Cropole eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
aficionadoAmateur
Dilettant
Habitué
Knutselaar
Liefhebber
alNaar de
Naar het
lucro, y acogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving op
conDoor
Met
Per
Samen met
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de la llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven

de Luis XIV.

ÉlHem
Hij
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
, Pittrino y dos2
Do's
Twee
Tweede
marmitones, echaronZij/ze begonnen handel te
 drijven met
Zij/ze gooiden
Zij/ze gooiden erop
Zij/ze hadden aandeel in
Zij/ze jaagden weg
Zij/ze joegen weg
Zij/ze keilden
Zij/ze kondigden aan
Zij/ze kregen
Zij/ze legden op
Zij/ze lieten aan het
 lot over
Zij/ze maakten bekend
Zij/ze maakten vast
Zij/ze namen
Zij/ze schatten
Zij/ze schonken in
Zij/ze sloegen uit
Zij/ze smeten
Zij/ze speelden een partijtje
Zij/ze speelden uit
Zij/ze spraken uit
Zij/ze stortten
Zij/ze strooiden
Zij/ze stuurden weg
Zij/ze tankten
Zij/ze traden op in
Zij/ze uitten
Zij/ze voegden toe
Zij/ze voerden op
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijverden
Zij/ze wierpen
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
Zij/ze zetten buiten de
 deur
Zij/ze zonden weg
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
a todos losAlle habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
del palomarDuiventil,
del corralBinnenplaats
Erf
Hof
Plaats
y de las conejeras, de suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que en los patiosBinnenplaatsen
Erven
Hoven
Patio's
Plaatsen
de la hostería de los Médicis
se oíanZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
y cacareos, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
nuncaNimmer
Nooit
se oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
en RomaRome.

Por loDe
Hem
Het
U
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
un viajeroReis-
Reiziger
en casa deAan
Bij
Ten huize van
Cropole:

EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
ésteDeze
Dit
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
treinta30
Dertig
añosJaren, altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
, hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
y austeroStreng
Strenge
, o más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer
melancólicoMelancholiek
Melancholieke

en todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
gestosGebaren
Gestes
y miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
.

VestíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Ik kleedde
Ik kleedde aan
Ik omkleedde
Ik stond
traje deIk bracht mee van terciopeloFluweel
Hanenkam
Velours
negroNeger
Zwart
Zwarte
conDoor
Met
Per
Samen met
guarnicionesBezettingen
Garneringen
Garnituren
Garnizoenen
Stelletjes
de azabacheGit, y un cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
, blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
y
sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el de los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
severosBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware
puritanosPuriteinen, hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
resaltarBenadrukken
Wijzen op
el colorKleur mateBrengt u om!
Doodt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Ik breng om
Ik dood
Ik maak dood
Ik slacht
Ik slacht af
Maakt u dood!
Mat
Mate
Maté
Schaakmat
Slacht u af!
Slacht u!
y delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
de
suHaar
Hun
Uw
Zijn
gargantaKeel
Keelgat
Strot
juvenilJeugdig
Jeugdige
; un bigoteBaarddraad
Knevel
Snor
que apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
cubríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekte toe
Ik bedekte
Ik belegde
Ik beschermde
Ik dekte
Ik dekte toe
suHaar
Hun
Uw
Zijn
labioLip movibleBeweegbaar
Beweegbare
Beweeglijk
Beweeglijke
Mobiel
Mobiele
Onbestendig
Onbestendige
Roerend
Roerende
Veranderlijk
Veranderlijke
y desdeñoso.

HablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
a las personasMensen
Personages
Personen
mirándolas de frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
afectaciónAandoen
Aangrijpen
Aanstellerij
Gekunsteldheid
Gemaaktheid
Onnatuurlijkheid
Schaden
Treffen
, peroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
timidezAngstvalligheid
Bedeesdheid
Beschroomdheid
Bevangenheid
Schroomvalligheid
Schuchterheid
Schuwheid
Verlegenheid
Vreesachtigheid
,
de manera queZó dat el brilloGlans
Ik blink
Ik glans
Ik schijn
Ik schitter
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
azulesAzuren
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuren
se hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men maakte
de tal maneraZo insoportableNiet te harden
Ondraaglijk
Ondraaglijke
Onuitstaanbaar
Onuitstaanbare
Onverdraaglijk
; que másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
se' bajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
Ik daalde
Ik daalde af
Ik gaf korting
Ik ging naar beneden
Ik ging naar beneden
 uitstappen
Ik kortte
Ik liet neer
Ik sloeg af
Ik stapte af
Ik stapte uit
Ik trok af
Ik verlaagde
Ik verzakte
Ik zakte
Ik zakte weg
Ik zonk
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
a la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
en singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke
combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
.

En aquelDat
Die
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
en queWaarin los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
por DiosGod
Godheid
; se dividíanZij/ze braken af
Zij/ze deelden
Zij/ze splitsten
Zij/ze splitsten op
Zij/ze verdeelden
, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen

a las preocupacionesBezorgdheden
Verblindingen
Vooringenomenheden
, en dos2
Do's
Twee
Tweede
castasEerbaar
Eerbare
Kasten
Kuis
Kuise
Rein
Reine
Zedig
Zedige
distintasAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
, el nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
y el pechero, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se dividenZij/ze breken af
Zij/ze delen
Zij/ze splitsen
Zij/ze splitsen op
Zij/ze verdelen
verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk

las dos2
Do's
Twee
Tweede
razasRassen negraZwart
Zwarte
y blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
, en aquelDat
Die
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, decimosWij zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen
, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
retratoIk beeld af
Ik beeld uit
Ik boots na
Ik herroep
Ik maak na
Ik trek in
Ik verbeeld
Portret

vamos aWij/we gaan naar bosquejarOntwerpen
Schetsen
Uitstippelen
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
sinoDoch
Echter
Maar
por caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, y de la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
razaRas. BastabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voldoende
Ik reikte toe
Ik voldeed
Ik volstond
Ik was genoeg
Ik was toereikend
Ik was voldoende

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
estoDeze
Dit
verBekijken
Kijken
Zien
susHaar
Hun
Uw
Zijn
afiladasAangezet
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gescherpt
Geslepen
Gewet
Gure
Guur
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snerpend
Snerpende
y blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
manosHanden, cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
músculosSpieren y venasAderen
Aders
Geestdriften
Nerven
Pittigheden
Sappigheden
Spirits
Vlammen
Vuren
transparentábanse
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
alNaar de
Naar het
menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
, y cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
, falangesFalanxen
Kootjes
enrojecíanZij/ze maakten rood a la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
crispación.

AquelDat
Die
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
a la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de Cropole. Se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
apoderadoEen volmacht verleend aan
Gemachtigd
In het bezit gesteld
 van
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
vacilarAarzelen
Dubben
Schoorvoeten
Schromen
Waggelen
Wankelen
Weifelen
Wiebelen
Zwichten
y aunKattenklauw
Nog
Zelfs

sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
reflexionarBedenken
Nadenken
Overdenken
Wikken
Zinnen
Zinnen op
, del departamentoAfdeling
Branche
Compartiment
Coupé
Departement
Sectie
Tak
Treincoupé
Vak
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
que el posadero habíaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
indicadoAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Beduid
Een sein gegeven
Een teken gegeven
Gekenmerkt
Gelaten zien
Gemerkt
Geseind
Getekend
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond
, conDoor
Met
Per
Samen met

propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
de rapacidad muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
, y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
loable segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
admitenZij/ze accepteren
Zij/ze geven toe
Zij/ze laten toe
Zij/ze nemen aan
Zij/ze ontvangen

que Cropole fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
fisonomista y conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
a la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
a primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
.

EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
departamentoAfdeling
Branche
Compartiment
Coupé
Departement
Sectie
Tak
Treincoupé
Vak
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el queDat
Die
Hij die
Wie
formabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Ik formeerde
Ik ging aan
Ik paradeerde
Ik praalde
Ik prijkte
Ik pronkte
Ik vormde
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la fachadaFaçade
Gevel
Pui
Voorgevel
Voorpui
de la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
: un granGroot
Grote
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal

iluminadoAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht
por dos2
Do's
Twee
Tweede
ventanasRamen
Vensters
en el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
 voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer
, un cuartitoVertrekje y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
encimaBovendien
Er bovenop
.

ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
tocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
que leHaar
Hem
Het
U
sirvieronZij/ze bedienden
Zij/ze bewezen een dienst
Zij/ze deugden
Zij/ze dienden
Zij/ze dienden op
Zij/ze hielpen
Zij/ze kaartten aan
Zij/ze serveerden
Zij/ze waren geschikt
Zij/ze waren van dienst
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
dos2
Do's
Twee
Tweede

palabrasBewoordingen
Woorden
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
puraHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
prevenirleVoorkomen
Voorkómen
de que llegaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aankomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanlanden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou arriveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdrijven
Ik zou aangeven
Ik zou aankomen
Ik zou aanlanden
Ik zou aanreiken
Ik zou arriveren
Ik zou doorbrengen
Ik zou verdrijven
un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
Parry, y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
encargarleAanvragen
Belasten met
Bestellen
Opdracht geven
Opdragen

que loDe
Hem
Het
U
dejasenZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden
subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen
.

DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over
un silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
, que casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
se ofendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze griefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verongelijkte
Cropole, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
gustabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Ik behaagde
Ik beviel
Ik hield van
Ik proefde
Ik stond aan
Ik vond leuk
Ik zon

muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
de las gentesVolken
Volkeren
de buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
.

En finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
; el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
levantadoGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
tempranoPril
Prille
Vroeg
Vroege
Vroegtijdig
Vroegtijdige
el díaDag
Etmaal
que comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
estaDeze
Dit
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
,
y asomadoTe voorschijn gekomen
Voor een opening vertoond
Zich begonnen te vertonen
a la ventanaRaam
Venster
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
, apoyadoGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund
en el alféizarVensterbank, mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
tristementeBedroefd
Jammerlijk
Smartelijk
Treurig
a entrambosAlle twee de
Allebei
Beide

ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
de la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, acechandoBelagend
Beloerend
Bespiedend
Bespionerend
Op de uitkijk staand
Spiedend
Spionerend
Verspiedend
sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
la llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
del viajeroReis-
Reiziger
de que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
.

De este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
el escasoGering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame
acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
de Monsieur cuandoAls
Tijdens
Wanneer
volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
,
y saboreabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze savoureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Ik genoot van
Ik proefde
Ik savoureerde
Ik smaakte
, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
la profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid
de la ciudadPlaats
Stad
, absortoBekoord
Bekoorde
Betoverd
Betoverde
Verdiept
Verdiepte
Verrukt
Verrukte
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

permanecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Ik bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
meditacionesMeditaties
Meditatiën
. De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, la multitudDrom
Menigte
Schare
de pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
que iban aZij/ze gingen naar los pradosBeemden
Weidegronden
Weiden
Weides
Weien
Weilanden
,
los correosPosten
Postkantoor
que salíanZij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
, las personasMensen
Personages
Personen
que fregabanZij/ze boenden
Zij/ze droogden af
Zij/ze dweilden
Zij/ze schrobden
Zij/ze veegden
Zij/ze veegden af
Zij/ze wasten af
Zij/ze wisten
Zij/ze wisten af
el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
, los proveedoresLeveranciers de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
,
los habladoresBabbelaars
Babbelachtig
Babbelachtige
Praatziek
Praatzieke
mancebos de las tiendasBoetieks
Huiven
Jij/je breidt uit
Jij/je houdt op
Jij/je ontvouwt
Jij/je rekt
Jij/je spreidt
Jij/je spreidt uit
Jij/je steekt uit
Jij/je strekt
Jij/je strekt uit
Kampeertenten
Tenten
Winkels
Zaken
, los carretonesKarren en movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
, y los pajesHelpers van de drie
 koningen
Pages
que estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten

de servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
tumultoGetier
Herrie
Lawaai
Rel
Roerigheid
Rustverstoring
Spektakel
Tumult
y baraúnda, leHaar
Hem
Het
U
sorprendieronZij/ze betrapten
Zij/ze snapten
Zij/ze troffen
Zij/ze verbaasden
Zij/ze verrasten
sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
, peroDoch
Echter
Maar
sin queZonder dat
perdieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
Ik gaf op
Ik liep mis
Ik miste
Ik raakte kwijt
Ik verbeurde
Ik verkwistte
Ik verloor
Ik verspeelde
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de la majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
impasibleOnaandoenlijk
Onaandoenlijke
Onbewogen
Ongevoelig
Ongevoelige
y supremaBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
que daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
alNaar de
Naar het
águilaAdelaar
Arend
y alNaar de
Naar het
león esaDat
Die
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien

supremaBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
, y despreciativa en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
los gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
y algazara de los cazadoresJacht- o de los curiososBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
.

LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, los alaridosGillen
Krijsen
Schreeuwen
de las víctimasDupes
Getroffenen
Slachtoffers
degolladas en el corralBinnenplaats
Erf
Hof
Plaats
, los pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
apresuradosBespoedigd
Geaccelereerd
Gehaast
Gehaaste
Verhaast
Versneld
de la
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Cropole en la escaleraLadder
Opgang
Trap
de maderaHouten
Van hout
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
estrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat
y sonoraSchoonklinkend
Schoonklinkende
Sonora
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende
, y los saltosSchoonspringen
Sprongen
que alNaar de
Naar het
andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken

dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Pittrino, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
fumandoRokend
Smokend
a la puertaDeur
Poort
Portier
conDoor
Met
Per
Samen met
la flemaFlegma de un holandésHollander
Hollands
Hollandse
Nederlander
Nederlands
Nederlandse
, 'todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

estoDeze
Dit
produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp af
en el viajeroReis-
Reiziger
un principioAanhef
Aanvang
Begin
Beginsel
Grondbeginsel
Hors d'oeuvre
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan
Principe
Voorgerecht
de sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
y agitaciónAgitatie
Agiteren
Onrust
Ophitsen
Opruien
Opstoken
Opwinden
Roeren
Schudden
.

AlNaar de
Naar het
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que se levantabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
, a fin deOm te
Teneinde
informarseAankondigen
Berichten
In kennis stellen
Informeren
Inlichten
Mededelen
Meedelen
Melden
Overbrengen
Refereren
Verslaan
Verslag uitbrengen
Verwittigen
Voorlichten
, se abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij
la puertaDeur
Poort
Portier
de la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
creyó queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
leHaar
Hem
Het
U
conducíanZij/ze bestuurden
Zij/ze brachten
Zij/ze chauffeerden
Zij/ze geleidden
Zij/ze leidden
Zij/ze reden
Zij/ze reden auto
Zij/ze stuurden
Zij/ze vervoerden
Zij/ze voerden
el viajeroReis-
Reiziger
que impacienteDoet u het geduld
 verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
 verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
 verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig!
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
, y
dio conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
precipitaciónNeerslag tres3
Drie
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la puertaDeur
Poort
Portier
que se abríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij
. PeroDoch
Echter
Maar
en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de la caraDe kant
De zijde
que
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
verBekijken
Kijken
Zien
, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
maése Cropole quienDie
Wie
aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
, y en posAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
de élHem
Hij
, en la penumbraDuister
Halfschaduw
Schemerdonker
de la

escaleraLadder
Opgang
Trap
, el semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
graciosoAardig
Aardige
Bevallig
Bevallige
Gracieus
Gracieuze
Grappig
Grappige
Lief
Lieve
Sierlijk
Sierlijke
, peroDoch
Echter
Maar
trivialAfgezaagd
Afgezaagde
Alledaags
Alledaagse
Banaal
Banale
Gewoontjes
Nietszeggend
Nietszeggende
Onbenullig
Onbenullige
Plat
Platte
Triviaal
Triviale
Vulgair
Vulgaire
por la curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
, de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Cropole,
que echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
furtivaStiekem
Stiekeme
alNaar de
Naar het
hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
y desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween.

Cropole se adelantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voor
alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
, conDoor
Met
Per
Samen met
el gorroBaret
Kapje
Muts
Pet
Petje
en la manoDe hand; y más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer
encorvadoDoorgebogen
Gebogen
Omgebogen
que inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
leHaar
Hem
Het
U
interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg
conDoor
Met
Per
Samen met
un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
una palabraBewoording
Woord
.

CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
--dijo Cropole--, veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
a preguntarVragen cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
... deberéIk zal behoren te
Ik zal dienen
Ik zal horen
Ik zal in de
 schuld staan
Ik zal moeten
Ik zal schuldig zijn
Ik zal te danken
 hebben
Ik zal verplicht zijn
 om te
Ik zal verschuldigd zijn
llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
a vuestraJullie
Uw
Van jullie
señoríaGeachte heer
Heerschap
Heerschappij
,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf o señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
marquésMarkies...

DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
y habladConverseer!
Praat!
Spreek!
alNaar de
Naar het
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
--respondió el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
conDoor
Met
Per
Samen met
acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval
altanero
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
admitíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Ik accepteerde
Ik gaf toe
Ik liet toe
Ik nam aan
Ik ontving
niEn niet
Evenmin
Noch
discusiónAanvechten
Behandelen
Bepraten
Bespreken
Bespreking
Bestrijden
Betwisten
Discussie
Discussiëren
Discuteren
Ruzie
Tegenspreken
niEn niet
Evenmin
Noch
réplicaAntwoorden
Repliceren
Repliek
.

VeníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, a enterarmeAankondigen
In kennis stellen
Mededelen
Meedelen
Verwittigen
de cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
habéisJullie hebben
Jullie zijn
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
la nocheAvond
Nacht
, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin

de conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
aposentoAppartement
Flat
.

CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, es queDat komt omdat
Want
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen
un incidenteIncident conDoor
Met
Per
Samen met
el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren
contadoAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame
.

¿CuálWat
Welk
Welke
?

S. M. Luis XIV entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
hoyHeden
Vandaag
en nuestraOns
Onze
Van ons
ciudadPlaats
Stad
y descansaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begraven liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontspannen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pauzeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrusten
en ellaHaar
Ze
Zij
un díaDag
Etmaal
, o quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
dos2
Do's
Twee
Tweede
.

Una vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
apareció enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen op el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
del desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
.

¡El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de FranciaFrankrijk viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
a BloisBlois!

EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
. EntoncesDan
Dus
Toen
, razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
para queOpdat
Zodat
yoEgo
Ik
me quedeIk blijf
Ik blijf achter
Ik blijf over
Ik rest
Ik resteer
Ik toef
Ik verblijf
Ik word
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el
desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
.

Muy bienBest
Heel goed
Prima
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, ¿masDoch
Echter
Maar
Plus
os quedáisJullie blijven
Jullie blijven achter
Jullie blijven over
Jullie resten
Jullie resteren
Jullie toeven
Jullie verblijven
Jullie worden
conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
. ¿Por
quéWat
Welke
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
, hoyHeden
Vandaag
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que ayerGister
Gisteren
? PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, vuestraJullie
Uw
Van jullie
señoríaGeachte heer
Heerschap
Heerschappij
meMe
Mij
permitirá(Het) zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gedogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal niet beletten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal permitteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toelaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veroorloven
decirleOpgeven
Spreken
Zeggen

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debíIk behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
, cuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
ayerGister
Gisteren
escogisteisJullie kozen
Jullie kozen uit
Jullie lazen uit
Jullie pikten uit
Jullie selecteerden
Jullie verkozen
Jullie zochten uit
estaDeze
Dit
habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
, fijarBepalen
Bevestigen
Fixeren
Vastmaken
Vastplakken
Vaststellen
un precioEen prijs cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
que hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
a vuestraJullie
Uw
Van jullie
señoríaGeachte heer
Heerschap
Heerschappij
que yoEgo
Ik
prejuzgaba susHaar
Hun
Uw
Zijn
recursosAppels
Beroepen
Hulpbronnen
Hulpmiddelen
Media
Middelen
Rechtsmiddelen
Redmiddelen
Remedies
Toevluchten
..., alNaar de
Naar het
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
que hoya.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
se ruborizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamde zich
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
al instanteAanstonds
Zo
leHaar
Hem
Het
U
ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de que sospechabanZij/ze verdachten
Zij/ze vermoedden
que
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y que leHaar
Hem
Het
U
insultabanZij/ze affronteerden
Zij/ze beledigden
Zij/ze beschimpten
Zij/ze krenkten
Zij/ze schimpten
por elloDat
Het
.

AlNaar de
Naar het
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
que hoyHeden
Vandaag
--repuso fríamente-Koud- ¿prejuzgáis?

CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a DiosGod
Godheid
, y posadero, y conDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
aparezcoIk daag op
Ik draaf op
Ik kom te voorschijn
Ik kom uit
Ik verschijn
,
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
en miMi
Mijn
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
. ¡MiMi
Mijn
padrePater
Vader
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
servidorServer y oficialAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officier
Officiële
del difuntoGestorven
Overleden
Overledene
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
mariscalMaarschalk
de Ancre, que en gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
!

YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
contradigoIk ben in tegenspraak
 met
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Ik werp tegen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
saberKennen
Smaken
Weten
, y saberKennen
Smaken
Weten
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, quéWat
Welke
se
reducenZij/ze herleiden
Zij/ze koken in
Zij/ze krimpen in
Zij/ze reduceren
Zij/ze vereenvoudigen
Zij/ze zetten
vuestrasJullie
Van jullie
preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen
.

SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
razonableAcceptabel
Acceptabele
Ontvankelijk
Ontvankelijke
Verstandig
Verstandige
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
que la ciudadPlaats
Stad
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
, que la
CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar invadirlaBinnenrukken
Binnenvallen
, que las casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
 echt
Panden
Tehuizen
se llenaránZij/ze zullen aanvullen
Zij/ze zullen bijwerken
Zij/ze zullen completeren
Zij/ze zullen dempen
Zij/ze zullen invullen
Zij/ze zullen spekken
Zij/ze zullen stoppen
Zij/ze zullen vol maken
Zij/ze zullen voleinden
Zij/ze zullen volmaken
Zij/ze zullen volschenken
Zij/ze zullen vullen
de genteLieden
Lui
Mensen
Volk
, y que, por consiguienteBijgevolg
Dan ook
Derhalve
Dus
Zodoende
, los alquileresHuren
van aZij/ze gaan naar adquirirAankopen
Behalen
Buitmaken
Kopen
Krijgen
Verkrijgen
Verwerven
un valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
considerableAanmerkelijk
Aanmerkelijke
Aanzienlijk
Aanzienlijke
Belangrijk
Belangrijke
Geruim
Geruime
Gevoelig
Gevoelige
.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
se ruborizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamde zich
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
.

PonedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet!
las condicionesBepalingen
Conditie
Condities
Conditiën
Jij/je conditioneert
Omstandigheden
Voorwaarden
--díjole. LoDe
Hem
Het
U
hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
conDoor
Met
Per
Samen met
escrúpuloGemoedsbezwaar
Gewetensbezwaar
Scrupule
Schroom
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
buscoIk ga halen
Ik haal
Ik haal af
Ik haal op
Ik kijk uit
Ik snor
Ik zie uit
Ik zoek
Ik zoek op
una
gananciaAanwinst
Acquisitie
Baat
Behalen
Belang
Buit
Gewin
Profijt
Prooi
Verdienen
Verkrijging
Verwerving
Voordeel
Winnen
Winst
honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
, y porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
miMi
Mijn
negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
descortésHonds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
niEn niet
Evenmin
Noch
groseroBrutaal
Brutale
Grof
Grove
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Lomperik
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
conDoor
Met
Per
Samen met
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
.

Y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el aposentoAppartement
Flat
que ocupáisJullie bekleden
Jullie beslaan
Jullie betrekken
Jullie bewaren
Jullie bewonen
Jullie bezetten
Jullie houden bezig
Jullie nemen in beslag
Jullie vervullen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
y estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
.

Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
míaVan mij.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡VerdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
; yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
despidoIk dank af
Ik monster af
Ik ontsla
Ik stuur uit
Ik stuur weg
Ik verstuur
Ik verzend
Ik zend af
Ik zend weg
Ontslag
alNaar de
Naar het
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
!

La sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
fluyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloot
a las venasAderen
Aders
Geestdriften
Nerven
Pittigheden
Sappigheden
Spirits
Vlammen
Vuren
del desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
; y lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
sobre elOp de
Op het
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Cropole, descenDe=
Aan
Dat van
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf


dienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet van tanden
Ik voorzie van tanden
Tand
Teentje
Teentje (knoflook)
Voorziet u van tanden!
de un oficialAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officier
Officiële
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
mariscalMaarschalk de Ancre, una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
que leHaar
Hem
Het
U
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan


bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
de la famosaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
chimeneaOpen haard
Schoorsteen
Schouw
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Cropole noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
clavadoGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website

por tratarse deGaan over susHaar
Hun
Uw
Zijn
interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes
.

¿DeseáisJullie ambiëren
Jullie aspireren
Jullie begeren
Jullie dingen naar
Jullie haken naar
Jullie hebben trek in
Jullie hunkeren
Jullie jagen na
Jullie smachten
Jullie smachten naar
Jullie snakken naar
Jullie streven na
Jullie streven naar
Jullie verkiezen
Jullie verlangen
Jullie wensen
que me vayaIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me
? --dijo--. ExplicaosBegrijp!
Geef je rekenschap van
 iets!
Geef jullie mening te
 kennen!
Verklaar je nader!
, peroDoch
Echter
Maar
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.

SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
habéisJullie hebben
Jullie zijn
comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan
; estoDeze
Dit
que hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
, peroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
meMe
Mij
expresóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoordde

malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, o quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
, lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
reconozcoIk erken
Ik geef toe
Ik herken
Ik honoreer
Ik identificeer
Ik onderken
en el acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval
... En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, el
desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
conDoor
Met
Per
Samen met
esaDat
Die
dificultadBelemmer!
Bemoeilijk!
Hinder!
Moeilijkheid
Stoor!
Verstoor!
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
carácterAard
Geaardheid
Karakter
de la acentuaciónAccentueren
Beklemtonen
Benadrukken

inglesaBrits
Britse
Engels
Engelse
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de estaDeze
Dit
naciónNatie
Rijk
Staat
Volk
que hablanZij/ze converseren
Zij/ze praten
Zij/ze spreken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
correctamenteCorrect
Goed
Juist
Zuiver
el francésFrans
Franse
Franse taal
Fransman
.

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
, repitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens
, quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
seáisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
vosGe
Gij
Je
Jij
quienDie
Wie
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
penetre(Hij) dringt door
Begrijpt u!
Bevat u!
Doordringt u!
Doorgrondt u!
Doorziet u!
Dringt u binnen!
Dringt u door tot
 het diepst van de ziel!
Dringt u door tot
 op merg en been!
Dringt u door!
Dringt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doordringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorgrondt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt door tot
 het diepst van de ziel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt door tot
 op merg en been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vinnig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt door
Ik begrijp
Ik ben vinnig
Ik bevat
Ik doordring
Ik doorgrond
Ik doorzie
Ik dring binnen
Ik dring door
Ik dring door tot
 het diepst van de ziel
Ik dring door tot
 op merg en been
Ik dring in
Ik trek door
Is u vinnig!
Trekt u door!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
de miMi
Mijn

razonamientoArgument
Bewijsgrond
Redeneren
. YoEgo
Ik
pretendoIk claim
Ik maak aanspraak op
que el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
una o dos2
Do's
Twee
Tweede
de las tres3
Drie
piezasBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Onderdelen
Schaakstukken
Stukjes
que
ocupaBekleed!
Besla!
Betrek!
Bewaar!
Bewoon!
Bezet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Houd bezig!
Neem in beslag!
Vervul!
, lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
disminuiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou achterhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aflopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou minder worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou slinken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tanen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verflauwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verminderen
Ik zou achterhouden
Ik zou aflopen
Ik zou afnemen
Ik zou minder worden
Ik zou slinken
Ik zou tanen
Ik zou verflauwen
Ik zou verlagen
Ik zou verminderen
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
el alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren
y tranquilizaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gerust stellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kalmeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou stillen
Ik zou bedaren
Ik zou gerust stellen
Ik zou kalmeren
Ik zou stillen
miMi
Mijn
concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai

aumentarAangroeien
Aanwakkeren
Doen toenemen
Groeien
Sterker worden
Stijgen
Toenemen
Vergroten
Verhogen
Vermeerderen
extraordinariamenteBuitengewoon el precioDe prijs de las habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
 de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
 gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft
el honorEer
Hulde
de
evaluarlasBegroten
Schatten
Taxeren
Waarderen
en un precioEen prijs equitativo.

¿CuántoHoelang
Hoeveel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
ayerGister
Gisteren
?

SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, un luis conDoor
Met
Per
Samen met
la manutenciónHouden
Levensonderhoud
Onderhouden
y el cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
del caballoKnol
Paard
Ros
.

EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. ¿Y el de hoyHeden
Vandaag
?

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
la dificultadBelemmer!
Bemoeilijk!
Hinder!
Moeilijkheid
Stoor!
Verstoor!
! HoyHeden
Vandaag
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el díaDag
Etmaal
de la llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
a
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
aquíAlhier
Hier
se cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
el díaDag
Etmaal
de alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren
. Resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
, que tres3
Drie
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
a dos2
Do's
Twee
Tweede
luises cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
;
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
seis6
Zes
luises. Dos2
Do's
Twee
Tweede
luises, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
; peroDoch
Echter
Maar
seis6
Zes
luises sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
; de rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
que se leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
, convirtióseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om
en pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
, y sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
con valorDapper
Gedurfd
Moedig

heroicoHeldhaftig
Heldhaftige
Heroïsch
Heroïsche
; una bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak
bordadaGeborduurd de armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
que ocultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopte
cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam
en el huecoDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Gat
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holte
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Kuil
Opening
Put
Uitholling
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande
de la manoDe hand.
La talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
flacaMager
Magere
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
flojaLicht
Lichte
Los
Losse
Slap
Slappe
Week
Weke
Zacht
Zachte
Zwak
Zwakke
; tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
huecaDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
escapóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
a los ojosKijkers
Ogen
de Cropole.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
vacióHij ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde
la bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
contenía(Het) bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervatte
Ik bedwong
Ik behelsde
Ik beteugelde
Ik betoomde
Ik bevatte
Ik hield
Ik hield af
Ik hield in
Ik hield in toom
Ik hield weg
Ik impliceerde
Ik onthield
Ik onttrok
Ik toomde in
Ik vervatte
dos2
Do's
Twee
Tweede
luises doblesDubbel
Dubbele
Dubbelgangers
Jij/je buigt
Jij/je buigt door
Jij/je buigt krom
Jij/je buigt om
Jij/je kromt
Jij/je plooit
Jij/je synchroniseert na
Jij/je verbuigt
Jij/je vouwt
Jij/je vouwt dubbel
Jij/je vouwt om
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
, que componíanZij/ze componeerden
Zij/ze rijmden
Zij/ze stelden samen
Zij/ze voegden bijeen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten ineen

seis6
Zes
; comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el hostelero leHaar
Hem
Het
U
pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
.

Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
siete7
Zeven
los queWie
Zij die
Cropole habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
exigidoGerekend
Gevergd
Gevorderd
Geëist
Opgeëist
Vereist
Verlangd
Voorgeschreven
; y miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
alNaar de
Naar het
desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
: ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
?

Falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
un luis, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
posadero?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
...

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
metióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
la manoDe hand en el bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
gabánJas
Overjas
y sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
una carteraAktetas
Boekentas
Portefeuille
Postbode (v)
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
,
una llaveEen sleutel de oroE175
Goud
Ik bid
y algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
monedasGeldstukken
Munten
Muntstukken
Penningen
de plataE174
Zilver
.

ConDoor
Met
Per
Samen met
estasDeze
Dezen
monedasGeldstukken
Munten
Muntstukken
Penningen
compusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette ineen
el totalAlgeheel
Algehele
Alles bij elkaar
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gezamenlijk bedrag
Heel
Hele
In het geheel genomen
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
de un luis.

GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, caballero-Heer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
- dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Cropole--Ahora meMe
Mij
restaHaal af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritst
Neem weg!
Ris!
Rits!
saberKennen
Smaken
Weten
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
pensáisJullie denken habitarBewonen
Gevestigd zijn
Huizen
Inwonen
Resideren
Wonen
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch

mañanaMorgen
Ochtend
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
departamentoAfdeling
Branche
Compartiment
Coupé
Departement
Sectie
Tak
Treincoupé
Vak
, en cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
conservaréIk zal behouden
Ik zal bergen
Ik zal bespreken
Ik zal bewaren
Ik zal boeken
Ik zal conserveren
Ik zal onderhouden
Ik zal openhouden
Ik zal overhouden
Ik zal reserveren
Ik zal vrijhouden
; masDoch
Echter
Maar
Plus
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt

en esoDat
Die
Zulks
loDe
Hem
Het
U
prometeré aIk zal beloven aan las gentesVolken
Volkeren
de SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
que van aZij/ze gaan naar venirKomen
Meekomen
.

Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
razonableAcceptabel
Acceptabele
Ontvankelijk
Ontvankelijke
Verstandig
Verstandige
--dijo el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
un largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
silencio-Ik verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
-; peroDoch
Echter
Maar
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
dineroGeld
Poen
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
habéisJullie hebben
Jullie zijn
podidoGekund
Gemogen
verBekijken
Kijken
Zien
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
esoDat
Die
Zulks
, deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

departamentoAfdeling
Branche
Compartiment
Coupé
Departement
Sectie
Tak
Treincoupé
Vak
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
que vendáisJullie bakeren
Jullie bakeren in
Jullie doen over
Jullie doen weg
Jullie omwikkelen
Jullie omzwachtelen
Jullie tappen
Jullie verbinden
Jullie verhandelen
Jullie verkopen
Jullie vervreemden
Jullie zwachtelen
Jullie zwachtelen in
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
diamanteDiamant en la ciudadPlaats
Stad
, o que loDe
Hem
Het
U
guardéisJullie behoeden
Jullie bergen op
Jullie bewaken
Jullie bewaren
Jullie hebben de wacht
Jullie hoeden
Jullie letten op
Jullie passen op
Jullie waken over
en
prendaBlijk van vriendschap
Borgstelling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een onderpand
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint de genegenheid
 van
Ik steek op
Kledingstuk
Kostbare bezit
Neem een onderpand van!
Onderpand
Pand
Positieve eigenschap
Steek aan
Steekt u op!
Waarborg
Win de genegenheid van!
.

Cropole examinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
el diamanteDiamant que el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte spoed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoedde zich
a decirOpgeven
Spreken
Zeggen
:

Prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
 aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever
que loDe
Hem
Het
U
vendáisJullie bakeren
Jullie bakeren in
Jullie doen over
Jullie doen weg
Jullie omwikkelen
Jullie omzwachtelen
Jullie tappen
Jullie verbinden
Jullie verhandelen
Jullie verkopen
Jullie vervreemden
Jullie zwachtelen
Jullie zwachtelen in
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon
trescientos300
Driehonderd
doblonesDubloenen. Un judíoJood
Joods
Joodse
Kogeltonijn
, ¿viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
judíoJood
Joods
Joodse
Kogeltonijn

en BloisBlois? osJe
Jullie
dará(Het) zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlenen
por élHem
Hij
doscientos200
Tweehonderd
, ciento100
Honderd
cincuenta50
Vijftig
tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
; tomadAccepteer!
Drink!
Gebruik!
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nuttig!
Ontvang!
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
Vat aan!
Vat!
lo queDat wat
Wat
osJe
Jullie
diereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlenen
Ik zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen
,
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
ofrezcaBiedt u aan!
Biedt u te koop
 aan!
Biedt u!
Draagt u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Ik bied
Ik bied aan
Ik bied te koop
 aan
Ik draag voor
Ik loof uit
Ik sla voor
Ik stel voor
Looft u uit!
Slaat u voor!
Stelt u voor!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que el precioDe prijs de vuestroJullie
Uw
Van jullie
alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren
. ¡CorredHol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!
!

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
--exclamó Cropole avergonzadoBeschaamd
Beschaamd gemaakt
Beschaamde
Beschamend
Beschamende
de la inferioridadInferioriteit
Minderwaardigheid
que leHaar
Hem
Het
U
echabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
Ik begon handel te
 drijven met
Ik gooide
Ik gooide erop
Ik had aandeel in
Ik jaagde weg
Ik joeg weg
Ik keilde
Ik kondigde aan
Ik kreeg
Ik legde op
Ik liet aan het
 lot over
Ik maakte bekend
Ik maakte vast
Ik nam
Ik schatte
Ik schonk in
Ik sloeg uit
Ik smeet
Ik speelde een partijtje
Ik speelde uit
Ik sprak uit
Ik stortte
Ik strooide
Ik stuurde weg
Ik tankte
Ik trad op in
Ik uitte
Ik voegde toe
Ik voerde op
Ik wedde
Ik wedijverde
Ik wierp
Ik zegde
Ik zei
Ik zette buiten de
 deur
Ik zond weg
en
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
, por eseDat
Die
abandonoAbandonneren
Achterstelling
Eenzaamheid
Ik abandonneer
Ik laat in de
 steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Verlaten
Verlatenheid
Verwaarlozing
Verzaking
Woestheid
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
desinteresadoBelangeloos
Belangeloze
Onbaatzuchtig
Onbaatzuchtige
, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
por suHaar
Hun
Uw
Zijn

inalterableOnveranderlijk
Onveranderlijke
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
a tantasZo groot
Zoveel
Zovele
mezquindadesBenepenheden
Enghartigheden
Kleingeestigheden
y sospechasAchterdochten
Argwanen
Jij/je verdenkt
Jij/je vermoedt
Verdenkingen
Vermoedens
.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, meMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se robaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beroven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bestelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plunderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal roven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stropen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich vergrijpen
 aan
en BloisBlois, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
vosGe
Gij
Je
Jij
parecéisJullie hebben het uiterlijk
 van
Jullie komen over
Jullie komen voor
Jullie lijken
Jullie schijnen
Jullie schijnen toe
Jullie staan tegenover
Jullie vinden
Jullie zien er uit
Jullie zien er uit
 als
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
, y valiendoKostend
Lonend
Waard zijnd

el diamanteDiamant lo queDat wat
Wat
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
...
El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
a Cropole una de susHaar
Hun
Uw
Zijn
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
.
YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan
de esoDat
Die
Zulks
, compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot
, creedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!
--exclamó ésteDeze
Dit
.
PeroDoch
Echter
Maar
los joyerosJuweliers Ja
Jawel
Wel
Zich
entiendenZij/ze begrijpen
Zij/ze beseffen
Zij/ze bevatten
Zij/ze snappen
Zij/ze vatten
Zij/ze verstaan
Zij/ze voelen aan
; preguntadlesVraag! --dijo el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, creo queIk denk dat nuestrasOnze
Van ons
cuentasBerekeningen
Calculaties
Conti
Conto's
Jij/je berekent
Jij/je calculeert
Jij/je debiteert
Jij/je leest voor
Jij/je rekent
Jij/je rekent uit
Jij/je telt
Jij/je telt af
Jij/je telt neer
Jij/je verhaalt
Jij/je vertelt
Kralen
Nota's
Rekeningen
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
terminadasAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
?
Ja
Jawel
Wel
Zich
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, y tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
un granGroot
Grote
sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
haberosBezitting
Hebben
Zijn
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
.
De ninguna maneraGeenszins
In geen geval
Op geen enkele wijze
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
conDoor
Met
Per
Samen met
la majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
de quienWiens todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
,
HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de haberBezitting
Hebben
Zijn
parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de loDe
Hem
Het
U
equitativo a un nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
viajeroReis-
Reiziger
... PoneosDoe aan!
Doe op!
Kleed je aan!
Smeer in!
Smeer!
Stel je aan!
Trek aan!
Word!
en el
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, de la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hablemosLaten we converseren
Laten we praten
Laten we spreken
Wij/we converseren
Wij/we praten
Wij/we spreken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de esoDat
Die
Zulks
, osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
, y hacedmeMaak voor mij el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de dejarmeAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
.
Cropole inclinóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed overhellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neigde
profundamenteDiepgaand
Grondig
y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
conDoor
Met
Per
Samen met
aireLucht extraviadoGedaan dwalen
Van de weg afgebracht
Verlegd
Weggemaakt
, que anunciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Ik adverteerde
Ik annonceerde
Ik diende aan
Ik kondigde aan
Ik maakte bekend
en élDaaraan
Erin
un
corazónHart
Klokhuis
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
y un verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
remordimientoSpijt
Wroeging
.
El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
la puertaDeur
Poort
Portier
, y miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
el fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
de la bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak
de
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
un saquito de sedaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdooft
Kalmeer!
Verdoof!
Zij
Zijde
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
el diamanteDiamant, suHaar
Hun
Uw
Zijn
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
recursoAppel
Beroep
Hulpbron
Hulpmiddel
Medium
Middel
Rechtsmiddel
Redmiddel
Regres
Remedie
Toevlucht
.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg
el vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
bolsillosGeldbuidels
Portemonnees
Zakken
, miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
los papelesPapieren
Rollen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
carteraAktetas
Boekentas
Portefeuille
Postbode (v)
, y se persuadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overreedde

de la absolutaAbsolute
Absoluut
Onvermengd
Onvermengde
Onvoorwaardelijk
Onvoorwaardelijke
Pure
Puur
Volstrekt
Volstrekte
Zuiver
Zuivere
desnudez en queWaarin iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
encontrarseElkaar tegenkomen
Elkaar treffen
Gesteld zijn
Het maken
Zich bevinden
.

EntoncesDan
Dus
Toen
levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
los ojosKijkers
Ogen
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
conDoor
Met
Per
Samen met
un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
sublimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sublimeert
Ik sublimeer
Subliem
Sublieme
Sublimeert u!
Verheven
Zielsverheffend
Zielsverheffende
de calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
y de desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
,
enjugóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiste af
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
gota de sudorZweetdruppel que humedecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevochtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vochtig
Ik bevochtigde
Ik maakte vochtig
suHaar
Hun
Uw
Zijn
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
, y descansóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep

sobre laOp de
Op het
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
aquellaDat
Die
Diegene
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
, llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
antes deAlvorens te
Voor
majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
divinaGoddelijk
Goddelijke
.

La tempestadNoodweer
Storm
Stormwind
Verschrikkelijk weer
acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
de Ja
Jawel
Wel
Zich
; quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
oradoGebeden en el fondoEigenlijk
Strikt genomen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
.
Volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen
y a tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
en la ventanaRaam
Venster
, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
permanecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
, muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
,
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el momentoHet ogenblik en queWaarin, comenzandoAanbindend
Aanbrekend
Aanvangend
Beginnend
Beginnend met
Ingaand
el cieloHemel
Lucht
a obscurecerse, brillaronZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden
las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
,
dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
la señalHet signaal de la iluminaciónAansteken
Belichten
Belichting
Illumineren
Verlichten
Verlichting
Voorlichten
a todas lasAlle ventanasRamen
Vensters
y balconesBalkons
Erkers
.

VII
PARRY

MientrasTerwijl el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
con interésBelangstellend estasDeze
Dezen
lucesJij/je blinkt
Jij/je glanst
Jij/je schijnt
Jij/je schittert
Kozijnen
Lichten
Schietgaten
Schijnsels
Vensternissen
Verlichtingen
y prestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Ik leende
Ik leende uit
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
a talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
movimientosBewegingen
Drukten
Slagen
Zetten
,
maese Cropole entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
conDoor
Met
Per
Samen met
dos2
Do's
Twee
Tweede
criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
que prepararonZij/ze bereidden
Zij/ze bereidden toe
Zij/ze bereidden voor
Zij/ze leidden op
Zij/ze maakten aan
Zij/ze maakten klaar
la mesaLa mesa.

El extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
prestó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende aan ningúno de ellosHen
Ze
Zij
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
. EntoncesDan
Dus
Toen
Cropole,
aproximándoseIn aantocht zijnd
Naderend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
,, leHaar
Hem
Het
U
deslizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof door alNaar de
Naar het
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
estosDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
conDoor
Met
Per
Samen met
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
:

CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, el diamanteDiamant haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
apreciadoAchting gehad voor
Achting toegedragen
Begroot
Geacht
Geapprecieerd
Gehecht aan
Gehouden van
Gemogen
Geschat
Getaxeerd
Gewaardeerd
Hooggeacht
Op prijs gesteld
.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! -- murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
el viajeroReis-
Reiziger
--. ¿Y en cuántoHoelang
Hoeveel
?
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, el joyeroJuwelier de SuHaar
Hun
Uw
Zijn
Alteza RealDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
por élHem
Hij
doscientos200
Tweehonderd
ochenta80
Tachtig
doblonesDubloenen de oroE175
Goud
Ik bid
.

¿Los tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
?

HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
creído queGedacht dat debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
tomarlosZe te gebruiken, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
; no obstanteDesalniettemin
Desniettegenstaande
Desondanks
Echter
Maar
Niettemin
Toch
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
por condicionesBepalingen
Conditie
Condities
Conditiën
Jij/je conditioneert
Omstandigheden
Voorwaarden
de
ventaHerberg
Overdoen
Tappen
Venta
Verhandelen
Verkoop
Verkopen
Vervreemden
Vervreemding
Wegdoen
que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
queríaisJullie beminden
Jullie hadden lief
Jullie hielden van
Jullie wilden
Jullie wouden
conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
vuestroJullie
Uw
Van jullie
diamanteDiamant hasta queTot
Totdat
tuvieseisJullie hadden
Jullie hielden
Jullie hielden bij
Jullie hielden erop na
Jullie hielden vast
fondosAchtergronden
Bodems
Diepten
Dieptes
Fonds
Fondsen
Gronden
Kapitaal
Kapitalen
Kernen
Ondergronden
Onderrokken
Voedingsbodems
... el diamanteDiamant
osJe
Jullie
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
devueltoGereproduceerd
Geretourneerd
Hergeven
Heruitgezonden
Terugbezorgd
Teruggebracht
Teruggegeven
Teruggestuurd
Teruggewezen
Vergolden
Weergegeven
.

NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de esoDat
Die
Zulks
. OsJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que loDe
Hem
Het
U
vendáisJullie bakeren
Jullie bakeren in
Jullie doen over
Jullie doen weg
Jullie omwikkelen
Jullie omzwachtelen
Jullie tappen
Jullie verbinden
Jullie verhandelen
Jullie verkopen
Jullie vervreemden
Jullie zwachtelen
Jullie zwachtelen in
.

EntoncesDan
Dus
Toen
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
obedecidoGehoorzaamd, o algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberloHet te hebben vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
definitivamenteDefinitief
Voorgoed

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
el dineroGeld
Poen
.

CobraosBrilslang
Cobra
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze int
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
In!
Ontvang!
Verdien!
--repuso el desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
.

LoDe
Hem
Het
U
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
, --caballero, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
loDe
Hem
Het
U
exigísJullie eisen
Jullie eisen op
Jullie rekenen
Jullie schrijven voor
Jullie vereisen
Jullie vergen
Jullie verlangen
Jullie vorderen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
imperiosamente.

Una melancólicaMelancholiek
Melancholieke
sonrisaGlimlach
Glimlachen
plegóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde om
los labiosLippen del caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
.

PonedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet!
el dineroGeld
Poen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
eseDat
Die
cofreGeldkist
Motorkap
--dijo volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
la espaldaRug al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
que leHaar
Hem
Het
U

indicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seinde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik beduidde
Ik duidde aan
Ik duidde uit
Ik gaf aan
Ik gaf een sein
Ik gaf een teken
Ik kenmerkte
Ik liet zien
Ik merkte
Ik seinde
Ik spreidde tentoon
Ik tekende
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees aan
Ik wees uit
el muebleMeubel conDoor
Met
Per
Samen met
un ademánGebaar
Geste
Houding
.

Cropole colocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
en élDaaraan
Erin
un sacoIk behaal
Ik breng naar buiten
Ik doe af
Ik doe uit
Ik haal
Ik haal eruit
Ik haal te voorschijn
Ik haal uit
Ik haal van
Ik hoos
Ik krijg uit
Ik leg af
Ik ontleen
Ik put
Ik schep
Ik trek uit
Ik zet af
Tas
Zak
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
repletoIk maak geheel vol
Ik vul geheel
Overvol
Overvolle
, de cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
contenidoAfgehouden
Bedwongen
Behelsd
Beteugeld
Betoomd
Bevat
Gehouden
Geïmpliceerd
In toom gehouden
Ingehouden
Ingetoomd
Inhoud
Onthouden
Onttrokken
Vervat
Weggehouden
sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
el precioDe prijs de suHaar
Hun
Uw
Zijn

alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren
.

AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
--dijo--, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
daréisJullie zullen aangeven
Jullie zullen geven
Jullie zullen opbrengen
Jullie zullen toebrengen
Jullie zullen toekennen
Jullie zullen verlenen
el disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen
... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habéisJullie hebben
Jullie zijn
rehusadoAfgekeurd
Afgeslagen
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Teruggewezen
Vertikt
Verworpen

la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
, lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ultrajanteZij/ze meppen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de Los Medicis. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
, la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
servidaAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Geserveerde
Opgediend
Van dienst geweest
,
y aunKattenklauw
Nog
Zelfs
me atrevo aIk durf añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
y buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
saborSmaak.

El desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
un vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
; cortóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte sectie
un pedazoBonk
Brok
Eindje
Homp
Stuk
Stukje
de panBrood
Mik
Pan
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, se separóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde de la
ventanaRaam
Venster
niEn niet
Evenmin
Noch
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
niEn niet
Evenmin
Noch
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
beberDrinken
Gebruiken
.

AlNaar de
Naar het
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
ratoPoos
Poosje
Tijdje
oyóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
un estrepitosoRumoerig
Rumoerige
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de timbalesPasteivormen
Pauken
y trompetasAulostomidae
Trompetvissen
; los gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
que se alzabanZij/ze kwamen in opstand
Zij/ze muitten
Zij/ze rebelleerden

a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
y un confusoBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
rumorGemurmel
Geroezemoes
Gerucht
Praatje
aturdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmde la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
de la ciudadPlaats
Stad
; el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere

que hirióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wondde
los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
del extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
que se aproximabanZij/ze naderden
Zij/ze waren in aantocht
.

¡El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
! --exclamó Cropole, que se alejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich van de suHaar
Hun
Uw
Zijn
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
y de susHaar
Hun
Uw
Zijn
ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
 omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen
de delicadezaAngstvalligheid
Fijngevoeligheid
Kiesheid
Nauwgezetheid

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
satisfacerVoldoen aan suHaar
Hun
Uw
Zijn
curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
. ConDoor
Met
Per
Samen met
Cropole tropezaronZij/ze struikelden y confundieronZij/ze beschaamden
Zij/ze maakten verlegen
Zij/ze overtuigden
Zij/ze vermengden
Zij/ze vernietigden
Zij/ze versloegen
Zij/ze verwarden
Zij/ze verwisselden
en la escaleraLadder
Opgang
Trap
la
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Cropole, Pittrino, los ayudantesAdjudanten
Assistenten
Assistentes
Helpers
Helpsters
Hulpen
Ordonnansofficieren
y los marmitones.

El séquitoAanhang
Gevolg
avanzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorderde
Ik anticipeerde
Ik bewoog voort
Ik ging vooruit
Ik kwam vooruit
Ik vorderde
lentamenteLangzaam, iluminadoAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht
por centenaresHonderdtallen de antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la
calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
las ventanasRamen
Vensters
.

Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
de mosqueterosMusketiers y de un cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
compacto-Compact
Compacte
Dicht
Dicht opeen
Dichte
- de caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
,
veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
la literaCouchette del cardenalBlauwe plek
Kardinaal
Mazarino, arrastradaGesleept
Getrokken
Meegesleurd
Voortgetrokken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
por cuatro4
Vier
caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen

negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
.

Detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
ellaHaar
Ze
Zij
marchabanZij/ze liepen
Zij/ze marcheerden
los pajesHelpers van de drie
 koningen
Pages
y las gentesVolken
Volkeren
del cardenalBlauwe plek
Kardinaal
.

A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende
iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets
de la reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen
de honorEer
Hulde
a las portezuelasAutodeuren
Portieren

y susHaar
Hun
Uw
Zijn
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
montadosBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
a los ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
.

El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen
detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
, montadoBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
en un admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke
caballoKnol
Paard
Ros
de razaRas sajonaSaksisch
Saksische
de largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
crinesPaardenharen.
El jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
mostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik liet zien
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit
, saludandoBegroetend
Groetend
a algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
ventanasRamen
Vensters
, de dondeVan waar
Waarvandaan
salíanZij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
las másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
vivasJij/je leeft
Jij/je woont
Levend
Levende
Levendig
Levendige

aclamacionesAcclamaties
Bijvallen
Toejuichingen
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
y graciosoAardig
Aardige
Bevallig
Bevallige
Gracieus
Gracieuze
Grappig
Grappige
Lief
Lieve
Sierlijk
Sierlijke
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
iluminadoAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht
por ras antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
pajesHelpers van de drie
 koningen
Pages
.

A los ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, peroDoch
Echter
Maar
dos2
Do's
Twee
Tweede
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
, el príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
de Condé, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Dangeau y
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
veinte20
Twintig
cortesanos, seguidosAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
gentesVolken
Volkeren
y bagajesBagages cerrabanZij/ze deden dicht
Zij/ze deden op slot
Zij/ze deden toe
Zij/ze maakten dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten af
la marchaDe versnelling verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk

triunfalTriomfantelijk
Triomfantelijke
.

EstaDeze
Dit
pompaBlaas
Luister
Praal
Pracht
Vertoon
era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
ordenanzaBode
Conciërge
Koster
Pedel
militarMilitair
Militaire
Oorlogvoeren
Strijden
:

TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
cortesanos llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden
el vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed
de viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
; todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
!osJe
Jullie
demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
vestíanZij/ze kleedden
Zij/ze kleedden aan
Zij/ze omkleedden
Zij/ze stonden

el traje deIk bracht mee van guerraKrijg
Oorlog
. MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere
de ellosHen
Ze
Zij
se veíanZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk
conDoor
Met
Per
Samen met
el alzacuelloHoge boord y coleto, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en la épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht

de EnriqueHendrik IV y de Luis XIII.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
parDuo
Een paar vormend
Even
Koppel
Paar
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer
del desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
, que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
el' alféizarVensterbank
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
verBekijken
Kijken
Zien
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
, y que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ocultadoOntveinsd
Verborgen
Verheeld
Verscholen
Verstopt
la caraDe kant
De zijde
alNaar de
Naar het
apoyarseLeunen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los brazosArmen, sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
hincharseOpzetten
Opzwellen
Rijzen
Uitdijen
Zwellen

y desbordarBuiten de oevers treden
Overlopen
Overstromen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
de amargosBitter
Bittere
Bitterheden
celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
.

Embriagábale el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de las trompetasAulostomidae
Trompetvissen
, las aclamacionesAcclamaties
Bijvallen
Toejuichingen
popularesGeliefd
Geliefde
Getapt
Getapte
Populair
Populaire
ensordecíanleZij/ze maakten doof, y
por un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
abandonadaErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
suHaar
Hun
Uw
Zijn
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
aquelDat
Die
torrenteBergstroom
Stroom
Vloed
de lucesJij/je blinkt
Jij/je glanst
Jij/je schijnt
Jij/je schittert
Kozijnen
Lichten
Schietgaten
Schijnsels
Vensternissen
Verlichtingen
; de tumultoGetier
Herrie
Lawaai
Rel
Roerigheid
Rustverstoring
Spektakel
Tumult

y de brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale
imágenesAfbeeldingen
Beelden
Imago's
Platen
Prenten
Voorstellingen
.

¡El esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
conDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval
de desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
y de angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst
, que debióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
llegaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef

los piesPoten
Voeten
del tronoTroon de DiosGod
Godheid
.

Y, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
volvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere
, se desvanecieronZij/ze bezwijmden
Zij/ze gingen in rook
 op
Zij/ze raakten bewusteloos
Zij/ze verdwenen
Zij/ze vielen flauw
Zij/ze vielen in zwijm
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
aquelDat
Die
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

aquelDat
Die
esplendorPracht. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
discordes y roncasHees
Hese
Jij/je knort
Jij/je ronkt
Jij/je snorkt
Jij/je snurkt
Rauw
Rauwe
Schor
Schorre
que gritabanZij/ze balkten
Zij/ze blaatten
Zij/ze brulden
Zij/ze gierden
Zij/ze gromden
Zij/ze hinnikten
Zij/ze joelden
Zij/ze jouwden uit
Zij/ze loeiden
Zij/ze riepen
Zij/ze schreeuwden
de vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
en
cuando. “Als
Tijdens
Wanneer
¡VivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
!

TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
las seis6
Zes
luminarias que tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de la hostería Los Médicis,
es decirDat wil zeggen
Namelijk
: dos2
Do's
Twee
Tweede
por Cropole, dos2
Do's
Twee
Tweede
por Pittrio y una por cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
marmitón:

Cropole noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik hield op
Ik liet af
Ik scheed uit
Ik scheidde uit
Ik stopte
Ik week
de repetirDoornemen
Herhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen
:

¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
. hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, y que se pareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
difuntoGestorven
Overleden
Overledene
padrePater
Vader
, en loDe
Hem
Het
U
hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon

decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
Pittrino.

¡Y que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
un aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
! --añadía la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Cropole, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en promiscuidad
de comentariosCommentaar
Commentaren
conDoor
Met
Per
Samen met
los vecinosAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buren
Buurlieden
Buurlui
Buurmannen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburen
Naburig
Naburige
y vecinasAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouwen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburig
Naburige
.

Cropole alimentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedde
Ik voedde
estosDeze
Dezen
propósitosBedoelingen
Doelen
Gespreksonderwerpen
Oogmerken
Plannen
Voornemens
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
observacionesInachtnemingen
Observaties
Opmerkingen
Waarnemingen
personalesEigen
Persoonlijk
Persoonlijke
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
notar queOpmerken dat un
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
a pieLopend
Te voet
, peroDoch
Echter
Maar
que arrastrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleurde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voort
Ik sleepte
Ik sleurde mee
Ik trok
Ik trok voort
de la bridaBreidel
Teugel
Toom
a un caballitoPaardje irlandésIer
Iers
Iers-gaelisch
Ierse
, trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijverde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Ik behandelde
Ik beijverde me
Ik bepraatte
Ik besprak
Ik deed moeite
Ik poogde
Ik probeerde te
Ik streefde
Ik trachtte
Ik zocht
penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
 van de ziel
Doordringen tot op merg
 en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn

por el grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm
de mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
Y de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
que estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
estacionadosGeparkeerd
Geplaatst
Gezet
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.

PeroDoch
Echter
Maar
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
oyóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
en la ventanaRaam
Venster
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
del extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
:

BuscadGa halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Kijk uit!
Snor!
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
el modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
posadero, de que se puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en vuestraJullie
Uw
Van jullie
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.

EntoncesDan
Dus
Toen
se volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Cropole, distinguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in de
 smiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte onderscheid tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaarde
alNaar de
Naar het
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
y leHaar
Hem
Het
U
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
.

CerróseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
la ventanaRaam
Venster
.

Pittrino mostróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
alNaar de
Naar het
reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
venidoGekomen
Meegekomen
, que entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken
una palabraBewoording
Woord
.

El extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
leHaar
Hem
Het
U
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
en el descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten
de la escaleraLadder
Opgang
Trap
, abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
susHaar
Hun
Uw
Zijn
brazosArmen alNaar de
Naar het
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
y leHaar
Hem
Het
U
llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde

a una sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
; peroDoch
Echter
Maar
ésteDeze
Dit
se resistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in opstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rebelleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweerde zich
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, milord! -- dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
--; ¡sentarmeAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen
en vuestraJullie
Uw
Van jullie
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
! ¡JamásNimmer
Nooit
!

Parry --dijo el caballero-Heer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
-, osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
suplicoIk smeek
Ik smeek af
... vosGe
Gij
Je
Jij
que venísJullie komen
Jullie komen mee
de InglaterraEngeland ¡de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
!
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
a vuestraJullie
Uw
Van jullie
edadLeeftijd
Ouderdom
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
sufrirseDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen
fatigasJij/je beult af
Jij/je jakkert af
Kortademigheden
Vermoeidheden
Vermoeienissen
semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke
a las de miMi
Mijn
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
.
ReposadLaat rusten!
Rust!
...

AnteSuède
Ten overstaan van
Voor
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, milord, tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
darosJullie geven una respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
.

Parry…por DiosGod
Godheid
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
digasJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
... porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

comenzaríasJij/je zou aanbinden
Jij/je zou aanbreken
Jij/je zou aanvangen
Jij/je zou beginnen
Jij/je zou beginnen met
Jij/je zou ingaan
tuJe
Jouw
fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede
de eseDie z'n
Diens
Van die
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
. Das un rodeoJij/je rijdt om, y esoDat
Die
Zulks
quiere decirBedoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelt
, que la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
.

Milord --replicó el viejo-Bejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
os alarméisJullie maken je ongerust
Jullie schrikken
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
. -- PiensoIk denk que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. Lo queDat wat
Wat
se necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
y perseveranciaDoorbijten
Doorzetten
Vasthoudendheid
Volharden
Volhouden
, y especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
resignaciónBerusting
Geduld
Gelatenheid
.

Parry --contestó el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
aquíAlhier
Hier
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
venidoGekomen
Meegekomen
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
, -- atravesandoAfleggend
Aflopend
Doorgaand
Doorkomend
Doorkruisend
Doormakend
Doortrekkend
Gaand door
Overgaand
Overlopend
Overstekend
Te boven gaand
mil1000
Duizend
peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
: ¿crees enJij/je gelooft in
miMi
Mijn
, voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
? HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
meditadoBedacht
Gemediteerd
Gepeinsd
Gewikt
Gezonnen
Gezonnen op
Nagedacht
Overdacht
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
por espacio deGedurende diez10
Tien
añosJaren, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
todos losAlle consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden

y de todosAller-
Ieders
los obstáculosBelemmeringen: ¿crees enJij/je gelooft in miMi
Mijn
perseveranciaDoorbijten
Doorzetten
Vasthoudendheid
Volharden
Volhouden
? EstaDeze
Dit
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
nocheAvond
Nacht
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan

el diamanteDiamant, el diamanteDiamant de miMi
Mijn
padrePater
Vader
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
conDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
miMi
Mijn
cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
; y
me ibaIk ging af
Ik ging weg
Ik vertrok
Ik verwijderde me
a echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
el posadero.

Parry hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
de disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart
, al cualWaaraan respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
conDoor
Met
Per
Samen met
un apretón de manosHanddruk y
una sonrisaGlimlach
Glimlachen
.

TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
doscientos200
Tweehonderd
setenta70
Zeventig
y cuatro4
Vier
doblonesDubloenen, y me consideroIk beschouw me ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
; yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij

apuroBenardheid
Hinder
Ik drink leeg
Ik drink op
Ik drink uit
Ik gebruik op
Ik maak op
Ik teer op
Ik verbruik
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid
, Parry, ¿crees enJij/je gelooft in miMi
Mijn
resignaciónBerusting
Geduld
Gelatenheid
?

El viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
susHaar
Hun
Uw
Zijn
temblorosasBevend
Bevende
Trillend
Trillende
manosHanden. :

VeamosLaten we bekijken
Laten we kijken
Laten we zien
Wij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el extranjero-Buitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
ocultesJij/je ontveinst
Jij/je verbergt
Jij/je verheelt
Jij/je verschuilt
Jij/je verstopt
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. ¿QuéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
?

MiMi
Mijn
relaciónBetrekking
Omgang
Opzicht
Relatie
Verband
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie!
; peroDoch
Echter
Maar
en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del cieloHemel
Lucht
, ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tembléisJullie beven
Jullie bibberen
Jullie huiveren
Jullie rillen
Jullie trillen
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
!

Es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
impacienciaOngeduld
Reuzenbalsemien
Springzaad
, Parry; veamosLaten we bekijken
Laten we kijken
Laten we zien
Wij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien
: ¿quéWat
Welke
teJe
Jou
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
el generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
?

Primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, el generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
recibirmeAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
alNaar de
Naar het
otro ladoOverkant
Overzijde
del EstrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat
, a
quiénesWie sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
un jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
y una banderaBanier
Dundoek
Standaard
Vaan
Vaandel
Veldteken
Vendel
Vlag
Wimpel
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
la banderaBanier
Dundoek
Standaard
Vaan
Vaandel
Veldteken
Vendel
Vlag
Wimpel
de
FranciaFrankrijk, se aliaránZij/ze zullen een verbond
 aangaan
a Me
Mij
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
comprenderán(U) zult begrijpen
Zij/ze zullen begrijpen
Zij/ze zullen beseffen
Zij/ze zullen bevatten
Zij/ze zullen omvatten
Zij/ze zullen snappen
Zij/ze zullen vatten
Zij/ze zullen verstaan
que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
vuestroJullie
Uw
Van jullie
apoyoIk ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Steun
. Los coloresKleuren del
uniformeEenvormig
Tenue
Uniform
francésFrans
Franse
Franse taal
Fransman
valdránZij/ze zullen kosten
Zij/ze zullen lonen
Zij/ze zullen waard zijn
a miMi
Mijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
élHem
Hij
millón1000000
Miljoen
que nos(Aan) ons
Ons
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
denegado el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Mazarino
(porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
muy bienBest
Heel goed
Prima
que yoEgo
Ik
negaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou loochenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontkennen
Ik zou loochenen
Ik zou ontkennen
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
millón1000000
Miljoen
). VenceréIk zal bevangen
Ik zal overwinnen
Ik zal verslaan
Ik zal zegevieren
conDoor
Met
Per
Samen met
estosDeze
Dezen
quinientos500
Vijfhonderd
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
,
y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el honorEer
Hulde
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
vuestroJullie
Uw
Van jullie
'. EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
quéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
manifestadoGelaten blijken
Gemanifesteerd
Getoond
Geuit
, pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
más o menosMeer of minder
Ongeveer
,
¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
? EnvolviendoBakerend
Implicerend
Inbakerend
Inpakkend
Insluitend
Inzwachtelend
Met zich meebrengend
Oprollend
Pakkend
Strengelend
Verpakkend
Wikkelend
Windend
estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
en metáforasBeelden
Beeldspraken
Metaforen
resplandecientes y en imágenesAfbeeldingen
Beelden
Imago's
Platen
Prenten
Voorstellingen

pomposasGezwollen
Hoogdravend
Hoogdravende
Statig
Statige
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
habladoresBabbelaars
Babbelachtig
Babbelachtige
Praatziek
Praatzieke
en la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
en el patíbuloSchavot.

El sudorGeploeter
Zweet
de la vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte
por la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
sintiendoAanvoelend
Gevoelend
Gewaarwordend
Merkend
Voelend
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
correspondía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde bij
Ik hoorde bij
suHaar
Hun
Uw
Zijn

dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
oírHoren
Vernemen
Verstaan
insultarAffronteren
Beledigen
Beschimpen
Krenken
Schimpen
de eseDie z'n
Diens
Van die
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanoBroeder
Broer
Frater
; peroDoch
Echter
Maar
, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
aquélDat
Die
, anteSuède
Ten overstaan van
Voor
quienDie
Wie
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
doblegadoVerbogen, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
suHaar
Hun
Uw
Zijn
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
.

Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
un esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
.

PeroDoch
Echter
Maar
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
cardenalBlauwe plek
Kardinaal
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
quinientos500
Vijfhonderd
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, sinoDoch
Echter
Maar
doscientos200
Tweehonderd
.

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
adivinadoBeduid
Doorzien
Gegist
Geraden
Gewaarzegd
Verwacht
Voorgezegd
Voorspeld
Waargezegd
lo queDat wat
Wat
pedía(Hij) vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om
.

NuncaNimmer
Nooit
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
negadoGeloochend
Ontkend
que tuvieseisJullie hadden
Jullie hielden
Jullie hielden bij
Jullie hielden erop na
Jullie hielden vast
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
, y por estoDaarom
Hierom
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
pensadoGedacht
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
negaríaisJullie zouden loochenen
Jullie zouden ontkennen
a miMi
Mijn
hermanoBroeder
Broer
Frater
CarlosKarel una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sencillaEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
de concederToekennen
Verschaffen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

la queDat
Die
Wie
Zij die
osJe
Jullie
pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
cardenalBlauwe plek
Kardinaal
, o másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
leenZij/ze lezen en el míoMijne
Van mij
.

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
--dijo--el cardenal-Blauwe plek
Kardinaal
-, treinta30
Dertig
añosJaren haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
que me ocupo deIk houd me bezig
 met
la políticaBeleid
Politiek
Politieke
Staatkunde
; primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
,
en uniónAaneenvoegen
Aansluiten
Aansluiting
Associatie
Bijeenbrengen
Eenwording
Genootschap
Naad
Samenbrengen
Unie
Verbinden
Verenigen
Vereniging
Voeg
Éénwording
, del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
cardenal RichelieuKardinaal de richelieu
Kardinaal richelieu
, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
. EstaDeze
Dit
políticaBeleid
Politiek
Politieke
Staatkunde
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend

muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
, menesterNodig esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
confesarloBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven
, peroDoch
Echter
Maar
jamásNimmer
Nooit
descabellada. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
la queDat
Die
Wie
Zij die
en
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
meMe
Mij
proponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
deshonrosa y torpeDrukkend
Drukkende
Grof
Grove
Log
Logge
Plomp
Plompe
Zwaar
Zware
a la parTegelijk.

¡Deshonrosa!

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, habéisJullie hebben
Jullie zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
un tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
conDoor
Met
Per
Samen met
Cromwell.

Ja
Jawel
Wel
Zich
, en eseDat
Die
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
, Cromwell haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
firmadoGetekend
Onderschreven
Ondertekend
por encima deAan
Boven
Over
Me
Mij
.

¿Y por quéWaarom firmasteisJullie onderschreven
Jullie ondertekenden
Jullie tekenden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
?

El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Cromwell encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
, y loDe
Hem
Het
U
tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
; ésaDat
Die
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
suHaar
Hun
Uw
Zijn
costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede
. PeroDoch
Echter
Maar

vuelvo aIk ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Cromwell.

TenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
un tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
con élDaarmee, es decirDat wil zeggen
Namelijk
, conDoor
Met
Per
Samen met
InglaterraEngeland, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
firmasteisJullie onderschreven
Jullie ondertekenden
Jullie tekenden
eseDat
Die
tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd

Cromwell eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
InglaterraEngeland.

Cromwell haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
fallecidoGestorven
Overleden


¿EsoDat
Die
Zulks
creéisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
?

Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
que leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen
RicardoRichard, que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
abdicadoAfgetreden
Afstand gedaan
Afstand gedaan van
Geabdiceerd
Geabdiqueerd
.

¡EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
precisamenteJuist
Net
! RicardoRichard haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
heredadoBeërfd
Geërfd
a la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de Cromwell, eEn InglaterraEngeland a
la abdicaciónAbdicatie
Abdiceren
Abdiqueren
Aftreden
Aftreding
de RicardoRichard. El, tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
formabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Ik formeerde
Ik ging aan
Ik paradeerde
Ik praalde
Ik prijkte
Ik pronkte
Ik vormde
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de la herenciaErfdeel
Erfelijkheid
Erfenis
Erfgoed
Erfrecht
Nalatenschap
Neiging
Overerving
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en manosHanden de RicardoRichard,
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en las de InglaterraEngeland. El tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, válidoFavoriet
Gangbaar
Gangbare
Geldend
Geldende
Geldig
Geldige
Gunsteling
Lieveling
Vigerend
Vigerende
, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
nuncaNimmer
Nooit
loDe
Hem
Het
U
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
.
¿Por quéWaarom habíaisJullie hadden
Jullie waren
de eludirloOntlopen
Ontwijken
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
¿QuéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
cambiadoAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt
en élDaaraan
Erin
? CarlosKarel II deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens!
hoyHeden
Vandaag

lo queDat wat
Wat
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
diez10
Tien
añosJaren rehusamosWij/we keurden af
Wij/we keuren af
Wij/we slaan af
Wij/we sloegen af
Wij/we vertikken
Wij/we vertikten
Wij/we verwerpen
Wij/we verwierpen
Wij/we weigerden
Wij/we weigeren
Wij/we wezen af
Wij/we wezen terug
Wij/we wijzen af
Wij/we wijzen terug
Wij/we wraakten
Wij/we wraken
Wij/we zegden nee tegen
Wij/we zeggen nee tegen
Wij/we zeiden nee tegen
nosotrosOns
We
Wij
; peroDoch
Echter
Maar
ésteDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
previstoBedacht geweest op
Gegist
Verwacht
Vooruitgezien
Voorzien
Voorziene
. VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
aliadoBondgenoot
Een bondgenootschap gedaan sluiten
 met
Geallieerde
Verbonden
de InglaterraEngeland, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
de CarlosKarel H. Deshonroso esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot

de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
de la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
, haberBezitting
Hebben
Zijn
firmadoGetekend
Onderschreven
Ondertekend
un tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
conDoor
Met
Per
Samen met
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
la
cabezaHoofd
Kop
Krop
alNaar de
Naar het
cuñadoSchoonbroer
Zwager
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, vuestroJullie
Uw
Van jullie
padrePater
Vader
, y haberBezitting
Hebben
Zijn
contratadoAanbesteed
Aangegaan
Aangenomen
Afgesloten
Gecontracteerd
una alianzaAlliantie
Bondgenootschap
Verbond
conDoor
Met
Per
Samen met
un ParlamentoOnderhandeling
Parlement
Parlementsgebouw
Volksvertegenwoordiging

testaferro, convengoIk ben het eens
Ik betaam
Ik kom gelegen
Ik kom overeen
Ik kom uit
Ik pas
Ik schik
Ik spreek af
Ik tref een schikking
Ik voeg
en queWaarin estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
deshonroso, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
torpeDrukkend
Drukkende
Grof
Grove
Log
Logge
Plomp
Plompe
Zwaar
Zware
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
políticoPoliticus
Politiek
Politieke
Staatsman
, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a eseDat
Die
tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
salvadoBehouden
Geborgen
Gered
Zemelen
a VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd

todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
, de los peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
de una guerraKrijg
Oorlog
exteriorAan de buitenkant
Buiten-
Buitenkant
Buitenste
Buitenzijde
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige
, que la Fronda...

¿Os acordáisJullie denken terug
Jullie herdenken
Jullie herinneren je
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
de la Fronda?-- (El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
bajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
la cabezaHoofd
Kop
Krop
), que la Fronda hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

complicadoGecompliceerd
Gecompliceerde
Ingewikkeld
Ingewikkeld gemaakt
Ingewikkelde
Lastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
fatalmente. De esta maneraZo, pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
a VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
que, cambiarAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

de caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
prevenirVoorkomen
Voorkómen
a nuestrosOnze
Van ons
aliadosBondgenoten
Een bondgenootschap gedaan sluiten
 met
Verbonden
, sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
a la vezTegelijk torpeDrukkend
Drukkende
Grof
Grove
Log
Logge
Plomp
Plompe
Zwaar
Zware
y deshonroso. HaríamosWij/we zouden aanmaken
Wij/we zouden bedrijven
Wij/we zouden doen
Wij/we zouden maken
Wij/we zouden uitbrengen
Wij/we zouden uitrichten
Wij/we zouden uitvoeren

la guerraKrijg
Oorlog
que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
en miMi
Mijn
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
: miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
de la caridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
públicaAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke
,
miMi
Mijn
hermanaZus
Zuster
pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, y en algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
que mendiganZij/ze bedelen
Zij/ze schooien

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Ja
Jawel
Wel
Zich
. YoEgo
Ik
, el primogénitoEerstgeborene, voy aIk ga naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
lo queDat wat
Wat
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ellosHen
Ze
Zij
, ¡voy aIk ga naar pedir limosnaBedelen
Schooien
!

Y diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
; que interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste
bruscamenteBars
Bruusk
Onverhoeds
Plotseling
Vinnig
conDoor
Met
Per
Samen met
risaGelach
Lach
Lachen
nerviosaNerveus
Nerveuze
Zenuwachtig
Zenuwachtige
y terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
, el
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
se ciñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsloot la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
, tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sombreroHoed, hízose atarAansluiten
Binden
Knopen
Strikken
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden
a la espaldaForma de preparar el besugo, abierto por el lomo en dos mitades y asado al ajillo. un mantoDeken
Jas
Mantel
Manto
negroNeger
Zwart
Zwarte
que leHaar
Hem
Het
U

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
el viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
, y estrechandoReikend las manosDe handen del viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
que leHaar
Hem
Het
U
mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
con ansiedadAngstig
Benauwd
Gespannen
:

MiMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Parry --dijo--, hazBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
que teJe
Jou
preparenBereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar!
Zij bereiden
Zij/ze bereiden
Zij/ze bereiden toe
Zij/ze bereiden voor
Zij/ze leiden op
Zij/ze maken aan
Zij/ze maken klaar
fuegoVuur, bebeDrink!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
, come(U) eet
Bik!
Eet!
Gebruik het middagmaal!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luncht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreet
Lunch!
Nuttig!
Vreet!
, duermeBreng onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Maf!
Pit!
Slaap uit!
Slaap!
, Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
dichoso,
seamosLaten we gebeuren
Laten we plaatshebben
Laten we plaatsvinden
Laten we zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
, miMi
Mijn
fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
y únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
. ¡SomosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
ricosFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
!

DioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
una puñada alNaar de
Naar het
sacoIk behaal
Ik breng naar buiten
Ik doe af
Ik doe uit
Ik haal
Ik haal eruit
Ik haal te voorschijn
Ik haal uit
Ik haal van
Ik hoos
Ik krijg uit
Ik leg af
Ik ontleen
Ik put
Ik schep
Ik trek uit
Ik zet af
Tas
Zak
de los doblonesDubloenen, que cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
pesadamenteMoeizaam por tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, y púsose a
reírLachen de aquellaDat
Die
Diegene
maneraManier
Trant
Wijze
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
asombradoBevreemd
Verbaasd
Verbaasde
Verwonderd
a Parry; y mientras queTerwijl todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
gritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Ik balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde
; cantabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zong
Ik zong
y se preparaba paraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde zich voor
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar
 voor
recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
eEn instalarAanbrengen
Aanleggen
Fitten
Inrichten
Installeren
Oprichten
Stichten
Vestigen
a los viajerosReis-
Reizigers
precedidosVoor geweest
Voorafgegaan
por
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lacayosHerenknechten
Herenknechts
Lakeien
, se deslizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof op
a la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la ventanaRaam
Venster
, leHaar
Hem
Het
U
perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
alNaar de
Naar het

caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde
de un breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
.

VIII
CÓMOAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
ERADeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
SUHaar
Hun
Uw
Zijn
MAJESTADEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
LUIS XIV A LOS VEINTIDOS AÑOSJaren

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
, por la descripciónBeschrijven
Beschrijving
Schildering
Tafereel
hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
, que la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
de Luis XIV en la ciudadPlaats
Stad
de

BloisBlois fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
ruidosaLawaaierig
Luidruchtig
Luidruchtige
Rumoerig
Rumoerige
y brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende
. De modo queZodat la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
satisfechaBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
.

AlNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el porchePortaal
Voordeur
del castilloBurcht
Kasteel
Slot
de los EstadosBorderellen
Constellaties
Gelegen
Gesteldheden
Geweest
Gezeten
Lijsten
Loonstaten
Rijken
Situaties
Situatiën
Standen
Staten
Tabellen
Toestanden
Zich bevonden
, hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
rodeadoBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten

y de susHaar
Hun
Uw
Zijn
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
a SuHaar
Hun
Uw
Zijn
Alteza RealDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
el duqueHertog, Gastón de Orleáns, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
fisonomíaAangezicht
Gelaatstrekken
, de
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
majestuosaIndrukwekkend
Indrukwekkende
Majestueus
Majestueuze
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige
Verheven
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
, de la solemnePlechtig
Plechtige
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige
circunstanciaOmstandigheid en queWaarin se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
,
nuevoNieuw
Nieuwe
lustreBoent u!
Glanst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glanst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt glanzend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst schoenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze polijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoet
Ik boen
Ik glans
Ik maak glanzend
Ik poets
Ik poets schoenen
Ik polijst
Ik schuur
Ik wrijf
Ik zoet
Maakt u glanzend!
Poedersuiker
Poetst u schoenen!
Poetst u!
Polijst u!
Schoencrème
Schoensmeer
Schuurt u!
Wrijft u!
Zoet u!
y nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
.

Por suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, Madame, adornadaGedecoreerd
Gesierd
Getooid
Opgesierd
Opgesmukt
Opgesmukte
Uitgedost
Versierd
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed
de ceremoniaCeremonie
Festiviteit
Plechtigheid
Plichtpleging
, esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
en un
balcónBalkon
Erker
interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sobrinoNeef
Oomzegger
. Todas lasAlle ventanasRamen
Vensters
del antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
castilloBurcht
Kasteel
Slot
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
solitarioPatience
Solitairspel
Solo
Teruggetrokken

y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
en los díasDagen
Etmalen
ordinariosGemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
, estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
resplandecientes de damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen
y de antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
.

AlNaar de
Naar het
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de los tamboresBussen
Dwergtongen
Rollen
Trommels
Trommen
, de las trompetasAulostomidae
Trompetvissen
y de los vivasJij/je leeft
Jij/je woont
Levend
Levende
Levendig
Levendige
, franqueóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frankeerde el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
monarcaMonarch
Vorst
el
umbralDorpel
Drempel
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
castilloBurcht
Kasteel
Slot
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
EnriqueHendrik III, setenta70
Zeventig
y dos2
Do's
Twee
Tweede
añosJaren antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
alNaar de
Naar het
asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden
y la traiciónVerraad, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
, sostenerBeweren
Dragen
Onderhouden
Ondersteunen
Ruggensteunen
Schoren
Schragen
Verzekeren
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
cabezaHoofd
Kop
Krop
y en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden una coronaEen kroonwiel
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
se estacaba de suHaar
Hun
Uw
Zijn
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
en otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->