/je zal horen
Jij/je zal vernemen
Jij/je zal verstaan maravillasGoudsbloemen
Jij/je doet bewondering opwekken
Tuingoudsbloemen
Wonderen. DinerosGelden
Poenen traigoIk bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee,
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!, ganadosBehaald
Gewonnen
Verdiend por miMi
Mijn industriaBedrijf
Industrie
Nijverheid y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade de nadieNiemands.
-TraedBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Neem mee! vosGe
Gij
Je
Jij dineroGeld
Poen, miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maridoEchtgenoot
Gemaal
Man -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei Teresa-, y seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn ganadosBehaald
Gewonnen
Verdiend por aquíAlhier
Hier o por
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, que, comoquiera que los hayáisJullie hebben
Jullie zijn ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habréisJullie zullen hebben
Jullie zullen zijn hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet usanzaGebruik
Gewoonte nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws en el
mundoAardrijk
Wereld.
AbrazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde Sanchica a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader, y preguntóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat, que leHaar
Hem
Het
U estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! de mayoBloeimaand
Mei; y, asiéndole de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant del cintoOmsloten, y suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de la manoDe hand,
tirandoGooiend
Omverwerpend
Paffend
Schietend
Trekkend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend
Vurend
Weggooiend suHaar
Hun
Uw
Zijn hijaDochter alNaar de
Naar het rucio, se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich a suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van a don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote en la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u,
en poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen de suHaar
Hun
Uw
Zijn sobrinaNicht y de suHaar
Hun
Uw
Zijn amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!, y en compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger y del bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat.
Don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen niEn niet
Evenmin
Noch horasTijden
Uren, en aquelDat
Die mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot se apartóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit de
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich a
solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten conDoor
Met
Per
Samen met el bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat y el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, y en brevesBeknopt
Beknopte
Kort
Korte razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden lesHen
Hun
U contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde suHaar
Hun
Uw
Zijn vencimientoAfloop
Eind
Einde
Eindigen
End
Slot
Uiteinde,
y la obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting en queWaarin habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de suHaar
Hun
Uw
Zijn aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek en un añoJaar, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over al pie de la letraLetterlijk, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te traspasarlaDoorgeven
Overbrengen en un átomoAtoom, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter andanteAndante, obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht por la puntualidadPunctualiteit y ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde de la andanteAndante caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij,
y que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast pensadoGedacht de hacerseMaken
Raken
Worden aquelDat
Die añoJaar pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger, y entretenerseAmuseren
Onderhouden
Opvrolijken
Vermaken en la soledadEenzaamheid
Verlatenheid de
los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin a rienda sueltaOngeremd podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen vadoDoorwaadbare plaats
Voorde
Wed a susHaar
Hun
Uw
Zijn amorososLiefdes- pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes,
ejercitándose en el pastoralHerderlijk
Herderlijke
Herders-
Pastoraat y virtuosoBraaf
Brave
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Virtuoos ejercicioBeoefening
Boekjaar
Drillen
Oefenen
Oefening
Uitoefenen
Uitoefening; y que lesHen
Hun
U suplicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af
Ik smeekte
Ik smeekte af, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten impedidosBelet
Geblokkeerd
Verhinderd
Verhoed
Voorkomen en negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus importantesBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware,
quisiesenZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn susHaar
Hun
Uw
Zijn compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten; que élHem
Hij compraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aankopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanschaffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou boodschappen doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inkopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overnemen
Ik zou aankopen
Ik zou aanschaffen
Ik zou afnemen
Ik zou boodschappen doen
Ik zou inkopen
Ik zou kopen
Ik zou overnemen ovejasOoien
Schapen
Schapen (vrouwelijk) y ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen suficienteVoldoende que
lesHen
Hun
U dieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers; y que lesHen
Hun
U hacía saberHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigde
Ik deelde mede
Ik deelde mee
Ik kondigde aan
Ik maakte bekend
Ik stelde in kennis
Ik verwittigde que loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste de
aquelDat
Die negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl lesHen
Hun
U teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast puestosAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambten
Banen
Betrekkingen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkramen
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaatsen
Posten
Stalletjes
Stands
Wachtposten
Werkkringen los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen, que lesHen
Hun
U
vendríanZij/ze zouden komen
Zij/ze zouden meekomen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm. Díjole el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger que los dijeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei. RespondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote que
élHem
Hij se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand de llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor el pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger Quijotiz; y el bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat, el pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger Carrascón; y
el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, el pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger Curambro; y Sancho PanzaBuik
Pens, el pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger Pancino.
Pasmáronse todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle de verBekijken
Kijken
Zien la nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws locuraWaanzin de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote; peroDoch
Echter
Maar, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se lesHen
Hun
U
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam a susHaar
Hun
Uw
Zijn caballeríasCavaleries
Paardenvolken
Paardenvolkeren
Ruiterijen
Wisselruiterijen, esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op que en aquelDat
Die añoJaar podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn curadoBehandeld
Belegen
Gecureerd
Genezen
Oud
Oude, concedieronZij/ze kenden toe
Zij/ze verschaften conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin, y aprobaronZij/ze beaamden
Zij/ze billijkten
Zij/ze keurden goed
Zij/ze stemden toe por discretaBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige suHaar
Hun
Uw
Zijn
locuraWaanzin, ofreciéndosele por compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten en suHaar
Hun
Uw
Zijn ejercicioBeoefening
Boekjaar
Drillen
Oefenen
Oefening
Uitoefenen
Uitoefening.
-Y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei SansónSimson Carrasco-, que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el mundoAardrijk
Wereld sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!, yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
celebérrimo poetaDichter y a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan compondréIk zal bijeenvoegen
Ik zal componeren
Ik zal ineenzetten
Ik zal rijmen
Ik zal samenstellen
Ik zal zetten versosDichtregels
Rijmregels
Versregels
Verzen pastoriles, o cortesanos, o
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus meMe
Mij viniereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meekomen
Ik zal komen
Ik zal meekomen a cuentoAnekdote
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Sprookje
Verhaal, para queOpdat
Zodat nos(Aan) ons
Ons entretengamosLaten we amuseren
Laten we onderhouden
Laten we opvrolijken
Laten we vermaken
Wij/we amuseren
Wij/we onderhouden
Wij/we vermaken
Wij/we vrolijken op por esosDie andurriales
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin habemos de andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken; y lo queDat wat
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats menesterNodig, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren míosVan mij, es queDat komt omdat
Want cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
escojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Ik kies
Ik kies uit
Ik lees uit
Ik pik uit
Ik selecteer
Ik verkies
Ik zoek uit
Kiest u uit!
Kiest u!
Leest u uit!
Pikt u uit!
Selecteert u!
Verkiest u!
Zoekt u uit! el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de la pastoraHerderin que piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt celebrarCelebreren
Opdragen
Vieren en susHaar
Hun
Uw
Zijn versosDichtregels
Rijmregels
Versregels
Verzen, y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
dejemosLaten we achterlaten
Laten we in de
steek laten
Laten we laten
Laten we laten begaan
Laten we laten schieten
Laten we legateren
Laten we lenen
Laten we loslaten
Laten we nalaten
Laten we opleveren
Laten we overlaten
Laten we toestaan
Laten we toevertrouwen
Laten we verlaten
Laten we vermaken
Laten we verzuimen
Laten we zich verlaten
van
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leveren op
Wij/we staan toe
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimen árbolBoom
Mast, por duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la retule y grabeGraveert u!
Grift u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt op
Ik graveer
Ik grif
Ik neem op
Neemt u op! suHaar
Hun
Uw
Zijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede y costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede de los enamoradosHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers.
-EsoDat
Die
Zulks estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! de moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl yoEgo
Ik estoy libreIk ben vacant
Ik sta open
Ik vaceer de buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de pastoraHerderin fingidaGedaan alsof
Gefingeerd
Gesimuleerd
Geveinsd
Voorgegeven
Voorgewend, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds la sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te parDuo
Een paar vormend
Even
Koppel
Paar
Span
Stel
Stelletje
Tweetal Dulcinea del TobosoDulcinea van toboso, gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
de estasDeze
Dezen riberasOevers, adornoGarnering
Garnituur
Ik decoreer
Ik dos uit
Ik sier
Ik sier op
Ik tooi
Ik versier
Sieraad
Stelletje
Versiering
Versiersel de estosDeze
Dezen pradosBeemden
Weidegronden
Weiden
Weides
Weien
Weilanden, sustentoOndersteuning de la hermosuraSchone vrouw
Schoonheid, nataCrème
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Puikje
Room
Slagroom de los
donaires, y, finalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! quienDie
Wie puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt asentarNeerzetten
Stevig staan
Vestigen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle alabanzaLofuiting
Loven
Prijzen
Roemen,
por hipérboleHyperbool que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt.
-AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger-, peroDoch
Echter
Maar nosotrosOns
We
Wij buscaremosWij/we zullen afhalen
Wij/we zullen gaan halen
Wij/we zullen halen
Wij/we zullen ophalen
Wij/we zullen opzoeken
Wij/we zullen snorren
Wij/we zullen uitkijken
Wij/we zullen uitzien
Wij/we zullen zoeken por ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds pastorasHerderinnen
mañeruelas, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos(Aan) ons
Ons cuadraren, nos(Aan) ons
Ons esquinen.
A lo queDat wat
Wat añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe SansónSimson Carrasco:
-Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer faltarenZij/ze zullen absent zijn
Zij/ze zullen afwezig zijn
Zij/ze zullen ontbreken
Zij/ze zullen schelen, darémosles los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen de las estampadasAfgedrukt
Bedrukt
Bedrukte
Gedrukt
Geprint eEn impresasAfgedrukt
Gedrukt
Geprint, de
quienDie
Wie estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige el mundoAardrijk
Wereld: Fílidas, Amarilis, DianasReveilles, Fléridas, Galateas y
Belisardas; que, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende las venden(Zij) verkopen
Bakert u in!
Bakert u!
Men verkoopt
Omwikkelt u!
Omzwachtelt u!
Verbindt u!
Zij/ze bakeren
Zij/ze bakeren in
Zij/ze doen over
Zij/ze doen weg
Zij/ze omwikkelen
Zij/ze omzwachtelen
Zij/ze tappen
Zij/ze verbinden
Zij/ze verhandelen
Zij/ze verkopen
Zij/ze vervreemden
Zij/ze zwachtelen
Zij/ze zwachtelen in
Zwachtelt u in!
Zwachtelt u! en las plazasPleinen
Zitplaatsen, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart las podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien comprarAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen
nosotrosOns
We
Wij y tenerlasHebben por nuestrasOnze
Van ons. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals miMi
Mijn damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe, o, por mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever decirOpgeven
Spreken
Zeggen, miMi
Mijn pastoraHerderin,
por venturaToekomstig
Toekomstige
Ventura se llamareHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal genoemd worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal heten AnaAnna
El, la celebraréIk zal celebreren
Ik zal opdragen
Ik zal vieren debajoBeneden
Eronder
Onder del nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de Anarda; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Francisca, la llamaréIk zal aanbellen
Ik zal aanroepen
Ik zal bellen
Ik zal benoemen
Ik zal heten
Ik zal kloppen
Ik zal luiden
Ik zal noemen
Ik zal opbellen
Ik zal oproepen
Ik zal praaien
Ik zal roepen
Ik zal schellen
Ik zal telefoneren
Ik zal uitmaken voor yoEgo
Ik Francenia; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals Lucía, Lucinda, que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se saleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt alláDaar;
y Sancho PanzaBuik
Pens, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals es queDat komt omdat
Want haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan en estaDeze
Dit cofadría, podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen celebrarCelebreren
Opdragen
Vieren a suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon Teresa PanzaBuik
Pens conDoor
Met
Per
Samen met nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de Teresaina.
Rióse don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote de la aplicaciónAanwenden
Doorvoeren
Toepassen
Toepassing del nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam, y el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger leHaar
Hem
Het
U alabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaaide lof toe infinitoEindeloos
Eindeloos veel
Eindeloze
Oneindig
Oneindige suHaar
Hun
Uw
Zijn
honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke y honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing, y se ofrecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer a hacerleDoen
Laten
Maken compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd que leHaar
Hem
Het
U vacaseKoe
Rund de atender aAcht slaan op
Behartigen
Letten op
Opletten
Oppassen
Passen op
Verzorgen susHaar
Hun
Uw
Zijn forzosas obligacionesObligaties
Plichten
Verplichtingen. ConDoor
Met
Per
Samen met estoDeze
Dit, se
despidieronZij/ze dankten af
Zij/ze monsterden af
Zij/ze ontsloegen
Zij/ze stuurden uit
Zij/ze stuurden weg
Zij/ze verstuurden
Zij/ze verzonden
Zij/ze zonden af
Zij/ze zonden weg dél, y leHaar
Hem
Het
U rogaronZij/ze riepen in
Zij/ze smeekten
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan y aconsejaronZij/ze adviseerden
Zij/ze gaven raad
Zij/ze raadden
Zij/ze raadden aan
Zij/ze rieden
Zij/ze rieden aan tuvieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast cuenta conHeb fiducie in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft fiducie in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vertrouwen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt
Stel vertrouwen in!
Vertrouw! suHaar
Hun
Uw
Zijn saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid, conDoor
Met
Per
Samen met
regalarseCadeau geven
Schenken lo queDat wat
Wat fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu.
QuisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval que suHaar
Hun
Uw
Zijn sobrinaNicht y el amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden la plática de los tres3
Drie; y, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich, se entraronZij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar binnen
Zij/ze kwamen binnen
Zij/ze kwamen in
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze reden binnen
Zij/ze reden in entrambas conDoor
Met
Per
Samen met don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, y la sobrinaNicht leHaar
Hem
Het
U dijo:
-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estoDeze
Dit, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer tíoKerel
Oom? ¿AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans que pensábamosWij/we dachten nosotrasOns
We
Wij que vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced
volvía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar reducirseInkoken en suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, y pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan en ellaHaar
Ze
Zij una vidaHachje
Leven quietaBedaard
Bedaarde
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille y honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd, se
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! meter enDoen in
Stoppen in nuevosNieuw
Nieuwe laberintosDoolhoven
Labyrinten
Warnetten, haciéndoseRakend
Wordend
Pastorcillo, túGe
Gij
Je
Jij que vienesJij/je komt
Jij/je komt mee,
pastorcico, túGe
Gij
Je
Jij que vasJij gaat
Jij/je begeeft je
Jij/je gaat
Jij/je kart
Jij/je loopt
Jij/je loopt van stapel
Jij/je rijdt
Jij/je vaart
Jij/je verloopt?
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai el alcacel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! zampoñas.
A lo queDat wat
Wat añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe el amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!:
Y ¿podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan en el campoBuiten
Op het land
Op het platteland las siestasDutjes
Hazenslaapjes
Middagdutjes
Middagslaapjes
Siësta's
Slaapjes
Sluimeringen del veranoZomer, los serenosBedaard
Bedaarde
Helder
Heldere
Kalm
Kalme
Nachtwachten
Onbezorgd
Onbezorgde
Sereen
Serene
del inviernoWinter, el aullido de los lobosBermpjes
Lobos
Wolven? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere, que ésteDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ejercicioBeoefening
Boekjaar
Drillen
Oefenen
Oefening
Uitoefenen
Uitoefening y
oficio deIk treed op als hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten robustosFerm
Ferme
Fors
Forse
Hecht
Hechte
Krachtig
Krachtige
Potig
Potige
Robuust
Robuuste
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Stoer
Stoere
Struis
Struise, curtidosAtjars
Gelooid
Getaand
Tafelzuren y criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke ministerioFunctie
Kabinet
Ministerie casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
las fajasBanden
Ceinturen
Ceintuurs
Doeken
Draagbanden
Gordels
Repen
Riemen
Schouderbanden
Sjerpen
Strippen
Strips
Stroken
Windselen
Windsels y mantillasMantilles. AunKattenklauw
Nog
Zelfs, malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte por malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter andanteAndante que
pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger. MireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe!, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! miMi
Mijn consejoAdvies
Raad
Raadgeving, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se leHaar
Hem
Het
U doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten hartaErger!
Geërgerd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Sta tegen!
Tegengestaan
Vermoei!
Vermoeid
Verveel!
Verveeld
Zat
Zatte de panBrood
Mik
Pan
y vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn, sinoDoch
Echter
Maar en ayunasJij/je vast, y sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! cincuenta50
Vijftig añosJaren que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast de edadLeeftijd
Ouderdom: estése(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, atienda aBehartigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behartigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat acht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgt
Ik behartig
Ik let op
Ik pas op
Ik sla acht op
Ik verzorg
Let u op!
Past u op!
Slaat u acht op!
Verzorgt u! suHaar
Hun
Uw
Zijn haciendaHaciënda, confieseBekent u!
Biecht u op!
Biecht u!
Erkent u!
Geeft u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Ik beken
Ik biecht
Ik biecht op
Ik erken
Ik geef toe a menudoAf en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds, favorezcaBegunstigt u!
Bevoordeelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begunstigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevoordeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt voor
Ik begunstig
Ik bevoordeel
Ik sta voor
Ik trek voor
Staat u voor!
Trekt u voor! a los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele, y sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
miMi
Mijn ánimaAnima siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte leHaar
Hem
Het
U fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn.
-CalladVerzwijg!
Zwijg!, hijasDochters -lesHen
Hun
U respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote, que yoEgo
Ik séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart lo queDat wat
Wat meMe
Mij cumpleBen jarig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Kom na!
Leef na!
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Verricht!
Vervul!
Voer uit!
Volbreng!
Voltrek!
Zie toe!.
LlevadmeBereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Neem mee!
Vervoer! alNaar de
Naar het lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde, que meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, y tenedHeb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd! por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere que,
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter andanteAndante o pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger por andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejaréIk zal achterlaten
Ik zal in de
steek laten
Ik zal laten
Ik zal laten begaan
Ik zal laten schieten
Ik zal legateren
Ik zal lenen
Ik zal loslaten
Ik zal me verlaten
van
Ik zal nalaten
Ik zal opleveren
Ik zal overlaten
Ik zal toestaan
Ik zal toevertrouwen
Ik zal verlaten
Ik zal vermaken
Ik zal verzuimen siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend de acudir aEen beroep doen op loDe
Hem
Het
U
que hubiéredes menesterNodig, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals loDe
Hem
Het
U veréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien por la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid.
Y las buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende hijasDochters -que loDe
Hem
Het
U eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! y sobrinaNicht- leHaar
Hem
Het
U llevaron aZij/ze namen mee naar
Zij/ze namen mee voor la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin leHaar
Hem
Het
U dieron de comerZij/ze gaven te eten
Zij/ze spijzigden
Zij/ze voederden
Zij/ze voerden y regalaronZij/ze gaven cadeau
Zij/ze schonken loDe
Hem
Het
U posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke.
CapítuloChapiter
Hoofdstuk
Kapittel LXXIV. De cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer maloBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten, y del testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking que hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit, y suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken humanasHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn eternasEeuwig
Eeuwige, yendoGaand
Karrend
Lopend
Rijdend
Van stapel lopend
Varend
Verlopend
Zich begevend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend en declinaciónDeclinatie
Declineren
Verbuigen
Verbuiging de susHaar
Hun
Uw
Zijn
principiosAanheffen
Aanvangen
Beginselen
Beginsels
Grondbeginselen
Grondbeginsels
Principes
Voorgerechten hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a suHaar
Hun
Uw
Zijn últimoAchterste
Jongstleden
Laatste finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral las vidasHachjes
Levens de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten,
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tuvieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast privilegioConcessie
Ik bevoorrecht
Privilege
Voorrecht del cieloHemel
Lucht paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! detenerAanhouden
Afhouden
Arresteren
In verzekerde bewaring nemen
Inrekenen
Onthouden
Onttrekken
Ophouden met
Stoppen
Weghouden el cursoBeursnotering
Cursus
Gaan
Gang
Ik behandel
Ik studeer
Ik volg
Koers
Leergang
Leerjaar
Loop
Notering
Prijsnotering
Route
Schooljaar
Tracé
Traject
Verloop
de la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u, llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef suHaar
Hun
Uw
Zijn finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding y acabamiento cuandoAls
Tijdens
Wanneer élHem
Hij menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd loDe
Hem
Het
U pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, o yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
fuese deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit la melancolíaDroefgeestigheid
Melancholie
Weemoed
Zwaarmoedigheid que leHaar
Hem
Het
U causabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Ik berokkende
Ik bracht teweeg
Ik deed
Ik deed aan
Ik liet
Ik liet doen
Ik maakte
Ik richtte aan
Ik stichtte
Ik veroorzaakte el verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen, o yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds por la disposiciónAanleg
Bepaling
Beschikken
Beschikking
Bevelen
Disponeren
Geschiktheid
Gesteldheid
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
Wilsbeschikking
del cieloHemel
Lucht, que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig loDe
Hem
Het
U ordenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Ik bestelde
Ik beval
Ik gelastte
Ik ruimde op
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende, se leHaar
Hem
Het
U arraigóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wortelde una calentura que leHaar
Hem
Het
U tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast seis6
Zes
díasDagen
Etmalen en la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, en los cualesWaarin fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was visitadoAfgegaan
Bezocht
Opgezocht muchasVeel
Vele
Zeer
Zere vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten del curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, del bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat
y del barberoBarbier
Kapper, susHaar
Hun
Uw
Zijn amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te quitárseleUittrekken de la cabeceraHoofdeind Sancho PanzaBuik
Pens, suHaar
Hun
Uw
Zijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
escuderoSchildknaap.
ÉstosDeze, creyendo queDenkend dat la pesadumbre de verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen y de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank verBekijken
Kijken
Zien cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen suHaar
Hun
Uw
Zijn deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
en la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid y desencantoOntgoocheling de DulcineaDulcinea leHaar
Hem
Het
U teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast de aquellaDat
Die
Diegene suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval, por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
las víasRijbanen
Rijstroken
Routen
Routes
Spoorwegen
Sporen
Wegen posiblesBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke procurabanZij/ze beijverden zich
Zij/ze deden moeite
Zij/ze poogden
Zij/ze probeerden
Zij/ze reikten uit
Zij/ze streefden
Zij/ze trachtten
Zij/ze verschaften
Zij/ze verstrekten
Zij/ze zochten
Zij/ze zorgden dat alegrarleVerblijden
Verheugen
Verlevendigen
Vieren, diciéndole el bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat que se animaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte moed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd geanimeerd y
levantaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik beurde
Ik haalde op
Ik hief
Ik hief op
Ik kookte op
Ik richtte op
Ik sloeg op
Ik tilde
Ik tilde op
Ik verhief
Ik vestigde
Ik zette neer, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! comenzarAanbinden
Aanbreken
Aanvangen
Beginnen
Beginnen met
Ingaan suHaar
Hun
Uw
Zijn pastoralHerderlijk
Herderlijke
Herders-
Pastoraat ejercicioBeoefening
Boekjaar
Drillen
Oefenen
Oefening
Uitoefenen
Uitoefening, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds compuestaBijeengevoegd
Composiet
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samengesteldbloemige
una écloga, que malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte añoJaar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cuantasHoeveel ook
Van allen Sanazaro habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling, y que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
compradosAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen de suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen dineroGeld
Poen dos2
Do's
Twee
Tweede famososAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheden
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde perrosHonden
Rekels
Reuen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over el ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen: el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde Barcino, y el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één Butrón, que se los habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan un ganadero del
Quintanar. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por estoDaarom
Hierom dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote susHaar
Hun
Uw
Zijn tristezasBedroefdheden
Droefheden
Mistroostigheden
Naargeestigheden
Somberheden
Treurigheden
Triestigheden
Verdrietigheden.
LlamaronZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden susHaar
Hun
Uw
Zijn amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden alNaar de
Naar het médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische, tomóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan el pulsoBeleid
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Pols
Polsslag
Vaste hand, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U contentó muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
que, por síJa
Jawel
Wel
Zich o por noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, atendiese aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behartigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg acht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgde
Ik behartigde
Ik lette op
Ik paste op
Ik sloeg acht op
Ik verzorgde la saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel. OyóloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote conDoor
Met
Per
Samen met ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel sosegadoBedaard
Bedaarde
Bezadigd
Bezadigde
Gekalmeerd
Gerust
Geruste
Gerustgesteld
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig suHaar
Hun
Uw
Zijn
amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!, suHaar
Hun
Uw
Zijn sobrinaNicht y suHaar
Hun
Uw
Zijn escuderoSchildknaap, los cualesWie
Zij die comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan a llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen tiernamente, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds leHaar
Hem
Het
U tuvieranZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer. FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen del médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische que melancolíasDroefgeestigheden
Zwaarmoedigheden y
desabrimientos leHaar
Hem
Het
U acababanZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze gebruikten op
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten op
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze teerden op
Zij/ze verbruikten
Zij/ze verdeden
Zij/ze verklungelden
Zij/ze verkwistten
Zij/ze vermorsten
Zij/ze verspilden
Zij/ze voleindigden
Zij/ze werkten af
Zij/ze werkten uit. RogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote que leHaar
Hem
Het
U dejasenZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat. Hiciéronlo asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig y durmióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit de un tirónRuk, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de seis6
Zes
horasTijden
Uren; tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, que pensaronZij/ze dachten el amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! y la sobrinaNicht que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand de quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn en el
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap. DespertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker alNaar de
Naar het caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, y, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend una granGroot
Grote vozInspraak
Stem
Stemgeluid, dijo:
-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei¡BenditoGezegend
Gezegende seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk DiosGod
Godheid, que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet! En finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, susHaar
Hun
Uw
Zijn
misericordiasBarmhartigheden
Genaden
Genades noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast límiteGrens
Limiet
Perk
Uiterste prijs, niEn niet
Evenmin
Noch las abrevianZij/ze bekorten
Zij/ze korten af
Zij/ze korten in niEn niet
Evenmin
Noch impidenZij/ze beletten
Zij/ze blokkeren
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verhoeden
Zij/ze voorkomen los pecadosGezondigd
Zonde gedaan de los
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten.
Estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat atentaAandacht geschonken
Aandachtig
Aandachtige
Acht geslagen op
Attent
Attente
Bediend
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Geholpen
Gelet op
Gepast op
Heus
Heuse
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt een aanslag
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrijpt zich aan
Hoffelijk
Hoffelijke
Opgelet
Opgepast
Oplettend
Oplettende
Pleeg een aanslag op!
Rand aan!
Vergrijp je aan!
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame la sobrinaNicht a las razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden del tíoKerel
Oom, y pareciéronle másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus concertadasGeregeld
Gestemd
In orde gebracht
Overeengekomen
Samengesteld
Tot stand gebracht
que élHem
Hij solíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze placht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewoon
Ik placht
Ik was gewend
Ik was gewoon decirlasOpgeven
Spreken
Zeggen, a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste, en aquellaDat
Die
Diegene enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte, y preguntóle:
-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer? ¿TenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer? ¿QuéWat
Welke
misericordiasBarmhartigheden
Genaden
Genades sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn éstasDeze, o quéWat
Welke pecadosGezondigd
Zonde gedaan de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten?
-Las misericordiasBarmhartigheden
Genaden
Genades -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote, sobrinaNicht, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn las queWie
Zij die en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is usadoAangewend
Afgewerkt
Afgewerkte
Benut
Beschikt over
Gebruikt
Gebruikte
Gedisponeerd
Verbruikt
Verbruikte
Versleten DiosGod
Godheid conmigoMet mij
Met mij mee, a quienDie
Wie, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank las impidenZij/ze beletten
Zij/ze blokkeren
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verhoeden
Zij/ze voorkomen misMi's
Mijn pecadosGezondigd
Zonde gedaan.
YoEgo
Ik tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde y claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen caliginosas de la ignoranciaDomheid
Onwetendheid,
que sobre élEr bovenop meMe
Mij pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer miMi
Mijn amargaBitter
Bittere y continuaAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende leyendaLegende
Lezen
Volksoverlevering de los detestables librosBoeken
de las caballeríasCavaleries
Paardenvolken
Paardenvolkeren
Ruiterijen
Wisselruiterijen. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet susHaar
Hun
Uw
Zijn disparatesDwaasheden y susHaar
Hun
Uw
Zijn embelecos, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij pesaBen zwaar!
Bepaal het gewicht!
Gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt af
Weeg af!
Weeg! sinoDoch
Echter
Maar
que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind desengañoDesillusie
Misrekening
Ontgoocheling
Teleurstelling haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding, leyendoLezend otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één que seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting del almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel. YoEgo
Ik me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me, sobrinaNicht, a puntoPrecies goed
de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden; querríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beminnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liefhebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou willen
Ik zou beminnen
Ik zou houden van
Ik zou liefhebben
Ik zou willen hacerlaDoen
Laten
Maken de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze, que diese aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op
Ik zag uit op entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
miMi
Mijn vidaHachje
Leven tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten que dejaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde renombre de locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige, que, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
querríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beminnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liefhebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou willen
Ik zou beminnen
Ik zou houden van
Ik zou liefhebben
Ik zou willen confirmarBeamen
Bekrachtigen
Bevestigen
Erkennen
Ja zeggen
Staven
Toestemmen
Vormen estaDeze
Dit verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid en miMi
Mijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. LlámameBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur, amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke, a misMi's
Mijn buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden:
el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, alNaar de
Naar het bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat SansónSimson Carrasco y a maese NicolásNicolaas, el barberoBarbier
Kapper, que quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
confesarmeBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren miMi
Mijn testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking.
PeroDoch
Echter
Maar de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken se escusó la sobrinaNicht conDoor
Met
Per
Samen met la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht de los tres3
Drie. ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood los
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, cuandoAls
Tijdens
Wanneer dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
-DadmeBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen! albricias, buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren, de que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote de la ManchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!,
sinoDoch
Echter
Maar Alonso Quijano, a quienDie
Wie misMi's
Mijn costumbresGebruiken
Gewoonten
Gewoontes
Usances
Zeden meMe
Mij dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden renombre de BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige de Amadís de Gaula y de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la infinitaEindeloos
Eindeloos veel
Eindeloze
Oneindig
Oneindige caterva de suHaar
Hun
Uw
Zijn linaje, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds meMe
Mij sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
odiosasGehaat
Gehate todas lasAlle historiasGeschiedenissen
Histories
Historiën
Verhalen profanasJij/je ontheiligt
Jij/je ontwijdt
Jij/je profaneert
Jij/je schendt
Jij/je verontheiligt
Ongewijd
Ongewijde
Onheilig
Onheilige
Oningewijd
Oningewijde
Profaan
Profane del andanteAndante caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet miMi
Mijn
necedadDwaasheid y el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel en queWaarin meMe
Mij pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer haberlasZe te hebben leídoBelezen
Gelezen, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, por misericordiaBarmhartigheid
Genade de
DiosGod
Godheid, escarmentando en cabezaHoofd
Kop
Krop propiaEigen, las abominoIk haat
Ik heb een afschuw
van
Ik heb een weerzin
tegen
Ik verafschuw
Ik verfoei.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer estoDeze
Dit leHaar
Hem
Het
U oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden decirOpgeven
Spreken
Zeggen los tres3
Drie, creyeronZij/ze dachten
Zij/ze geloofden
Zij/ze hielden voor
Zij/ze meenden, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, que algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
locuraWaanzin leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven. Y SansónSimson leHaar
Hem
Het
U dijo:
-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei¿AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, que tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! desencantada la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
DulcineaDulcinea, sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced conDoor
Met
Per
Samen met esoDat
Die
Zulks? Y ¿agora que estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer a piqueNaar de bodem de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan cantandoZingend la vidaHachje
Leven, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten, quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! vuesa mercedGenade
Merced
hacerseMaken
Raken
Worden ermitañoHeremiet
Heremietkreeft
Kluizenaar
Zeekrab? CalleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!, por suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven, vuelvaDraait u om!
Draait u rond!
Draait u!
Gaat u terug!
Gaat u weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
Keert u terug!
Keert u weder!
Keert u!
Komt u terug!
Komt u weder!
Komt u weerom!
Loopt u terug!
Trekt u terug!
Wendt u!
Wentelt u!
Zwenkt u! en síJa
Jawel
Wel
Zich, y déjeseGeeft u zich over!
Verwaarloost u zich!
Wijdt u zich aan
iets!
Wordt u terneergeslagen! de cuentosAnekdoten
Anekdotes
Sprookjes
Verhalen.
-Los de hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs aquíAlhier
Hier -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde don Quijote-Don quichot de la
mancha
Don quijote, que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke en miMi
Mijn dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade,
los haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken miMi
Mijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden, conDoor
Met
Per
Samen met ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat del cieloHemel
Lucht, en miMi
Mijn provechoBaat
Belang
Gewin
Nut
Profijt
Verdienste
Voordeel
Winst. YoEgo
Ik, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren,
sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer que me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me muriendoDoodgaand
Overlijdend
Stervend
Verscheidend
Versmachtend a todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle priesa; déjenseGeeft u zich over!
Verwaarloost u zich!
Wijdt u zich aan
iets!
Wordt u terneergeslagen! burlasAardigheidjes
Bakken
Grappen
Jij/je bedriegt
Jij/je fopt
Jij/je stelt teleur
Jij/je verschalkt
Moppen
Schertsen aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, y traíganmeBezorgt u!
Brengt u aan!
Brengt u mee!
Brengt u!
Draagt u aan!
Neemt u mee!
Zij/ze bezorgen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen aan
Zij/ze brengen mee
Zij/ze dragen aan
Zij/ze nemen mee un
confesorBiechtvader
Zielzorger que me confieseIk beken
Ik biecht
Ik biecht op y un escribanoKlerk
Schrijver que hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! miMi
Mijn testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking, que en talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
trancesTrances comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ésteDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand de burlarBedriegen
Foppen
Teleurstellen
Verschalken el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent conDoor
Met
Per
Samen met el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel; y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, suplicoIk smeek
Ik smeek af que,
en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger meMe
Mij confiesaBeken!
Biecht op!
Biecht!
Erken!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe, vayan porGaat u halen!
Haalt u!
Zij/ze gaan halen
Zij/ze halen el escribanoKlerk
Schrijver.
Miráronse unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één, admiradosBevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd de las razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden de don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al en
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling, leHaar
Hem
Het
U quisieronZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen; y una de las señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin conjeturaronZij/ze gisten
Zij/ze vermoedden se moríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el haberBezitting
Hebben
Zijn vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen conDoor
Met
Per
Samen met tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele facilidadAanleg
Faciliteit
Gelegenheid
Gemak
Gemakkelijkheid
Geschikte gelegenheid
Meegaandheid
Toeschietelijkheid
Vlotheid
Voorziening
Zwakheid de locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige a cuerdoVerstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl a las yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds dichasBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe otrasAnder
Andere
Nog één muchasVeel
Vele
Zeer
Zere tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart dichasBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer cristianasChristelijk
Christelijke y conDoor
Met
Per
Samen met tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
conciertoConcert
Ik breng in orde
Ik breng tot stand
Ik kom overeen
Ik regel
Ik stel samen
Ik stem, que del todoGeheel lesHen
Hun
U vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn a quitarAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen la dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling, y a creer queDenken dat estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat cuerdoVerstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze.
HizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden la genteLieden
Lui
Mensen
Volk el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, y quedóse(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten con élDaarmee, y confesóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe.
El bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat fue porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde el escribanoKlerk
Schrijver, y de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds a pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte con élDaarmee y conDoor
Met
Per
Samen met Sancho
PanzaBuik
Pens; el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat Sancho, que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist por nuevasNieuw
Nieuwe del bachillerAbituriënt
Doctorandus
Licentiaat en quéWat
Welke estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat suHaar
Hun
Uw
Zijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, hallandoAantreffend
Bevindend
Ontmoetend
Treffend
Vindend
Waarnemend
Ziend a la amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! y a la sobrinaNicht llorosasHuilerig
Huilerige, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
pucheros y a derramarGieten
Plengen
Schenken
Storten
Vergieten lágrimasTranen. AcabóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit la confesiónBekentenis
Belijdenis
Biecht
Confessie
Erkenning
Gezindte
Schuldbelijdenis, y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
-VerdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk se muereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood, y verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cuerdoVerstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze Alonso Quijano el BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu;
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan para queOpdat
Zodat hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! suHaar
Hun
Uw
Zijn testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking.
EstasDeze
Dezen nuevasNieuw
Nieuwe dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden un terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke empujónDuw a los ojosKijkers
Ogen preñadosZwanger
Zwangere de amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!, sobrinaNicht y de
Sancho PanzaBuik
Pens, suHaar
Hun
Uw
Zijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende escuderoSchildknaap, de tal maneraZo, que los hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit reventarBarsten
Bersten
Openbarsten
Openbersten
Scheuren
Springen las
lágrimasTranen de los ojosKijkers
Ogen y mil1000
Duizend profundosDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte suspirosVerzuchtingen
Zuchten del pechoBoezem
Borst; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer que don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was Alonso Quijano el
BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, a secasDor
Dorre
Droge
Droog
Jij/je droogt
Jij/je droogt af
Jij/je droogt uit
Jij/je maakt droog
Jij/je veegt
Jij/je veegt af
Jij/je wist
Jij/je wist af, y en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote de la ManchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend de
apacibleAangenaam
Aangename
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde y de agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen, y por estoDaarom
Hierom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de
los de suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, sinoDoch
Echter
Maar de todosAller-
Ieders cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen leHaar
Hem
Het
U conocíanZij/ze kenden
Zij/ze leerden kennen
Zij/ze maakten kennis
Zij/ze waren bekend met
Zij/ze wisten.
EntróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in el escribanoKlerk
Schrijver conDoor
Met
Per
Samen met los demásDe anderen, y, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet la cabezaHoofd
Kop
Krop del
testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking y ordenadoBesteld
Bevolen
Gelast
Gesommeerd
Netjes
Opgeruimd
Opgeruimde
Verordend
Voorgeschreven suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel don QuijoteDon quichot de la
mancha
Don quijote, conDoor
Met
Per
Samen met todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquellasDie
Diegene circunstanciasOmstandigheden
cristianasChristelijk
Christelijke que se requieren(Zij) vereisen
Zij/ze betekenen
Zij/ze halen over
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze maken nodig
Zij/ze manen aan
Zij/ze onderzoeken
Zij/ze overreden
Zij/ze vereisen, llegandoAangevend
Aankomend
Aanlandend
Aanreikend
Arriverend
Doorbrengend
Reikend
Verdrijvend a las mandasJij/je beveelt
Jij/je commandeert
Jij/je gelast
Jij/je schrijft voor
Jij/je sommeert
Jij/je verordent
Jij/je voert aan
Jij/je voert het bevel, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
-Ítem, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin que de ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere dinerosGelden
Poenen que Sancho PanzaBuik
Pens, a quienDie
Wie en miMi
Mijn
locuraWaanzin hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit miMi
Mijn escuderoSchildknaap, tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast, que, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is habidoGehad
Geweest entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen élHem
Hij y míMe
Mij ciertasGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
cuentasBerekeningen
Calculaties
Conti
Conto's
Jij/je berekent
Jij/je calculeert
Jij/je debiteert
Jij/je leest voor
Jij/je rekent
Jij/je rekent uit
Jij/je telt
Jij/je telt af
Jij/je telt neer
Jij/je verhaalt
Jij/je vertelt
Kralen
Nota's
Rekeningen, y dares y tomaresJij/je zal aannemen
Jij/je zal aanvatten
Jij/je zal accepteren
Jij/je zal afnemen
Jij/je zal binnenkrijgen
Jij/je zal drinken
Jij/je zal gebruiken
Jij/je zal innemen
Jij/je zal inslaan
Jij/je zal inslikken
Jij/je zal nemen
Jij/je zal nuttigen
Jij/je zal ontvangen
Jij/je zal oprapen
Jij/je zal opsnuiven
Jij/je zal pakken
Jij/je zal vatten, quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se leHaar
Hem
Het
U hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! cargoAangifte
Aanklacht
Ambt
Baan
Beladen
Belasten
Berekenen
Beschuldiging
Bestormen
Betrekking
Ergeren
Functie
Geien
Graad
Ik belaad
Ik belast
Ik bereken
Ik bestorm
Ik breng in rekening
Ik erger
Ik gei
Ik gei op
Ik laad
Ik laad in
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Inladen
Laden
Lading
Maté
Opgeien
Plaats
Post
Tegenstaan
Telastlegging
Tenlastelegging
Trap
Vermoeien
Vervelen
Wachtpost
Werkkring dellosDel
Nabla
Van de
Van het, niEn niet
Evenmin
Noch se leHaar
Hem
Het
U pida(Het) vraagt
Bedelt u!
Bestelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Ik bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
Roept u in!
Verlangt u!
Verzoekt u!
Vraagt u aan!
Vraagt u om!
Vraagt u!
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere, sinoDoch
Echter
Maar que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sobrareHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in overvloed
aanwezig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overtreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te boven
gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te veel
zijn
Ik zal in overvloed
aanwezig zijn
Ik zal overblijven
Ik zal overhouden
Ik zal overtreffen
Ik zal te boven
gaan
Ik zal te veel
zijn algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberseHet met iemand aan
de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten pagadoBetaald
Gedokt
Gestort
Uitbetaald
Uitgekeerd
Voldaan de lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld, el restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u, que será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige, y buen provechoEet smakelijk leHaar
Hem
Het
U hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!; y,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals estandoLiggend
Zich bevindend
Zijnd
Zijnde
Zittend yoEgo
Ik locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darleGeef het el gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering de la ínsula, pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
agora, estandoLiggend
Zich bevindend
Zijnd
Zijnde
Zittend cuerdoVerstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze, darleGeef het el de un reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat, se leHaar
Hem
Het
U dieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la sencillezEenvoud de
suHaar
Hun
Uw
Zijn condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde y fidelidadTrouw de suHaar
Hun
Uw
Zijn tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen loDe
Hem
Het
U merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!.
Y, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend a Sancho, leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
-PerdónameBegenadig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Vergeef!, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, de la ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak que teJe
Jou heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend de parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik,
haciéndoteRakend
Wordend caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen en el errorDe fout en queWaarin yoEgo
Ik heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen, de que huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was y hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
andantesAndante's
Andantes en el mundo.
-Aardrijk
Wereld¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht! -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk Sancho, llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend-: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se mueraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer míoMijne
Van mij, sinoDoch
Echter
Maar
tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! miMi
Mijn consejoAdvies
Raad
Raadgeving y vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u! muchosVeel
Vele
Zeer
Zere añosJaren, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere locuraWaanzin que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent en estaDeze
Dit vidaHachje
Leven esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats dejarseTerneergeslagen worden
Zich aan iets wijden
Zich overgeven
Zich verwaarlozen morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus niEn niet
Evenmin
Noch másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, sin queZonder dat nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand leHaar
Hem
Het
U mateBrengt u om!
Doodt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Ik breng om
Ik dood
Ik maak dood
Ik slacht
Ik slacht af
Maakt u dood!
Mat
Mate
Maté
Schaakmat
Slacht u af!
Slacht u!, niEn niet
Evenmin
Noch
otrasAnder
Andere
Nog één manosHanden leHaar
Hem
Het
U acabenBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt u!
Gebruikt u op!
Maakt u af!
Maakt u op!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Teert u op!
Verbruikt u!
Verdoet u!
Verklungelt u!
Verkwist u!
Vermorst u!
Verspilt u!
Voleindigt u!
Werkt u af!
Werkt u uit!
Zij/ze besluiten
Zij/ze beëindigen
Zij/ze eindigen
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken af
Zij/ze maken op
Zij/ze maken uit
Zij/ze sluiten af
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verdoen
Zij/ze verklungelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vermorsen
Zij/ze verspillen
Zij/ze voleindigen
Zij/ze werken af
Zij/ze werken uit que las de la melancolíaDroefgeestigheid
Melancholie
Weemoed
Zwaarmoedigheid. MireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt perezosoLangzaam
Langzame
Lui
Luiaard
Lusteloos
Lusteloze
Traag
Trage, sinoDoch
Echter
Maar
levánteseGaat u staan!
Staat u op!
Verrijst u!
Wordt u wakker! desa camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, y vámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen alNaar de
Naar het campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed de pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
concertadoGeregeld
Gestemd
In orde gebracht
Overeengekomen
Samengesteld
Tot stand gebracht: quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over de algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik hallaremosWij/we zullen aantreffen
Wij/we zullen bevinden
Wij/we zullen ontmoeten
Wij/we zullen treffen
Wij/we zullen vinden
Wij/we zullen waarnemen
Wij/we zullen zien a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe doñaMevrouw DulcineaDulcinea
desencantada, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que verBekijken
Kijken
Zien. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals es queDat komt omdat
Want se muereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood de pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn de verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien
vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen, échemeBegint u handel te
drijven met!
Gooi
Gooit u erop!
Gooit u!
Heeft u aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
deur
Ik begin handel te
drijven met
Ik gooi
Ik gooi erop
Ik heb aandeel in
Ik jaag weg
Ik keil
Ik kondig aan
Ik krijg
Ik laat aan het
lot over
Ik leg op
Ik maak bekend
Ik maak vast
Ik neem
Ik schat
Ik schenk in
Ik sla uit
Ik smijt
Ik speel een partijtje
Ik speel uit
Ik spreek uit
Ik stort
Ik strooi
Ik stuur weg
Ik tank
Ik treed op in
Ik uit
Ik voeg toe
Ik voer op
Ik wed
Ik wedijver
Ik werp
Ik zeg
Ik zend weg
Ik zet buiten de
deur
Jaagt u weg!
Keilt u!
Kondigt u aan!
Krijgt u!
Laat u aan het
lot over!
Legt u op!
Maakt u bekend!
Maakt u vast!
Neemt u!
Schat u!
Schenkt u in!
Slaat u uit!
Smijt u!
Speelt u een partijtje!
Speelt u uit!
Spreekt u uit!
Stort u!
Strooit u!
Stuurt u weg!
Tankt u!
Treedt u op in!
Uit u!
Voegt u toe!
Voert u op!
Wedijvert u!
Wedt u!
Werpt u!
Zegt u!
Zendt u weg!
Zet u buiten de
deur! a míMe
Mij la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend que por haberBezitting
Hebben
Zijn yoEgo
Ik cinchado malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte a
Rocinante leHaar
Hem
Het
U derribaronZij/ze brachten ten val
Zij/ze braken af
Zij/ze gooiden om
Zij/ze gooiden omver
Zij/ze haalden neer
Zij/ze kantelden
Zij/ze keerden om
Zij/ze sloopten; cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, que vuestraJullie
Uw
Van jullie mercedGenade
Merced habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta en susHaar
Hun
Uw
Zijn
librosBoeken de caballeríasCavaleries
Paardenvolken
Paardenvolkeren
Ruiterijen
Wisselruiterijen serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak ordinariaGemeen
Gemene
Gewone
Gewoon derribarseAfbrokkelen
Gruizelen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één, y
el queDat
Die
Hij die
Wie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen hoyHeden
Vandaag serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn vencedorOverwinnaar
Overwinnend
Overwinnende mañanaMorgen
Ochtend.
-AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei SansónSimson-, y el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende Sancho PanzaBuik
Pens estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer en la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid destosDe=
Aan
Dat van
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
casosCasus
Casussen
Gevallen
Naamvallen
Zaken.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |