ConqueDus rosasBottelrozen
Rozen
fragantesGeurig
Geurige
, ¿ehHallo

Hé daar
Zeg
? ¡Reuma y chalecosHerenvesten
Vesten
de franelaFlanel para tiVoor jou, viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
fatuo! ¿Follajes,
amarantosGanges-amaranten
Gangesamaranten
Graanamaranten
Groene amaranten
Kattenstaartamaranten
Kattenstaarten
Klaroenen
y gorjeos paradisíacosParadijselijk
Paradijselijke
? ¡Ja
Jawel
Wel
Zich
, Ja
Jawel
Wel
Zich
, presuntuoso imbécilDom
Domme
Imbeciel
Imbeciele
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele
! ¿ConqueDus la estatuaBeeld
Standbeeld
de
Glorvina? ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
! ¡Una muñecaHandwortel
Handwortelbeenderen
Pols
Polsgewricht
Pop
charlatana de coloradasGekleurd
Gekleurde
Roodkleurig
Roodkleurige
mejillasKonen
Wangen
y corazónHart
Klokhuis
relleno deGevuld met
salvadoBehouden
Geborgen
Gered
Zemelen
! La nocheAvond
Nacht
que precedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voor
a miMi
Mijn
regreso aIk keer terug naar
Ik kom terug naar
Putney, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que padecíIk doorstond
Ik duldde
Ik leed
Ik leed aan
Ik onderging
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg

angustiasAngsten
Beklemmingen
Benauwdheden
Smarten
Zielsangsten
de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
metido enGedaan in
Gestopt in
aquelDat
Die
ómnibusOmnibus
Omnibussen
que meMe
Mij
transportabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transporteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bracht over
Ik transponeerde
Ik transporteerde
Ik vervoerde
Ik voerde
a la costaKust
Kustlijn
Zeekust
fronteraGrens
Perk
de
Estigia. VolvíIk draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, peroDoch
Echter
Maar
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un espírituGeest
Geestgesteldheid
indiferenteLauw
Lauwe
Onverschillig
Onverschillige
y ajenoAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde
a los cuidadosBeduchtheden
Bekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheden
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Ongerustheden
Opgelet
Opgepast
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden

mundanalesWerelds
Wereldse
. VagamenteVaag recordabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist nog
Ik herdacht
Ik herinnerde
Ik onthield
Ik wist nog
los tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
en queWaarin vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
, masDoch
Echter
Maar
Plus
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
adscribir alNaar de
Naar het

recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
ningunaGeen enkel
Geen enkele
sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
. El amorAffectie
Liefde
Min
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
en Me
Mij
.

Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
y participóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel
de nuestroOns
Onze
Van ons
desayunoIk ontbijt
Ontbijt
Ontbijten
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubeIk had
Ik was
de enojarmeBedroeven
Ergeren
.
AyerGister
Gisteren
leHaar
Hem
Het
U
insultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze affronteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschimpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schimpte
Ik affronteerde
Ik beledigde
Ik beschimpte
Ik krenkte
Ik schimpte
, leHaar
Hem
Het
U
aborrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afkeer
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afschuw
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een hekel
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een weerzin
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadde
Ik haatte
Ik had een afkeer
 van
Ik had een afschuw
 van
Ik had een hekel
 aan
Ik had een weerzin
 tegen
Ik minachtte
Ik verafschuwde
Ik verfoeide
Ik versmaadde
y sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
de élHem
Hij
. HoyHeden
Vandaag
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
atormentaDoe verdriet aan!
Folter!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet verdriet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze foltert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op de
 pijnbank
Kwel!
Leg op de pijnbank!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
rivalidadRivaliteit, niEn niet
Evenmin
Noch

envidioIk ben jaloers op
Ik benijd
Ik misgun
susHaar
Hun
Uw
Zijn
triunfosTriomfen
Troeven
Zegepralen
Zeges
niEn niet
Evenmin
Noch
experimentoBeleven
Doormaken
Ervaren
Experiment
Experimenteren
Ik beleef
Ik ervaar
Ik experimenteer
Ik maak door
Ik ondervind
Ondervinden
Proef
Proefneming
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de suplantarle. AunKattenklauw
Nog
Zelfs
queriendoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
Willend
IsabelElizabeth,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
anhelaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou reikhalzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zuchten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zuchten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zwoegen
Ik zou hijgen
Ik zou hunkeren
Ik zou reikhalzen
Ik zou smachten
Ik zou verlangen
Ik zou zuchten
Ik zou zuchten naar
Ik zou zwoegen
hacerlaDoen
Laten
Maken
míaVan mij. AyerGister
Gisteren
tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
me interesaraIk interesseerde me... AyerGister
Gisteren
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
yoEgo
Ik
corazónHart
Klokhuis
. ¡Bah!
Sir... Miss... ¿Se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft
ustedGij
U
a miMi
Mijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
? QuizásMisschien seáisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
. ComenzáisJullie beginnen
Jullie beginnen met
Jullie binden aan
Jullie breken aan
Jullie gaan in
Jullie vangen aan
una tácticaTactiek
visualVisueel
Visuele
. VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
, miradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
a otro ladoOverkant
Overzijde
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se ocupe deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich bezig
 met
Me
Mij
, se loDe
Hem
Het
U
suplicoIk smeek
Ik smeek af
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
ustedGij
U
que meMe
Mij

importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
suHaar
Hun
Uw
Zijn
personaMens
Personage
Persoon
, susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
lindaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
cabelleraHaar, o susHaar
Hun
Uw
Zijn
reticentesTerughoudend
Terughoudende
indirectasIndirect
Indirecte

sentimentalesDweperig
Dweperige
Sentimenteel
Sentimentele
, o susHaar
Hun
Uw
Zijn
alabanzasLofuitingen a Me
Mij
, o susHaar
Hun
Uw
Zijn
sátirasHekelschriften
Satiren
Satires
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
miMi
Mijn
personaMens
Personage
Persoon
, producidasAangedaan
Aangericht
Afgeworpen
Berokkend
Gesticht
Opgebracht
Opgeleverd
Teweeggebracht
Veroorzaakt
Voortgebracht
a misMi's
Mijn

espaldasRuggen, ¡cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
se equivocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een fout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit ernaast
ustedGij
U
! PeineHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kamt uit
Ik kam
Ik kam uit
Kam
Kammossel
Kamt u uit!
Kamt u!
perdue, ma chère dameBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
. El aparato digestivoDigestief systeem
Digestieve systeem
Maag-darmstelsel


míoMijne
Van mij
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
funciona(Het) werkt
Doe het!
Functioneer!
Ga in zijn werk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze functioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in zijn
 werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Werk!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, peroDoch
Echter
Maar
el corazónHart
Klokhuis
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
. SupeIk kende
Ik smaakte
Ik wist
mantenermeErop nahouden
Houden
Onderhouden
correctoCorrect
Correcte
Goed
Goede
Juist
Juiste
Recht
Rechte
Zuiver
Zuivere

conDoor
Met
Per
Samen met
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
Drencher, y realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
meMe
Mij
maravillaDoe bewondering opwekken!
Goudsbloem
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bewondering opwekken
Tuingoudsbloem
Wonder
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
en algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
de
impacienciaOngeduld
Reuzenbalsemien
Springzaad
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
podidoGekund
Gemogen
dedicarBesteden
Opdragen
Opdragen aan
Spenderen
Toewijden
Wijden
-mentalmenteIn gedachten
Uit het hoofd
- ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
epítetosEpitheta
Toevoegsels
desagradablesOnaangenaam
Onaangename
alNaar de
Naar het
dignoWaardig
Waardige
, alNaar de
Naar het

excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
y guapoKnap
Knappe
Mooi
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
a quienDie
Wie
adoranZij/ze aanbidden
Zij/ze adoreren
Zij/ze verafgoden
Zij/ze vereren
los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y alNaar de
Naar het
que merecidamente haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
cabidoAangenomen
Bevat
Gepast
Iemand toebehoord
Iemand toegekomen
Mogelijk geweest
Natuurlijk geweest
Omvat
Ontvangen
Plaats gehad
Te beurt gevallen
Ten deel gevallen
Toegang gehad
Toegelaten
la
fortunaFortuna de granjearse la confianzaVertrouwen plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige
de un amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje
de pacientesGeduldig
Geduldige
Patiënten
Patiëntes
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
crucéIk doorkruiste
Ik kruiste
Ik stak over

conDoor
Met
Per
Samen met
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
frasesFrasen
Frases
Volzinnen
Zinnen
Zinsneden
relativasBetrekkelijk
Betrekkelijke
Relatief
Relatieve
alNaar de
Naar het
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y a las floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
del jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
. Me manifestéIk manifesteerde me
afableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
, tranquiloBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
risueño, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
exagerarAandikken
Chargeren
Overdrijven
la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak
comprenderéisJullie zullen begrijpen
Jullie zullen beseffen
Jullie zullen bevatten
Jullie zullen omvatten
Jullie zullen snappen
Jullie zullen vatten
Jullie zullen verstaan
.
PeroDoch
Echter
Maar
osJe
Jullie
juro queIk zweer dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
sorprenderBetrappen
Snappen
Treffen
Verbazen
Verrassen
niEn niet
Evenmin
Noch
un estremecimientoHuiveren
Huivering
Rillen
en misMi's
Mijn

nerviosNerven
Ribbels
Ribben
Zenuwen
niEn niet
Evenmin
Noch
la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ligeraGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
alteraciónBederf
Dispuut
Onenigheid
Ontroering
Opstand
Schrik
Twist
Veranderen
Verandering
Verontrusten
Verstoren
Wijziging
en la ecuanimidad de miMi
Mijn
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
. Me ocupé deIk hield me bezig
 met
servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
a las
dos2
Do's
Twee
Tweede
viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten
, terciéIk bemiddelde
Ik bewerkte voor de
 derde keer
Ik deed dwars aan
Ik deed dwars om
Ik kwam tussenbeide
Ik legde dwars
Ik maakte voltallig
Ik stond als derde
 man aan iemands zijde
Ik trad als bemiddelaar
 op
Ik verdeelde gelijkelijk
Ik verdeelde in drieën
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
charlaBabbel!
Babbelen
Geklets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze babbelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keuvelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Keuvel!
Keuvelen
Klets!
Kletsen
Praat!
Praatje
Praten
Voordracht
; sonriendoGlimlachend, enjuguéIk droogde af
Ik veegde
Ik veegde af
Ik wiste
Ik wiste af
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
servilletaServet las tres3
Drie
cuartasKwarten partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes

de una copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
de JerezJerez
Sherry
que Popham vertióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergoot
en miMi
Mijn
pantalónBroek
Lange broek
Pantalon
. OsJe
Jullie
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
desafiadoGeprovoceerd
Getart
Getergd
Getrotseerd
Uitgedaagd
Uitgelokt
Uitgetart
a que meMe
Mij

conocieraisJullie kenden
Jullie leerden kennen
Jullie maakten kennis
Jullie waren bekend met
Jullie wisten
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
horasTijden
Uren
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
la operaciónBewerking
Ingreep
Operatie
Opereren
de perforarDoorboren
Doorzeven
Perforeren
miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
. El
corazónHart
Klokhuis
. ¡Bah! ObservéIk bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe
que temblabanZij/ze beefden
Zij/ze bibberden
Zij/ze huiverden
Zij/ze rilden
Zij/ze trilden
los labiosLippen de miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
que
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
nosotrosOns
We
Wij
mediaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmde
Ik bemiddelde
Ik rijmde
explicaciónExplicatie
Opheldering
Rekenschap
Toelichting
Uitduiding
Uiteenzetting
Uitleg
Uitlegging
Verduidelijking
Verheldering
Verklaring
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
para queOpdat
Zodat
ellaHaar
Ze
Zij
se convenciese deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigde zich van que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
ellaHaar
Ze
Zij
y el queDat
Die
Hij die
Wie
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
suHaar
Hun
Uw
Zijn
humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
esclavoSlaaf. MeMe
Mij
guiñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipoogde los
ojosKijkers
Ogen
dos2
Do's
Twee
Tweede
o tres vecesDrie keer
Driemaal
. AprovechandoBatend
Benuttend
Gebruik makend
Gebruik makend van
Gebruikend
Helpend
Profiterend
Van nut zijnd
el hallarseZich bevinden
Zich terugvinden
Zijn
misterMi=
Mi
Mijn
Drencher ocupadoBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld
en comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
, los
ojosKijkers
Ogen
grisesGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
de IsabelElizabeth dirigiéronme variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
interrogantes, reveladorasOnthullend
Onthullende
de un inciertoOnzeker
Onzekere

afánBemoeienis
Geploeter
Gesjouw
Hunkering
Inspanning
Moeite
Poging
Spanning
Streven
Uitrekking
Zucht
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que ellaHaar
Ze
Zij
meMe
Mij
guiñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipoogde los ojosKijkers
Ogen
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yoEgo
Ik
osJe
Jullie
doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
miMi
Mijn
palabraBewoording
Woord
de que se me dabaIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond

una higa que estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
, contentaTevreden
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
, o que la ahorcasenZij/ze hingen op. Y la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
que puedoIk kan
Ik mag

ofrecerosAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
de estaDeze
Dit
indiferenciaOnverschilligheid míaVan mij radicaBesta uit!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wortelt
Wortel!
en el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de haberBezitting
Hebben
Zijn
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
dos2
Do's
Twee
Tweede
o tres3
Drie
estrofasCoupletten
Stanza's
Strofen
Strofes

pintandoAfschilderend
Schilderend
Uitschilderend
Vervend
miMi
Mijn
desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
. Publicáronse estosDeze
Dezen
versosDichtregels
Rijmregels
Versregels
Verzen
en una revistaBekleedt u!
Blad
Courant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt over
Ik bekleed
Ik trek over
Krant
Magazine
Nieuwsblad
Periodiek
Revue
Tijdschrift
Trekt u over!
por aquellosDie
Diegene
díasDagen
Etmalen
-talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke

vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
loDe
Hem
Het
U
recordéisJullie herdenken
Jullie herinneren
Jullie onthouden
Jullie weten nog
-, y se atribuyeronZij/ze dichtten toe
Zij/ze kenden toe
Zij/ze rekenden aan
Zij/ze schreven toe
por la generalidadAlgemeenheid
Generalitat
Generaliteit
de los lectoresLectoren
Lectors
alNaar de
Naar het
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sentimentalDweperig
Dweperige
Sentimenteel
Sentimentele
de
nuestrosOnze
Van ons
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
poetasDichters. RecuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
que la críticaAanmerking
Bedenkelijk
Bedenkelijke
Beoordeling
Kritiek
Kritisch
Kritische
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
de ellosHen
Ze
Zij
que estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
'saturadosDoorgetrokken
Verzadigd
de
emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel
', 'llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de apasionadoBedroefd
Gefolterd
Gepassioneerd
Gepassioneerde
Opgewonden
y efusivoOverdreven sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
', etcEnzovoorts., etcEnzovoorts. SentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, Ja
Jawel
Wel
Zich
!
'ApasionadasBedroefd
Gefolterd
Gepassioneerd
Gepassioneerde
Opgewonden
explosionesExplosies
Ontploffingen
Uitbarstingen
de un corazónHart
Klokhuis
destrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest
por la penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
'. ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
! ¡ApasionadoBedroefd
Gefolterd
Gepassioneerd
Gepassioneerde
Opgewonden

rascarKlauwen
Krabben
Krauwen
Scharrelen
Schrapen
de un arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
de violínViolist
Violiste
Viool
! ClaroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
. 'AbandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
' rimaRijm conDoor
Met
Per
Samen met
'traicionadoGelaten merken
In de steek gelaten
Verraden
'; 'brotarOntkiemen
Opspatten
Stuiven
Uitkomen
Verspuiten
',
conDoor
Met
Per
Samen met
'sonrojarDoen blozen', y 'desesperaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wanhoopt
Wanhoop!
', conDoor
Met
Per
Samen met
'cabelleraHaar', y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
sucesivamenteAchtereen
Achtereenvolgens
Na elkaar
Successievelijk
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
; la
desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
compatibleCompatibel
Compatibele
Verenigbaar
Verenigbare
conDoor
Met
Per
Samen met
una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
, yoEgo
Ik
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
. La
cabelleraHaar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
postizaKunst-, y el corazónHart
Klokhuis
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
. PuedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
las uvasDruiven
Wijndruiven
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
agriasWrang
Wrange
Zure
Zuur

y serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
, apreciablesPrijzenswaardig
Prijzenswaardige
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
. ¿PensáisJullie denken que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
vuelvaDraait u om!
Draait u rond!
Draait u!
Gaat u terug!
Gaat u weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
Keert u terug!
Keert u weder!
Keert u!
Komt u terug!
Komt u weder!
Komt u weerom!
Loopt u terug!
Trekt u terug!
Wendt u!
Wentelt u!
Zwenkt u!
Cloe alNaar de
Naar het

amorAffectie
Liefde
Min
de Strephon?... SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
en misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
lágrimaTraan, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vuelvan aGaat u terug naar!
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Zij/ze gaan terug naar
Zij/ze keren terug naar
Zij/ze komen terug naar
pestañearKnipogen
Knipperen
Pinken
Tintelogen
niEn niet
Evenmin
Noch

anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el aleteoFladderen
Ik fladder
Ik spartel
Ik wapper
Spartelen
Wapperen
de una abejaBij
Honingbij
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
alNaar de
Naar het
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
ratoPoos
Poosje
Tijdje
se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
misterMi=
Mi
Mijn
Drencher, declarandoAangevend
Bekennend
Betuigend
Declarerend
Een verklaring afleggend
Erkennend
Toegevend
Verklarend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
de visitarAfgaan
Bezoeken
Opzoeken
alNaar de
Naar het

chiquilloKlein
Kleine
del jardineroHovenier
Tuinier
Tuinman
, que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
, dirigiendoAdresserend
Besturend
Chaufferend
Dirigerend
Mennend
Richtend
Rijdend
Sturend
Vervoerend
a mistress PriorKloosteroverste
Overste
Prior
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
de
pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
, osJe
Jullie
juro queIk zweer dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sentíIk gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
niEn niet
Evenmin
Noch
un átomoAtoom de celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
, no obstanteDesalniettemin
Desniettegenstaande
Desondanks
Echter
Maar
Niettemin
Toch
haberBezitting
Hebben
Zijn
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
en
aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
misterMi=
Mi
Mijn
Drencher, conDoor
Met
Per
Samen met
pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel
de llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
a Cecilita, que se leHaar
Hem
Het
U

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
escapadoOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapt
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
sombreroHoed.

-Vamos aWij/we gaan naar verBekijken
Kijken
Zien
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Baker, ¿quiénWie tenía razónHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had gelijk
Ik had gelijk
, ustedGij
U
o yoEgo
Ik
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
la huesudaBenig
Benige
Knokig
Knokige
Schonkig
Schonkige

señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Bonnigton, señalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland
, en queWaarin a la sazónToen se arrullabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kirde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roekoede
Ik kirde
Ik koerde
Ik roekoede
la
inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
pareja.

-Duo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
, que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
mistress PriorKloosteroverste
Overste
Prior
y el médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
? -intervieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intervenieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tussenbeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
sonriendoGlimlachend-. EsoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Bonnington.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
, peroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
otrasAnder
Andere
Nog één
personasMensen
Personages
Personen
que se interesabanZij/ze interesseerden zich por ellaHaar
Ze
Zij
apuntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan

la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Baker, volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Me
Mij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
venerableAanbiddelijk
Aanbiddelijke
Eerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
cabeza.

-Hoofd
Kop
Krop
¿Se refiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreft ustedGij
U
a Me
Mij
? -preguntéIk vraagde
Ik vroeg
conDoor
Met
Per
Samen met
el candor de un reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
-. YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
un
gatoDommekracht
Kat
Krik
Poes
Vijzel
escaldadoGeblancheerd
Gepocheerd
Ijzer roodgloeiend gemaakt
. Me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
quemadoAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid
una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
, y estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
escarmentado; muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
. Una
personaMens
Personage
Persoon
pertenecienteBehorend
Behorende
Toebehorend
Toebehorende
alNaar de
Naar het
encantadorBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Duivelskunstenaar
Heksenmeester
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Tovenaar
Toveraar
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke
sexoGeslacht
Kunne
Seks
Sekse
de ustedGij
U
meMe
Mij
engañóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduvelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde om de
 tuin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlakte
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
añosJaren. GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen

por la atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
.

ClaroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
que todo estoDit alles eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
disimuloIk verberg
Inschikkelijkheid
Toegevendheid
Toelaten
Veinzerij
Verdraagzaamheid
; pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
y sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander
; peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
en loDe
Hem
Het
U

que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
a Me
Mij
se refiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreft meMe
Mij
acomodaAccommodeer!
Adapteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accommodeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adapteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze situeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stationeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoent
Kom gelegen!
Leg!
Pas aan!
Pas!
Plaats
Plaats!
Schik!
Situeer!
Stationeer!
Verzoen!
mentirLiegen, ¿por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de hacerloDoen
Laten
Maken
? AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
: yoEgo
Ik
,
que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
habitualmenteGewoonlijk un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
absolutamenteVolstrekt veraz, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
por mentirLiegen loDe
Hem
Het
U
hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit

muy bienBest
Heel goed
Prima
y descaradamenteBrutaal
Schaamteloos
.

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
por lo queDat wat
Wat
deduzco deIk leid af van las palabrasBewoordingen
Woorden
de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Bonnington se gustan(Het) bevalt
Zij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze houden van
Zij/ze proeven
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden leuk
Zij/ze zinnen
mutuamenteOnderling
Over en weer
Wederkerig
Wederzijds

mistress PriorKloosteroverste
Overste
Prior
y misterMi=
Mi
Mijn
Drencher, deseo aIk verlang naar miMi
Mijn
antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
géneroGenre
Genrestuk
Geslacht
Handelswaar
Klasse
Stijl
Waar
Woordgeslacht
de felicidadesGefeliciteerd
Gelukken
. Se
las deseo aIk verlang naar misterMi=
Mi
Mijn
Drencher conDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
. MeMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
una bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
. ÉlHem
Hij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
que valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon
, inteligenteBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige
y guapoKnap
Knappe
Mooi
, y creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
, señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
, que ustedesGij
U
, por lo queDat wat
Wat
de ellaHaar
Ze
Zij

conocen(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze leren kennen
Zij/ze maken kennis
Zij/ze weten
Zij/ze zijn bekend met
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tendránZij/ze zullen bijhouden
Zij/ze zullen erop nahouden
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen houden
Zij/ze zullen vasthouden
inconvenienteBezwaar
Nadeel
Ongemak
en reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
loDe
Hem
Het
U
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
.

-AmigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
Batchelor -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Bonnington, sonriendoGlimlachend aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
y guiñándome un
ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
palabraBewoording
Woord
de cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
ustedGij
U
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
..., niEn niet
Evenmin
Noch
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
palabraBewoording
Woord
-. Y el
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
estoDeze
Dit
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
satisfacerlaVoldoen aan extremadamente.

-Uitermate
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, miMi
Mijn
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Bonnington! -arguyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze argumenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde bewijsgronden aan
la de Baker-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me niegueIk weiger om ustedGij
U
que leHaar
Hem
Het
U

gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
a ustedGij
U
la contradicciónAanvechten
Bestrijden
Betwisten
Contradictie
Tegenspraak
Tegenspreken
Tegenstand
Tegenstrijdigheid
Tegenwerpen
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
ustedGij
U
lo queDat wat
Wat
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
...

OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sigaBewandelt u!
Blijft u aan!
Gaat u door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u bij!
Ik bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
Vloeit u voort!
Volg
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
! -atajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze coupeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam de kortste
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schutte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed de pas
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in de
 rede
la de Bonnington.

-YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
loDe
Hem
Het
U
creo queIk denk dat sigoIk bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
. EllaHaar
Ze
Zij
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
, misterMi=
Mi
Mijn
Batchelor, ellaHaar
Ze
Zij
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
que nuestroOns
Onze
Van ons
hijoKind
Zoon
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, el maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
de miMi
Mijn
Cecilia, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
cayendoAfvallend
Gerakend
Latend vallen
Neervallend
Vallend
Verschietend
Vervallend
en las redesNetten
Netwerken
Verstanden
de la institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
. ¡Me hubieraIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand

gustadoAangestaan
Behaagd
Bevallen
Gehouden van
Geproefd
Gezonnen
Leuk gevonden
verBekijken
Kijken
Zien
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se atrevíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd onbeschaamd
! -y susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
llameantes dirigíanseZij/ze adresseerden
Zij/ze bestuurden
Zij/ze chauffeerden
Zij/ze dirigeerden
Zij/ze menden
Zij/ze reden
Zij/ze richtten
Zij/ze stuurden
Zij/ze vervoerden
alNaar de
Naar het
retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret
de la queDat
Die
Wie
Zij die
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe

de Lovel, que pendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing
Ik hing
sobre elOp de
Op het
arpaHarp-. ¡PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltaba(Het) ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sinoDoch
Echter
Maar
que algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
osaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Ik dorst
Ik durfde
Ik waagde

reemplazarAflossen
De plaats innemen van
In de plaats stellen
Inspringen
Substitueren
Vervangen
a aquelDat
Die
ángel!

-RealmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la envidiaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou benijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou jaloers zijn
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou misgunnen
Ik zou benijden
Ik zou jaloers zijn
 op
Ik zou misgunnen
-observéIk bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe
.

-UstedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
querrá decirHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedoelen, Batchelor, que miMi
Mijn
Federico noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
a cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook

mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
la Bonnington-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que treinta30
Dertig
y siete7
Zeven
añosJaren. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muy bienBest
Heel goed
Prima

conservadoBehouden
Besproken
Bewaard
Geboekt
Geborgen
Geconserveerd
Gereserveerd
Onderhouden
Opengehouden
Overgehouden
Vrijgehouden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
edadLeeftijd
Ouderdom
, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
afectuosoAanhankelijk
Aanhankelijke
Gehecht
Gehechte
Toegenegen
del mundoAardrijk
Wereld
. MeMe
Mij
sorprendeBetrap!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrast
Snap!
Tref!
Verbaas!
Verras!
oírleHoren
Vernemen
Verstaan
;
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
y cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
alNaar de
Naar het
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
envidiaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou benijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou jaloers zijn
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou misgunnen
Ik zou benijden
Ik zou jaloers zijn
 op
Ik zou misgunnen
a la queDat
Die
Wie
Zij die
se casaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
.

-MiMi
Mijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Bonnington, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
entendidoAangevoeld
Begrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Verstaan
Verstandig
Verstandige
ustedGij
U
-repliquéIk antwoordde
Ik repliceerde
.

-CuandoAls
Tijdens
Wanneer
suHaar
Hun
Uw
Zijn
difuntaGestorven
Overleden
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
ustedGij
U
conDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
, conDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke

amabilidadVriendelijkheid soportabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik verdroeg
suHaar
Hun
Uw
Zijn
... suHaar
Hun
Uw
Zijn
... malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
carácterAard
Geaardheid
Karakter
; perdónemeBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Baker.

-Por DiosGod
Godheid
, se loDe
Hem
Het
U
suplicoIk smeek
Ik smeek af
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hableConverseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Ik converseer
Ik praat
Ik spreek
Praat u!
Spreekt u!
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
del ángel que partióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
- protestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze protesteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende protest aan
la Baker-. ¡DecirOpgeven
Spreken
Zeggen

que suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
de ustedGij
U
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
casarseIn het huwelijk treden
Trouwen
y olvidarlaAfleren
Vergeten
Verleren
; ¡decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que esasDie criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
olvidarAfleren
Vergeten
Verleren
a suHaar
Hun
Uw
Zijn


madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
! EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de linaje, de una granGroot
Grote
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
y de exquisitaDelicaat
Delicate
Exquisiet
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Kostelijk
Kostelijke
Subliem
Sublieme
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verrukkelijk
Verrukkelijke
educaciónDresseren
Grootbrengen
Kweken
Onderwijs
Opleiden
Opleiding
Opvoeden
Opvoeding
. Los Baker
vinieronZij/ze kwamen
Zij/ze kwamen mee
conDoor
Met
Per
Samen met
el ConquistadorVeroveraar, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Bonnington...

-TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de que algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
de ellosHen
Ze
Zij
figuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde voor
en la CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
de FaraónFarao -interpuse.

-Ik deed tussenbeide komen
Ik laste in
Ik schakelde in
Ik voegde tussen
¡Y decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que una Baker noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
dignaWaardig
Waardige
de un Lovel!, ¡vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
oyesJij/je hoort
Jij/je verneemt
Jij/je verstaat
estoDeze
Dit
, Clarence?

-¿Que oigaHallo
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoort u!
Ik hoor
Ik verneem
Ik versta
Luistert u eens
Verneemt u!
Verstaat u!
quéWat
Welke
? -interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg
Clarence, que entrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
Ik ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
en aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
-. HablanZij/ze converseren
Zij/ze praten
Zij/ze spreken
ustedesGij
U

bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
, peroDoch
Echter
Maar
malditoVervloekt
Vervloekte
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht
una sílaba.

-Lettergreep
Syllabe
¡BribónBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef
, Ge
Gij
Je
Jij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
fumando!

-Rokend
Smokend
¿FumandoRokend
Smokend
, ehHallo

Hé daar
Zeg
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Clarence riendo a carcajadas-Schaterend
Schaterlachend
; heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
en Five Bells y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

echadoAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Aankondigen
Beginnen
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Gooien
Ingeschonken
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Opleggen
Opvoeren
Schatten
Smijten
Springen
Storten
Strooien
Tanken
Toegevoegd
Uiten
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastgemaakt
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
una partidaAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan
de billarBiljart
Biljartspel
conDoor
Met
Per
Samen met
un antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
.

Y mientrasTerwijl asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
, dirigíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik adresseerde
Ik bestuurde
Ik chauffeerde
Ik dirigeerde
Ik mende
Ik reed
Ik richtte
Ik stuurde
Ik vervoerde
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
a una jarraBierpul
Kan
Kruik
de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
bebasJij/je drinkt
Jij/je gebruikt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, hijoKind
Zoon
míoMijne
Van mij
-leHaar
Hem
Het
U
rogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
la madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sobrioBezadigd
Bezadigde
Matig
Matige
Nuchter
Nuchtere
Sober
Sobere
Stemmig
Stemmige
que un juezRechter
Richter
! LoDe
Hem
Het
U
escatimaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermindert
Houd achter!
Verminder!
ustedGij
U
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
en la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie
que procurármeloMoeite doen
Pogen
Proberen
Streven
Trachten
Uitreiken
Verschaffen
Verstrekken
Zich beijveren
Zoeken
Zorgen dat
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
DiosGod
Godheid
meMe
Mij
da aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit op
Zie uit op!
entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan
; ¿verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
Batchelor?
AyerGister
Gisteren
tuvimosWij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
palabrasBewoordingen
Woorden
, ¿ehHallo

Hé daar
Zeg
?; es decirDat wil zeggen
Namelijk
, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
sobre elOp de
Op het
confiteroConfiseur
Suikerbakker
. PeroDoch
Echter
Maar
ustedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij

guardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter
rencorHaatdragendheid
Rancune
Wrok
...; yoEgo
Ik
tampocoEvenmin
Ook niet
. La cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid
. ¡A tuJe
Jouw
saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
, buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
!

El desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
muchachoJongen
Knaap
Knul
se echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich door
 zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde alles in
 de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd broeds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich
alNaar de
Naar het
coleto una copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
de jerezJerez
Sherry
, y, sacudiendoOpschuddend
Schokkend
Schuddend
Wrikkend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor

atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid
, prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door:

-PeroDoch
Echter
Maar
vamos aWij/we gaan naar verBekijken
Kijken
Zien
, ¿dóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
esaDat
Die
institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
? ¿DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
Bellenden?... ¿Y
quiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el queDat
Die
Hij die
Wie
meMe
Mij
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
pegandoAanbakkend
Aanzettend
Afranselend
Aftuigend
Beukend
Hechtend
Houwend
Klappend
Kloppend
Lijmend
Meppend
Plakkend
Slaand
Vastnaaiend
Vastplakkend
por debajo deBeneden
Onder
la mesa?

-La mesa
¿DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
quiénWie? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
.

-IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
Bellenden, la institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
; éseDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
suHaar
Hun
Uw
Zijn
verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
. YoEgo
Ik
la conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt

diez10
Tien
añosJaren. EntoncesDan
Dus
Toen
bailabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danste
Ik danste
en Prince Theater. En el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
de baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
la viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
mil1000
Duizend
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
. YoEgo
Ik

acostumbrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze placht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gewoon
Ik placht
Ik was gewend
Ik was gewoon
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en el escenarioSchouwtoneel
Setting
Toneel
. ¡GuapaKnap
Knappe
Mooi
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
el borrachín; y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

en aquelDat
Die
precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
comparecieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik verscheen
el inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
indiscretaIndiscreet
Indiscrete
charlaBabbel!
Babbelen
Geklets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze babbelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keuvelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Keuvel!
Keuvelen
Klets!
Kletsen
Praat!
Praatje
Praten
Voordracht
, insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde

nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
-.: ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
acáAlhier
Daar
Hier
y siéntateGa zitten!
Neem plaats!
Zet je!
Zet!
a miMi
Mijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
Bellenden!

Las matronasMatronen
Matrones
Verloskundigen
se levantaronZij/ze gingen staan
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze werden wakker
, denotandoAanduidend
Aanwijzend
Een teken zijnd van
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
fisonomíasAangezichten la indignaciónVerontwaardiging y el horror.

-Afgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
¡Una bailarinaDanseres! -repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
la de Bonnington.

-¡Una bailarinaDanseres! -repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
la de Baker-. ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
?

InsinuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte suggestie riendoLachend el capitán:

-Aanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
¿YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te acuerdasJij/je denkt terug
Jij/je herdenkt
Jij/je herinnert je
de cuandoAls
Tijdens
Wanneer
La Fosbery y Ge
Gij
Je
Jij
osJe
Jullie
vertíaisJullie goten
Jullie goten in
Jullie plengden
Jullie schonken
Jullie schonken in
Jullie stortten
Jullie strooiden
Jullie vergoten
de azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur
conDoor
Met
Per
Samen met
lentejuelas? La
Bellenden siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
resultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Ik bleek
Ik kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vertoonde me
Ik viel uit
Ik vloeide voort
Ik volgde
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
La Fosbery; peroDoch
Echter
Maar
la Bellenden, admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke
. ¡BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

por la Bellenden! PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hay queMen moet sonrojarseBlozen, que en estoDeze
Dit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
maliciaBoosaardigheid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Kwaadaardigheid
Snoodheid
Valsheid
Vermoed!
Virulentie
. OyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
, traeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

jerezJerez
Sherry
, Ge
Gij
Je
Jij
..., comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
te llamesJij/je heet
Jij/je wordt genoemd
, BedfordBedford..., despensero, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
teJe
Jou
pagaréIk zal betalen
Ik zal dokken
Ik zal storten
Ik zal uitbetalen
Ik zal uitkeren
Ik zal voldoen
lo queDat wat
Wat
teJe
Jou
deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
.

Y rompióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrak
en una salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
carcajadaSchaterlach, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
percatarseBemerken
Merken
Opmerken
Waarnemen
del terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
que susHaar
Hun
Uw
Zijn
palabrasBewoordingen
Woorden

estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
produciendoAandoend
Aanrichtend
Afwerpend
Berokkenend
Bewerkend
Opbrengend
Opleverend
Stichtend
Teweegbrengend
Veroorzakend
Voortbrengend
. BedfordBedford permanecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Ik bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
. El rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
de la
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el mármolMarmer. En cuantoZodra a las señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
, manteníanZij/ze hielden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze onderhielden
una actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand

en la queDat
Die
Wie
Zij die
se combinabanZij/ze combineerden
Zij/ze verbonden
Zij/ze voegden samen
la sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
y el terrorTerreur.

-Mister Batchelor sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
que loDe
Hem
Het
U
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
por ayudarBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
a miMi
Mijn
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
-articulóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbond la
desdichada institutriz.

-Gouvernante
Huisonderwijzeres
¡Ja
Jawel
Wel
Zich
, por San JorgeJoris
Sjors
! Y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
una palabraBewoording
Woord
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
ellaHaar
Ze
Zij
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
BedfordBedford,
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
sollozandoSnikkend-. Y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
de las presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige
.

-Perdone ustedHet spijt me
Pardon
Sorry
. ¿QuiénWie leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
autorizadoAls autoriteit genoemd
Geautoriseerd
Gelegaliseerd
Gemachtigd
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mezclarseZich bewegen onder de
 mensen
Zich dooreenmengen
Zich mengen
Zich vermaagschappen
Zich vermengen
en el asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
? -trató deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijverde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
atajarleAfschutten
Belemmeren
Beletten
Couperen
De kortste weg nemen
De pas afsnijden
In de rede vallen
Schrappen
Stuiten
Tegenhouden

el ebrioBeschonken
Dronken
Zat
Zatte
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
.

-Y ustedGij
U
, misterMi=
Mi
Mijn
Batchelor, sabiendoKennend
Smakend
Wetend
que estaDeze
Dit
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
trabajadoBewerkt
Bewerkte
Gearbeid
Gewerkt
en el teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen
,
¿se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
atrevidoAangemoedigd
Brutaal
Brutale
Gewaagd
Gewaagde
Stoutmoedig
Stoutmoedige
a presentarlaHet te presenteren a estaDeze
Dit
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
? ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, misterMi=
Mi
Mijn
Batchelor! NuncaNimmer
Nooit
loDe
Hem
Het
U
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend
de ustedGij
U
-gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
furiosaDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
la de Bonnington.

-¿UstedGij
U
trajoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
estaDeze
Dit
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
para queOpdat
Zodat
se hicieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men deed
cargoAangifte
Aanklacht
Ambt
Baan
Beladen
Belasten
Berekenen
Beschuldiging
Bestormen
Betrekking
Ergeren
Functie
Geien
Graad
Ik belaad
Ik belast
Ik bereken
Ik bestorm
Ik breng in rekening
Ik erger
Ik gei
Ik gei op
Ik laad
Ik laad in
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Inladen
Laden
Lading
Maté
Opgeien
Plaats
Post
Tegenstaan
Telastlegging
Tenlastelegging
Trap
Vermoeien
Vervelen
Wachtpost
Werkkring
de los hijosKinderen
Zonen
Zoons
de miMi
Mijn
adoradoAanbeden
Geadoreerd
Verafgood
Vereerd
Cecilia? añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe

la viudaOester
Weduwe
-. SalgaEruit komt
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
 weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
 weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u!
ustedGij
U
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
de la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
, víboraAdder
Lastertong
. ¡ArregleArrangeer
Arrangeert u!
Brengt u terecht!
Herstelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arrangeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt terecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstelt
Ik arrangeer
Ik breng terecht
Ik herstel
Ik knap op
Ik maak
Ik maak in orde
Ik orden
Ik regel
Ik repareer
Ik richt aan
Ik richt in
Ik ruim
Ik ruim op
Ik schik
Ik verhelp
Ik verstel
Knapt u op!
Maakt u in orde!
Maakt u!
Ordent u!
Regelt u!
Repareert u!
Richt u aan!
Richt u in!
Ruimt u op!
Ruimt u!
Schikt u!
Verhelpt u!
Verstelt u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn

baúlesHutkoffers
Koffers
, serpienteSerpent
Slang
! Y abandoneAbandonneert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Ik abandonneer
Ik laat in de
 steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Laat u in de
 steek!
Laat u varen!
Stopt u ermee!
Verlaat u!
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
alNaar de
Naar het
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te acerquesJij/je bent in aantocht
Jij/je komt dichterbij
Jij/je nadert
a ellaHaar
Ze
Zij
, Cecilita. ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien

acáAlhier
Daar
Hier
, cieloHemel
Lucht
míoMijne
Van mij
! ¡Fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
aquíAlhier
Hier
, malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
!

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
yoEgo
Ik
estuveIk bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
conmigoMet mij
Met mij mee
interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste

Pop, rompiendoAfbrekend
Brekend
Doorbrekend
Kapot makend
Kapotmakend
Schendend
Stukbrekend
Verbrekend
en un torrenteBergstroom
Stroom
Vloed
de lágrimas-Tranen- UstedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se marchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg, miss
PriorKloosteroverste
Overste
Prior
..., queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
y bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
. UstedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se marcha-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg. Y el niñoEl niño corrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la
institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
y la cubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekte toe
de besosKussen
Kussens
Zoenen
y de lágrimas.

-Tranen
¡DéjalaLaat het, Popham, cieloHemel
Lucht
de miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
; dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
a esaDat
Die
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
! -vociferóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boogde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich voorstaan
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
la de Baker.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
, viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
estúpidaDom
Domme
Stompzinnig
Stompzinnige
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
marcharseWeggaan. ¡OjaláHopelijk te hubierasJij/je gedroeg je
Jij/je kreeg het met
 iemand aan de stok
Jij/je mat je met
 iemand
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
Ge
Gij
Je
Jij
! Y Ge
Gij
Je
Jij
,
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te marcharásJij/je zal weggaan; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
dejará(Het) zal laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
 steek laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal legateren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal loslaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nalaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opleveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toevertrouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzuimen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verlaten
 van
papáPapa -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
el chiquilloKlein
Kleine
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, Popham; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
, debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
marcharseWeggaan -observóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Cecilita,
levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
la cabezaHoofd
Kop
Krop
solemnemente.

HablasJij/je converseert
Jij/je praat
Jij/je spreekt
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hijaDochter de miMi
Mijn
hijaDochter que eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
la Baker.

Y la pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
Cecilia, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen
la piedraHagel
Steen
, mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
, cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
realizadoBewerkstelligd
Doorgevoerd
Gerealiseerd
Tot stand gebracht
Uitgevoerd
Verricht
Verwerkelijkt
Verwezenlijkt
una acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
meritísima.

-DiosGod
Godheid
leHaar
Hem
Het
U
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
, misterMi=
Mi
Mijn
Pop; ustedGij
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
BedfordBedford.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
que loDe
Hem
Het
U
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
, BedfordBedford; ellaHaar
Ze
Zij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
marcharseWeggaan. ¿VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se iráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verwijderen
? -insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde
el
niñoJongen
Kind
.

AcercándoseleDichterbij komend
In aantocht zijnd
Naderend
IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
, besóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende
alNaar de
Naar het
niñoJongen
Kind
tristementeBedroefd
Jammerlijk
Smartelijk
Treurig
, y leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
irmeGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
, niñoJongen
Kind
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
.

-No toqueBlijft u af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat staan
Ik blijf af van
Ik laat staan
Laat u staan!
ustedGij
U
alNaar de
Naar het
niñoJongen
Kind
. ApártateGa uit de weg!
Scheid!
Trek je terug!
Verwijder je!
de ellaHaar
Ze
Zij
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
-gritaronZij/ze balkten
Zij/ze blaatten
Zij/ze brulden
Zij/ze gierden
Zij/ze gromden
Zij/ze hinnikten
Zij/ze joelden
Zij/ze jouwden uit
Zij/ze loeiden
Zij/ze riepen
Zij/ze schreeuwden
ambasBeide madresBeddingen
Ma's
Moeders
Moeren
Stroombeddingen
.

-YoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
cuidéIk bekommerde me
Ik bewaakte
Ik droeg zorg
Ik lette op
Ik paste op
Ik verpleegde
Ik verzorgde
Ik was bezorgd
Ik zorgde
Ik zorgde voor
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
la escarlatinaRoodvonk, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se acercabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
a élHem
Hij
recordóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist nog

IsabelElizabeth conDoor
Met
Per
Samen met
dulzuraZoetheid
Zoetigheid
.

-TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
como queAangezien
Alsof
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
yoEgo
Ik
aquíAlhier
Hier
-sollozóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snikte BedfordBedford-. ¡Que DiosGod
Godheid
leHaar
Hem
Het
U
benMierikboom
Mierikswortelboom
... digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
, misterMi=
Mi
Mijn

Pop!

-EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
chicoJongen
Kauwgomboomvrucht
Klein
Kleine
Knaap
Knul
Luttel
Luttele
Papappel
Sapodilla
Sapote
Sawo
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
resabiado y pervertidoGedaan ontaarden; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
tercoHalsstarrig
Halsstarrige
Hardnekkig
Hardnekkige
Koppig
Koppige
Stijfhoofdig
Stijfhoofdige
Verbeten
Verstokt
Verstokte
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
la Baker-,
y deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
corrompaBederft u!
Ergert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verknoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verminkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Ik bederf
Ik erger
Ik koop om
Ik schaad
Ik verdraai
Ik verknoei
Ik verleid
Ik vermink
Ik verveel
Koopt u om!
Schaadt u!
Verdraait u!
Verknoeit u!
Verleidt u!
Verminkt u!
Verveelt u!
ustedGij
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
.

-EsaDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una palabraBewoording
Woord
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Bedford.

-Bedford
¿PeroDoch
Echter
Maar
quéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
estoDeze
Dit
, miss? ¿TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
ustedGij
U
en relaciones conJij/je brengt in verband
 met
Jij/je legt een verband
 tussen
el mayordomoHofmeier? rugióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brieste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bulkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide

la viudaOester
Weduwe
.

-LoDe
Hem
Het
U
del chiquilloKlein
Kleine
de BarnetBarnet noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
..., cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
de la dentición... ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen
? ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
estoDeze
Dit
, miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
, IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
? -interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
, que entrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
Ik ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
en
aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats!
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
. Se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over estaDeze
Dit
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
apareceDaag op!
Draaf op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Kom te voorschijn!
Kom uit!
Verschijn!
anteSuède
Ten overstaan van
Voor

nosotrosOns
We
Wij
conDoor
Met
Per
Samen met
una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
personalidadPersonaliteit
Persoonlijkheid
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
la de Baker-. MiMi
Mijn
hijoKind
Zoon
acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de
revelarnosLaten zien
Onthullen
Ontwikkelen
Openbaren
que miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
bailadoGedanst en el teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen
, misterMi=
Mi
Mijn
Drencher; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
una personaMens
Personage
Persoon
de
estaDeze
Dit
condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
recomendableAanbevelenswaard
Aanbevelenswaarde
Aanbevelenswaardig
Aanbevelenswaardige
Aanbevelingswaardig
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanasZussen
Zusters
de ustedGij
U
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
aspirar aBedoelen
Ernaar streven te
la perfecciónPerfectie
Perfektie
Verbeteren
Vervolmaken
cristianaChristelijk
Christelijke
...; las felicito.

-Ik feliciteer
Ik wens geluk
¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
..., esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
conDoor
Met
Per
Samen met
gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
de asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
-suspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte naar
Isabel.

-Elizabeth
¿Y cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
nuncaNimmer
Nooit
, IsabelElizabeth? -rugióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brieste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bulkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
.

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cualquiera de estasWie van deze dan
 ook
señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
BedfordBedford-. EntregabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
ganabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze won
Ik behaalde
Ik verdiende
Ik won
.

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
el noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
decírmeloOpgeven
Spreken
Zeggen
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
,
sollozanteZij/ze snikken; y dirigiéndole una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
, leHaar
Hem
Het
U
volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
la espaldaRug y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
.

-EhHallo

Hé daar
Zeg
..., Ge
Gij
Je
Jij
..., fulanoDinges..., ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
te llamasJij/je heet
Jij/je wordt genoemd
, sacamuelas?; vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
ustedGij
U
acáAlhier
Daar
Hier
leHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
-gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
el
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
Clarence-. VuelvaDraait u om!
Draait u rond!
Draait u!
Gaat u terug!
Gaat u weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
Keert u terug!
Keert u weder!
Keert u!
Komt u terug!
Komt u weder!
Komt u weerom!
Loopt u terug!
Trekt u terug!
Wendt u!
Wentelt u!
Zwenkt u!
ustedGij
U
, que ellaHaar
Ze
Zij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
. ¡Por miMi
Mijn
honorEer
Hulde
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
!

-Mistress PriorKloosteroverste
Overste
Prior
..., noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
ustedGij
U
habérmeloBezitting
Hebben
Zijn
ocultadoOntveinsd
Verborgen
Verheeld
Verscholen
Verstopt
. MiMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y misMi's
Mijn
hermanasZussen
Zusters
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

disidentesDissident
Dissidente
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
escrupulosasAngstvallig
Angstvallige
Scrupuleus
Scrupuleuze
. YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
introducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen
la discordia en miMi
Mijn
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
, que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
..., que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
... Buenos díasDag
Goede morgen
Goedemorgen
Goeden dag
Goedendag
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
, y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
apresuradamente.

-Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
meMe
Mij
hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
ustedGij
U
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
y marcharseWeggaan tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
-ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
la
de Baker-. SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Bonnington, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
ustedGij
U
...?

-Desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
, que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
marcharseWeggaan -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
la aludidaEen toespeling gemaakt
Gealludeerd
Gezinspeeld
Toegespeeld
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se vayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
ustedGij
U
hasta queTot
Totdat
vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
misterMi=
Mi
Mijn
Lovel, mistress PriorKloosteroverste
Overste
Prior
. EstasDeze
Dezen
señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

las dueñasEigenaressen
Meesteressen
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Baker quienDie
Wie
pagaBetaal uit!
Betaal!
Dok!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Keer uit!
Stort!
Voldoe!
el sueldoIk las
Ik soldeer
Salaris
Soldij
Sou
Stuiver
de ustedGij
U
... SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ustedGij
U

se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
me iréIk zal afgaan
Ik zal me verwijderen
Ik zal vertrekken
Ik zal weggaan
yoEgo
Ik
. ¡Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
! -opusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tegenover BedfordBedford, y acercándoseDichterbij komend
In aantocht zijnd
Naderend
a ellaHaar
Ze
Zij
murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
de 'al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
del mundoAardrijk
Wereld
'...

-¿Y ustedGij
U
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se marchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg? ¡Y me alegroIk verheug me de librarmeBevrijden de ustedGij
U
, so insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
! profirióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte

la viuda.

-Oester
Weduwe
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
Clarence, vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
una mañanaMorgen
Ochtend
que nos(Aan) ons
Ons
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
ustedGij
U
! -dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
yo.

-Ego
Ik
¡Es queDat komt omdat
Want
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
quéWat
Welke
demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
el jerezJerez
Sherry
!...

De todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
haciendo juegos malabaresJonglerend conDoor
Met
Per
Samen met
la botellaFles vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
-.
ExcitaBreng in vervoering!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in vervoering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Maan aan!
Prikkel!
Verhit!
Wakker aan!
Werk op!
Wind op!
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
. ExcitaBreng in vervoering!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in vervoering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Maan aan!
Prikkel!
Verhit!
Wakker aan!
Werk op!
Wind op!
de verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
. PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ellaHaar
Ze
Zij
se dedicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde zich toe
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich
alNaar de
Naar het
baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ayudarBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
,
¿por quéWaarom diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de hacerloDoen
Laten
Maken
?

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
precisamenteJuist
Net
lo queDat wat
Wat
yoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
digo aIk zeg tegen estaDeze
Dit
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
la de Baker
levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
la cabezaHoofd
Kop
Krop
conDoor
Met
Per
Samen met
ademánGebaar
Geste
Houding
autoritarioAutoritair
Autoritaire
-. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
leHaar
Hem
Het
U
agradeceréIk zal bedanken
Ik zal bedanken voor
Ik zal dank betuigen
Ik zal dankbaar zijn
Ik zal dankbaar zijn
 voor
Ik zal danken
Ik zal te danken
 hebben
que abandoneAbandonneert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Ik abandonneer
Ik laat in de
 steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Laat u in de
 steek!
Laat u varen!
Stopt u ermee!
Verlaat u!
la
habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
. ¿MeMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
ustedGij
U
?

TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
obedecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde estaDeze
Dit
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
, salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
BedfordBedford en suHaar
Hun
Uw
Zijn

seguimientoAchtervolging
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Resulteren
Uitkomen
Volgen
Voortkomen
Voortspruiten
Voortvloeien
Voortzetten
, y meMe
Mij
consta(Het) bestaat
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
que aunKattenklauw
Nog
Zelfs
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
andadoAfgelegd
Deelgenomen aan
Gegaan
Gelopen
Gewandeld (snel)
Gewerkt
Te voet gegaan
Voortgegaan
cinco5
Vijf
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habíaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ofrecidoAangeboden
Geboden
Te koop aangeboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld
susHaar
Hun
Uw
Zijn

ahorrosBesparingen
Bezuinigingen
Spaarcenten
Spaargeld
Spaargelden
Uitwinningen
y cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
podidoGekund
Gemogen
disponer deBeschikken over los míosVan mij el día anteriorVoorgaande dag. PeroDoch
Echter
Maar

me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
engañadoBedot
Bedrogen
Beduveld
Beetgenomen
Gesmokkeld
Misleid
Om de tuin geleid
Verlakt
. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
jugadoGespeeld
Uitgevoerd
Voorgespeeld
conmigoMet mij
Met mij mee
alNaar de
Naar het
tiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit!
y aflojaBetaal!
Draai los!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt slap
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslapt in ijver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt minder
Maak slap!
Verslap in ijver!
Verslap!
Verzwak!
Word minder!
. Me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
indispuestoNiet lekker
Ongesteld
Ongestelde
Onwel
Van streek
Ziekelijk
Ziekelijke
conDoor
Met
Per
Samen met
el
doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
feFiducie
Geloof
Vertrouwen
en ellaHaar
Ze
Zij
. Os aseguroIk verzeker jullie que miMi
Mijn
amorAffectie
Liefde
Min
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
ellaHaar
Ze
Zij
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
. Se
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks
el vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
componerloBijeenvoegen
Componeren
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
ellaHaar
Ze
Zij
que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
nosotrosOns
We
Wij
. TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, que alNaar de
Naar het
abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
la estanciaGrote boerderij
Oponthoud
Verblijf
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
niEn niet
Evenmin
Noch
una
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
. Las dos2
Do's
Twee
Tweede
señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
-una de ellasHen
Ze
Zij
, a lo queDat wat
Wat
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
asustadaGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

victoriasalieron de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
y, por primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
, subieronZij/ze beklommen
Zij/ze bestegen
Zij/ze brachten naar boven
Zij/ze droegen naar boven
Zij/ze gingen naar boven
Zij/ze gingen omhoog
Zij/ze gingen op
Zij/ze klommen
Zij/ze kwamen op
Zij/ze rezen
Zij/ze stapten in
Zij/ze stapten in de
 trein
Zij/ze stegen
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze wiesen
alNaar de
Naar het
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon
. El borrachín, causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
de
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
aquelDat
Die
estragoNadeel
Schade
Slachting
Verdelging
Vernieling
Verwoesting
, desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween, y se marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg DiosGod
Godheid
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
dóndeWaar
Waarheen
.

A eso deCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
las cuatro4
Vier
de la tardeDe middag vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
la pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
Pinhorn, la doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
de los niñosJongens
Kinderen
, y,
arrasadaMet de grond gelijk
 gemaakt
de lágrimasTranen, meMe
Mij
entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
una cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

-Se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
... ellaHaar
Ze
Zij
; la queDat
Die
Wie
Zij die
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
salvadoBehouden
Geborgen
Gered
Zemelen
la vidaHachje
Leven
a estosDeze
Dezen
niñosJongens
Kinderen
..., la queDat
Die
Wie
Zij die
los salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde
, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
. LeHaar
Hem
Het
U

haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
escrito aGeschreven aan ustedGij
U
, sir. Y se marchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg BedfordBedford. Y yoEgo
Ik
me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
-. Y la desconsoladaBedroefd
Mistroostig gemaakt
Ontroostbaar gemaakt
Troosteloos gemaakt

muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
se retiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
 de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug
, dejándomeMe aan iets wijdend
Me overgevend
Me verwaarlozend
Terneergeslagen wordend
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
sobrecogido conDoor
Met
Per
Samen met
la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
en la manoDe hand.

'AmigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
-me decíaIk noemde me
Ik werd gezegd
Ik zegde
Ik zegde bij zichzelf
Ik zei
Ik zei bij zichzelf
IsabelElizabeth-, necesitoIk behoef
Ik ben toe aan
Ik heb nodig
Ik hoef
escribirleComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren
de gratitudDankbaarheid y
despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
. Me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
. CreoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de tardar enTijd nemen om hallarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Treffen
Vinden
Waarnemen
Zien
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
colocaciónBelegging
Betrekking
Doen
Investering
Leggen
Neerleggen
Onderbrengen
Plaatsen
Plaatsing
Situatie
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
. El
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
BedfordBedford, ¡corazónHart
Klokhuis
generosoGenereus
Genereuze
Gul
Gulle
Kwistig
Kwistige
Mild
Milde
Overvloedig
Rijkelijk
Rijkelijke
Royaal
Royale
Scheutig
Scheutige
Vrijgevig
Vrijgevige
!, meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
confesadoBekend
Erkend
Gebiecht
Opgebiecht
Toegegeven
haberBezitting
Hebben
Zijn
entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven
a ustedGij
U
una cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract

que yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
alNaar de
Naar het
doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
... AlNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
a ustedGij
U
esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
comprendíIk begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
que ustedGij
U
loDe
Hem
Het
U
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
meMe
Mij
restaHaal af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritst
Neem weg!
Ris!
Rits!
decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
que por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
bondadesGoedheden y por suHaar
Hun
Uw
Zijn
amistadVriendschap cariñosaVriendelijk
Vriendelijke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
miMi
Mijn

familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
leHaar
Hem
Het
U
quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
 bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
agradecidaBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad


I. P.'
EstoDeze
Dit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. YoEgo
Ik
creo queIk denk dat ellaHaar
Ze
Zij
sentíaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
sinceramenteOprecht agradecidaBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad
. PeroDoch
Echter
Maar
niEn niet
Evenmin
Noch
conmigoMet mij
Met mij mee
niEn niet
Evenmin
Noch

conDoor
Met
Per
Samen met
el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
cirujanoChirurg
Heelmeester
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
francaBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige
niEn niet
Evenmin
Noch
lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
experimentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ervoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze experimenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Ik beleefde
Ik ervoer
Ik experimenteerde
Ik maakte door
Ik ondervond
yoEgo
Ik
rencorHaatdragendheid
Rancune
Wrok
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
.

MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
alNaar de
Naar het
contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander
, inspirábame una granGroot
Grote
consideraciónBeraad
Beschouwen
Nagaan
Overwegen
Overweging
, buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs

admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering
, estaDeze
Dit
intrépidaOnverschrokken criaturaCreatuur
Schepsel
, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
desempeñadoBekleed
Beslagen
Bezet
Bezig gehouden
In beslag genomen
Vervuld
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
, serenaBedaard
Bedaarde
Helder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalm
Kalme
Onbezorgd
Onbezorgde
Sereen
Serene
Stel gerust!
y valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
, un papelEen papier difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
y espinosoGedoornd
Gedoornde
Stekelbaars
Stekelbaarsje
. MiMi
Mijn
locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
y fugacísima
llamarada de amorAffectie
Liefde
Min
, en un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
díaDag
Etmaal
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
brilladoGeblonken
Geglansd
Geschenen
Geschitterd
y extinguídose; yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
yoEgo
Ik
que nuncaNimmer
Nooit

volvería aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou teruggaan naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkeren naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkomen naar
Ik zou teruggaan naar
Ik zou terugkeren naar
Ik zou terugkomen naar
ocuparse deZich bezighouden met Me
Mij
.

DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
aquellaDat
Die
Diegene
largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
nocheAvond
Nacht
de insomnioInsomnia
Slapeloosheid
y melancolíaDroefgeestigheid
Melancholie
Weemoed
Zwaarmoedigheid
meditéIk bedacht
Ik dacht na
Ik mediteerde
Ik overdacht
Ik peinsde
Ik wikte
Ik zon
Ik zon op
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van
la
personalidadPersonaliteit
Persoonlijkheid
y de la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
de aquellaDat
Die
Diegene
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, y penséIk dacht hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
dóndeWaar
Waarheen
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
conducirAutorijden
Besturen
Brengen
Chaufferen
Geleiden
Leiden
Rijden
Sturen
Vervoeren
Voeren
a
una criaturaCreatuur
Schepsel
la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
, forzándole a adoptarAannemen
Adopteren
Zich eigen maken
una existenciaBestaan
Existentie
Zijn
de artificioFoefje
Kneep
Kunstgreep
Streek
Stunt
Toer
Truc
y disimuloIk verberg
Inschikkelijkheid
Toegevendheid
Toelaten
Veinzerij
Verdraagzaamheid
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

se me ocurríaIk kwam op
Ik kwam op bij
 iemand
Ik schoot te binnen
censurarlaAfkeuren
Beknorren
Berispen
Censureren
Gispen
Keuren
Laken
Terechtwijzen
Verwijten
Wraken
. En aquellasDie
Diegene
circunstanciasOmstandigheden, formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de una familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
que se manifestaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manifesteerde zich abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
y francaBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige
? ¡Pobrecilla!
¿SabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten
de alguienIemands que se hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
conducidoAutogereden
Bestuurd
Gebracht
Gechauffeerd
Geleid
Gereden
Gestuurd
Gevoerd
Vervoerd
de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
? ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
!, creedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!
a Me
Mij
. La
mayoríaGros
Meerderheid
Merendeel
de los mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden
solosAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Solo's
Verlaten
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
solosAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Solo's
Verlaten
. ¡VosotrosGijlieden
Je
Jullie
, los queWie
Zij die
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
a vuestroJullie
Uw
Van jullie

ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
seresWezenlijkheden
Wezens
que osJe
Jullie
quieran(Zij/u) willen
Bemint u!
Heeft u lief!
Houdt u van!
Wil u!
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
, uníosSluit aan!
Sluit je aaneen!
Verenig je!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
a ellosHen
Ze
Zij
y dad gracias aBedank!
Betuig dank!
Dank!
Heb te danken!
DiosGod
Godheid
! AlNaar de
Naar het
atardecerAvond worden
Avondschemering
Schemeren
acertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
a
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por el vestíbuloAntichambre
Foyer
Gang
Hal
Vestibule
Wachtkamer
Zaal
. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
se hallabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze vonden zich terug
Zij/ze waren
los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
baúlesHutkoffers
Koffers
y el mezquinoBenepen
Enghartig
Enghartige
Gierig
Gierige
Kleingeestig
Kleingeestige
Vrekkig
Vrekkige
bagajeBagage de la
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, y sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ellosHen
Ze
Zij
sollozabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snikte
Ik snikte
la niñerita. AnteSuède
Ten overstaan van
Voor
aquelDat
Die
espectáculoKijkspel
Schandaal
Schouwspel
Show
Spektakel
Vertoning
, zozobró miMi
Mijn
varonilMannelijk
Mannelijke

serenidadKalmte
Rust
Sereniteit
. Creo queIk denk dat lloréIk bejammerde
Ik betreurde
Ik beweende
Ik huilde
Ik kreet
Ik schreide
Ik weende
. ¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
! ¡ConDoor
Met
Per
Samen met
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
equipajeBagage vas aJij/je gaat naar emprenderEen ambt aanvaarden
In dienst treden
Ondernemen
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer

el viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
solitarioPatience
Solitairspel
Solo
Teruggetrokken
de tuJe
Jouw
vidaHachje
Leven
! Di aIk zag uit op
Zeg tegen!
la chiquillaKlein
Kleine
Meisje
un parEen paar de librasJij/je bevrijdt
Ponden
, y rompióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrak
a llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen
conDoor
Met
Per
Samen met
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

amarguraBitterheid
Verbittering
que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
. ¡PequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
Pinhorn, tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
un corazónHart
Klokhuis
hermoso!

-Fraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
! ¿HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
avisadoGemeld
Gewaarschuwd
Verstandig
Verstandige
urgentementeDringend
Met spoed
Urgent
a miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
? ¿De quiénWie sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
estosDeze
Dezen
baúlesHutkoffers
Koffers
? inquirióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg

Lovel alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
de la CityStad. En aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
entrabanZij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar binnen
Zij/ze kwamen binnen
Zij/ze kwamen in
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze reden binnen
Zij/ze reden in
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
las dos2
Do's
Twee
Tweede
señoras.

-Dames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el ómnibusOmnibus
Omnibussen
, Federico? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met
zalamería la de Baker-.
HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
venidoGekomen
Meegekomen
siguiéndole todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.

-VeníamosWij/we kwamen
Wij/we kwamen mee
en la carretelaFilm
Fotorolletje
Klos
Spoel
, queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
-añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
la Bonnington, denotandoAanduidend
Aanwijzend
Een teken zijnd van
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere

nerviosidad.

-¿De quiénWie sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
estosDeze
Dezen
baúlesHutkoffers
Koffers
?... ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
, y por quéWaarom lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!
estaDeze
Dit
chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje
? interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg

Lovel.

-Miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
se marchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg -sollozóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snikte la Pinhorn.

-¿Que se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
? ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
de ustedGij
U
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Baker, o de ustedGij
U
, madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
? -indagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht door

el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
conDoor
Met
Per
Samen met
severidadStrengheid.

-Se marchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg, hijoKind
Zoon
de miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven
en estaDeze
Dit
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
la
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
.

-EsaDat
Die
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
los hijosKinderen
Zonen
Zoons
de miMi
Mijn
ángel, Federico -declaróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
la de
Baker.

-Nos(Aan) ons
Ons
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
engañandoBedottend
Bedriegend
Beduvelend
Beetnemend
Misleidend
Om de tuin leidend
Smokkelend
Verlakkend
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, hijoKind
Zoon
-añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
la madre.

-Bedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
¿EngañandoBedottend
Bedriegend
Beduvelend
Beetnemend
Misleidend
Om de tuin leidend
Smokkelend
Verlakkend
?... ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
?... ¿EngañandoBedottend
Bedriegend
Beduvelend
Beetnemend
Misleidend
Om de tuin leidend
Smokkelend
Verlakkend
a quiénWie? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Lovel, encolerizándose
por momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
.

-Clarence, hijoKind
Zoon
míoMijne
Van mij
, venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
aquíAlhier
Hier
. CuéntaseloAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
a misterMi=
Mi
Mijn
Lovel. BajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
y cuéntaseloAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
-gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
la de Baker a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
, que en aquelDat
Die
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
aparecía enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen op
Ik verscheen op
la puertaDeur
Poort
Portier
del
corredorBaan
Gang
Makelaar
Overloop
Rijstrook
que circundabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Ik ging om
Ik ging rond
el vestíbuloAntichambre
Foyer
Gang
Hal
Vestibule
Wachtkamer
Zaal
.

-PeroDoch
Echter
Maar
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, ¿por quéWaarom esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la discusiónAanvechten
Behandelen
Bepraten
Bespreken
Bespreking
Bestrijden
Betwisten
Discussie
Discussiëren
Discuteren
Ruzie
Tegenspreken
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
?

Y entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
, tropezandoStruikelend conDoor
Met
Per
Samen met
los baúlesHutkoffers
Koffers
de la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
IsabelitaIsabel martínez de perón
María estela martínez de
 perón
, a riesgoGewaagdheid
Risico
Waag
Waagstuk
de
romperseBreken
Kapotgaan
las espinillasAcne's
Acnes
Kattendoorns
Mee-eters
Vetpuisten
, y prorrumpiendoOnstuimig te voorschijn komend
Uitbarstend
Uitbrekend
Zich met geweld een
 weg banend
Zich stortend
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
habitualesGewone
Gewoon
Habitués
Stamgasten
interjeccionesTussenwerpsels.

-Cuenta aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt aan
Vertel aan!
misterMi=
Mi
Mijn
Lovel dóndeWaar
Waarheen
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
esaDat
Die
.... a esaDat
Die
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, Clarence. ¡AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
oigaHallo
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoort u!
Ik hoor
Ik verneem
Ik versta
Luistert u eens
Verneemt u!
Verstaat u!

ustedGij
U
alNaar de
Naar het
hermanoBroeder
Broer
Frater
de miMi
Mijn
Cecilia!

-¿Que dóndeWaar
Waarheen
la heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
?... ¿Que dóndeWaar
Waarheen
la heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
de azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur
conDoor
Met
Per
Samen met
lentejuelas? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
en el
teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen
del PríncipeKoningszoon
Prins
Vorst
, haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
'La rosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze
y el capulloCocon'; y por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

endiabladamente bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
la chiquillaKlein
Kleine
Meisje
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
.

-Por tantoDaarom
Derhalve
, sir...

-Por tantoDaarom
Derhalve
, Federico... -exclamaronZij/ze kermden uit
Zij/ze kraaiden uit
Zij/ze riepen uit
Zij/ze slaakten een kreet
a dúo los matronasMatronen
Matrones
Verloskundigen
.

-BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, ¿y quéWat
Welke
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Lovel.

-PeroDoch
Echter
Maar
¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
y quéWat
Welke
, Federico? ¿Es queDat komt omdat
Want
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen
? Por DiosGod
Godheid
,
misterMi=
Mi
Mijn
Batchelor, digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
ustedGij
U
a Federico lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen
, y que misMi's
Mijn
nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen

serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
educadosBeschaafd
Beschaafde
Gedresseerd
Gekweekt
Grootgebracht
Opgeleid
Opgevoed
Welopgevoed
Welopgevoede
por...

-MisMi's
Mijn
nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons
, los hijosKinderen
Zonen
Zoons
de miMi
Mijn
Cecilia -rugióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brieste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bulkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
pervertidosGedaan ontaarden por...

SilencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
! -gritéIk balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde
yoEgo
Ik
-. ¿Tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
ustedGij
U
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que decirOpgeven
Spreken
Zeggen
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
ellaHaar
Ze
Zij
?... DígaloGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
, Baker, se loDe
Hem
Het
U

suplico.

-Ik smeek
Ik smeek af
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, por el CieloHemel
Lucht
! YoEgo
Ik
jamásNimmer
Nooit
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
una palabraBewoording
Woord
en contraDaarentegen
Ertegenover
In tegenstelling tot
Integendeel
suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
-declaróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
-.
AhorcadmeHang op! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
, peroDoch
Echter
Maar
...

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
figuraosDenk je in!
Stel je voor!
Verbeeld je!
que yoEgo
Ik
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esoDat
Die
Zulks
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
-arguyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze argumenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde bewijsgronden aan
Lovel, ruborizándoseBlozend
Zich schamend
-;
figuraosDenk je in!
Stel je voor!
Verbeeld je!
que yoEgo
Ik
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enteradoAangekondigd
In kennis gesteld
Medegedeeld
Meegedeeld
Vernomen
Verwittigd
de que bailabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danste
Ik danste
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ganarBehalen
Verdienen
Winnen
el panBrood
Mik
Pan
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
. SuponedMeen!
Neem aan!
Onderstel!
Stel!
Vermoed!
Veronderstel!

que yoEgo
Ik
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que se desvivía y luchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelde
Ik kampte
Ik streed
Ik worstelde
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
sostenerBeweren
Dragen
Onderhouden
Ondersteunen
Ruggensteunen
Schoren
Schragen
Verzekeren
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders
y hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
. SuponedMeen!
Neem aan!
Onderstel!
Stel!
Vermoed!
Veronderstel!

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
un secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
que sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
manteniendoBehoudend
Erop nahoudend
Houdend
Onderhoudend
a los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
. FiguraosDenk je in!
Stel je voor!
Verbeeld je!
que yoEgo
Ik
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
que
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
veladoGesluierd
Gewaakt
Omsluierd
a misMi's
Mijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
enfermedadesAandoeningen
Kwalen
Ziekten
Ziektes
. ¿Creéis queJullie denken dat por todo estoDit alles deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
echarlaEraan toevoegen
Toevoegen
de miMi
Mijn

casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
? ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, en el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de DiosGod
Godheid
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
. ¡IsabelElizabeth!... ¡Miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
! HagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken
, se loDe
Hem
Het
U

suplicoIk smeek
Ik smeek af
.

En aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
IsabelElizabeth en la galeríaGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Kloostergang
Kruisgang
Loge
Loggia
Trans
que coronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel
el frisoFries del vestíbuloAntichambre
Foyer
Gang
Hal
Vestibule
Wachtkamer
Zaal
,
ataviadaOpgetooid
Uitgedost
en traje deIk bracht mee van marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan
, y mientrasTerwijl Lovel continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
levantadaGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
y
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
, descendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
Ik daalde
Ik daalde af
Ik daalde neer
Ik ging naar beneden
Ik stamde af
Ik stapte uit
Ik zonk
la institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
, pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una muertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht
. El viudoWeduwe
Weduwnaar
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
sobrexcitado,
adelantoseIk accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Verschot
Voorschot
Vooruitbetaling
Vooruitgang
Vordering
y leHaar
Hem
Het
U
tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
.

-QueridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-, ¡IsabelElizabeth queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
!, ustedGij
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
de misMi's
Mijn
amigasAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendinnen
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
;
ustedGij
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
a miMi
Mijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte
; ustedGij
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
atendido aAcht geslagen op
Behartigd
Gelet op
Gepast op
Opgelet
Opgepast
Verzorgd
misMi's
Mijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

veladoGesluierd
Gewaakt
Omsluierd
por ellosHen
Ze
Zij
en los trancesTrances de peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
; ustedGij
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
una hijaDochter y

una hermanaZus
Zuster
ejemplarAfdruk
Exemplaar
Voorbeeldig
Voorbeeldige
. Y por estoDaarom
Hierom
... y por todos losAlle favoresBegunstigingen
Genadigheden
Gratiën
Gunsten
que leHaar
Hem
Het
U
debemosWij moeten
Wij/we behoren te
Wij/we dienen
Wij/we hebben te danken
Wij/we horen
Wij/we moeten
Wij/we staan in de
 schuld
Wij/we zijn schuldig
Wij/we zijn verplicht om
 te
Wij/we zijn verschuldigd
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
y otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
,
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
..., miMi
Mijn
suegraSchoonmoeder... quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
echarlaEraan toevoegen
Toevoegen
de estaDeze
Dit
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
. ¡EsoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
! ¡Y votoGelofte
Ik balloteer
Ik kies
Ik stem
Stem
Stemming
alNaar de
Naar het
CieloHemel
Lucht

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
!

HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
que verBekijken
Kijken
Zien
alNaar de
Naar het
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
BedfordBedford agitandoAgiterend
Bewegend
Ophitsend
Opruiend
Opstokend
Opwindend
Roerend
Schuddend
en el aireLucht susHaar
Hun
Uw
Zijn
puñosKnuisten
Manchetten
Vuisten
cerradosAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende
y gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend

¡hurraHoera! mientrasTerwijl asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
. EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, el ecoEcho
Nagalm
Naklank
Weerklank
del escándaloAanstoot
Ergernis
Schandaal
Verontwaardiging
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
atraídoAangehaald
Aangelokt
Aangetrokken
Bekoord
Gelokt
Getrokken
Toegelachen
Verlekkerd
alNaar de
Naar het

vestíbuloAntichambre
Foyer
Gang
Hal
Vestibule
Wachtkamer
Zaal
a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
docenaDozijn de criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
más.

-Gaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
¡Salgan(Zij) komen uit
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Komt u er mee
 weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze lopen uit
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
de aquíAlhier
Hier
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
! -ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Lovel-. Y la domésticaHuis-
Huiselijk
Huiselijke
Huishoudelijk
Huishoudelijke
pléyade se retiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
 de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug
, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde

BedfordBedford el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
que abandonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
el campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
aparatososApparaten
Inrichtingen
Toestellen
signosBewijzen
Blijken
Merktekenen
Merktekens
Tekenen
Tekens
Wenken

de aprobaciónBeamen
Billijken
Goedkeuren
Goedkeuring
Proeftijd
Toestemmen
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
la espaldaRug.

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, caritativo y generosoGenereus
Genereuze
Gul
Gulle
Kwistig
Kwistige
Mild
Milde
Overvloedig
Rijkelijk
Rijkelijke
Royaal
Royale
Scheutig
Scheutige
Vrijgevig
Vrijgevige
, sir -balbucióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelde
IsabelElizabeth, llevándoseMeenemend
Overweg kunnend
el pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek

a los ojosKijkers
Ogen
-. PeroDoch
Echter
Maar
ustedGij
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
que sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
la confianzaVertrouwen de estasDeze
Dezen
señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

puedoIk kan
Ik mag
quedarmeAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
, misterMi=
Mi
Mijn
Lovel. Que DiosGod
Godheid
la pagueBetaalt u uit!
Betaalt u!
Dokt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Ik betaal
Ik betaal uit
Ik dok
Ik keer uit
Ik stort
Ik voldoe
Keert u uit!
Stort u!
Voldoet u!
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
bondadesGoedheden; peroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
, conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn

permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof
, me marchoIk ga weg conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
.

El dignoWaardig
Waardige
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
clavóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in en ambasBeide viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
enérgicaEnergiek
Energieke
, y tomandoAannemend
Aanvattend
Accepterend
Afnemend
Binnenkrijgend
Drinkend
Gebruikend
Innemend
Inslaand
Inslikkend
Nemend
Nuttigend
Ontvangend
Oprapend
Opsnuivend
Pakkend
Vattend
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
de la institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
dijo:

-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
¡IsabelElizabeth..., queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
IsabelElizabeth! yoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
suplicoIk smeek
Ik smeek af
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se vayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
es queDat komt omdat
Want
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
ustedGij
U
a los
niñosJongens
Kinderen
...

OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, sir!... -alNaar de
Naar het
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
estoDeze
Dit
ocultaClandestien
Clandestiene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Occult
Occulte
Ontveins!
Verberg!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verheel!
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verschuil!
Verstop!
Verstopt
Verstopte
miss PriorKloosteroverste
Overste
Prior
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
el cendal de batistaBatist suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet

conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde
.

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
ustedGij
U
a los niñosJongens
Kinderen
-prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door el viudoWeduwe
Weduwnaar
-, quédeseBlijft u achter!
Blijft u over!
Blijft u!
Rest u!
Resteert u!
Toeft u!
Verblijft u!
Wordt u!
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer!
ustedGij
U
un
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
de estimaciónAchting
Appreciatie
Hoogachting
Raming
Schatting
Taxatie
Waardebepaling
Waardering
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el padre... -Pater
Vader
¿DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
tuJe
Jouw
pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek
, Timanthes?-, quédeseBlijft u achter!
Blijft u over!
Blijft u!
Rest u!
Resteert u!
Toeft u!
Verblijft u!
Wordt u!
ustedGij
U

en estaDeze
Dit
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, ostentandoParaderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
un títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel
que nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
discutirleAanvechten
Behandelen
Bepraten
Bespreken
Bestrijden
Betwisten
Discussiëren
Discuteren
Ruzie maken
Tegenspreken
Van gedachten wisselen
. SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
ustedGij
U
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de ellaHaar
Ze
Zij
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->