-EspereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoopt u!
Ik ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
Is u bedacht op!
Staat u te wachten!
Verwacht u!
Voorziet u!
Wacht
Wacht u af!
Wacht u op!
Wacht u!
Ziet u vooruit!
, espereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoopt u!
Ik ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
Is u bedacht op!
Staat u te wachten!
Verwacht u!
Voorziet u!
Wacht
Wacht u af!
Wacht u op!
Wacht u!
Ziet u vooruit!
... SigaBewandelt u!
Blijft u aan!
Gaat u door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u bij!
Ik bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
Vloeit u voort!
Volg
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
leyendoLezend... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
élHem
Hij
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
.

-AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley fríamenteKoud, mientrasTerwijl volvía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar
absorberseAbsorberen
Een bedrijf overnemen
In beslag nemen
Opnemen
Opslorpen
Opslurpen
Resorberen
Slurpen
en la
lecturaLectuur
Lezen
Lezing
de la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
-. ¿Smallridge? ¿QuéWat
Welke
quiere decirBedoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelt
? ¿QuéWat
Welke
significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esoDat
Die
Zulks
?

-EllaHaar
Ze
Zij
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
aceptadoAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen
un empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring
de institutrizGouvernante
Huisonderwijzeres
en casa deAan
Bij
Ten huize van
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Smallridge... una
íntimaGezellig
Gezellige
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton... que viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
Maple Grove; y, dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
sea deBehoort u toe!
Behoort u tot!
Behoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Ik behoor
Ik behoor toe
Ik behoor tot
Ik kom uit
Komt u uit!
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar tomarseGebruiken
Zich permitteren
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
chascoFiasco
Ik knal
Ik knap
Ik kraak
Mislukking
Strop
Échec
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton.

-MiMi
Mijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
Emma, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me distraigaIk leid af
Ik verstrooi
ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
meMe
Mij
obligaDring op!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Noodzaak!
Verplicht!
a leerLezen... noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me digaIk noem me
Ik word gezegd
Ik zeg
Ik zeg bij zichzelf
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, niEn niet
Evenmin
Noch

siquieraAlthans de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
una páginaBladzijde
Pagina
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
se acabaHet raakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
. ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
conDoor
Met
Per
Samen met
la cartita del
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
!

-MeMe
Mij
gustaría(Het) zou bevallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bevallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou leuk vinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou proeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zinnen
Ik zou aanstaan
Ik zou behagen
Ik zou bevallen
Ik zou houden van
Ik zou leuk vinden
Ik zou proeven
Ik zou zinnen
que la leyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las
Ik las
conDoor
Met
Per
Samen met
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
predisposiciónAanleg
Gesteldheid
Wilsbeschikking
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
con élDaarmee.

-BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que aquíAlhier
Hier
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
... Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que se impresionóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte indruk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere

alNaar de
Naar het
verlaBekijken
Kijken
Zien
enfermaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ziek
Word ziek!
Ziek
Ziek geworden
Zieke
... Desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
de que está enamorado deBen verliefd op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verliefd op
ellaHaar
Ze
Zij
.
'Nos(Aan) ons
Ons
queremosWij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
...' Confío enIk vertrouw op que sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
el
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
de una reconciliaciónVerzoening comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
éstaDeze
Dit
... ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
generosoGenereus
Genereuze
Gul
Gulle
Kwistig
Kwistige
Mild
Milde
Overvloedig
Rijkelijk
Rijkelijke
Royaal
Royale
Scheutig
Scheutige
Vrijgevig
Vrijgevige
en darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
las
graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
... las distribuyeBreng rond!
Distribueer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Verdeel!
a milesDuizenden... 'MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
de lo queDat wat
Wat
merezcoIk ben waard
Ik ben waardig
Ik kom toe
Ik verdien
...' ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
! AquíAlhier
Hier
demuestraAdstrueer!
Bewijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Maak waar!
Staaf!
Toon aan!
Wijs uit!

que se conoceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bekend
Men kent
Men kent het
a sí mismoZichzelf. 'La señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse meMe
Mij
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
el niñoEl niño mimadoBedorven
Gekoesterd
Getroeteld
Vertroeteld
Verwend
de la
fortunaFortuna...' ¿AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, Ja
Jawel
Wel
Zich
? ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
leHaar
Hem
Het
U
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse? Y un belloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
...
BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
. 'NiñoJongen
Kind
mimadoBedorven
Gekoesterd
Getroeteld
Vertroeteld
Verwend
de la fortunaFortuna...' ¿EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
ustedGij
U
leHaar
Hem
Het
U
llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
?

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
ustedGij
U
haberBezitting
Hebben
Zijn
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
conDoor
Met
Per
Samen met
estaDeze
Dit
cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
; peroDoch
Echter
Maar
por loDe
Hem
Het
U

menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
que leHaar
Hem
Het
U
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
una ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
favorableBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde
de élHem
Hij
. Confío enIk vertrouw op que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

una opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
, desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
. Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
acusárseleAanduiden
Aanklagen
Aanwijzen
Beschuldigen
Betichten
Tonen
Verraden
de culpasJij/je beschuldigt
Schulden
gravesBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Jij/je slaat aan
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
, de egoísmoBaatzucht
Egoïsme
Eigenbaat
Zelfzucht
y de ligerezaLichtzinnigheid; y estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit

totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal
de acuerdo conIn overeenstemming met élHem
Hij
en queWaarin probablementeAllicht
Vast
Waarschijnlijk
Wel
Zeker
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
de lo queDat wat
Wat
merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!
; peroDoch
Echter
Maar

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ningunaGeen enkel
Geen enkele
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
enamoradoHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde
de la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster

Faírfax, y esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tarde enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt tijd om
Ik neem tijd om
Neemt u tijd om!
gozarGenieten
Genieten van
Zich verheugen in
Zich verlustigen in
del privilegioConcessie
Ik bevoorrecht
Privilege
Voorrecht
de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker
con ellaDaarmee,
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a creer queDenken dat suHaar
Hun
Uw
Zijn
carácterAard
Geaardheid
Karakter
mejoraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beter maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overtreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbeteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veredelen
, y que graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a ellaHaar
Ze
Zij
adquirirá(Het) zal verkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aankopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verwerven
una
firmezaStevigheid y una delicadezaAngstvalligheid
Fijngevoeligheid
Kiesheid
Nauwgezetheid
de sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
déjemeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
 steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u!
hablarleConverseren
Praten
Spreken
de
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
. En estosDeze
Dezen
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
interesadoBaatzuchtig
Baatzuchtige
Belang ingeboezemd
Belanghebbende
Geïnteresseerd
Geïnteresseerde
Inhalig
Inhalige
por otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
personaMens
Personage
Persoon
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

puedoIk kan
Ik mag
dedicarBesteden
Opdragen
Opdragen aan
Spenderen
Toewijden
Wijden
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a pensar enDenken aan
Nadenken over
Frank ChurchillChurchill. Emma, desde queSinds nos(Aan) ons
Ons

hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
separadoAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald
esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dejado deGestopt met pensar enDenken aan
Nadenken over
un problemaOpgave
Probleem
Vraagpunt
Vraagstuk
.

Y se loDe
Hem
Het
U
planteóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp op
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
; la cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag
, expresadaBetuigd
Geopperd
Geuit
Uitgedrukt
Uitgesproken
Verwoord
en un lenguajeTaal
Taalgebruik
llanoEenvoudig
Eenvoudige
Effen
Plat
Platte
Simpel
Simpele
Vlak
Vlakke
Vlakte
, sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
y
caballeresco, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el queDat
Die
Hij die
Wie
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley empleabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in toepassing
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde aan
Ik benutte
Ik bracht in toepassing
Ik gebruikte
Ik paste toe
Ik voerde door
Ik wendde aan
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
inclusoZelfs conDoor
Met
Per
Samen met
la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de
quienDie
Wie
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enamoradoHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde
, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la de que cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
pedirleBestellen
Vragen
que se casaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
con élDaarmee, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dañarBeschadigen
Bezeren

por elloDat
Het
la felicidadHet geluk de suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
. Emma teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
la respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
desde queSinds élHem
Hij

pronuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
palabraBewoording
Woord
.

-MientrasTerwijl miMi
Mijn
padrePater
Vader
vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
pensar enDenken aan
Nadenken over
cambiar deWisselen van estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
abandonarleAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
.
Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
una parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de estaDeze
Dit
respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
admitidaAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen
Toegegeven
Toegelaten
. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal
de acuerdo conIn overeenstemming met ellaHaar
Ze
Zij
en la imposibilidad de abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
. PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
aceptarAannemen
Accepteren
Ontvangen
el queDat
Die
Hij die
Wie
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
inadmisibleOntoelaatbaar
Ontoelaatbare
el queDat
Die
Hij die
Wie
se produjeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond (uit) cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
pensandoDenkend muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
en aquelDat
Die
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
; al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
concebidoBevat
Een begrip gevormd
Ontvangen
Zwanger geworden
la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
de
lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor
convencerOvertuigen alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Woodhouse para queOpdat
Zodat
se trasladaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhuisde a Donwell juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
con ellaDaarmee; se
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
empeñadoBeleend
Geleend tegen een onderpand
Koppig
Koppige
Verpand
en considerarloBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
factibleUitvoerbaar
Uitvoerbare
, peroDoch
Echter
Maar
conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
alNaar de
Naar het

señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Woodhouse comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
engañarseBedotten
Bedriegen
Beduvelen
Beetnemen
Misleiden
Om de tuin leiden
Smokkelen
Verlakken
a sí mismoZichzelf duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
; y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

confesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Ik bekende
Ik biechtte
Ik biechtte op
Ik erkende
Ik gaf toe
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
convencidoOvertuigd
Overtuigde
de que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
cambio deIk wissel van casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
repercutiría en el bienestarWelvaart
Welzijn


Emma Jane AustenJane austen 267

de suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
eEn inclusoZelfs en suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
, que en modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
arriesgarseZich blootstellen
Zich wagen
Zijn leven wagen
. ¡El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer

Woodhouse sacadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Behaald
Eruit gehaald
Gehaald
Gehaald uit
Gehaald van
Gehoosd
Geput
Geschept
Naar buiten gebracht
Ontleend
Te voorschijn gehaald
Uitgedaan
Uitgehaald
Uitgekregen
Uitgetrokken
de Hartfield! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd

intentarseAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen
. PeroDoch
Echter
Maar
el proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
forjadoGesmeed, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
descartarAfwijzen
Verwerpen
el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, confiaba enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde op
Ik vertrouwde op

que en ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
recusable por suHaar
Hun
Uw
Zijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
Emma; se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over que élHem
Hij
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was

admitidoAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen
Toegegeven
Toegelaten
en Hartfield; de que, mientrasTerwijl el bienestarWelvaart
Welzijn
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
-en otrasAnder
Andere
Nog één
palabrasBewoordingen
Woorden
, suHaar
Hun
Uw
Zijn

vidaHachje
Leven
- exigieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eiste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorderde
Ik eiste
Ik eiste op
Ik rekende
Ik schreef voor
Ik vereiste
Ik vergde
Ik verlangde
Ik vorderde
que Hartfield siguiera siendoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Ik bleef
el hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
de Emma, fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
un hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
élHem
Hij
.

Emma tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
reflexionado sobreNagedacht over la posibilidadMogelijkheid de trasladarseVerhuizen todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
a Donwell;
y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
meditarBedenken
Mediteren
Nadenken
Overdenken
Peinzen
Wikken
Zinnen
Zinnen op
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
rechazadoAfgeslagen
Afgestemd
Afgestoten
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Verdrongen
Verduwd
Verworpen
Weggedrongen
Weggeduwd
Weggestoten
el proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
; peroDoch
Echter
Maar
la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
alternativaAfwisseling
Alternatief
Alternatieve
Keuze
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen
. Se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
del afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
que demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit
por parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de élHem
Hij
; se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond

cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que alNaar de
Naar het
abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
Donwell el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley sacrificabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offerde op
Ik offerde
Ik offerde op
granGroot
Grote
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

independenciaOnafhankelijkheid
Zelfstandigheid
en cuantoZodra a horariosDienstregelingen
Roosters
Tijdschema's
Tijdsindelingen
Uur-
y a costumbresGebruiken
Gewoonten
Gewoontes
Usances
Zeden
; y el vivirLeven
Wonen
constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn

padrePater
Vader
y en una casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
élHem
Hij
significaríanZij/ze zouden beduiden
Zij/ze zouden betekenen
Zij/ze zouden staan voor
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
, muchísimas
molestiasBelemmeringen
Beletselen
Beletsels
Lasten
Ongemakken
Overlasten
Stoornissen
Storingen
Verhinderingen
Verstoringen
. Emma prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe
que loDe
Hem
Het
U
pensaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou denken
Ik zou denken
y leHaar
Hem
Het
U
aconsejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adviseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf raad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried aan
que élHem
Hij
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
siguieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort

pensándolo; peroDoch
Echter
Maar
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
plenamenteVolledig convencidoOvertuigd
Overtuigde
de que por muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere

que loDe
Hem
Het
U
pensaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cambiaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afwisselen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou denatureren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kenteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ruilen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou variëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou veranderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vermaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou werken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wisselen
Ik zou afwisselen
Ik zou denatureren
Ik zou kenteren
Ik zou ruilen
Ik zou variëren
Ik zou veranderen
Ik zou verkeren
Ik zou vermaken
Ik zou werken
Ik zou wisselen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
niEn niet
Evenmin
Noch
suHaar
Hun
Uw
Zijn
opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
en lo tocante aBetreffend
Wat betreft
aquelDat
Die
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
. LoDe
Hem
Het
U

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
meditandoBedenkend
Mediterend
Nadenkend
Overdenkend
Peinzend
Wikkend
Zinnend
Zinnend op
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
aseguróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
, conDoor
Met
Per
Samen met
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y conDoor
Met
Per
Samen met
calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
; duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la mañanaMorgen
Ochtend

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
rehuyendoMijdend
Ontwijkend
Uit de weg gaand
Vermijdend
a WilliamWillem Larkins paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
a solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
pensamientos.

-Gedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Emma-. PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
pensado enGedacht aan
Nagedacht over
un inconvenienteBezwaar
Nadeel
Ongemak
. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que a
WilliamWillem Larkins noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
gustaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal leuk vinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal proeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zinnen
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
. Tendría queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Ik zou behoren
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou moeten
pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
suHaar
Hun
Uw
Zijn
consentimientoBederven
Dulden
Goedkeuring
Goedvinden
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen
antes deAlvorens te
Voor
pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om

el míoMijne
Van mij
.

Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, Emma prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe
que loDe
Hem
Het
U
pensaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou denken
Ik zou denken
; y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe
ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts

que loDe
Hem
Het
U
pensaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou denken
Ik zou denken
conDoor
Met
Per
Samen met
la intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
de encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una soluciónOplossen
Oplossing
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
dignoWaardig
Waardige
de notarseAantekenen
Bemerken
Merken
Noteren
Opmerken
Opschrijven
Te boek stellen
que Emma, alNaar de
Naar het
considerarBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze
puntosA point
Gegevens
Mespunten
Ogen
Precies goed
Punten
Spikkels
Stippen
Tricots
de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht

la posibilidadMogelijkheid de vivirLeven
Wonen
en Donwell Abbey, en ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
la sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
de
perjudicarBenadelen
Deren
Schaden
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
sobrinoNeef
Oomzegger
HenryHendrik, cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
derechosAanspraken
Bevoegdheden
Claims
Pretenties
Recht
Rechte
Rechten
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheden
Vandehands
Vandehandse
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
herederoErfgenaam tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer

la habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
preocupadoBenauwd
Bezorgd
Bezorgde
Ongerust gemaakt
Verontrust
Zorgen gebaard
. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
forzoso pensar enDenken aan
Nadenken over
la posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
diferenciaBen het oneens!
Differentieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze differentieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het oneens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verschil tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Maak verschil tussen!
Onderscheid
Onderscheid!
Verander!
Verschil
que elloDat
Het
representaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanbieden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou indienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou presenteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou staan voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbeelden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertegenwoordigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorstellen
Ik zou aanbieden
Ik zou indienen
Ik zou opvoeren
Ik zou presenteren
Ik zou staan voor
Ik zou uitbeelden
Ik zou vertegenwoordigen
Ik zou vertonen
Ik zou voorstellen

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el niñoEl niño; y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, alNaar de
Naar het
pensarloDenken, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se dedicaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan Ja
Jawel
Wel
Zich
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
una insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
y
significativaBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende
sonrisaGlimlach
Glimlachen
, y encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Ik bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
divertidoAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Blij
Blije
Geamuseerd
Grappig
Grappige
Leuk
Leuke
Onderhouden
Opgevrolijkt
Opgewekt
Opgewekte
Vermaakt
Vermakelijk
Vermakelijke
Vrolijk
Vrolijke
el reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
los verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
motivosAanleidingen
Beweegredenen
Drijfveren
Motieven
Redenen
Termen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

violentaAbnormaal
Abnormale
Doe geweld aan!
Driftig
Driftige
Forceer!
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Rand aan!
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
Verkracht!
oposiciónOppositie
Tegenstand
a que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley se casitaHuisje conDoor
Met
Per
Samen met
Jane Fairfax o conDoor
Met
Per
Samen met
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook

otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
, que entoncesDan
Dus
Toen
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
atribuidoAangerekend
Toegedicht
Toegekend
Toegeschreven
exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
solicitudAanvraag
Aanzoek
Petitie
Rekest
Sollicitatie
Verzoek
Verzoekschrift
Vraag
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hermanaZus
Zuster
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

tíaTante.

En cuantoZodra a aquellaDat
Die
Diegene
proposiciónAanbieden
Aanbieding
Aanbod
Bieden
Bod
Hoofdzin
Propositie
Stelling
Uitloven
Volzin
Voordragen
Voorslaan
Voorslag
Voorstel
Voorstellen
Zin
suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, aquelDat
Die
proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
de casarseIn het huwelijk treden
Trouwen
y de seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
viviendoLevend
Wonend
en
Hartfield... cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
loDe
Hem
Het
U
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
alicientes creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
encontrarleAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
inconvenientesBezwaren
Nadelen
Ongemakken

parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
disminuirAchterhouden
Aflopen
Afnemen
Minder worden
Slinken
Tanen
Verflauwen
Verlagen
Verminderen
, susHaar
Hun
Uw
Zijn
ventajasBaten
Belangen
Nutten
Voordelen
Winsten
aumentarAangroeien
Aanwakkeren
Doen toenemen
Groeien
Sterker worden
Stijgen
Toenemen
Vergroten
Verhogen
Vermeerderen
, y el bienestarWelvaart
Welzijn
que proporcionaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afmeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afwegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bezorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou evenredig maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou fourneren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in orde
 brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschaffen
Ik zou afmeten
Ik zou afwegen
Ik zou bezorgen
Ik zou evenredig maken
Ik zou fourneren
Ik zou in orde
 brengen
Ik zou verschaffen
a ambosAlle twee de
Allebei
Beide

parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
resolverOplossen todas lasAlle dificultadesMoeilijkheden. ¡PoderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
a un compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
aquélDat
Die

en los momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
de inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
y de desalientoIk deprimeer
Ik druk neer
Ik druk terneer
Ik maak neerslachtig
! ¡Un apoyoIk ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Steun
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
aquélDat
Die
en todos losAlle
deberesHuiswerk
Plichten
Schulden
Verplichtingen
y cuidadosBeduchtheden
Bekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheden
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Ongerustheden
Opgelet
Opgepast
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden
que el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
irremisiblemente irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

penososSmartelijk
Smartelijke
!

SuHaar
Hun
Uw
Zijn
felicidadGeluk hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
perfectaIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
por la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Harriet; peroDoch
Echter
Maar
cada unaElk de las
dichasBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
que iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
poseyendoBeheersend
Bezittend
Erop nahoudend
Grondig kennend
Hebbend
Rijk zijnd
ellaHaar
Ze
Zij
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
representarAanbieden
Indienen
Opvoeren
Presenteren
Staan voor
Uitbeelden
Vertegenwoordigen
Vertonen
Voorstellen
un aumentoAangroei
Aanwas
Accres
Gestalte
Groei
Ik doe toenemen
Ik groei
Ik groei aan
Ik neem toe
Ik stijg
Ik vergroot
Ik verhoog
Ik vermeerder
Ik wakker aan
Ik word sterker
Ontwikkeling
Toename
Uitbreiding
Vermeerdering
de los sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
, a la queDat
Die
Wie
Zij die
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
debíanZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
 schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
 te
Zij/ze waren verschuldigd
inclusoZelfs excluirAfwijzen
Buitensluiten
Uitsluiten
Verwerpen
de Hartfield. La pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Harriet, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
medidaAfgemeten
Afmeten
Gemeten
Grootte
Maat
Maatregel
Maté
Meten
Opgemeten
Opgenomen
Opmeten
Opnemen
Uitgemeten
Uitmeten

de beneficiosa prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
, debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
alNaar de
Naar het
margenKant
Marge
Rand
de aquelDat
Die
deliciosoHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere
ambienteAtmosfeer
Milieu
Sfeer
Stemming
familiarBloedverwant
Eenvoudig
Eenvoudige
Familiaar
Familiare
Familie-
Familielid
Gemeen
Gemeenzaam
Gemeenzame
Gemene
Gemoedelijk
Gemoedelijke
Huiselijk
Huiselijke
Vertrouwd
Vertrouwde
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
Verwant
Zonder plichtplegingen

conDoor
Met
Per
Samen met
el queDat
Die
Hij die
Wie
Emma yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
soñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mijmerde
Ik droomde
Ik mijmerde
. En todos losAlle aspectosAanschijnen
Airs
Aspecten
Buitenkanten
Gelaatsuitdrukkingen
Gezichten
Gezichtspunten
Kanten
Uiterlijken
Uitzichten
Verschijningen
saldríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er mee
 weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar buiten
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op weg
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegrijden
Ik zou afrijden
Ik zou buitengaan
Ik zou er mee
 weg komen
Ik zou naar buiten
 gaan
Ik zou op weg
 gaan
Ik zou opstappen
Ik zou starten
Ik zou tijgen
Ik zou uitgaan
Ik zou uitkomen
Ik zou uitlopen
Ik zou uitrijden
Ik zou uitstappen
Ik zou uitstijgen
Ik zou uittreden
Ik zou uitvaren
Ik zou verschijnen
Ik zou vertrekken
Ik zou weggaan
Ik zou wegrijden
perdiendoKwijtrakend
Mislopend
Missend
Opgevend
Verbeurend
Verkwistend
Verliezend
Verspelend
. Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

lamentarBejammeren
Betreuren
Spijt hebben van
suHaar
Hun
Uw
Zijn
futuraBruid
Toekomstig
Toekomstige
ausenciaAbsentie
Afwezigheid
Mangel
Uitstedigheid
Verstek
Verzuim
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
. que echaría de menosHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou missen
Ik zou missen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
bienestarWelvaart
Welzijn
. En aquelDat
Die

ambienteAtmosfeer
Milieu
Sfeer
Stemming
, Harriet sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un pesoEen gewicht muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
; peroDoch
Echter
Maar
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht


Emma Jane AustenJane austen 268

parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
una necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
tener queBehoren
Dienen
Horen
Moeten
verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien
en una situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
de inmerecido
castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging
.

Por supuestoNatuurlijk
Uiteraard
Vanzelfsprekend
que conDoor
Met
Per
Samen met
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
,
suplantado; peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
lógicoLogisch
Logische
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
que elloDat
Het
ocurriera(Het) gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
en un plazoTermijn muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer

Knightley noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contribuir aBijdragen aan la curaciónBehandelen
Cureren
Genezen
Genezing
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Elton. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
comprensivoBegrijpend
Begrijpende
Omvattend
Omvattende
Tolerant
Tolerante
Veel omvattend
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
afectuosoAanhankelijk
Aanhankelijke
Gehecht
Gehechte
Toegenegen
conDoor
Met
Per
Samen met

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
, nuncaNimmer
Nooit
mereceríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou waard zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou waardig zijn
Ik zou toekomen
Ik zou verdienen
Ik zou waard zijn
Ik zou waardig zijn
que se leHaar
Hem
Het
U
tributase un cultoBeschaafd
Beschaafde
Cult
Cultus
Dienst
Eredienst
Geleerd
Geleerde
Godsdienstoefening
Kerkdienst
Knap
Knappe
Ontwikkeld
Ontwikkelde
Verering
Verheerlijken
Verheerlijking
Welgemanierd
Welgemanierde
Welopgevoed
Welopgevoede
Wellevend
Wellevende
inferiorBeneden-
Geringer
Geringere
Inferieur
Inferieure
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minderwaardig
Minderwaardige
Ondergeschikt
Ondergeschikte
alNaar de
Naar het
de ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
; y
realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
, inclusoZelfs Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!
Harriet, que en un añoJaar pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a
enamorarse deVerliefd worden op
Zeer gesteld raken op
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de tres3
Drie
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.

CAPÍTULOChapiter
Hoofdstuk
Kapittel
LII

PARABaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Emma fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
un granGroot
Grote
consueloIk troost
Ik vertroost
Troost
verBekijken
Kijken
Zien
que Harriet estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
deseosaVerlangend
Verlangende
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ellaHaar
Ze
Zij
de
evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen
encontrarseElkaar tegenkomen
Elkaar treffen
Gesteld zijn
Het maken
Zich bevinden
. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
relacionesBetrekkingen
Jij/je combineert
Jij/je verbindt
Omgangen
Opzichten
Relaties
Verbanden
Verhoudingen
Verstandhoudingen
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
penosasSmartelijk
Smartelijke
por cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
. ¡CuántoHoelang
Hoeveel
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere

hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, de haberBezitting
Hebben
Zijn
tenido queBehoord
Gediend
Gehoord
Gemoeten
verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien
!

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
suponerseAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen
Harriet se expresabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte zich uit prácticamenteIn de praktijk
Praktisch
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
reprocheBeknort u!
Berispt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Ik beknor
Ik berisp
Ik verwijt
Ik wijs terecht
Verwijt u!
Wijst u terecht!
,
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
la sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
de que se consideraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde zich ofendidaBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
; y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
Emma creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
advertirBemerken
Merken
Opmerken
Waarnemen
Waarschuwen

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand
un ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
resentimientoBoosheid
Ressentiment
Wrok
o algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
próximoAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
a elloDat
Het
, y que aúnNog
Nog altijd
Nog steeds

aumentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker
Ik deed toenemen
Ik groeide
Ik groeide aan
Ik nam toe
Ik steeg
Ik vergrootte
Ik verhoogde
Ik vermeerderde
Ik wakkerde aan
Ik werd sterker
susHaar
Hun
Uw
Zijn
deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuvieranZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
un tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
directoDirect
Directe
Live
Onmiddellijk
Onmiddellijke
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse
... QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

imaginacionesFantasieën
Imaginaties
Verbeeldingskrachten
suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u
; peroDoch
Echter
Maar
niEn niet
Evenmin
Noch
un ángel hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
dejado deGestopt met sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
resentimientoBoosheid
Ressentiment
Wrok
anteSuède
Ten overstaan van
Voor

un golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
aquélDat
Die
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
dificultadesMoeilijkheden para queOpdat
Zodat
IsabellaElizabeth la invitaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inviteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nodigde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Ik inviteerde
Ik nodigde uit
Ik noodde
Ik vraagde
Ik vroeg
; y tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
de encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
un
pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel
satisfactorioBevredigend
Bevredigende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pedírseloAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
de recurrir aSteunen op
Zich beroepen op
suHaar
Hun
Uw
Zijn
inventivaVernuftig
Vernuftige
Vindingrijk
Vindingrijke
. Harriet teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

una muelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaalt
Ik kwel
Ik maal
Ik vermaal
Kies
Kwelt u!
Lathyrus
Maal
Maalt u!
Vermaalt u!
cariadaAangetast, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
ir aGaan naar un dentistaTandarts. La señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
John
Knightley se manifestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manifesteerde zich encantadaAangenaam
Afgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide
de poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
serleGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
útilBevorderlijk
Bevorderlijke
Bruikbaar
Bruikbare
Dienstig
Dienstige
Geschikt
Geschikte
Nuttig
Nuttige
; todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag
relacionadaGecombineerd
Verbonden
conDoor
Met
Per
Samen met

médicosArtsen
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Medici
Medisch
Medische
despertabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
Ik maakte wakker
Ik wekte
Ik wekte op
Ik werd wakker
en ellaHaar
Ze
Zij
el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
... y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
aficionada a ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei

dentistaTandarts comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Wingfield, se mostróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
dispuestaBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a aceptarAannemen
Accepteren
Ontvangen
a Harriet
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
... Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
de acuerdo conIn overeenstemming met suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanaZus
Zuster
, Emma loDe
Hem
Het
U
propusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
, a quienDie
Wie
resultó(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
convencerOvertuigen... Harriet iría aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan naar
Ik zou gaan naar
LondresLonden; estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
invitadaGenood
Gevraagd
Geïnviteerd
Uitgenodigd
por loDe
Hem
Het
U

menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
dos2
Do's
Twee
Tweede
semanasWeken; y el viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
loDe
Hem
Het
U
efectuaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Ik zou uitvoeren
en el cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Woodhouse; se
hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
todos losAlle preparativosGesteldheid
Wilsbeschikking
, se resolvieronZij/ze losten op todas lasAlle dificultadesMoeilijkheden, y Harriet noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tardó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam tijd om
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
sanaFit
Fitte
Genees!
Gezond
Gezonde
Heel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt beter
Valide
Word beter!
y salvaBehoud!
Behouden
Berg!
Geborgen
Gered
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Red!
Salvo
a BrunswickBraunschweig
Brunswijk
Square.

AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
Emma podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
gozarGenieten
Genieten van
Zich verheugen in
Zich verlustigen in
tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
de las visitasBezoeken
Jij/je bezoekt
Jij/je gaat af
Jij/je zoekt op
Visites
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley; ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

hablarConverseren
Praten
Spreken
y podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
, sintiéndoseZich voelend verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
el aguijónAngel
Pen
Prikkel
Stekel
de aquelDat
Die

sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
de injusticiaOnrechtvaardigheid, de culpabilidadSchuldigheid, de algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
dolorosoPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke
, que la inquietabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikte
Ik jaagde schrik aan
Ik verontrustte
Ik verschrikte

cada vezElke keer
Steeds
Telkens
que recordabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist nog
Ik herdacht
Ik herinnerde
Ik onthield
Ik wist nog
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
de ellaHaar
Ze
Zij
en aquellosDie
Diegene
mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
sufríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg
un
corazónHart
Klokhuis
por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
que ella mismaHaarzelf habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
contribuido aBijgedragen aan desarrollarBeduiden
Ontwikkelen
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Uitwerken
Verklaren

equivocadamenteIncorrect
Onjuist
Verkeerd
.

QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lógicoLogisch
Logische
que Emma consideraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
Ik beschouwde
Ik beschouwde als
Ik ging na
Ik hield rekening met
Ik overwoog
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
el queDat
Die
Hij die
Wie
Harriet estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
en
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Goddard o en LondresLonden; peroDoch
Echter
Maar
alNaar de
Naar het
pensarDenken que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
en LondresLonden se la
imaginabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeeldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Ik bedacht
Ik stelde me voor
Ik verbeeldde me
Ik vermoedde
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
distraídaAfgeleid
Afgetrokken
Verstrooid
Verstrooide
por la curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
, ocupadaBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
pensar enDenken aan
Nadenken over
el pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
encerrarseOpsluiten
Vastzetten
en Ja
Jawel
Wel
Zich
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
.

Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
consentirBederven
Dulden
Goedvinden
Het eens zijn
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen
que ningunaGeen enkel
Geen enkele
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
preocupaciónBenauwen
Bezorgdheid
Verblinding
Verontrusten
Vooringenomenheid
vinieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
a substituirAflossen
De plaats innemen van
In de plaats stellen
In de plaats stellen
 van
Inboeten
Inspringen
Substitueren
Vervangen

inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
a la queDat
Die
Wie
Zij die
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
por Harriet. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
Ja
Jawel
Wel
Zich
una confesiónBekentenis
Belijdenis
Biecht
Confessie
Erkenning
Gezindte
Schuldbelijdenis
que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
,
en la queDat
Die
Wie
Zij die
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
ayudarlaBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
... el confesarBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enamoradaHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde
; peroDoch
Echter
Maar
por el

Emma Jane AustenJane austen 269

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
que pensar enDenken aan
Nadenken over
elloDat
Het
... HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
aplazarAanhouden
Uitstellen
Verdagen
Verschuiven
la revelaciónGodsopenbaring
Onthullen
Onthulling
Ontwikkelen
Openbaren
Openbaring
hasta queTot
Totdat
la
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Weston hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
dado a luzBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht
. En aquellosDie
Diegene
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
causarAandoen
Aanrichten
Berokkenen
Doen
Laten
Laten doen
Maken
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

preocupacionesBezorgdheden
Verblindingen
Vooringenomenheden
a las personasMensen
Personages
Personen
que queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
... y hasta queTot
Totdat
llegaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
el momentoHet ogenblik que ellaHaar
Ze
Zij

mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
fijadoBepaald
Bevestigd
Gefixeerd
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld
Vastgezet
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
amargarseBitter maken conDoor
Met
Per
Samen met
tristesAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
... DisfrutaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou genieten van
Ik zou genieten van
por loDe
Hem
Het
U

menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de dos2
Do's
Twee
Tweede
semanasWeken de tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid
y de pazPaz
Vrede
de espírituGeest
Geestgesteldheid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
paladearProeven
Smaken
aquellosDie
Diegene

intensosFel
Felle
Hard
Harde
Hevig
Hevige
Intens
Intense
Intensief
Intensieve
Luid
Luide
Sterk
Sterke
y turbadoresVerwarrend
Verwarrende
gocesJij/je geniet
Jij/je geniet van
Jij/je verheugt je in
Jij/je verlustigt je in
.

En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor
que, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
por deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
por gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
, dedicaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou besteden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opdragen aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou spenderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toewijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wijden
Ik zou besteden
Ik zou opdragen
Ik zou opdragen aan
Ik zou spenderen
Ik zou toewijden
Ik zou wijden
media horaEen half uur
Halfuur
de
aquellosDie
Diegene
díasDagen
Etmalen
de ocioVrije tijd
Vrije tijdsbesteding
espiritualGeestelijk
Geestelijke
Geestig
Geestige
Spiritueel
Spirituele
, a visitarAfgaan
Bezoeken
Opzoeken
a la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Fairfax... DebíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
... y sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime

deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
de verlaBekijken
Kijken
Zien
; la semejanzaEvenbeeld
Gelijkenis
Overeenkomst
de las situacionesHoudingen
Liggingen
Posities
Situaties
Situatiën
Standen
Toestanden
en queWaarin ambasBeide se encontrabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze kwamen elkaar tegen
Zij/ze maakten het
Zij/ze troffen elkaar
Zij/ze waren gesteld
en aquellosDie
Diegene

momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
a todos losAlle demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
motivosAanleidingen
Beweegredenen
Drijfveren
Motieven
Redenen
Termen
de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
entendimientoBegrip
Denkvermogen
Menselijke rede
Verstand
. Sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un desagravio secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
; peroDoch
Echter
Maar
indudablementeZonder twijfel, el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
los proyectosBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Plannen
Projecten

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige
de las dos2
Do's
Twee
Tweede
fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
similaresGelijksoortig
Gelijksoortige
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejaría deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou stoppen met
Ik zou stoppen met
aumentarAangroeien
Aanwakkeren
Doen toenemen
Groeien
Sterker worden
Stijgen
Toenemen
Vergroten
Verhogen
Vermeerderen
el interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
conDoor
Met
Per
Samen met
que
Emma acogeríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou accepteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvangen
Ik zou aannemen
Ik zou accepteren
Ik zou ontvangen
Ik zou opnemen
Ik zou opvangen
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
confidenciaConfidentie
Vertrouwelijke mededeling
Vertrouwen
que Jane pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
hacerleDoen
Laten
Maken
.

Y haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
se dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich tot
... últimamenteDe laatste tijd
Onlangs
en una ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
en vanoTevergeefs a aquellaDat
Die
Diegene

puertaDeur
Poort
Portier
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan
en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la mañanaMorgen
Ochtend
del díaDag
Etmaal
que siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
alNaar de
Naar het
de la
excursiónExcursie
Tocht
Toer
Trip
Uitstapje
a Box HillHills, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Jane se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
en un estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
lastimoso que la
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llenadoAangevuld
Aanvullen
Bijgewerkt
Bijwerken
Completeren
Dempen
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol gemaakt
Voleind
Voleinden
Volgemaakt
Volgeschonken
Volmaken
Volschenken
Vullen
de compasiónMededogen
Medelijden
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
que entoncesDan
Dus
Toen
niEn niet
Evenmin
Noch
sospechabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Ik verdacht
Ik vermoedde
el peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
de susHaar
Hun
Uw
Zijn

sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten
... El miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
recibidaAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
la decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de
que la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
en casaIn huis
Thuis
, a hacerseMaken
Raken
Worden
anunciarAandienen
Aankondigen
Adverteren
Annonceren
Bekend maken
y a esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
en el pasilloBaan
Gang
Gangpad
Overloop
Rijstrook
... OyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
Patty
anunciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Ik adverteerde
Ik annonceerde
Ik diende aan
Ik kondigde aan
Ik maakte bekend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op!
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond (uit) ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
revuelo comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el queDat
Die
Hij die
Wie
la otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele

señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
claramenteDuidelijk
Zonneklaar
inteligibleBegrijpelijk
Begrijpelijke
Bevattelijk
Bevattelijke
Duidelijk
Duidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
la instantáneaInstant respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
de:
'HagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
que suba(Het) rijst
Beklimt u!
Bestijgt u!
Brengt u naar boven!
Draagt u naar boven!
Gaat u naar boven!
Gaat u omhoog!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Ik beklim
Ik bestijg
Ik breng naar boven
Ik draag naar boven
Ik ga naar boven
Ik ga omhoog
Ik ga op
Ik klim
Ik kom op
Ik rijs
Ik sta op
Ik stap in
Ik stap in de
 trein
Ik stijg
Ik verrijs
Ik was
Klimt u!
Komt u op!
Rijst u!
Staat u op!
Stapt u in de
 trein!
Stapt u in!
Stijgt u!
Verrijst u!
Wast u!
...' Y un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a recibirlaHet ontvangen a la
escaleraLadder
Opgang
Trap
la propiaEigen Jane, adelantándoseVoor zijnd
Voorafgaand
Vooruit stekend
apresuradamente a las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
, como siAlsof noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

consideradoBeschouwd
Beschouwd als
Nagegaan
Overwogen
Rekening gehouden met
suficienteVoldoende ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
géneroGenre
Genrestuk
Geslacht
Handelswaar
Klasse
Stijl
Waar
Woordgeslacht
de acogidaAangenomen
Begroeting
Geaccepteerd
Ontvangen
Opgenomen
Opgevangen
... Emma nuncaNimmer
Nooit
la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
conDoor
Met
Per
Samen met

un aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
saludableGeneeskrachtig
Geneeskrachtige
Gezond
Gezonde
Heilzaam
Heilzame
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
atractivaAanlokkelijk
Aanlokkelijke
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en ellaHaar
Ze
Zij
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
equilibrioBalans
Evenwicht
Evenwichtstoestand
, alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
y
efusividad; en suHaar
Hun
Uw
Zijn
porteApporteert u!
Fatsoen
Gedrag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze apporteert
Hoge afkomst
Houding
Ik apporteer
Inhoud
Laadruimte
Port
Porto
Vervoer
Vracht
y en susHaar
Hun
Uw
Zijn
modalesModaal
Modale
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
rebosarOvervloedig aanwezig zijn de todo lo queHoeveel ook hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
entoncesDan
Dus
Toen
leHaar
Hem
Het
U

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
faltadoAbsent geweest
Afwezig geweest
Gescheeld
Ontbroken
... Salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
tendiéndole la manoDe hand; y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
en vozInspraak
Stem
Stemgeluid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
, peroDoch
Echter
Maar

Ja
Jawel
Wel
Zich
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
afectuosa:

-Aanhankelijk
Aanhankelijke
Gehecht
Gehechte
Toegenegen
¡QuéWat
Welke
amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
ustedGij
U
...! SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
expresarleBetuigen
Opperen
Uitdrukken
Uiten
Uitspreken
Verwoorden
... EsperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit

que me creaIk denk dat ze
 zijn
... UstedGij
U
sabrá(Het) zal weten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weten
disculparmeExcuseren
Verontschuldigen
Verschonen
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
las palabrasBewoordingen
Woorden
...

Emma quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
complacidaBevredigd
Gepaaid
Tegemoetgekomen aan
Tevreden gesteld
Voldaan
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
tardado enTijd genomen om encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
ellaHaar
Ze
Zij
las palabrasBewoordingen
Woorden

adecuadasAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame
, de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
contenerseGevat worden
Tegengehouden worden
Vervat zijn
Zich bedwingen
Zich beheersen
Zich inhouden
alNaar de
Naar het
oírHoren
Vernemen
Verstaan
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton, que llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
,
incitándolaAansporend
Aanstokend
Aanvurend
Aanwakkerend
Aanzettend
Ophitsend
Prikkelend
Verlevendigend
a resumirExcerperen
Resumeren
Samenvatten
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
de amistadVriendschap y de gratitudDankbaarheid en un cariñosísimo
apretón de manosHanddruk.

La señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
conversandoConverserend
Pratend
conDoor
Met
Per
Samen met
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton. La señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
,
lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
explicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Ik beduidde
Ik legde uit
Ik lichtte toe
Ik maakte duidelijk
Ik verhelderde
Ik verklaarde
Ik zette uiteen
la falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
de revuelo a la llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
de la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
. Emma hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
preferidoDe voorkeur gegeven aan
Geprefereerd
Liever gedaan
Liever gewild
Verkozen
Voorgetrokken
Voorkeur gegeven aan
Voorkeurs-
que
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton estuviese(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
en cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
; peroDoch
Echter
Maar
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
en disposiciónAanleg
Bepaling
Beschikken
Beschikking
Bevelen
Disponeren
Geschiktheid
Gesteldheid
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
Wilsbeschikking
de
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
conDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
; y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton la recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
conDoor
Met
Per
Samen met
una deferenciaAffectie
Genegenheid
Goodwill
Welwillendheid

pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
habitualGewone
Gewoon
Gewoonlijk
Habitué
Stamgast
Trouwe bezoeker
en ellaHaar
Ze
Zij
, confió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde op que la conversaciónConversatie
Gesprek
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
discurrirBedenken
Bekokstoven
Uitdenken
Uitkienen
Verzinnen
por caucesBeddingen
Rivierbeddingen
Stroombedden
Stroombeddingen
pacíficosPacifisch
Pacifische
.
Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tardó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam tijd om creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
adivinarBeduiden
Doorzien
Gissen
Raden
Verwachten
Voorspellen
Voorzeggen
Waarzeggen
los pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton, y en comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan

por quéWaarom tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
ellaHaar
Ze
Zij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor
; la causaDe oorzaak eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la confidenciaConfidentie
Vertrouwelijke mededeling
Vertrouwen
que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit

de hacerleDoen
Laten
Maken
la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Fairfax, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
creía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat
Ik dacht dat
ellaHaar
Ze
Zij
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
en saberKennen
Smaken
Weten
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was

un secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
los demásDe anderen. Emma creyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
descubrirOntdekken
Uitvinden
Uitvorsen
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
indiciosAanduidingen
Aanwijzingen
Afdrukken
Sporen
Voetsporen
de estaDeze
Dit

suposiciónAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen
Veronderstelling
en la expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
. Y mientrasTerwijl prestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Ik leende
Ik leende uit
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
, y
aparentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed alsof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fingeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze simuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde voor
Ik deed alsof
Ik fingeerde
Ik gaf voor
Ik simuleerde
Ik veinsde
Ik wendde voor
escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
las respuestasAntwoorden
Bescheiden
Wederwoorden
Weerwoorden
de la buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
ancianaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que ellaHaar
Ze
Zij
, conDoor
Met
Per
Samen met
una especieAangelegenheid
Soort
de
ostentosoBezienswaardig
Bezienswaardige
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
misterioGeheim
Mysterie
Raadsel
, doblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseerde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verboog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde om
Ik boog
Ik boog door
Ik boog krom
Ik boog om
Ik kromde
Ik plooide
Ik synchroniseerde na
Ik verboog
Ik vouwde
Ik vouwde dubbel
Ik vouwde om
una cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
que alNaar de
Naar het
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
leyendoLezend en voz altaHardop
Luid
a la

Emma Jane AustenJane austen 270

señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Fairfax, y volvía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar
guardarlaBewaren
Het te bewaren
en el bolsoAktetas
Damestas
Geldbuidel
Handtas
Portemonnee
Zak
metálicoMetaal-
Metalen
pintadoAfgeschilderd
Beschilderd
Beschilderde
Geschilderd
Geverfd
Uitgeschilderd
de purpurina que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, mientrasTerwijl decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
conDoor
Met
Per
Samen met
significativosBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende
movimientosBewegingen
Drukten
Slagen
Zetten
de cabezaHoofd
Kop
Krop
:

-BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
terminaremosWij zullen beëindigen
Wij/we zullen aflopen
Wij/we zullen afmaken
Wij/we zullen afsluiten
Wij/we zullen besluiten
Wij/we zullen beëindigen
Wij/we zullen eindigen
Wij/we zullen uitmaken
Wij/we zullen voleindigen
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
díaDag
Etmaal
; a nosotrasOns
We
Wij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
faltaránZij/ze zullen absent zijn
Zij/ze zullen afwezig zijn
Zij/ze zullen ontbreken
Zij/ze zullen schelen
ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
; y en
realidadRealiteit
Werkelijkheid
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
teJe
Jou
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
leídoBelezen
Gelezen
loDe
Hem
Het
U
esencialEssentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Onmisbaar
Onmisbare
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
demostrarteAantonen
Adstrueren
Bewijzen
Laten zien
Staven
Uitwijzen
Waarmaken
que la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
S. acepta(Het) aanvaardt
Accepteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Neem aan!
Ontvang!

nuestrasOnze
Van ons
disculpasExcuses
Jij/je excuseert
Jij/je verontschuldigt
Jij/je verschoont
Verontschuldigingen
Verschoningen
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
quéWat
Welke
maravillosamente escribeComponeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Schep!
Schrijf neer!
Schrijf uit!
Schrijf!
... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
encantadoraBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke
! HubiesesJij/je had
Jij/je was
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
muy bienBest
Heel goed
Prima
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
... PeroDoch
Echter
Maar
, niEn niet
Evenmin
Noch
una palabraBewoording
Woord
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.
SeamosLaten we gebeuren
Laten we plaatshebben
Laten we plaatsvinden
Laten we zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
discretasBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige
... EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que se puedeMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
... ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¿RecuerdasJij/je herdenkt
Jij/je herinnert
Jij/je onthoudt
Jij/je weet nog
aquellosDie
Diegene
versosDichtregels
Rijmregels
Versregels
Verzen
?
En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me acuerdoIk denk terug
Ik herdenk
Ik herinner me
de quéWat
Welke
poemaDichtwerk
Gedicht
Vers
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
:

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
a una damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
se mentaEngelse munt
Kruizemunt
Munt
Pepermunt

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
lo demásHet overige noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
.

Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
, yoEgo
Ik
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
: cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se mentaEngelse munt
Kruizemunt
Munt
Pepermunt
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
a una damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
, sinoDoch
Echter
Maar
a... PeroDoch
Echter
Maar
... ¡chist! A
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
entendedor... Creo queIk denk dat hoyHeden
Vandaag
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor
, ¿verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
? PeroDoch
Echter
Maar
lo queDat wat
Wat
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

tranquilizarteBedaren
Gerust stellen
Kalmeren
Stillen
respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
S... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
que miMi
Mijn
mediaciónBemiddelen
Bemiddeling
Rijmen
Tussenkomst
la haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
apaciguadoBedaard
Gekalmeerd
Gerustgesteld
por
completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
.

Y, en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Emma se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
a volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
la cabezaHoofd
Kop
Krop
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contemplarBeschouwen
Koekeloeren
la laborArbeiden
Werk
Werken
que
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
en un cuchicheoFluisteren
Ik fluister
Ik smoes
Ik smoezel
:

-YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand
fijadoBepaald
Bevestigd
Gefixeerd
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld
Vastgezet
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
citadoAangehaald
Een toespeling gemaakt
Gealludeerd
Geciteerd
Genoemd
Genoemde
Gezinspeeld
Toegespeeld
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! PrudenteBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
y diplomáticaDiplomatie
Diplomatiek
Diplomatieke
Oorkondenleer

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un ministroBewindsman
Minister
de EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
. Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
muy bienBest
Heel goed
Prima
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
esasDie cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
.

A Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
cabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had toegang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel te beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel ten deel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was natuurlijk
Ik behoorde iemand toe
Ik bevatte
Ik had plaats
Ik had toegang
Ik kwam iemand toe
Ik liet toe
Ik nam aan
Ik omvatte
Ik ontving
Ik paste
Ik viel te beurt
Ik viel ten deel
Ik was mogelijk
Ik was natuurlijk
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
. AquelloDat
Die
Diegene
Zulks
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una ostentosaBezienswaardig
Bezienswaardige
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
exhibiciónBlootstellen
Etaleren
Exposeren
Show
Tentoonstellen
Tentoonstelling
Uitbrengen
Uitstallen
, repetidaDoorgenomen
Herhaald
Herhaaldelijk
Herhaaldelijke
Meerdere
Nagezegd
Nog eens gezegd

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la saciedad en todas lasAlle ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
posiblesBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
, de lo queDat wat
Wat
ellaHaar
Ze
Zij
creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
un secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
los
demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
que todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken
en buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
armoníaEendracht
Harmonie
Samenklank
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes
, acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij

del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Weston, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton se dirigíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich tot

inesperadamenteOnverwacht a ella:

-Haar
Ze
Zij
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse, que nuestraOns
Onze
Van ons
pícara amiguitaVriendinnetje se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
rehechoGerepareerd
Hersteld
Opnieuw gemaakt
Overgedaan
Overgemaakt
de un
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
prodigiosoWonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una curaciónBehandelen
Cureren
Genezen
Genezing
que haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
honorEer
Hulde
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer

Perry? -lanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend
una significativaBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de reojo aVan opzij Jane-. Ja
Jawel
Wel
Zich
, Ja
Jawel
Wel
Zich
, Perry haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
que se
repusieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
Ik antwoordde
Ik hernam
Ik herstelde
Ik sprak tegen
Ik verving
Ik voerde weder op
Ik zette weer op
 zijn plaats
en un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
increíblemente cortoIk breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
ustedGij
U
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
la
viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
, en los díasDagen
Etmalen
en queWaarin se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
!

Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que distrajoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrooide
la atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
de Emma, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
en un
susurroGefluister
Gemompel
Gemurmel
Geruis
Ik fluister
Ik lek uit
Ik mompel
Ik murmel
Ik ritsel
Ik ruis
:

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
diremosWij/we zullen opgeven
Wij/we zullen spreken
Wij/we zullen zeggen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de la ayudaDe hulp que hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
podidoGekund
Gemogen
prestar aLenen aan Perry; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
diremosWij/we zullen opgeven
Wij/we zullen spreken
Wij/we zullen zeggen

nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
de WindsorWindsor... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! Perry se llevaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overweg kunnen
Men zal dragen
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep
.

Y al cabo deNa
Na verloop van
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan
:

-MeMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
el placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
de volverla aHet weer verBekijken
Kijken
Zien
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit

la excursiónExcursie
Tocht
Toer
Trip
Uitstapje
a Box HillHills. ¡QuéWat
Welke
excursiónExcursie
Tocht
Toer
Trip
Uitstapje
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
! A pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en miMi
Mijn
opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze

faltaba(Het) ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
. Parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
como siAlsof... como siAlsof hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
malhumoradoSlecht gehumeurd... AlNaar de
Naar het

menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
esoDat
Die
Zulks
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
lo queDat wat
Wat
meMe
Mij
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
, peroDoch
Echter
Maar
pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht
muy bienBest
Heel goed
Prima
equivocarmeVergissen
Verwarren
Verwisselen
... Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, yoEgo
Ik

creo queIk denk dat salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
loDe
Hem
Het
U
suficientementeGenoeg
Voldoende
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tentarnosBekoren
In verzoeking brengen
Verleiden
Verlokken
Verzoeken
a repetirDoornemen
Herhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen
la salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
. ¿QuéWat
Welke
lesHen
Hun
U

parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
volvemos aWij/we gaan terug naar
Wij/we keren terug naar
Wij/we komen terug naar
reunirnosConcentreren
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Stapelen
Verenigen
Verzamelen
los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
y hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
excursiónExcursie
Tocht
Toer
Trip
Uitstapje
a Box HillHills, mientrasTerwijl
dureBeklijft u!
Blijft u aan!
Duurt u voort!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houdt u aan!
Houdt u stand!
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
? Tienen queZij/ze behoren
Zij/ze dienen
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
venirKomen
Meekomen
los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
, ¿ehHallo

Hé daar
Zeg
? ExactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe
los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
... sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

ningunaGeen enkel
Geen enkele
excepciónExceptie
Uitzonderen
Uitzondering
.

AlNaar de
Naar het
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
ratoPoos
Poosje
Tijdje
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
, y Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
por menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de sonreírGlimlachen alNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
la
perplejidadBenardheid
Hinder
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid
Verslagenheid
conDoor
Met
Per
Samen met
que respondió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf antwoord
suHaar
Hun
Uw
Zijn
saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut
, incertidumbreOnzekerheid debidaBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
supusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veronderstelde
, a que
dudabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelde
Ik dubde
Ik stond in dubio
Ik twijfelde
de lo queDat wat
Wat
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
y estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
impacienteDoet u het geduld
 verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
 verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
 verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig!
por decirloOpgeven
Spreken
Zeggen
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.

Emma Jane AustenJane austen 271

-MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere
graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse... EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
bondadGoedheid... YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je

expresarleBetuigen
Opperen
Uitdrukken
Uiten
Uitspreken
Verwoorden
... Ja
Jawel
Wel
Zich
, Ja
Jawel
Wel
Zich
, comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
... los proyectosBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Plannen
Projecten
de nuestraOns
Onze
Van ons
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
Jane...
BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, ríoIk lach
Rivier
Stroom
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
es queDat komt omdat
Want
quiera decirBedoelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelt
Ik bedoel
... PeroDoch
Echter
Maar
, se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen
de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
asombrosoVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
,
¿verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
? ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Woodhouse?... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
cuántoHoelang
Hoeveel
me alegroIk verheug me... Ja
Jawel
Wel
Zich
, leHaar
Hem
Het
U
aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en misMi's
Mijn
manosHanden... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!

Verloop!
Zie!
ustedGij
U
la pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
, que encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!

ustedGij
U
aquíAlhier
Hier
... Ja
Jawel
Wel
Zich
, Ja
Jawel
Wel
Zich
, desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
... ¡QuéWat
Welke
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
encantadorBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Duivelskunstenaar
Heksenmeester
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Tovenaar
Toveraar
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke
...! BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, quiero decirIk bedoel...
¡quéWat
Welke
amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
! Me refieroIk betref
Ik refereer
alNaar de
Naar het
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Perry... ¡TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
atentoAandachtig
Aandachtige
Attent
Attente
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Heus
Heuse
Hoffelijk
Hoffelijke
Ik pleeg een aanslag
 op
Ik rand aan
Ik vergrijp me aan
Oplettend
Oplettende
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conDoor
Met
Per
Samen met
Jane!

Y por suHaar
Hun
Uw
Zijn
efusividad, por susHaar
Hun
Uw
Zijn
extraordinariasBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon
manifestacionesBetogingen
Demonstraties
Manifestaties
de gratitudDankbaarheid y de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
, alNaar de
Naar het

verBekijken
Kijken
Zien
que la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton lesHen
Hun
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
visitadoAfgegaan
Bezocht
Opgezocht
, Emma dedujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abstraheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
que en la Vicaría se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand

mostradoGelaten zien
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond
un tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
resentidos por la decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing
de Jane, y que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
allanadoEffen gemaakt
Gepacificeerd
Gesloopt
Geëffend
Met de grond gelijk
 gemaakt
Onderworpen
los
obstáculosBelemmeringen. Y trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
unos cuantosEnige cuchicheos másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, de los queWie
Zij die
Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
enterarse deZich informeren over
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton, hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
en vozInspraak
Stem
Stemgeluid
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
Ja
Jawel
Wel
Zich
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!

Verloop!
Zie!
que aquíAlhier
Hier
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
, miMi
Mijn
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
; y haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
ratoPoos
Poosje
Tijdje
que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
venidoGekomen
Meegekomen
, que
antes que nadaAllereerst consideroIk beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
una explicaciónExplicatie
Opheldering
Rekenschap
Toelichting
Uitduiding
Uiteenzetting
Uitleg
Uitlegging
Verduidelijking
Verheldering
Verklaring
; peroDoch
Echter
Maar
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
es queDat komt omdat
Want
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit

esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
a miMi
Mijn
dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon
y señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
. MeMe
Mij
prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe
que vendríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meekomen
Ik zou komen
Ik zou meekomen
a buscarmeAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
, y aprovecharíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou baten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou benutten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebruik maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebruik maken
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou profiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou van nut
 zijn
Ik zou baten
Ik zou benutten
Ik zou gebruik maken
Ik zou gebruik maken
 van
Ik zou gebruiken
Ik zou helpen
Ik zou profiteren
Ik zou van nut
 zijn
la
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
saludarlas.

-Begroeten
Groeten
¿QuéWat
Welke
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
ustedGij
U
? ¿Que vamos aWij/we gaan naar tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
el gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
de recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
la visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op!
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Elton? EsoDat
Die
Zulks

Ja
Jawel
Wel
Zich
que se loDe
Hem
Het
U
agradeceremosWij/we zullen bedanken
Wij/we zullen bedanken voor
Wij/we zullen dank betuigen
Wij/we zullen dankbaar zijn
Wij/we zullen dankbaar zijn
 voor
Wij/we zullen danken
Wij/we zullen te danken
 hebben
... PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
yoEgo
Ik
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
que a los caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lesHen
Hun
U
gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

visitasBezoeken
Jij/je bezoekt
Jij/je gaat af
Jij/je zoekt op
Visites
por la mañanaMorgen
Ochtend
, y el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Elton estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ocupadoBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld
...

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
Ja
Jawel
Wel
Zich
, leHaar
Hem
Het
U
aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
, que loDe
Hem
Het
U
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
... En realidadRealiteit
Werkelijkheid
está ocupadoHeb druk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft druk
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

el díaDag
Etmaal
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la mañanaMorgen
Ochtend
a la nocheAvond
Nacht
... EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
incontableOntelbaar
Ontelbare
la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
que va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar verleBekijken
Kijken
Zien
por una razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
uOf
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
... MagistradosMagistraten
Rechters
, superintendentes, capilleres, todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
suHaar
Hun
Uw
Zijn
opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
. Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sepanKent u!
Smaakt u!
Weet u!
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
élHem
Hij
. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
que yoEgo
Ik
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
leHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
:
'FrancamenteEerlijk
Ronduit
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que teJe
Jou
molestenBelemmert u!
Ergert u!
Heeft u last van!
Hindert u!
Lijdt u aan!
Stoort u!
Valt u lastig!
Verstoort u!
Zij/ze belemmeren
Zij/ze ergeren
Zij/ze hebben last van
Zij/ze hinderen
Zij/ze lijden aan
Zij/ze storen
Zij/ze vallen lastig
Zij/ze verstoren
a tiJe
Jou
que a Me
Mij
; yoEgo
Ik
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
conDoor
Met
Per
Samen met
la mitadHelft de todosAller-
Ieders
estosDeze
Dezen

importunos yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weten
Ik zou kennen
Ik zou smaken
Ik zou weten
dóndeWaar
Waarheen
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
misMi's
Mijn
lápicesPotloden niEn niet
Evenmin
Noch
miMi
Mijn
pianoKlavier
Piano
...' AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
es queDat komt omdat
Want

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creo queIk denk dat las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
pudieranZij/ze konden
Zij/ze mochten
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
, de un
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
imperdonableOnvergeeflijk
Onvergeeflijke
, el dibujoDesign
Dessin
Ik beschrijf
Ik schets
Ik teken
Ik teken af
Ik teken uit
Ik trek
Ontwerp
Sketch
Tekening
Tekenkunst
y la músicaMuziek... MeMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
dos2
Do's
Twee
Tweede
semanasWeken que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

tocadoAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangezeten
Beroerd
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld
niEn niet
Evenmin
Noch
una notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
... Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar venirKomen
Meekomen
, se loDe
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
yoEgo
Ik
; Ja
Jawel
Wel
Zich
, Ja
Jawel
Wel
Zich
, élHem
Hij
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
de
saludarlasBegroeten
Groeten
a todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.

Y poniéndoseAandoend
Aantrekkend
Insmerend
Opdoend
Smerend
Wordend
Zich aankledend
Zich aanstellend
la manoDe hand junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen
que Emma oyeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
susHaar
Hun
Uw
Zijn
palabrasBewoordingen
Woorden
,
añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
:

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
darlesAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
la enhorabuenaCompliment
Plichtpleging
, ¿saben(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten
? ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, Ja
Jawel
Wel
Zich
! EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
indispensableOnmisbaar
Onmisbare
.

La señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
BatesJij/je houwt
Jij/je klapt
Jij/je klopt
Jij/je mept
Jij/je roert
Jij/je roert door
Jij/je roert om
Jij/je slaat
se esponjóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte luchtig de felicidadGeluk.

-MeMe
Mij
prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe
que vendríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meekomen
Ik zou komen
Ik zou meekomen
a buscarmeAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
terminaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik liep af
Ik maakte af
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik voleindigde
de hablarConverseren
Praten
Spreken
conDoor
Met
Per
Samen met

Knightley; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
élHem
Hij
y Knightley hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
tenido queBehoord
Gediend
Gehoord
Gemoeten
reunirseBijeenkomen
Lid worden
Samenkomen
Toetreden
Vergaderen
Zich aansluiten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
importantesBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
...
El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
EEn. esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el brazoArm derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
de Knightley.

Emma noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sonreídoGeglimlacht por nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
del mundoAardrijk
Wereld
, y se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
a decir:

-Opgeven
Spreken
Zeggen
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
ido aGegaan naar pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
a Donwell el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Elton? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
calor.

-Hitte
Smoorhitte
Warmte
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! La entrevistaBijeenkomst
Gegist
Gesprek
Half gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interviewt
Interview
Interview!
Interviewen
Meeting
Onderhoud
Onduidelijk gezien
Samenkomst
Vergadering
Vermoed
Vluchtig gezien
Vraaggesprek
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
en la Hostería de la CoronaHet kroonwiel, una de esasDie reunionesAansluitingen
Bijeenkomsten
Conferenties
Vergaderingen

periódicasPeriodiek
Periodieke
; tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
Weston y ColeFiltreert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Ik filtreer
Ik zeef
Zeeft u!
; peroDoch
Echter
Maar
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
vale la penaBen de moeite waard!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de moeite
 waard
hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen
los
que loDe
Hem
Het
U
dirigenZij/ze adresseren
Zij/ze besturen
Zij/ze chaufferen
Zij/ze dirigeren
Zij/ze mennen
Zij/ze richten
Zij/ze rijden
Zij/ze sturen
Zij/ze vervoeren
... EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
EEn. comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Knightley saben(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten
muy bienBest
Heel goed
Prima
loDe
Hem
Het
U

que se hacen.

-Doet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se equivocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een fout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit ernaast
ustedGij
U
de díaOverdag? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Emma-. YoEgo
Ik
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que la
reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen
de la CoronaHet kroonwiel noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se celebraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gehouden worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
mañanaMorgen
Ochtend
. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Knightley estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
en
Hartfield ayerGister
Gisteren
, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
el sábado.

-Sabbat
Zaterdag
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! SeguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
que la reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
hoyHeden
Vandaag
-fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
la bruscaBars
Barse
Bruusk
Bruuske
Honds
Hondse
Kortaangebonden
Nors
Norse
Nurks
Nurkse
Onaardig
Onaardige
Onverhoeds
Onverhoedse
Onvriendelijk
Onvriendelijke
Plotseling
Plotselinge
Stuurs
Stuurse
respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
que demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit
la

Emma Jane AustenJane austen 272

imposibilidad de que la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton cometieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Ik bedreef
Ik beging
Ik droeg op
Ik gebruikte
Ik pleegde
Ik vertrouwde toe
ningunaGeen enkel
Geen enkele
equivocaciónAbuis
Dwaling
Fout
Vergissen
Vergissing
Verwarren
Verwisselen
-. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
convencidaOvertuigd
Overtuigde

-siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
- de que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
conflictosConflicten en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el paísLand. En Maple Grove ni siquieraZelfs niet
sabíamosWij/we kenden
Wij/we smaakten
Wij/we wisten
lo queDat wat
Wat
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
esasDie cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
.

-Es queDat komt omdat
Want
suHaar
Hun
Uw
Zijn
parroquiaGemeente
Kerkbuurt
Kerkgemeente
Kerspel
Parochie
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Jane.

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
, esoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
nuncaNimmer
Nooit
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen
la cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag
.

-PeroDoch
Echter
Maar
se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
por loDe
Hem
Het
U
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la escuelaKunstrichting
Leerschool
School
, que segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
ustedGij
U
, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
dirigidaBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd
por suHaar
Hun
Uw
Zijn

hermanaZus
Zuster
y por la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Bragge; la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
escuelaKunstrichting
Leerschool
School
que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
, y que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
veinticinco25
Vijfentwintig

niños.

-Jongens
Kinderen
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡QuéWat
Welke
listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
! TienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
. ¡QuéWat
Welke
inteligenciaBegrip
Benul
Besef
Bevattingsvermogen
Intelligentie
Inzicht
Knapheid
Snuggerheid
Verstand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
despiertaGewekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
Maak wakker!
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
Wek op!
Wek!
Word wakker!
la tuyaOosterse levensboom
Thuja
Van jou
Westerse levensboom
! TeJe
Jou

digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
, Jane, que de las dos2
Do's
Twee
Tweede
saldríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er mee
 weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar buiten
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op weg
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegrijden
Ik zou afrijden
Ik zou buitengaan
Ik zou er mee
 weg komen
Ik zou naar buiten
 gaan
Ik zou op weg
 gaan
Ik zou opstappen
Ik zou starten
Ik zou tijgen
Ik zou uitgaan
Ik zou uitkomen
Ik zou uitlopen
Ik zou uitrijden
Ik zou uitstappen
Ik zou uitstijgen
Ik zou uittreden
Ik zou uitvaren
Ik zou verschijnen
Ik zou vertrekken
Ik zou weggaan
Ik zou wegrijden
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
perfectaIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
. ConDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
vivacidadKrasheid
Kwiekheid
Levendigheid
Opgewektheid
Rapheid
Tierigheid
Viefheid
Wakkerheid
y tuJe
Jouw
solidezStevigheid
Vastheid

lograríamosWij/we zouden behalen
Wij/we zouden bereiken
Wij/we zouden doorkomen
Wij/we zouden erin slagen
Wij/we zouden inhalen
Wij/we zouden klaarspelen
Wij/we zouden reiken tot
Wij/we zouden slagen
Wij/we zouden slagen in
Wij/we zouden slagen voor
la perfecciónPerfectie
Perfektie
Verbeteren
Vervolmaken
... Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
es queDat komt omdat
Want
yoEgo
Ik
me atreva aIk durf insinuarSuggestie wekken que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
personasMensen
Personages
Personen

que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
teJe
Jou
considerenBeschouwt u als!
Beschouwt u!
Gaat u na!
Houdt u rekening met!
Overweegt u!
Zij/ze beschouwen
Zij/ze beschouwen als
Zij/ze gaan na
Zij/ze houden rekening met
Zij/ze overwegen
perfectaIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
... PeroDoch
Echter
Maar
... ¡chist! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
añadamosLaten we aanbrengen
Laten we bijdoen
Laten we bijmengen
Laten we bijvoegen
Laten we toegeven
Laten we toevoegen
Wij/we brengen aan
Wij/we doen bij
Wij/we geven toe
Wij/we mengen bij
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe
niEn niet
Evenmin
Noch
una palabraBewoording
Woord
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.

PrudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
innecesariaOnnodig
Onnodige
; Jane estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
deseandoAmbiërend
Aspirerend
Begerend
Dingend naar
Hakend naar
Hunkerend
Najagend
Nastrevend
Smachtend
Smachtend naar
Snakkend naar
Strevend naar
Trek hebbend in
Verkiezend
Verlangend
Wensend
hablarConverseren
Praten
Spreken
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conDoor
Met
Per
Samen met
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Elton,
sinoDoch
Echter
Maar
conDoor
Met
Per
Samen met
la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
éstaDeze
Dit
veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
claramenteDuidelijk
Zonneklaar
; suHaar
Hun
Uw
Zijn
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
de prestarleLenen
Uitlenen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
, dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
lo queDat wat
Wat
permitíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde
Ik belette niet
Ik gedoogde
Ik liet toe
Ik permitteerde
Ik stond toe
Ik vergunde
Ik veroorloofde
la cortesíaBeleefdheid
Compliment
Hoffelijkheid
Plichtpleging
Welgemanierdheid
Wellevendheid
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
en la
mayoríaGros
Meerderheid
Merendeel
de las ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
manifestarseZich manifesteren másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que por medio deDoor
Met
Per
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
.

HizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
suHaar
Hun
Uw
Zijn
apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Elton. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
leHaar
Hem
Het
U
recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
característicaEigenaardig
Eigenaardige
Eigenaardigheid
Eigenschap
Karakteristiek
Karakteristieke
Kenmerk
Kenmerkend
Kenmerkende
Kenteken
y chispeante
vivacidad.

-Krasheid
Kwiekheid
Levendigheid
Opgewektheid
Rapheid
Tierigheid
Viefheid
Wakkerheid
¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bonito(Atlantische) boniet
Aardig
Aardige
Atlantische boniet
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Bonito
Bonito (vis)
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
! HacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
venirKomen
Meekomen
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
aquíAlhier
Hier
para queOpdat
Zodat
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
molestandoBelemmerend
Ergerend
Hinderend
Last hebbend van
Lastig vallend
Lijdend aan
Storend
Verstorend
a misMi's
Mijn
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
,
y Ge
Gij
Je
Jij
aparecesJij/je daagt op
Jij/je draaft op
Jij/je komt te voorschijn
Jij/je komt uit
Jij/je verschijnt
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
más tardeLater
Straks
de lo queDat wat
Wat
meMe
Mij
habíasJij had
Jij/je had
Jij/je was
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que vendríasJij/je zou komen
Jij/je zou meekomen
... ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
! EstásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
de tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
una esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
sumisaOnderworpen... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sabíasJij/je kende
Jij/je smaakte
Jij/je wist
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
movermeBewegen
Roeren
Verroeren
hasta queTot
Totdat

aparecieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen
miMi
Mijn
dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon
y señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
... Y aquíAlhier
Hier
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
una horaTijd
Uur
enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
ejemploExempel
Toonbeeld
Voorbeeld
a
estasDeze
Dezen
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
de auténticaAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk
obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
conyugalEchtelijk
Echtelijke
Huwelijks
Huwelijkse
... porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, quiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
, a lo mejorMisschien noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
van aZij/ze gaan naar
tardarAchterblijven
Dralen
Duren
Lang over iets doen
Lang wegblijven
Nablijven
Talmen
Treuzelen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
en tener queBehoren
Dienen
Horen
Moeten
practicarBeoefenen
Betrachten
Doen
In de praktijk brengen
Oefenen
Uitoefenen
estaDeze
Dit
virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
.

El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Elton estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
acaloradoDruk
Drukke
Enthousiast
Enthousiaste
Geestdriftig
Geestdriftige
Kras
Krasse
Kwiek
Kwieke
Levendig
Levendige
Opgewekt
Opgewekte
Rap
Rappe
Tierig
Tierige
Uitbundig
Uitbundige
Vief
Vieve
Wakker
Wakkere
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
que dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
la impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor
de que con élDaarmee suHaar
Hun
Uw
Zijn

esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
desperdiciandoVerspillend suHaar
Hun
Uw
Zijn
ingenio. Antes que nadaAllereerst tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
saludarBegroeten
Groeten
a las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder

señorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
; y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
loDe
Hem
Het
U
primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
que hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
lamentarseJammeren
Klagen
del calorHitte
Smoorhitte
Warmte
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
y de la
caminataVoettocht que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
inútilmente.

-CuandoAls
Tijdens
Wanneer
lleguéIk arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
a Donwell -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
- resultó(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
que Knightley noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
. ¡QuéWat
Welke
raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

puedoIk kan
Ik mag
explicármeloBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren
! Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la nota queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op dat
Merk op dat!
leHaar
Hem
Het
U
enviéIk deed toekomen
Ik expedieerde
Ik stuurde
Ik stuurde op
Ik stuurde uit
Ik stuurde weg
Ik verstuurde
Ik verzond
Ik zond
Ik zond af
Ik zond op
Ik zond weg
esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
, y de la respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
que
meMe
Mij
devolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hergaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heruitzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reproduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze retourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergold
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees terug
diciéndomeBij zichzelf zeggend
Gezegd wordend
Me noemend
Zeggend
que estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la una.

Donwell! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
suHaar
Hun
Uw
Zijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
-. MiMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
EEn., Ge
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
en Donwell;
querrás decirJij/je zal bedoelen la CoronaHet kroonwiel; debesDebetzijden
Debetzijdes
Jij/je behoort te
Jij/je bent schuldig
Jij/je bent verplicht om
 te
Jij/je bent verschuldigd
Jij/je dient
Jij/je hebt te danken
Jij/je hoort
Jij/je moet
Jij/je staat in de
 schuld
Moet je
de venirKomen
Meekomen
de la reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen
de la CoronaHet kroonwiel.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, esoDat
Die
Zulks
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
mañanaMorgen
Ochtend
; y precisamenteJuist
Net
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
verBekijken
Kijken
Zien
a Knightley hoyHeden
Vandaag
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hablarleConverseren
Praten
Spreken
de la
reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen
... ¡UfFoei! Esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
un calorEen warmte espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
... HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
andandoAfleggend
Deelnemend aan
Gaand
Lopend
Te voet
Te voet gaand
Voortgaand
Wandelend (snel)
Werkend
a campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak

en un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
- y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
calorHitte
Smoorhitte
Warmte
. ¡Y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
encontrarleAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden

en casaIn huis
Thuis
! LesHen
Hun
U
aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
enojadoBedroefd
Boos
Boze
Geërgerd
Giftig
Giftige
Kwaad
Kwade
Nijdig
Nijdige
Toornig
Toornige
Verstoord
Verstoorde
Vertoornd
Vertoornde
. Y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
ningunaGeen enkel
Geen enkele
disculpaExcuseer!
Excuus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Verontschuldig!
Verontschuldiging
Verschoning
Verschoon!
, niEn niet
Evenmin
Noch

una notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
. El ama de llavesHuishoudster meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que yoEgo
Ik
tuviera queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
venirKomen
Meekomen
... ¡QuéWat
Welke

extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
todo estoDit alles! Y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
dóndeWaar
Waarheen
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
' idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
. QuizásMisschien a Hartfield, quizásMisschien a Abbey
Mill, quizásMisschien a los bosquesBossen
Wouden
... SeñoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
Woodhouse, esoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
propioEigen de nuestroOns
Onze
Van ons
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind

Knightley... ¿UstedGij
U
se loDe
Hem
Het
U
explica(Hij) legt uit
Beduid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheldert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Leg uit!
Licht toe!
Maak duidelijk!
Verhelder!
Verklaar!
Zet uiteen!
?

Emma se divertíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze amuseerde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte zich buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeide zich
asegurandoAssurerend
Betuigend
Bevestigend
Vastmakend
Vastzettend
Veilig stellend
Verstevigend
Verzekerend
Zekerend
que realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame
, y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
ellaHaar
Ze
Zij
quienDie
Wie

intentaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
defenderleOpkomen voor
Verdedigen
Verweren
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->