¿QuéWat
Welke decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract aquellaDat
Die
Diegene, monseñorMonseigneur? --preguntó Aramis vivamente interesadoBaatzuchtig
Baatzuchtige
Belang ingeboezemd
Belanghebbende
Geïnteresseerd
Geïnteresseerde
Inhalig
Inhalige.
LoDe
Hem
Het
U bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen a entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan que miMi
Mijn ayoGouverneur
Huisonderwijzer eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele, y que miMi
Mijn nodriza, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe de altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
vueloIk vlieg
Vliegen
Vliegtocht
Vlucht, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una sirvientaDienster
Dienstmeisje; y, por últimoTenslotte, que miMi
Mijn cunaBakermat
Geboorteplek
Wieg eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was ilustreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze illustreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraanschouwelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlucht
Ik illustreer
Ik veraanschouwelijk
Ik verlucht
Illustreert u!
Veraanschouwelijkt u!
Verlucht u!, toda vez queAangezien la reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin AnaAnna
El de AustriaOostenrijk
y el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke ministroBewindsman
Minister Mazarino meMe
Mij recomendabanZij/ze bevalen aan
Zij/ze raadden aan
Zij/ze recommandeerden
Zij/ze rieden aan
Zij/ze tekenden aan de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer eficazAfdoend
Afdoende
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Efficiënt
Efficiënte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame maneraManier
Trant
Wijze.
¿Y quéWat
Welke sucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op? --preguntó Herblay, alNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien que el cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker se callabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield zich stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield zijn mond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweeg stil, por la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel.
Lo queDat wat
Wat sucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was que el obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde por miMi
Mijn ayoGouverneur
Huisonderwijzer noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! en el pozoDiepe kuil
Groeve
Put, por másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que buscóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op;
que miMi
Mijn ayoGouverneur
Huisonderwijzer advirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde que el brocal estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat mojadoBetten
Deppen
Gebet
Gedept
Gesopt
Indompelen
Indopen
Ingedompeld
Ingedoopt
Nat
Nat gemaakt
Natte
Soppen, que yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me sequéIk droogde me af loDe
Hem
Het
U bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije alNaar de
Naar het solSol
Zon; que miMi
Mijn nodriza reparóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstelde
que misMi's
Mijn ropas estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten húmedasKlam
Klamme
Mottig
Mottige
Vochtig
Vochtige, y, por últimoTenslotte, que el frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse del aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y la conmociónSchok que meMe
Mij causóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte el
descubrimientoOntdekking, meMe
Mij dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden un calenturón tremendoBuitengewone
Buitengewoon
Enorm
Enorme
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzettend
Ontzettende
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtaan
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten de un delirioDelirium
Ijlen
Waan, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle loDe
Hem
Het
U dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei, de
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze que, guiadoDe weg gewezen
Geleid
Rondgeleid por misMi's
Mijn propiasEigen palabrasBewoordingen
Woorden, miMi
Mijn ayoGouverneur
Huisonderwijzer encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware miMi
Mijn cabeceraHoofdeind los dosAlle twee de
Allebei
Beide fragmentosBrokken
Brokstukken
Fragmenten
Onderdelen
Stukken de la
cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract escritaGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven por la reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta, --exclamó Aramis.
DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit aquelDat
Die instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag hablarConverseren
Praten
Spreken sinoDoch
Echter
Maar por conjeturasJij/je gist
Jij/je vermoedt
Vermoedens. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats indudableOngetwijfeld
Ongetwijfelde
Ontwijfelbaar
Ontwijfelbare que miMi
Mijn pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele ayoGouverneur
Huisonderwijzer y miMi
Mijn desventurada
nodriza, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank atreviéndose aDurvend guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over el secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte de lo queDat wat
Wat pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek, se loDe
Hem
Het
U escribie ronRum a la reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin, enviándole
al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens los pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks de la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract.
Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over lo cualDat wat
Hetgeen
Wat osJe
Jullie arrestaronZij/ze arresteerden
Zij/ze hielden aan
Zij/ze namen in verzekerde
bewaring
Zij/ze rekenden in y osJe
Jullie trasladaronZij/ze brachten over
Zij/ze plaatsten over
Zij/ze verlegden
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze zetten om a la Bastilla.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds loDe
Hem
Het
U veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien.
Y vuestrosJullie
Van jullie servidoresServers desaparecieronZij/ze verdwenen.
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht síJa
Jawel
Wel
Zich.
DejemosLaten we achterlaten
Laten we in de
steek laten
Laten we laten
Laten we laten begaan
Laten we laten schieten
Laten we legateren
Laten we lenen
Laten we loslaten
Laten we nalaten
Laten we opleveren
Laten we overlaten
Laten we toestaan
Laten we toevertrouwen
Laten we verlaten
Laten we vermaken
Laten we verzuimen
Laten we zich verlaten
van
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leveren op
Wij/we staan toe
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimen a los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht, --dijo el obispoBisschop de Vannes, --y veamosLaten we bekijken
Laten we kijken
Laten we zien
Wij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien quéWat
Welke puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt hacerseMaken
Raken
Worden conDoor
Met
Per
Samen met el vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que estabaisJullie bevonden je
Jullie lagen
Jullie waren
Jullie zaten resignadoAfgestaan
Afstand gedaan?
Y osJe
Jullie loDe
Hem
Het
U repitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens.
¿Sin queZonder dat osJe
Jullie importeBedraagt u!
Beloopt u!
Doet u ter zake!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Ik bedraag
Ik beloop
Ik ben erg
Ik ben van belang
Ik doe ter zake
Ik importeer
Ik maak uit
Ik voer in
Importeert u!
Is u erg!
Is u van belang!
Maakt u uit!
Voert u in! la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid?
SíJa
Jawel
Wel
Zich.
¿Y que nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! ambicionabaisJullie ambieerden
Jullie dongen naar
Jullie verlangden naar niEn niet
Evenmin
Noch deseabaisJullie ambieerden
Jullie aspireerden
Jullie begeerden
Jullie dongen naar
Jullie haakten naar
Jullie hadden trek in
Jullie hunkerden
Jullie jaagden na
Jullie joegen na
Jullie smachtten
Jullie smachtten naar
Jullie snakten naar
Jullie streefden na
Jullie streefden naar
Jullie verkozen
Jullie verlangden
Jullie wensten? ¡QuéWat
Welke! ¿osJe
Jullie callais?
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que suficienteVoldoende, --respondió el presoGevangene. --Ahora osJe
Jullie toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan! a vosGe
Gij
Je
Jij. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit fatigadoAfgebeuld
Afgejakkerd.
Voy aIk ga naar obedecerosGehoorzamen, --repuso Aramis. Se recogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde mientrasTerwijl suHaar
Hun
Uw
Zijn fisonomíaAangezicht
Gelaatstrekken tomabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze de solemnidadPlechtigheid
Solemniteit
profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte. Se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven al puntoHalf doorbakken
Zo culminanteZij/ze bereiken het hoogtepunt
Zij/ze lopen uit del papelPapier
Rol que fuera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar representarAanbieden
Indienen
Opvoeren
Presenteren
Staan voor
Uitbeelden
Vertegenwoordigen
Vertonen
Voorstellen en la
Bastilla.
En la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! en queWaarin habitabaisJullie bewoonden
Jullie huisden
Jullie resideerden
Jullie waren gevestigd
Jullie woonden
Jullie woonden in, --dijo por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte Herblay, --no habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had espejoSpiegel algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid?
¿EspejoSpiegel? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan quéWat
Welke queréis decirJullie bedoelen, niEn niet
Evenmin
Noch nuncaNimmer
Nooit oíIk hoorde
Ik vernam
Ik verstond semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke palabraBewoording
Woord, --repuso el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille.
Se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de espejoSpiegel alNaar de
Naar het un muebleMeubel que reflejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaatst terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reflecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerkaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerspiegelt
Kaats terug!
Reflecteer!
Spiegel!
Weerkaats!
Weerspiegel! los objetosDingen
Mikpunten
Objecten
Onderwerpen
Voorwerpen, y permiteBelet niet!
Gedoog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!, verbigracia, que uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u! las
faccionesGelaatstrekken de suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling en un cristalGlas
Kristal
Ruit preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals vosGe
Gij
Je
Jij veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien las míasVan mij a simple vistaOp het eerste gezicht.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! espejoSpiegel algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere.
TampocoEvenmin
Ook niet loDe
Hem
Het
U hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand aquíAlhier
Hier, --dijo Aramis después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn miradoAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Toegekeken
Toegezien a todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes; --veo que en la Bastilla
se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven las mismasEigen
Zelf
Zelfde
Zelve precaucionesVoorzorgen que en Noisy-le-Sec.
¿ConDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding?
LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo loDe
Hem
Het
U sabréisJullie zullen kennen
Jullie zullen smaken
Jullie zullen weten. MeMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que osJe
Jullie habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren enseñadoBijgebracht
Gelaten zien
Geleerd
Geschoold
Getoond
Gewezen
Geïnstrueerd
Onderwezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond matemáticasMathematica
Mathematisch
Mathematische
Wiskunde
Wiskundig
Wiskundige, astronomíaAstronomie
Sterrenkunde, esgrimaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schermt
Ik scherm
Schermt u! y equitaciónPaardensport;
peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn hablado deBehandeld
Bepraat
Besproken
Gediscuteerd
Van gedachten gewisseld historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal.
A vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens miMi
Mijn ayoGouverneur
Huisonderwijzer meMe
Mij contabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
Ik berekende
Ik calculeerde
Ik debiteerde
Ik las voor
Ik rekende
Ik rekende uit
Ik telde
Ik telde af
Ik telde neer
Ik verhaalde
Ik vertelde las hazañasHuzarenstukjes del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst san LuisSan luis, de FranciscoFranciscus
Frans I y de EnriqueHendrik IV.
¿Nada másNiet meer?
CasiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat nada másNiet meer.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats hijoKind
Zoon del cálculoBecijfering
Berekening
Gecijfer; así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts osJe
Jullie privaronZij/ze beroofden
Zij/ze plunderden uit de espejosSpiegels, que reflejanZij/ze kaatsen terug
Zij/ze reflecteren
Zij/ze spiegelen
Zij/ze weerkaatsen
Zij/ze weerspiegelen loDe
Hem
Het
U presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!, hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
que ignoréisJullie negeren
Jullie weten niet la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal, que reflejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaatst terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reflecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerkaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerspiegelt
Kaats terug!
Reflecteer!
Spiegel!
Weerkaats!
Weerspiegel! loDe
Hem
Het
U pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, Y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals desde queSinds estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten presoGevangene osJe
Jullie hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn quitadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen los librosBoeken, desconocéisJullie zijn onbekend met
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken con ayuda deMet behulp van las cualesDe welken
Wie
Zij die podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen reconstruirReconstrueren el derrumbadoGedaan ineenstorten
Neergehaald edificioBouwsel
Bouwwerk
Constructie
Gebouw
Perceel de vuestrosJullie
Van jullie recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs
o de vuestrosJullie
Van jullie interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, --dijo el presoGevangene.
Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, en sucintosBeknopt
Beknopte
Bondig
Bondige
Kernachtig
Kernachtige
Kort
Korte
Summier
Summiere
Zakelijk
Zakelijke términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop alNaar de
Naar het ponerosAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten alNaar de
Naar het corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende de lo queDat wat
Wat haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere en FranciaFrankrijk de veintitrés23
Drieëntwintig
a veinticuatro24
Vierentwintig añosJaren a estaDeze
Dit parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde, es decirDat wil zeggen
Namelijk la fechaDagteken!
Dagtekening
Dateer!
Datering
Datum
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dagtekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dateert probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke de vuestroJullie
Uw
Van jullie nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten, o lo queDat wat
Wat esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo mismoDito
Hetzelfde
Idem,
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el momentoHet ogenblik que osJe
Jullie interesa(Het) interesseert
Boezem belang in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Interesseer!.
DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!, --dijo el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, recobrandoHerwinnend
Terugkrijgend suHaar
Hun
Uw
Zijn actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand seriaErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige y recogidaBinnengehaald
Geraapt
Lediging
Lichting
Opgehaald
Opgeraapt
Ruiming
Teruggetrokken
Verzameld. EntoncesDan
Dus
Toen Aramis leHaar
Hem
Het
U contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde, conDoor
Met
Per
Samen met grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein, la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal de los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste añosJaren de Luis XIII y el nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten misteriosoOccult
Occulte de un príncipeKoningszoon
Prins
Vorst, hermanoBroeder
Broer
Frater
gemeloManchetknoop
Meerling
Tweeling
Tweeling- de Luis XIV. El prisioneroGevangen
Gevangene oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal conDoor
Met
Per
Samen met la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u! emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel.
Dos2
Do's
Twee
Tweede hijosKinderen
Zonen
Zoons mellizosMeerlingen
Tweelingen cambiaronZij/ze denatureerden
Zij/ze kenterden
Zij/ze ruilden
Zij/ze varieerden
Zij/ze veranderden
Zij/ze verkeerden
Zij/ze vermaakten
Zij/ze werkten
Zij/ze wisselden
Zij/ze wisselden af en amarguraBitterheid
Verbittering el nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl en FranciaFrankrijk, y estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U sepáisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten, el primogénitoEerstgeborene esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats quienDie
Wie sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op! en el tronoTroon alNaar de
Naar het padrePater
Vader.
LoDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!.
Y los médicosArtsen
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Medici
Medisch
Medische y los jurisconsultos, --añadió Aramis, --opinan que cabeBehoor iemand toe!
Ben mogelijk!
Ben natuurlijk!
Bevat!
Heb plaats!
Heb toegang!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft toegang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is natuurlijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt te beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt ten deel
Kom iemand toe!
Laat toe!
Neem aan!
Omvat!
Ontvang!
Pas!
Val te beurt!
Val ten deel! dudarDubben
In dubio staan
Twijfelen siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el hijoKind
Zoon que primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! del claustroKloostergang
Kruisgang maternoVan moeders kant esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el primogénitoEerstgeborene segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals la ley de DiosWet van god y de la naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen.
El presoGevangene ahogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstikte un gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw y se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte que las sábanasLakens que leHaar
Hem
Het
U cubríanZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf.
FácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte osJe
Jullie será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, --continuó el preladoKerkvoogd
Prelaat, --que conDoor
Met
Per
Samen met talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke gozoIk geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in vieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag aseguradaBetuigd
Bevestigd
Geassureerd
Vastgemaakt
Vastgezet
Veilig gesteld
Verstevigd
Verzekerd
Verzekerde
suHaar
Hun
Uw
Zijn sucesiónAfkomen
Afstammen
Gebeuren
Geschieden
Opvolgen
Opvolging
Overkomen
Reeks
Rij
Successie
Voorvallen, se abandonaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich beheersen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de moed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich alNaar de
Naar het dolorPijn
Smart
Wee
Zeer alNaar de
Naar het pensarDenken que en vez deIn plaats van
In stede van uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast dos2
Do's
Twee
Tweede herederosErfgenamen, y que tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht el queDat
Die
Hij die
Wie
acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de nacerGeboren worden
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende, disputaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedillen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou disputeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou haarkloven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou het lastig
maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kiften
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou krakelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou muggenziften
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou redetwisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ruzie maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ruziën
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou strijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou strijden voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou twisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vitten
Ik zou bedillen
Ik zou disputeren
Ik zou haarkloven
Ik zou het lastig
maken
Ik zou kiften
Ik zou kijven
Ik zou krakelen
Ik zou muggenziften
Ik zou redetwisten
Ik zou ruzie maken
Ik zou ruziën
Ik zou strijden
Ik zou strijden voor
Ik zou twisten
Ik zou vitten el derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse de primogenitura alNaar de
Naar het que vinieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee alNaar de
Naar het mundoAardrijk
Wereld dos2
Do's
Twee
Tweede
horasTijden
Uren antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, y que, dos2
Do's
Twee
Tweede horasTijden
Uren antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden proclamadoAfgekondigd
Geproclameerd
Uitgevaardigd
Verkondigd. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, aquelDat
Die segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede hijoKind
Zoon podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht, conDoor
Met
Per
Samen met el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y armadoBewapend
Gepantserde poon
Gewapend
In elkaar gezet
Monteren
Opmaken de los interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes o de los caprichosBevliegingen
Buien
Capriccio's
Grillen
Kuren
Nukken
Spelingen de un partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan, sembrarBestrooien
Inzaaien
Zaaien la discordia y la guerra civilBurgeroorlog en el
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, destruyendoVernielend
Vernietigend
Verwoestend ipso facto la dinastíaDynastie
Koningshuis
Stamhuis
Vorstenhuis a la cualWaaraan debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd consolidarConsolideren
Indikken
Versterken.
ComprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta, comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta, --murmuró el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille.
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds lo queDat wat
Wat dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen, lo queDat wat
Wat afirmanZij/ze betuigen
Zij/ze bevestigen
Zij/ze beweren
Zij/ze stellen
Zij/ze verzekeren, --continuó Aramis; --he ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds por quéWaarom uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los hijosKinderen
Zonen
Zoons de AnaAnna
El de
AustriaOostenrijk, indignamente separadoAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald de suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater, indignamente secuestradoGegijzelde
Gekaapt
Ontvoerd, reducidoGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd a la obscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vaagheid
Vergetelheid másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
absolutaAbsolute
Absoluut
Onvermengd
Onvermengde
Onvoorwaardelijk
Onvoorwaardelijke
Pure
Puur
Volstrekt
Volstrekte
Zuiver
Zuivere, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is desaparecidoVerdwenen
Vermiste de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval que, exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand en FranciaFrankrijk quienDie
Wie sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u! que talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke hijoKind
Zoon
existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat.
¡SíJa
Jawel
Wel
Zich, suHaar
Hun
Uw
Zijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding que loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke! --exclamó el cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker conDoor
Met
Per
Samen met acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval de desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop.
ExceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde la damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe del vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed negroNeger
Zwart
Zwarte y las cintasBonden
Cassetten
Cassettes
Liga's
Linken
Linten
Omsloten
Repen
Strippen
Strips
Stroken
Verbonden
Windselen
Windsels encarnadasAan de hengel bevestigd
Een hevige indruk gemaakt
Een vleeskleur gegeven aan
Gegroeid
Geïncarneerd
In het vlees gedrongen
Vertegenwoordigd
Vlees geworden
Voorgesteld
Wild afgemaakt, --prosiguió Herblay, --y exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte...
ExceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde vosGe
Gij
Je
Jij, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid? VosGe
Gij
Je
Jij, que venísJullie komen
Jullie komen mee a contarmeAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen esaDat
Die historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal y a despertarOpwekken
Wakker maken
Wakker worden
Wekken en miMi
Mijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel la curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid,
el odioHaat
Ik haat, la ambiciónAmbitie
Eerzucht, y ¿quiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!? quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht la sed de venganzaWraaklust; exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde vosGe
Gij
Je
Jij, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent a
quienDie
Wie esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de que meMe
Mij hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken el billeteBiljet
Kaartje
Ticket
Vervoersbewijs, en una palabraBewoording
Woord, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que DiosGod
Godheid debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! enviarmeAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden,
traéisJullie bezorgen
Jullie brengen
Jullie brengen aan
Jullie brengen mee
Jullie dragen aan
Jullie nemen mee...
¿QuéWat
Welke? --preguntó Aramis.
El retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Luis XIV, que en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft en el tronoTroon de FranciaFrankrijk.
AquíAlhier
Hier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! el retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret, --replicó el obispoBisschop entregandoAangevend
Aanreikend
Afgevend
Afleverend
Bestellend
Bezorgend
Doorbrengend
Inleverend
Leverend
Overgevend
Overhandigend
Overleggend
Ter hand stellend
Toevoerend
Uitbetalend
Verdrijvend alNaar de
Naar het presoGevangene un artísticoArtistiek
Artistieke esmalteBrandverf
Emailleert u!
Glazuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze emailleert
Ik emailleer en el cualWaarop se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk la
imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling de Luis XIV, altivoHooghartig
Hooghartige, gallardoFiks
Fikse
Kloek
Kloeke
Levendig
Levendige
Opgewekt
Opgewekte
Voortreffelijk
Voortreffelijke
Vrolijk
Vrolijke
Zwierig
Zwierige, viviente, por decirlo asíBij wijze van spreken
Om zo te zeggen
Zogezegd.
El presoGevangene tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan con avidezGulzig el retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret y fijóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde vast en élDaaraan
Erin los ojosKijkers
Ogen cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle devorarloVerslinden.
Y aquíAlhier
Hier tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast un espejoSpiegel, monseñorMonseigneur, --dijo Herblay, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van alNaar de
Naar het jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! anudarAanknopen
Strikken
Vastknopen
susHaar
Hun
Uw
Zijn ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen.
¡TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer encumbradoDe top bereikt
Opgeheven
Opgevoerd
Verheerlijkt
Verheven! ¡tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer encumbradoDe top bereikt
Opgeheven
Opgevoerd
Verheerlijkt
Verheven! -- murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad el presoGevangene devorandoVerslindend conDoor
Met
Per
Samen met la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien el retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret de Luis
XIV y suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling reflejadaGereflecteerd
Gespiegeld
Teruggekaatst
Weerkaatst
Weerspiegeld en el espejoSpiegel.
¿QuéWat
Welke opináisJullie achten
Jullie geloven
Jullie menen
Jullie vinden
Jullie zijn van mening? --preguntó entoncesDan
Dus
Toen Aramis.
Que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen, --respondió el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, --que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst nuncaNimmer
Nooit meMe
Mij perdonaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begenadigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergeven.
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yoEgo
Ik me preguntoIk vraag me af, --replicó el obispoBisschop fijandoBepalend
Bevestigend
Fixerend
Vastmakend
Vastplakkend
Vaststellend en el presoGevangene una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende y significativaBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende,
cuálWat
Welk
Welke de los dosAlle twee de
Allebei
Beide esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el queDat
Die
Hij die
Wie representaBeeld uit!
Bied aan!
Dien in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertegenwoordigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Presenteer!
Sta voor!
Stel voor!
Vertegenwoordig!
Vertoon!
Voer op! el retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret, o el queDat
Die
Hij die
Wie reflejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaatst terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reflecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerkaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerspiegelt
Kaats terug!
Reflecteer!
Spiegel!
Weerkaats!
Weerspiegel! eseDat
Die espejoSpiegel.
El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el queDat
Die
Hij die
Wie se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft en el tronoTroon, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit presoGevangene, y que, alNaar de
Naar het contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel! aprisionarGevangen nemen
Opsluiten a los demásDe anderen.
La realeza esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien que yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere.
MonseñorMonseigneur, --dijo Herblay con respetoEerbiedig
Respectvol másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs entoncesDan
Dus
Toen, --tened por entendidoAangevoeld
Begrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Verstaan
Verstandig
Verstandige que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen, será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst el queDat
Die
Hij die
Wie, alNaar de
Naar het salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de la prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u! sostenerseBeweren
Rusten
Verzekeren
Zich staande houden en el tronoTroon en el queWaarin leHaar
Hem
Het
U colocaránZij/ze zullen doen
Zij/ze zullen leggen
Zij/ze zullen neerleggen
Zij/ze zullen neerzetten
Zij/ze zullen onderbrengen
Zij/ze zullen plaatsen
Zij/ze zullen steken
Zij/ze zullen stellen
Zij/ze zullen stoppen
Zij/ze zullen uitzetten
Zij/ze zullen verplaatsen
Zij/ze zullen vlijen
Zij/ze zullen zetten susHaar
Hun
Uw
Zijn amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij tentéisJullie bekoren
Jullie brengen in verzoeking
Jullie verleiden
Jullie verlokken
Jullie verzoeken, --dijo con amarguraBitter
Verbitterd el cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank flaqueéisJullie dreigen in te
storten
Jullie verliezen kracht
Jullie verslappen
Jullie wankelen
Jullie worden zwak, monseñorMonseigneur, --persistió con energíaEnergiek
Veerkrachtig
Wilskrachtig el obispoBisschop. --He traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen todas lasAlle pruebasAdstructies
Bewijzen
Jij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
Onderzoeken
Tekenen
Tekens
Testen
Tests
Toetsen de vuestraJullie
Uw
Van jullie
cunaBakermat
Geboorteplek
Wieg, consultadlasConsulteer!
Raadpleeg!, demostraos a vosGe
Gij
Je
Jij mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn hijoKind
Zoon del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, y, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, obremosLaten we ageren
Laten we bezig zijn
Laten we doen
Laten we handelen
Laten we optreden
Laten we te werk
gaan
Laten we voortgaan
Laten we werken
Wij/we ageren
Wij/we doen
Wij/we gaan te werk
Wij/we gaan voort
Wij/we handelen
Wij/we treden op
Wij/we werken
Wij/we zijn bezig.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten.
A noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn que, --añadió con ironíaIronisch el preladoKerkvoogd
Prelaat, --sea corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende en vuestraJullie
Uw
Van jullie estirpeGeslacht que los príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten excluidosAfgewezen
Buitengesloten
Uitgesloten
Verworpen
del tronoTroon seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ellosHen
Ze
Zij cobardesLafaards y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te honorEer
Hulde, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals vuestroJullie
Uw
Van jullie tíoKerel
Oom Gastón de OrleansOrléans. que una y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt conspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samen contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Luis XIII.
¿MiMi
Mijn tíoKerel
Oom Gastón de OrleansOrléans conspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samen contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater? --exclamó el príncipeKoningszoon
Prins
Vorst despavorido;
¿conspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! destronarlo?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, monseñorMonseigneur.
¿QuéWat
Welke meMe
Mij decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen?
La puraHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid.
¿Y tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden... fielesGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe?
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats vuestroJullie
Uw
Van jullie.
¿Y sucumbióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwierp zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd overweldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwichtte?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, monseñorMonseigneur, peroDoch
Echter
Maar por suHaar
Hun
Uw
Zijn culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld, y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! rescatarRedden, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl la vidaHachje
Leven del hermanoBroeder
Broer
Frater del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale,
inviolableOnschendbaar
Onschendbare, sinoDoch
Echter
Maar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! rescatarRedden suHaar
Hun
Uw
Zijn libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid, vuestroJullie
Uw
Van jullie tíoKerel
Oom sacrificóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offerde op hoyHeden
Vandaag, el baldón de la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal y la execración
de innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze familiasFamilies
Gezinnen
Huisgezinnen
Huizen noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele del reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat.
ComprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta, --repuso el príncipeKoningszoon
Prins
Vorst. --y miMi
Mijn tíoKerel
Oom ¿matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af a susHaar
Hun
Uw
Zijn amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden por debilidadBesluiteloosheid
Genegenheid
Gevoel van honger
Krachteloosheid
Tengerheid
Zwakheid
Zwakte o por traiciónVerraad?
Por debilidadBesluiteloosheid
Genegenheid
Gevoel van honger
Krachteloosheid
Tengerheid
Zwakheid
Zwakte; lo cualDat wat
Hetgeen
Wat equivaleBeteken evenveel!
Heb gelijke waarde!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent evenveel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft gelijke waarde siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend a la traiciónVerraad en los príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten.
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één sucumbirBezwijken
Omkomen
Onderdoen
Overweldigd worden
Sterven
Verliezen
Wijken
Zich onderwerpen
Zwichten por incapacidadOnvermogen, por ignoranciaDomheid
Onwetendheid? ¿EstimáisJullie achten
Jullie achten hoog
Jullie begroten
Jullie dragen achting toe
Jullie hebben achting voor
Jullie hechten aan
Jullie houden van
Jullie mogen
Jullie schatten
Jullie stellen op prijs
Jullie taxeren
Jullie waarderen vosGe
Gij
Je
Jij que un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend educadoBeschaafd
Beschaafde
Gedresseerd
Gekweekt
Grootgebracht
Opgeleid
Opgevoed
Welopgevoed
Welopgevoede lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg de la corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren, masDoch
Echter
Maar
Plus tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook de la sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging, puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! ayudarBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan a los amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden que
intentarenZij/ze zullen aanpassen
Zij/ze zullen beproeven
Zij/ze zullen passen
Zij/ze zullen pogen
Zij/ze zullen proberen
Zij/ze zullen toetsen
Zij/ze zullen trachten
Zij/ze zullen uitproberen
Zij/ze zullen van plan
zijn
Zij/ze zullen voorhebben
Zij/ze zullen voornemens zijn
Zij/ze zullen zich voorstellen salvarloBehouden
Bergen
Redden?
Y en el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin Aramis iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar responderAansprakelijk zijn
Antwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Reageren
Verantwoordelijk zijn
Verantwoorden, el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet de improvisoIk improviseer y conDoor
Met
Per
Samen met ímpetuBezieldheid
Enthousiasme
Heftigheid
Onstuimigheid, que revelóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze openbaarde
el ardorHevige warmte
Hitte
Ijver
Levendigheid
Vurig verlangen
Vuur de suHaar
Hun
Uw
Zijn sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!: --Sí, hablamos deWij/we behandelden
Wij/we behandelen
Wij/we bepraatten
Wij/we bepraten
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we discuteerden
Wij/we discuteren
Wij/we wisselden van gedachten
Wij/we wisselen van gedachten amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden; peroDoch
Echter
Maar ¿a títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel de quéWat
Welke tendríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vasthouden
Ik zou bijhouden
Ik zou erop nahouden
Ik zou hebben
Ik zou houden
Ik zou vasthouden yoEgo
Ik amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, cuandoAls
Tijdens
Wanneer noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
quienDie
Wie me conozcaIk ken me
Ik word bekend, y, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! agenciármelos, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid, dineroGeld
Poen, niEn niet
Evenmin
Noch poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen?
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden la honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer! de ofrecermeAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen a VuestraJullie
Uw
Van jullie Alteza RealDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke, --dijo Aramis.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij deisJullie brengen op
Jullie brengen toe
Jullie geven
Jullie geven aan
Jullie kennen toe
Jullie verlenen eseDat
Die calificativo; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una irrisión o una crueldadWreedheid. ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hablarmeConverseren
Praten
Spreken de grandezaGrootsheid, de poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen y
aunKattenklauw
Nog
Zelfs de realeza debíaisJullie behoorden te
Jullie dienden
Jullie hadden te danken
Jullie hoorden
Jullie moesten
Jullie stonden in de
schuld
Jullie waren schuldig
Jullie waren verplicht om
te
Jullie waren verschuldigd escogerKiezen
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen una prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet? QueréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren creer enGeloven in el esplendorPracht, y nos ocultamosWij/we doken onder
Wij/we duiken onder
Wij/we hielden ons schuil
Wij/we houden ons schuil
Wij/we verbergen ons
Wij/we verborgen ons
Wij/we verscholen ons
Wij/we verschuilden ons
Wij/we verschuilen ons en las
tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit. MeMe
Mij ensalzáisJullie hemelen op
Jullie recommanderen
Jullie roemen
Jullie tekenen aan en la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem, y ahogamosWij/we onderdrukken
Wij/we onderdrukten
Wij/we slaan neer
Wij/we sloegen neer
Wij/we smoorden
Wij/we smoren
Wij/we verdrinken
Wij/we verdronken
Wij/we verkroppen
Wij/we verkropten
Wij/we verstikken
Wij/we verstikten nuestrasOnze
Van ons palabrasBewoordingen
Woorden bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware las colgaduras de estaDeze
Dit camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde. MeMe
Mij
hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie vislumbrarBespeuren
Doorschemeren
In de smiezen krijgen
In het oog krijgen
Ontwaren
Oppervlakkig leren kennen la omnipotenciaAlmacht, y oigoIk hoor
Ik verneem
Ik versta en el corredorBaan
Gang
Makelaar
Overloop
Rijstrook los pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan del carceleroCipier
Gevangenbewaarder, pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan que osJe
Jullie hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit temblarBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Trillen
a vosGe
Gij
Je
Jij másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank a míMe
Mij. Para queOpdat
Zodat seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt yoEgo
Ik menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd incréduloOngelovig
Ongelovige, arrancadmeBreek af!
Breng op gang!
Ga op weg!
Ga weg!
Haal uit!
Krijg aan de praat!
Ontlok!
Pluk af!
Pluk!
Rijt!
Ruk af!
Ruk uit!
Scheur weg!
Scheur!
Stap op!
Start!
Tap!
Tijg!
Trek te voorschijn!
Trek uit!
Trek!
Vertrek!
Zet aan! de la Bastilla; dadBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen! aireLucht a misMi's
Mijn
pulmonesLongen, espuelasSporen a misMi's
Mijn talonesCognossementen
Connossementen
Hielen
Kwitanties
Ontvangbewijzen
Ontvangstbewijzen
Reçu's
Souches
Talons
Vrachtbrieven, una espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard a miMi
Mijn brazoArm, y empezaremosWij zullen beginnen
Wij/we zullen aanbreken
Wij/we zullen aansnijden
Wij/we zullen aanvangen
Wij/we zullen beginnen
Wij/we zullen ingaan a entendernosAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin darosJullie geven todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esoDat
Die
Zulks, y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, monseñorMonseigneur; peroDoch
Echter
Maar ¿loDe
Hem
Het
U queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen vosGe
Gij
Je
Jij?
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch. --repuso el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille. --Sé que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten en todas lasAlle galeríasGaanderijen
Galeries
Galerieën
Galerijen
Gangen
Kloostergangen
Kruisgangen
Loges
Loggia's
Transen, cerrojosGrendels
Knippen
Schuifsloten
Schuiven en todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
las puertasDeuren
Poorten
Portieren, cañonesBuizen
Kanalen
Kanonnen
Kloven
Lopen
Pijpen
Ravijnen
Roeren
Roers
Stelen
Vuurmonden y soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten en todos losAlle rastrillosHarken
Valdeuren. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je venceréisJullie zullen bevangen
Jullie zullen overwinnen
Jullie zullen verslaan
Jullie zullen zegevieren vosGe
Gij
Je
Jij a los guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten? ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je clavaréisJullie zullen inslaan
los cañonesBuizen
Kanalen
Kanonnen
Kloven
Lopen
Pijpen
Ravijnen
Roeren
Roers
Stelen
Vuurmonden? ¿ConDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke romperéisJullie zullen afbreken
Jullie zullen breken
Jullie zullen doorbreken
Jullie zullen kapot maken
Jullie zullen kapotmaken
Jullie zullen schenden
Jullie zullen stukbreken
Jullie zullen verbreken los cerrojosGrendels
Knippen
Schuifsloten
Schuiven y los rastrillosHarken
Valdeuren?
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a vuestrasJullie
Van jullie manosHanden el billeteBiljet
Kaartje
Ticket
Vervoersbewijs en el cualWaarop osJe
Jullie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb anunciadoAangediend
Aangekondigd
Bekend gemaakt
Geadverteerd
Geannonceerd miMi
Mijn venidaGekomen
Komen
Meegekomen
Meekomen, monseñorMonseigneur?
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! un billeteBiljet
Kaartje
Ticket
Vervoersbewijs bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! sobornarOmkopen a un carceleroCipier
Gevangenbewaarder.
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende quienDie
Wie dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt un carceleroCipier
Gevangenbewaarder, dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt diez10
Tien. AdmitoIk accepteer
Ik geef toe
Ik laat toe
Ik neem aan
Ik ontvang que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke arrancar deStarten als
Trekken van la Bastilla a un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele presoGevangene,
que loDe
Hem
Het
U escondanOntveinst u!
Verbergt u!
Verheelt u!
Verschuilt u!
Verstopt u!
Zij/ze ontveinzen
Zij/ze verbergen
Zij/ze verhelen
Zij/ze verschuilen
Zij/ze verstoppen en sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin los agentesAgenten
Agentia
Brokers
Dealers
Effectenmakelaars
Effectenmakelaren
Spionnen
Vertegenwoordigers del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedan(Zij) kunnen
Kan u!
Mag u!
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen tomarloHet nemen, y que nutranVoedt u!
Zij/ze voeden convenientementeOp passende wijze alNaar de
Naar het
desventurado en un asiloAsiel
Ik verleen asiel
Toevluchtsoord
Vrijplaats incógnito.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! monseñorMonseigneur, --repuso Aramis sonriéndose.
AdmitoIk accepteer
Ik geef toe
Ik laat toe
Ik neem aan
Ik ontvang que el queDat
Die
Hij die
Wie hicieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke por míMe
Mij, fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent; másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde yoEgo
Ik, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen, príncipeKoningszoon
Prins
Vorst,
hermanoBroeder
Broer
Frater de reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je vais aJullie gaan naar devolvermeHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven la categoríaAard
Categorie
Klasse
Soort y la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht! que miMi
Mijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding y miMi
Mijn hermanoBroeder
Broer
Frater meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
ocultadoOntveinsd
Verborgen
Verheeld
Verscholen
Verstopt? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan una vidaHachje
Leven de rencoresHaatdragendheden
Rancunes y de luchasJij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je worstelt, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je haréisJullie zullen aanmaken
Jullie zullen bedrijven
Jullie zullen doen
Jullie zullen maken
Jullie zullen uitbrengen
Jullie zullen uitrichten
Jullie zullen uitvoeren que yoEgo
Ik venzaBevangt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegeviert
Ik bevang
Ik overwin
Ik versla
Ik zegevier
Overwint u!
Verslaat u!
Zegeviert u! en los combatesJij/je bestrijdt
Jij/je kampt
Jij/je neemt het op
tegen
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Strijden y seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
invulnerable a misMi's
Mijn enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige? ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart sepultadmeBegraaf!
Bestel ter aarde!
Bezorg een lijk! en negraZwart
Zwarte cavernaGrot
Hol
Holte
Krocht
Spelonk y en loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus intrincado de una
montañaBerg
Gebergte: proporcionadmeBezorg!
Breng in orde!
Fourneer!
Maak evenredig!
Meet af!
Verschaf!
Weeg af! la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde de oírHoren
Vernemen
Verstaan en libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid los rumoresGeruchten
Praatjes del ríoDel rio y del llanoEenvoudig
Eenvoudige
Effen
Plat
Platte
Simpel
Simpele
Vlak
Vlakke
Vlakte, de verBekijken
Kijken
Zien en libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid el
solSol
Zon, el firmamentoFirmament
Hemel
Uitspansel
Zwerk, las tempestadesNoodweren
Stormen
Stormwinden; estoDeze
Dit meMe
Mij bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij prometáisJullie beloven
Jullie loven uit
Jullie verzeggen
Jullie zeggen toe másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus y el
engañarmeBedotten
Bedriegen
Beduvelen
Beetnemen
Misleiden
Om de tuin leiden
Smokkelen
Verlakken sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn un crimenMisdaad
Misdrijf, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant os llamáisJullie heten
Jullie worden genoemd miMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind.
MonseñorMonseigneur, --repuso Aramis después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn escuchadoAangehoord
Beluisterd
Geluisterd
Toegehoord
Toegeluisterd respetuosamenteRespectvol, --admiro el firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige y rectoDirect
Directe
Endeldarm
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Rectum
Recht
Rechtdoor
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
criterioCriterium
Maatstaf que dictaDicteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicteert vuestrasJullie
Van jullie palabrasBewoordingen
Woorden, y meMe
Mij huelgoIk doe niets
Ik rust muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere de haberBezitting
Hebben
Zijn adivinadoBeduid
Doorzien
Gegist
Geraden
Gewaarzegd
Verwacht
Voorgezegd
Voorspeld
Waargezegd en vosGe
Gij
Je
Jij a miMi
Mijn reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst. Se me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd decirosJullie zeggen, monseñorMonseigneur, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals osJe
Jullie dignara dejarosAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van guiarDe weg wijzen
Geleiden
Leiden
Rondleiden por míMe
Mij, síJa
Jawel
Wel
Zich consintieraisJullie bedierven
Jullie duldden
Jullie gaven toe
Jullie koesterden
Jullie stemden toe
Jullie troetelden
Jullie vertroetelden
Jullie verwenden
Jullie vonden goed
Jullie waren het eens en serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn el príncipeKoningszoon
Prins
Vorst másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, serviríaisJullie zouden aankaarten
Jullie zouden bedienen
Jullie zouden deugen
Jullie zouden dienen
Jullie zouden een dienst
bewijzen
Jullie zouden geschikt zijn
Jullie zouden helpen
Jullie zouden opdienen
Jullie zouden serveren
Jullie zouden van dienst
zijn los interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes de los muchosVeel
Vele
Zeer
Zere amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn dispuestosBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid a sacrificarse porZich opofferen voor el
triunfoIk heb succes
Ik zegevier
Triomf
Troef
Zege
Zegepraal de vuestraJullie
Uw
Van jullie causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak.
¿MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen?
MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere, síJa
Jawel
Wel
Zich, y conDoor
Met
Per
Samen met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esoDat
Die
Zulks másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus importantesBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware por suHaar
Hun
Uw
Zijn poderíoMacht que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por el númeroHet nummer.
ExplicaosBegrijp!
Geef je rekenschap van
iets!
Geef jullie mening te
kennen!
Verklaar je nader!.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag; peroDoch
Echter
Maar osJe
Jullie juroIk bezweer
Ik leg een eed
af
Ik vloek
Ik zweer anteSuède
Ten overstaan van
Voor DiosGod
Godheid queme(Het) verbrandt
Brandt u af!
Brandt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschroeit
Ik brand
Ik brand af
Ik verbrand
Ik verschroei
Verbrandt u!
Verschroeit u! escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren, que me explicaréIk zal begrijpen
Ik zal me nader
verklaren
Ik zal me rekenschap
geven van iets
Ik zal mijn mening
te kennen geven el díaDag
Etmaal mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve en queWaarin osJe
Jullie veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u! sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
en el tronoTroon de FranciaFrankrijk.
PeroDoch
Echter
Maar ¿y miMi
Mijn hermanoBroeder
Broer
Frater?
SeréisJullie zullen gebeuren
Jullie zullen plaatshebben
Jullie zullen plaatsvinden
Jullie zullen zijn vosGe
Gij
Je
Jij el árbitroScheidsrechter de suHaar
Hun
Uw
Zijn suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval. ¿AcasoToeval
Toevalligheid leHaar
Hem
Het
U compadecéisJullie beklagen
Jullie hebben medelijden
Jullie hebben medelijden met?
¡QuiénWie! ¿yoEgo
Ik compadecerBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met alNaar de
Naar het queme(Het) verbrandt
Brandt u af!
Brandt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschroeit
Ik brand
Ik brand af
Ik verbrand
Ik verschroei
Verbrandt u!
Verschroeit u! haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt pudrirRotten en un calabozoCachot
Cel
Kerker? ¡NuncaNimmer
Nooit!
¡EnhorabuenaCompliment
Plichtpleging!
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals él mismoHemzelf hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was venidoGekomen
Meegekomen a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind calabozoCachot
Cel
Kerker, y, tomándomeMe permitterend la manoDe hand, me hubieseIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk: “HermanoBroeder
Broer
Frater míoMijne
Van mij,
DiosGod
Godheid nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is creadoGecreëerd
Gemaakt
Geschapen
Opgericht para queOpdat
Zodat nos amemosWij/we hebben elkaar lief, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! combatirnosBestrijden
Het opnemen tegen
Kampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten. VengoIk kom
Ik kom mee
Ik neem wraak
Ik wreek a vosGe
Gij
Je
Jij, hermanoBroeder
Broer
Frater míoMijne
Van mij. Un perjuicioBenadelen
Deren
Nadeel
Schade
Schaden
bárbaroBarbaar
Onmens osJe
Jullie condenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelde
Ik veroordeelde a perecer enOmkomen bij la obscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vaagheid
Vergetelheid, lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, privadoBeroofd
Besloten
Particulier
Particuliere
Privé-
Uitgeplunderd de todosAller-
Ieders los gocesJij/je geniet
Jij/je geniet van
Jij/je verheugt je in
Jij/je verlustigt je in, y yoEgo
Ik
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil que os sentéisJullie gaan zitten
Jullie nemen plaats
Jullie zetten
Jullie zetten je junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij míMe
Mij, y ceñirosOmsluiten la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard de miMi
Mijn padrePater
Vader ¿AprovecharéisJullie zullen baten
Jullie zullen benutten
Jullie zullen gebruik maken
Jullie zullen gebruik maken
van
Jullie zullen gebruiken
Jullie zullen helpen
Jullie zullen profiteren
Jullie zullen van nut
zijn estaDeze
Dit reconciliaciónVerzoening paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
destruirVernielen
Vernietigen
Verwoesten miMi
Mijn poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen o paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! oprimirme(Aan)drukken
Onderdrukken
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen? ¿Haréis uso deJullie zullen aanwenden
Jullie zullen benutten
Jullie zullen gebruiken esaDat
Die espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! derramarGieten
Plengen
Schenken
Storten
Vergieten miMi
Mijn sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!?...' “¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, leHaar
Hem
Het
U
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was respondidoAansprakelijk geweest
Beantwoord
Geantwoord
Geantwoord op
Gereageerd
Verantwoord
Verantwoordelijk geweest yoEgo
Ik; osJe
Jullie miroIk bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
op
Ik zie toe comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a miMi
Mijn salvadorHeiland
Redder
Verlosser
Zaligmaker, y osJe
Jullie respetaréIk zal eerbiedigen
Ik zal respect hebben
voor
Ik zal respecteren comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst míoMijne
Van mij. MeMe
Mij daisJullie brengen op
Jullie brengen toe
Jullie geven
Jullie geven aan
Jullie kennen toe
Jullie verlenen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend DiosGod
Godheid. Por vosGe
Gij
Je
Jij, gozoIk geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in de la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid: por vosGe
Gij
Je
Jij tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast el derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse de amarBeminnen
Houden van
Liefhebben y serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve en
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mundoAardrijk
Wereld'.
¿Y habríaisJullie zouden hebben
Jullie zouden zijn cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen vuestraJullie
Uw
Van jullie palabraBewoording
Woord, monseñorMonseigneur?
SíJa
Jawel
Wel
Zich. MasDoch
Echter
Maar
Plus, ¿que meMe
Mij decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen del admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen que DiosGod
Godheid meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dado.conAangetroffen
Gehaald
Geraakt
Geteisterd
Getroffen
Ingeslagen
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen miMi
Mijn hermanoBroeder
Broer
Frater?
Que talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen encerrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
Ik sloot op
Ik zette vast un avisoEen waarschuwing providencial que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst debióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haberBezitting
Hebben
Zijn despreciadoEen hekel gehad aan
Geminacht
Veracht
Versmaad: que vuestraJullie
Uw
Van jullie
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting un crimenMisdaad
Misdrijf alNaar de
Naar het hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende en dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven y en fortunaFortuna a aquellosDie
Diegene que la naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen crearaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
Ik creëerde
Ik maakte
Ik richtte op
Ik schiep
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer parecidosEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen en suHaar
Hun
Uw
Zijn senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus, y que el castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! reducirseInkoken a restablecerHerstellen el equilibrioBalans
Evenwicht
Evenwichtstoestand.
¿Lo cualDat wat
Hetgeen
Wat significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!?...
Que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals osJe
Jullie devuelvoIk bezorg terug
Ik breng terug
Ik geef terug
Ik geef weer
Ik hergeef
Ik heruitzend
Ik reproduceer
Ik retourneer
Ik stuur terug
Ik vergeld
Ik wijs terug vuestroJullie
Uw
Van jullie sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website en el tronoTroon de vuestroJullie
Uw
Van jullie hermanoBroeder
Broer
Frater, vuestroJullie
Uw
Van jullie hermanoBroeder
Broer
Frater tomará(Het) zal (aan)nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal accepteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal binnenkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal drinken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal innemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inslikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nuttigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opsnuiven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vatten aquíAlhier
Hier el vuestroJullie
Uw
Van jullie.
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht! ¡se padeceDoorsta!
Duld!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd aan!
Lijd!
Onderga!
Sta uit!
Veel!
Verdraag! muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere en una prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk cuandoAls
Tijdens
Wanneer se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand bebidoGebruikt
Gedronken conDoor
Met
Per
Samen met abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid en la copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel de la
vidaHachje
Leven!
VuestraJullie
Uw
Van jullie alteza quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren lo queDat wat
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus leHaar
Hem
Het
U plazca(Het) behaagt
Behaagt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Ik behaag; perdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart leHaar
Hem
Het
U parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!, una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! castigadoBestraft
Gestraft.
EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans dejadLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que osJe
Jullie digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volveré aIk zal teruggaan naar
Ik zal terugkeren naar
Ik zal terugkomen naar escucharosAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren sinoDoch
Echter
Maar fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend la Bastilla.
Iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar decir aZeggen tegen VuestraJullie
Uw
Van jullie Alteza que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend meMe
Mij cabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bevatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou iemand toebehoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou iemand toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou natuurlijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaats hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te beurt
vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ten deel
vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toegang hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toelaten
Ik zou aannemen
Ik zou bevatten
Ik zou iemand toebehoren
Ik zou iemand toekomen
Ik zou mogelijk zijn
Ik zou natuurlijk zijn
Ik zou omvatten
Ik zou ontvangen
Ik zou passen
Ik zou plaats hebben
Ik zou te beurt
vallen
Ik zou ten deel
vallen
Ik zou toegang hebben
Ik zou toelaten la honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer! de verosBekijken
Kijken
Zien una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
¿CuándoNu eens ... dan
weer
Wanneer?
El díaDag
Etmaal que miMi
Mijn príncipeKoningszoon
Prins
Vorst salgaEruit komt
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind lúgubreAkelig
Akelige
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Vervelend
Vervelende recintoAfgesloten ruimte.
DiosGod
Godheid osJe
Jullie escucheBeluistert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoort u aan!
Hoort u toe!
Ik beluister
Ik hoor aan
Ik hoor toe
Ik luister
Ik luister toe
Luistert u toe!
Luistert u!. ¿De quéWat
Welke maneraManier
Trant
Wijze meMe
Mij avisaréisJullie zullen melden
Jullie zullen waarschuwen?
VendréIk zal komen
Ik zal meekomen por vosGe
Gij
Je
Jij.
¿VosGe
Gij
Je
Jij mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve?
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank salgáisJullie gaan buiten
Jullie gaan naar buiten
Jullie gaan op weg
Jullie gaan uit
Jullie gaan weg
Jullie komen er mee
weg
Jullie komen uit
Jullie lopen uit
Jullie rijden af
Jullie rijden uit
Jullie rijden weg
Jullie stappen op
Jullie stappen uit
Jullie starten
Jullie stijgen uit
Jullie tijgen
Jullie treden uit
Jullie varen uit
Jullie verschijnen
Jullie vertrekken de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind aposentoAppartement
Flat sinoDoch
Echter
Maar conmigoMet mij
Met mij mee, monseñorMonseigneur, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals en miMi
Mijn ausenciaAbsentie
Afwezigheid
Mangel
Uitstedigheid
Verstek
Verzuim osJe
Jullie compelen a elloDat
Het, recordadHerdenk!
Herinner!
Onthoud!
Weet nog!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank será deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebehoren miMi
Mijn parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde.
¿LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo sobre elOp de
Op het particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld decirOpgeven
Spreken
Zeggen palabraBewoording
Woord a personaMens
Personage
Persoon algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que a vosGe
Gij
Je
Jij?
Unicamente a míMe
Mij, --respondió Aramis inclinándoseBuigend
Een buiging makend
Nijgend y asiendoAangrijpend
Aanvattend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Grijpend
Nemend
Oprapend
Pakkend
Vastgrijpend
Vattend la manoDe hand que leHaar
Hem
Het
U tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit el presoGevangene.
CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter, --dijo el cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker afectuosamente. --Si habéisJullie hebben
Jullie zijn venidoGekomen
Meegekomen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! devolvermeHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven el sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website que diosGod
Godheid meMe
Mij
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had destinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd alNaar de
Naar het solSol
Zon de la fortunaFortuna y de la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals, por vuestraJullie
Uw
Van jullie mediaciónBemiddelen
Bemiddeling
Rijmen
Tussenkomst, meMe
Mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend vivirLeven
Wonen en la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, y honrarEren
Huldigen
Vereren miMi
Mijn estirpeGeslacht conDoor
Met
Per
Samen met actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten gloriososGlorieus
Glorieuze o por el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet a misMi's
Mijn pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la tristísima situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen en queWaarin languidezcoIk kwijn
Ik kwijn weg
Ik teer uit
Ik verval, subo aIk beklim
Ik bestijg
Ik ga naar boven
Ik klim
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg la cumbreBergtop
Kruin de los honoresHulden, sostenidoBeweerd
Gedragen
Geruggensteund
Geschoord
Geschraagd
Hekje
Kruis
Onderhouden
Ondersteund
Verzekerd por vuestraJullie
Uw
Van jullie geneGen
rosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, compartiréIk zal delen miMi
Mijn poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen y miMi
Mijn gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem conDoor
Met
Per
Samen met vosGe
Gij
Je
Jij, a quienDie
Wie bendigoBendigo
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in, a quienDie
Wie doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle corazónHart
Klokhuis las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen.
Y aunKattenklauw
Nog
Zelfs quedaréisJullie zullen afspreken
Jullie zullen blijven
Jullie zullen in een
bepaalde toestand raken
Jullie zullen je bevinden
Jullie zullen passen
Jullie zullen staan
Jullie zullen zijn pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige pagadoBetaald
Gedokt
Gestort
Uitbetaald
Uitgekeerd
Voldaan; siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn incompleta vuestraJullie
Uw
Van jullie parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl nuncaNimmer
Nooit conseguiréIk zal behalen
Ik zal bereiken
Ik zal buitmaken
Ik zal erin slagen
om
Ik zal inhalen
Ik zal krijgen
Ik zal reiken tot
Ik zal verkrijgen
Ik zal vervolgen
Ik zal verwerven compartirDelen
conDoor
Met
Per
Samen met vosGe
Gij
Je
Jij todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven que meMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn proporcionadoAfgemeten
Afgewogen
Bezorgd
Evenredig gemaakt
Gefourneerd
In orde gebracht
Verschaft.
MonseñorMonseigneur, --dijo Aramis, conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde anteSuède
Ten overstaan van
Voor la palidezBleekheid
Fletsheid
Vaalheid y el arranqueAanloop
Aanzetschakelaar
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Bevlieging
Breekt u af!
Brengt u op gang!
Gaat u op weg!
Gaat u weg!
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Ik breek af
Ik breng op gang
Ik ga op weg
Ik ga weg
Ik haal uit
Ik krijg aan de
praat
Ik ontlok
Ik pluk
Ik pluk af
Ik rijt
Ik ruk af
Ik ruk uit
Ik scheur
Ik scheur weg
Ik stap op
Ik start
Ik tap
Ik tijg
Ik trek
Ik trek te voorschijn
Ik trek uit
Ik vertrek
Ik zet aan
Krijgt u aan de
praat!
Ontlokken
Ontlokt u!
Opstappen
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Rijt u!
Rijten
Rukt u af!
Rukt u uit!
Scheuren
Scheurt u weg!
Scheurt u!
Stapt u op!
Start u!
Starten
Starter
Startinrichting
Tappen
Tapt u!
Tijgen
Tijgt u!
Trekken
Trekt u te voorschijn!
Trekt u uit!
Trekt u!
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Vertrekt u!
Weggaan
Wegscheuren
Zet u aan! del presoGevangene, --la noblezaAdel
Edelen de vuestraJullie
Uw
Van jullie
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel meMe
Mij colmaColma
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Loop over!
Overloop!
Overtref! de gozoIk geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in y de admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan! a vosGe
Gij
Je
Jij darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen, sinoDoch
Echter
Maar a los pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen de los cualesWie
Zij die
labraréisJullie zullen beitelen
Jullie zullen bewerken
Jullie zullen slijpen
Jullie zullen verwerken la dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven, a vuestrosJullie
Van jullie descendientesAfdalingen
Afstammelingen
Nakomelingen
Nazaten, a quienesDie
Personen
Wie haréisJullie zullen aanmaken
Jullie zullen bedrijven
Jullie zullen doen
Jullie zullen maken
Jullie zullen uitbrengen
Jullie zullen uitrichten
Jullie zullen uitvoeren ilustresJij/je illustreert
Jij/je veraanschouwelijkt
Jij/je verlucht. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, monseñorMonseigneur, meMe
Mij deberéisJullie zullen behoren te
Jullie zullen dienen
Jullie zullen horen
Jullie zullen in de
schuld staan
Jullie zullen moeten
Jullie zullen schuldig zijn
Jullie zullen te danken
hebben
Jullie zullen verplicht zijn
om te
Jullie zullen verschuldigd zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que la vidaHachje
Leven, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende osJe
Jullie habréIk zal hebben
Ik zal moeten
Ik zal zijn dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend la inmortalidadOnsterfelijkheid.
El cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit la manoDe hand alNaar de
Naar het Aramis, y alNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien que ésteDeze
Dit se la besabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende
Ik kuste
Ik zoende de rodillasKnieën, lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg una exclamaciónUitroep de
seductiva modestiaBescheidenheid
Discretie
Zedigheid.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke homenajeEed van trouw
Eerbetoon
Hulde
Huldebetoon
Huldeblijk prestado aGeleend aan nuestroOns
Onze
Van ons futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, --dijo el preladoKerkvoogd
Prelaat. --Cuando vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer verosBekijken
Kijken
Zien, osJe
Jullie
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen: “Buenos díasDag
Goede morgen
Goedemorgen
Goeden dag
Goedendag, Sire'.
HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs aquelDat
Die momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ilusionesBegoochelingen
Drogbeelden
Illusies
Jij/je geeft een illusie
aan
Jij/je verblindt
Wanen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus luchasJij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je worstelt, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl miMi
Mijn vidaHachje
Leven se quebrantaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou intrappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verbrijzelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vermorzelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verpletteren
Ik zou intrappen
Ik zou verbrijzelen
Ik zou vermorzelen
Ik zou verpletteren, --exclamó el
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille llevándoseMeenemend
Overweg kunnend alNaar de
Naar het pechoBoezem
Borst susHaar
Hun
Uw
Zijn blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte y flacosMager
Magere dedosTenen
Vingeren
Vingers. --¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! ¡quéWat
Welke pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind calabozoCachot
Cel
Kerker, quéWat
Welke bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware esaDat
Die
ventanaRaam
Venster, quéWat
Welke estrechasBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Jij/je reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Strak
Strakke esasDie puertasDeuren
Poorten
Portieren! ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt haberBezitting
Hebben
Zijn pasado porGehaald door ellasHen
Ze
Zij, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt haberBezitting
Hebben
Zijn cabidoAangenomen
Bevat
Gepast
Iemand toebehoord
Iemand toegekomen
Mogelijk geweest
Natuurlijk geweest
Omvat
Ontvangen
Plaats gehad
Te beurt gevallen
Ten deel gevallen
Toegang gehad
Toegelaten aquíAlhier
Hier
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer orgulloTrots, tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele felicidadGeluk, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer esplendorPracht?
VuestraJullie
Uw
Van jullie Alteza meMe
Mij colmaColma
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Loop over!
Overloop!
Overtref! de satisfacciónBevrediging
Genoegdoening alNaar de
Naar het suponer queVeronderstellen dat yoEgo
Ik heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit! de manifestarLaten blijken
Manifesteren
Tonen
Uiten.
DichasBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven estasDeze
Dezen palabrasBewoordingen
Woorden, Aramis se acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht a la puertaDeur
Poort
Portier y llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde a ellaHaar
Ze
Zij conDoor
Met
Per
Samen met los nudillosKnokkels
Knoopjes.
CasiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens el carceleroCipier
Gevangenbewaarder abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld del gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, quienDie
Wie, devoradoVerslonden por la inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
y el temorAngst
Beduchtheid
Vrees, empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan a escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren a la puertaDeur
Poort
Portier del calabozoCachot
Cel
Kerker.
Por fortunaGelukkig ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand de los dosAlle twee de
Allebei
Beide interlocutoresGesprekspartners se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd de bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken la vozInspraak
Stem
Stemgeluid, aunKattenklauw
Nog
Zelfs en los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus impetuososHeftig
Heftige
Onstuimig
Onstuimige
Vurig
Vurige
arranques deJij/je start als
Jij/je trekt van la pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid.
¡QuéWat
Welke confesiónBekentenis
Belijdenis
Biecht
Confessie
Erkenning
Gezindte
Schuldbelijdenis tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde! --dijo Baisemeaux haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend un esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! reírseLachen. --¿QuiénWie dijeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei que un
reclusoGevangene, un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd que difuntoGestorven
Overleden
Overledene, pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht haberBezitting
Hebben
Zijn cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde pecadosGezondigd
Zonde gedaan?
Aramis guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip de salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de la Bastilla, de la queDat
Die
Wie
Zij die aumentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker
Ik deed toenemen
Ik groeide
Ik groeide aan
Ik nam toe
Ik steeg
Ik vergrootte
Ik verhoogde
Ik vermeerderde
Ik wakkerde aan
Ik werd sterker en tercioDerde
Ik bemiddel
Ik bewerk voor de
derde keer
Ik doe dwars aan
Ik doe dwars om
Ik kom tussenbeide
Ik leg dwars
Ik maak voltallig
Ik sta als derde
man aan iemands zijde
Ik treed als bemiddelaar
op
Ik verdeel gelijkelijk
Ik verdeel in drieën y quinto5e
Vijfde
el pesoHet gewicht de las murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen el secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte que loDe
Hem
Het
U abrumabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedolf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overstelpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpletterde
Ik bedolf
Ik overstelpte
Ik verpletterde.
Hablemos deLaten we behandelen
Laten we bepraten
Laten we bespreken
Laten we discuteren
Laten we van gedachten
wisselen
Wij/we behandelen
Wij/we bepraten
Wij/we bespreken
Wij/we discuteren
Wij/we wisselen van gedachten negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, --dijo Aramis asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven alNaar de
Naar het aposentoAppartement
Flat de
Baisemeaux.
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht! --exclamó por todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende.
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenéis queJullie behoren
Jullie dienen
Jullie horen
Jullie moeten pedirmeAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om miMi
Mijn reciboAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Ik accepteer
Ik begroet
Ik geniet
Ik krijg
Ik neem aan
Ik ontvang
Ik toucheer
Krijgen
Kwitantie
Ontvangbewijs
Ontvangen
Ontvangstbewijs
Reçu
Toucheren por ciento100
Honderd cincuenta50
Vijftig mil1000
Duizend librasJij/je bevrijdt
Ponden? --dijo el preladoKerkvoogd
Prelaat.
Y pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke tercioDerde
Ik bemiddel
Ik bewerk voor de
derde keer
Ik doe dwars aan
Ik doe dwars om
Ik kom tussenbeide
Ik leg dwars
Ik maak voltallig
Ik sta als derde
man aan iemands zijde
Ik treed als bemiddelaar
op
Ik verdeel gelijkelijk
Ik verdeel in drieën de ellasHen
Ze
Zij. --añadió el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende exhalandoSlakend
Uitademend
Uitdampend
Uitend
Uitwasemend un suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht y adelantandoAccelererend
Bespoedigend
Inhalend
Lenend
Passerend
Terugzettend
Uitlenend
Uitschuivend
Uitstekend
Verbeterend
Veredelend
Verhaastend
Vermeerderend
Versnellend
Vervroegend
Voorbijrijdend
Voorbijvarend
Voorgaand
Voorlopend
Voorschietend
Vooruitbetalend
Vooruitzettend
tres3
Drie pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor suHaar
Hun
Uw
Zijn armarioKast de hierroIjzeren.
AquíAlhier
Hier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! el reciboAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Ik accepteer
Ik begroet
Ik geniet
Ik krijg
Ik neem aan
Ik ontvang
Ik toucheer
Krijgen
Kwitantie
Ontvangbewijs
Ontvangen
Ontvangstbewijs
Reçu
Toucheren, --dijo Aramis.
Y aquíAlhier
Hier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! el dineroGeld
Poen, --repuso Baisemeaux lanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend una sarta de suspirosVerzuchtingen
Zuchten.
La ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que osJe
Jullie entregaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe un reciboAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Ik accepteer
Ik begroet
Ik geniet
Ik krijg
Ik neem aan
Ik ontvang
Ik toucheer
Krijgen
Kwitantie
Ontvangbewijs
Ontvangen
Ontvangstbewijs
Reçu
Toucheren de cincuenta50
Vijftig mil1000
Duizend librasJij/je bevrijdt
Ponden, --dijo Herblay, --no
que yoEgo
Ik cobraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiende
Ik inde
Ik ontving
Ik verdiende dineroGeld
Poen. AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende.
Aramis salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van a Baisemeaux másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que sofocadoGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Verkropt
Verstikt por la sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering y la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde, en presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij! de aquelDat
Die
regaloCadeau
Donatie
Gave
Geschenk
Gift
Ik geef cadeau
Ik schenk
Schenking regio hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet conDoor
Met
Per
Samen met talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke desprendimientoVerschuiving por el confesorBiechtvader
Zielzorger extraordinarioBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon de la Bastilla.
LA COLMENABijenkorf, LAS ABEJASBijen
Honingbijen Y LA MIELHonig
Honing
Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over suHaar
Hun
Uw
Zijn visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op! a la Bastilla y a todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a San MandéIk beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel el obispoBisschop de Vannes.
TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse del pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat destinadaBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd a los epicúreosEpicurisch
Epicurische
Epicuristisch
Epicuristische másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus célebresAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde de ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs y alNaar de
Naar het los
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus familiaresBloedverwanten
Eenvoudig
Eenvoudige
Familiaar
Familiare
Familie-
Familieleden
Gemeen
Gemeenzaam
Gemeenzame
Gemene
Gemoedelijk
Gemoedelijke
Huiselijk
Huiselijke
Vertrouwd
Vertrouwde
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
Verwanten
Zonder plichtplegingen de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, ocupadosBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld cada cualEen ieder
Elkeen
Iedereen en suHaar
Hun
Uw
Zijn puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals abejasBijen
Honingbijen en susHaar
Hun
Uw
Zijn alvéolosHolten
Holtes
Kassen, en producirAandoen
Aanrichten
Afwerpen
Berokkenen
Opbrengen
Opleveren
Produceren
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
Voortbrengen una
mielHonig
Honing destinadaBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd alNaar de
Naar het panalBijenraat
Honingraat
Raat realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke que Fouquet pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn a SuHaar
Hun
Uw
Zijn MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens las fiestasFeestdagen
Feesten
Festiviteiten
Fuiven
Partijen.
Pelissón, meditabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mediteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze peinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon op
Ik bedacht
Ik dacht na
Ik mediteerde
Ik overdacht
Ik peinsde
Ik wikte
Ik zon
Ik zon op el prólogoProloog
Voorbericht
Voorrede
Voorspel
Voorwoord de los “Importunos', comediaBlijspel
Komedie en tres3
Drie actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten que debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren representarAanbieden
Indienen
Opvoeren
Presenteren
Staan voor
Uitbeelden
Vertegenwoordigen
Vertonen
Voorstellen
Mojiere; Loret escribíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Ik componeerde
Ik schiep
Ik schreef
Ik schreef neer
Ik schreef uit anticipadamenteVan te voren
Voortijdig la crónicaChronisch
Chronische
Kroniek
Slepend
Slepende de las fiestasFeestdagen
Feesten
Festiviteiten
Fuiven
Partijen de Vaux; La Fontaine iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de florBloei
Bloem
Bloesem en florBloei
Bloem
Bloesem las abejasBijen
Honingbijen, distraídoAfgeleid
Afgetrokken
Verstrooid
Verstrooide, incómodoOncomfortabel
Oncomfortabele
Ongemakkelijk
Ongemakkelijke, insoportableNiet te harden
Ondraaglijk
Ondraaglijke
Onuitstaanbaar
Onuitstaanbare
Onverdraaglijk, zumbandoBrommend
Bruisend
Gonzend
Razend
Snorrend
Suizelend
Suizend
Tuitend
Zoemend y susurrandoFluisterend
Mompelend
Murmelend
Ritselend
Ruisend
Uitlekkend a la espaldaForma de preparar el besugo, abierto por el lomo en dos mitades y asado al ajillo. de
cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen mil1000
Duizend impertinenciasBrutaliteiten
Hondsheden
Vrijpostigheden poéticasDichterlijk
Dichterlijke
Poëtica's
Poëtisch
Poëtische. Y tantasZo groot
Zoveel
Zovele incomodóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde zich niet
op zijn gemak a Pelissón, que ésteDeze
Dit levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer la cabezaHoofd
Kop
Krop y leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid destemplada:
A lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste tomadAccepteer!
Drink!
Gebruik!
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nuttig!
Ontvang!
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
Vat aan!
Vat! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij un consonanteConsonant
Medeklinker, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl osJe
Jullie paseáis porJullie wandelen door los jardinesGaarden
Hoven
Tuinen del ParnasoParnassus.
¿QuéWat
Welke consonanteConsonant
Medeklinker deseáisJullie ambiëren
Jullie aspireren
Jullie begeren
Jullie dingen naar
Jullie haken naar
Jullie hebben trek in
Jullie hunkeren
Jullie jagen na
Jullie smachten
Jullie smachten naar
Jullie snakken naar
Jullie streven na
Jullie streven naar
Jullie verkiezen
Jullie verlangen
Jullie wensen? --preguntó el fabulista, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals leHaar
Hem
Het
U llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde la Sevigné.
Un consonanteConsonant
Medeklinker a “luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting'.
CapuzKap', --respondió La Fontaine.
¡HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cuelaFiltreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Zeef! hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen capucesKappen cuandoAls
Tijdens
Wanneer uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één ensalzaHemel op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hemelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze recommandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Recommandeer!
Roem!
Teken aan! las deliciasGenietingen
Genoten
Heerlijkheden
Lekkernijen de Vaux, --dijo Loret.
Además deBehalve
Benevens
Buiten
Naast
Ongerekend que “luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting y capuzKap' noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank consuenan, --repuso Pelissón.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank consuenan! --exclamó La Fontaine conDoor
Met
Per
Samen met ademánGebaar
Geste
Houding de sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; yoEgo
Ik adviertoIk bemerk
Ik merk
Ik merk op
Ik neem waar
Ik waarschuw que tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast una costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede malísimaMalí=
Mali, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten, que a ellaHaar
Ze
Zij deberéisJullie zullen behoren te
Jullie zullen dienen
Jullie zullen horen
Jullie zullen in de
schuld staan
Jullie zullen moeten
Jullie zullen schuldig zijn
Jullie zullen te danken
hebben
Jullie zullen verplicht zijn
om te
Jullie zullen verschuldigd zijn el noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven nuncaNimmer
Nooit a
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke poetaDichter. Rimáis que es una lástimaHelaas
Jammer
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Tot onze spijt.
¿De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk opináisJullie achten
Jullie geloven
Jullie menen
Jullie vinden
Jullie zijn van mening asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, Pelissón? --dijo La Fontaine.
De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank olvidéisJullie leren af
Jullie vergeten
Jullie verleren que un consonanteConsonant
Medeklinker nuncaNimmer
Nooit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu cuandoAls
Tijdens
Wanneer puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt hallarseZich bevinden
Zich terugvinden
Zijn otroAnder
Andere
Nog een
Nog één mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever.
DigoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg que todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle miMi
Mijn vidaHachje
Leven seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn un jumento, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot, --dijo La Fontaine exhalandoSlakend
Uitademend
Uitdampend
Uitend
Uitwasemend un
profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht. --Por lo queDat wat
Wat se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet, rimo desastrosamente.
HacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte.
¿LoDe
Hem
Het
U veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien? soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un faquín.
¿QuiénWie dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke?
Pelissón. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que yoEgo
Ik eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un faquín, Pelissón? Pelissón absortoBekoord
Bekoorde
Betoverd
Betoverde
Verdiept
Verdiepte
Verrukt
Verrukte otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer en la composiciónBijeenvoegen
Componeren
Compositie
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn prólogoProloog
Voorbericht
Voorrede
Voorspel
Voorwoord, se guardó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde zich voor contestarAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals Pelissón haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que eraisJullie gebeurden
Jullie hadden plaats
Jullie vonden plaats
Jullie waren un faquín, --repuso Moliére, --os haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is inferidoAangedaan
Aangericht
Berokkend
Teweeggebracht
Toegebracht
Veroorzaakt una ofensaAffront
Beledigen
Belediging
Grieven
Krenken
Krenking
Smaad
Verongelijken graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware.
¿De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk?
Y puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele, osJe
Jullie aconsejoIk adviseer
Ik geef raad
Ik raad
Ik raad aan que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejéisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen impuneOngestoord
Ongestoorde
Ongestraft
Ongestrafte
Straffeloos
Straffeloze talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke injuriaAffront
Belediging
Beschimp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschimpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schimpt
Krenking
Schimp!
Smaad.
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht! --exclamó La Fontaine.
¿Os habéisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
iemand aan de stok
Jullie meten je met
iemand batidoDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshake
Omgeroerd algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt?
Una, conDoor
Met
Per
Samen met un tenienteLuitenant de caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij ligeraGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte.
¿QuéWat
Welke osJe
Jullie hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit?
Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que sedujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkerde a miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! --repuso Moliére palideciendoBleek wordend ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug.
PeroDoch
Echter
Maar comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals alNaar de
Naar het oírHoren
Vernemen
Verstaan lo queDat wat
Wat acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de decirOpgeven
Spreken
Zeggen La Fontaine, los demásDe anderen habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet. Moliére conservóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveerde
en susHaar
Hun
Uw
Zijn labiosLippen suHaar
Hun
Uw
Zijn burlonaSmadelijk honend
Spottend
Spottende sonrisaGlimlach
Glimlachen, y continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend hablarConverseren
Praten
Spreken alNaar de
Naar het fabulista, a quienDie
Wie preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg:
¿QuéWat
Welke resultó(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde del dueloDuel
Ik doe pijn
Ik doe zeer
Rouw
Tweegevecht?
Resultó(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde que miMi
Mijn adversarioTegenspeler
Tegenstander meMe
Mij desarmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed de wapens
neerleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwapende, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen toda clase deAllerhande
Allerlei
Van elke soort satisfaccionesBevredigingen
Genoegdoeningen, meMe
Mij
prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten nuncaNimmer
Nooit másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus los piesPoten
Voeten en miMi
Mijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
¿Y vosGe
Gij
Je
Jij os disteisJullie deden je voor
Jullie gaven je gewonnen
Jullie gaven je over
Jullie gebeurden
Jullie groeiden
Jullie kwamen voor
Jullie ontstonden por satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane? --preguntó Moliére.
AlNaar de
Naar het contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander. RecogíIk haalde binnen
Ik haalde op
Ik raapte
Ik raapte op
Ik verzamelde miMi
Mijn espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard, y leHaar
Hem
Het
U dije aIk zegde tegen
Ik zei tegen miMi
Mijn adversarioTegenspeler
Tegenstander que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand batidoDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshake
Omgeroerd con élDaarmee porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was el
amanteGeliefde
Maîtresse
Minnaar
Minnares de miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, sinoDoch
Echter
Maar porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl meMe
Mij habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd batirmeDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan: y que comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nuncaNimmer
Nooit habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden yoEgo
Ik tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
dichoso comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en aquelDat
Die tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd, me hicieseIk raakte
Ik werd la mercedGenade
Merced de continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten frecuentandoBezoekend
Over de vloer komend miMi
Mijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, so
penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet de reanudarHervatten el dueloDuel
Ik doe pijn
Ik doe zeer
Rouw
Tweegevecht. De modo queZodat el tenienteLuitenant se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten galanteandoHet hof makend
Scharrelend
Vrijend a miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, y yoEgo
Ik
continué siendoIk bleef el maridoEchtgenoot
Gemaal
Man másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land.
AlNaar de
Naar het oírHoren
Vernemen
Verstaan las palabrasBewoordingen
Woorden de La Fontaine, todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se rieronZij/ze lachten.
En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen el obispoBisschop de Vannes, conDoor
Met
Per
Samen met un rolloGedoe
Gezeur
Rol
Rollade
Rond broodje
Toestand de planosBlauwdrukken
Concepten
Effen
Kaarten
Landkaarten
Ontwerpen
Opzetten
Plannen
Plat
Platte
Plattegronden
Projecten
Vlak
Vlakke
Vlakken y pergaminosPerkamenten debajoBeneden
Eronder
Onder del brazoArm.
Como siAlsof el ángel de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude aquellasDie
Diegene vivasJij/je leeft
Jij/je woont
Levend
Levende
Levendig
Levendige y placenterasAangenaam
Aangename
Plezierig
Plezierige imaginacionesFantasieën
Imaginaties
Verbeeldingskrachten, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was repentinamente
envueltoGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt en el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen, y cada cualEen ieder
Elkeen
Iedereen recobróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herwon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg terug suHaar
Hun
Uw
Zijn impasibilidad y suHaar
Hun
Uw
Zijn plumaPen
Pluim
Veder
Veer.
Aramis distribuyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde esquelasBriefjes de convite entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige, y lesHen
Hun
U dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Fouquet.
Díjoles que retenidoGedetineerd
Gereserveerd
Opgehouden
Teruggehouden
Weerhouden el superintendente en suHaar
Hun
Uw
Zijn gabineteBehandelkamer
Erker
Kabinet
Ministerie
Studeerkamer por el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken, solicitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze solliciteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Ik solliciteerde
Ik vraagde
Ik vroeg de aquellosDie
Diegene que leHaar
Hem
Het
U
enviasenZij/ze deden toekomen
Zij/ze expedieerden
Zij/ze stuurden
Zij/ze stuurden op
Zij/ze stuurden uit
Zij/ze stuurden weg
Zij/ze verstuurden
Zij/ze verzonden
Zij/ze zonden
Zij/ze zonden af
Zij/ze zonden op
Zij/ze zonden weg algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de suHaar
Hun
Uw
Zijn laborArbeiden
Werk
Werken del díaDag
Etmaal paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerleDoen
Laten
Maken olvidarAfleren
Vergeten
Verleren a élHem
Hij la fatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis de suHaar
Hun
Uw
Zijn trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken nocturnoNacht-
Nachtactief
Nachtactieve
Nachtelijk
Nachtelijke
Nocturne.
EstasDeze
Dezen palabrasBewoordingen
Woorden hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken la frente aTegenover
Vergeleken met
Versus todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs La Fontaine se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich a una mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank y empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
velozmente. Pelissón pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer en limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren suHaar
Hun
Uw
Zijn prólogoProloog
Voorbericht
Voorrede
Voorspel
Voorwoord; MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe cincuenta50
Vijftig versosDichtregels
Rijmregels
Versregels
Verzen calentitos, Loret, suHaar
Hun
Uw
Zijn artículoArtikel
Benodigdheid
Bijdrage
Geleding
Gelid
Gewricht
Handelsartikel
Knoop
Lid
Lidwoord
Opstel
Stuk
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las maravillosasMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke fiestasFeestdagen
Feesten
Festiviteiten
Fuiven
Partijen de que el se hicieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men deed profetaProfeet
Voorspeller
Voorzegger
Ziener, y Aramis encargadoAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Opdracht gegeven
Opgedragen de recogerAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen el botínBuit
Gevangenneming
Prooi
Vangst comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst de las abejasBijen
Honingbijen, se volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om a susHaar
Hun
Uw
Zijn habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen, silenciosoGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende y atareado, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn dicho aGezegd tegen los
circunstantes que se preparasen paraZij/ze bereidden zich voor
op
Zij/ze maakten zich klaar
voor ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen en caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg el díaDag
Etmaal siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende por la tardeDe middag.
En este casoIn dit geval tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet avisarMelden
Waarschuwen a los de miMi
Mijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. --dijo MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, --repuso Loret sonriéndose, --el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen “amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!' a suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon.
AmoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon', síJa
Jawel
Wel
Zich, --replicó MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen sonriéndose de maneraManier
Trant
Wijze suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele y tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige, --amo', peroDoch
Echter
Maar estoDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quiere decirBedoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelt
que “meMe
Mij amenBemint u!
Heeft u lief!
Houdt u van!
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van'.
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yoEgo
Ik estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker de que meMe
Mij amanZij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van en Chateau--Thierry, --dijo La Fontaine.
En estoDeze
Dit volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan Aramis, y preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg:
¿QuiénWie se viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee conmigoMet mij
Met mij mee? Voy aIk ga naar decirOpgeven
Spreken
Zeggen dos2
Do's
Twee
Tweede palabrasBewoordingen
Woorden alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Fouquet, y dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te un cuarto de horaKwartier
salgoIk ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs. OfrezcoIk bied
Ik bied aan
Ik bied te koop
aan
Ik draag voor
Ik loof uit
Ik sla voor
Ik stel voor miMi
Mijn carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid, aceptoIk accepteer
Ik neem aan
Ik ontvang, --dijo MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen.
YoEgo
Ik comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals aquíAlhier
Hier --repuso Lores. --Gourville meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ofrecidoAangeboden
Geboden
Te koop aangeboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld langostines... ¿HabéisJullie hebben
Jullie zijn oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan? ¡Langostines!...
VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!, La Fontaine, buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken una consonanteConsonant
Medeklinker.
Aramis salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit en compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm de MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals élHem
Hij sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist hacerloDoen
Laten
Maken, y alNaar de
Naar het llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven alNaar de
Naar het pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet de la escaleraLadder
Opgang
Trap oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond que La
Fontaine entreabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende half
Ik opende half la puertaDeur
Poort
Portier y decía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Ik zegde tegen
Ik zei tegen vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen:
¿TeJe
Jou haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ofrecidoAangeboden
Geboden
Te koop aangeboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld langostines?
El se sabrá(Het) zal weten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weten conDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke finesBesluiten
Beëindigingen
Doeleinden
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Einden
Eindes
Enden
Honken.
Las carcajadas de los epicúreosEpicurisch
Epicurische
Epicuristisch
Epicuristische redoblaron y llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan de Fouquet, en el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin
Aramis abríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
Ik begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende la puertaDeur
Poort
Portier de suHaar
Hun
Uw
Zijn gabineteBehandelkamer
Erker
Kabinet
Ministerie
Studeerkamer.
MoliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal malen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermalen
Ik zal kwellen
Ik zal malen
Ik zal vermalen, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand encargadoAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Opdracht gegeven
Opgedragen de ordenarBestellen
Bevelen
Gelasten
Opruimen
Sommeren
Verordenen
Voorschrijven que engancharanZij/ze haakten, mientrasTerwijl Herblay iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar verBekijken
Kijken
Zien alNaar de
Naar het superintendente
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen de acuerdo conIn overeenstemming met élHem
Hij.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je ríenZij/ze lachen arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog! --dijo Fouquet exhalandoSlakend
Uitademend
Uitdampend
Uitend
Uitwasemend un suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht.
¿Y vosGe
Gij
Je
Jij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank os reísJullie lachen, monseñorMonseigneur?
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds se acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij el reírLachen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Herblay.
La fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert.
Y el dineroGeld
Poen se alejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich van.
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk y repetidoDoorgenomen
Herhaald
Herhaaldelijk
Herhaaldelijke
Meerdere
Nagezegd
Nog eens gezegd que esoDat
Die
Zulks corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte de miMi
Mijn cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen?
MeMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn ofrecidoAangeboden
Geboden
Te koop aangeboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld millonesMiljoenen.
EstaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten en vuestroJullie
Uw
Van jullie poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende de la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst en Vaux.
Fouquet dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde una escrutadora miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien a Aramis, y se pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te ver
in figuurlijke zin una heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei por suHaar
Hun
Uw
Zijn humedecidaBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde.
Aramis comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond que el superintendente dudabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelde
Ik dubde
Ik stond in dubio
Ik twijfelde de élHem
Hij, o conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende la imposibilidad en queWaarin se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was de
hacerseMaken
Raken
Worden conDoor
Met
Per
Samen met dineroGeld
Poen; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht Fouquet suponer queVeronderstellen dat un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele obispoBisschop, antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger, antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude mosqueteroMusketier,
loDe
Hem
Het
U hallaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bevond
Ik nam waar
Ik ontmoette
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
Ik zag?
¿Por quéWaarom dudáisJullie dubben
Jullie staan in dubio
Jullie twijfelen? --preguntó Aramis. Y alNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien que el superintendente se limitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan
Ik begrensde
Ik beknotte
Ik beperkte
Ik legde beperkingen op
aan a sonreírseGlimlachen y a moverBewegen
Roeren
Verroeren
la cabezaHoofd
Kop
Krop, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe: --¡HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige feFiducie
Geloof
Vertrouwen!
MiMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Herblay, --repuso Fouquet, --si caigoIk geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval...
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |