Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
, dadmeBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
esaDat
Die
llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, yoEgo
Ik
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
ordenoIk bestel
Ik beveel
Ik gelast
Ik ruim op
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
--dijo el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
saliendoAfrijdend
Buitengaand
Er mee weg komend
Eruitgaand
Naar buiten gaand
Op weg gaand
Opstappend
Startend
Tijgend
Uitgaand
Uitkomend
Uitlopend
Uitrijdend
Uitstappend
Uitstijgend
Uittredend
Uitvarend
Verschijnend
Vertrekkend
Weggaand
Wegrijdend
de la obscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vaagheid
Vergetelheid

y entreabriendoHalf openend suHaar
Hun
Uw
Zijn
capa-Castreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak
- la La señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
de Montalais bajaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afdalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aftrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal korten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal korting geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar beneden
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar beneden
 gaan uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegzakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zinken
alNaar de
Naar het
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
vuestroJullie
Uw
Van jullie
mientrasTerwijl
nosotrosOns
We
Wij
subimos aWij/we beklimmen
Wij/we beklommen
Wij/we bestegen
Wij/we bestijgen
Wij/we gaan naar boven
Wij/we gingen naar boven
Wij/we klimmen
Wij/we klommen
Wij/we rezen
Wij/we rijzen
Wij/we stappen in
Wij/we stapten in
Wij/we stegen
Wij/we stijgen
verBekijken
Kijken
Zien
a la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
de La Vallière, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
conDoor
Met
Per
Samen met
éstaDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
conDoor
Met
Per
Samen met
quienDie
Wie

tenemos queWij moeten
Wij/we behoren
Wij/we dienen
Wij/we horen
Wij/we moeten
hablarConverseren
Praten
Spreken
.

¡El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
! --exclamó Malicorne encorvándose hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las rodillasKnieën del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.

Ja
Jawel
Wel
Zich
, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
--dijo Luis sonriendo-Glimlachend-; el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, que osJe
Jullie
felicitaFeliciteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze feliciteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst geluk
Wens geluk!
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
por vuestraJullie
Uw
Van jullie
resistenciaDoorstaan
Muiten
Rebelleren
Resistentie
Tegenspartelen
Tegenstreven
Verdragen
Verzet
Weerstaan
Weerstand

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
por vuestraJullie
Uw
Van jullie
capitulaciónCapitulatie
Overgaaf
Overgave
. LevantaosGa staan!
Sta op!
Verrijs!
Word wakker!
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, y hacednosBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
el servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
que osJe
Jullie
solici

tamos.

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, a vuestrasJullie
Van jullie
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
-- dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Malicorne subiendoBeklimmend
Bestijgend
Hoger zettend
In de trein stappend
Instappend
Klimmend
Naar boven brengend
Naar boven dragend
Naar boven gaand
Omhoog gaand
Opgaand
Opkomend
Opstaand
Rijzend
Stijgend
Verrijzend
Wassend
la escaleraLadder
Opgang
Trap
.

HacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
que baje(Het) gaat omlaag
Daalt u af!
Daalt u!
Gaat u naar beneden
 uitstappen!
Gaat u naar beneden!
Geeft u korting!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Kort u!
Laat u neer!
Slaat u af!
Stapt u af!
Stapt u uit!
Trekt u af!
Verlaagt u!
Verzakt u!
Zakt u weg!
Zakt u!
Zinkt u!
la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
de Montalais -- ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
el rey-Heer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
-, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
habléisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken
palabraBewoording
Woord


de miMi
Mijn
visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op!
.

Malicorne se inclinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg
en señalSein
Signaal
Spoor
Teken
de obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
y continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
subiendoBeklimmend
Bestijgend
Hoger zettend
In de trein stappend
Instappend
Klimmend
Naar boven brengend
Naar boven dragend
Naar boven gaand
Omhoog gaand
Opgaand
Opkomend
Opstaand
Rijzend
Stijgend
Verrijzend
Wassend
. PeroDoch
Echter
Maar
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, por súbitaPlotseling
Plotselinge

reflexiónBedenken
Beraad
Beraadslaging
Bespiegeling
Nadenken
Overdenken
Overweging
Reflectie
Ruggespraak
Wikken
Zinnen
, leHaar
Hem
Het
U
siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
, y conDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
rapidezSnelheid, que a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
llevarleAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
Malicorne de delanteraAntecedent
Voor-
Voorgaande
Vooropgaand
Vooropgaande
Voorpand
Voorstuk
la
mitadHelft de los escalonesEchelons
Treden
, llegoIk arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
a la cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek
al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
que aquélDat
Die
.

EntoncesDan
Dus
Toen
distinguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in de
 smiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte onderscheid tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaarde
, por la puertaDeur
Poort
Portier
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
entreabiertaHalf geopend Malicorne a La Vallière
recostadaAchterover gelaten buigen
Achterover gelaten leunen
Achterover gelaten rusten
Gelaten steunen
en un sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel
, y en el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
a Montalais, que se estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
peinandoKammend
Uitkammend
, en
bataDuster
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houwt u!
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik mep
Ik roer
Ik roer door
Ik roer om
Ik sla
Japon
Jurk
Klapt u!
Klop
Klopt u!
Mept u!
Negligé
Ochtendjas
Peignoir
Roert u door!
Roert u om!
Roert u!
Slaat u!
Toga
y de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
un espejoSpiegel, conferenciando conDoor
Met
Per
Samen met
Malicorne.

El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
súbitamentePlotseling y entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
. Montalais lanzoIk braak
Ik doe horen
Ik geef over
Ik gooi
Ik keil
Ik kom uit
Ik laat van stapel
 lopen
Ik lanceer
Ik loop uit
Ik ontketen
Ik ontkiem
Ik schrijf uit
Ik slinger weg
Ik speel uit
Ik stoot uit
Ik werp
Ik werp weg
un gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw
alNaar de
Naar het
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
que hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
la puertaDeur
Poort
Portier
, y,
viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, escurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droop af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droop uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrong uit
el bultoBaal
Bult
Buste
Gedaante
Gestalte
Kist
Kussensloop
Omvang
Opzwelling
Pak
Standbeeld
.

La Vallière, por suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, alNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un cadáverKadaver
Kreng
Lijk
galvanizadoGegalvaniseerd
Verzinkt
, y vol

vió a dejarseTerneergeslagen worden
Zich aan iets wijden
Zich overgeven
Zich verwaarlozen
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
en el sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel
.

El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
se adelantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voor
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
ellaHaar
Ze
Zij
lentamenteLangzaam:

¿DeseabaisJullie ambieerden
Jullie aspireerden
Jullie begeerden
Jullie dongen naar
Jullie haakten naar
Jullie hadden trek in
Jullie hunkerden
Jullie jaagden na
Jullie joegen na
Jullie smachtten
Jullie smachtten naar
Jullie snakten naar
Jullie streefden na
Jullie streefden naar
Jullie verkozen
Jullie verlangden
Jullie wensten
una audienciaAudiëntie, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
? --le dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met
frialdad-Onverschilligheid-. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
a oírosHoren
Vernemen
Verstaan
....

HabladConverseer!
Praat!
Spreek!
...

Saint Aignan; fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
papelPapier
Rol
de sordoDoof
Dove
, ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
y mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme
, habíaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
colocadoGedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Neergelegd
Neergezet
Ondergebracht
Stoned
Uitgezet
Verplaatst
en un esconce
de puertaDeur
Poort
Portier
, sobre elOp de
Op het
escabelVoetbankje que la casualidadToevalligheid parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
haberleHet te hebben proporcionadoAfgemeten
Afgewogen
Bezorgd
Evenredig gemaakt
Gefourneerd
In orde gebracht
Verschaft
.

AbrigadoBehoed
Beschermd
Beschut
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la tapiceríaBekleding que servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst
de cortinaje, refirmado en la paredMuur
Wand
, escuchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
, resignándoseBerustend
Zich schikkend
alNaar de
Naar het
papelPapier
Rol
de perroHond
Rekel
Reu
del guardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter
, que esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!
y vigilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in de
 gaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Houd in de gaten!
Let op!
Waak!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
incomodarHinderen
Zich niet op zijn
 gemak voelen

jamásNimmer
Nooit
alNaar de
Naar het
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
.

AsustadaGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
, La Vallière alNaar de
Naar het
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
irritadoAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
por segunda2e
Tweede
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
, y, perma

neciendo en una posturaAandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedrag
Houding
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Pose
Stand
Standpunt
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
y suplicanteSmekend
Smekende
:

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
--balbuceó--; perdonadmeBegenadig!
Vergeef!
.

¿Y el quéWat
Welke
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
que osJe
Jullie
perdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
? -- preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Luis XIV.

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
una graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que una graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
; un granGroot
Grote
crimenMisdaad
Misdrijf

¿VosGe
Gij
Je
Jij
?
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
a VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
.
AbsolutamenteVolstrekt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
--replicó Luis XIV.
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, osJe
Jullie
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
que depongáis esaDat
Die
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
gravedadZwaartekracht que revelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze openbaart
Laat zien!
Onthul!
Ontwikkel!
Openbaar!
la justaAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Steekspel
Toernooi
cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
del

reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
. ConozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, que osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
, masDoch
Echter
Maar
Plus
necesitoIk behoef
Ik ben toe aan
Ik heb nodig
Ik hoef
explicarosBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
esaDat
Die
ofensaAffront
Beledigen
Belediging
Grieven
Krenken
Krenking
Smaad
Verongelijken
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
miMi
Mijn
plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
.

PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
en quéWat
Welke
podáisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
habarme ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
. ¿LoDe
Hem
Het
U
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
acasoToeval
Toevalligheid
por esaDat
Die

chanzaAardigheidje
Bak
Grap
Mop
Scherts
de muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, chanzaAardigheidje
Bak
Grap
Mop
Scherts
en Ja
Jawel
Wel
Zich
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
? Os habéisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
 iemand aan de stok
Jullie meten je met
 iemand
reídoGelachen de un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
crédulo, y
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
; cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, en vuestroJullie
Uw
Van jullie
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
, hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
meMe
Mij
abrumaBedelf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overstelpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplettert
Overstelp!
Verpletter!
conDoor
Met
Per
Samen met
esasDie palabrasBewoordingen
Woorden
.

Y ¿por quéWaarom?

PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la chanzaAardigheidje
Bak
Grap
Mop
Scherts
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
procedidoAfgestamd
Afkomstig geweest
Gewerkt
Het gevolg geweest van
Ontsproten
Voortgegaan
Voortgekomen
de Me
Mij
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
.

En finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
-- prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door el rey-Heer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
-. ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
teníais queJullie behoorden
Jullie dienden
Jullie hoorden
Jullie moesten
decirmeOpgeven
Spreken
Zeggen
alNaar de
Naar het
pe

dirme la audienciaAudiëntie?
Y el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
un pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
. EntoncesDan
Dus
Toen
, La Vallière, conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
y entrecortadaGebroken
Kapot
Kapotte
Stuk
Stukke
,

conDoor
Met
Per
Samen met
los ojosKijkers
Ogen
secosDor
Dorre
Droge
Droog
por el fuegoVuur de las lágrimasTranen, dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
un pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
élHem
Hij
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.

¿VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
loDe
Hem
Het
U
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
? -- dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
.

¿TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
quéWat
Welke
?

Todo lo queHoeveel ook dijeranZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
misMi's
Mijn
labiosLippen bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la encinaEikenhout
Steeneik
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
perdíIk gaf op
Ik liep mis
Ik miste
Ik raakte kwijt
Ik verbeurde
Ik verkwistte
Ik verloor
Ik verspeelde
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
palabraBewoording
Woord
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
.

Y habiéndomeHet met iemand aan
 de stok krijgend
Me gedragend
Me met iemand metend
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, ¿haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
podidoGekund
Gemogen
creer queDenken dat abusaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte misbruik van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misbruikte
Ik maakte misbruik van
Ik misbruikte
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
creduli

dadBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, credulidad, ésaDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la palabraBewoording
Woord
.

¿Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sospechadoVerdacht
Vermoed
VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
que una pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
verBekijken
Kijken
Zien


se obligadaGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
de otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
personaMens
Personage
Persoon
?
PerdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
, peroDoch
Echter
Maar
nuncaNimmer
Nooit
comprenderéIk zal begrijpen
Ik zal beseffen
Ik zal bevatten
Ik zal omvatten
Ik zal snappen
Ik zal vatten
Ik zal verstaan
que la personaMens
Personage
Persoon
cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
expresarBetuigen
Opperen
Uitdrukken
Uiten
Uitspreken
Verwoorden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer


librementeVrij
Vrijelijk
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la encinaEikenhout
Steeneik
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
, se dejeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
influenciar hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
eseDat
Die
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
por la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¿PeroDoch
Echter
Maar
y la amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit


¡La amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
! ¿Y quiénWie osJe
Jullie
amenazabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigde
Ik bedreigde
Ik dreigde
? ¿QuiénWie osabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Ik dorst
Ik durfde
Ik waagde
amenazarosBedreigen
Dreigen
?

Los queWie
Zij die
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerloDoen
Laten
Maken
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.

A nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
en miMi
Mijn
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat
reconozcoIk erken
Ik geef toe
Ik herken
Ik honoreer
Ik identificeer
Ik onderken
el derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
de amenazarBedreigen
Dreigen
.

PerdonadmeBegenadig!
Vergeef!
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
; alNaar de
Naar het
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
de VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
personasMensen
Personages
Personen
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije


elevadasBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
o paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
creerseDenken dat ze zijn conDoor
Met
Per
Samen met
el derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
de perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
a una muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
porvenirToekomende tijd
Toekomst
Verschiet
,
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
fortunaFortuna, y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
reputaciónReputatie.

¿Y cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
la hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
?

HaciéndolaErin makend perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
la reputaciónReputatie conDoor
Met
Per
Samen met
una expulsiónUitdrijven
Uitjagen
Uitwijzen
Uitzetten
Uitzetting
Verbannen
Verjagen
Verstoting
Verwijderen
Wegsturen
infamanteZij/ze belasteren
Zij/ze roddelen
Zij/ze spreken kwaad
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
--dijo el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
conDoor
Met
Per
Samen met
profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
amargura-Bitterheid
Verbittering
-; gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
en extremoUitermate de las personasMensen
Personages
Personen

que se disculpenZij/ze verontschuldigen zich sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
acriminarAanklagen
Beschuldigen
Betichten
a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
.

¡MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
!. .

Ja
Jawel
Wel
Zich
, y meMe
Mij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
penosoSmartelijk
Smartelijke
, loDe
Hem
Het
U
confiesoIk beken
Ik biecht
Ik biecht op
Ik erken
Ik geef toe
, verBekijken
Kijken
Zien
que una justificaciónRechtvaardigen
Rechtvaardiging
Staven
Verantwoording
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
la
vuestraJullie
Uw
Van jullie
, vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
a complicarseCompliceren
Ingewikkeld maken
en miMi
Mijn
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
conDoor
Met
Per
Samen met
un tejidoDoek
Geweven
Stof
Textiel
Weefsel
de reconvenciones y de impu

taciones.

¡A los cualesWie
Zij die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
daisJullie brengen op
Jullie brengen toe
Jullie geven
Jullie geven aan
Jullie kennen toe
Jullie verlenen
créditoCredit
Creditzijde
Krediet
Tegoed
! --exclamó La Vallière.

El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡DecidloGeef op!
Spreek!
Zeg!
, decidloGeef op!
Spreek!
Zeg!
de una vezIn één keer! --repitió La Vallière con vehemenciaHeftig.

MientoIk lieg
Ik maak gewag van
Ik noem
Ik vermeld
confesárosloBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven
--dijo el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
inclinándoseBuigend
Een buiging makend
Nijgend
con frialdadKoud
Onverschillig
.

La jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
una hondaDiep
Diepe
exclamaciónUitroep, y golpeandoBonkend
Bonzend
Hengstend
Houwend
Klappend
Kloppend
Meppend
Opvallend
Slaand
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden una contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

¿ConqueDus noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
creéisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen
? --dijo. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
.

Las faccionesGelaatstrekken de La Vallière alteráronse conDoor
Met
Per
Samen met
aquelDat
Die
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

¿ConqueDus suponéis queJullie veronderstellen dat yoEgo
Ik
--dijo-- yoEgo
Ik
... heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
urdidoBeraamd
De schering gemaakt van
Gescheerd
Geschoren
Ontworpen
eseDat
Die
ridículoBelachelijk
Belachelijke
Gek
Gekke
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
eEn inicuo complotComplot
Samenspanning
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!


burlarmeBedriegen
Foppen
Teleurstellen
Verschalken
imprudentemente de VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
?

¡EhHallo

Hé daar
Zeg
, pardiez! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
que esoDat
Die
Zulks
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
ridículoBelachelijk
Belachelijke
Gek
Gekke
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
eEn inicuo --repuso el rey-Heer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
- niEn niet
Evenmin
Noch
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
me atreveríaIk zou bestaan
Ik zou brutaal worden
Ik zou durven
Ik zou onbeschaamd worden
Ik zou wagen

a llamarloAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
complotComplot
Samenspanning
; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una chanzaAardigheidje
Bak
Grap
Mop
Scherts
más o menosMeer of minder
Ongeveer
divertidaAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Blij
Blije
Geamuseerd
Grappig
Grappige
Leuk
Leuke
Onderhouden
Opgevrolijkt
Opgewekt
Opgewekte
Vermaakt
Vermakelijk
Vermakelijke
Vrolijk
Vrolijke
, y nada másNiet meer.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! --murmuró la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, desesperada-Gewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige
-¡El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen


meMe
Mij
!

En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
.

¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
, DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
!

¿PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
quéWat
Welke
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
? El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
meMe
Mij
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
, meMe
Mij
escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
, meMe
Mij
acechaBelaag!
Beloer!
Bespied!
Bespioneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op de
 uitkijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspiedt
Spied!
Spioneer!
Sta op de uitkijk!
Verspied!
; el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
in

tenta tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
divertirseNaar buiten gaan
Zich amuseren
Zich buiten vermaken
Zich vermaken
Zich vermeien
a miMi
Mijn
costaKust
Kustlijn
Zeekust
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
divirtámonosLaten we naar buiten
 gaan
Laten we zich amuseren
Laten we zich buiten
 vermaken
Laten we zich vermaken
Laten we zich vermeien
a la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

de corazónHart
Klokhuis
, hirámosleLaten we bezeren
Laten we kwetsen
Laten we verwonden
Laten we wonden
Wij/we bezeren
Wij/we kwetsen
Wij/we verwonden
Wij/we wonden
en élDaaraan
Erin
.

La Valliére ocultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopte
la cabezaHoofd
Kop
Krop
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden, ahogandoNeerslaand
Onderdrukkend
Smorend
Verdrinkend
Verkroppend
Verstikkend
un suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht
. El prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door impasibleOnaandoenlijk
Onaandoenlijke
Onbewogen
Ongevoelig
Ongevoelige
,
vengándoseZich wrekend en la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
de todo lo queHoeveel ook habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
.

PongamosLaten we aan de
 praat krijgen
Laten we aandoen
Laten we aantrekken
Laten we aanzetten
Laten we doen
Laten we inschakelen
Laten we leggen
Laten we neerleggen
Laten we neerzetten
Laten we op gang
 brengen
Laten we opbrengen
Laten we opleggen
Laten we plaatsen
Laten we steken
Laten we stellen
Laten we stoppen
Laten we vlijen
Laten we zetten
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
 praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
la fábulaFabel de que leHaar
Hem
Het
U
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
y leHaar
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
distinguidoBespeurd
In de smiezen gekregen
In het oog gekregen
Onderkend
Onderscheid gemaakt tussen
Onderscheiden
Ontwaard
. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cándidoArgeloos
Argeloze
Naïef
Naïeve
Ongekunsteld
Ongekunstelde
Onnozel
Onnozele
y
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
a la vezTegelijk, que meMe
Mij
creeráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal denken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geloven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal menen
, y entoncesDan
Dus
Toen
iremos aWij/we zullen gaan naar contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
eseDat
Die
candor del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

reírnosLachen.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! --exclamó La Vallière--. ¡PensarDenken semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
!

Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
--prosiguió el rey-Heer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
-; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
eseDat
Die
príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
a tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
la chanzaAardigheidje
Bak
Grap
Mop
Scherts

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
seriaErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
la indiscreciónIndiscretie de manifestarLaten blijken
Manifesteren
Tonen
Uiten
públicamentePubliekelijk algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen
a la
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
, entoncesDan
Dus
Toen
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
humilladoBeschaamd gemaakt
Vernederd
Verootmoedigd
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
, y algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
díaDag
Etmaal
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
una
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
que contar aVertellen aan miMi
Mijn
amanteGeliefde
Maîtresse
Minnaar
Minnares
, una parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de doteBegiftigt u!
Bruidsschat
Gave
Geeft u mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiftigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft mee
Huwelijksgift
Ik begiftig
Ik geef mee
que llevar aMeenemen naar
Meenemen voor
miMi
Mijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
, esaDat
Die

aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
de un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, burladoBedrogen
Gefopt
Teleurgesteld
Verschalkt
por una maliciosaBoosaardig
Boosaardige
Hatelijk
Hatelijke
Kwaadaardig
Kwaadaardige
Snode
Snood
Te kwader trouw
Vals
Valse
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
.

¡MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
! --murmuro La Valliére desencajada, delirante-Ijlend
Ijlende
-. ¡NiEn niet
Evenmin
Noch
una palabraBewoording
Woord
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, osJe
Jullie


loDe
Hem
Het
U
suplicoIk smeek
Ik smeek af
! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
véis que meMe
Mij
estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
matandoAfslachtend
Dodend
Doodmakend
Ombrengend
Slachtend
?

¿ChanzasAardigheidjes
Bakken
Grappen
Moppen
Schertsen
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
? --murmuró el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, principiandoAanbrekend
Aanvangend
Beginnend
Ingaand
, no obstanteDesalniettemin
Desniettegenstaande
Desondanks
Echter
Maar
Niettemin
Toch
a conmoverseAangrijpen
Bewegen
Ontroeren
.

La Vallière cayó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van rodillasKnieën tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bruscamenteBars
Bruusk
Onverhoeds
Plotseling
Vinnig
, que resonaronZij/ze galmden
Zij/ze resoneerden
Zij/ze weergalmden
Zij/ze weerklonken
susHaar
Hun
Uw
Zijn
rodillasKnieën en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
.

JuntandoAaneenvoegend
Bijeenbrengend
Bijeenvoegend
Ineenzettend
Samenbrengend
Samenstellend
Samenvoegend
Verenigend
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
las manosDe handen: MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, -- dijo---; prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
 aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever
la vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
a la traiciónVerraad.

¿QuéWat
Welke
hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie
? --preguntó el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
levantarBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen


a la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
.

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
os haya(Het) is sacrificadoGeofferd
Opgeofferd
miMi
Mijn
honorEer
Hulde
y miMi
Mijn
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
, tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
, creáisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen
entoncesDan
Dus
Toen

en miMi
Mijn
lealtadTrouw. La historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
contadaAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame
en la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
de Madame y por Madame, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una
mentiraLeugen
Onwaarheid
; lo queDat wat
Wat
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la granGroot
Grote
encinaEikenhout
Steeneik
...

¿QuéWat
Welke
?

EsoDat
Die
Zulks
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
.

¡SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
! --exclamó el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
--exclamó La Vallière impulsadaAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht
por la violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
sensaciones-Indrukken
Sensaties
-,
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
debaBehoort u te!
Dient u!
Heeft u te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoort u!
Ik behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
Is u schuldig!
Is u verplicht om
 te!
Is u verschuldigd!
Moet u!
Staat u in de
 schuld!
morir deSterven aan vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
en queWaarin hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
echadoAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Aankondigen
Beginnen
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Gooien
Ingeschonken
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Opleggen
Opvoeren
Schatten
Smijten
Springen
Storten
Strooien
Tanken
Toegevoegd
Uiten
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastgemaakt
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
raícesRadices
Stammen
Wortels
Wortels (deel van plant)
misMi's
Mijn
rodillasKnieën,
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
hasta queTot
Totdat
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
meMe
Mij
falte(Het) ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Ik ben absent
Ik ben afwezig
Ik ontbreek
Ik scheel
Is u absent!
Is u afwezig!
Ontbreekt u!
Scheelt u!
: heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que osJe
Jullie
amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
, y... MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, ¡osJe
Jullie
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
!

¡VosGe
Gij
Je
Jij
!

OsJe
Jullie
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en queWaarin osJe
Jullie
viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
, desde queSinds en BloisBlois, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin

pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
lánguidaFlauw
Flauwe
Lijzig
Lijzige
Lome
Loom
Lusteloos
Lusteloze
Slap
Slappe
Slome
Sloom
Traag
Trage
Vadsig
Vadsige
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
, cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
sobréIk bleef over
Ik ging te boven
Ik hield over
Ik overtrof
Ik was in overvloed
 aanwezig
Ik was te veel
Me
Mij
vuestraJullie
Uw
Van jullie
augustaAugusta miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
, luminosaHel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klare
Licht
Lichte
Lichtgevend
Lichtgevende
y vivificadora.
¡OsJe
Jullie
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
! Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un crimenMisdaad
Misdrijf
de lesa majestadMajesteitsschennis el queDat
Die
Hij die
Wie
una infelizOngelukkig
Ongelukkige
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
ameBemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
y se loDe
Hem
Het
U
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
. CastigadmeBestraf!
Straf!
por miMi
Mijn
audaciaStoutmoedigheid, despreciadmeHeb een hekel aan!
Minacht!
Veracht!
Versmaad!
por miMi
Mijn

imprudenciaOnvoorzichtigheid; peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
digáisJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
jamásNimmer
Nooit
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creáisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen
jamásNimmer
Nooit
que me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
burladoBedrogen
Gefopt
Teleurgesteld
Verschalkt
de vosGe
Gij
Je
Jij
; niEn niet
Evenmin
Noch
que osJe
Jullie

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
traicionadoGelaten merken
In de steek gelaten
Verraden
. ¡Soy deIk behoor
Ik behoor toe
Ik behoor tot
Ik kom uit
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
alNaar de
Naar het
tronoTroon, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
; y amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
... ¡amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
a miMi
Mijn
. reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
! ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
! ¡YoEgo
Ik

me mueroIk ga dood!

Y de repenteIneens
Opeens
Plotseling
, falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
de fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
, de vozInspraak
Stem
Stemgeluid
y de alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
, cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
tronchada en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

aquellaDat
Die
Diegene
florBloei
Bloem
Bloesem
de que hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
VirgilioVergilius tocadaAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangezeten
Beroerd
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld
por la hozSikkel del segadorHooiwagen
Maaier
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
aquellasDie
Diegene
palabrasBewoordingen
Woorden
, aquellaDat
Die
Diegene
vehemente súplicaAfsmeken
Smeekbede
Smeken
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
el
menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
asomoIk begin me te
 vertonen
Ik kom te voorschijn
Ik vertoon voor een
 opening
de rencorHaatdragendheid
Rancune
Wrok
niEn niet
Evenmin
Noch
de dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
, y se abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
alNaar de
Naar het
soploBlazen
Ik blaas
Ik blaas uit
Ik geef in
Ik inspireer
Ik waai
Ingeven
Inspireren
Uitblazen
Waaien
apasionadoBedroefd
Gefolterd
Gepassioneerd
Gepassioneerde
Opgewonden
de
aquelDat
Die
amorAffectie
Liefde
Min
que hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
en lenguajeTaal
Taalgebruik
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
y decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
.

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
que, alNaar de
Naar het
escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
la apasionadaBedroefd
Gefolterd
Gepassioneerd
Gepassioneerde
Opgewonden
confesiónBekentenis
Belijdenis
Biecht
Confessie
Erkenning
Gezindte
Schuldbelijdenis
de aquelDat
Die
amorAffectie
Liefde
Min
, se ocultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dook onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield zich schuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde zich
la caraDe kant
De zijde
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

las manosDe handen.

PeroDoch
Echter
Maar
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
las manosDe handen de La Valliére asidasAangegrepen
Aangevat
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Gegrepen
Genomen
Gepakt
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen
a las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele
presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen

de la enamoradaHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
se comunicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze communiceerde a susHaar
Hun
Uw
Zijn
arteriasArteries
Arteriën
Slagaderen
Slagaders
, se abrasó élHem
Hij
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
, y, cogiendoAangrijpend
Aanvattend
Afplukkend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Door vast te pakken
Gaand halen
Grijpend
Halend
Nemend
Oprapend
Pakkend
Plukkend
Tokkelend
Vastgrijpend
Vastpakkend
Vattend
a La
Valliére por el talleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt weg
Ik slijp
Ik snijd uit
Ik steek weg
Leest
Middel
Slijpt u!
Snijdt u uit!
Steekt u weg!
Taille
, la levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
y la estrechóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
.

PeroDoch
Echter
Maar
ellaHaar
Ze
Zij
, moribundaStervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
y conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
apoyadaGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombrosSchouders, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
.

AsustadoGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
entoncesDan
Dus
Toen
a Saint Aignan.

Saint Aignan, que llevaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
la discreciónBescheidenheid
Discretie
Stilzwijgen
Stilzwijgendheid
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven
inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
en un rincónHoek,
fingiendoDoend alsof
Fingerend
Simulerend
Veinzend
Voorgevend
Voorwendend
enjugarAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Vegen
Wissen
una lágrimaTraan, acudióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe
presurosoGehaast
Gehaaste
alNaar de
Naar het
oírHoren
Vernemen
Verstaan
que leHaar
Hem
Het
U
llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.

EntoncesDan
Dus
Toen
ayudóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
a Luis a ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
a la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, sobre unBovenop een
Op een
sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel
, leHaar
Hem
Het
U
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
en las manosDe handen y
la rocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprenkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprenkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeide
conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
de la reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
de HungríaHongarije, repitiéndole:

¡SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, eaBoe, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, se acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
osJe
Jullie
creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
y osJe
Jullie
perdonaBegenadig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Vergeef!
! ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
, vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
!
¡Tened cuidadoLet op!
Pas op
Pas op!
Sla acht op!
, que vais aJullie gaan naar conmoverAangrijpen
Bewegen
Ontroeren
conDoor
Met
Per
Samen met
excesivaOvercompleet
Overcomplete
Overdreven
Overmatig
violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
! SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige
,
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, y tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
. ¡QuéWat
Welke
diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
! ¡MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
!

En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, el ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
palidecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd bleek
Ik werd bleek
visiblementeZichtbaar.

¡SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
! --continuaba Saint Aignan--, volvedDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk!
en vosGe
Gij
Je
Jij
, por DiosGod
Godheid
, que todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
! ¡PensadDenk! que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
se pusieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men zette
maloBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
, me veríaIk zou blijken
Ik zou duidelijk zijn
Ik zou me laten
 zien
precisadoNodig gehad a llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
! ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡QuéWat
Welke
penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
! ¡MiMi
Mijn
amadaBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
! ¡A verEens kijken
Even kijken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie
un esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
y
volvéisJullie draaien
Jullie draaien om
Jullie draaien rond
Jullie gaan terug
Jullie gaan weer
Jullie keren
Jullie keren terug
Jullie keren weder
Jullie komen terug
Jullie komen weder
Jullie komen weerom
Jullie lopen terug
Jullie trekken terug
Jullie wenden
Jullie wentelen
Jullie zwenken
en vosGe
Gij
Je
Jij
! ¡ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
! ¡ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
!

DifícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
desplegarOntplooien
Ontwarren
Ontwikkelen
una elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
persuasivaOvertuigend
Overtuigende
que la de Saint Aignan; peroDoch
Echter
Maar
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
enérgicoEnergiek
Energieke
y activoActief
Actieve
Afdoend
Afdoende
Arbeidzaam
Arbeidzame
Bedrijvend
Bedrijvende
Bedrijvende vorm
Bedrijvig
Bedrijvige
Bezit
Doeltreffend
Doeltreffende
Effect
Effectief
Effectieve
Ijverig
Ijverige
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik ga vooruit
Ik schiet op
Ik verhaast
Ik verlevendig
Ik versnel
Ik vlot
Ik vorder
Ik vuur aan
Ik win veld
Ik zet aan
Nijver
Nijvere
Overgankelijk
Overgankelijke
Tegoed
Transitief
Transitieve
Vlijtig
Vlijtige
Werkdadig
Werkdadige
Werkend
Werkende
Werkzaam
Werkzame
que la elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid
de Saint Aignan hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
en Ja
Jawel
Wel
Zich
a La Vallière.

El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
habíaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
arrodilladoGedaan knielen anteSuède
Ten overstaan van
Voor
ellaHaar
Ze
Zij
, y leHaar
Hem
Het
U
imprimíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze printte
Ik drukte
Ik drukte af
Ik printte
en la palmaLa palma de la manoDe hand esosDie ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige

besosKussen
Kussens
Zoenen
que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
a las manosDe handen lo queDat wat
Wat
el besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen
de los labiosLippen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
alNaar de
Naar het
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
.

VolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
en Ja
Jawel
Wel
Zich
la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
lánguidamente susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
, y, conDoor
Met
Per
Samen met
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
moribundaStervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
:

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! --murmuró--. ¿VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
se dignaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toegeeflijk voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich vermurwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaardigt zich
perdonarmeBegenadigen
Vergeven
? El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
...
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde
. Saint Aignan creyó queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
alejarseZich verwijderen van otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
,
adivinandoBeduidend
Doorziend
Gissend
Radend
Verwachtend
Voorspellend
Voorzeggend
Waarzeggend
la llamaDe vlam que brotabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spatte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspoot
Ik kwam uit
Ik ontkiemde
Ik spatte op
Ik stoof
Ik verspoot
de los ojosKijkers
Ogen
de SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
.

La Valliére se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
.

Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
-- dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met
entereza--, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
justificadaGerechtvaardigd
Gestaafd
, o por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste

asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
, a vuestrosJullie
Van jullie
ojosKijkers
Ogen
, concededmeKen toe!
Verschaf!
que me retireIk blaas de aftocht
Ik krabbel terug
Ik maak me uit
 de voeten
Ik trek af
Ik trek me terug
a un conventoKlooster
Mannenklooster
. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
bendeciréIk zal inwijden
Ik zal inzegenen
Ik zal wijden
Ik zal zegenen
a
miMi
Mijn
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
moriréIk zal doodgaan
Ik zal overlijden
Ik zal sterven
Ik zal verscheiden
Ik zal versmachten
amandoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
a DiosGod
Godheid
, que meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
concedidoToegekend
Verschaft
un díaDag
Etmaal
de felicidadGeluk.

¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
--contestó el rey-Heer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
-; viviréisJullie zullen leven
Jullie zullen wonen
aquíAlhier
Hier
, por el contrarioHet tegengestelde, bendiciendoInwijdend
Inzegenend
Wijdend
Zegenend
a DiosGod
Godheid
, peroDoch
Echter
Maar

amandoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
a Luis, que osJe
Jullie
crearáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal creëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal scheppen
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
una existenciaBestaan
Existentie
Zijn
de dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
, a Luis, que osJe
Jullie
amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!
, a Luis,
que osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
juraBezweer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt een eed
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweert
Jura
Leg een eed af!
Vloek!
Zweer!
!

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
! ¡MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
! Y alNaar de
Naar het
manifestarLaten blijken
Manifesteren
Tonen
Uiten
La Valliére esaDat
Die
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
, crecíanZij/ze gedijden
Zij/ze groeiden
Zij/ze groeiden aan
Zij/ze namen toe
Zij/ze wiesen
Zij/ze wiesen aan
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
en
ardorHevige warmte
Hitte
Ijver
Levendigheid
Vurig verlangen
Vuur
los besosKussen
Kussens
Zoenen
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, que Saint Aignan creyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
pasar al otro ladoOvergaan
Overlopen
Oversteken
de la tapiceríaBekleding.

PeroDoch
Echter
Maar
aquellosDie
Diegene
besosKussen
Kussens
Zoenen
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
rechazarAfslaan
Afstemmen
Afstoten
Afwijzen
Nee zeggen tegen
Verdringen
Verduwen
Verwerpen
Wegdringen
Wegduwen
Wegstoten
Weigeren
Wraken
en un principioAanvankelijk
In het begin
, comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan

a abrasar a la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
--exclamó--, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
hagáisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
arrepentir de haberBezitting
Hebben
Zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

esoDat
Die
Zulks
meMe
Mij
probaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanpassen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal adstrueren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beproeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bewijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op de
 proef stellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal proberen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal proeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toetsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitproberen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal waarmaken
que meMe
Mij
despreciáisJullie hebben een hekel
 aan
Jullie minachten
Jullie verachten
Jullie versmaden
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
.

SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
-- dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
retrocediendoAchteruitgaand
Terugdeinzend
Teruggaand
llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de respeto-Eerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
-, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
niEn niet
Evenmin
Noch
veneroIk aanbid
en el mundoAardrijk
Wereld
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que a vosGe
Gij
Je
Jij
, y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
en miMi
Mijn
CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
, osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
juroIk bezweer
Ik leg een eed
 af
Ik vloek
Ik zweer
, será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
estimadoAchting gehad voor
Achting toegedragen
Begroot
Geacht
Gehecht aan
Gehouden van
Gemogen
Geschat
Getaxeerd
Gewaardeerd
Hooggeacht
Op prijs gesteld
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

loDe
Hem
Het
U
seréisJullie zullen gebeuren
Jullie zullen plaatshebben
Jullie zullen plaatsvinden
Jullie zullen zijn
vosGe
Gij
Je
Jij
en adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
; osJe
Jullie
pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
por miMi
Mijn
arrebatoHeftigheid
Ik haal weg
Ik licht uit
Ik neem af
Ik neem uit
Ik neem weg
Ik pak af
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
de
un excesoBuitensporigheid
Exces
Overdaad
Overschot
Uitspatting
Uitwas
de amorAffectie
Liefde
Min
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
osJe
Jullie
probaréIk zal aanpassen
Ik zal aantonen
Ik zal adstrueren
Ik zal beproeven
Ik zal bewijzen
Ik zal bezoeken
Ik zal op de
 proef stellen
Ik zal passen
Ik zal proberen
Ik zal proeven
Ik zal staven
Ik zal toetsen
Ik zal uitproberen
Ik zal uitwijzen
Ik zal waarmaken
que osJe
Jullie
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
, respetándoos tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

podáisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen
.

InclinándoseBuigend
Een buiging makend
Nijgend
al puntoHalf doorbakken
Zo
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
ellaHaar
Ze
Zij
y tomándole una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
:

SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
--le dijo-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-, ¿queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
la honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
de aceptarAannemen
Accepteren
Ontvangen
el besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen
que imprimoIk druk
Ik druk af
Ik print
en
vuestraJullie
Uw
Van jullie
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
?

Y el labioLip del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
rozóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streek langs
respetuosoRespectvol
Respectvolle
y ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
la manoDe hand estremecidaGedaan beven
Gedaan schudden
de la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
.

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
hoyHeden
Vandaag
--repuso Luis, levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend
y extendiendoAfgevend
Ontvouwend
Ophoudend
Rekkend
Spreidend
Strekkend
Uitbreidend
Uitsmerend
Uitspreidend
Uitstekend
Uitstrekkend
Verbreidend
Vergrotend
Verspreidend
Wijder makend
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
sobre LaOp de
Op het
Valliére
, estaréisJullie zullen je bevinden
Jullie zullen liggen
Jullie zullen zijn
Jullie zullen zitten
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
miMi
Mijn
protecciónBegunstiging
Behoeden
Beschermen
Bescherming
Beschutten
Beveiligen
Schild
Toeverlaat
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habléisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken
a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
del malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
que osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
causadoAangedaan
Aangericht
Berokkend
Gedaan
Gelaten
Gelaten doen
Gemaakt
Gesticht
Teweeggebracht
Veroorzaakt
, y perdonadBegenadig!
Vergeef!

a los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
el queDat
Die
Hij die
Wie
osJe
Jullie
hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
podidoGekund
Gemogen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
. En adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
os veréisJullie zullen blijken
Jullie zullen duidelijk zijn
Jullie zullen elkaar bezoeken
Jullie zullen elkaar ontmoeten
Jullie zullen je laten
 zien
colocadaGedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Neergelegd
Neergezet
Ondergebracht
Stoned
Uitgezet
Verplaatst
en un puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
alNaar de
Naar het
de ellosHen
Ze
Zij
que lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
de infundirosAftrekken
Laten trekken
Zetten
temorAngst
Beduchtheid
Vrees
, niEn niet
Evenmin
Noch
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
siquieraAlthans osJe
Jullie
causaránZij/ze zullen aandoen
Zij/ze zullen aanrichten
Zij/ze zullen berokkenen
Zij/ze zullen doen
Zij/ze zullen laten
Zij/ze zullen laten doen
Zij/ze zullen maken
Zij/ze zullen stichten
Zij/ze zullen teweegbrengen
Zij/ze zullen veroorzaken
lástimaDeernis
Jammer
Klacht
Medelijden
Onaangenaamheid
. Y
saludóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groette
religiosamente comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
alNaar de
Naar het
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
de un temploBedehuis
Godshuis
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Tempel
.

En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
llamandoAanbellend
Aanroepend
Bellend
Benoemend
Hetend
Kloppend
Luidend
Noemend
Opbellend
Oproepend
Praaiend
Roepend
Schellend
Telefonerend
Uitmakend voor
a Saint Aignan, que se acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
humildemente:

CondeGraaf --le dijo-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-, esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
que estaDeze
Dit
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
tendrá a bienHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal als vrijwilliger
 dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gelieven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijwillig dienst
 doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal welwillend zijn
concederosToekennen
Verschaffen
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de
amistadVriendschap a cambio deIk wissel van la queDat
Die
Wie
Zij die
leHaar
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
consagradoGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
.

Saint Aignan doblóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseerde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verboog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde om
la rodillaKnie anteSuède
Ten overstaan van
Voor
La Vallière.

¡QuéWat
Welke
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
--murmuró-- siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estaDeze
Dit
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
se dignaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toegeeflijk voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich vermurwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaardigt zich
hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
eseDat
Die
honorEer
Hulde
!

Voy aIk ga naar enviarosAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
a vuestraJullie
Uw
Van jullie
. compañeraCollega --dijo el rey-Heer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
-. AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
, o más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer

hasta la vistaDag
Tot weerziens
Tot ziens
; hacedmeMaak voor mij el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
olvidarmeAfleren
Vergeten
Verleren
en vuestrasJullie
Van jullie
oracionesBeden
Bedes
Oraties
Redes
Redevoeringen
Smeekbeden
Smeekbedes
Speechen
Speeches
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
--exclamó La Valliére----, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
temáisJullie duchten
Jullie schrikken terug voor
Jullie schromen
Jullie vrezen
Jullie zijn bang voor
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
conDoor
Met
Per
Samen met
DiosGod
Godheid
en miMi
Mijn

corazónHart
Klokhuis
.

EstaDeze
Dit
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede
emocionóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontroerde alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
se llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon overweg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
gozoso, a Saint Aignan por la escaleraLadder
Opgang
Trap
.

Madame noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
previstoBedacht geweest op
Gegist
Verwacht
Vooruitgezien
Voorzien
Voorziene
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
desenlaceOntknoping: niEn niet
Evenmin
Noch
náyadeNajade
Waternimf
niEn niet
Evenmin
Noch
dríadaBosnimf
Dryade
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
hablado deBehandeld
Bepraat
Besproken
Gediscuteerd
Van gedachten gewisseld
élHem
Hij
:

FINBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
DEL TOMOBand
Boekdeel
Deel
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Volume
PRIMERO1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->