EntretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang las luminarias de señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens llevaronZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding del descubrimientoOntdekking a la capitalHoofdstad
Kapitaal
Vermogen y los jinetesRuiters
de postasPo=
Po la difundieronZij/ze diffundeerden
Zij/ze verspreidden zich en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la cristiandadChristendom. Se cantaronZij/ze zongen tedéums en las basílicasBasilieken. NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand que vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
aquelDat
Die díaDag
Etmaal a la emperatrizKeizerin dividirAfbreken
Delen
Opsplitsen
Splitsen
Verdelen tranquilamenteBedaard
Kalm
Rustig
Stil suHaar
Hun
Uw
Zijn tesoroSchat hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was podidoGekund
Gemogen discernirOnderscheiden suHaar
Hun
Uw
Zijn alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat terminadaAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd.
HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven lo queDat wat
Wat sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend los santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos consiguenZij/ze behalen
Zij/ze bereiken
Zij/ze halen in
Zij/ze krijgen
Zij/ze maken buit
Zij/ze reiken tot
Zij/ze slagen erin om
Zij/ze verkrijgen
Zij/ze vervolgen
Zij/ze verwerven, lo queDat wat
Wat constituyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Maak uit!
Stel samen!
Vorm! suHaar
Hun
Uw
Zijn patenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt patent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent patent
Ik verkrijg patent
Ik verleen patent
Octrooi
Openbaar
Openbare
Patent
Verkrijgt u patent!
Verleent u patent!
Zichtbaar
Zichtbare de santidadHeiligheid. Se
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conformadoGelijkvormig gemaakt
Gelijkvormig geweest
Gevormd
Het eens geweest
Overeengekomen
Overeengestemd totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal a la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin de DiosGod
Godheid. OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één, añosJaren atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug, habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen
gloriosamente suHaar
Hun
Uw
Zijn deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn en los circosCircussen. La tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak de HelenaHeleen, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had consistido enBerust op
Bestaan uit
Gegrond geweest op
Gelegen aan
Gesteund op
Het gevolg geweest van
Opgesloten geweest in recogerAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen
maderaHout
Madeira (likeurwijn). EsaDat
Die eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la queDat
Die
Wie
Zij die ellaHaar
Ze
Zij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was creadaGecreëerd
Gemaakt
Geschapen
Opgericht. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat concluidaAfgeleid
Besloten
Een gevolgtrekking gemaakt
Geconcludeerd y
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht embarcarseAan boord gaan
Scheep gaan alegrementeOp vrolijke wijze
Vrolijk conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn preciosoKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle cargamentoCargo
Goederen
Lading
Scheepslading
Vracht.
Se embarcóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan boord
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging scheep, y se escapó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte uit la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal auténticaAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk. Los pescadoresVissers
Visverkopers del AdriáticoAdriatisch
Adriatische dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen que cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef y suHaar
Hun
Uw
Zijn galeraBidsprinkhaankreeft
Galei
Kar corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel de naufragarSchipbreuk lijden, calmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde gerust alNaar de
Naar het marZee furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste arrojandoErin gooiend
Gooiend
Smijtend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers
sagradosEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale y que desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit entoncesDan
Dus
Toen aquellasDie
Diegene aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los marinosMarien
Mariene
Zee-.
Los pescadoresVissers
Visverkopers de ChipreCyprus dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen que hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit esoDat
Die
Zulks cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat suHaar
Hun
Uw
Zijn peligrosaGevaarlijk
Gevaarlijke
Hachelijk
Hachelijke
Link
Linke costaKust
Kustlijn
Zeekust en el golfoGolf de Satalia.
DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens desembarcóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging van boord -todos losAlle chipriotasCyprioten están de acuerdo-Zij/ze zijn ermee eens
Zij/ze zijn het eens y encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond a la islaEiland agonizandoHevig lijdend de una
sequíaLangdurige droogte que duróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stand diecisiete17
Zeventien añosJaren. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el martirioMartelaarschap de santa CatalinaSanta catalina noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llovidoGegoten
Geregend en ChipreCyprus. La
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat agostada y peladaAfgepeld
Gejast
Gepeld
Geschild
Haaruitval
Kaalhoofdigheid; los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten emprendedoresOndernemers se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand ido aGegaan naar vivirLeven
Wonen a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde. Los
que quedabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren de la poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental, en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige, se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen brutalesBeestachtig
Beestachtige
Dierlijk
Dierlijke conDoor
Met
Per
Samen met las
privacionesOntberingen y asesinabanZij/ze moordden
Zij/ze vermoordden a los viajerosReis-
Reizigers que se aventurabanZij/ze dorsten te
Zij/ze durfden te
Zij/ze waagden a llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven, suponiendo queVeronderstellend dat eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren judíosJoden
Joods
Joodse
Kogeltonijnen. Los
demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels rondabanZij/ze bewogen zich rondom la islaEiland y la poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk en las horasTijden
Uren de oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
enterrarBedelven
Begraven
Kuilen
Overstelpen
Verpletteren a los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende en cuantoZodra los deudosBloedverwanten
Familieleden
Verwanten los cubríanZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe de tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land decentementeFatsoenlijk, los demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels
los desenterrabanZij/ze groeven op
Zij/ze rooiden y los arrojabanZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze smeten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze wierpen uit a las puertasDeuren
Poorten
Portieren de susHaar
Hun
Uw
Zijn antiguasAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
echt
Panden
Tehuizen para queOpdat
Zodat se pudrieranZij/ze bedierven
Zij/ze rotten
Zij/ze vergingen
Zij/ze verrotten allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
aquellaDat
Die
Diegene genteLieden
Lui
Mensen
Volk plantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plantte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plantte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pootte HelenaHeleen una de las crucesLas cruces compuestasAsteraceae
Bijeengevoegd
Composieten
Composietenfamilie
Compositae
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samengesteldbloemigen de los ladronesDieven
Stelers eEn inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo cesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week la
sequíaLangdurige droogte; y HelenaHeleen se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk obligadaGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a construirAanleggen
Bouwen
Construeren
Ineenzetten
Maken
Met elkaar verbinden un puenteBrug
Dek
Dwarsbalk (van een boerenwagen)
Kam (van een viool)
Scheepsbrug
Scheepsdek
Verdek, que todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch se puedeMen kan verBekijken
Kijken
Zien, conDoor
Met
Per
Samen met objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp de
atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan por lo queDat wat
Wat a suHaar
Hun
Uw
Zijn llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una hondonadaVerdieping secaDor
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis!. MandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel aserrarZagen el subpedáneo -siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un
subpedáneo- eEn hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit con élDaarmee dos2
Do's
Twee
Tweede crucecitas que dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op los isleños, eEn instantáneamente los demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels se
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren girandoAfslaand
Draaiend
Endosserend
Girerend
Kerend
Omdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Wendend
Zich omkerend en una ruidosaLawaaierig
Luidruchtig
Luidruchtige
Rumoerig
Rumoerige bandadaBende que alNaar de
Naar het pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als de estorninosSpaanse makrelen
Spreeuwen que desaparecieronZij/ze verdwenen
en las alturasHoogten
Hoogtes
Verhevenheden. HelenaHeleen hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens venirKomen
Meekomen una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental de las islasEilanden vecinasAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouwen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburig
Naburige, principalmenteHoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
de la de TelosJe
Jou, y la instalóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze installeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde en la nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land fértilVruchtbaar
Vruchtbare. La cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje que dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde la pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer en una iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat erguidaGevestigd
Neergezet
Opgericht
Opgeslagen
Rechtop sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei soporteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Ik verdraag
Ondersteuning
Verdraagt u! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende siglosEeuwen hasta queTot
Totdat los sarracenosSaracenen conquistaronZij/ze veroverden la
islaEiland. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, HelenaHeleen siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort suHaar
Hun
Uw
Zijn viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend escalasGamma's
Jij/je beklimt
Jij/je bestormt met ladders
Jij/je escaleert
Scala's
Schaalverdelingen
Schalen
Toonladders
Toonschalen
Verhoudingen nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! dóndeWaar
Waarheen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende la genteLieden
Lui
Mensen
Volk de aquellasDie
Diegene
abandonadasErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke islasEilanden leHaar
Hem
Het
U tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke cariñoGehechtheid
Genegenheid
Liefde
Toewijding
Zorg y la identificóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereenzelvigde conDoor
Met
Per
Samen met todas lasAlle grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y bienhechoras
damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen del mitoMythe
Staartmees y del recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir. En suHaar
Hun
Uw
Zijn poesíaDichtkunst
Gedicht
Poëzie el cargamentoCargo
Goederen
Lading
Scheepslading
Vracht de HelenaHeleen se multiplicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde zich y enriquecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijkte conDoor
Met
Per
Samen met
todos losAlle tesorosSchatten del paísLand de las hadasFeeën. Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat ConstantinoConstantijn
Constantine, a quienDie
Wie
encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond en suHaar
Hun
Uw
Zijn nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws ciudadPlaats
Stad. GrandesGroot
Grote
Ruim
Ruime ministeriosFuncties
Kabinetten
Ministeries de pacotilla surgíanZij/ze spatten op
Zij/ze stoven
Zij/ze verspoten por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes a granGroot
Grote
velocidadSnelheid
Tempo
Vaart. Por el momentoHet ogenblik ConstantinoConstantijn
Constantine estaba ocupadoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had druk
Ik had druk conDoor
Met
Per
Samen met un granGroot
Grote monumentoGedenkteken
Monument a siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve, una
columnaColonne
Column
Kolom
Pilaar
Steunpilaar
Zuil de pórfidoPorfier de alturaHoogte
Verhevenheid sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te precedentesPrecedenten, sobre unBovenop een
Op een enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische pedestalPiëdestal
Voetstuk blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte. En suHaar
Hun
Uw
Zijn pináculoPinakel
Toppunt se
proponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor erigirNeerzetten
Oprichten
Opslaan
Vestigen el colosal ApoloApollo
Apollon de bronceBrons de FidiasPhidias que recientementeOnlangs
Recentelijk habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had importadoBedragen
Belopen
Erg geweest
Geïmporteerd
Ingevoerd
Ter zake gedaan
Uitgemaakt
Van belang geweest de AtenasAthene.
Los santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven oportunamente, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende ConstantinoConstantijn
Constantine habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had decapitadoOnthoofd la granGroot
Grote estatuaBeeld
Standbeeld, leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring en el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek un granGroot
Grote retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u y en aquelDat
Die momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat vigilandoIn de gaten houdend
Lettend op
Wakend la construcciónAanbouw
Aanleg
Aanleggen
Akkoord
Bouw
Bouwen
Bouwsel
Bouwwerk
Constructie
Construeren
Gebouw
Ineenzetten
Inrichting
Maatregel
Maken
Opbouw
Perceel
Regeling
Schikking
Zetting
del haloHalo
Ik sleep
Ik trek que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar rodearBegrijpen
Omgaan
Omgeven
Omgeven met
Omringen
Rondgaan a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle elloDat
Het. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers loDe
Hem
Het
U pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer a modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze de relucienteGlimmend
Glimmende rayoBliksem
Hemelvuur
Ik kras
Ik schraap
Ik schrab
Ik schrap
Ik trek
Ik trek een streep
Ik wrijf los
Spaak
Straal que salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
del cráneoSchedel imperialImperiaal
Imperiale
Keizerlijk
Keizerlijke.
ConstantinoConstantijn
Constantine habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had demostradoAangetoond
Bewezen
Geadstrueerd
Gelaten zien
Gestaafd
Uitgewezen
Waargemaakt últimamenteDe laatste tijd
Onlangs interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente por las reliquiasRelikwieën. Él mismoHemzelf llevó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor RomaRome el
PaladioPalladium y loDe
Hem
Het
U incrustóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde in en los cimientosTerrein waarop gebouw staat del monumentoGedenkteken
Monument.
Me alegroIk verheug me de que empiecesJij/je begint
Jij/je breekt aan
Jij/je gaat in
Jij/je snijdt aan
Jij/je vangt aan conDoor
Met
Per
Samen met una parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de TroyaTroje -leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei HelenaHeleen-. TuJe
Jouw abueloGrootvader
Opa Coel se pondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal insmeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aankleden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aanstellen
Zal men aanbrengen
contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane.
TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast otrasAnder
Andere
Nog één muchasVeel
Vele
Zeer
Zere cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze importantesBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei ConstantinoConstantijn
Constantine-. ¡QuéWat
Welke suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden! En
el momentoHet ogenblik en queWaarin estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke piedraHagel
Steen aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen un traficanteHandelaar
Smokkelaar de PalestinaPalestijns
Palestijnse
Palestijnse autoriteit
Palestina conDoor
Met
Per
Samen met una
colecciónBundel
Collectie
Verzameling de primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke claseAard
Klas
Klasse
Les
Lestijd
Soort
Stand. CosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken importantísimas.
NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature, leHaar
Hem
Het
U compréIk deed boodschappen
Ik kocht
Ik kocht aan
Ik kocht in
Ik nam af
Ik nam over
Ik schafte aan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el loteDe
Hem
Het
U. ComprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond la azuelaDissel
Kuipersdissel de NoéNoach
Noëh (la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve que utilizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam te baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste toe en el
arcaArk
Kist
Schrijn), la cajaBak
Blik
Blikje
Bus
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Geldkist
Kas
Kassa
Kist
Koker
Korf
Krat
Kruik
Pak
Pot
Schrijn
Slof
Spaarbank
Trommel
Trommeltje
Urn
Vat
Zak de alabastroAlbast de María MagdalenaCakeje
Madeleine
Magdalena
Magdalena-cakeje y toda clase deAllerhande
Allerlei
Van elke soort cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken.
¿Y quéWat
Welke hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet conDoor
Met
Per
Samen met ellasHen
Ze
Zij, hijoKind
Zoon míoMijne
Van mij?
AlláDaar estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en la baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard de la columnaColonne
Column
Kolom
Pilaar
Steunpilaar
Zuil. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! la puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt sacudirOpschudden
Schokken
Schudden
Wrikken.
Se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd contentísimo conDoor
Met
Per
Samen met los clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers. El segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede se loDe
Hem
Het
U pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer en el sombreroHoed. El tercero3e
Derde loDe
Hem
Het
U utilizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam te baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste toe en
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus característicoEigenaardig
Eigenaardige
Karakteristiek
Karakteristieke
Kenmerkend
Kenmerkende de élHem
Hij. LoDe
Hem
Het
U mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel alNaar de
Naar het herreroSmid y el herreroSmid se loDe
Hem
Het
U forjóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeedde en forma deIn de vorm van frenoBit
Gebit
Ik houd in bedwang
Ik rem
Ik rem af
Mondstuk
Rem de
caballoKnol
Paard
Ros. HelenaHeleen se sobresaltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok alNaar de
Naar het prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast cuandoAls
Tijdens
Wanneer loDe
Hem
Het
U supoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist.
PeroDoch
Echter
Maar acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit por soltarLoslaten
Losmaken una risita y se leHaar
Hem
Het
U oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten palabraBewoording
Woord enigmáticaRaadselachtig
Raadselachtige: 'stabularia'.
Se leHaar
Hem
Het
U iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren acabandoAfmakend
Afsluitend
Afwerkend
Besluitend
Beëindigend
Eindigend
Opgebruikend
Opmakend
Opterend
Uitmakend
Uitwerkend
Verbruikend
Verdoend
Verklungelend
Verkwistend
Vermorsend
Verspillend
Voleindigend las fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden y prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk en la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking. Dispuso deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met muchosVeel
Vele
Zeer
Zere detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein. MandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel a suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de TréverisTrier el santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale mantoDeken
Jas
Mantel
Manto, a suHaar
Hun
Uw
Zijn nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel en el
palacioPaleis SensorioZetel der gewaarwording un granGroot
Grote trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje de la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje y el tituloIk geef een titel
aan, y dividióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde y dispersóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiftte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte kleurschifting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonderde af suHaar
Hun
Uw
Zijn tesoroSchat sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te olvidarAfleren
Vergeten
Verleren a
ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand de susHaar
Hun
Uw
Zijn amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden. HizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit que los cuerposCorpora
Corpsen
Korpsen
Legerkorpsen
Lichamen
Lijven de los magosMagiërs, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se sabeMen weet cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je aparecieron enZij/ze verschenen op suHaar
Hun
Uw
Zijn
equipajeBagage, los mandaranZij/ze bevalen
Zij/ze commandeerden
Zij/ze gelastten
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden
Zij/ze voerden aan
Zij/ze voerden het bevel a ColoniaKeulen
Kolonie
Nederzetting
Volksplanting. Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte vacióHij ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn cornucopiaHoorn des overvloeds y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was por legarBedenken sinoDoch
Echter
Maar suHaar
Hun
Uw
Zijn
propioEigen cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld. ÉsteDeze
Dit loDe
Hem
Het
U queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou ConstantinoConstantijn
Constantine paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! suHaar
Hun
Uw
Zijn iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel de los ApóstolesApostelen
Apostels
Voorvechters, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin los
cenotafios, que formabanZij/ze formeerden
Zij/ze gingen aan
Zij/ze paradeerden
Zij/ze praalden
Zij/ze prijkten
Zij/ze pronkten
Zij/ze vormden un granGroot
Grote círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje, estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten vacíosAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Hol
Holen
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Uitgehaald
Uitgehold
Vacua
Vacuüms
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te adoradoresAanbiddend
Aanbiddende. PeroDoch
Echter
Maar HelenaHeleen habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen dóndeWaar
Waarheen yacerLiggen y suHaar
Hun
Uw
Zijn últimoAchterste
Jongstleden
Laatste actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was legarseBedenken a siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve a RomaRome. MurióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte el 1818
Achttien de agostoAugustus
Oogstmaand de 328.
SuHaar
Hun
Uw
Zijn cadáverKadaver
Kreng
Lijk loDe
Hem
Het
U llevaron aZij/ze namen mee naar
Zij/ze namen mee voor RomaRome y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was depositado enGestort op el sarcófagoSarcofaag que ConstantinoConstantijn
Constantine habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
sí mismoZichzelf en el mausoleoMausoleum
Praalgraf que construyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze construeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette ineen a tres3
Drie millasMijlen de la CiudadPlaats
Stad en la carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg de PalestinaPalestijns
Palestijnse
Palestijnse autoriteit
Palestina. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el reinadoBoven anderen uitgestoken
Geheerst
Geregeerd del papaAardappel
Paus UrbanoStads
Stads-
Stadse
Stedelijk
Stedelijke VIII, en queWaarin susHaar
Hun
Uw
Zijn huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren trasladadosOmgezet
Overgebracht
Overgeplaatst
Verlegd
Verplaatst a la
iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel de AraBeploeg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beploegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ploegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ploegt om
Ploeg om!
Ploeg! Coeli, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin yacenZij/ze liggen hoyHeden
Vandaag. A pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige metrosMeters
Metra
Metro's
Metrums
Versmaten de ellaHaar
Ze
Zij, en las escalerasLadders
Opgangen
Trap
Trappen de esaDat
Die iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld añosJaren despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens Edward Gibbon premeditando suHaar
Hun
Uw
Zijn historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal.
Las muchasVeel
Vele
Zeer
Zere oracionesBeden
Bedes
Oraties
Redes
Redevoeringen
Smeekbeden
Smeekbedes
Speechen
Speeches de HelenaHeleen recibieronZij/ze accepteerden
Zij/ze begroetten
Zij/ze genoten
Zij/ze kregen
Zij/ze namen aan
Zij/ze ontvingen
Zij/ze toucheerden respuestasAntwoorden
Bescheiden
Wederwoorden
Weerwoorden diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende. ConstantinoConstantijn
Constantine se bautizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een naam
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte y
murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte en la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting de una inmediataAangrenzend
Aangrenzende
Belendend
Belendende
Direct
Directe
Live
Onmiddellijk
Onmiddellijke
Rechtstreeks
Rechtstreekse y triunfalTriomfantelijk
Triomfantelijke entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht en el paraísoGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Paradijs
Trans. BritaniaBrittannië se convirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde zich alNaar de
Naar het
cristianismoChristendom por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd y dedicó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde aan HelenaHeleen ciento100
Honderd treinta30
Dertig y seis6
Zes iglesiasBedehuizen
Godshuizen
Kerken
Kerkgebouwen
Moskeeën
Synagogen
Synagoges
Tempelen
Tempels parroquialesGemeente
Kerkbuurt
Kerkgemeente
Kerspel
Parochie, granGroot
Grote
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de ellasHen
Ze
Zij en el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten paísLand de los trinovantos. Los santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos lugaresAanleidingen
Dorpen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Ruimten
Ruimtes
Zetels pasaronEr gingen voorbij
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken, a lo largo deDoor
Door ... heen
Doorheen
Langs
Via los siglosEeuwen,
por alternativasAfwisselingen
Alternatief
Alternatieve
Alternatieven
Keuzen
Keuzes de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn honradosBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd y profanadosGeprofaneerd
Geschonden
Ontheiligd
Ontwijd
Verontheiligd, perdidosGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen y ganadosBehaald
Gewonnen
Verdiend, compradosAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen y objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp de
transaccionesTransacties
Transactiën. PeroDoch
Echter
Maar la maderaHout
Madeira (likeurwijn) haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duradoAangebleven
Aangehouden
Beklijfd
Geduurd
Standgehouden
Voortgeduurd. En astillasJij/je versplintert
Scherven
Splinters y trocitosStukjes encerradosOpgesloten
Vastgezet en calasJij/je dringt binnen
Moerasaronskelken
Ruimen
Scheepsruimen egregias haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
recorridoAfgelegd
Afgelopen
Afleggen
Aflopen
Bereisd
Bereizen
Doorgaan
Doorgegaan
Doorgereisd
Doorgetrokken
Doorreizen
Doortrekken
Gegaan door
Koers
Reis
Rondgereisd
Rondreizen
Route
Tracé
Traject todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el mundoAardrijk
Wereld y encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen en todas lasAlle razasRassen una gozosa bienvenidaWelkom
Welkome
Welkomst-.
PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl expresaBetuig!
Betuigd
Druk uit!
Duidelijk
Duidelijke
Expres-
Geopperd
Geuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oppert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoordt
Opper!
Snel
Snel-
Snelle
Spreek uit!
Stellig
Stellige
Uit!
Uitdrukkelijk
Uitdrukkelijke
Uitgedrukt
Uitgesproken
Verwoord
Verwoord! un hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet.
Se cuentanZij/ze berekenen
Zij/ze calculeren
Zij/ze debiteren
Zij/ze lezen voor
Zij/ze rekenen
Zij/ze rekenen uit
Zij/ze tellen
Zij/ze tellen af
Zij/ze tellen neer
Zij/ze verhalen
Zij/ze vertellen los perrosHonden
Rekels
Reuen, que cazanZij/ze bejagen
Zij/ze drijven voort
Zij/ze jagen
Zij/ze jagen na
Zij/ze maken jacht op excitadosAangemaand
Aangewakkerd
Geprikkeld
Gewerkt op
In vervoering gebracht
Opgewonden
Verhit. En la espesuraDikte se oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg claramenteDuidelijk
Zonneklaar el son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit un cuernoClaxon
Hoorn
Toeter.
HelenaHeleen lesHen
Hun
U hace seguirHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt na otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer el rastroOverblijfsel
Rommelmarkt
Spoor
Vlooienmarkt.
Por encima deAan
Boven
Over todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el parloteoIk babbel de suHaar
Hun
Uw
Zijn épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht y la nuestraOns
Onze
Van ons, HelenaHeleen haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt una afirmaciónBetuigen
Bevestigen
Bevestiging
Beweren
Bewering
Stellen
Uitspraak
Verzekeren
Verzekering paladina. Y
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend en éstaAlhier
Hier yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig! la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |