Alejandro Dumas -Alexandre dumas EL HOMBREGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
DE LA MASCARAHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kauwde
Ik kauwde
DE HIERROIjzeren

INDICE

Tres3
Drie
comensalesTafelgenoten admiradosBevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd
de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd

¡A palacioPaleis y a escape(Het) ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ik ontga
Ik ontkom
Ik ontsnap
Lekken
Ontgaan
Ontgaat u!
Ontkomen
Ontkomt u!
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontsnapt u!
Ontvluchten
Uitlaat
Uitlaatpijp
!
Un negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak
arregladoAangericht
Gearrangeerd
Gemaakt
Geordend
Geregeld
Gerepareerd
Geruimd
Geschikt
Hersteld
In orde gemaakt
Ingericht
Opgeknapt
Opgeruimd
Terechtgebracht
Verholpen
Versteld
por M. de D'Artagnan
En dondeWaarin Porthos se convenceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigt zich sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberBezitting
Hebben
Zijn
comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan

La sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging
de Baisemeaux
El presoGevangene
La colmenaBijenkorf, las abejasBijen
Honingbijen
y la mielHonig
Honing

OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
en la Bastilla
El generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
de la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde

El tentadorVerleidelijk
Verleidelijke

CoronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel
y tiaraTiara
El castilloBurcht
Kasteel
Slot
de Vaux
El vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
de Melún
NéctarNectar y ambrosíaAmbrosia
Ambrozijn
Amerikaans wormzaad
Godenspijs
Welriekende ganzenvoet
Wormkruid
Wormzaad

La habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
de Morfeo
Colbert
CelosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren

Lesa majestadMajesteitsschennis
Una nocheAvond
Nacht
en la Bastilla
La sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
de Fouquet
La mañanaMorgen
Ochtend

El amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
se respetaEerbiedig!
Heb respect voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteert
Respecteer!
la consignaBagageruim
Boek bij!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze registreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft in
Registreer!
Schrijf in!
en la Bastilla
El reconocimientoDankbaarheid
Erkennen
Erkenning
Herkennen
Herkenning
Honoreren
Onderkennen
Toegeven
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

El falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
En el queWaarin Porthos cree queDenk dat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat
correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
un DucadoDukaat
Hertogdom

El últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel

BeaufortBeaufort
PreparativosGesteldheid
Wilsbeschikking
de marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan

El inventarioBoedel
Inventaris
de M. de BeaufortBeaufort La fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput
de plataE174
Zilver

PrisioneroGevangen
Gevangene
y carcelerosCipiers
Gevangenbewaarders

Las promesasBeloften
Beloftes
Toezeggingen
Uitlovingen

EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen

La cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen

ConsejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
de amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind

CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Luis XIV hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
papelPapier
Rol

El caballoKnol
Paard
Ros
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
y el caballoKnol
Paard
Ros
negroNeger
Zwart
Zwarte

En el cualWaarop la ardillaEekhoorn cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
y la culebraSlang vuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vliegt
Vlieg!

Belle-Isle-en-Mer
Las explicacionesExplicaties
Ophelderingen
Rekenschappen
Toelichtingen
Uitduidingen
Uiteenzettingen
Uitleggen
Uitleggingen
Verduidelijkingen
Verhelderingen
Verklaringen
de Aramis
La despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
de Porthos
El hijoKind
Zoon
de Biscarrat
La grutaGrot de Locmaria
En la grutaGrot
Un cantoIk zing
Zangkunst
de Hornero

La muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de un titánTitan

El epitafioEpitaaf
Grafschrift
de Porthos

El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Luis XIV

Los amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
de M. Fouquet

El testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking
de Porthos

¡PadrePater
Vader
, padrePater
Vader
!

El Angel de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden


El últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
cantoIk zing
Zangkunst
del poemaDichtwerk
Gedicht
Vers


EpílogoEpiloog
Narede


La muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de D'Artagnan

TRES3
Drie
COMENSALESTafelgenoten ADMIRADOSBevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd
DE COMERBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
JUNTOSAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd


AlNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la puertaDeur
Poort
Portier
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
de la Bastilla, se paróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tot stilstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
a intimación de un centinelaSchildwacht
Wacht
, peroDoch
Echter
Maar
en
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
D'Artagnan huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
dos2
Do's
Twee
Tweede
palabrasBewoordingen
Woorden
, levantóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
la consignaBagageruim
Boek bij!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze registreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft in
Registreer!
Schrijf in!
y la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats

del gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering
.

D'Artagnan, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de linceLos
Lynx
loDe
Hem
Het
U
veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
alNaar de
Naar het
través deDoor
Door ... heen
Doorheen
Via
los murosMuren, exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
de repenteIneens
Opeens
Plotseling
:

¿QuéWat
Welke
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
?

¿QuéWat
Welke
veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
? --preguntó Athos con tranquilidadKalm.

MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
alláDaar abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
.

¿En el patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
.

VeoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
una carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
; habrán(Zij) zullen hebben
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen zijn
traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
desventurado presoGevangene comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
.

ApostaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wedden
Ik zou wedden
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
élHem
Hij
, Athos.

¿QuiénWie?

Aramis.

¡QuéWat
Welke
! ¿Aramis presoGevangene? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
.

YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
presoGevangene, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
en la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.

¿QuéWat
Welke
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
aquíAlhier
Hier
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
?

Conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!
alNaar de
Naar het
gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
Baisemeaux, --respondió D'Artagnan conDoor
Met
Per
Samen met
socarronería: --llegamos a tiempoBijtijds
Op tijd
Tijdig
.

¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
?

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
verBekijken
Kijken
Zien
.

SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer
de verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
, --repuso Athos, --al vermeBekijken
Kijken
Zien
, Aramis se sentiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich voelen contrariadoGedwarsboomd
Gehinderd
Tegengewerkt
, primeramenteAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst

de vermeBekijken
Kijken
Zien
, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
.

Muy bienBest
Heel goed
Prima
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken
.

Por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
en la Bastilla, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
de retrocederAchteruitgaan
Terugdeinzen
Teruggaan
.

Se meMe
Mij
ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats!
una ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
, Athos, --repuso el mosqueteroMusketier; -- hagamosLaten we aanmaken
Laten we bedrijven
Laten we doen
Laten we maken
Laten we uitbrengen
Laten we uitrichten
Laten we uitvoeren
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit
por evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen
la contrariedadTegenslag de
Aramis.

¿De quéWat
Welke
maneraManier
Trant
Wijze
?

HaciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
lo queDat wat
Wat
yoEgo
Ik
osJe
Jullie
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
, o más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer
dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
que yoEgo
Ik
me expliqueIk begrijp
Ik geef me rekenschap
 van iets
Ik geef mijn mening
 te kennen
Ik verklaar me nader
a miMi
Mijn
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
recomendarosAanbevelen
Aanraden
Aantekenen
Recommanderen

que mintáisJullie liegen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
osJe
Jullie
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
.

EntoncesDan
Dus
Toen
?...

YoEgo
Ik
mentiréIk zal liegen por dos2
Do's
Twee
Tweede
,, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
gascónGascogner que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
.

Athos se sonrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlachte.

EntretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
alNaar de
Naar het
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
de la puertaDeur
Poort
Portier
del gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering
.

¿De acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze
? --preguntó D'Artagnan en vozInspraak
Stem
Stemgeluid
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
,

Athos hizo una señalHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seinde
afirmativaBevestigend
Bevestigende
Toestemmend
Toestemmende
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
, y, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
conDoor
Met
Per
Samen met
D'Artagnan, echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
escaleraLadder
Opgang
Trap
arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
 verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
.

¿Por quéWaarom casualidadToevalligheid?... --dijo Aramis. --Eso iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
yoEgo
Ik
a preguntarosVragen,--interrumpió D'Artagnan.

¿AcasoToeval
Toevalligheid
nos(Aan) ons
Ons
constituimosWij/we maakten uit
Wij/we maken uit
Wij/we stelden samen
Wij/we stellen samen
Wij/we vormden
Wij/we vormen
presosGevangenen
Opgestoken
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
? --exclamó Aramis esforzándosePogend
Strevend
Zich inspannend
en reírseLachen.

¡Je! ejeAs
Spil
! --exclamó el mosqueteroMusketier, --la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
es queDat komt omdat
Want
las paredesMuren
Wanden
huelen aZij/ze rieken naar
Zij/ze ruiken naar
prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
, que apestaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stinkt
Stink!
. SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer

de Baisemeaux, supongo queIk veronderstel dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habéisJullie hebben
Jullie zijn
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
que el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
díaDag
Etmaal
meMe
Mij
convidasteis a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
.

¡YoEgo
Ik
! --exclamó el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
.

¡HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
sinoDoch
Echter
Maar
que osJe
Jullie
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
de sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
. ¿VosGe
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
recordáisJullie herdenken
Jullie herinneren
Jullie onthouden
Jullie weten nog
?

Baisemeaux, miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
a Aramis, que a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
leHaar
Hem
Het
U
miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
a élHem
Hij
, y acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
por decirOpgeven
Spreken
Zeggen
conDoor
Met
Per
Samen met
tartamuda lenguaSchar
Taal
Tong
:

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
... me alegroIk verheug me... peroDoch
Echter
Maar
... palabraBewoording
Woord
... que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
... ¡MalditaVervloekt
Vervloekte
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
miMi
Mijn
memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
!

De esoDat
Die
Zulks
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
yoEgo
Ik
la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
, --exclamó D'Artagnan haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
que se enfadabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd boos
.

¿De quéWat
Welke
?

De acordarmeAccorderen
Goedvinden
Herinneren aan
Het eens zijn
Overeenkomen
Stemmen
Toegeven
Toestemmen
Verzoenen
por lo queDat wat
Wat
se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
formalicéisJullie formaliseren, capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
, --dijo Baisemeaux abalanzándoseVoorwaarts stormend
Zich werpend op
alNaar de
Naar het
gascónGascogner; --soy el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
desmemoriado
del reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat
. SacadmeBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af!
de miMi
Mijn
palomarDuiventil, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
para nadaVooral niet.

BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, el casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
es queDat komt omdat
Want
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
loDe
Hem
Het
U
recordáisJullie herdenken
Jullie herinneren
Jullie onthouden
Jullie weten nog
, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
? --repuso D'Artagnan conDoor
Met
Per
Samen met
la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
impasibilidad.

Ja
Jawel
Wel
Zich
, loDe
Hem
Het
U
recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
,--respondió Baisemeaux titubeandoAarzelend
Dubbend
Schoorvoetend
Schromend
Waggelend
Wankelend
Weifelend
Wiebelend
Zwichtend
.

FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
en palacioPaleis dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
meMe
Mij
contasteisJullie berekenden
Jullie calculeerden
Jullie debiteerden
Jullie lazen voor
Jullie rekenden
Jullie rekenden uit
Jullie telden
Jullie telden af
Jullie telden neer
Jullie verhaalden
Jullie vertelden
quéWat
Welke
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
yoEgo
Ik
que cuentosAnekdoten
Anekdotes
Sprookjes
Verhalen
de cuentas conJij/je hebt fiducie in
Jij/je stelt vertrouwen in
Jij/je vertrouwt
los señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Louvieres y
Tremblay.

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
. --Y respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
a las atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Herblay paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conDoor
Met
Per
Samen met
vosGe
Gij
Je
Jij
.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! --exclamó Aramis mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
de hitoMijlpaal en hitoMijlpaal alNaar de
Naar het
gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, --¿y vosGe
Gij
Je
Jij
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
,
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Baisemeaux?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, tenéis razónJullie hebben gelijk, --dijo el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
interrumpiendoInterrumperend
Onderbrekend
Schorsend
a D'Artagnan, --os pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
mil1000
Duizend
perdonesGratiën
Jij/je begenadigt
Jij/je vergeeft
Kwijtscheldingen
Vergiffenissen
.
PeroDoch
Echter
Maar
tenedHeb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd!
por entendidoAangevoeld
Begrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Verstaan
Verstandig
Verstandige
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan que, convidadoGast
Introducé
Logé
o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
y mañanaMorgen
Ochtend
, y siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
, soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
el amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon

de miMi
Mijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
loDe
Hem
Het
U
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Herblay y el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
que osJe
Jullie
acompañaAccompagneer!
Begeleid!
Ga mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelt
Loop mee!
U begeleidt
Vergezel!
.

EstoDeze
Dit
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
loDe
Hem
Het
U
dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
yoEgo
Ik
por sobreentendidoVerondersteld, --repuso D'Artagnan; --y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
esta tardeHedenavond
Vanavond
Vanmiddag
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet

hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
en palacioPaleis, veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
catar vuestraJullie
Uw
Van jullie
comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
por el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen
conDoor
Met
Per
Samen met
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer

condeGraaf.

Athos asintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde ja
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei ja
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
.

PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
Ja
Jawel
Wel
Zich
, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf, que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de verBekijken
Kijken
Zien
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven
una ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
que exigeEis op!
Eis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Reken!
Schrijf voor!
Vereis!
Verg!
Verlang!
Vorder!
prontaGereed ejecuciónExecuteren
Executie
Gerechtelijke verkoop
Nakomen
Naleven
Opvoering
Terechtstellen
Terechtstelling
Uitvoeren
Uitvoering
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
Volvoering
;
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
nos encontrábamosWij/we bevonden ons
Wij/we kwamen elkaar tegen
Wij/we maakten het
Wij/we troffen elkaar
Wij/we waren gesteld
aquíAlhier
Hier
cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
estrecharosReiken la manoDe hand y presentarosJullie te presenteren alNaar de
Naar het
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
,
de quienWiens meMe
Mij
hablasteisJullie converseerden
Jullie praatten
Jullie spraken
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ventajosamente en palacioPaleis la nocheAvond
Nacht
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
en queWaarin...

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
. El caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el condeGraaf de La Fere, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
?

El mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
.

BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf, --dijo Baisemeaux.

Se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
conDoor
Met
Per
Samen met
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
, --prosiguió D'Artagnan, -- mientrasTerwijl yoEgo
Ik
, voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
adondeWaar
Waarheen
meMe
Mij
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
el servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
.
Y suspirandoHunkerend
Kreunend
Reikhalzend
Smachtend
Verlangend
Zuchtend
Zuchtend naar
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Porthos pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
haberloHet te hebben hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
: --¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
, felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
!

¡QuéWat
Welke
! ¿os vaisJullie gaan af
Jullie gaan weg
Jullie vertrekken
Jullie verwijderen je
? --dijeron Aramis y Baisemeaux a una eEn impulsadosAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht
por la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
que lesHen
Hun
U
proporcionaba(Het) verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte evenredig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bezorgde
Ik bracht in orde
Ik fourneerde
Ik maakte evenredig
Ik mat af
Ik verschafte
Ik woog af

aquellaDat
Die
Diegene
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
, y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
echadaAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
en sacoIk behaal
Ik breng naar buiten
Ik doe af
Ik doe uit
Ik haal
Ik haal eruit
Ik haal te voorschijn
Ik haal uit
Ik haal van
Ik hoos
Ik krijg uit
Ik leg af
Ik ontleen
Ik put
Ik schep
Ik trek uit
Ik zet af
Tas
Zak
rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken
por el gascónGascogner.

En miMi
Mijn
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
osJe
Jullie
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
un comensalTafelgenoot nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
y buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
.

¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
! --exclamó el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, ¿osJe
Jullie
perdemosWij/we geven op
Wij/we lopen mis
Wij/we missen
Wij/we raken kwijt
Wij/we verbeuren
Wij/we verkwisten
Wij/we verliezen
Wij/we verspelen
?

OsJe
Jullie
pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
una horaTijd
Uur
uOf horaTijd
Uur
y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
. EstaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten
de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
a los postresDesserten
Desserts
Nagerechten
Toespijzen
Toetjes
.

OsJe
Jullie
aguardaremosWij/we zullen afwachten
Wij/we zullen te wachten
 staan
Wij/we zullen verwachten
Wij/we zullen wachten
, --dijo Baisemeaux.

MeMe
Mij
disgustaríaisJullie zouden bedroeven
Jullie zouden ergeren
.

¿VolveréisJullie zullen draaien
Jullie zullen keren
Jullie zullen omdraaien
Jullie zullen ronddraaien
Jullie zullen teruggaan
Jullie zullen terugkeren
Jullie zullen terugkomen
Jullie zullen teruglopen
Jullie zullen terugtrekken
Jullie zullen wederkeren
Jullie zullen wederkomen
Jullie zullen weer gaan
Jullie zullen weeromkomen
Jullie zullen wenden
Jullie zullen wentelen
Jullie zullen zwenken
? --preguntó Athos conDoor
Met
Per
Samen met
acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval
de dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
.

Ja
Jawel
Wel
Zich
, --respondió D'Artagnan estrechandoReikend confidencialmente la manoDe hand a suHaar
Hun
Uw
Zijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
. Y en vozInspraak
Stem
Stemgeluid
bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
:
AguardadmeSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht!
, ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet!
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
, y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habléisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que de cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
trivialesAfgezaagd
Afgezaagde
Alledaags
Alledaagse
Banaal
Banale
Gewoontjes
Nietszeggend
Nietszeggende
Onbenullig
Onbenullige
Plat
Platte
Triviaal
Triviale
Vulgair
Vulgaire
.

Baisemeaux condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
a D'Artagnan hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la puertaDeur
Poort
Portier
. Aramis, decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a sonsacar a Athos, leHaar
Hem
Het
U
colmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
de
halagosLoftuitingen, peroDoch
Echter
Maar
Athos poseíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk
en gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap
eminentísimo todas lasAlle virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
. De exigirloEisen
Opeisen
Rekenen
Vereisen
Vergen
Verlangen
Voorschrijven
Vorderen
la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
, hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden

el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
oradorRedenaar del mundoAardrijk
Wereld
, peroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
articularVerbinden una sílabaLettergreep
Syllabe
, de requerirloAanmanen
Betekenen
Nodig hebben
Nodig maken
Onderzoeken
Overhalen
Overreden
Vereisen
las circunstanciasOmstandigheden.

Los tres3
Drie
comensalesTafelgenoten se sentaronZij/ze gingen zitten
Zij/ze namen plaats
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten zich
, a una mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
servidaAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Geserveerde
Opgediend
Van dienst geweest
conDoor
Met
Per
Samen met
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
substancialBelangrijk
Belangrijke
lujoLuxe
Pracht
Weelde
Weelderigheid
gastronómicoGastronomisch
Gastronomische
.

Baisemeaux fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que tragóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slokte
de verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
; Aramis picóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte fijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jeukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kriebelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krieuwelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snipperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wriemelde
todos losAlle platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen
, Athos sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
comióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat
sopaSoep y una
porcioncilla de los entremesesAmuses
Voorgerechten
. La conversaciónConversatie
Gesprek
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
lo queDat wat
Wat
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
opuestosGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergesteld
de carácterAard
Geaardheid
Karakter

y de proyectosBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Plannen
Projecten
.

Aramis noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
de preguntarseZich afvragen por quéWaarom singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke
coincidenciaOvereenkomen
Overeenstemmen
Samenvallen
se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
Athos en casa deAan
Bij
Ten huize van
Baisemeaux,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
D'Artagnan estaba ausenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet verstek gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik liet verstek gaan
Ik ontbrak
Ik was absent
Ik was afwezig
, y por quéWaarom estaba ausenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet verstek gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik liet verstek gaan
Ik ontbrak
Ik was absent
Ik was afwezig
D'Artagnan, y Athos se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden
.

Athos sondeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze peilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze polste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sondeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vademde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste naar
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
hondoDiep
Diepe
el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
de Aramis, subterfugioUitvlucht eEn intrigaBekonkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekonkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intrigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze konkelt
Intrigeer!
Konkel!
viviente, y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

en un libroBoek
Ik bevrijd
abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
que el preladoKerkvoogd
Prelaat
leHaar
Hem
Het
U
ocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Ik bekleedde
Ik besloeg
Ik betrok
Ik bewaarde
Ik bewoonde
Ik bezette
Ik hield bezig
Ik nam in beslag
Ik vervulde
y preocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde zorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte ongerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Ik baarde zorgen
Ik benauwde
Ik maakte ongerust
Ik verontrustte
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
de importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
consideróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
, y se preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde zich af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg zich af
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
por quéWaarom D'Artagnan se salieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekte tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
aprisaSnel y por maneraManier
Trant
Wijze
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke
de
la Bastilla, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
un presoGevangene tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
introducidoAangebracht
Binnengedrongen
Binnengelaten
Binnengevoerd
Geïntroduceerd
Ingebracht
Ingedaan
Ingeschoven
Ingestoken
Ingevoerd
Ingevuld
y peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
inscritoAangetekend
Bijgeboekt
Geboekt
Geregistreerd
Ingeschreven
Vastgelegd
en el registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
.

PeroDoch
Echter
Maar
sigamosLaten we aanblijven
Laten we bewandelen
Laten we bijhouden
Laten we doorgaan
Laten we opvolgen
Laten we volgen
Laten we voortvloeien
Laten we voortzetten
Wij/we bewandelen
Wij/we blijven aan
Wij/we gaan door
Wij/we houden bij
Wij/we vloeien voort
Wij/we volgen
Wij/we volgen op
Wij/we zetten voort
a D'Artagnan que, alNaar de
Naar het
subirseBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
, gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
alNaar de
Naar het
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
del cocheroKoetsier
Rijtuigbouwer
:

¡A PALACIOPaleis Y A ESCAPE(Het) ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ik ontga
Ik ontkom
Ik ontsnap
Lekken
Ontgaan
Ontgaat u!
Ontkomen
Ontkomt u!
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontsnapt u!
Ontvluchten
Uitlaat
Uitlaatpijp
!

Lo queDat wat
Wat
pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
en el Louvre duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
de la Bastilla

Saint-Aignán, por encargoAanvraag
Aanvragen
Bestellen
Bestelling
Ik belast met
Ik bestel
Ik draag op
Ik geef opdracht
Ik vraag aan
Opdragen
Order
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
a La Valiére: peroDoch
Echter
Maar
por muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
que fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
suHaar
Hun
Uw
Zijn
elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
persuadirBepraten
Overhalen
Overreden
a Luisa de que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
tuvieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
un protectorBegunstiger
Beschermend
Beschermende
Beschermer
Beschermheer
Beschermheilige
Patroon
Schutspatroon
Sponsor
Veiligheids-
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
esoDat
Die
Zulks
, y de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
necesitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toe aan
Ik behoefde
Ik had nodig
Ik hoefde
Ik was toe aan
de
personaMens
Personage
Persoon
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
en el mundoAardrijk
Wereld
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
alNaar de
Naar het
soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
.

En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
el confidenteVertrouweling manifestadoGelaten blijken
Gemanifesteerd
Getoond
Geuit
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
descubiertoOntdekt
Uitgevonden
Uitgevorst
el famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Luisa,
deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen
en llantoHuilen, empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a lamentarseJammeren
Klagen
y a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
muestrasAdstructies
Betuigingen
Bewijzen
Blijken
Jij/je laat zien
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst uit
Monsters
Proefstukken
Proeven
Specimens
Specimina
Staaltjes
Stalen
Tekenen
Tekens
de un dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere

graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
podidoGekund
Gemogen
presenciarAanwezig zijn bij
Bijwonen
Getuige zijn van
Tegenwoordig zijn bij
la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
.

Saint-Aignán, embajadorAfgezant
Ambassadeur
Bode
Gezant
, se loDe
Hem
Het
U
contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
conDoor
Met
Per
Samen met
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pelosBeharingen
Haardossen
Haren
y señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens
.

PeroDoch
Echter
Maar
bien--repuso Luis cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Saint-Aignán se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
explicadoBeduid
Duidelijk gemaakt
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Verhelderd
Verklaard
, --¿quéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
resueltoOpgelost Luisa? ¿La veréIk zal bekijken
Ik zal kijken
Ik zal zien
a
loDe
Hem
Het
U
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
antes deAlvorens te
Voor
cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen
? ¿VendráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meekomen
o será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
menesterNodig que yoEgo
Ik
vaya aGaat u naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Ik ga naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
?

MeMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
, Sire, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
deseáisJullie ambiëren
Jullie aspireren
Jullie begeren
Jullie dingen naar
Jullie haken naar
Jullie hebben trek in
Jullie hunkeren
Jullie jagen na
Jullie smachten
Jullie smachten naar
Jullie snakken naar
Jullie streven na
Jullie streven naar
Jullie verkiezen
Jullie verlangen
Jullie wensen
verlaBekijken
Kijken
Zien
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
deberéisJullie zullen behoren te
Jullie zullen dienen
Jullie zullen horen
Jullie zullen in de
 schuld staan
Jullie zullen moeten
Jullie zullen schuldig zijn
Jullie zullen te danken
 hebben
Jullie zullen verplicht zijn
 om te
Jullie zullen verschuldigd zijn
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
, masDoch
Echter
Maar
Plus
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
recorrerAfleggen
Aflopen
Bereizen
Doorgaan
Doorreizen
Doortrekken
Gaan door
Rondreizen

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.

¡NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
! ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
hondasDiep
Diepe
raícesRadices
Stammen
Wortels
Wortels (deel van plant)
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
echadasAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
eseDat
Die
Bragelonne! --dijo el soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
esoDat
Die
Zulks
que decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
, Sire, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
--Sí, Sire, peroDoch
Echter
Maar
...

¿QuéWat
Welke
? --interrumpió con impacienciaOngeduldig el monarcaMonarch
Vorst
.

PeroDoch
Echter
Maar
advirtiéndome que, de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hacerloDoen
Laten
Maken
yoEgo
Ik
, loDe
Hem
Het
U
arrestaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou arresteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in verzekerde
 bewaring nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inrekenen
Ik zou aanhouden
Ik zou arresteren
Ik zou in verzekerde
 bewaring nemen
Ik zou inrekenen
vuestroJullie
Uw
Van jullie
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
de guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten
.

¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
en buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en queWaarin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
obligabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplichtte
Ik drong op
Ik dwong
Ik forceerde
Ik noodzaakte
Ik verplichtte
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
a Me
Mij
, Sire, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
a miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
.

¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
?

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
que la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
arrestadoAangehouden
Gearresteerd
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
por Me
Mij
o por el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
de guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
el
resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
.

¿Y esaDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vuestraJullie
Uw
Van jullie
devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan? ¿una devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid
que razonaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redeneert
Redeneer!
y escogeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
? VosGe
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn

soldadoGelast
Gesoldeerd
Krijgsman
Soldaat
. --Espero que VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
me digaIk noem me
Ik word gezegd
Ik zeg
Ik zeg bij zichzelf
quéWat
Welke
, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
.

¡Un frondista!

En talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
desde queSinds se acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde la Fronda, Sire...

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
lo queDat wat
Wat
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
...

SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
lo queDat wat
Wat
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
. Sire.

¿A quéWat
Welke
habéisJullie hebben
Jullie zijn
venidoGekomen
Meegekomen
? Vamos aWij/we gaan naar verBekijken
Kijken
Zien
.

A decirosJullie zeggen que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf de La Fere estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en la Bastilla.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
por vuestroJullie
Uw
Van jullie
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
, a feFiducie
Geloof
Vertrouwen
míaVan mij.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, Sire: peroDoch
Echter
Maar
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, y puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
, importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
que VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
loDe
Hem
Het
U
sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u!
.

¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan ¡estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
provocandoKotsend
Opwekkend
Overgevend
Provocerend
Tartend
Tergend
Uitbrakend
Uitdagend
Uitlokkend
Uittartend
Veroorzakend
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
!

Sire...

¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan! ¡estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
abusandoMisbruik makend van
Misbruikend
de miMi
Mijn
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
!

AlNaar de
Naar het
contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander
, Sire.

¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
! ¿alNaar de
Naar het
contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, Sire: porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
venidoGekomen
Meegekomen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
meMe
Mij
arrestenArresteert u!
Houdt u aan!
Neemt u in verzekerde
 bewaring!
Rekent u in!
Zij/ze arresteren
Zij/ze houden aan
Zij/ze nemen in verzekerde
 bewaring
Zij/ze rekenen in
a Me
Mij
.

¡Para queOpdat
Zodat
osJe
Jullie
arrestenArresteert u!
Houdt u aan!
Neemt u in verzekerde
 bewaring!
Rekent u in!
Zij/ze arresteren
Zij/ze houden aan
Zij/ze nemen in verzekerde
 bewaring
Zij/ze rekenen in
a vosGe
Gij
Je
Jij
!

EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
. MiMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar aburrirseZich vervelen en la Bastilla; por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende
, suplicoIk smeek
Ik smeek af
a VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta
licenciaDank af!
Geef verlof aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft verlof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent graad van
 licentie aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt naar huis
Licentie
Ontsla!
Vergunning
Verleen graad van licentie
 aan!
Zend naar huis!

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ir aGaan naar hacerleDoen
Laten
Maken
compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
. BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
que VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
pronuncieHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Ik spreek
Ik spreek uit
Ik uit
Spreekt u uit!
Spreekt u!
Uit u!
una palabraBewoording
Woord
para queOpdat
Zodat
yoEgo
Ik
meMe
Mij
arresteArresteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arresteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in verzekerde
 bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent in
Houdt u aan!
Ik arresteer
Ik houd aan
Ik neem in verzekerde
 bewaring
Ik reken in
Neemt u in verzekerde
 bewaring!
Rekent u in!

a Me
Mij
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
; yoEgo
Ik
osJe
Jullie
respondoIk antwoord
Ik antwoord op
Ik beantwoord
Ik ben aansprakelijk
Ik ben verantwoordelijk
Ik reageer
Ik verantwoord
de que para esoDaartoe
Daarvoor
Ervoor
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tendréIk zal bijhouden
Ik zal erop nahouden
Ik zal hebben
Ik zal houden
Ik zal vasthouden
necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
del capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
de guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten
. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
se abalanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde voorwaarts
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich op

a suHaar
Hun
Uw
Zijn
bufeteBar
Buffet
Tapkast
y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
la plumaPen
Pluim
Veder
Veer
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de aprisionarGevangen nemen
Opsluiten
a D'Artagnan,

¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
olvidéisJullie leren af
Jullie vergeten
Jullie verleren
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la vidaHachje
Leven
! --exclamó el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
conDoor
Met
Per
Samen met
acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval
de amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
.

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
loDe
Hem
Het
U
supongoIk denk dat
Ik meen
Ik neem aan
Ik onderstel
Ik stel
Ik vermoed
Ik veronderstel
--repuso el mosqueteroMusketier; --porque una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
hayáisJullie hebben
Jullie zijn
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
eseDat
Die
abusoIk maak misbruik van
Ik misbruik
Misbruik
Misbruiken
, nuncaNimmer
Nooit
jamásNimmer
Nooit
osJe
Jullie

atreveréisJullie zullen aanmoedigen a mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
a caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
,

¡MarchaosGa weg!! --gritó el monarcaMonarch
Vorst
, arrojandoErin gooiend
Gooiend
Smijtend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend
con violenciaHard la plumaPen
Pluim
Veder
Veer
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
placeBehaag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
, Sire.

¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
!

HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
venidoGekomen
Meegekomen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hablarConverseren
Praten
Spreken
persuasivamente conDoor
Met
Per
Samen met
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
de la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
;
peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
dejaré deIk zal stoppen met decir aZeggen tegen VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
lo queDat wat
Wat
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
.

¡VuestraJullie
Uw
Van jullie
dimisiónAftreding! ¡vuestraJullie
Uw
Van jullie
dimisiónAftreding! --gritó el soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
.

Sire --replicó D'Artagnan, --ya sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
apegado a miMi
Mijn
empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring
; en BloisBlois osJe
Jullie
ofrecíIk bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
miMi
Mijn
dimisiónAftreding
01 díaDag
Etmaal
en queWaarin negasteisJullie loochenden
Jullie ontkenden
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
CarlosKarel el millón1000000
Miljoen
que leHaar
Hem
Het
U
regalóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf cadeau
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
el condeGraaf La Fere. '--Pues vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!

inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Sire, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
dimisiónAftreding lo queDat wat
Wat
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
ventilandoLuchtend
Spuiend
Uitluchtend
Ventilerend
Wannend
. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit

la plumaPen
Pluim
Veder
Veer
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
enviarmeAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
a la Bastilla? ¿Por quéWaarom, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, mudaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme
Verander!
Vermaak!
Vervelling
Wissel!
de consejoAdvies
Raad
Raadgeving
VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
?

¡D'Artagnan! ¡gascónGascogner testarudoKoppig
Koppige
! ¿quiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
aquíAlhier
Hier
? ¿vosGe
Gij
Je
Jij
o yoEgo
Ik
?

VosGe
Gij
Je
Jij
, Sire, por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
.

¡Por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
!

Ja
Jawel
Wel
Zich
, Sire, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
yoEgo
Ik
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
...

AplaudiríaisJullie zouden adhesie betuigen
Jullie zouden applaudisseren
Jullie zouden toejuichen
la rebeliónOpstand del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
?

¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de aplaudirlaAdhesie betuigen
Applaudisseren
Toejuichen
!

¿De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
? --dijo Luis XIV encogiendoNauwer makend
Vernederend
Verootmoedigend
los hombrosSchouders.

Y --continuó D'Artagnan, --diría a miMi
Mijn
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
de mosqueterosMusketiers, mirándole conDoor
Met
Per
Samen met
ojosKijkers
Ogen
humanosHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conDoor
Met
Per
Samen met

esasDie ascuas: “SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
: heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
bajado deGehaald van miMi
Mijn
tronoTroon paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ultrajarMeppen a un
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
'.

¿Y vosGe
Gij
Je
Jij
estimáisJullie achten
Jullie achten hoog
Jullie begroten
Jullie dragen achting toe
Jullie hebben achting voor
Jullie hechten aan
Jullie houden van
Jullie mogen
Jullie schatten
Jullie stellen op prijs
Jullie taxeren
Jullie waarderen
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
excusarExcuseren
Verontschuldigen
Verschonen
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
el sobrepujarlo en insolenciaBrutaalheid
Onbeschaamdheid
Overmoed
Vermetelheid
? --prorrumpió Luis.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! Sire --dijo D'Artagnan, --yo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me quedaréIk zal achterblijven
Ik zal blijven
Ik zal overblijven
Ik zal resten
Ik zal resteren
Ik zal toeven
Ik zal verblijven
Ik zal worden
en los términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen
que élHem
Hij
, y vuestraJullie
Uw
Van jullie
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
. YoEgo
Ik

voy aIk ga naar decirosJullie zeggen lo queDat wat
Wat
élHem
Hij
, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
por excelenciaBij uitstek, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
; yoEgo
Ik
osJe
Jullie
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
: Sire, habéisJullie hebben
Jullie zijn
sacrificadoGeofferd
Opgeofferd

a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
, y élHem
Hij
defendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweerde
Ik kwam op voor
Ik verdedigde
Ik verweerde
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
; loDe
Hem
Het
U
habéisJullie hebben
Jullie zijn
sacrificadoGeofferd
Opgeofferd
a élHem
Hij
, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que osJe
Jullie
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de la
religiónGeloof
Geloofsleer
Godsdienst
Religie
Vroomheid
y la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, y loDe
Hem
Het
U
habéisJullie hebben
Jullie zijn
apartadoAfgehouden
Afgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Alinea
Apart
Aparte
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Onthouden
Onttrokken
Opzij geschoven
Postbus
Weggehaald
Weggehouden
Weggezet
, aprisionadoGevangen genomen
Opgesloten
. YoEgo
Ik
seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
inflexibleOnbuigzaam
Onbuigzame
que élHem
Hij
, Sire, y osJe
Jullie
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
: Sire,
elegidKies
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
. ¿QueréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
o lacayosHerenknechten
Herenknechts
Lakeien
? ¿soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
o danzantes de reverenciasBuigingen
Nijgingen
Reverences
Strijkages
? ¿grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
o muñecosPoppen?
¿queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
que osJe
Jullie
sirvanBedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u!
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst
o que anteSuède
Ten overstaan van
Voor
vosGe
Gij
Je
Jij
se dobleguenZij/ze buigen
Zij/ze buigen door
Zij/ze buigen om
Zij/ze buigen zich
Zij/ze krommen zich
? ¿que osJe
Jullie
amenBemint u!
Heeft u lief!
Houdt u van!
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
o que osJe
Jullie
temanDucht u!
Is u bang voor!
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Vreest u!
Zij/ze duchten
Zij/ze schrikken terug voor
Zij/ze schromen
Zij/ze vrezen
Zij/ze zijn bang voor
? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
preferísJullie doen liever
Jullie geven de voorkeur
 aan
Jullie geven voorkeur aan
Jullie prefereren
Jullie trekken voor
Jullie verkiezen
Jullie willen liever
la bajezaKleinheid
Laaghartigheid
Laagheid
Zwaarheid
, la
intrigaBekonkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekonkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intrigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze konkelt
Intrigeer!
Konkel!
, la cobardíaLafheid, decidloGeef op!
Spreek!
Zeg!
, Sire; nosotrosOns
We
Wij
, los únicosAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
restosResten
Stompen
Stronken
, quéWat
Welke
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
, los únicosAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
modelosMallen
Mannequins
Maquettes
Modellen
Originelen
Toonbeelden
Voorbeelden
de la valentíaDapperheid
Moed

pasadaAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, nos retiraremosWij/we zullen aftrekken
Wij/we zullen de aftocht
 blazen
Wij/we zullen ons terugtrekken
Wij/we zullen ons uit
 de voeten maken
Wij/we zullen terugkrabbelen
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest
y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
sobrepujado en valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
y méritoVerdienste a hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
resplandecientes
en el cieloHemel
Lucht
de la posteridad. ElegidKies
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
, Sire, y prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
. Los contadosAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
que osJe
Jullie
quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
,
guardadlosBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaar!
Heb de wacht!
Hoed!
Let op!
Pas op!
Waak over!
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel
; nuncaNimmer
Nooit
osJe
Jullie
faltaránZij/ze zullen absent zijn
Zij/ze zullen afwezig zijn
Zij/ze zullen ontbreken
Zij/ze zullen schelen
cortesanos. ApresuraosHaast je!
Maak haast!
Maak spoed!
Maak voort!
Spoed je!
, Sire, y enviadmeDoe toekomen!
Expedieer!
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend!
a la Bastilla conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn

amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habéisJullie hebben
Jullie zijn
escuchadoAangehoord
Beluisterd
Geluisterd
Toegehoord
Toegeluisterd
alNaar de
Naar het
condeGraaf de La Fere, es decirDat wil zeggen
Namelijk
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
más suaveZachter y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
del
honorEer
Hulde
, niEn niet
Evenmin
Noch
escucháisJullie beluisteren
Jullie horen aan
Jullie horen toe
Jullie luisteren
Jullie luisteren toe
a D'Artagnan, estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
francaBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige
y rudaGrimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Scherp
Scherpe
Wijnruit
de la sinceridadOprechtheid, soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, y mañanaMorgen
Ochtend

seréisJullie zullen gebeuren
Jullie zullen plaatshebben
Jullie zullen plaatsvinden
Jullie zullen zijn
un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
irresoluto; y a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
se lesHen
Hun
U
aborreceHaat!
Heb een afkeer van!
Heb een afschuw van!
Heb een hekel aan!
Heb een weerzin tegen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een afkeer
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een afschuw
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een hekel
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een weerzin
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadt
Minacht!
Verafschuw!
Verfoei!
Versmaad!
, y a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
irresolutos se les echaMen gooit erbij. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds

lo queDat wat
Wat
tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
decirosJullie zeggen, Sire: muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
habéisJullie hebben
Jullie zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
alNaar de
Naar het
llevarmeAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
eseDat
Die
extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
. Luis XIV se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
 iets
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen

fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
y pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel
; eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
que un rayoEen spaak que leHaar
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
a los dosAlle twee de
Allebei
Beide
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
causadoAangedaan
Aangericht
Berokkend
Gedaan
Gelaten
Gelaten doen
Gemaakt
Gesticht
Teweeggebracht
Veroorzaakt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
sinoDoch
Echter
Maar
que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
expirarAflopen
Eindigen
Ophouden
Uitgaan
Uitlopen
Uitraken
Verjaren
Verlopen
. AquellaDat
Die
Diegene
rudaGrimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Scherp
Scherpe
Wijnruit
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de la sinceridadOprechtheid, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde

D'Artagnan, leHaar
Hem
Het
U
entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
en el corazónHart
Klokhuis
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
la hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst
de un puñalDolk.

D'Artagnan habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, y haciéndoseRakend
Wordend
cargoAangifte
Aanklacht
Ambt
Baan
Beladen
Belasten
Berekenen
Beschuldiging
Bestormen
Betrekking
Ergeren
Functie
Geien
Graad
Ik belaad
Ik belast
Ik bereken
Ik bestorm
Ik breng in rekening
Ik erger
Ik gei
Ik gei op
Ik laad
Ik laad in
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Inladen
Laden
Lading
Maté
Opgeien
Plaats
Post
Tegenstaan
Telastlegging
Tenlastelegging
Trap
Vermoeien
Vervelen
Wachtpost
Werkkring
de la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, desenvainóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit de
 schede
lentamenteLangzaam,
se acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
conDoor
Met
Per
Samen met
el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
a Luis XIV, y dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
sobre elOp de
Op het
bufeteBar
Buffet
Tapkast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
, que casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
alNaar de
Naar het
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve

instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
rodó porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde over el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
impelidaAangedreven
Gedreven
Opgejaagd
Voortgedreven
por un ademánGebaar
Geste
Houding
de furiaFurie
Wraakgodin
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
los piesPoten
Voeten
de D'Artagnan.

Por muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
el dominioBeheersing que sobre élEr bovenop teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
, el mosqueteroMusketier palidecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd bleek a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
, y temblandoBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend
de indignaciónVerontwaardiging,
exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
: --Un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
a un soldadoGelast
Gesoldeerd
Krijgsman
Soldaat
, desterrarloUitbannen
Verbannen
, condenarloVeroordelen a muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
; peroDoch
Echter
Maar

aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
cien100
Honderd
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
a insultarloAffronteren
Beledigen
Beschimpen
Krenken
Schimpen
deshonrando suHaar
Hun
Uw
Zijn
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
. Sire, nuncaNimmer
Nooit
en FranciaFrankrijk haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

habidoGehad
Geweest
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
repelidoAfgestoten
Afgeweerd
Gescholen voor
Geschuild voor
Verdrongen
Verduwd
Weggedrongen
Weggeduwd
Weggestoten
con desprecioMinachtend
Schamper
Verachtend
la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
de un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
mancilladaBevlekt
Onteerd
Ontluisterd

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
vainaDop
Peul
Schil
que miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
o el vuestroJullie
Uw
Van jullie
, y dad gracias aBedank!
Betuig dank!
Dank!
Heb te danken!
DiosGod
Godheid
y a miMi
Mijn
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
de que escojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Ik kies
Ik kies uit
Ik lees uit
Ik pik uit
Ik selecteer
Ik verkies
Ik zoek uit
Kiest u uit!
Kiest u!
Leest u uit!
Pikt u uit!
Selecteert u!
Verkiest u!
Zoekt u uit!
el
míoMijne
Van mij
. Y abalanzándoseVoorwaarts stormend
Zich werpend op
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
: Sire, caiga(Het) valt
Geraakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Ik geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Verschiet u!
Vervalt u!
miMi
Mijn
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
vuestraJullie
Uw
Van jullie
cabezaHoofd
Kop
Krop
.

Y apoyandoOndersteunend
Rugsteunend
Schragend
Stavend
Steunend
Stuttend
en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
la empuñaduraGreep
Handvat
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
, D'Artagnan se precipitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed neerslaan con rapidezSnel sobre laOp de
Op het
puntaA point
Bit
Landhoofd
Neus
Piek
Precies goed
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
,
dirigidaBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pechoBoezem
Borst
. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
velozSnel
Snelle
que el de D'Artagnan, rodeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek

de ésteDeze
Dit
conDoor
Met
Per
Samen met
el brazoArm derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
, y tomandoAannemend
Aanvattend
Accepterend
Afnemend
Binnenkrijgend
Drinkend
Gebruikend
Innemend
Inslaand
Inslikkend
Nemend
Nuttigend
Ontvangend
Oprapend
Opsnuivend
Pakkend
Vattend
conDoor
Met
Per
Samen met
la manoDe hand izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse
la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
por la mitadHelft de la hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst
, la envainóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in de
 schede

silenciosamente, sin queZonder dat el mosqueteroMusketier, envarado, pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
temblorosoBevend
Bevende
Trillend
Trillende
, leHaar
Hem
Het
U
ayudaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde
para nadaVooral niet.

EntoncesDan
Dus
Toen
, Luis XIV, enternecidoVertederd, se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
en el bufeteBar
Buffet
Tapkast
, tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
la plumaPen
Pluim
Veder
Veer
, trazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren
,
echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
suHaar
Hun
Uw
Zijn
firmaFirma
Handelsfirma
Handelshuis
Handtekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Krabbel
Onderschrijf!
Onderteken!
Ondertekening
Teken!
alNaar de
Naar het
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
de ellasHen
Ze
Zij
, y tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
la manoDe hand alNaar de
Naar het
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
.

¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eseDat
Die
papelPapier
Rol
, Sire? --preguntó el mosqueteroMusketier.

La ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan de que inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
ponga en libertadBevrijdt u!
Helpt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlost
Ik bevrijd
Ik help af
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik maak vrij
Ik verlos
Laat u los!
Laat u vrij!
Maakt u vrij!
Verlost u!
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf de La Fere.

D'Artagnan asióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
la manoDe hand del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
y se la besóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende
; luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
doblóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseerde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verboog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde om
la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
, la metió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte in
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pechera y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
, sin queZonder dat
élHem
Hij
niEn niet
Evenmin
Noch
suHaar
Hun
Uw
Zijn
majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
hubiesenZij/ze hadden
Zij/ze waren
articuladoGelede
Geleed
Verbonden
palabraBewoording
Woord
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
corazónHart
Klokhuis
humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
! ¡norteNoorden de los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
! --murmuró Luis cuandoAls
Tijdens
Wanneer
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
. --¿CuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
leeréIk zal lezen en
tusJe
Jouw
senosBaarmoeders
Bochten
Boezems
Borsten
Holten
Holtes
Schoten
Sinussen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en un libroBoek
Ik bevrijd
abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
maloBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
niEn niet
Evenmin
Noch
irresoluto, peroDoch
Echter
Maar
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un niñoJongen
Kind
.

UN NEGOCIOAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak
ARREGLADOAangericht
Gearrangeerd
Gemaakt
Geordend
Geregeld
Gerepareerd
Geruimd
Geschikt
Hersteld
In orde gemaakt
Ingericht
Opgeknapt
Opgeruimd
Terechtgebracht
Verholpen
Versteld
POR M. DE D'ARTAGNAN

D'Artagnan habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
prometido aBeloofd aan Baisemeaux estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
a los postresDesserten
Desserts
Nagerechten
Toespijzen
Toetjes
, y cumplióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
suHaar
Hun
Uw
Zijn
palabraBewoording
Woord
.

Athos y Aramis se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
mostradoGelaten zien
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cautosBehoedzaam
Behoedzame
Omzichtig
Omzichtige
Voorzichtig
Voorzichtige
, que ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
leerLezen en el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
del
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. CenaronZij/ze aten
Zij/ze aten 's avonds
Zij/ze dineerden
Zij/ze gebruikten het avondmaal
Zij/ze soupeerden
, hablaronZij/ze converseerden
Zij/ze praatten
Zij/ze spraken
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
y tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
de la Bastilla, del últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
a FontainebleauFontainebleau y de la próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende

fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
que Fouquet debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
dar enHalen
Inslaan
Raken
Teisteren
Treffen
Vaux.

D'Artagnan llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
en loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
recioKrachtig
Krachtige
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
de la conversaciónConversatie
Gesprek
, todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
y conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde
de la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
conDoor
Met
Per
Samen met
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.

Athos y Aramis notaronZij/ze bemerkten
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze noteerden
Zij/ze schreven op
Zij/ze stelden te boek
Zij/ze tekenden aan
la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel
de D'Artagnan; peroDoch
Echter
Maar
Baisemeaux solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
alNaar de
Naar het
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
de los
mosqueterosMusketiers del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, y se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte spoed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoedde zich
a agasajarloOnthalen
Trakteren
Vergasten
Vrijhouden
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, el codearseElkaar aanraken
Op voet van gelijkheid
 omgaan
Op voet van gelijkheid
 samenleven
conDoor
Met
Per
Samen met
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
implicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot in
Ik hield in
Ik impliceerde
Ik sloot in

un derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
a todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden
.

ConDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
Aramis notóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel
de D'Artagnan, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
calarBinnendringen
Doorweken
la causaDe oorzaak de ellaHaar
Ze
Zij
. SolamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
a Athos
leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
haberlaHet te hebben profundizadoUitgediept. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ésteDeze
Dit
el regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
de D'Artagnan y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
el trastornoBepraten
Ik bepraat
Ik breng in beroering
Ik breng in de
 war
Ik breng in opstand
Ik keer om
Ik keer ondersteboven
Ik overreed
Ik overtuig
Ik werp om
Omkeren
Omwerpen
Overreden
Overtuigen
Verwarring
Wanorde
Wanordelijkheid
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

impasibleOnaandoenlijk
Onaandoenlijke
Onbewogen
Ongevoelig
Ongevoelige
, significabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Ik beduidde
Ik betekende
Ik stond voor
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pedidoAangevraagd
Aanvraag
Aanvragen
Bedelen
Besteld
Bestellen
Bestelling
Gebedeld
Gevraagd
Gevraagd om
Ingeroepen
Inroepen
Order
Verlangd
Verlangen
Verzocht
Verzoeken
Vragen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, peroDoch
Echter
Maar
en vanoTevergeefs Athos, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, plenamenteVolledig
convencidoOvertuigd
Overtuigde
de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
en loDe
Hem
Het
U
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
, se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
de la mesaLa mesa, y conDoor
Met
Per
Samen met
fazAangezicht risueña hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
una señaAfgesproken teken
Herkenningsteken
Kenmerk
Merk
Merkteken
Overblijfsel
Spoor
Teken
Wenk
a D'Artagnan, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
recordarleHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
.

D'Artagnan comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
y correspondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
conDoor
Met
Per
Samen met
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
señaAfgesproken teken
Herkenningsteken
Kenmerk
Merk
Merkteken
Overblijfsel
Spoor
Teken
Wenk
, mientrasTerwijl Aramis y Baisemeaux, alNaar de
Naar het
presenciarAanwezig zijn bij
Bijwonen
Getuige zijn van
Tegenwoordig zijn bij

aquelDat
Die
mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme
diálogoDialoog
Tweegesprek
Tweespraak
, se interrogabanZij/ze ondervraagden
Zij/ze ondervroegen
mutuamenteOnderling
Over en weer
Wederkerig
Wederzijds
conDoor
Met
Per
Samen met
la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
.

Athos pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht que leHaar
Hem
Het
U
tocabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan
Ik beroerde
Ik ging
Ik ging over
Ik klepte
Ik klonk
Ik kwam aan
Ik raakte
Ik raakte aan
Ik roerde aan
Ik sloeg
Ik speelde
Ik speelde voor
Ik toucheerde
Ik voerde uit
Ik zat aan
explicarBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren
lo queDat wat
Wat
pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
sonriéndose conDoor
Met
Per
Samen met
dulzuraZoetheid
Zoetigheid
: --La verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden

míosVan mij, que vosGe
Gij
Je
Jij
, Aramis, acabáisJullie besluiten
Jullie beëindigen
Jullie eindigen
Jullie gebruiken op
Jullie maken af
Jullie maken op
Jullie maken uit
Jullie sluiten af
Jullie teren op
Jullie verbruiken
Jullie verdoen
Jullie verklungelen
Jullie verkwisten
Jullie vermorsen
Jullie verspillen
Jullie voleindigen
Jullie werken af
Jullie werken uit
de cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen
conDoor
Met
Per
Samen met
un reoZeeforel de EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
y vosGe
Gij
Je
Jij
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Baisemeaux, conDoor
Met
Per
Samen met
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de
vuestrosJullie
Van jullie
presosGevangenen
Opgestoken
.

Baisemeaux lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
una exclamaciónUitroep de sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
; talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el amorAffectie
Liefde
Min
propioEigen que de suHaar
Hun
Uw
Zijn
fortalezaVesting,
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
Bastilla, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject
.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Athos --repuso Aramis poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
una caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
apropiadaAangepast
Geschikt
Geschikte
a las circunstanciasOmstandigheden, --casi meMe
Mij

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
temidoBang geweest voor
Geducht
Geschroomd
Gevreesd
Teruggeschrikt voor
Teruggeschrokken voor
lo queDat wat
Wat
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
. AlgunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
indiscreciónIndiscretie de Raúl o de La Valiére, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
? Y vosGe
Gij
Je
Jij
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
granGroot
Grote

señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
, olvidandoAflerend
Vergetend
Verlerend
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
sinoDoch
Echter
Maar
cortesanos, os habéisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
 iemand aan de stok
Jullie meten je met
 iemand
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
conDoor
Met
Per
Samen met
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
y leHaar
Hem
Het
U
habéisJullie hebben
Jullie zijn
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
cuántasHoelang
Hoeveel

sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
cinco5
Vijf
.

AdivinadoBeduid
Doorzien
Gegist
Geraden
Gewaarzegd
Verwacht
Voorgezegd
Voorspeld
Waargezegd
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
.

De maneraManier
Trant
Wijze
--dijo Baisemeaux, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teniéndolasHen doend todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf
por haberBezitting
Hebben
Zijn
cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
familiarmente conDoor
Met
Per
Samen met

un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
; --de maneraManier
Trant
Wijze
que, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf...

De maneraManier
Trant
Wijze
, miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
--repuso Athos, --que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar entregarosAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afleveren
Bestellen
Bezorgen
Doorbrengen
Inleveren
Leveren
Overgeven
Overhandigen
Overleggen
Ter hand stellen
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijven

eseDat
Die
papelPapier
Rol
que asomaBegin je te vertonen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint zich te
 vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont voor een
 opening
Kom te voorschijn!
Vertoon voor een opening!
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
coleto, y que, de fijoBepalend
Bepalende
Ik bepaal
Ik bevestig
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik plak vast
Ik stel vast
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Star
Starre
Vast
Vaste
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
auto de prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
.

Baisemeaux tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
la manoDe hand con agilidadBedreven
Handig
Vaardig
Vlug
.

En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, D'Artagnan sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
dos2
Do's
Twee
Tweede
papelesPapieren
Rollen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
pechera y entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
alNaar de
Naar het
gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
loDe
Hem
Het
U
desdoblóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit y loDe
Hem
Het
U

leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
, mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
y por encima deAan
Boven
Over
élHem
Hij
a Athos eEn interrumpiéndose a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
.

OrdenoIk bestel
Ik beveel
Ik gelast
Ik ruim op
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
y mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering
que encierrenSluit u op!
Zet u vast!
Zij/ze sluiten op
Zij/ze zetten vast
en miMi
Mijn
fortalezaVesting de la Bastilla.' Muy bienBest
Heel goed
Prima
... “En miMi
Mijn
fortalezaVesting, de la
Bastilla... alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf de La Fer'. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, ¡quéWat
Welke
dolorosaPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke
honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
el tenerosBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
miMi
Mijn
guardiaBewaking
Bewaring
Garde
Hoede
Lijfwacht
Point-guard
Wacht
!

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaisJullie konden
Jullie mochten
hallarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Treffen
Vinden
Waarnemen
Zien
un presoGevangene másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
pacienteGeduldig
Geduldige
Patiënt
Patiënte
--contestó Athos conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
y tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
.

PresoGevangene que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
permanecerá(Het) zal verblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal resten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal resteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verblijven
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
aquíAlhier
Hier
--exclamó D'Artagnan exhibiendoBlootstellend
Etalerend
Exposerend
Tentoonstellend
Uitbrengend
Uitstallend
el segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
auto,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Baisemeaux, osJe
Jullie
toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
copiarAfdrukken
Kopiëren
Nabootsen
Namaken
Overschrijven
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
papelPapier
Rol
y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
en libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
alNaar de
Naar het

condeGraaf.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! meMe
Mij
ahorráisJullie besparen
Jullie bezuinigen
Jullie sparen
Jullie sparen uit
Jullie winnen uit
Jullie zuinigen uit
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
, D'Artagnan --dijo Aramis estrechandoReikend de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
significativoBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende
la manoDe hand del
mosqueteroMusketier y la de Athos.

¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
! --exclamó con admiraciónBewonderend
Verwonderd
ésteDeze
Dit
últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
, --¿el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
meMe
Mij
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
?

LeedLees!, miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
--dijo D'Artagnan.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
--repuso el condeGraaf después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
leídoBelezen
Gelezen
el documentoAkte
Bescheid
Document
Papier
Schriftuur
Stuk
.

¿OsJe
Jullie
dueleDoe pijn!
Doe zeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet pijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zeer
? --preguntó el gascónGascogner.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, loDe
Hem
Het
U
contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, y el peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
que uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
desear aVerlangen naar los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
, es queDat komt omdat
Want

cometanBedrijft u!
Begaat u!
Draagt u op!
Gebruikt u!
Pleegt u!
Vertrouwt u toe!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze begaan
Zij/ze dragen op
Zij/ze gebruiken
Zij/ze plegen
Zij/ze vertrouwen toe
una injusticiaOnrechtvaardigheid. PeroDoch
Echter
Maar
habéisJullie hebben
Jullie zijn
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
un disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
neguéisJullie loochenen
Jullie ontkennen
.

¿YoEgo
Ik
? --dijo el mosqueteroMusketier riéndoseLachend, --ni por asomoIk begin me te
 vertonen
Ik kom te voorschijn
Ik vertoon voor een
 opening
. El haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
.

Aramis miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
a D'Artagnan y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que mentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loog
Ik loog
, peroDoch
Echter
Maar
Baisemeaux noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, y se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd

pasmadoVerbaasd
Verbaasde
, mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme
de admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
aquelDat
Die
que conseguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
lo queDat wat
Wat
se leHaar
Hem
Het
U
antojaba.

¿DestierraBan uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Verban!
a Athos SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
? --preguntó Aramis.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; sobre elOp de
Op het
particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
una palabraBewoording
Woord
--repuso D'Artagnan; --pero tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
que
loDe
Hem
Het
U
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el condeGraaf, a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
que se empeñeBeleent u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent tegen een
 onderpand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpandt
Ik beleen
Ik leen tegen een
 onderpand
Ik verpand
Leent u tegen een
 onderpand!
Verpandt u!
en darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
...

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
--respondió Athos.

Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
, loDe
Hem
Het
U
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que, en miMi
Mijn
conceptoBegrip
Concept
Denkbeeld
Gedachte
Idee
Mening
Oordeel
Opzicht
Spreuk
Vernuftig
Vernuftige
, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el condeGraaf --continuó D'Artagnan, --es retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
 maken
a
suHaar
Hun
Uw
Zijn
castilloBurcht
Kasteel
Slot
. Por lo demásOverigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Athos, habladConverseer!
Praat!
Spreek!
, pedidBedel!
Bestel!
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
preferísJullie doen liever
Jullie geven de voorkeur
 aan
Jullie geven voorkeur aan
Jullie prefereren
Jullie trekken voor
Jullie verkiezen
Jullie willen liever
una residenciaResidentie
Resideren
Verblijfplaats
Wonen
a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
me comprometoIk compromitteer
Ik verbind me

a dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
cumplidosComplimenten
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtplegingen
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen
vuestrosJullie
Van jullie
deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
--contestó Athos; --lo másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
a miMi
Mijn
soledadEenzaamheid
Verlatenheid
a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
de los
árbolesBomen
Masten
, a orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen
del LoiraLoire. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
DiosGod
Godheid
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
de los malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
del almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
, la naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie

soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
. ¿ConqueDus estoy libreIk ben vacant
Ik sta open
Ik vaceer
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
? --añadió Athos volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Baisemeaux.

Ja
Jawel
Wel
Zich
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf, a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
y esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
--añadió el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
y revolviendoOmroerend
Roerend
los
dos2
Do's
Twee
Tweede
papelesPapieren
Rollen
; --a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan traigaBezorgt u!
Brengt u aan!
Brengt u mee!
Brengt u!
Draagt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Ik bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
Neemt u mee!
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
auto.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Baisemeaux --dijo el mosqueteroMusketier, --hay que atenernos alNaar de
Naar het
segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf --dijo el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend
Athos, --no sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten
loDe
Hem
Het
U
que--perdéis. OsJe
Jullie
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
a treinta30
Dertig
librasJij/je bevrijdt
Ponden
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los generalesAlgemeen
Algemene
Generaal
Generaals
Generale
; ¡quéWat
Welke
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
! a cincuenta50
Vijftig
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten
, y habríaisJullie zouden hebben
Jullie zouden zijn
cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt

todas lasAlle nochesAvonden
Nachten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
habéisJullie hebben
Jullie zijn
cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
.

DejadLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
que prefiera(U) verkiest
Doet u liever!
Geeft u de voorkeur
 aan!
Geeft u voorkeur aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft de voorkeur
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voorkeur aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prefereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil liever
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
 aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever
Prefereert u!
Trekt u voor!
Verkiest u!
Wil u liever!
miMi
Mijn
medianía, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
--replicó Athos. Y volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
D'Artagnan, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:
VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
,.

VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
--repuso D'Artagnan.

¿MeMe
Mij
cabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bevatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou iemand toebehoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou iemand toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou natuurlijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaats hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te beurt
 vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ten deel
 vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toegang hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toelaten
Ik zou aannemen
Ik zou bevatten
Ik zou iemand toebehoren
Ik zou iemand toekomen
Ik zou mogelijk zijn
Ik zou natuurlijk zijn
Ik zou omvatten
Ik zou ontvangen
Ik zou passen
Ik zou plaats hebben
Ik zou te beurt
 vallen
Ik zou ten deel
 vallen
Ik zou toegang hebben
Ik zou toelaten
la inefable dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
de tenerosBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
por compañero de viajeReisgenoot, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
? --preguntó Athos alNaar de
Naar het
mosqueteroMusketier.

TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la puertaDeur
Poort
Portier
--respondió el gascónGascogner; --después de lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
osJe
Jullie
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
lo queDat wat
Wat
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, estoDeze
Dit

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, que estoy de servicioIk heb dienst
Ik heb wacht
.

Y vosGe
Gij
Je
Jij
, miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Aramis --preguntó alNaar de
Naar het
condeGraaf sonriéndose, --me acompañáisJullie accompagneren
Jullie begeleiden
Jullie gaan mee
Jullie lopen mee
Jullie vergezellen
? La Fere estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg

de Vannes.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
--respondió el preladoKerkvoogd
Prelaat
; --esta nocheAvond
Nacht
tengo una citaIk heb een afspraak en ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
alejarmeVerwijderen
Verwijderen van
Weghouden van
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

que se resientan gravesBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Jij/je slaat aan
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes
.

EntoncesDan
Dus
Toen
, --dijo Athos, --dejad que osJe
Jullie
abraceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Ik omarm
Ik omhels
Ik omvadem
Omarmt u!
Omhelst u!
Omvademt u!
y me vayaIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me
. SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Baisemeaux, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
por vuestraJullie
Uw
Van jullie

buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, y, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
, por la muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
que de lo queDat wat
Wat
se comeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet op
Men eet
en la Bastilla meMe
Mij
habéisJullie hebben
Jullie zijn
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
.

Athos abrazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde
a Aramis y estrechóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte la manoDe hand del gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, que leHaar
Hem
Het
U
desearonZij/ze ambieerden
Zij/ze aspireerden
Zij/ze begeerden
Zij/ze dongen naar
Zij/ze haakten naar
Zij/ze hadden trek in
Zij/ze hunkerden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen na
Zij/ze smachtten
Zij/ze smachtten naar
Zij/ze snakten naar
Zij/ze streefden na
Zij/ze streefden naar
Zij/ze verkozen
Zij/ze verlangden
Zij/ze wensten
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
, y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
conDoor
Met
Per
Samen met

D'Artagnan.

MientrasTerwijl en la Bastilla teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
desenlaceOntknoping la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
iniciadaBegonnen
De stoot gegeven tot
Het initiatief genomen tot
Ingewijd
en palacioPaleis, digamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen
lo queDat wat
Wat
pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
en casa deAan
Bij
Ten huize van

Athos y en la de Bragelonne.

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
, Grimaud acompañóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelde
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
a ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs
, asistió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde bij
la salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
de Athos, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
D'Artagnan
se mordíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knauwde
Ik beet
Ik beitste
Ik hapte
Ik knauwde
los bigotesBaarddraden
Knevels
Snorren
, y cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
subía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Ik beklom
Ik besteeg
Ik ging naar boven
Ik klom
Ik rees
Ik stapte in
Ik steeg
la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
interrogadoOndervraagd la fisonomíaAangezicht
Gelaatstrekken
de
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
, a quienesDie
Personen
Wie
conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
de fechaDagteken!
Dagtekening
Dateer!
Datering
Datum
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dagtekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dateert
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
haberBezitting
Hebben
Zijn
comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan
alNaar de
Naar het
través deDoor
Door ... heen
Doorheen
Via
la máscaraDekmantel
Gemaskerde
Masker
Mom
Mombakkes

de suHaar
Hun
Uw
Zijn
impasibilidad, que pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
gravísimo.

Grimaud recordóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist nog
la singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke
maneraManier
Trant
Wijze
conDoor
Met
Per
Samen met
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
leHaar
Hem
Het
U
dijeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, la turbaciónBenardheid
Hinder
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid
, imperceptibleNiet waarneembaar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, de aquelDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
entendimientoBegrip
Denkvermogen
Menselijke rede
Verstand
y de voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
inquebrantable. Grimaud
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que Athos noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que la ropaKleding
Kleren
puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten
, y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
que Athos noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
partíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Ik brak af
Ik deelde
Ik ging op weg
Ik ging weg
Ik splitste
Ik splitste op
Ik stapte op
Ik startte
Ik toog
Ik verdeelde
Ik vertrok

por una horaTijd
Uur
, niEn niet
Evenmin
Noch
por un díaDag
Etmaal
.

ComprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
el enigmaPuzzel
Raadsel
--dijo Grimaud. --La muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u
. Lo queDat wat
Wat
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
de ellaHaar
Ze
Zij
y
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
. MiMi
Mijn
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
engañadoBedot
Bedrogen
Beduveld
Beetgenomen
Gesmokkeld
Misleid
Om de tuin geleid
Verlakt
. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
ido aGegaan naar verBekijken
Kijken
Zien
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
y leHaar
Hem
Het
U

haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
de una hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
ciento100
Honderd
, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de D'Artagnan para queOpdat
Zodat
arreglaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arrangeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht terecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstelde
Ik arrangeerde
Ik bracht terecht
Ik herstelde
Ik knapte op
Ik maakte
Ik maakte in orde
Ik ordende
Ik regelde
Ik repareerde
Ik richtte aan
Ik richtte in
Ik ruimde
Ik ruimde op
Ik schikte
Ik verhielp
Ik verstelde
el asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
...
¡el condeGraaf haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
regresadoTeruggekeerd
Teruggekomen
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weeromgekomen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
!

SemejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
descubrimientoOntdekking hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen
el sudorGeploeter
Zweet
a la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
del honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
Grimaud; el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
, dejándoseTerneergeslagen wordend
Zich aan iets wijdend
Zich overgevend
Zich verwaarlozend
de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

conjeturaGis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Vermoed!
Vermoeden
, se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
el sombreroHoed y se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
volandoVliegend a casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de Raúl.

EN DONDEWaarin PORTHOS SE CONVENCEHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigt zich SINGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
HABERBezitting
Hebben
Zijn
COMPRENDIDOBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan


El dignoWaardig
Waardige
Porthos, fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
a las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
de la caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij
antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
, se decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor
a aguardarAfwachten
Te wachten staan
Verwachten
Wachten
a Saint-Aignán hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la
puesta del solZonsondergang. Y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Saint-Aignán noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
comparecerVerschijnen y Raúl se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
de avisarMelden
Waarschuwen
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrinoDoopgetuige
Doopheffer
Peet
Peetoom
Peetvader
Peter
,
y la centinelaSchildwacht
Wacht
empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
y penosaSmartelijk
Smartelijke
, Porthos se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
por el guardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter
de una puertaDeur
Poort
Portier
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige

botellasFlessen de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
y carneVlees, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste
la distracciónAfleiden
Afleiding
Ontspanning
Verstrooien
Verstrooiing
Verzet
Verzetje
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen
de tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
en tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
un
corchoKurk y tirarGooien
Omverwerpen
Paffen
Schieten
Trekken
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
Vuren
Weggooien
un bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk
. Y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
a las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
migajasKruimels, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Raúl y Grimaud llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
a escape(Het) ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ik ontga
Ik ontkom
Ik ontsnap
Lekken
Ontgaan
Ontgaat u!
Ontkomen
Ontkomt u!
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontsnapt u!
Ontvluchten
Uitlaat
Uitlaatpijp
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->