TuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
la cobardíaLafheid de decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
gentilAanzienlijk
Aanzienlijke
Aardig
Aardige
Heidens
Heidense
Piekfijn
Piekfijne
Vlot
Vlotte
Voornaam
Voorname
Zwierig
Zwierige
y nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, peroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
loDe
Hem
Het
U

falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
y que suHaar
Hun
Uw
Zijn
franquezaOpenhartigheid iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
trenzadaGevlochten conDoor
Met
Per
Samen met
mentirasLeugens
Onwaarheden
. A medida queNaarmate me ibaIk ging af
Ik ging weg
Ik vertrok
Ik verwijderde me

contandoAftellend
Berekenend
Calculerend
Debiterend
Neertellend
Rekenend
Tellend
Uitrekenend
Verhalend
Vertellend
Voorlezend
aventurasAvonturen
Jij/je riskeert
Jij/je verspeelt
Jij/je waagt
Jij/je zet op het
 spel
Lotgevallen
Perikelen
Perikels
Wederwaardigheden
, yoEgo
Ik
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
conDoor
Met
Per
Samen met
espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik
en todo lo queHoeveel ook Swann habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ignoradoGenegeerd
Niet geweten
Occult
Occulte
, que
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
leHaar
Hem
Het
U
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
sufrir porLijden wegens haberBezitting
Hebben
Zijn
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sensibilidadGevoeligheid
Sensibiliteit
en aquelDat
Die
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
, un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
alNaar de
Naar het
que élHem
Hij

adivinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorspelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei voor
Ik beduidde
Ik doorzag
Ik giste
Ik raadde
Ik ried
Ik verwachtte
Ik voorspelde
Ik waarzegde
Ik zegde voor
Ik zei voor
con seguridadBetrouwbaar
Gewichtig
Veilig
Zeker
Zelfbewust
Zelfverzekerd
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por susHaar
Hun
Uw
Zijn
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
o a una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon

desconocidosOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
y que leHaar
Hem
Het
U
gustabanZij/ze behaagden
Zij/ze bevielen
Zij/ze hielden van
Zij/ze proefden
Zij/ze stonden aan
Zij/ze vonden leuk
Zij/ze zonnen
. En el fondoEigenlijk
Strikt genomen
, Odette hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
lo queDat wat
Wat

ellaHaar
Ze
Zij
creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
temasJij/je bent bang voor
Jij/je ducht
Jij/je schrikt terug voor
Jij/je schroomt
Jij/je vreest
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
de novelaRoman. Se engañabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduvelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde om de
 tuin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlakte
Ik bedotte
Ik bedroog
Ik beduvelde
Ik leidde om de
 tuin
Ik misleidde
Ik nam beet
Ik smokkelde
Ik verlakte
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
es queDat komt omdat
Want
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
contribuyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg bij
Ik droeg bij
en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y
abundantementeOvervloedig a las reservasJij zet apart
Jij/je bespreekt
Jij/je boekt
Jij/je houdt open
Jij/je houdt vrij
Jij/je reserveert
Jij/je tekent in
Jij/je zet weg
Reservaten
Reserveringen
de miMi
Mijn
imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
, peroDoch
Echter
Maar
de una maneraManier
Trant
Wijze
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
involuntariaGedwongen
Ongewenste
Onvrijwillig
Onvrijwillige
y
por un actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
emanadoGeëmaneerd
Uitgestraald
de Me
Mij
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
que sacabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Ik behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af
de ellaHaar
Ze
Zij
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
suHaar
Hun
Uw
Zijn
intervenciónDeelnemen
Ingrijpen
Interveniëren
Interventie
Tussenkomst
, las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

vidaHachje
Leven
.

Monsieur de Guermantes guardabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over
Ik behoedde
Ik bewaakte
Ik bewaarde
Ik borg op
Ik had de wacht
Ik hoedde
Ik lette op
Ik paste op
Ik waakte over
susHaar
Hun
Uw
Zijn
rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen
y truenosBoomligusters
Donders
Ligusters
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la duquesaHertogin, sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!

cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
frecuentaciones noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
madame de Forcheville de llamar la atenciónAandacht trekken
irritadaAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd
de monsieur de Guermantes. La duquesaHertogin eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige
. VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

que monsieur de Charlus, a quienDie
Wie
habléIk converseerde
Ik praatte
Ik sprak
una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
del asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
, asegurabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
Ik assureerde
Ik betuigde
Ik bevestigde
Ik maakte vast
Ik stelde veilig
Ik verstevigde
Ik verzekerde
Ik zette vast
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanoBroeder
Broer
Frater
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
en delinquir, que la leyendaLegende
Lezen
Volksoverlevering
de purezaMaagdelijkheid
Reinheid
Zuiverheid
de la duquesaHertogin estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
, en
realidadRealiteit
Werkelijkheid
, de un incalculableOnschatbaar
Onschatbare
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
de aventurasAvonturen
Jij/je riskeert
Jij/je verspeelt
Jij/je waagt
Jij/je zet op het
 spel
Lotgevallen
Perikelen
Perikels
Wederwaardigheden
hábilmenteBekwaam
Handig
disimuladasVerborgen. YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
hablarConverseren
Praten
Spreken
nuncaNimmer
Nooit
de estoDeze
Dit
. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
, madame de Guermantes eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
. En las mentesGeesten
Verstanden
imperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gold
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste als keizer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woedde
Ik gold
Ik heerste
Ik heerste als keizer
Ik woedde
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
irreprochable.
EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
estasDeze
Dezen
dos2
Do's
Twee
Tweede
ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
 omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
decidirBeslissen
Besluiten
Uitmaken
Zich voornemen
cuálWat
Welk
Welke
de ellasHen
Ze
Zij
se ajustaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste zich aan
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte zich
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, a esaDat
Die

verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
que casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
ignoranZij/ze negeren
Zij/ze weten niet
las tres3
Drie
cuartasKwarten partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de las personasMensen
Personages
Personen
. Desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
,
recordabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist nog
Ik herdacht
Ik herinnerde
Ik onthield
Ik wist nog
ciertasGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
azulesAzuren
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuren
y vagabundas de la duquesaHertogin de Guermantes en la naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig

de Combray, peroDoch
Echter
Maar
, por supuestoNatuurlijk
Uiteraard
Vanzelfsprekend
, aquellasDie
Diegene
miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
refutabanZij/ze ontzenuwden
Zij/ze weerlegden
verdaderamenteEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
ningunaGeen enkel
Geen enkele

de las dos2
Do's
Twee
Tweede
ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
 omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen
, y una y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
darlesAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
un sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
aceptableAannemelijk
Aannemelijke
Aanvaardbaar
Aanvaardbare
Acceptabel
Acceptabele
Geldig
Geldige
Ontvankelijk
Ontvankelijke
Schikkelijk
Schikkelijke
Waarschijnlijk
Waarschijnlijke
. En
miMi
Mijn
locuraWaanzin, niñoJongen
Kind
de Me
Mij
, las toméIk accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan
Tomé
un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
por miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
de amorAffectie
Liefde
Min
a Me
Mij
dirigidasBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd
. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens

comprendíIk begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que las miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
benévolasAardig
Aardige
Gewillig
Gewillige
Goedwillig
Goedwillige
Vriendelijk
Vriendelijke
Welgezind
Welgezinde
Welwillend
Welwillende
de una señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
feudal, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
las de
las vidrieras de iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
, a susHaar
Hun
Uw
Zijn
vasallosLeenmannen
Vazallen
. ¿HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
que creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que miMi
Mijn
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la
verdaderaEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
, y que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
más tardeLater
Straks
la duquesaHertogin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
nuncaNimmer
Nooit
de amorAffectie
Liefde
Min
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
temíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikte terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreesde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bang voor
Ik duchtte
Ik schrikte terug voor
Ik schrok terug voor
Ik schroomde
Ik vreesde
Ik was bang voor

comprometerseCompromitteren
Zich verbinden
conDoor
Met
Per
Samen met
un amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tíaTante y de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sobrinoNeef
Oomzegger
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que conDoor
Met
Per
Samen met
un niñoJongen
Kind
desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende

encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen
por casualidadToevalligheid en San Hilario de Combray?

La duquesaHertogin pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
por un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
de sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
consistenteDicht
Dichte
Stevig
Stevige

porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
compartidoGedeeld por Me
Mij
, peroDoch
Echter
Maar
alNaar de
Naar het
hacerleDoen
Laten
Maken
yoEgo
Ik
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen
sobre elOp de
Op het
provincianismo
de monsieur de Bréauté, alNaar de
Naar het
que en la épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
yoEgo
Ik
distinguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in de
 smiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte onderscheid tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaarde
Ik bespeurde
Ik kreeg in de
 smiezen
Ik kreeg in het
 oog
Ik maakte onderscheid tussen
Ik onderkende
Ik onderscheidde
Ik ontwaarde
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
de monsieur de Sagan o de
monsieur de Guermantes, volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
punto de vistaGezichtspunt
Standpunt
de mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de mundoAardrijk
Wereld
, es decirDat wil zeggen
Namelijk
, de vilipendiadora
de la mundanidad. MientrasTerwijl meMe
Mij
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
, la duquesaHertogin meMe
Mij
enseñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik bracht bij
Ik instrueerde
Ik leerde
Ik liet zien
Ik onderwees
Ik schoolde
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit
el hotelHotel.
En otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
salonesHuiskamers
Salons
Woonkamers
Zalen
más pequeñosKleiner habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
íntimosGezellig
Gezellige
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
que preferíanZij/ze deden liever
Zij/ze gaven de voorkeur
 aan
Zij/ze gaven voorkeur aan
Zij/ze prefereerden
Zij/ze trokken voor
Zij/ze verkozen
Zij/ze wilden liever
Zij/ze wouden liever
aislarseZich afzonderen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren

la músicaMuziek. En un saloncito ImperioImperium
Keizerrijk
Rijk
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
fracs negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
escuchabanZij/ze beluisterden
Zij/ze hoorden aan
Zij/ze hoorden toe
Zij/ze luisterden
Zij/ze luisterden toe
sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld

en un canapéCanapé
Stukje brood als aperitief
Voorgerecht
, se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
una psyché sostenidaBeweerd
Gedragen
Geruggensteund
Geschoord
Geschraagd
Onderhouden
Ondersteund
Verzekerd
por una minerva una chaise longe,
situadaGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd
en formaZodanig rectilíneaRechtlijnig
Rechtlijnige
peroDoch
Echter
Maar
curvadaGebogen
Gekromd
Kromgebogen
Verbogen
interiormenteVan binnen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una cunaBakermat
Geboorteplek
Wieg
, y dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat


77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

tendidaGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
posturaAandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedrag
Houding
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Pose
Stand
Standpunt
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
descuidadaAchteloos
Achteloze
Achtergesteld
Onachtzaam
Onachtzame
Verwaarloosd
Verzaakt
Zonder zorgen geweest
, que niEn niet
Evenmin
Noch
la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
de la duquesaHertogin leHaar
Hem
Het
U
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit

alterarVeranderen
Verontrusten
Verstoren
, contrastaba conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze contrasteerde met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak af tegen
Ik contrasteerde met
Ik stak af tegen
el maravillosoMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
esplendorPracht de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed
ImperioImperium
Keizerrijk
Rijk
en una sedaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdooft
Kalmeer!
Verdoof!
Zij
Zijde

nacarada junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
habríanZij/ze zouden hebben
Zij/ze zouden zijn
palidecidoBleek geworden los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
fucsiasBellenplanten
Fuchsia's
Fuchsiakleuren
y en cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
tejidoDoek
Geweven
Stof
Textiel
Weefsel
nácarHammossel
Paarlemoer
Parelmoer

parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
haberBezitting
Hebben
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
clavadasGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
insigniasBlazoenen
Insignes
Wapens
y floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
conservabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveerde
Ik behield
Ik besprak
Ik bewaarde
Ik boekte
Ik borg
Ik conserveerde
Ik hield open
Ik hield over
Ik hield vrij
Ik onderhield
Ik reserveerde
suHaar
Hun
Uw
Zijn

huellaAanstampen
Afdruk
Betreden
Betreed!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt onder de
 voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrapt
Loop onder de voet!
Spoor
Stamp aan!
Vertrap!
Vertrappen
Voetafdruk
Voetspoor
en huecoDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Gat
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holte
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Kuil
Opening
Put
Uitholling
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande
. SaludóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groette
a la duquesaHertogin inclinandoBuigend
Doend overhellen
Neigend
ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug
suHaar
Hun
Uw
Zijn
bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
cabezaHoofd
Kop
Krop
morenaBruin
Bruine
Donker
Gruiswal
Moeraal
Morene
Murene
.
AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
plenoCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige
díaDag
Etmaal
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
ordenadoBesteld
Bevolen
Gelast
Gesommeerd
Netjes
Opgeruimd
Opgeruimde
Verordend
Voorgeschreven
cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
los cortinones, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere

recogimientoBinnenhalen
Eenzaamheid
Ophalen
Oprapen
Rapen
Verlatenheid
Verzamelen
en la músicaMuziek, habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
encendidoAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontsteking
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
sobre unBovenop een
Op een
trípodeDriepoot
Drievoet
Stander
Statief
Treeft
, para queOpdat
Zodat
la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
torcieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijnde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verboog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwrong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrong
Ik sloeg af
Ik twijnde
Ik verboog
Ik verdraaide
Ik vertrok
Ik verwrong
Ik wrong
los piesPoten
Voeten
, una urnaStembus
Urn
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
irisabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze iriseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde de kleuren
 van de regenboog
Ik iriseerde
Ik vertoonde de kleuren
 van de regenboog
un débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
. En respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
a miMi
Mijn
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
,
la duquesaHertogin de Guermantes meMe
Mij
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
madame de Saint-Euverte. EntoncesDan
Dus
Toen
quiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou

saberKennen
Smaken
Weten
quéWat
Welke
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
aquellaDat
Die
Diegene
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de la madame de Saint-Euverte que yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
.
Madame de Guermantes meMe
Mij
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de un sobrinoNeef
Oomzegger
nietoKleinzoon, parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
soportarVerdragen la
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de que pertenecía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
La Rochefoucauld, peroDoch
Echter
Maar
negóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loochende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkende
que ellaHaar
Ze
Zij
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
personasMensen
Personages
Personen
de la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
Saint-Euverte. LeHaar
Hem
Het
U
recordéIk herdacht
Ik herinnerde
Ik onthield
Ik wist nog
la veladaGesluierd
Gewaakt
Omsluierd
(de la queDat
Die
Wie
Zij die
, a decirOpgeven
Spreken
Zeggen

verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
de oídasGehoord
Vernomen
Verstaan
tuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
) dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
, princesaPrinses de Laumes, encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
a Swann.
Madame de Guermantes afirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
que nuncaNimmer
Nooit
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
en aquellaDat
Die
Diegene
veladaGesluierd
Gewaakt
Omsluierd
. La duquesaHertogin habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
mentirosa y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
loDe
Hem
Het
U
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
. Madame de Saint-Euverte eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

ellaHaar
Ze
Zij
un salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
-por lo demásOverigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
venidoGekomen
Meegekomen
a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
conDoor
Met
Per
Samen met
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
- del que leHaar
Hem
Het
U
gustabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Ik behaagde
Ik beviel
Ik hield van
Ik proefde
Ik stond aan
Ik vond leuk
Ik zon

renegarVerloochenen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
insistíIk drong aan
Ik volhardde
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, alNaar de
Naar het
que pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
ustedGij
U
entreverGissen
Half zien
Onduidelijk zien
Vermoeden
Vluchtig zien
en miMi
Mijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
inteligenteBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
alNaar de
Naar het
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
de esaDat
Die

señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de quienWiens ustedGij
U
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
y conDoor
Met
Per
Samen met
la queDat
Die
Wie
Zij die
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me relacionabaIk aanbelangde
Ik betrof
Ik ging aan
Ik verhield me
Ik verkeerde
.

-PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
.

-Se loDe
Hem
Het
U
figuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde voor
ustedGij
U
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
separadosAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald
, peroDoch
Echter
Maar
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
que ellaHaar
Ze
Zij
.

AcabéIk besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
por comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
que un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische
, altísimoAllerhoogste, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
gordoDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
, conDoor
Met
Per
Samen met
el peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil

enteramenteFinaal
Geheel
Heel
Helemaal
Totaal
Volkomen
Volledig
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
, alNaar de
Naar het
que yoEgo
Ik
encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Ik bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
más o menosMeer of minder
Ongeveer
en todas partesAlom
Allerwegen
Overal
Wijd en zijd
y cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

supeIk kende
Ik smaakte
Ik wist
nuncaNimmer
Nooit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
de madame de Saint-Euverte. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
el añoJaar anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
. En
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
a la sobrinaNicht ignoroIk negeer
Ik weet niet
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la causaDe oorzaak de que escucharaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
Ik beluisterde
Ik hoorde aan
Ik hoorde toe
Ik luisterde
Ik luisterde toe
la músicaMuziek en aquellaDat
Die
Diegene
posturaAandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedrag
Houding
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Pose
Stand
Standpunt
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

moverseBewegen
Zich bewegen
Zich verroeren
por nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte
de estómagoMaag, de los nerviosNerven
Ribbels
Ribben
Zenuwen
, una flebitisAderontsteking
Aderontstekingen
, un partoBaren
Bevallen
Bevalling
Ik breek af
Ik deel
Ik ga op weg
Ik ga weg
Ik splits
Ik splits op
Ik stap op
Ik start
Ik tijg
Ik verdeel
Ik vertrek
Kraam
Teweegbrengen
Verlossing
Voortbrengen

próximoAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
, recienteFris
Frisse
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Recent
Vers
Verse
o fracasadoMislukt. LoDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke
es queDat komt omdat
Want
, orgullosaFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
bellasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
sedasJij/je bedaart
Jij/je kalmeert
Jij/je verdooft
Zijden
Zijdes

rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood
, pensaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
chaise longe el efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
de una madame Récamier. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond

cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que provocabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tartte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tartte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Ik braakte uit
Ik daagde uit
Ik gaf over
Ik kotste
Ik lokte uit
Ik provoceerde
Ik tartte
Ik tartte uit
Ik tergde
Ik veroorzaakte
en Me
Mij
una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
expansiónExpansie
Uitbreiding
Uitzetting
de aquelDat
Die
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
Saint-Euverte, que,
conDoor
Met
Per
Samen met
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
intervaloAd interim
Interval
Tussenpoos
Tussenruimte
Tussentijd
, marcabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruiste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze markeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Ik brandmerkte
Ik draaide
Ik duidde aan
Ik gaf aan
Ik gaf een teken
Ik kenmerkte
Ik kruiste aan
Ik markeerde
Ik merkte
Ik tekende
la distanciaAfstand
Eind
End
y la continuidadContinuïteit
Onafgebrokenheid
del TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
. El TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

lo queDat wat
Wat
ellaHaar
Ze
Zij
mecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiegde
Ik wiegde
en aquellaDat
Die
Diegene
cunaBakermat
Geboorteplek
Wieg
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
florecíanZij/ze bloeiden
Zij/ze floreerden
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de Saint-Euverte y el estiloStijl
Trant
Wijze

ImperioImperium
Keizerrijk
Rijk
en sedasJij/je bedaart
Jij/je kalmeert
Jij/je verdooft
Zijden
Zijdes
de fucsiasBellenplanten
Fuchsia's
Fuchsiakleuren
rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood
. Madame de Guermantes declaróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
odiadoGehaat
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
eseDat
Die
estilo ImperioEmpire; quería decirHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelde
Ik bedoelde
que loDe
Hem
Het
U
detestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afschuw
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een weerzin
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeide
Ik haatte
Ik had een afschuw
 van
Ik had een weerzin
 tegen
Ik verafschuwde
Ik verfoeide
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort

la modaMode
Modus
Wijs
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
conDoor
Met
Per
Samen met
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
retrasoAchterlopen
Achteruitgaan
Ik ga achteruit
Ik stel uit
Oponthoud
Opschorting
Uitstel
Uitstellen
Verdaging
Verlating
Verlet
Vertraging
. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
complicarCompliceren
Ingewikkeld maken
la cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
hablando deBehandelend
Bepratend
Besprekend
Discuterend
Van gedachten wisselend
DavidDavid, alNaar de
Naar het
que
conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
, de muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend
a Ingres el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
aburridoSaai
Verveeld
Vervelend
Vervelende
de los tópicosPlaatselijk
Plaatselijke
, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
,
repentinamente, el más sabrosoSmakelijker de los maestrosGrootmeesters
Instructeurs
Leraars
Leraren
Maestro's
Meesters
Onderwijzers
del arteKunst nuevoNieuw
Nieuwe
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
detestarEen afschuw hebben van
Een weerzin hebben tegen
Haten
Verafschuwen
Verfoeien
a Delacroix.
PocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
importanZij/ze bedragen
Zij/ze belopen
Zij/ze doen ter zake
Zij/ze importeren
Zij/ze maken uit
Zij/ze voeren in
Zij/ze zijn erg
Zij/ze zijn van belang
los gradosGraden
Rangen
Standen
Trappen
que la llevaronZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden
de aquelDat
Die
cultoBeschaafd
Beschaafde
Cult
Cultus
Dienst
Eredienst
Geleerd
Geleerde
Godsdienstoefening
Kerkdienst
Knap
Knappe
Ontwikkeld
Ontwikkelde
Verering
Verheerlijken
Verheerlijking
Welgemanierd
Welgemanierde
Welopgevoed
Welopgevoede
Wellevend
Wellevende
a la reprobaciónAfkeuren
Afkeuring
Beknorren
Berispen
Gispen
Laken
Terechtwijzen
Verwerpen
Verwerping
Verwijten
Wraken
Wraking
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

maticesJij/je nuanceert
Jij/je schakeert
Jij/je tint
Nuancen
Nuanceringen
Nuances
Schakeringen
Tinten
del gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
que el crítico de arteKunstcriticus reflejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaatst terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reflecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerkaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerspiegelt
Kaats terug!
Reflecteer!
Spiegel!
Weerkaats!
Weerspiegel!
diez10
Tien
añosJaren antes deAlvorens te
Voor
la conversaciónConversatie
Gesprek
de las
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
superioresBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
criticarBedillen
Bekritiseren
Beoordelen
Haarkloven
Het lastig maken
Keuren
Kritiseren
Muggenziften
Vitten
el estilo ImperioEmpire se disculpóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigde zich de habermeBezitting
Hebben
Zijn
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken

de una genteLieden
Lui
Mensen
Volk
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
insignificanteAlledaags
Alledaagse
Onbeduidend
Onbeduidende
Onnozel
Onnozele
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los Saint-Euverte y de simplezas comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant

provincianoProvinciaal de Bréauté, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
de pensarDenken por quéWaarom me interesabaIk interesseerde me aquelloDat
Die
Diegene
Zulks

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
madame de Saint-Euverte-La Rochefoucauld, buscandoAfhalend
Gaand halen
Halend
Ophalend
Opzoekend
Snorrend
Uitkijkend
Uitziend
Zoekend
el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

estómagoMaag o un efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
ingresco, de sospecharVerdenken
Vermoeden
que me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
encantadoAangenaam
Afgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Graag
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide
suHaar
Hun
Uw
Zijn
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
, el de suHaar
Hun
Uw
Zijn

maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
gloriosoGlorieus
Glorieuze
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
, y que yoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
atribuíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef toe
Ik dichtte toe
Ik kende toe
Ik rekende aan
Ik schreef toe
, en aquellaDat
Die
Diegene
estanciaGrote boerderij
Oponthoud
Verblijf

llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de atributosAttributen, la funciónAmbt
Baan
Betrekking
Functie
Funktie
Plaats
Werkkring
de acunarWiegen el TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
.

77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

-PeroDoch
Echter
Maar
¿por quéWaarom leHaar
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
hablado deBehandeld
Bepraat
Besproken
Gediscuteerd
Van gedachten gewisseld
esasDie tonteríasDomheden
Gekheden
, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
interesarleBelang inboezemen
Interesseren
? -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
la
duquesaHertogin. Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
estaDeze
Dit
fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede
a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
oírlaHoren
Vernemen
Verstaan
. PeroDoch
Echter
Maar
un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
(que meMe
Mij
interesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemde belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseerde

despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
por un nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
familiarBloedverwant
Eenvoudig
Eenvoudige
Familiaar
Familiare
Familie-
Familielid
Gemeen
Gemeenzaam
Gemeenzame
Gemene
Gemoedelijk
Gemoedelijke
Huiselijk
Huiselijke
Vertrouwd
Vertrouwde
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
Verwant
Zonder plichtplegingen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que el de
SaintEuverte) se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
conDoor
Met
Per
Samen met
gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
exasperadoHevig geïrriteerd
Zenuwslopend geweest
y se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
conDoor
Met
Per
Samen met
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

recogimientoBinnenhalen
Eenzaamheid
Ophalen
Oprapen
Rapen
Verlatenheid
Verzamelen
. Estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
tocandoAankomend
Aanrakend
Aanroerend
Aanzittend
Beroerend
Gaand
Kleppend
Klinkend
Overgaand
Rakend
Slaand
Spelend
Toucherend
Uitvoerend
Voorspelend
la SonataSonate de Kreutzer, peroDoch
Echter
Maar
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
equivocadoIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Vergist
Verkeerd
Verkeerde
Verward
Verwisseld

en el programaBeginselverklaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze programmeert
Plan!
Programma
Programmeer!
, creía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat
Ik dacht dat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje
de Ravel que leHaar
Hem
Het
U
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
de Palestrina, peroDoch
Echter
Maar
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
de entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan
. En suHaar
Hun
Uw
Zijn
bruscoBars
Barse
Bruusk
Bruuske
Honds
Hondse
Kortaangebonden
Muizendoorn
Nors
Norse
Nurks
Nurkse
Onaardig
Onaardige
Onverhoeds
Onverhoedse
Onvriendelijk
Onvriendelijke
Plotseling
Plotselinge
Stekelige muizendoorn
Stuurs
Stuurse
movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

cambiar deWisselen van sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
tropezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze struikelde, por la semioscuridad, conDoor
Met
Per
Samen met
un bargueño, y estoDeze
Dit
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
moverBewegen
Roeren
Verroeren
la
cabezaHoofd
Kop
Krop
a muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
personasMensen
Personages
Personen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
las queWie
Zij die
aquelDat
Die
ejercicioBeoefening
Boekjaar
Drillen
Oefenen
Oefening
Uitoefenen
Uitoefening
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
de mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
suspendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nee tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nee tegen
Ik onderbrak
Ik sloeg af
Ik verwierp
Ik wees af
Ik weigerde
Ik wraakte
Ik zegde nee tegen
Ik zei nee tegen

un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
el suplicioBezoeking
Kwelling
de escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
'religiosamente' la SonataSonate de Kreutzer. Y
madame de Guermantes y yoEgo
Ik
, causantesOorzaken de aquelDat
Die
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
escándaloAanstoot
Ergernis
Schandaal
Verontwaardiging
, nos apresuramosWij/we haasten ons
Wij/we haastten ons
Wij/we maakten haast
Wij/we maakten spoed
Wij/we maakten voort
Wij/we maken haast
Wij/we maken spoed
Wij/we maken voort
Wij/we spoedden ons
Wij/we spoeden ons
a
cambiar deWisselen van salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
esasDie naderíasOnbenulligheden puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
interesarBelang inboezemen
Interesseren
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
méritoVerdienste? EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
un
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
leHaar
Hem
Het
U
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende
hablarConverseren
Praten
Spreken
conDoor
Met
Per
Samen met
Gilberta de Saint-Loup. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
dignaWaardig
Waardige
de
ustedGij
U
. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
esaDat
Die
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
niEn niet
Evenmin
Noch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
niEn niet
Evenmin
Noch
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, ni siquieraZelfs niet esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

artificialArtificieel
Artificiële
Gemaakt
Gemaakte
Kunstmatig
Kunstmatige
y loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
burguésBourgeois
Burcht-
Burger
Burgerlijk
Burgerlijke
Burgerman
que conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
-puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
la duquesaHertogin, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren
de la
Intelectualidad, mezclabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze temperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarde
Ik mengde
Ik mixte
Ik temperde
Ik vermengde
Ik verwarde
prejuiciosPrejudicies
Vooringenomenheden
Vooroordelen
de aristócrataAristocraat-. AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, ¿debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
 schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
 hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
 schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
 hebben
Ik zou verplicht zijn
 om te
Ik zou verschuldigd zijn
ustedGij
U
venirKomen
Meekomen
a casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
 echt
Panden
Tehuizen

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
éstaDeze
Dit
? TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
hoyHeden
Vandaag
loDe
Hem
Het
U
comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
eseDat
Die
recitalRecital
Voordracht
de RaquelRachel, que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

interesarleBelang inboezemen
Interesseren
. PeroDoch
Echter
Maar
por belloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
que el recitalRecital
Voordracht
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
, RaquelRachel noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
públicoAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke
. LeHaar
Hem
Het
U

invitaré aIk zal trakteren op almorzarHet middagmaal gebruiken
Lunchen
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
con ellaDaarmee. EntoncesDan
Dus
Toen
veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien
ustedGij
U
quéWat
Welke
personaMens
Personage
Persoon
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
. PeroDoch
Echter
Maar
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
cien100
Honderd
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten

superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
a todo lo queHoeveel ook hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
aquíAlhier
Hier
. Y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
del almuerzoIk gebruik het middagmaal
Ik lunch
Lunch
Lunchen
leHaar
Hem
Het
U
recitaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opzeggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reciteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voordragen
Verlaine. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien

usted59. PeroDoch
Echter
Maar
a estosDeze
Dezen
batiburrillos comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hoyHeden
Vandaag
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
ustedGij
U
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
. A menos queTenzij seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

estudiarBestuderen
Instuderen
Leren
School gaan
Studeren
Studie maken van
... -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
conDoor
Met
Per
Samen met
un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
de dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
, de desconfianzaArgwaan
Wantrouwen
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
aventurarOp het spel zetten
Riskeren
Verspelen
Wagen
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe
en quéWat
Welke
consistíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gegrond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het gevolg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was opgesloten
Ik berustte
Ik bestond
Ik steunde
Ik was gegrond
Ik was het gevolg
Ik was opgesloten
el géneroGenre
Genrestuk
Geslacht
Handelswaar
Klasse
Stijl
Waar
Woordgeslacht
de operacionesBewerkingen
Ingrepen
Operaties
improbablesOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
a que
se refería.

-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrof
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
ustedGij
U
-dije aIk zegde tegen
Ik zei tegen
la duquesaHertogin- que será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
penosoSmartelijk
Smartelijke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
madame de Saint-Loup oírHoren
Vernemen
Verstaan
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de hacerloDoen
Laten
Maken
, a la antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
?

ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag
formarseAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen
en el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
de madame de Guermantes esaDat
Die
barra oblicuaDuitse komma
Forward slash
Schrap
Schuine streep
Slash
que, conDoor
Met
Per
Samen met

razonamientosArgumenten
Bewijsgronden
, enlaza lo queDat wat
Wat
se acabaHet raakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
de oírHoren
Vernemen
Verstaan
conDoor
Met
Per
Samen met
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
agradablesAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
.
RazonamientosArgumenten
Bewijsgronden
inexpresados, verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, peroDoch
Echter
Maar
todas lasAlle cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
gravesBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Jij/je slaat aan
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
que decimosWij zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

recibenZij/ze accepteren
Zij/ze begroeten
Zij/ze genieten
Zij/ze krijgen
Zij/ze nemen aan
Zij/ze ontvangen
Zij/ze toucheren
jamásNimmer
Nooit
respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
verbalVerbaal
Verbale
niEn niet
Evenmin
Noch
escritaGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
los tontosDom
Domme
Domoren
requieren(Zij) vereisen
Zij/ze betekenen
Zij/ze halen over
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze maken nodig
Zij/ze manen aan
Zij/ze onderzoeken
Zij/ze overreden
Zij/ze vereisen
en vanoTevergeefs diez10
Tien
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten

seguidasAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
una respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
a una cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
la torpezaGrofheid
Logheid
Onhandigheid
Plompheid
Zwaarheid
de escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
y que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una
coladura; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
a esasDie cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se contestaAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Verantwoord!
nuncaNimmer
Nooit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que conDoor
Met
Per
Samen met
actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
, peroDoch
Echter
Maar
la comunicanteZij/ze berichten
Zij/ze brengen over
Zij/ze brengen uit
Zij/ze communiceren
Zij/ze delen mede
Zij/ze delen mee
Zij/ze sluiten aan
Zij/ze verbinden
Zij/ze zeggen voort

a la queDat
Die
Wie
Zij die
creemosLaten we creëren
Laten we maken
Laten we oprichten
Laten we scheppen
Wij/we creëren
Wij/we denken
Wij/we geloven
Wij/we houden voor
Wij/we maken
Wij/we menen
Wij/we richten op
Wij/we scheppen
impuntual nos(Aan) ons
Ons
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
monsieur cuandoAls
Tijdens
Wanneer
nos(Aan) ons
Ons
encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
, en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de
llamarnosAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
por nuestroOns
Onze
Van ons
nombre de pilaVoornaam. MiMi
Mijn
alusiónAlluderen
Toespelen
Toespeling
Zinspelen
alNaar de
Naar het
enredoIk betrek
Ik verstrik
Ik verwar
Ik verwikkel
Peen
Wilde peen
Wortel
de Saint-Loup conDoor
Met
Per
Samen met
RaquelRachel noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
desagradarAanstoot geven
Choqueren
Kwetsen
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
un segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
a madame de Guermantes recordándole
que yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
de RobertoRobrecht y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
suHaar
Hun
Uw
Zijn
confidenteVertrouweling sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los disgustosSmarten
que leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
producidoAangedaan
Aangericht
Afgeworpen
Berokkend
Gesticht
Opgebracht
Opgeleverd
Teweeggebracht
Veroorzaakt
Voortgebracht
a RaquelRachel suHaar
Hun
Uw
Zijn
veladaGesluierd
Gewaakt
Omsluierd
en casa deAan
Bij
Ten huize van
la duquesaHertogin. PeroDoch
Echter
Maar
éstaDeze
Dit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
persistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voet bij
 stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette door
en
susHaar
Hun
Uw
Zijn
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
, la barraDe stang tempestuosa se borróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervaagde y madame de Guermantes contestó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf antwoord
miMi
Mijn

preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
madame de Saint-Loup:

59 MeMe
Mij
ponderó, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
, aquellasDie
Diegene
sobremesas dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
X y Z. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
a eseDat
Die

conceptoBegrip
Concept
Denkbeeld
Gedachte
Idee
Mening
Oordeel
Opzicht
Spreuk
Vernuftig
Vernuftige
de las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
de 'salonesHuiskamers
Salons
Woonkamers
Zalen
' que despreciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een hekel
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadde
Ik had een hekel
 aan
Ik minachtte
Ik verachtte
Ik versmaadde
antañoEertijds
Voorheen
Vroeger
(aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
loDe
Hem
Het
U
negaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loochende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkende
Ik loochende
Ik ontkende
) y cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
granGroot
Grote

superioridadMeerderheid
Overhand
Overmacht
Overwicht
Superioriteit
, el signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk
de elecciónKeur
Keus
Keuze
Kiezen
Optie
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
Verkiezing
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
ellaHaar
Ze
Zij
, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
'a todos losAlle hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
'. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei

que estaDeze
Dit
o la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
granGroot
Grote
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de 'salonesHuiskamers
Salons
Woonkamers
Zalen
' noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
, de madame Howland, la duquesaHertogin
se echaba a reírHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon te lachen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot in de
 lach
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
miMi
Mijn
ingenuidadNaïveteit
Naïviteit
Onnozelheid
: 'NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature
, la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
a todos losAlle hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y éstaDeze
Dit

intentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
atraerlosAanhalen
Aanlokken
Aantrekken
Bekoren
Lokken
Toelachen
Trekken
Verlekkeren
'. [La ediciónDruk
Oplaag
Uitgave
de La Pléiade aíslaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze isoleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet alleen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Isoleer!
Zet alleen!
Zonder af!
a pieLopend
Te voet
de páginaBladzijde
Pagina
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pasajeOvergang, advirtiendoBemerkend
Merkend
Opmerkend
Waarnemend
Waarschuwend
que en el lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel

señaladoAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Gelaten zien
Gesignaleerd
Getoond
Gewezen
Opgemerkt
Opmerkzaam gemaakt
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond
por Proust rompeBreek af!
Breek door!
Breek stuk!
Breek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Maak kapot!
Schend!
Verbreek!
la continuidadContinuïteit
Onafgebrokenheid
. (N. de la T.)]

77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

-LeHaar
Hem
Het
U
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
, creo queIk denk dat le importa(Hij) vindt van belang pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
Gilberta noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
amóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
nuncaNimmer
Nooit
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
personilla. LeHaar
Hem
Het
U
gustóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
, el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
, serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
miMi
Mijn
sobrinaNicht, salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
fangoSlib,
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que en volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
élHem
Hij
. LeHaar
Hem
Het
U
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
que me dabaIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet

por el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
RobertoRobrecht, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un águilaAdelaar
Arend
, se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
muy bienBest
Heel goed
Prima
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
, y de
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hay queMen moet decirloOpgeven
Spreken
Zeggen
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
sobrinaNicht, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

pruebasAdstructies
Bewijzen
Jij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
 proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
Onderzoeken
Tekenen
Tekens
Testen
Tests
Toetsen
positivasConstructief
Constructieve
Positief
Positieve
de que leHaar
Hem
Het
U
engañaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduvelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde om de
 tuin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlakte
Ik bedotte
Ik bedroog
Ik beduvelde
Ik leidde om de
 tuin
Ik misleidde
Ik nam beet
Ik smokkelde
Ik verlakte
, peroDoch
Echter
Maar
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
un montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep
de historiasGeschiedenissen
Histories
Historiën
Verhalen
. LeHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que Ja
Jawel
Wel
Zich
,
que loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
, que RobertoRobrecht quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
batirseKampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten
conDoor
Met
Per
Samen met
un oficialAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officier
Officiële
de Méséglise. PeroDoch
Echter
Maar
fue porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
todo estoDit alles
por lo queDat wat
Wat
se enroló RobertoRobrecht, la guerraKrijg
Oorlog
leHaar
Hem
Het
U
pareceríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er uitzien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er uitzien
 als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou het uiterlijk
 hebben van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou staan tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toeschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorkomen
Ik zou er uitzien
Ik zou er uitzien
 als
Ik zou het uiterlijk
 hebben van
Ik zou lijken
Ik zou overkomen
Ik zou schijnen
Ik zou staan tegenover
Ik zou toeschijnen
Ik zou vinden
Ik zou voorkomen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una liberaciónBevrijding
Ontheffing
Verlossing
Vrijlating
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
de
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
que leHaar
Hem
Het
U
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
lo queDat wat
Wat
piensoIk denk, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
es queDat komt omdat
Want
leHaar
Hem
Het
U
mataronZij/ze brachten om
Zij/ze doodden
Zij/ze maakten dood
Zij/ze slachtten
Zij/ze slachtten af
, es queDat komt omdat
Want
se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
.
EllaHaar
Ze
Zij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
meMe
Mij
asombróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwonderde
por un raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame
cinismoCynisme en la ostentaciónParaderen
Praalzucht
Pralen
Prijken
Pronken
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

indiferenciaOnverschilligheid, y meMe
Mij
disgustóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergerde
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
yoEgo
Ik
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
alNaar de
Naar het
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
RobertoRobrecht. A ustedGij
U
leHaar
Hem
Het
U

extrañaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmerking maken
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bannen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevreemden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van de
 deur houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbannen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbazen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vreemd vinden
quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
meMe
Mij
conocen(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze leren kennen
Zij/ze maken kennis
Zij/ze weten
Zij/ze zijn bekend met
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, peroDoch
Echter
Maar
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
piensoIk denk a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
en élDaaraan
Erin
: yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
olvidoIk leer af
Ik vergeet
Ik verleer
Vergetelheid

a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
. NuncaNimmer
Nooit
meMe
Mij
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, peroDoch
Echter
Maar
comprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
muy bienBest
Heel goed
Prima
que yoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
adivinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorspelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei voor
Ik beduidde
Ik doorzag
Ik giste
Ik raadde
Ik ried
Ik verwachtte
Ik voorspelde
Ik waarzegde
Ik zegde voor
Ik zei voor
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.
VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, si hubieraIndien men ze heeft queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
, por pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
que fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
, a suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
soportarVerdragen
conDoor
Met
Per
Samen met
esaDat
Die
tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
que la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de la queDat
Die
Wie
Zij die
RobertoRobrecht estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele

añosJaren perdidamente enamoradoHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde
?; puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
decirseBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen
que siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
la seguridadDe veiligheid de
que esoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
nuncaNimmer
Nooit
, ni siquieraZelfs niet duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la guerraKrijg
Oorlog
. ¡PeroDoch
Echter
Maar
se leHaar
Hem
Het
U
echaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aan het
 lot overlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aandeel hebben
 in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aankondigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beginnen handel
 te drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bekend maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buiten de
 deur zetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een partijtje
 spelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erop gooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inschenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou keilen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou optreden in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou storten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou strooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tanken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toevoegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitspelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vastmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wedden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wedijveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegjagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou werpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen
Ik zou aan het
 lot overlaten
Ik zou aandeel hebben
 in
Ik zou aankondigen
Ik zou beginnen handel
 te drijven met
Ik zou bekend maken
Ik zou buiten de
 deur zetten
Ik zou een partijtje
 spelen
Ik zou erop gooien
Ik zou gooien
Ik zou inschenken
Ik zou keilen
Ik zou krijgen
Ik zou nemen
Ik zou opleggen
Ik zou optreden in
Ik zou opvoeren
Ik zou schatten
Ik zou smijten
Ik zou storten
Ik zou strooien
Ik zou tanken
Ik zou toevoegen
Ik zou uiten
Ik zou uitslaan
Ik zou uitspelen
Ik zou uitspreken
Ik zou vastmaken
Ik zou wedden
Ik zou wedijveren
Ik zou wegjagen
Ik zou wegsturen
Ik zou wegzenden
Ik zou werpen
Ik zou zeggen
alNaar de
Naar het
cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet

la duquesaHertogin, olvidandoAflerend
Vergetend
Verlerend
que ella mismaHaarzelf, alNaar de
Naar het
invitar aTrakteren op RaquelRachel y alNaar de
Naar het
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
la
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
que considerabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
Ik beschouwde
Ik beschouwde als
Ik ging na
Ik hield rekening met
Ik overwoog
inevitableOnvermijdbaar
Onvermijdelijk
Onvermijdelijke
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Gilberta hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
a RobertoRobrecht, obrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ageerde
Ik deed
Ik ging te werk
Ik ging voort
Ik handelde
Ik trad op
Ik was bezig
Ik werkte
quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht

cruelmenteWreed-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
-concluyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een gevolgtrekking
-, leHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una cochinaZeug.

Una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
en madame de Guermantes por la pendienteAanhangig
Aanhangige
Hanger
Helling
Oorbel
Oorhanger
Oorring
que ellaHaar
Ze
Zij

bajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
Ik daalde
Ik daalde af
Ik gaf korting
Ik ging naar beneden
Ik ging naar beneden
 uitstappen
Ik kortte
Ik liet neer
Ik sloeg af
Ik stapte af
Ik stapte uit
Ik trok af
Ik verlaagde
Ik verzakte
Ik zakte
Ik zakte weg
Ik zonk
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
de los Guermantes agradablesAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
a la sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging
de los comediantes, y
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
injertabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze entte
Ik entte
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
en un géneroGenre
Genrestuk
Geslacht
Handelswaar
Klasse
Stijl
Waar
Woordgeslacht
siglo XVIII18e eeuw
Achttiende eeuw
que ellaHaar
Ze
Zij
considerabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
Ik beschouwde
Ik beschouwde als
Ik ging na
Ik hield rekening met
Ik overwoog
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

verdeGroen
Groene
, en finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
se loDe
Hem
Het
U
creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
permitidoGedoogd
Geoorloofd
Geoorloofde
Gepermitteerd
Niet belet
Toegelaten
Toegestaan
Toegestane
Vergund
Veroorloofd
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. PeroDoch
Echter
Maar
estaDeze
Dit
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
se la dictabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicteerde
Ik dicteerde
el odioHaat
Ik haat

que leHaar
Hem
Het
U
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
a Gilberta, una necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
de herirlaBezeren
Kwetsen
Verwonden
Wonden
en efigieBeeldenaar
Stempelbeeld
, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke

materialmente. Y, al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
, la duquesaHertogin pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
justificarRechtvaardigen
Staven
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suHaar
Hun
Uw
Zijn
conductaGedrag
Houding
Wandel

conDoor
Met
Per
Samen met
Gilberta o más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
Gilberta, en el mundoAardrijk
Wereld
, en la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
en cuestiónBetrokken
Bewust
Desbetreffend
In kwestie
de
los interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes
y de la herenciaErfdeel
Erfelijkheid
Erfenis
Erfgoed
Erfrecht
Nalatenschap
Neiging
Overerving
de RobertoRobrecht.

PeroDoch
Echter
Maar
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
aveces los juiciosGerichten
Judicia
Judiciums
Oordelen
Verstanden
Vonnissen
que se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
recibenZij/ze accepteren
Zij/ze begroeten
Zij/ze genieten
Zij/ze krijgen
Zij/ze nemen aan
Zij/ze ontvangen
Zij/ze toucheren
de hechosAangemaakt
Acties
Actiën
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
que se ignoranZij/ze negeren
Zij/ze weten niet
y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
podidoGekund
Gemogen
suponerAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen
una justificaciónRechtvaardigen
Rechtvaardiging
Staven
Verantwoording
aparenteDoet u alsof!
Fingeert u!
Geeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet alsof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fingeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze simuleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Ik doe alsof
Ik fingeer
Ik geef voor
Ik simuleer
Ik veins
Ik wend voor
Schijnbaar
Schijnbare
Simuleert u!
Veinst u!
Wendt u voor!
, Gilberta, que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
del
ascendienteMorele invloed
Overwicht
Voorgeslacht
Voorouder
Voorvader
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
(y, desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
, yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
contadoAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
cuenta conHeb fiducie in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft fiducie in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vertrouwen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt
Stel vertrouwen in!
Vertrouw!
estaDeze
Dit

facilidadAanleg
Faciliteit
Gelegenheid
Gemak
Gemakkelijkheid
Geschikte gelegenheid
Meegaandheid
Toeschietelijkheid
Vlotheid
Voorziening
Zwakheid
, alNaar de
Naar het
pedirleBestellen
Vragen
que me pusieraIk deed aan
Ik deed op
Ik kleedde me aan
Ik smeerde
Ik smeerde in
Ik stelde me aan
Ik trok aan
Ik werd
en relación conBetreffende
In verband met
Op het stuk van
Ten opzichte van
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
), previaVoorafgaand
Voorafgaande
Vroeger
Vroegere

reflexiónBedenken
Beraad
Beraadslaging
Bespiegeling
Nadenken
Overdenken
Overweging
Reflectie
Ruggespraak
Wikken
Zinnen
, sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
de la peticiónAanvraag
Aanvragen
Aanzoek
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Petitie
Rekest
Verlangen
Verzoek
Verzoeken
Verzoekschrift
Vraag
Vragen
que leHaar
Hem
Het
U
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
, y seguramenteBeslist
Vast
Zeker
para queOpdat
Zodat
el beneficioBeneficie
Benefiet
Benefietvoorstelling
Ik bewerk
Ik doe goed aan
Ik doe wel
Ik exploiteer
Ik kom ten goede
 aan
Ik krijg met geld
Ik lever op
Ik rendeer
Ik verbeter
Ik win
Prebende
Winst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
salieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit

de la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
, una conclusiónAfleiden
Besluit
Besluiten
Beëindiging
Concluderen
Conclusie
Eind
Einde
End
Gevolgtrekking
Voleinding
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige
que todas las queVan allen yoEgo
Ik
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
podidoGekund
Gemogen
suponerAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen
; meMe
Mij

dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
permiteBelet niet!
Gedoog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!
, voy aIk ga naar ir a buscar aAfhalen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophalen
Vergaderen
miMi
Mijn
hijaDochter paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
presentárselaPresenteren
Verschijnen
Zich melden
Zich vertonen
Zich voorstellen
. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
conDoor
Met
Per
Samen met

el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
Mortemart y conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
chicuelos sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
una
simpáticaAardig
Aardige
Vriendelijk
Vriendelijke
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ustedGij
U
. -LeHaar
Hem
Het
U
preguntéIk vraagde
Ik vroeg
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
RobertoRobrecht estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
de tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
una hijaDochter-.
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
!, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
de ellaHaar
Ze
Zij
. PeroDoch
Echter
Maar
, naturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature
, conociendoBekend zijnd met
Kennend
Kennismakend
Lerend kennen
Wetend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
gustosGenoegens
Lusten
Smaken
, creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei

ingenuamenteEenvoudig
Simpel
Gilberta- que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
preferidoDe voorkeur gegeven aan
Geprefereerd
Liever gedaan
Liever gewild
Verkozen
Voorgetrokken
Voorkeur gegeven aan
Voorkeurs-
un chicoJongen
Kauwgomboomvrucht
Klein
Kleine
Knaap
Knul
Luttel
Luttele
Papappel
Sapodilla
Sapote
Sawo
.

AquellaDat
Die
Diegene
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
y cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
fortunaFortuna podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
que se
casaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
 echt verbinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uithuwelijken
Ik zou in de
 echt verbinden
Ik zou trouwen
Ik zou uithuwelijken
conDoor
Met
Per
Samen met
un príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
y coronaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bekronen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kronen
Ik zou bekronen
Ik zou kronen
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
ascendenteAscendant de Swann y de suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
,
eligióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
por maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de letrasHandschriften
Karakters
Letteren
Letters
Liedteksten
Songteksten
oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
snobismo, eEn
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
descender deAfstammen van nuevoNieuw
Nieuwe
a aquellaDat
Die
Diegene
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
a un nivelHoogte
Niveau
Peil
Plan
Waterpas
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
bajo deIk haal van aquelDat
Die
de dondeVan waar
Waarvandaan
salieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
.
EntoncesDan
Dus
Toen
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
a las generacionesGeneraties
Geslachten
nuevasNieuw
Nieuwe
que los padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders
de aquelDat
Die

oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat
tuvieranZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
una granGroot
Grote
posiciónAandoen
Aannemen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Houding
Inschakelen
Leggen
Menen
Neerleggen
Neerzetten
Onderstellen
Opbrengen
Opleggen
Plaats
Plaatsen
Positie
Stand
Steken
Stellen
Stoppen
Vermoeden
Veronderstellen
Vlijen
Zetten
. ResucitaronZij/ze deden herleven
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze wekten op
milagrosamente los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen


77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

de Swann y de Odette de Crécy paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
permitirGedogen
Niet beletten
Permitteren
Toelaten
Toestaan
Vergunnen
Veroorloven
a la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
decirnosOpgeven
Spreken
Zeggen
que nos(Aan) ons
Ons
engañábamosWij/we bedotten
Wij/we bedrogen
Wij/we beduvelden
Wij/we leidden om de
 tuin
Wij/we misleidden
Wij/we namen beet
Wij/we smokkelden
Wij/we verlakten
,
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
una familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
encopetada.

La impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor
y la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
que aquellasDie
Diegene
palabrasBewoordingen
Woorden
meMe
Mij
produjeronZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten op
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze brachten voort
Zij/ze deden aan
Zij/ze leverden op
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
Zij/ze wierpen af
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
sustituidasAfgelost
Vervangen
en
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
, mientrasTerwijl madame de Saint-Loup se encaminaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich op
 weg naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich in
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gericht op
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
, por esaDat
Die
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
del
TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
me devolvíaIk ging terug, a suHaar
Hun
Uw
Zijn
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
, y aunKattenklauw
Nog
Zelfs
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberlaHet te hebben vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
,
mademoiselle de Saint-Loup. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
éstaDeze
Dit
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de las personasMensen
Personages
Personen
, por loDe
Hem
Het
U

demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
en los bosquesBossen
Wouden
las 'estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren
' de los crucesDraagjukken
Jij/je doorkruist
Jij/je kruist
Jij/je steekt over
Jukken
Kruisen
Kruisingen
Kruisjes
Kruispunten
Viersprongen
Wegkruisingen
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
a converger
caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
procedentesAfkomstig
Afkomstige
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
en nuestraOns
Onze
Van ons
vidaHachje
Leven
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
los puntosA point
Gegevens
Mespunten
Ogen
Precies goed
Punten
Spikkels
Stippen
Tricots
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
distintosAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
? ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij

eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
los queWie
Zij die
iban aZij/ze gingen naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
a mademoiselle de Saint-Loup y tendíanZij/ze breidden uit
Zij/ze hielden op
Zij/ze ontvouwden
Zij/ze rekten
Zij/ze spreidden
Zij/ze spreidden uit
Zij/ze staken uit
Zij/ze strekten
Zij/ze strekten uit
susHaar
Hun
Uw
Zijn
radiosRadii
Radio's
Radiussen
Spaken
Stralen
en
tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
a ellaHaar
Ze
Zij
. Y, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
, iban aZij/ze gingen naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
a ellaHaar
Ze
Zij
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
paseosAvenues
Boulevards
Ommetjes
Promenades
Wandeldekken
Wandeldreven
Wandelingen
Wandelplaatsen
Wandelwegen
y vividoGeleefd
Gewoond
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
sueñosDromen
Slapen
-por suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
RobertoRobrecht de Saint-Loup, el
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Guermantes; por Gilberta, suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Méséglise, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
'el
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Swann'. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de ellosHen
Ze
Zij
, por la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
de la muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
y los Champs-Elysées, meMe
Mij

llevaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
Ik nam mee naar
Ik nam mee voor
Swann, a misMi's
Mijn
nochesAvonden
Nachten
de Combray, alNaar de
Naar het
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Méséglise; el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, por suHaar
Hun
Uw
Zijn

padrePater
Vader
, a misMi's
Mijn
tardesAvonden
Jij/je blijft achter
Jij/je blijft lang weg
Jij/je blijft na
Jij/je doet lang over
 iets
Jij/je draalt
Jij/je duurt
Jij/je talmt
Jij/je treuzelt
Middagen
Namiddagen
de Balbec, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
leHaar
Hem
Het
U
veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
marZee soleadoGezond
Gezonnebaad
Zonnig
Zonnige
-. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
se tendíanZij/ze breidden uit
Zij/ze hielden op
Zij/ze ontvouwden
Zij/ze rekten
Zij/ze spreidden
Zij/ze spreidden uit
Zij/ze staken uit
Zij/ze strekten
Zij/ze strekten uit

transversalesDwars
Transversaal
Transversale
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
estosDeze
Dezen
dos2
Do's
Twee
Tweede
caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
empeñoBelenen
Ik beleen
Ik leen tegen een
 onderpand
Ik verpand
Verpanden
en ir aGaan naar aquelDat
Die
Balbec realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke

dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
conocíIk kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
a Saint-Loup, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
en granGroot
Grote
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
por lo queDat wat
Wat
Swann me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
las
iglesiasBedehuizen
Godshuizen
Kerken
Kerkgebouwen
Moskeeën
Synagogen
Synagoges
Tempelen
Tempels
, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
sobre laOp de
Op het
iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
persaFarsi
Pers
Perzisch
, y, por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, por RobertoRobrecht de Saint-Loup,
sobrinoNeef
Oomzegger
de la duquesaHertogin de Guermantes, enlazaba, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
en Combray, conDoor
Met
Per
Samen met
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de
Guermantes. PeroDoch
Echter
Maar
mademoiselle de Saint-Loup conducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde
a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
puntosA point
Gegevens
Mespunten
Ogen
Precies goed
Punten
Spikkels
Stippen
Tricots
de miMi
Mijn

vidaHachje
Leven
, a la DamaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
de rosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze
, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
suHaar
Hun
Uw
Zijn
abuelaGrootmoeder
Oma
y a la queDat
Die
Wie
Zij die
viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
en casa deAan
Bij
Ten huize van
miMi
Mijn
tíoKerel
Oom
abueloGrootvader
Opa
. AquíAlhier
Hier

otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
transversalDwars
Transversaal
Transversale
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
el criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
de aquelDat
Die
tíoKerel
Oom
abueloGrootvader
Opa
, que aquelDat
Die
díaDag
Etmaal
meMe
Mij
introdujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze introduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
meMe
Mij
permitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde
, dándomeGebeurend
Groeiend
Me gewonnen gevend
Me overgevend
Me voordoend
Ontstaand
Voorkomend
una fotografíaFoto
Fotografeer!
Fotografie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiekt
Kiek
Kiek!
Kiekje
Opname
, identificarIdentificeren
Vereenzelvigen
a la DamaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
de rosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze
, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el padrePater
Vader
del
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
alNaar de
Naar het
que amaronZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
monsieur de Charlus, sinoDoch
Echter
Maar
el padrePater
Vader
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
de mademoiselle
de Saint-Loup, que por élHem
Hij
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
. ¿Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el abueloGrootvader
Opa
de
mademoiselle de Saint-Loup, Swann, el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
que meMe
Mij
habló deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze discuteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde van gedachten
la músicaMuziek de Vinteuil,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
Gilberta la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
que meMe
Mij
habló deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze discuteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde van gedachten
Albertina? Y hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
a Albertina de la
músicaMuziek de Vinteuil descubríIk ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit
quiénWie eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
suHaar
Hun
Uw
Zijn
granGroot
Grote
amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
y comencéIk begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan
con ellaDaarmee aquellaDat
Die
Diegene
vidaHachje
Leven
que
la condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
a la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y que tantasZo groot
Zoveel
Zovele
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
meMe
Mij
causóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
. Y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
el padrePater
Vader
de
mademoiselle de Saint-Loup quienDie
Wie
trató deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijverde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
que volvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
Albertina. Y60 hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven

mundanaWerelds
Wereldse
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs
, en el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
de los Swann o de los Guermantes, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en el extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde

opuestoGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergelegen
Tegenovergesteld
, en casa deAan
Bij
Ten huize van
los Verdurin, alineándoseZich in een rij
 opstellend
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
de Combray,
de los Champs-Elysées, la bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
terrazaTerras de la Raspelière. Por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, ¿quéWat
Welke
seresWezenlijkheden
Wezens
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn

conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
que, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
nuestraOns
Onze
Van ons
amistadVriendschap conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
obliguenDringt u op!
Dwingt u!
Forceert u!
Noodzaakt u!
Verplicht u!
Zij/ze dringen op
Zij/ze dwingen
Zij/ze forceren
Zij/ze noodzaken
Zij/ze verplichten
a situarlosLeggen
Plaatsen
Situeren
Stationeren
Vestigen
sucesivamenteAchtereen
Achtereenvolgens
Na elkaar
Successievelijk

en los lugaresAanleidingen
Dorpen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Ruimten
Ruimtes
Zetels
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
de nuestraOns
Onze
Van ons
vidaHachje
Leven
? Una vidaHachje
Leven
de Saint-Loup pintadaAfgeschilderd
Beschilderd
Beschilderde
Geschilderd
Geverfd
Helmparelhoen
Parelhoen
Uitgeschilderd

por Me
Mij
se desarrollaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou evolueren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich ontwikkelen
en todas lasAlle decoracionesDecoraties
Decors
Inrichtingen
Onderscheidingen
Ridderorden
Ridderordes
Versieringen
y afectaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schadelijke gevolgen
 hebben voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schaden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou treffen
Ik zou aandoen
Ik zou aangrijpen
Ik zou schadelijke gevolgen
 hebben voor
Ik zou schaden
Ik zou treffen
a todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
a las
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de esaDat
Die
vidaHachje
Leven
a las queWie
Zij die
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ajenoAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
abuelaGrootmoeder
Oma
o comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Albertina. Por otraAnder
Andere
Nog een
Nog één

parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, por opuestosGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergesteld
que fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
, los Verdurin estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
relacionadosGecombineerd
Verbonden
conDoor
Met
Per
Samen met
Odette por el
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
de éstaDeze
Dit
, conDoor
Met
Per
Samen met
RobertoRobrecht de Saint-Loup por Charlie; ¡y quéWat
Welke
papelPapier
Rol
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

desempeñadoBekleed
Beslagen
Bezet
Bezig gehouden
In beslag genomen
Vervuld
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
la músicaMuziek de Vinteuil! Por últimoTenslotte, Swann amóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
a la hermanaZus
Zuster
de
Legrandin, el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
conocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
a monsieur de Charlus, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
pupilaOogappel
Pupil
se casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
conDoor
Met
Per
Samen met
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille

Cambremer. Desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se trataHet betreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt behandeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehanteerd
únicamenteAlleen
Uitsluitend
de nuestrosOnze
Van ons
corazonesHarten
Klokhuizen
, el poetaDichter hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart


6060
Zestig
En la ediciónDruk
Oplaag
Uitgave
de La Pléiade se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
una incompleta y confusaBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beschaamd
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Overtuigd
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
Verlegen gemaakt
Vermengd
Vernietigd
Verslagen
Verward
Verwisseld
explicaciónExplicatie
Opheldering
Rekenschap
Toelichting
Uitduiding
Uiteenzetting
Uitleg
Uitlegging
Verduidelijking
Verheldering
Verklaring
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
cambiosAfwisselingen
Beursnoteringen
Koersen
Noteringen
Overgangen
Prijsnoteringen
Variaties
Variëteiten
Veranderingen
Wisselgelden
y entrelíneas
que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pasajeOvergang del manuscritoHandschrift
Kopij
Manuscript
Met de hand geschreven
y de los queWie
Zij die
resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
la incoherenciaOnsamenhangendheid de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
párrafoAlinea
Artikel
Paragraaf
. (N. de la T.)

77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

en hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen
los 'misteriososOccult
Occulte
hilosDraden
Garens
' que la vidaHachje
Leven
rompeBreek af!
Breek door!
Breek stuk!
Breek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Maak kapot!
Schend!
Verbreek!
. PeroDoch
Echter
Maar
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
que los
tejeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weeft
Weef!
sin cesarOnophoudelijk entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los seresWezenlijkheden
Wezens
, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los acontecimientosEvenementen
Gebeurden
Gebeurtenissen
Gelegenheden
Gevallen
Voorgevallenen
, que entrecruzaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlecht
Vlecht!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hilosDraden
Garens
, que los
doblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
reforzarVersterken
Versterken (kleur, smaak)
la tramaBekonkel!
Beraam!
Complot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekonkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beraamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intrigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze konkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant
Inslag
Inslag (v.e. stof)
Intrigeer!
Konkel!
Ontwerp!
Plan!
Plot
Samenzwering
, de suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de nuestroOns
Onze
Van ons
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
y
todos losAlle demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
una espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!
redNet
Netwerk
de recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs
que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
nos(Aan) ons
Ons
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
la elecciónKeur
Keus
Keuze
Kiezen
Optie
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
Verkiezing
de las
comunicacionesAansluitingen
Berichten
Communicaties
Contacten
Maren
Mededelingen
Tijdingen
Verbindingen
.

Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
decirseBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen
que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
intentaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
usarlaGebruiken inconscientementeOnbewust, sinoDoch
Echter
Maar
recordarHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
lo queDat wat
Wat
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
de las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
que nos(Aan) ons
Ons
servíanZij/ze bedienden
Zij/ze bewezen een dienst
Zij/ze deugden
Zij/ze dienden
Zij/ze dienden op
Zij/ze hielpen
Zij/ze kaartten aan
Zij/ze serveerden
Zij/ze waren geschikt
Zij/ze waren van dienst
en aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg

cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
, y viva conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Ik woon bij
Woont u bij!
una vidaHachje
Leven
personalEigen
Personeel
Persoonlijk
Persoonlijke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
nosotrosOns
We
Wij
, transformadaHerschapen
Omgezet
Van gedrag gedaan veranderen
Veranderd
Vermaakt
Vervormd
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
conDoor
Met
Per
Samen met
nuestroOns
Onze
Van ons

usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
en simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele
materiaMateriaal
Materie
Stof
Zelfstandigheid
industrialFabrieks-
Industrieel
Industriële
. MiMi
Mijn
presentaciónAanbieden
Aanbieding
Aanmelding
Belichten
Blootstellen
Etaleren
Indienen
Maria opdracht
Opdracht
Optreden
Presentatie
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Toetreding
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Uitvoering
Verschijnen
Vertonen
Voorstellen
Voorstelling
a mademoiselle de Saint-Loup iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar

tener lugarAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Voorkomen
Voorvallen
en casa deAan
Bij
Ten huize van
madame Verdurin: ¡conDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
deleiteBekoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft genot aan
Ik bekoor
Ik verheug
Ik verschaf genot aan
Verheugt u!
Verschaft u genot aan!
volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
yoEgo
Ik
a pensar enDenken aan
Nadenken over
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

nuestrosOnze
Van ons
viajesJij/je reist
Reizen
Tochten
Toeren
Trips
Vluchten
conDoor
Met
Per
Samen met
aquellaDat
Die
Diegene
Albertina -de la queDat
Die
Wie
Zij die
yoEgo
Ik
iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
a mademoiselle de
SaintLoup que fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
un sucedáneoSurrogaat
Vervangingsmiddel
- en el trenecillo, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Doville, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ir aGaan naar casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de madame
Verdurin, aquellaDat
Die
Diegene
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
madame Verdurin que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
anudadoAangeknoopt
Gestrikt
Vastgeknoopt
y rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken
, antes deAlvorens te
Voor
miMi
Mijn
amorAffectie
Liefde
Min

por Albertina, el del abueloGrootvader
Opa
y la abuelaGrootmoeder
Oma
de mademoiselle de Saint-Loup! EstábamosWij/we bevonden ons
Wij/we lagen
Wij/we waren
Wij/we zaten

rodeadosBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
de los cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten
de aquelDat
Die
ElstirEl=
De
Het
que meMe
Mij
presentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Albertina. Y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
fundirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever

todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
misMi's
Mijn
pasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, madame Verdurin, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Gilberta, se casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
conDoor
Met
Per
Samen met
un Guermantes.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podríamosWij/we zouden kunnen
Wij/we zouden mogen
contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
nuestrasOnze
Van ons
relaciones conJij/je brengt in verband
 met
Jij/je legt een verband
 tussen
un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
alNaar de
Naar het
que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt

pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
que se sucedanZij/ze volgen elkaar op los sitiosBelegeringen
Beleggen
Liggingen
Locaties
Lokalen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Plekken
Ruimten
Ruimtes
Websites
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
de nuestraOns
Onze
Van ons
vidaHachje
Leven
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes

individuoEnkeling
Individu
Sujet
-y yo mismoIkzelf eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de esosDie invididuos- medíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam op
Ik mat
Ik mat af
Ik mat op
Ik mat uit
Ik nam op
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
por la
revoluciónOmwenteling
Revolutie
Roeren
que realizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkstelligde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht tot stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze realiseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerkelijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwezenlijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
en torno deOm ... heen sí mismoZichzelf, sinoDoch
Echter
Maar
en torno deOm ... heen los demásDe anderen, y
especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
por las posicionesHoudingen
Plaatsen
Posities
Standen
Vermoedens
que ocupóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
sucesivamenteAchtereen
Achtereenvolgens
Na elkaar
Successievelijk
con relación aBetreffende
In verband met
Op het stuk van
Ten opzichte van
Me
Mij
. Y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

esosDie diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
planosBlauwdrukken
Concepten
Effen
Kaarten
Landkaarten
Ontwerpen
Opzetten
Plannen
Plat
Platte
Plattegronden
Projecten
Vlak
Vlakke
Vlakken
conDoor
Met
Per
Samen met
arregloAanrichten
Afspraak
Akkoord
Arrangeren
Herstellen
Ik arrangeer
Ik breng terecht
Ik herstel
Ik knap op
Ik maak
Ik maak in orde
Ik orden
Ik regel
Ik repareer
Ik richt aan
Ik richt in
Ik ruim
Ik ruim op
Ik schik
Ik verhelp
Ik verstel
Inrichten
Inrichting
Maat
Maatregel
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Regeling
Repareren
Ruimen
Schikken
Schikking
Terechtbrengen
Verbintenis
Verhelpen
Verstellen
Zetting
a los cualesWie
Zij die
el TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, desde queSinds yoEgo
Ik
acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de
recobrarloHerwinnen
Terugkrijgen
en aquellaDat
Die
Diegene
fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
, disponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltooide
Ik beschikte
Ik beschikte over
Ik beval
Ik disponeerde
Ik maakte klaar
Ik plaatste
Ik rangschikte
Ik voltooide
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
, haciéndomeRakend
Wordend
pensarDenken que, en un libroBoek
Ik bevrijd
que se
propusieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
una, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
que emplearAanwenden
Benutten
Doorvoeren
Gebruiken
In toepassing brengen
Toepassen
, en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de la psicologíaPsychologie
Zielkunde
planaEffen
Plat
Platte
Vlak
Vlakke
que se aplicaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoont ijver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt zich toe

generalmenteDoorgaans
In het algemeen
Over het algemeen
Überhaupt
, una especieAangelegenheid
Soort
de psicologíaPsychologie
Zielkunde
del espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
 tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim
, dabanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
una bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
a
esasDie resurreccionesVerrijzenissen que miMi
Mijn
memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
operabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opereerde
Ik opereerde
mientrasTerwijl estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
en la bibliotecaBibliotheek
Bieb
Boekerij
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
, alNaar de
Naar het
introducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen
el pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
en el presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
modificarloModificeren
Wijzigen
, talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
cuandoAls
Tijdens
Wanneer

eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!
, suprimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achterwege
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft af
Laat achterwege!
Laat weg
Onderdruk
Schaf af!
precisamenteJuist
Net
esaDat
Die
granGroot
Grote
dimensiónAfmeting
Dimensie
del TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
conDoor
Met
Per
Samen met
arregloAanrichten
Afspraak
Akkoord
Arrangeren
Herstellen
Ik arrangeer
Ik breng terecht
Ik herstel
Ik knap op
Ik maak
Ik maak in orde
Ik orden
Ik regel
Ik repareer
Ik richt aan
Ik richt in
Ik ruim
Ik ruim op
Ik schik
Ik verhelp
Ik verstel
Inrichten
Inrichting
Maat
Maatregel
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Regeling
Repareren
Ruimen
Schikken
Schikking
Terechtbrengen
Verbintenis
Verhelpen
Verstellen
Zetting
a la cualWaaraan
se realizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Wordt uitgevoerd
la vidaHachje
Leven
.

ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag
acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen
a Gilberta. A Me
Mij
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quienDie
Wie
la bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
de Saint-Loup, los pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
que
meMe
Mij
ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden
entoncesDan
Dus
Toen
y que eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
, eran deZij/ze behoorden
Zij/ze behoorden toe
Zij/ze behoorden tot
Zij/ze kwamen uit
ayerGister
Gisteren
, meMe
Mij
extrañóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond vreemd
verBekijken
Kijken
Zien
a
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
a una muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
de unosVan zo´n dieciséis16
Zestien
añosJaren cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
elevadaBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur
medíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam op
Ik mat
Ik mat af
Ik mat op
Ik mat uit
Ik nam op
aquellaDat
Die
Diegene

distanciaAfstand
Eind
End
que yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
verBekijken
Kijken
Zien
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
incoloroKleurloos
Kleurloze
eEn inasible, para queOpdat
Zodat
yoEgo
Ik
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
,
por decirlo asíBij wijze van spreken
Om zo te zeggen
Zogezegd
, verloBekijken
Kijken
Zien
y tocarloAanraken, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
materializadoGematerialiseerd
Stoffelijk gemaakt
Stoffelijk voorgesteld
en ellaHaar
Ze
Zij
y la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
modeladoBoetseren
Geboetseerd
Gemodelleerd
Gevormd
Modelleren
Vormen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

una obra maestraMeesterwerk, mientras queTerwijl, paralelamenteParallel, en Me
Mij
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
, ¡ayAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
!, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que suHaar
Hun
Uw
Zijn

obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
. MientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, mademoiselle de Saint-Loup estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
Me
Mij
. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
los ojosKijkers
Ogen

profundamenteDiepgaand
Grondig
hundidosGedeprimeerd
Gedeprimeerde
Ondergeduwd
Terneergeslagen
y penetrantesDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante
, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
la narizNeus encantadoraBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke
ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug

salienteBarbacane
Oosten
en forma deIn de vorm van picoBek
Bergje
Bergtop
Houweel
Ik hak
Ik hak fijn
Ik jeuk
Ik kriebel
Ik krieuwel
Ik pik
Ik priem
Ik prik
Ik snipper
Ik steek
Ik wriemel
Neb
Nebbe
Pico
Snavel
Specht
Tuit
Vogelbek
y curvaBocht
Buig krom!
Buig!
Curve
Gebogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Krom
Krom!
Kromme
Verbuig!
, quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la de Swann, sinoDoch
Echter
Maar
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la de SaintLoup61.
El almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
de aquelDat
Die
Guermantes se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
esfumadoVerdoezeld; peroDoch
Echter
Maar
la encantadoraBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke
cabezaHoofd
Kop
Krop
de
ojosKijkers
Ogen
penetrantesDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante
del pájaroVogel que volóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloog habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
venidoGekomen
Meegekomen
a posarseBezinken sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los hombrosSchouders de

61 MeMe
Mij
extrañóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond vreemd
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
narizNeus, hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
conDoor
Met
Per
Samen met
el patrónAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Meester
Opperhoofd
Patroon
Sjabloon
de la de suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y de la de suHaar
Hun
Uw
Zijn
abuelaGrootmoeder
Oma
, se detuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte

justamenteExact
Juist
Precies
Scherp
Vlak
en aquellaDat
Die
Diegene
líneaLijn
Linaceae
Linie
Regel
Schreef
Streep
Toer
Vlasfamilie
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
horizontalHorizontaal
Horizontale
Platliggend
Platliggende
Waterpas
Waterpasse
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la narizNeus, sublimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sublimeert
Ik sublimeer
Subliem
Sublieme
Sublimeert u!
Verheven
Zielsverheffend
Zielsverheffende
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie!
. Un
rasgoGelaatstrek
Ik rijt
Ik scheur
Karaktertrek
Trek
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
permitidoGedoogd
Geoorloofd
Geoorloofde
Gepermitteerd
Niet belet
Toegelaten
Toegestaan
Toegestane
Vergund
Veroorloofd
reconocerErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
una estatuaBeeld
Standbeeld
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
milesDuizenden aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se vieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
eseDat
Die
rasgoGelaatstrek
Ik rijt
Ik scheur
Karaktertrek
Trek
, y
yoEgo
Ik
admirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewonderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwonderde
Ik bevreemdde
Ik bewonderde
Ik verbaasde
Ik verwonderde
que la naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
acudieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe
Ik ging af op
Ik ging naar
Ik kwam af op
Ik liep toe
Ik schoot toe
Ik snelde toe
oportunamente en la hijaDochter, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en la abuelaGrootmoeder
Oma
, a
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
y originalApart
Aparte
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele
escultorBeeldhouwer, aquelDat
Die
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
y decisivoBeslissend
Beslissende
Cruciaal
Cruciale
Finaal
Finale
toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
de cincelBeitel
Steenbeitel
. [La ediciónDruk
Oplaag
Uitgave
de La Pléiade
aíslaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze isoleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet alleen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Isoleer!
Zet alleen!
Zonder af!
a pieLopend
Te voet
de páginaBladzijde
Pagina
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pasajeOvergang, que en el manuscritoHandschrift
Kopij
Manuscript
Met de hand geschreven
se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
en papelPapier
Rol
marginalMarginaal
Marginale
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere

especificación del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
correspondienteBijbehorend
Bijbehorende
Correspondent
Overeenkomstige
. (N. de la T.)]

77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

mademoiselle de Saint-Loup, lo queDat wat
Wat
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
pensarDenken muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
a los queWie
Zij die
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

padrePater
Vader
. MeMe
Mij
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
: llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
de esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
, reidora, formadaAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd
de los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve

añosJaren que yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
, parecidaEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen
a miMi
Mijn
juventudJeugd
Jeugdigheid
.

AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, estaDeze
Dit
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
del TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
: eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un acicate, me decíaIk noemde me
Ik werd gezegd
Ik zegde
Ik zegde bij zichzelf
Ik zei
Ik zei bij zichzelf
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
horaTijd
Uur
de comenzarAanbinden
Aanbreken
Aanvangen
Beginnen
Beginnen met
Ingaan
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
lo queDat wat
Wat
a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
sintieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
en el transcursoLoop van de tijd
Verloop
de miMi
Mijn

vidaHachje
Leven
, en brevesBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
fogonazosFlitsen, caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Guermantes, en misMi's
Mijn
paseosAvenues
Boulevards
Ommetjes
Promenades
Wandeldekken
Wandeldreven
Wandelingen
Wandelplaatsen
Wandelwegen
en cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon
conDoor
Met
Per
Samen met
madame
de Villeparisis, y que meMe
Mij
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
considerarBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
la vidaHachje
Leven
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dignaWaardig
Waardige
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
vividaGeleefd
Gewoond
. ¡CuántoHoelang
Hoeveel
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
esclarecerlaDag worden
Dagen
Verduidelijken
, esaDat
Die
vidaHachje
Leven
que vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden
en las tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
,
traídaAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen
a la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
de lo queDat wat
Wat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
, esaDat
Die
vidaHachje
Leven
que falseamosWij/we vervalsen
Wij/we vervalsten
continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend
, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
realizadaBewerkstelligd
Doorgevoerd
Gerealiseerd
Tot stand gebracht
Uitgevoerd
Verricht
Verwerkelijkt
Verwezenlijkt

en un libroBoek
Ik bevrijd
! ¡QuéWat
Welke
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
, pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
yoEgo
Ik
, el queDat
Die
Hij die
Wie
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
un libroBoek
Ik bevrijd
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, quéWat
Welke
laborArbeiden
Werk
Werken

anteSuède
Ten overstaan van
Voor
élHem
Hij
! ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
una ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de esaDat
Die
felicidadGeluk, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
que tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
comparacionesVergelijkingen entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las artesKunsten
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
elevadasBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
eseDat
Die
escritorSchrijfster
Schrijver
que, por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
carácterAard
Geaardheid
Karakter

presentaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanbieden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou belichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blootstellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou etaleren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou indienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou presenteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tentoonstellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uiteenzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorstellen
Ik zou aanbieden
Ik zou belichten
Ik zou blootstellen
Ik zou etaleren
Ik zou indienen
Ik zou presenteren
Ik zou schenken
Ik zou tentoonstellen
Ik zou uitbrengen
Ik zou uiteenzetten
Ik zou uitstallen
Ik zou vertonen
Ik zou voorstellen
las carasAangezichten
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facies
Geacht
Geachte
Gelaten
Geliefd
Geliefde
Gezichten
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlakken
Porems
Prijzig
Prijzige
Toeten
Vlakken
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
opuestasGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergesteld
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume
, tendría queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Ik zou behoren
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou moeten
prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
suHaar
Hun
Uw
Zijn
libroBoek
Ik bevrijd

minuciosamenteMinutieus, conDoor
Met
Per
Samen met
continuosAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende
reagrupamientos de fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una ofensivaOffensief,
soportarloVerdragen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una fatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis
, aceptarloHet aan te nemen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una reglaLiniaal
Regel
, construirloAanleggen
Bouwen
Construeren
Ineenzetten
Maken
Met elkaar verbinden
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
,
seguirloAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un régimenDieet
Regime
Staatsvorm
Stelsel
, vencerloBevangen
Overwinnen
Verslaan
Zegevieren
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un obstáculoBelemmering, conquistarloVeroveren comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una amistadVriendschap,
sobrealimentarloOvervoeren comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
a un niñoJongen
Kind
, crearloCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un mundoAardrijk
Wereld
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
prescindirAfzien van
Ontberen
de esosDie
misteriosGeheimen
Mysteries
Mysteriën
Raadselen
Raadsels
que probablementeAllicht
Vast
Waarschijnlijk
Wel
Zeker
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
explicaciónExplicatie
Opheldering
Rekenschap
Toelichting
Uitduiding
Uiteenzetting
Uitleg
Uitlegging
Verduidelijking
Verheldering
Verklaring
en otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
mundosAardrijken
Werelden
y cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier

presentimientoGissen
Voorgevoel
Voorzien
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
nos(Aan) ons
Ons
conmueveBeweeg!
Grijp aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontroert
Ontroer!
en la vidaHachje
Leven
y en el arteKunst. Y en esosDie grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime

librosBoeken hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
esbozadasGeschetst
Ontworpen
Uitgestippeld
y que seguramenteBeslist
Vast
Zeker
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
terminaránZij/ze zullen aflopen
Zij/ze zullen afmaken
Zij/ze zullen afsluiten
Zij/ze zullen besluiten
Zij/ze zullen beëindigen
Zij/ze zullen eindigen
Zij/ze zullen uitmaken
Zij/ze zullen voleindigen
nuncaNimmer
Nooit
, por la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
amplitudAmplitude
Omvang
Ruimheid
del planoBlauwdruk
Concept
Effen
Kaart
Landkaart
Ontwerp
Opzet
Plan
Plat
Plat vlak
Platte
Plattegrond
Project
Vlak
Vlakke
del arquitectoArchitect
Bouwmeester
. ¡CuántasHoelang
Hoeveel
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime

catedralesDoms
Kathedralen
permanecen(Zij) blijven
Zij/ze blijven
Zij/ze blijven over
Zij/ze resten
Zij/ze resteren
Zij/ze toeven
Zij/ze verblijven
inacabadasOnafgemaakt
Onafgemaakte
! Se leHaar
Hem
Het
U
alimentaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedt
Voed!
, se fortificanZij/ze verschansen
Zij/ze versterken
Zij/ze verstevigen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
débilesLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
, se leHaar
Hem
Het
U

amparaBescherm!
Beschut!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschut
, peroDoch
Echter
Maar
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
élHem
Hij
quienDie
Wie
creceGedij!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Neem toe!
Was aan!
Was!
, quienDie
Wie
designaBenoem!
Bestem!
Duid aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Wijs aan!
nuestraOns
Onze
Van ons
tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
, quienDie
Wie
la protegeBehoed!
Bescherm!
Beschut!
Beveilig!
Breng in veiligheid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveiligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in veiligheid

contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
los rumoresGeruchten
Praatjes
y, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el olvidoIk leer af
Ik vergeet
Ik verleer
Vergetelheid
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, volviendo aTeruggaand naar
Terugkerend naar
Terugkomend naar
Me
Mij
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
,
yoEgo
Ik
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
modestamenteSimpel en miMi
Mijn
libroBoek
Ik bevrijd
, y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
inexactoIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Verkeerd
Verkeerde
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que pensaba enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na over
Ik dacht aan
Ik dacht na over

quienesDie
Personen
Wie
loDe
Hem
Het
U
leyeranZij/ze lazen, en misMi's
Mijn
lectoresLectoren
Lectors
. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, a miMi
Mijn
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serían(Ze) zouden zijn
Zij/ze zouden gebeuren
Zij/ze zouden plaatshebben
Zij/ze zouden plaatsvinden
Zij/ze zouden zijn
misMi's
Mijn
lectoresLectoren
Lectors
, sinoDoch
Echter
Maar
los
propiosEigen lectoresLectoren
Lectors
de Ja
Jawel
Wel
Zich
mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
miMi
Mijn
libroBoek
Ik bevrijd
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que una especieAangelegenheid
Soort
de esosDie
cristalesGlazen
Kristallen
Ruiten
de aumentoAangroei
Aanwas
Accres
Gestalte
Groei
Ik doe toenemen
Ik groei
Ik groei aan
Ik neem toe
Ik stijg
Ik vergroot
Ik verhoog
Ik vermeerder
Ik wakker aan
Ik word sterker
Ontwikkeling
Toename
Uitbreiding
Vermeerdering
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los queWie
Zij die
ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
a un compradorAfnemer
Klant
Koper
el ópticoOpticien
Optisch
Optische
de Combray; miMi
Mijn

libroBoek
Ik bevrijd
, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
al cualWaaraan lesHen
Hun
U
dadaAangegeven
Gegeven
Gemaakt
Opgebracht
Toegebracht
Toegekend
Verleend
yoEgo
Ik
el medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
de leerLezen en Ja
Jawel
Wel
Zich
mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
, de suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lesHen
Hun
U

pediríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanvragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bestellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inroepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verzoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vragen om
Ik zou aanvragen
Ik zou bedelen
Ik zou bestellen
Ik zou inroepen
Ik zou verlangen
Ik zou verzoeken
Ik zou vragen
Ik zou vragen om
que meMe
Mij
alabaranZij/ze loofden
Zij/ze prezen
Zij/ze roemden
Zij/ze zwaaiden lof toe
o meMe
Mij
denigraran, sinoDoch
Echter
Maar
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
que meMe
Mij
dijeranZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
efectivamenteInderdaad
estoDeze
Dit
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
las palabrasBewoordingen
Woorden
que leenZij/ze lezen en ellos mismosHenzelf sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
las queWie
Zij die
yoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
(puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
,
por lo demásOverigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, las posiblesBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
divergenciasDivergenties a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
se debíanZij/ze hadden veel verplichtingen
Zij/ze waren te danken
Zij/ze waren te wijten
Zij/ze waren veel veplicht
a que yoEgo
Ik
meMe
Mij

hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
equivocadoIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Vergist
Verkeerd
Verkeerde
Verward
Verwisseld
, sinoDoch
Echter
Maar
a que a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
los ojosKijkers
Ogen
del lectorLector noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
los ojosKijkers
Ogen
que
convienenZij/ze betamen
Zij/ze komen gelegen
Zij/ze komen overeen
Zij/ze komen uit
Zij/ze passen
Zij/ze schikken
Zij/ze spreken af
Zij/ze treffen een schikking
Zij/ze voegen
Zij/ze zijn het eens
a miMi
Mijn
libroBoek
Ik bevrijd
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
leerLezen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
en sí mismoZichzelf). Y, cambiandoAfwisselend
Denaturerend
Kenterend
Ruilend
Variërend
Veranderend
Verkerend
Vermakend
Werkend
Wisselend
a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
de
comparaciónVergelijken
Vergelijking
segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
que meMe
Mij
representaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertegenwoordigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Ik beeldde uit
Ik bood aan
Ik diende in
Ik presenteerde
Ik stelde voor
Ik stond voor
Ik vertegenwoordigde
Ik vertoonde
Ik voerde op
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
materialmente la tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
a la queDat
Die
Wie
Zij die
meMe
Mij

entregabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe
, pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
que, en miMi
Mijn
granGroot
Grote
mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
de maderaHouten
Van hout
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
, miradoAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Toegekeken
Toegezien
por Francisca, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

todos losAlle seresWezenlijkheden
Wezens
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
pretensionesAanspraken
Aanzoeken
Claims
Eisen
Huwelijksaanzoeken
Pretenties
que vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
nosotrosOns
We
Wij
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
intuiciónIntuïtie de
nuestrasOnze
Van ons
tareasHuiswerken
Karweien
Klussen
Opgaven
Taken
(y yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
a Albertina loDe
Hem
Het
U
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
haberBezitting
Hebben
Zijn
perdonadoBegenadigd
Vergeven
a
Francisca lo queDat wat
Wat
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
con ellaDaarmee), trabajaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou arbeiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bewerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou werken
Ik zou arbeiden
Ik zou bewerken
Ik zou werken
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
ellaHaar
Ze
Zij
, y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ellaHaar
Ze
Zij
(al menosAlthans
Tenminste
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

ellaHaar
Ze
Zij
trabajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arbeidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik arbeidde
Ik bewerkte
Ik werkte
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
: ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
niEn niet
Evenmin
Noch
gotaDrop
Droppel
Druppel
Jicht
Lik
Podagra
); puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, prendiendoOpstekend aquíAlhier
Hier
un papelEen papier
suplementarioAanvullend
Aanvullende
, construiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou construeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ineenzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou maken
Ik zou aanleggen
Ik zou bouwen
Ik zou construeren
Ik zou ineenzetten
Ik zou maken
miMi
Mijn
libroBoek
Ik bevrijd
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me atrevo aIk durf decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, ambiciosamente, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una
catedralDom
Kathedraal
, sinoDoch
Echter
Maar
simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed
. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
Me
Mij
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
misMi's
Mijn

papelotes, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
Francisca, y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
meMe
Mij
faltaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig
precisamenteJuist
Net
el queDat
Die
Hij die
Wie
necesitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toe aan
Ik behoefde
Ik had nodig
Ik hoefde
Ik was toe aan
,
Francisca comprenderíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beseffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bevatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou snappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verstaan
Ik zou begrijpen
Ik zou beseffen
Ik zou bevatten
Ik zou omvatten
Ik zou snappen
Ik zou vatten
Ik zou verstaan
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
miMi
Mijn
nerviosismoNervositeit, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
coserAannaaien
Naaien
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
el númeroHet nummer del hiloDraad
Garen
Hilo
Hyllus
Ik span
Ik spin
y los botonesBotten
Knopen
Knoppen
Piccolo
Uitspruitsels
que hacían faltaZij/ze waren nodig. Y, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, a fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de
vivirLeven
Wonen
de miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
, Francisca habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
a una especieAangelegenheid
Soort
de comprensiónBegrijpen
Begrip
Beseffen
Bevatten
Bevatting
Bevattingsvermogen
Inhoud
Omvatten
Opvatting
Snappen
Vatten
Verstaan
instintivaInstinctief
Instinctieve
del

77
Zeven
. El tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
recuperadoHernomen
Herroepen
Teruggehaald
Teruggekregen
Teruggenomen

trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
literarioLiterair
Literaire
, una comprensiónBegrijpen
Begrip
Beseffen
Bevatten
Bevatting
Bevattingsvermogen
Inhoud
Omvatten
Opvatting
Snappen
Vatten
Verstaan
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
exactaAccuraat
Accurate
Exact
Exacte
Getrouw
Getrouwe
Goed
Goede
Juist
Juiste
Nauwgezet
Nauwgezette
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Precies
Prompt
Prompte
Punctueel
Punctuele
Recht
Rechte
Stipt
Stipte
Trouw
Trouwe
Zorgvuldig
Zorgvuldige
que la de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
personasMensen
Personages
Personen
inteligentesBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige
, y
conDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
que la de los tontosDom
Domme
Domoren
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
, añosJaren atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
, escribíIk componeerde
Ik schiep
Ik schreef
Ik schreef neer
Ik schreef uit
miMi
Mijn

artículoArtikel
Benodigdheid
Bijdrage
Geleding
Gelid
Gewricht
Handelsartikel
Knoop
Lid
Lidwoord
Opstel
Stuk
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
LeHaar
Hem
Het
U
Figaro, mientrasTerwijl el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
mayordomoHofmeier, conDoor
Met
Per
Samen met
esaDat
Die
especieAangelegenheid
Soort
de conmiseraciónMedelijden
que exageraChargeer!
Dik aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chargeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overdrijft
Overdrijf!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
lo queDat wat
Wat
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
de penosaSmartelijk
Smartelijke
una laborArbeiden
Werk
Werken
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se practicaMen maakt, que niEn niet
Evenmin
Noch

siquieraAlthans se concibeBevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een begrip
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt zwanger
Ontvang!
Vorm een begrip!
Word zwanger!
, y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
una costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
 de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
 gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
las personasMensen
Personages
Personen
que nos(Aan) ons
Ons

dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
: 'CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
cansarleAfbeulen
Afjakkeren
Ergeren
Tegenstaan
Vermoeien
Vermoeiend zijn
Vervelen
estornudarNiesen
Niezen
Proesten
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
', compadecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden met
Ik beklaagde
Ik had medelijden
Ik had medelijden met
sinceramenteOprecht a los escritoresSchrijfsters
Schrijvers

diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
: 'QuéWat
Welke
rompecabezasLegpuzzel
Legpuzzels
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
esoDat
Die
Zulks
'. Francisca, por el contrarioHet tegengestelde, adivinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorspelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei voor
Ik beduidde
Ik doorzag
Ik giste
Ik raadde
Ik ried
Ik verwachtte
Ik voorspelde
Ik waarzegde
Ik zegde voor
Ik zei voor
miMi
Mijn

felicidadGeluk y respetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteerde
Ik eerbiedigde
Ik had respect voor
Ik respecteerde
miMi
Mijn
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
. LoDe
Hem
Het
U
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que leHaar
Hem
Het
U
molestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had last van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel lastig
Ik belemmerde
Ik ergerde
Ik had last van
Ik hinderde
Ik leed aan
Ik stoorde
Ik verstoorde
Ik viel lastig
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
que yoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
contaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
Ik berekende
Ik calculeerde
Ik debiteerde
Ik las voor
Ik rekende
Ik rekende uit
Ik telde
Ik telde af
Ik telde neer
Ik verhaalde
Ik vertelde
de
antemano miMi
Mijn
artículoArtikel
Benodigdheid
Bijdrage
Geleding
Gelid
Gewricht
Handelsartikel
Knoop
Lid
Lidwoord
Opstel
Stuk
a Bloch, temiendoBang zijnd voor
Duchtend
Schromend
Terugschrikkend voor
Vrezend
que meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
pisaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep onder de
 voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrapte
Ik betrad
Ik liep onder de
 voet
Ik prakte
Ik stampte aan
Ik trapte in
Ik trapte op
Ik vertrapte
, y diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
: 'TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esaDat
Die
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
desconfiarWantrouwen, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
copiones'. Y Bloch se preparabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich op
, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, una coartadaAlibi
retrospectivaRetrospectief
Retrospectieve
Terugziend
Terugziende
diciéndomeBij zichzelf zeggend
Gezegd wordend
Me noemend
Zeggend
, cada vezElke keer
Steeds
Telkens
que leHaar
Hem
Het
U
esbozabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stippelde uit
Ik ontwierp
Ik schetste
Ik stippelde uit
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que leHaar
Hem
Het
U
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
: 'HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
curiosoBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
, yoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen
, tendré queIk zal behoren
Ik zal dienen
Ik zal horen
Ik zal moeten
leérteloLezen'. (NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
podidoGekund
Gemogen

leérmeloLezen todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
loDe
Hem
Het
U
iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
aquellaDat
Die
Diegene
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
nocheAvond
Nacht
.)

A fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de pegarAanbakken
Aanzetten
Afranselen
Aftuigen
Beuken
Hechten
Houwen
Klappen
Kloppen
Lijmen
Meppen
Plakken
Slaan
Vastnaaien
Vastplakken
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
aquellosDie
Diegene
papelesPapieren
Rollen
que Francisca llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
misMi's
Mijn
papelotes,
se ibanZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich
rompiendoAfbrekend
Brekend
Doorbrekend
Kapot makend
Kapotmakend
Schendend
Stukbrekend
Verbrekend
por uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
uOf otro ladoOverkant
Overzijde
. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
Francisca, en casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
,
ayudarmeBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
a consolidarlosConsolideren
Indikken
Versterken
, de la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
maneraManier
Trant
Wijze
que poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
piezasBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Onderdelen
Schaakstukken
Stukjes
en las partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
usadasAangewend
Afgewerkt
Afgewerkte
Benut
Beschikt over
Gebruikt
Gebruikte
Gedisponeerd
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
de
susHaar
Hun
Uw
Zijn
vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed
, o que mientrasTerwijl esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
alNaar de
Naar het
cristalero comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
alNaar de
Naar het
impresorBoekdrukker
Drukker
, poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
un pedazoBonk
Brok
Eindje
Homp
Stuk
Stukje

de periódicoDagblad
Krant
Periodiek
Periodieke
en el lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
del cristalGlas
Kristal
Ruit
rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken
?62

Por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en un libroBoek
Ik bevrijd
las individualidadesIndividualiteiten (humanasHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
) se componen(Zij) stellen samen
Zij/ze componeren
Zij/ze rijmen
Zij/ze stellen samen
Zij/ze voegen bijeen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten ineen
de
impresionesAfdrukken
Indrukken
Jij/je belicht
Jij/je maakt indruk op
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt tentoon
Jij/je zet uiteen
Sporen
Voetsporen
numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke
que, tomadasAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
, de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
iglesiasBedehuizen
Godshuizen
Kerken
Kerkgebouwen
Moskeeën
Synagogen
Synagoges
Tempelen
Tempels
, de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere

sonatasSonaten
Sonates
, sirven(Zij) dienen
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
sonataSonate, una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
, una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

haríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Ik zou aanmaken
Ik zou bedrijven
Ik zou doen
Ik zou maken
Ik zou uitbrengen
Ik zou uitrichten
Ik zou uitvoeren
yoEgo
Ik
miMi
Mijn
libroBoek
Ik bevrijd
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
Francisca suHaar
Hun
Uw
Zijn
estofadoGesmoord
Gesmoorde
Gestoofd
Gestoofd vlees
Gestoofde
Stoofpot
de vacaKoe
Rund
, que leHaar
Hem
Het
U
gustabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Ik behaagde
Ik beviel
Ik hield van
Ik proefde
Ik stond aan
Ik vond leuk
Ik zon
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
a monsieur
de Norpois, conDoor
Met
Per
Samen met
una gelatinaE441
Gelatine
Gelei
enriquecidaVerrijkt conDoor
Met
Per
Samen met
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
selectosUitgelezen trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken
de carneVlees?
Y yoEgo
Ik
realizaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bewerkstelligen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou realiseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tot stand
 brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verwerkelijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verwezenlijken
Ik zou bewerkstelligen
Ik zou doorvoeren
Ik zou realiseren
Ik zou tot stand
 brengen
Ik zou uitvoeren
Ik zou verrichten
Ik zou verwerkelijken
Ik zou verwezenlijken
por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
lo queDat wat
Wat
, en misMi's
Mijn
paseosAvenues
Boulevards
Ommetjes
Promenades
Wandeldekken
Wandeldreven
Wandelingen
Wandelplaatsen
Wandelwegen
por el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Guermantes, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
deseéIk ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste
y
creíIk dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
, alNaar de
Naar het
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
, me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
acostumbrarmeGewend zijn
Gewoon zijn
Plegen
nuncaNimmer
Nooit
a irmeGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
a la
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
un besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen
a miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, o, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, a la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de que a Albertina leHaar
Hem
Het
U
gustabanZij/ze behaagden
Zij/ze bevielen
Zij/ze hielden van
Zij/ze proefden
Zij/ze stonden aan
Zij/ze vonden leuk
Zij/ze zonnen
las
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
, ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
conDoor
Met
Per
Samen met
la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
acabéIk besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
por vivirLeven
Wonen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
siquieraAlthans notarAantekenen
Bemerken
Merken
Noteren
Opmerken
Opschrijven
Te boek stellen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
nuestrosOnze
Van ons

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
temoresAngsten
Beduchtheden
Vrezen
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
nuestrasOnze
Van ons
mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen
esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
superioresBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
a nuestrasOnze
Van ons

fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
y podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
acabarAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen
por dominarBedwingen
Beheersen
De boventoon voeren
Domineren
Overheersen
Uitschitteren
los unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
y realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken
las otrasAnder
Andere
Nog één
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->