EMPERADORKeizer
Zwaardvis (MalhumoradoSlecht gehumeurd.)
EseDat
Die territorioBan
Gebied
Grondgebied
Territoir
Territorium todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! aúnNog
Nog altijd
Nog steeds en el fondoEigenlijk
Strikt genomen del marZee.
ARZOBISPOAartsbisschop
AlNaar de
Naar het que leHaar
Hem
Het
U correspondenZij/ze gaan aan
Zij/ze komen overeen
Zij/ze passen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n derechosAanspraken
Bevoegdheden
Claims
Pretenties
Recht
Rechte
Rechten
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheden
Vandehands
Vandehandse y tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast pacienciaGeduld
Lijdzaamheid leHaar
Hem
Het
U llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf! tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook suHaar
Hun
Uw
Zijn tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd. Que vuestraJullie
Uw
Van jullie palabraBewoording
Woord
mantengaBlijft
Handhaaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Houdt u erop na!
Houdt u!
Ik houd
Ik houd erop na
Ik onderhoud
Onderhoudt u! en vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze.
EMPERADORKeizer
Zwaardvis
Un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus y tendré queIk zal behoren
Ik zal dienen
Ik zal horen
Ik zal moeten donarSchenken todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el ImperioImperium
Keizerrijk
Rijk.
ACTOActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet V
(CampoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige.)
ComentarioCommentaar [L275]: EseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats Fausto, alNaar de
Naar het que se leHaar
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven el ámbitoOmtrek adecuadoAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
que lleve aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee voor
Ik neem mee naar
Ik neem mee voor
Neemt u mee naar!
Neemt u mee voor! cumplimientoAanvulling
Beleefdheid
Compliment
Gadeslaan
Nakomen
Naleven
Observeren
Plichtpleging
Strikte naleving
Toekijken
Toezien
Toppunt
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Vervulling
Volbrengen
Voleinding
Volmaaktheid
Voltrekken
Waarnemen suHaar
Hun
Uw
Zijn sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ansiadoVurig begeerd, el queDat
Die
Hij die
Wie leHaar
Hem
Het
U hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen
que el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd se detengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt.
CAMINANTEZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
SíJa
Jawel
Wel
Zich, ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn los umbríos tilosKleinbladige lindes
Lindebomen
Linden
Lindes
Steenlindes
Winterlindes
Zomerlindes, robustosFerm
Ferme
Fors
Forse
Hecht
Hechte
Krachtig
Krachtige
Potig
Potige
Robuust
Robuuste
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Stoer
Stoere
Struis
Struise y adultosGroot
Grote
Meerderjarig
Meerderjarige
Mondig
Mondige
Volgroeid
Volgroeide
Volwassen
Volwassenen. Y pensarDenken que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de encontrarlosHen aantreffen ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg. AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel, aquellaDat
Die
Diegene cabañaHut
Stulp que meMe
Mij cobijóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huisvestte cuandoAls
Tijdens
Wanneer las olasBaren
Golven
Gulpen tempestuosas meMe
Mij
arrojaronZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze smeten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze wierpen uit hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs las dunasDuinen. QuisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid a misMi's
Mijn servicialesBehulpzaam
Behulpzame
Hulpvaardig
Hulpvaardige y activosActief
Actieve
Activa
Afdoend
Afdoende
Arbeidzaam
Arbeidzame
Baten
Bedrijvend
Bedrijvende
Bedrijvig
Bedrijvige
Doeltreffend
Doeltreffende
Effecten
Effectief
Effectieve
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Overgankelijk
Overgankelijke
Tegoeden
Transitief
Transitieve
Vlijtig
Vlijtige
Werkdadig
Werkdadige
Werkend
Werkende
Werkzaam
Werkzame huéspedesGasten
Hosts
Introducés
Kostgangers
Logés
Pensiongasten, masDoch
Echter
Maar
Plus noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank creo queIk denk dat
los vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende por aquelDat
Die entoncesDan
Dus
Toen eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude. ¡SíJa
Jawel
Wel
Zich eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren genteLieden
Lui
Mensen
Volk de bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart! ¿GolpearéIk zal bonken
Ik zal bonzen
Ik zal hengsten
Ik zal houwen
Ik zal klappen
Ik zal kloppen
Ik zal meppen
Ik zal opvallen
Ik zal slaan la
puertaDeur
Poort
Portier o los llamaréIk zal aanbellen
Ik zal aanroepen
Ik zal bellen
Ik zal benoemen
Ik zal heten
Ik zal kloppen
Ik zal luiden
Ik zal noemen
Ik zal opbellen
Ik zal oproepen
Ik zal praaien
Ik zal roepen
Ik zal schellen
Ik zal telefoneren
Ik zal uitmaken voor a vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen? RecibidAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer! miMi
Mijn saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals conDoor
Met
Per
Samen met vuestraJullie
Uw
Van jullie habitualGewone
Gewoon
Gewoonlijk
Habitué
Stamgast
Trouwe bezoeker hospitalidadGastvrijheid
Hospitaliteit aúnNog
Nog altijd
Nog steeds disfrutáisJullie genieten van de la
dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven de procurarMoeite doen
Pogen
Proberen
Streven
Trachten
Uitreiken
Verschaffen
Verstrekken
Zich beijveren
Zoeken
Zorgen dat bienestarWelvaart
Welzijn.
BAUCIS (BuenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer ancianaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude.)
ApreciadoAchting gehad voor
Achting toegedragen
Begroot
Geacht
Geapprecieerd
Gehecht aan
Gehouden van
Gemogen
Geschat
Getaxeerd
Gewaardeerd
Hooggeacht
Op prijs gesteld forasteroBuitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Vreemd
Vreemde, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hagas ruidoJij/je maakt lawaai. ManténteHoud erop na!
Houd!
Onderhoud! en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen, dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten a miMi
Mijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man. Un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
prolongadoGerekt
Verlengd
Voortgeschreden deparaBied aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft
Schenk!
Verschaf! alNaar de
Naar het ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude prontaGereed actividadActiviteit
Bedrijvigheid en una breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte vigiliaWake.
CAMINANTEZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
DiGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!, buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, ¿estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit aúnNog
Nog altijd
Nog steeds aquíAlhier
Hier paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren miMi
Mijn agradecimientoBedanken
Dankbaarheid
Danken?, ¿eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats túGe
Gij
Je
Jij la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve que ayudasteJij/je baatte
Jij/je hielp
Jij/je stond bij
Jij/je stond ter zijde juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
a tuJe
Jouw maridoEchtgenoot
Gemaal
Man a un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd?, ¿eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats Baucis, la queDat
Die
Wie
Zij die diligentementeIjverig reavivaste el alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
de un moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende? (Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! el maridoEchtgenoot
Gemaal
Man.) ¿EresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats túGe
Gij
Je
Jij FilemónFilemon, el queDat
Die
Hij die
Wie con valorDapper
Gedurfd
Moedig consiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf arrancarleAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren miMi
Mijn tesoroSchat a
las olasBaren
Golven
Gulpen? Una rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge hogueraBrandstapel y el argentinoArgentijn
Argentijns
Argentijnse son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit vuestraJullie
Uw
Van jullie esquilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Knip!
Scheer!
Snoei!
Zee-ui fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren la soluciónOplossen
Oplossing que buscasteisJullie gingen halen
Jullie haalden
Jullie haalden af
Jullie haalden op
Jullie keken uit
Jullie snorden
Jullie zagen uit
Jullie zochten
Jullie zochten op
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! aquellaDat
Die
Diegene arriesgadaBedenkelijk
Bedenkelijke
Geriskeerd
Gewaagd
Gewaagde
In gevaar gebracht
Op het spel gezet
Risico gelopen
Risico genomen
Riskant
Riskante
Verspeeld
Waaghalzerig
Waaghalzerige aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, dejadLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que avanceAnticipeert u!
Beweegt u voort!
Gaat u vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Ik anticipeer
Ik beweeg voort
Ik ga vooruit
Ik kom vooruit
Ik vorder
Komt u vooruit!
Vooruitgang
Vordering
Vordert u! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! verBekijken
Kijken
Zien el marZee sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te confines, dejadLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que receBidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bidt
Ik bid,
sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer el pechoBoezem
Borst muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer oprimidoAdellijk
Adellijke
Benauwd
Benauwde
Broeierig
Broeierige
Drukkend
Drukkende
Goor
Gore
Gortig
Gortige
Muf
Muffe
Onderdrukt
Opgekropt
Oud
Oudbakken
Oude
Smoezelig
Smoezelige
Verdrongen
Verdrukt
Verkropt
Verstikkend
Verstikkende
Zwoel
Zwoele. (AvanzaAnticipeer!
Beweeg voort!
Ga vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Kom vooruit!
Vorder! por las dunasDuinen.)
FILEMl1N (A BAUCIS).
DateDateert u!
Doe je voor!
Gebeur!
Geef je gewonnen!
Geef je over!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dateert
Ik dateer
Kom voor!
Ontsta! prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid y pon la mesaDek tafel! en el sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus floridoBloemrijk
Bloemrijke de nuestroOns
Onze
Van ons jardincito. DéjaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que corraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Holt u!
Ik hol
Ik loop hard
Ik race
Ik ren
Ik snel
Ik sprint
Loopt u hard!
Racet u!
Rent u!
Snelt u!
Sprint u!, déjaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que se
asombreBevreemdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondert
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Verbaast u!
Verwondert u!, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se creeráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal denken dat
ze zijn lo queDat wat
Wat va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar verBekijken
Kijken
Zien. (Se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het viajeroReis-
Reiziger.) MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!, el marZee que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer fieramenteWreed
teJe
Jou tratóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejegende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beredeneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betitelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef handel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had in handen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hanteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schold uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen, salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste y espumanteZij/ze bruisen
Zij/ze schuimen
Zij/ze schuimen af
Zij/ze tintelen, míraloBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans cultivadoAangekweekt
Aangeplant
Bebouwd
Beschaafd
Bewerkt
Gekweekt
Geteeld
Verbouwd comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin, míraloBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en un
cuadroBed
Bloembed
Bloemperk
Chassis
Doek
Frame
Kader
Perk
Schema
Schilderij
Schildering
Schilderstuk
Tabel
Tuinbed
Vierkant paradisiaco. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat capacitadoBekwaamd paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer misMi's
Mijn fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
se desvanecieronZij/ze bezwijmden
Zij/ze gingen in rook
op
Zij/ze raakten bewusteloos
Zij/ze verdwenen
Zij/ze vielen flauw
Zij/ze vielen in zwijm, la olaBaar
Golf
Gulp estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook. Los audacesBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige servidoresServers de hábilesBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Bevoegd
Bevoegde
Geoefend
Geoefende
Gerechtigd
Gerechtigde
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige maestrosGrootmeesters
Instructeurs
Leraars
Leraren
Maestro's
Meesters
Onderwijzers cavaronZij/ze groeven
Zij/ze spitten
Zij/ze spitten om
Zij/ze woelden fosasGraven
Holten
Holtes
eEn hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit diquesDijken
Dokken
Waterkeringen, redujeronZij/ze herleidden
Zij/ze kookten in
Zij/ze krompen in
Zij/ze reduceerden
Zij/ze vereenvoudigden
Zij/ze zetten los derechosAanspraken
Bevoegdheden
Claims
Pretenties
Recht
Rechte
Rechten
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheden
Vandehands
Vandehandse del marZee paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren, los señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren de susHaar
Hun
Uw
Zijn dominios. MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je verdea una praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! la dehesaBeemd
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland, el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin, el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam y el bosqueBos
Woud. VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien y disfrutaGeniet van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
el solSol
Zon se despediráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afscheid nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afscheid nemen
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vaarwel zeggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vaarwel zeggen
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlaten prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds en la lejaníaVerschiet
Verte se extiendenZij/ze rekken zich
Zij/ze rekken zich uit
Zij/ze strekken zich uit velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen que buscanZij/ze gaan halen
Zij/ze halen
Zij/ze halen af
Zij/ze halen op
Zij/ze kijken uit
Zij/ze snorren
Zij/ze zien uit
Zij/ze zoeken
Zij/ze zoeken op en la nocheAvond
Nacht un puertoHaven seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker,
y es queDat komt omdat
Want las avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld conocen(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze leren kennen
Zij/ze maken kennis
Zij/ze weten
Zij/ze zijn bekend met bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart suHaar
Hun
Uw
Zijn nidoNest. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig verásJe zult zien
Jij/je zal bekijken
Jij/je zal kijken
Jij/je zal zien en lontananza la espumaBruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tintelt
Mousse
Schuim
Schuim af!
Schuim!
Tintel! azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur del marZee y a tuJe
Jouw derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse y
a tuJe
Jouw izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse un terrenoGebied
Terrein densamente pobladoBevolkt
Bevolkte.
(SentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld a la mesaLa mesa en el jardincito.)
BAUCIS
¿EstásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit silenciosoGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llevasJij/je berekent
Jij/je brengt
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt in rekening
Jij/je brengt mede
Jij/je brengt mee
Jij/je brengt weg
Jij/je draagt
Jij/je hebt aan
Jij/je hebt op
Jij/je hebt voor
Jij/je neemt mee
Jij/je vervoert ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk a tuJe
Jouw bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater resecaDroge
Droog
Mager
Magere?
FILEMÓNFilemon
Tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
Wil u! enterarse deZich informeren over cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je se obróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind prodigioWonder. TúGe
Gij
Je
Jij que conDoor
Met
Per
Samen met tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin hablasJij/je converseert
Jij/je praat
Jij/je spreekt, daleGeef het cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
BAUCIS
RealmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk aquíAlhier
Hier haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tenido lugarAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Voorgekomen
Voorgevallen un prodigioWonder, y desde queSinds esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind se manifestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manifesteerde zich noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen sosiegoBedaardheid
Ik bedaar
Ik kalmeer
Ik stel gerust
Rust,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle elloDat
Het noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve.
FILEMÓNFilemon
¿PudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sumidoBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt en el pecadoGezondigd
Zonde gedaan el EmperadorKeizer
Zwaardvis que leHaar
Hem
Het
U ofrecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor a élHem
Hij las orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U anuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend un
heraldoHeraut
Voorbode resoplandoBriesend
Snuivend suHaar
Hun
Uw
Zijn trompetaAchterbrug alNaar de
Naar het pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan por aquíAlhier
Hier? En un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde de nuestrasOnze
Van ons dunasDuinen se
asentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer: tiendasBoetieks
Huiven
Jij/je breidt uit
Jij/je houdt op
Jij/je ontvouwt
Jij/je rekt
Jij/je spreidt
Jij/je spreidt uit
Jij/je steekt uit
Jij/je strekt
Jij/je strekt uit
Kampeertenten
Tenten
Winkels
Zaken, cabañasHutten
Stulpen... Y en medioMiddenin del verdor erigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer suHaar
Hun
Uw
Zijn palacioPaleis.
BAUCIS
De díaOverdag eEn inútilmente susHaar
Hun
Uw
Zijn servidoresServers hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer conDoor
Met
Per
Samen met los azadones y las palasPallas
Pannekoekmessen
Pannenkoekmessen
Scheppen
Schoppen
Taartscheppen, golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot a golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot; allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin revoloteabanZij/ze fladderden
Zij/ze flirtten
Zij/ze scharrelden
Zij/ze wapperden
Zij/ze waren aan de
scharrel pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren por la nocheAvond
Nacht, al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had un diqueDijk
Dok
Waterkering construidoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden. DebióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
haberBezitting
Hebben
Zijn sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen sangrientosBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens la nocheAvond
Nacht resonabanZij/ze galmden
Zij/ze resoneerden
Zij/ze weergalmden
Zij/ze weerklonken los gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer. CuandoAls
Tijdens
Wanneer en
direcciónAdres
Adresseren
Besturen
Besturing
Chaufferen
Directie
Dirigeren
Koers
Leiding
Mennen
Regie
Richten
Richting
Rijden
Sturen
Stuurversnelling
Vervoeren alNaar de
Naar het marZee corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte fuegoVuur ardienteBrandend
Gloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige, al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had un canalGeul
Gracht
Kanaal
Kil
Vaargeul
Vaart
Wijk
Zeegat. EseDat
Die hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees! a DiosGod
Godheid,
ambicionaAmbieer!
Ding naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt naar
Verlang naar! nuestraOns
Onze
Van ons cabañaHut
Stulp y nuestroOns
Onze
Van ons sotoHakhout y aunKattenklauw
Nog
Zelfs cuandoAls
Tijdens
Wanneer se las daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! de vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend hay queMen moet mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
sumisiónOnderworpenheid anteSuède
Ten overstaan van
Voor élHem
Hij.
FILEMÓNFilemon
ÉlHem
Hij nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ofrecidoAangeboden
Geboden
Te koop aangeboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel.
BAUCIS
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank te fíesJij/je deelt in vertrouwen
mede del enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden del marZee, manténteHoud erop na!
Houd!
Onderhoud! firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige a tuJe
Jouw alturaHoogte
Verhevenheid.
FILEMÓNFilemon
ComentarioCommentaar [L276]: FilemónFilemon
y Baucis sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn el símboloSymbool
Zinnebeeld de la
hospitalidadGastvrijheid
Hospitaliteit por excelenciaBij uitstek.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer JúpiterJupiter y MercurioKwik
Kwikzilver
Mercurius
decidieronZij/ze beslisten
Zij/ze besloten
Zij/ze maakten uit
Zij/ze namen zich voor recorrerAfleggen
Aflopen
Bereizen
Doorgaan
Doorreizen
Doortrekken
Gaan door
Rondreizen el mundoAardrijk
Wereld paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
verBekijken
Kijken
Zien cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat lesHen
Hun
U dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende cobijoIk bedek
Ik herberg
Ik huisvest en
suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
ComentarioCommentaar [L277]: En
edicionesDrukken
Oplagen
Oplages
Uitgaven antiguasAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen
Wasserboden y, partiendoAfbrekend
Delend
Op weg gaand
Opsplitsend
Opstappend
Splitsend
Startend
Tijgend
Uitgaand
Verdelend
Vertrekkend
Weggaand de estaDeze
Dit
errata, las traduccionesOverzettingen
Vertaalwerken
Vertalingen disponiblesBeschikbaar
Beschikbare
Disponibel
Disponibele
Liquide
Voorhanden
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn vertidoGegoten
Geplengd
Geschonken
Gestort
Gestrooid
Gieten
Ingegoten
Ingeschonken
Schenken
Storten
Vergoten estaDeze
Dit fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede de
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze hartoIk erger
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Zat
Zatte desconcertanteVerbijsterend
Verbijsterende. 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teJe
Jou
fíesJij/je bent borg voor
Jij/je blijft borg voor
Jij/je deelt in vertrouwen
mede
Jij/je verkoopt op krediet
Jij/je vertrouwt toe del sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem de las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters'
(Roviralta). 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank te fíesJij/je deelt in vertrouwen
mede del fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
de las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters' (Valverde). AlNaar de
Naar het
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen, la palabraBewoording
Woord correctaBijgestuurd
Correct
Correcte
Gecorrigeerd
Goed
Goede
Juist
Juiste
Nagekeken
Recht
Rechte
Verbeterd
Zuiver
Zuivere esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Wasserboten, es decirDat wil zeggen
Namelijk, un enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
del reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat de las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters, un emisarioAfgezant
Bode
Gezant
de Fausto.
Vamos aWij/we gaan naar la capillaKapel
Muziekkapel a verEens kijken
Even kijken los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen del solSol
Zon, toquemosLaten we aankomen
Laten we aanraken
Laten we aanroeren
Laten we aanzitten
Laten we beroeren
Laten we gaan
Laten we kleppen
Laten we klinken
Laten we overgaan
Laten we raken
Laten we slaan
Laten we spelen
Laten we toucheren
Laten we uitvoeren
Laten we voorspelen
Wij/we beroeren
Wij/we gaan
Wij/we gaan over
Wij/we kleppen
Wij/we klinken
Wij/we komen aan
Wij/we raken
Wij/we raken aan
Wij/we roeren aan
Wij/we slaan
Wij/we spelen
Wij/we spelen voor
Wij/we toucheren
Wij/we voeren uit
Wij/we zitten aan la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp, arrodillémonosLaten we knielen
Laten we neerknielen, recemosLaten we bidden
Wij/we bidden.
Encomendémonos alNaar de
Naar het viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten DiosGod
Godheid.
PALACIOPaleis
(AmplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin de recreoPauze. Un gran canalCanal grande, en líneaOnline rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse.
FAUSTO, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude, paseandoAan de wandel zijnd
Lopend
Tippelend
Wandelend meditabundo.)
LINCEO EL VIGÍA (Por un altavozLuidspreker.)
El solSol
Zon se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan, los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste navíosSchepen arribanZij/ze komen aan
Zij/ze komen weer op
verhaal
Zij/ze landen
Zij/ze landen aan
Zij/ze lopen binnen alNaar de
Naar het puertoHaven surcandoDoorklievend
Doorploegend
Doorsnijdend
Rimpelend el marZee conDoor
Met
Per
Samen met premuraHaast
Spoed. Una granGroot
Grote naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! a
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot de llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven aquíAlhier
Hier por el canalGeul
Gracht
Kanaal
Kil
Vaargeul
Vaart
Wijk
Zeegat. Los abigarradosBont
Bonte
Kleurig
Kleurige
Kleurrijk
Kleurrijke
Veelkleurig
Veelkleurige gallardetes ondeanZij/ze golven alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke. En los enhiestos mástilesMasten
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn desplegadasOntplooid
Ontward
Ontwikkeld las velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen. De tiJe
Jou se enorgulleceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt trots
Maak trots! el naveganteNavigator
Navigerend
Navigerende, en el momentoHet ogenblik supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste teJe
Jou sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht la
fortunaFortuna.
(Suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus! la esquilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Knip!
Scheer!
Snoei!
Zee-ui en las dunasDuinen.)
FAUSTO (EnfurecidoHels gemaakt
Woedend gemaakt.)
¡MalditoVervloekt
Vervloekte ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer! ProduceBerokken!
Breng op!
Breng teweeg!
Breng voort!
Doe aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt af
Lever op!
Produceert
Richt aan!
Sticht!
Veroorzaak!
Werp af! una heridaBezeerd
Blessure
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuur
Verwond
Verwonding
Wond vergonzante, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus disparadoGepaft
Geschoten
Gevuurd arteramente. AnteSuède
Ten overstaan van
Voor misMi's
Mijn ojosKijkers
Ogen miMi
Mijn
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast límitesGrenzen
Limieten
Perken, el enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid meMe
Mij atormentaDoe verdriet aan!
Folter!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet verdriet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze foltert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op de
pijnbank
Kwel!
Leg op de pijnbank! a misMi's
Mijn espaldasRuggen. ConDoor
Met
Per
Samen met un envidiosoAfgunstig
Afgunstige
Ijverzuchtig
Ijverzuchtige
Jaloers
Jaloerse
Wangunstig
Wangunstige tañidoBespeeld
Bespelen
Getrommeld
Trommelen meMe
Mij recuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog! que
misMi's
Mijn posesionesBezittingen
Eigendommen
Goederen
Vermogens noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn limpiasGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Jij/je loutert
Jij/je maakt schoon
Jij/je poetst
Jij/je reinigt
Jij/je snoeit
Jij/je wrijft op
Jij/je zuivert
Louter
Loutere
Netto-
Opgewreven
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere, en esaDat
Die arboledaHakhout de tilosKleinbladige lindes
Lindebomen
Linden
Lindes
Steenlindes
Winterlindes
Zomerlindes, la choza oscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere, la ruinosaBouwvallig
Bouwvallige
Tot puin vervallen
Vervallen ermita, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
míosVan mij. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen extrañasBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Jij/je bant
Jij/je bevreemdt
Jij/je houdt van de
deur
Jij/je laakt
Jij/je maakt aanmerking op
Jij/je verbaast
Jij/je verbant
Jij/je vindt vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke meMe
Mij estremecenZij/ze doen beven
Zij/ze doen schudden. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una espinaDoorn
Graat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgraat
Ontgraat!
Visgraat clavadaGeschikt
Geschikte
Ingeslagen
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Vastgepind
Vastgepinde
Vastgespijkerd
Vastgespijkerde en
misMi's
Mijn ojosKijkers
Ogen y en misMi's
Mijn piesPoten
Voeten. OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, ojaláHopelijk estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg de aquíAlhier
Hier.
LINCEO (TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook por altavozLuidspreker.)
ConDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke brío navegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze navigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze netsurft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze websurft
Navigeer!
Netsurf!
Surf!
Vaar!
Websurf! haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor acáAlhier
Daar
Hier la naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig de vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige coloresKleuren, alNaar de
Naar het impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing del frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse vientoWind de la tardeDe middag. CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich apilandoOphopend
Opstapelend, alNaar de
Naar het tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd que ellaHaar
Ze
Zij prosigueGa door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door suHaar
Hun
Uw
Zijn rauda marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan, cofresGeldkisten, cajasBakken
Blikjes
Blikken
Bussen
Dozen
Emmers
Etuis
Flessen
Foedralen
Geldkisten
Kassa's
Kassen
Kisten
Kokers
Korven
Kratten
Kruiken
Potten
Schrijnen
Sloffen
Spaarbanken
Trommels
Trommeltjes
Urnen
Vaten
Zakken y sacosTassen
Zakken.
(NaveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig magníficaBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende, cargadaBeladen
Belast
Berekend
Bestormd
Gegeid
Geladen
Geërgerd
In rekening gebracht
Ingeladen
Opgegeid
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld de multitudDrom
Menigte
Schare de productosBeschotten
Gewrochten
Oogstopbrengsten
Opbrengsten
Producten
Producties
Voortbrengselen
Voortbrengsels de tierrasAardbodems
Aardrijken
Bodems
Gronden
Landen lejanasAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde.)
(EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in MEFISTÓFELES y LOS TRES3
Drie VIOLENTOSAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse.)
COROCoro
Koor
Rei
Zangkoor
AquíAlhier
Hier yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds arribamosWij/we komen aan
Wij/we komen weer op
verhaal
Wij/we kwamen aan
Wij/we kwamen weer op
verhaal
Wij/we landden
Wij/we landden aan
Wij/we landen
Wij/we landen aan
Wij/we liepen binnen
Wij/we lopen binnen.
AquíAlhier
Hier desembarcamosWij/we gaan van boord
Wij/we gingen van boord.
SalveBehoudt u!
Bergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik behoud
Ik berg
Ik red
Redt u! alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer.
SalveBehoudt u!
Bergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik behoud
Ik berg
Ik red
Redt u! alNaar de
Naar het patrónAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Meester
Opperhoofd
Patroon
Sjabloon.
(DesembarcanZij/ze gaan van boord. Las mercancíasHandelswaren
Waren sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn llevadasAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht a tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land.)
MEFISTÓFELES
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig nos hemosWij/we gedragen ons
Wij/we krijgen het met
iemand aan de stok
Wij/we meten ons met
iemand puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring a pruebaOp proef
Perfekt; estaremosWij/we zullen liggen
Wij/we zullen ons bevinden
Wij/we zullen zijn
Wij/we zullen zitten contentosBevredigingen
Genoegdoeningen
Tevreden
Tevredenheden
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el patrónAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Meester
Opperhoofd
Patroon
Sjabloon loDe
Hem
Het
U alabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait lof toe
Loof!
Prijs!
Roem!
Zwaai lof toe!. PartimosWij verdelen
Wij/we braken af
Wij/we breken af
Wij/we deelden
Wij/we delen
Wij/we gaan op weg
Wij/we gaan weg
Wij/we gingen op weg
Wij/we gingen weg
Wij/we splitsen
Wij/we splitsen op
Wij/we splitsten
Wij/we splitsten op
Wij/we stappen op
Wij/we stapten op
Wij/we starten
Wij/we startten
Wij/we tijgen
Wij/we togen
Wij/we verdeelden
Wij/we verdelen
Wij/we vertrekken
Wij/we vertrokken conDoor
Met
Per
Samen met sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend dos2
Do's
Twee
Tweede navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen y
a puertoHaven hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen conDoor
Met
Per
Samen met veinte20
Twintig. NuestrasOnze
Van ons hazañasHuzarenstukjes sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn puestasAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd de manifiestoAanschouwelijk
Ik laat blijken
Ik manifesteer
Ik toon
Ik uit
Manifest por nuestroOns
Onze
Van ons cargamentoCargo
Goederen
Lading
Scheepslading
Vracht.
El libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde marZee prestaBehendig
Behendige
Bereid
Bereide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Leen uit!
Leen!
Snel
Snelle
Vlug
Vlugge
Voortvarend
Voortvarende suHaar
Hun
Uw
Zijn libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid alNaar de
Naar het espírituGeest
Geestgesteldheid; ¿quiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds lo queDat wat
Wat esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats cavilarPiekeren
Zich het hoofd breken? De la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
se prosperaBloei!
Floreer!
Gedij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze floreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart wel
Kom vooruit!
Tier!
Vaar wel! esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats conDoor
Met
Per
Samen met una garraKlauw rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge. Se pescaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vist
Vis!
Vissen
Visserij un pezPek
Vis, se atrapaBetrap!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt te pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Krijg beet!
Krijg te pakken!
Neem beet!
Pak vast!
Pak!
Vang!
Vat! una naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig y se esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon de tres3
Drie; se
atraeBekoor!
Haal aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker! conDoor
Met
Per
Samen met garfiosHaken a una cuarta4e
Kwart
Vierde y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds leHaar
Hem
Het
U empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Snijd aan!
Vang aan! a irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte a la quinta5e
Aanmonstering
Kwint
Rekrutering
Vijfde. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!, se tienenMen heeft
Zij/ze beheersen zich
Zij/ze houden stil
Zij/ze houden zich
Zij/ze houden zich in
Zij/ze houden zich op
de been
Zij/ze staan stil
Zij/ze worden gehandhaafd
Zij/ze worden in stand
gehouden
Zij/ze zetten zich schrap derechosAanspraken
Bevoegdheden
Claims
Pretenties
Recht
Rechte
Rechten
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheden
Vandehands
Vandehandse.
Se nos(Aan) ons
Ons exigenZij/ze eisen
Zij/ze eisen op
Zij/ze rekenen
Zij/ze schrijven voor
Zij/ze vereisen
Zij/ze vergen
Zij/ze verlangen
Zij/ze vorderen finesBesluiten
Beëindigingen
Doeleinden
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Einden
Eindes
Enden
Honken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende mediosDoorsnedes
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helften
Instrumenten
Matigingen
Media
Medium
Middelbaar
Middelbare
Middelen
Middelmaats
Middelmaten
Midden-
Middens
Milieus
Omgevingen
Remedies
Tussenstoffen
Tweelingen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij hace faltaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is nodig saberKennen
Smaken
Weten el arteKunst marinoIk leg in
Ik maak in
Ik marineer
Marien
Mariene
Zee-: la gue-ra, el comercioBedrijfsvoering
Handel
Ik drijf handel
Ik ga om
Ik handel
Koophandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Transactie
Zaak y
la pirateríaKaping
Piraterij sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn una trinidadDrie-eenheid
Trinidad
Triniteit inseparableOnafscheidelijk
Onafscheidelijke.
LOS TRES3
Drie VIOLENTOSAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
NiEn niet
Evenmin
Noch graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen, niEn niet
Evenmin
Noch saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut, niEn niet
Evenmin
Noch saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut, niEn niet
Evenmin
Noch graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats como siAlsof leHaar
Hem
Het
U trajéramos aWij/we brachten naar nuestroOns
Onze
Van ons señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat pestilente. ÉlHem
Hij
nos(Aan) ons
Ons pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de ascoAfkeer
Misselijkheid
Walg
Walging
Weeheid
Weerzin, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U halagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vleit
Vlei! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart regio.
MEFISTÓFELES
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esperéisJullie hopen
Jullie staan te wachten
Jullie verwachten
Jullie voorzien
Jullie wachten
Jullie wachten af
Jullie wachten op
Jullie zien vooruit
Jullie zijn bedacht op recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tomasteisJullie accepteerden
Jullie dronken
Jullie gebruikten
Jullie kregen binnen
Jullie namen
Jullie namen aan
Jullie namen af
Jullie namen in
Jullie nuttigden
Jullie ontvingen
Jullie pakten
Jullie raapten op
Jullie slikten in
Jullie sloegen in
Jullie snoven op
Jullie vatten
Jullie vatten aan vuestraJullie
Uw
Van jullie parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de botínBuit
Gevangenneming
Prooi
Vangst.
LOS TRES3
Drie VIOLENTOSAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
EstoDeze
Dit fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank aburrirnosVervelen, todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle reclamamosWij/we eisen
Wij/we eisten
Wij/we reclameerden
Wij/we reclameren partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort.
MEFISTÓFELES
ComentarioCommentaar [L278]: NiEn niet
Evenmin
Noch los
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus expertosBedreven
Deskundig
Deskundige
Ervaren
Experten
Experts
Geoefend
Geoefende
Specialisten
Zaakkundig
Zaakkundige estudiososBeoefeningen
Etudes
Onderzoeken
Schetsen
Studies
Studio's
Studiën
Uitoefeningen de Goethe
saben(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals estaDeze
Dit alabanzaLofuiting
Loven
Prijzen
Roemen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! dirigidaBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd
alNaar de
Naar het canalGeul
Gracht
Kanaal
Kil
Vaargeul
Vaart
Wijk
Zeegat o a Fausto.
OrdenadBestel!
Beveel!
Gelast!
Ruim op!
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden! primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, en una salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, todos losAlle objetosDingen
Mikpunten
Objecten
Onderwerpen
Voorwerpen preciososKostbaar
Kostbare
Waardevol
Waardevolle. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer élHem
Hij veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u! tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele riquezaRijkdom y
la valoreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taxeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waardeert
Ik taxeer
Ik waardeer
Taxeert u!
Waardeert u! conDoor
Met
Per
Samen met másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus detalleAardigheidje
Behandelt u in details!
Bijzonderheid
Detail
Haalt u uit de
vorm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt in details
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit de
vorm
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt in het
klein
Ik behandel in details
Ik haal uit de
vorm
Ik verkoop in het
klein
Item
Verkoopt u in het
klein!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se mostraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich laten
zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich vertonen tacañoBenepen
Gierig
Gierigaard
Gierige
Krenterig
Krenterige
Vrekkig
Vrekkige y dará aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitzien op la tripulaciónBemanning
Scheepsbemanning
Scheepsvolk fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij. Las avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld de
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere coloresKleuren llegaránZij/ze zullen aangeven
Zij/ze zullen aankomen
Zij/ze zullen aanlanden
Zij/ze zullen aanreiken
Zij/ze zullen arriveren
Zij/ze zullen doorbrengen
Zij/ze zullen verdrijven mañanaMorgen
Ochtend y yoEgo
Ik cuidaré deIk zal behartigen
Ik zal bezorgd zijn
Ik zal me bekommeren
Ik zal verzorgen
Ik zal zorg dragen
Ik zal zorgen ellasHen
Ze
Zij de la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever de las formasFormaliteiten
Gedaanten
Gedaantes
Jij/je formeert
Jij/je gaat aan
Jij/je paradeert
Jij/je praalt
Jij/je prijkt
Jij/je pronkt
Jij/je vormt
Manieren
Vormen
Wijzen. muchosVeel
Vele
Zeer
Zere coloresKleuren llegaránZij/ze zullen aangeven
Zij/ze zullen aankomen
Zij/ze zullen aanlanden
Zij/ze zullen aanreiken
Zij/ze zullen arriveren
Zij/ze zullen doorbrengen
Zij/ze zullen verdrijven mañanaMorgen
Ochtend y yoEgo
Ik cuidaré deIk zal behartigen
Ik zal bezorgd zijn
Ik zal me bekommeren
Ik zal verzorgen
Ik zal zorg dragen
Ik zal zorgen ellasHen
Ze
Zij de la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever de las formasFormaliteiten
Gedaanten
Gedaantes
Jij/je formeert
Jij/je gaat aan
Jij/je paradeert
Jij/je praalt
Jij/je prijkt
Jij/je pronkt
Jij/je vormt
Manieren
Vormen
Wijzen. (La cargaDe lading
De vracht esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats apartadaAfgehouden
Afgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Apart
Aparte
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Onthouden
Onttrokken
Opzij geschoven
Weggehaald
Weggehouden
Weggezet
de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. A FAUSTO.) ConDoor
Met
Per
Samen met frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde adustaBar
Barre
Droefgeestig
Droefgeestige
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Melancholiek
Melancholieke
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Weemoedig
Weemoedige
Zwaar
Zwaarmoedig
Zwaarmoedige
Zware y miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien sombríaDonker
Donkere
Somber
Sombere recibesJij/je accepteert
Jij/je begroet
Jij/je geniet
Jij/je krijgt
Jij/je neemt aan
Jij/je ontvangt
Jij/je toucheert tuJe
Jouw granGroot
Grote fortunaFortuna. La elevadaBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! coronadaBekroond
Gekroond. Las orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en armoníaEendracht
Harmonie
Samenklank conDoor
Met
Per
Samen met el marZee. De la orillaBand
Boord
Kant
Korst
Kust
Oever
Rand
Stootkant
Wal
Waterkant
Zoom recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer! el marZee complaciente a las
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen prestas aJij/je leent aan una rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge travesíaDwarsstraat
Dwarsweg
Overgang
Oversteek
Overtocht
Overvaart
Zijstraat
Zijweg. ConfiesaBeken!
Biecht op!
Biecht!
Erken!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe que desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit aquíAlhier
Hier, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind palacioPaleis, tuJe
Jouw brazoArm abarcaBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt te veel
tegelijk op zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Neem te veel tegelijk
op je!
Omvat! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el
mundoAardrijk
Wereld. De aquíAlhier
Hier todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle surgióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spatte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspoot, aquíAlhier
Hier pusimosWij/we brachten op
Wij/we brachten op gang
Wij/we deden
Wij/we deden aan
Wij/we kregen aan de
praat
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we legden op
Wij/we plaatsten
Wij/we schakelden in
Wij/we staken
Wij/we stelden
Wij/we stopten
Wij/we trokken aan
Wij/we vlijden
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke barracaBarak de tablasBorden
Delen
Lijsten
Pat
Planken
Tabellen
Tabletten
Tafelen
Tafels, se abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij una pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne zanjaDoe af!
Graaf funderingen!
Gracht
Greppel
Groef
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graaft funderingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Kuil
Loopgraaf
Sloot
Sluit af! alláDaar
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans trabajaArbeid!
Bewerk
Bewerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arbeidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Werk! el remoIk roei
Riem
Roeien
Roeiriem
Roeispaan diligenteIjverig
Ijverige
Naarstig
Naarstige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige. TuJe
Jouw brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent! y el esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging de tusJe
Jouw partidariosAanhangers
Adepten
Leden
Lidmaten
Partijgangers
Partijleden se hicieronZij/ze raakten
Zij/ze werden
merecedoresWaardig
Waardige del premioBeloning
Ik bekroon
Ik ken een prijs
toe
Premie
Prijs: el marZee y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit aquíAlhier
Hier fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was...
FAUSTO
EseDat
Die 'aquíAlhier
Hier', esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel malditoVervloekt
Vervloekte esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn granGroot
Grote pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn. TeJe
Jou loDe
Hem
Het
U deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld decir aZeggen tegen tiJe
Jou que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat que meMe
Mij
punzaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Pik!
Priem!
Prik!
Steek! el corazónHart
Klokhuis, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat insufrible paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij. Y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals teJe
Jou dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei, meMe
Mij avergüenzaBeschaam!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt beschaamd
Maak beschaamd!. Los viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd marcharseWeggaan, yoEgo
Ik desearíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ambiëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aspireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dingen naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou haken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou najagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nastreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou snakken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou streven naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trek hebben
in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wensen
Ik zou ambiëren
Ik zou aspireren
Ik zou begeren
Ik zou dingen naar
Ik zou haken naar
Ik zou hunkeren
Ik zou najagen
Ik zou nastreven
Ik zou smachten
Ik zou smachten naar
Ik zou snakken naar
Ik zou streven naar
Ik zou trek hebben
in
Ik zou verkiezen
Ik zou verlangen
Ik zou wensen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij vivirLeven
Wonen a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem de esosDie tilosKleinbladige lindes
Lindebomen
Linden
Lindes
Steenlindes
Winterlindes
Zomerlindes, esosDie pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige árbolesBomen
Masten que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
míosVan mij meMe
Mij impidenZij/ze beletten
Zij/ze blokkeren
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verhoeden
Zij/ze voorkomen la plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige posesiónBezit
Bezitting
Eigendom
Goed
Vermogen del mundoAardrijk
Wereld. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien en todos losAlle contornosOmlijningen
Omtrekken, meMe
Mij
gustaría(Het) zou bevallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bevallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou leuk vinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou proeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zinnen
Ik zou aanstaan
Ik zou behagen
Ik zou bevallen
Ik zou houden van
Ik zou leuk vinden
Ik zou proeven
Ik zou zinnen construirAanleggen
Bouwen
Construeren
Ineenzetten
Maken
Met elkaar verbinden armazonesAnkers
Armaturen
Chassis
Frames
Onderstellen
Wagenstellen de maderaHouten
Van hout de ramaAfdeling
Branche
Tak en ramaAfdeling
Branche
Tak, quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou abrirleOpenen a miMi
Mijn miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien un amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
de visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen verBekijken
Kijken
Zien todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! de un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht abarcarBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Te veel tegelijk op
zich nemen estaDeze
Dit obra maestraMeesterwerk del
espírituGeest
Geestgesteldheid humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke que, activándose inteligentemente, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen ampliasBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde tierrasAardbodems
Aardrijken
Bodems
Gronden
Landen para queOpdat
Zodat las habitaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huisde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gevestigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde in
Ik bewoonde
Ik huisde
Ik resideerde
Ik was gevestigd
Ik woonde
Ik woonde in la
genteLieden
Lui
Mensen
Volk. Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende nos(Aan) ons
Ons torturaFoltering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze martelt
Kwelling
Martel!
Marteling
Penitentie
Temptatie conDoor
Met
Per
Samen met muchaVeel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!, en estaDeze
Dit abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid, aquelloDat
Die
Diegene
Zulks de lo queDat wat
Wat carecemosWij/we hebben niet
Wij/we missen. El
sonidoGeluid
Gerucht
Klank de la esquilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Knip!
Scheer!
Snoei!
Zee-ui, el aromaAroma
Boeket
Geur de los tilosKleinbladige lindes
Lindebomen
Linden
Lindes
Steenlindes
Winterlindes
Zomerlindes, meMe
Mij envuelvenZij/ze bakeren
Zij/ze bakeren in
Zij/ze brengen met zich
mee
Zij/ze impliceren
Zij/ze pakken
Zij/ze pakken in
Zij/ze rollen op
Zij/ze sluiten in
Zij/ze strengelen
Zij/ze verpakken
Zij/ze wikkelen
Zij/ze winden
Zij/ze zwachtelen in como siAlsof estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was en una iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel o en la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!.
El libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen de la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin se quiebraBankroet
Breek af!
Breek door!
Breek stuk!
Breek!
Failliet
Faillissement
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Krach
Schend!
Verbreek! en estaDeze
Dit arenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand de playaStrand. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je conseguiréIk zal behalen
Ik zal bereiken
Ik zal buitmaken
Ik zal erin slagen
om
Ik zal inhalen
Ik zal krijgen
Ik zal reiken tot
Ik zal verkrijgen
Ik zal vervolgen
Ik zal verwerven extinguirBlussen
Doven
Uitblussen
Uitdoen
Uitdoven
Uitmaken esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje? CuandoAls
Tijdens
Wanneer suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus! la esquilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Knip!
Scheer!
Snoei!
Zee-ui, la iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak se desataHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Maak los! en míMe
Mij.
MEFISTÓFELES
NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats normalGewone
Gewoon
Normaal
Normale
Standaard- que eseDat
Die granGroot
Grote disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart teJe
Jou hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! segregarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften bilisGal. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je negarloLoochenen
Ontkennen? A todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan eseDat
Die tintineoIk kletter
Ik klingel
Ik rinkel
Ik tingel leHaar
Hem
Het
U parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! odiosoGehaat
Gehate. EseDat
Die malditoVervloekt
Vervloekte resonarGalmen
Resoneren
Weergalmen
Weerklinken de campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen ensombreceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verduistert
Verduister! el cieloHemel
Lucht claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere del
atardecerAvond worden
Avondschemering
Schemeren, se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt conDoor
Met
Per
Samen met cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes acontecimientoBelangrijke gebeurtenis
Evenement
Gebeurde
Gebeurtenis
Gelegenheid
Geval
Voorgevallene, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke bañoBad
Baden
Badkamer
Badkuip
Ik baad
Ik doe in bad
Ik dompel
Ik overgiet
Ik was
Wassen
Wc hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la sepulturaBegrafenis
Begraven
Graf
Grafkuil
Grafstede
Teraardebestelling. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats como siAlsof, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking y vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking de campanaAfzuigkap
Klok
Stolp, la vidaHachje
Leven se convirtiera enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap evanescente.
FAUSTO
La resistenciaDe weerstand y la obstinación arruinanZij/ze ruïneren
Zij/ze verwoesten el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere de los logros, por elloDat
Het y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! miMi
Mijn tormentoFolteren
Kwellen
Kwelling
Marteling
Penitentie
Temptatie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige.
MEFISTÓFELES
¿Por quéWaarom tienes queJij/je behoort
Jij/je dient
Jij/je hoort
Jij/je moet sentirteAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen abrumadoBedolven
Overstelpt
Verpletterd? Hace tiempoAllang
Sinds lang
Vanouds tendrías queJij/je zou behoren
Jij/je zou dienen
Jij/je zou horen
Jij/je zou moeten haberBezitting
Hebben
Zijn llevado a caboNagekomen
Nageleefd
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Voltrokken esaDat
Die
colonizaciónKolonisatie.
FAUSTO
VeBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Vé
Verloop!
Zie! entoncesDan
Dus
Toen y apártalosHaal weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houd af!
Houd weg!
Onthoud!
Onttrek!
Scheid af!
Scheid!
Schift!
Schuif opzij!
Zet weg!
Zonder af! de míMe
Mij. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet cuálWat
Welk
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon y pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne haciendaHaciënda que escogíIk koos
Ik koos uit
Ik las uit
Ik pikte uit
Ik selecteerde
Ik verkoos
Ik zocht uit paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los
ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude.
MEFISTÓFELES
Se los sacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af! de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds y se los transportaBreng over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transporteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert
Transponeer!
Transporteer!
Vervoer!
Voer!, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer nos demosWij/we doen ons voor
Wij/we gebeuren
Wij/we geven ons gewonnen
Wij/we geven ons over
Wij/we groeien
Wij/we komen voor
Wij/we ontstaan cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen, estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten repuestosGeantwoord
Hernomen
Hersteld
Tegengesproken
Vervangen
Weder opgevoerd
Weer op zijn plaats
gezet. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn soportadoVerdragen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid, una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende mansiónHerberg
Herenhuis
Onderdak
Verblijf los desagraviará. (LanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp! un silbidoFluiten
Gefluit
Gieren
Piepen
Sissen agudoAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige.
LOS TRES3
Drie VIOLENTOSAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse vuelvenZij/ze draaien
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze gaan terug
Zij/ze gaan weer
Zij/ze keren
Zij/ze keren terug
Zij/ze keren weder
Zij/ze komen terug
Zij/ze komen weder
Zij/ze komen weerom
Zij/ze lopen terug
Zij/ze trekken terug
Zij/ze wenden
Zij/ze wentelen
Zij/ze zwenken.) VenidKom mee!
Kom! a la llamadaDe zogenaamde del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer y mañanaMorgen
Ochtend habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la
tripulaciónBemanning
Scheepsbemanning
Scheepsvolk.
LOS TRES3
Drie VIOLENTOSAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos(Aan) ons
Ons recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde debidamenteOp de juiste wijze, la tripulaciónBemanning
Scheepsbemanning
Scheepsvolk se merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien! una fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij.
MEFISTÓFELES (A los espectadoresToeschouwers.)
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar ocurrirAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Overkomen
Plaatsvinden
Voorkomen
Voorvallen aquíAlhier
Hier, lo queDat wat
Wat sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op! desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit hace tiempoAllang
Sinds lang
Vanouds, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer un talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke Nabot que tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
una viñaWijnberg
Wijngaard (ReyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, I, 2121
Eenentwintig).
NOCHEAvond
Nacht PROFUNDADiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
LINCEO (CantandoZingend desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit suHaar
Hun
Uw
Zijn puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring de vigía en el castilloBurcht
Kasteel
Slot.)
NacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! escrutarDe stembriefjes tellen van
Doorgronden
Nasporen
Navorsen
Onderzoeken
Turen,
encargadoAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Opdracht gegeven
Opgedragen de mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien.
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend ligadoAangesloten
Gebonden
Gelieerd
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden a la torreToren
y en contemplaciónAanschouwing
Beraad
Beschouwen
Beschouwing
Koekeloeren
Overweging del mundoAardrijk
Wereld.
AtisboIk begluur
Ik bespied
Ik bespioneer
Ik sta op de
uitkijk las lejaníasVerschieten
Verten
Vertes.
SéBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! todo lo queHoeveel ook estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks.
ConozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet lunaMaan
Ruit
Staande spiegel y estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren
ComentarioCommentaar [L279]: Las avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld
que Mefistófeles esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
animarAanmoedigen
Aanporren
Aansporen
Aanvuren
Aanwakkeren
Aanzetten
Animeren
Bemoedigen
Bezielen
Opmonteren
Opvrolijken
Opwekken
Prikkelen
Stimuleren
Verlevendigen la fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn un nutridoGevoed
grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm de prostitutasProstituees portuariasHaven- conDoor
Met
Per
Samen met
atavíosGalanterieën
Kramerij
Opschik
Toiletten de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere coloresKleuren.
ComentarioCommentaar [L280]: Nabot se
negóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loochende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkende a entregarAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afleveren
Bestellen
Bezorgen
Doorbrengen
Inleveren
Leveren
Overgeven
Overhandigen
Overleggen
Ter hand stellen
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijven suHaar
Hun
Uw
Zijn viñaWijnberg
Wijngaard alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Acab
y por elloDat
Het fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was acusadoAangeduid
Aangeklaagd
Aangeklaagde
Aangewezen
Beklaagde
Beschuldigd
Beschuldigde
Beticht
Getoond
Verraden
Verweerder falsamenteIncorrect
Onjuist
Verkeerd y
apedreadoGestenigd.
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook los bosquesBossen
Wouden y ciervosHerten.
DistingoIk bespeur
Ik krijg in de
smiezen
Ik krijg in het
oog
Ik maak onderscheid tussen
Ik onderken
Ik onderscheid
Ik ontwaar en lo queDat wat
Wat veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el encantoBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Gratie
Ik bekoor
Ik ben dol op
Ik charmeer
Ik vind geweldig
Ik vind prachtig que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast,
y complacidoBevredigd
Gepaaid
Tegemoetgekomen aan
Tevreden gesteld
Voldaan de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
me alegroIk verheug me conmigoMet mij
Met mij mee mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve.
VosotrosGijlieden
Je
Jullie, felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke ojosKijkers
Ogen,
todo lo queHoeveel ook habéisJullie hebben
Jullie zijn vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
en todas lasAlle situacionesHoudingen
Liggingen
Posities
Situaties
Situatiën
Standen
Toestanden
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer belloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon en realidadRealiteit
Werkelijkheid.
(PausaPauze
Rust)
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! recrearme
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven situadoGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd.
Un estremecimientoHuiveren
Huivering
Rillen cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid,
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie chisporrotearFlikkeren
Knetteren
Kraken fuegoVuur
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen de los tilosKleinbladige lindes
Lindebomen
Linden
Lindes
Steenlindes
Winterlindes
Zomerlindes,
un incendioBrand
Ik steek in brand
Vuurzee que creceGedij!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Neem toe!
Was aan!
Was! y creceGedij!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Neem toe!
Was aan!
Was!
atizado por la corrienteDe stroom
prendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een onderpand
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint de genegenheid
van
Ik neem een onderpand
van
Ik win de genegenheid
van
Neemt u een onderpand
van!
Steek op!
Wint u de genegenheid
van! la mohosaBeschimmeld
Beschimmelde
Duf
Duffe
Muf
Muffe
Schimmelig
Schimmelige cabañaHut
Stulp.
Se comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan! a gritarBalken
Blaten
Brullen
Gieren
Grommen
Hinniken
Joelen
Loeien
Roepen
Schreeuwen
Uitjouwen 'auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde',
masDoch
Echter
Maar
Plus nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand atiendeBedien!
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt aandacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat acht op
Let op!
Pas op!
Schenk aandacht!
Sla acht op! la llamadaDe zogenaamde.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge!, ¡quéWat
Welke penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen los ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude!
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer atentosAandacht geschonken
Aandachtig
Aandachtige
Acht geslagen op
Attent
Attente
Bediend
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Geholpen
Gelet op
Gepast op
Heus
Heuse
Hoffelijk
Hoffelijke
Opgelet
Opgepast
Oplettend
Oplettende
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame alNaar de
Naar het fuegoVuur
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn víctimasDupes
Getroffenen
Slachtoffers de la humareda.
¡QuéWat
Welke horrorosaAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen!
La llamaDe vlam ardeBen aan!
Blaak!
Brand!
Gloei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan conDoor
Met
Per
Samen met fulgorFlikkering
Glans
Schittering rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood.
La cabañaHut
Stulp estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tiznada.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals al menosAlthans
Tenminste pudieranZij/ze konden
Zij/ze mochten salvarseZich redden
del infiernoHel
Inferno
Onderwereld allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds desatadoLosgemaakt.
Las lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen de fuegoVuur se elevanZij/ze bereiken een hoge
positie
Zij/ze stijgen
Zij/ze stijgen op
Zij/ze verheffen zich.
Por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten y ramasAfdelingen
Branches
Takken
el ramaje chisporroteaFlikker!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze flikkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knettert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraakt
Knetter!
Kraak!.
PrendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een onderpand
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint de genegenheid
van
Ik neem een onderpand
van
Ik win de genegenheid
van
Neemt u een onderpand
van!
Steek op!
Wint u de genegenheid
van! y cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval! rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug.
¿Por quéWaarom yoEgo
Ik heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de percibirloAanvoelen
Bemerken
Geld innen
Gewaar worden
Merken
Ontvangen
Opmerken
Vermoeden
Vernemen
Waarnemen?
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde miMi
Mijn vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht?
La capillaKapel
Muziekkapel se estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cayendoAfvallend
Gerakend
Latend vallen
Neervallend
Vallend
Verschietend
Vervallend,
la derrumbaDoe ineenstorten!
Haal neer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ineenstorten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt neer el pesoHet gewicht del techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
dak
Plafond.
LlamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren serpenteantes suben(Zij) rijzen
Zij/ze beklimmen
Zij/ze bestijgen
Zij/ze brengen naar boven
Zij/ze dragen naar boven
Zij/ze gaan naar boven
Zij/ze gaan omhoog
Zij/ze gaan op
Zij/ze klimmen
Zij/ze komen op
Zij/ze rijzen
Zij/ze staan op
Zij/ze stappen in
Zij/ze stappen in de
trein
Zij/ze stijgen
Zij/ze verrijzen
Zij/ze wassen
y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn llegandoAangevend
Aankomend
Aanlandend
Aanreikend
Arriverend
Doorbrengend
Reikend
Verdrijvend a las copasBekers
Bokalen
Borrels
Cups
Drankjes
Drinkbekers
Glaasjes
Glazen.
Se quemanZij/ze branden
Zij/ze branden aan
Zij/ze branden zich hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la raízRadix
Stam
Wortel
Wortel (deel van plant)
troncosBoomstammen
Rompen
Stammen candentes comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals púrpuraPaars
Purper.
(LargaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde pausaPauze
Rust. CantoIk zing
Zangkunst.)
Un regaloCadeau
Donatie
Gave
Geschenk
Gift
Ik geef cadeau
Ik schenk
Schenking paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los ojosKijkers
Ogen
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is desaparecidoVerdwenen
Vermiste hoyHeden
Vandaag.
FAUSTO (En la terrazaTerras situadaGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd frente aTegenover
Vergeleken met
Versus las dunasDuinen.)
¿QuéWat
Welke lamentos oigoIk hoor
Ik verneem
Ik versta cantarZingen? El cantoIk zing
Zangkunst y la melodíaDeun
Deuntje
Melodie
Wijs
Wijsje lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven aquíAlhier
Hier muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer tardíosLaat
Late
Tardief
Tardieve
Vergevorderd
Vergevorderde. MiMi
Mijn vigía se lamentaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt. DentroBinnen
Daarbinnen
Erin
de míMe
Mij sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer turbaciónBenardheid
Hinder
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid por estosDeze
Dezen actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten impacientesJij/je doet het geduld
verliezen van
Jij/je maakt ongeduldig. PeroDoch
Echter
Maar comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el bosqueBos
Woud de tilosKleinbladige lindes
Lindebomen
Linden
Lindes
Steenlindes
Winterlindes
Zomerlindes fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was eliminadoAfgeschaft
Geëlimineerd
Opgedoekt
Uitgemaakt
Uitgeschakeld
Uitgesloten
Verwijderd
Weggedaan
Weggewerkt y quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n horriblesAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende troncosBoomstammen
Rompen
Stammen medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling carbonizadosVerkoold, prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden una atalayaUitkijktoren paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien a la inmensidadEnormiteit. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig veréIk zal bekijken
Ik zal kijken
Ik zal zien la nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! que cobijaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal herbergen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal huisvesten a esaDat
Die parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal que, conmovidaAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde por miMi
Mijn
generosaGenereus
Genereuze
Gul
Gulle
Kwistig
Kwistige
Mild
Milde
Overvloedig
Rijkelijk
Rijkelijke
Royaal
Royale
Scheutig
Scheutige
Vrijgevig
Vrijgevige reparaciónNakijken
Reparatie
Schadevergoeding, disfrutaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal genieten van alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke de susHaar
Hun
Uw
Zijn últimosAchterste
Jongstleden
Laatste díasDagen
Etmalen.
MEFISTÓFELES Y LOS TRES3
Drie VIOLENTOSAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse (DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder.)
VenimosWij/we komen
Wij/we komen mee alNaar de
Naar het troteDraaft u!
Dribbelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dribbelt
Ik draaf
Ik dribbel largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig. ¡PerdonadBegenadig!
Vergeef!!, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. GolpeamosWij/we bonken
Wij/we bonkten
Wij/we bonsden
Wij/we bonzen
Wij/we hengsten
Wij/we hengstten
Wij/we hieuwen
Wij/we houwen
Wij/we klappen
Wij/we klapten
Wij/we kloppen
Wij/we klopten
Wij/we meppen
Wij/we mepten
Wij/we slaan
Wij/we sloegen
Wij/we vallen op
Wij/we vielen op en la puertaDeur
Poort
Portier, peroDoch
Echter
Maar nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand nos(Aan) ons
Ons
abríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
Ik begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende. La empujamosWij/we douwden
Wij/we douwen
Wij/we dringen
Wij/we drongen
Wij/we duwden
Wij/we duwen
Wij/we stieten
Wij/we stootten
Wij/we stoten, la sacudimosWij/we schokken
Wij/we schokten
Wij/we schudden
Wij/we schudden op
Wij/we wrikken
Wij/we wrikten y la carcomida puertaDeur
Poort
Portier se vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder. LlamamosWij/we belden
Wij/we belden aan
Wij/we belden op
Wij/we bellen
Wij/we bellen aan
Wij/we bellen op
Wij/we benoemden
Wij/we benoemen
Wij/we heetten
Wij/we heten
Wij/we kloppen
Wij/we klopten
Wij/we luidden
Wij/we luiden
Wij/we maakten uit voor
Wij/we maken uit voor
Wij/we noemden
Wij/we noemen
Wij/we praaiden
Wij/we praaien
Wij/we riepen
Wij/we riepen aan
Wij/we riepen op
Wij/we roepen
Wij/we roepen aan
Wij/we roepen op
Wij/we schelden
Wij/we schellen
Wij/we telefoneerden
Wij/we telefoneren a vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen, proferimosWij/we spraken
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken
Wij/we spreken uit
Wij/we uiten
Wij/we uitten
seriasErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige amenazasBedreigingen
Dreigementen
Dreigingen
Jij/je bedreigt
Jij/je dreigt, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank encontramosWij/we bevinden
Wij/we bevonden
Wij/we komen tegen
Wij/we kwamen tegen
Wij/we ontmoeten
Wij/we ontmoetten
Wij/we traden tegemoet
Wij/we treden tegemoet
Wij/we treffen
Wij/we treffen aan
Wij/we troffen
Wij/we troffen aan
Wij/we vinden
Wij/we vonden acogidaAangenomen
Begroeting
Geaccepteerd
Ontvangen
Opgenomen
Opgevangen algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats! en estosDeze
Dezen casosCasus
Casussen
Gevallen
Naamvallen
Zaken, niEn niet
Evenmin
Noch nos(Aan) ons
Ons escucharonZij/ze beluisterden
Zij/ze hoorden aan
Zij/ze hoorden toe
Zij/ze luisterden
Zij/ze luisterden toe,
niEn niet
Evenmin
Noch quisieronZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden hacerloDoen
Laten
Maken. NosotrosOns
We
Wij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn titubeadoGeaarzeld
Gedubd
Geschoorvoet
Geschroomd
Gewaggeld
Gewankeld
Geweifeld
Gewiebeld
Gezwicht y teJe
Jou hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn libradoBevrijd de ellosHen
Ze
Zij. La parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, anteSuède
Ten overstaan van
Voor la agitaciónAgitatie
Agiteren
Onrust
Ophitsen
Opruien
Opstoken
Opwinden
Roeren
Schudden cayeronZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer exánimes. Un extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte y pretendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze claimde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aanspraak op resistirseIn opstand komen
Muiten
Rebelleren
Zich verweren
conDoor
Met
Per
Samen met la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken. UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n ascuas que en pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd se esparcieronZij/ze gingen in rook
op
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze verdwenen
Zij/ze vermaakten zich buiten aventadasGelucht
Gespuid
Geventileerd
Gewand
Uitgelucht por la
encarnizada luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel! prendieronZij/ze staken op la pajaRietje
Stro. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ardeBen aan!
Blaak!
Brand!
Gloei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan librementeVrij
Vrijelijk comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep de leñaBrandhout paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ellosHen
Ze
Zij
tres3
Drie.
FAUSTO
¿FuisteisJullie begaven je
Jullie gebeurden
Jullie gingen
Jullie hadden plaats
Jullie karden
Jullie liepen
Jullie liepen van stapel
Jullie reden
Jullie verliepen
Jullie voeren
Jullie vonden plaats
Jullie waren sordosDoof
Dove a misMi's
Mijn palabrasBewoordingen
Woorden? YoEgo
Ik queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou una permutaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permuteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruilt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verruilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet om van
de volgorde
Permuteer!
Ruil in!
Ruil!
Verruil!
Wissel in!
Wissel uit!
Wissel!
Zet om van de
volgorde!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank un expolio. MaldigoIk vervloek vuestraJullie
Uw
Van jullie acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
y locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige y compartiréisJullie zullen delen vuestraJullie
Uw
Van jullie culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld.
COROCoro
Koor
Rei
Zangkoor
HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand un dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk: obedeceGehoorzaam!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamt diligentementeIjverig alNaar de
Naar het poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige y tenazHecht
Hechte
Kleverig
Kleverige
Koppig
Koppige
Onbreekbaar
Onbreekbare
Taai
Volhardend
Volhardende, arriesgaBreng in gevaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in gevaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt risico
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt risico
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
spel
Loop risico!
Neem risico!
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Zet op het spel! tuJe
Jouw
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, tuJe
Jouw haciendaHaciënda y a tiJe
Jou mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
(Se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich.)
FAUSTO (En el balcónBalkon
Erker.)
Las estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren y suHaar
Hun
Uw
Zijn fulgorFlikkering
Glans
Schittering se ocultanZij/ze duiken onder
Zij/ze houden zich schuil
Zij/ze verbergen zich
Zij/ze verschuilen zich, el fuegoVuur decreceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verflauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt minder
Neem af!
Slink!
Taan!
Verflauw!
Verminder!
Word minder! y susHaar
Hun
Uw
Zijn llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. SoplaBlaas uit!
Blaas!
Geef in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waait
Inspireer!
Waai! un vientoWind que meMe
Mij
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak escalofríoHuivering; el humoDamp
Rook y la nieblaDe mist se ciernenMen zeeft
Zij/ze zweven sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! míMe
Mij. FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was una ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer precipitadaGedaan neerslaan
Haastig
Haastige, que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
cumplidaGadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen conDoor
Met
Per
Samen met mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere precipitaciónNeerslag aúnNog
Nog altijd
Nog steeds. ¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat se mueveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert zich
Men roert en el aireLucht conDoor
Met
Per
Samen met eseDat
Die aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen fantasmal?
MEDIANOCHEMiddernacht
(Cuatro4
Vier mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen canosasMet wit haar
Witharig
Witharige.)
LA PRIMERA1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
MiMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats EscasezSchaarste.
LA SEGUNDA2e
Tweede
MiMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats CulpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld.
LA TERCERA3e
Derde
Terts
MiMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats InquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting.
LA CUARTA4e
Kwart
Vierde
MiMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats NecesidadBehoefte
Nood
Noodzaak.
LAS TRES3
Drie (MenosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd la INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting.)
La puertaDeur
Poort
Portier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan. AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon! un ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se nos(Aan) ons
Ons dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan.
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
YoEgo
Ik me convertiré enIk zal worden una sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem.
CULPABeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
YoEgo
Ik me extinguiréIk zal uitsterven.
NECESIDADBehoefte
Nood
Noodzaak
De míMe
Mij apartanZij/ze halen weg
Zij/ze houden af
Zij/ze houden weg
Zij/ze onthouden
Zij/ze onttrekken
Zij/ze scheiden
Zij/ze scheiden af
Zij/ze schiften
Zij/ze schuiven opzij
Zij/ze zetten weg
Zij/ze zonderen af la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend la tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk a loDe
Hem
Het
U buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu.
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
HermanasZussen
Zusters, niEn niet
Evenmin
Noch podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien niEn niet
Evenmin
Noch debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
te
Jullie zijn verschuldigd entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan. La inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting se deslizaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal glibberen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal glijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal glippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opschuiven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schuiven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitglijden por la cerraduraAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Slot
Sluiten
Toedoen.
(La INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting desapareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwijnt
Verdwijn!.)
ESCASEZSchaarste
HermanasZussen
Zusters canosasMet wit haar
Witharig
Witharige, marchaosGa weg! de aquíAlhier
Hier.
CULPABeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
IréIk zal gaan
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over tiJe
Jou, masDoch
Echter
Maar
Plus muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks.
NECESIDADBehoefte
Nood
Noodzaak
Pisándote los talonesCognossementen
Connossementen
Hielen
Kwitanties
Ontvangbewijzen
Ontvangstbewijzen
Reçu's
Souches
Talons
Vrachtbrieven teJe
Jou seguiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bewandelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opvolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal volgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voortvloeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voortzetten la NecesidadBehoefte
Nood
Noodzaak.
LAS TRES3
Drie
Las nubesWolken se disipanZij/ze gaan over
Zij/ze trekken op
Zij/ze trekken weg
Zij/ze vergaan
Zij/ze vervliegen, las estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren se extinguenZij/ze sterven uit. AlláDaar atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug, alláDaar atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la lejaníaVerschiet
Verte, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la lejaníaVerschiet
Verte,
de ahíVandaar viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee nuestraOns
Onze
Van ons hermanaZus
Zuster, la MuerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden.
FAUSTO (En el palacioPaleis.)
ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag venirKomen
Meekomen a cuatro4
Vier, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend tres3
Drie se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entendíIk begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
Ik voelde aan el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig de susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden. Sonó(Het) klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot zijn neus algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen a
'necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak' o tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht a 'muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden'. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un sonidoGeluid
Gerucht
Klank huecoDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Gat
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holte
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Kuil
Opening
Put
Uitholling
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande, fantasmal y vaporoso. TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand
abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs miMi
Mijn liberaciónBevrijding
Ontheffing
Verlossing
Vrijlating. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht quitarAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen de miMi
Mijn pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la magiaMagie
Toverkunst y olvidarAfleren
Vergeten
Verleren todos losAlle
ensalmos, anteSuède
Ten overstaan van
Voor tiJe
Jou, NaturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, entoncesDan
Dus
Toen mereceríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou waard zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou waardig zijn
Ik zou toekomen
Ik zou verdienen
Ik zou waard zijn
Ik zou waardig zijn la penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent.
ComentarioCommentaar [L281]: En el
originalApart
Aparte
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele, estaDeze
Dit quinta5e
Aanmonstering
Kwint
Rekrutering
Vijfde hermanaZus
Zuster esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el
hermanoBroeder
Broer
Frater der Tod (la MuerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden), que
en alemánDuits
Duitse
Duitse taal
Duitser esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats masculinoMannelijk
Mannelijke.
ComentarioCommentaar [L282]: En
alemánDuits
Duitse
Duitse taal
Duitser 'necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak' y 'muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden'
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn dos2
Do's
Twee
Tweede monoslabos muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer similaresGelijksoortig
Gelijksoortige:
Not y Tod.
Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist lo queDat wat
Wat eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was, antes deAlvorens te
Voor buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken en la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid y condenarVeroordelen a la maldiciónVervloeking
Verwensing, conDoor
Met
Per
Samen met palabrasBewoordingen
Woorden sacrílegas, a
míMe
Mij y alNaar de
Naar het mundoAardrijk
Wereld. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans el aireLucht estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige de esosDie fantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se sabeMen weet cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je evitarlosMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen. AunKattenklauw
Nog
Zelfs en los
díasDagen
Etmalen en queWaarin el cieloHemel
Lucht despejadoOnbewolkt
Onbewolkte
Opgehelderd
Zonnig
Zonnige meMe
Mij sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht, la nocheAvond
Nacht meMe
Mij enredaBetrek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwikkelt
Verstrik!
Verwar!
Verwikkel! en una madeja de lúgubresAkelig
Akelige
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Vervelend
Vervelende sueñosDromen
Slapen. VuelvoIk draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik herhaal
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
de la praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland recientementeOnlangs
Recentelijk reverdecida y graznaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snatert
Kras!
Snater! un pájaroVogel. ¿QuéWat
Welke nos(Aan) ons
Ons anuncianZij/ze adverteren
Zij/ze annonceren
Zij/ze dienen aan
Zij/ze kondigen aan
Zij/ze maken bekend susHaar
Hun
Uw
Zijn graznidos?
InfortunioOngeluk. TardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u! o tempranoPril
Prille
Vroeg
Vroege
Vroegtijdig
Vroegtijdige, enredadoBetrokken
Verstrikt
Verward
Verwikkeld por la supersticiónBijgeloof
Bijgelovigheid, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se convierte enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt sucesosBelevenissen
Evenementen
Feiten
Gebeurden
Gebeurtenissen
Voorgevallenen significativosBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende,
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn avisosAdviesjachten
Bekendmakingen
Berichten
Kennisgevingen
Maren
Tijdingen
Verwittigingen
Waarschuwingen, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn presagiosAankondigingen
Voorspellingen
Voortekenen
Voortekens, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig atemorizadoBang gemaakt
Geïntimideerd
Vrees aangejaagd, estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten. La puertaDeur
Poort
Portier rechinaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knarst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze piept
Knars!
Piep!, peroDoch
Echter
Maar nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!.
(AtemorizadoBang gemaakt
Geïntimideerd
Vrees aangejaagd.) ¿HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand alguienEen of ander
Een zeker
Iemand ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds?
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
EsaDat
Die preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag! reclamaEis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reclameert
Reclameer! un síJa
Jawel
Wel
Zich.
FAUSTO
¿QuiénWie eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats túGe
Gij
Je
Jij?
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
YoEgo
Ik yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit aquíAlhier
Hier.
FAUSTO
¡AléjateVerwijder je van!!
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit en el lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel que meMe
Mij corresponde(Het) komt overeen
Ga aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Kom overeen!
Pas!.
FAUSTO (HablandoConverserend
Pratend
Sprekend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! síJa
Jawel
Wel
Zich, primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke coléricoBoos
Boze
Cholerisch
Cholerische
Driftig
Driftige
Giftig
Giftige, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo apaciguadoBedaard
Gekalmeerd
Gerustgesteld.)
AndateGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom nou!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk! con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hagasJij/je bedrijft
Jij/je brengt uit
Jij/je doet
Jij/je maakt
Jij/je maakt aan
Jij/je richt uit
Jij/je voert uit conjurosBezweringen.
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan meMe
Mij escucheBeluistert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoort u aan!
Hoort u toe!
Ik beluister
Ik hoor aan
Ik hoor toe
Ik luister
Ik luister toe
Luistert u toe!
Luistert u!, tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast ecoEcho
Nagalm
Naklank
Weerklank en los corazonesHarten
Klokhuizen y en ellosHen
Ze
Zij retumbaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou donderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dreunen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weergalmen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weerklinken
Ik zou donderen
Ik zou dreunen
Ik zou weergalmen
Ik zou weerklinken. ConDoor
Met
Per
Samen met una figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor!
transformadaHerschapen
Omgezet
Van gedrag gedaan veranderen
Veranderd
Vermaakt
Vervormd, ejerzoIk ben werkzaam
Ik oefen uit sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! ellosHen
Ze
Zij miMi
Mijn violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid. En los caminosBanen
Routen
Routes
Wegen de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land y sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las olasBaren
Golven
Gulpen del marZee, meMe
Mij
conviertoIk bekeer
Ik converteer
Ik verander
Ik zet om en el horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot que, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al nuncaNimmer
Nooit se buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het y soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer aduladoGevleid
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals imprecado y malditoVervloekt
Vervloekte. ¿NuncaNimmer
Nooit conocisteJij/je kende
Jij/je leerde kennen
Jij/je maakte kennis
Jij/je was bekend met
Jij/je wist la inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting?
FAUSTO
SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb recorridoAfgelegd
Afgelopen
Afleggen
Aflopen
Bereisd
Bereizen
Doorgaan
Doorgegaan
Doorgereisd
Doorgetrokken
Doorreizen
Doortrekken
Gegaan door
Koers
Reis
Rondgereisd
Rondreizen
Route
Tracé
Traject el mundoAardrijk
Wereld y adquiríIk behaalde
Ik kocht
Ik kocht aan
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik verkreeg
Ik verwierf el placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin por los cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid; soltabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte los
Ik liet los
Ik maakte los lo queDat wat
Wat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij satisfacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed aan
Ik voldeed aan y dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
correrHardlopen
Hollen
Racen
Rennen
Snellen
Sprinten
Stromen aquelloDat
Die
Diegene
Zulks que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak que tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten y realizarlosBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk, paséIk bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek miMi
Mijn tumultuosaRumoerig
Rumoerige vidaHachje
Leven; peroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans procuroIk beijver me
Ik doe moeite
Ik poog
Ik probeer
Ik reik uit
Ik streef
Ik tracht
Ik verschaf
Ik verstrek
Ik zoek
Ik zorg dat que estaDeze
Dit discurraBedenkt u!
Bekokstooft u!
Denkt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekokstooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kient uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzint
Ik bedenk
Ik bekokstoof
Ik denk uit
Ik kien uit
Ik verzin
Kient u uit!
Verzint u! conDoor
Met
Per
Samen met
sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid y prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds el orbeRijksappel meMe
Mij resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg! suficientementeGenoeg
Voldoende conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde. La visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien del más alláLangs
Voorbij nos(Aan) ons
Ons estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
vedadaBelemmerd
Belet
Verboden
Verhinderd. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige aquelDat
Die que dirigeAdresseer!
Bestuur!
Chauffeer!
Dirigeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ment
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Men!
Richt!
Rijd!
Stuur!
Vervoer! allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien deslumbrándose eEn imaginaBedenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeeldt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Stel je voor!
Verbeeld je!
Vermoed! que suHaar
Hun
Uw
Zijn igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las nubesWolken. Que permanezcaBlijft u over!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Ik blijf
Ik blijf over
Ik rest
Ik resteer
Ik toef
Ik verblijf
Rest u!
Resteert u!
Toeft u!
Verblijft u! firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige y mireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe! sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend en derredorOmloop
Omtrek. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mundoAardrijk
Wereld paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent inteligenteBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme. ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quéWat
Welke necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef! élHem
Hij andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken erranteZij/ze dolen
Zij/ze dolen rond
Zij/ze dwalen
Zij/ze dwalen rond
Zij/ze maken een fout
Zij/ze vergissen zich
Zij/ze waren
Zij/ze zitten ernaast
Zij/ze zwerven por la eternidadEeuwigheid? AquelloDat
Die
Diegene
Zulks que reconozcaErkent u!
Geeft u toe!
Herkent u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkent
Honoreert u!
Identificeert u!
Ik erken
Ik geef toe
Ik herken
Ik honoreer
Ik identificeer
Ik onderken
Onderkent u! se dejaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terneergeslagen worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aan
iets wijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich overgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verwaarlozen
Men zal laten aprehender.
¡Que prosigaGaat u door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Ik ga door
Zet voort asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig suHaar
Hun
Uw
Zijn caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens la jornadaWerkdag de la vidaHachje
Leven! ¡Que continúeGa door
Gaat u door!
Gaat u verder met!
Gaat u verder!
Gaat u voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u aan!
Ik ga door
Ik ga verder
Ik ga verder met
Ik ga voort
Ik houd aan
Ik vervolg
Ik zet voort
Vervolgt u!
Zet u voort! suHaar
Hun
Uw
Zijn marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al los
espíritusGeesten se ciernanZij/ze zweven fantasmalesFantoom
Geest
Geestverschijning
Schim
Spook
Verschijning! ¡Que en suHaar
Hun
Uw
Zijn avanceAnticipeert u!
Beweegt u voort!
Gaat u vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Ik anticipeer
Ik beweeg voort
Ik ga vooruit
Ik kom vooruit
Ik vorder
Komt u vooruit!
Vooruitgang
Vordering
Vordert u! élHem
Hij, descontentoOntevreden en todos losAlle instantesMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen, se topeBuffer
Bumper
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Komt u tegen!
Ontmoet u!
Steunmuur
Stootkussen
Treedt u tegemoet!
Treft u aan!
Treft u! conDoor
Met
Per
Samen met el
sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart y la fortunaFortuna!
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
A aquelDat
Die que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en miMi
Mijn poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen, el mundoAardrijk
Wereld noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U sirveBedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer! de nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!. Una eternaEeuwig
Eeuwige oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid se cierneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweeft
Men zeeft sobre élEr bovenop. El
solSol
Zon, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! élHem
Hij, niEn niet
Evenmin
Noch saldráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal er mee
weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar buiten
gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op weg
gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegrijden niEn niet
Evenmin
Noch se pondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal insmeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aankleden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aanstellen
Zal men aanbrengen, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al susHaar
Hun
Uw
Zijn sonidosGeluiden
Geruchten
Klanken externosBuiten-
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! en plenasCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige facultadesFaculteiten; las tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
habitaránZij/ze zullen bewonen
Zij/ze zullen gevestigd zijn
Zij/ze zullen huizen
Zij/ze zullen inwonen
Zij/ze zullen resideren
Zij/ze zullen wonen en suHaar
Hun
Uw
Zijn interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen apoderarse deZich meester maken van ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei tesoroSchat. TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer la fortunaFortuna comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el infortunioOngeluk loDe
Hem
Het
U
turbaránZij/ze zullen van zijn
stuk brengen, pasará hambreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal honger lijden en la abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer el placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn los remitiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overmaken alNaar de
Naar het mañanaMorgen
Ochtend, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
nuncaNimmer
Nooit estará(Het/hij/zij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zitten satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane.
FAUSTO
¡BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds! De esta maneraZo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen atraparmeBeetkrijgen
Beetnemen
Betrappen
Pakken
Te pakken krijgen
Vangen
Vastpakken
Vatten. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren esasDie incongruenciasIncongruenties. ¡VeteBen duidelijk!
Blijk!
Ga af!
Ga weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit over
Ik spreek mijn veto
uit
Ik spreek mijn veto
uit over
Laat je zien!
Spreekt u uw veto
uit over!
Spreekt u uw veto
uit!
Vertrek!
Verwijder je!! EsaDat
Die
nefasta letaníaLitanie podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen aturdirBedwelmen alNaar de
Naar het másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige de entreOp
Uit
Van los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten.
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
¿Debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven? ¿Debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! venirKomen
Meekomen? Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet un irresoluto. Por un caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg trilladoAfgeranseld
Afgerost
Afgezaagd
Afgezaagde
Gedorst andaGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom nou!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk! a tientasOp de tast
Op het gevoel y vacilanteAarzelend
Aarzelende. Se
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt perdiendoKwijtrakend
Mislopend
Missend
Opgevend
Verbeurend
Verkwistend
Verliezend
Verspelend y hundiendoOnderduwend cada vezElke keer
Steeds
Telkens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken las veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Vé
Verloop!
Zie! más y másIn toenemende mate
Meer en meer
Steeds meer complicadasGecompliceerd
Gecompliceerde
Ingewikkeld
Ingewikkeld gemaakt
Ingewikkelde
Lastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke, acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit! por hacerseMaken
Raken
Worden
odiosoGehaat
Gehate paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sí mismoZichzelf y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los demásDe anderen, respirandoAdemend
Ademhalend se ahogaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! ahogadoGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstelling
Verdronken
Verkropt
Verstikt, peroDoch
Echter
Maar estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! privadoBeroofd
Besloten
Particulier
Particuliere
Privé-
Uitgeplunderd de vidaHachje
Leven;
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! desesperadoGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige, peroDoch
Echter
Maar tampocoEvenmin
Ook niet se resignaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt zich. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un imparableOnhoudbaar
Onhoudbare rodarDraaien
Filmen
Opnemen
Rijden
Rollen, una dolorosaPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke renunciaDoe afstand van!
Geef op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet afstand van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet af
Val uit!
Zie af!, un deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
que repugnaBen strijdig met!
Boezem weerzin in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt weerzin in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is strijdig met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loochent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit tegen de
borst
Loochen!
Spreek tegen!
Sta tegen!
Stuit tegen de borst!, mitadHelft liberador, mitadHelft opresivoOnderdrukkend
Onderdrukkende, un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap a mediasHalf, un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten. ColocadloBreng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! en suHaar
Hun
Uw
Zijn
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website y preparadloBereid
Bereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el infiernoHel
Inferno
Onderwereld.
FAUSTO
¡FantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen nefastos!, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig tratáisJullie bejegenen
Jullie beredeneren
Jullie betitelen
Jullie drijven handel
Jullie gaan om met
Jullie handelen
Jullie handelen over
Jullie hanteren
Jullie hebben in handen
Jullie maken in orde
Jullie maken uit
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie schelden uit
Jullie spreken aan
Jullie trachten
Jullie verzorgen
Jullie zetten uiteen mil1000
Duizend vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten alNaar de
Naar het género humanoMenselijke soort. InclusoZelfs los díasDagen
Etmalen indiferentesLauw
Lauwe
Onverschillig
Onverschillige los
transformáisJullie doen van gedrag
veranderen
Jullie herscheppen
Jullie veranderen
Jullie vermaken
Jullie vervormen
Jullie zetten om en un horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende revoltijoWirwar de cuitas encadenadas. YoEgo
Ik séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart que uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één se libraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt difícilmenteMoeilijk de
los tormentosKwellingen
Martelingen
Penitenties
Penitentiën
Temptaties
Temptatiën. La estrechaBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Reik!
Smal
Smalle
Strak
Strakke ligaduraLigatuur de loDe
Hem
Het
U espiritualGeestelijk
Geestelijke
Geestig
Geestige
Spiritueel
Spirituele noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se puedeMen kan cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren. PeroDoch
Echter
Maar yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank reconoceréIk zal erkennen
Ik zal herkennen
Ik zal honoreren
Ik zal identificeren
Ik zal onderkennen
Ik zal toegeven tuJe
Jouw poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen,
InquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting, que te vasJij/je gaat af
Jij/je gaat weg
Jij/je vertrekt
Jij/je verwijdert je engrandeciendoVergrotend.
INQUIETUDBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
FíjateLet op!
Richt je op! conDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke rápidez me alejoIk verwijder me van de tiJe
Jou maldiciéndoteVervloekend. A lo largo deDoor
Door ... heen
Doorheen
Langs
Via la vidaHachje
Leven los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn ciegosBlind
Blinde
Blindedarmen
Blinden
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte,
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, Fausto vas aJij/je gaat naar estarloLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten túGe
Gij
Je
Jij. (LeHaar
Hem
Het
U soplaBlaas uit!
Blaas!
Geef in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waait
Inspireer!
Waai! en el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet.)
FAUSTO (CegadoVerblind.)
La nocheAvond
Nacht parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! hacerseMaken
Raken
Worden cada vezElke keer
Steeds
Telkens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus oscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere, peroDoch
Echter
Maar en miMi
Mijn interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot brillaBlink!
Glans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glanst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schittert
Schijn!
Schitter! una claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting. Me apresuroIk haast me
Ik maak haast
Ik maak spoed
Ik maak voort
Ik spoed me a
realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken aquelloDat
Die
Diegene
Zulks que imaginéIk bedacht
Ik stelde me voor
Ik verbeeldde me
Ik vermoedde. La palabraBewoording
Woord del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast autoridadAutoriteit
Gezag. ServidoresServers, poneosDoe aan!
Doe op!
Kleed je aan!
Smeer in!
Smeer!
Stel je aan!
Trek aan!
Word! en
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet, salidGa buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek! del lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde uno por unoÉén voor één. HacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! que puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! verBekijken
Kijken
Zien lo queDat wat
Wat audazmenteBrutaal concebíIk bevatte
Ik ontving
Ik vormde een begrip
Ik werd zwanger. EmpuñadGrijp!
Krijg!
Pak vast! las
herramientasGereedschap
Gereedschappen
Gerei
Instrumenten
Middelen
Outillage
Werktuigen, dadBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen! laborArbeiden
Werk
Werken a vuestrasJullie
Van jullie palasPallas
Pannekoekmessen
Pannenkoekmessen
Scheppen
Schoppen
Taartscheppen y azadones. LoDe
Hem
Het
U propuestoAangeboden
Geboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen de inmediatoOnmiddellijk. Un
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde estrictoDirect
Directe
Recht
Rechte
Rechtstreeks
Rechtstreekse
Strikt
Strikte y una rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge actividadActiviteit
Bedrijvigheid procuranZij/ze beijveren zich
Zij/ze doen moeite
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen
Zij/ze reiken uit
Zij/ze streven
Zij/ze trachten
Zij/ze verschaffen
Zij/ze verstrekken
Zij/ze zoeken
Zij/ze zorgen dat la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever de las recompensasBeloningen
Jij/je beloont
Jij/je doet terug
Jij/je loont
Jij/je stelt schadeloos
Jij/je vergeldt
Lonen
Vergeldingen. Para queOpdat
Zodat la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
de todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se realiceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor, un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten ingenio lesHen
Hun
U bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! a mil1000
Duizend manosHanden.
GRANGroot
Grote PATIOBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats DELANTEDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer DEL PALACIOPaleis
(IluminadoAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht conDoor
Met
Per
Samen met antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen.)
MEFISTÓFELES (ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals capatazVoorman, alNaar de
Naar het frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde de todosAller-
Ieders.)
VenidKom mee!
Kom!, venidKom mee!
Kom! aquíAlhier
Hier bamboleantes lémuresHalfapen
Lemuren
Lemuriformes
Spoken, seresWezenlijkheden
Wezens incompletos, seresWezenlijkheden
Wezens formadosAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd por ligamentosBanden
Bindweefsels
Ligamenten, tendonesPezen
Zenen y
huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken.
LÉMURESHalfapen
Lemuren
Lemuriformes
Spoken (A coroCoro
Koor
Rei
Zangkoor.)
Nos ponemosWij/we doen aan
Wij/we doen op
Wij/we kleden ons aan
Wij/we smeren
Wij/we smeren in
Wij/we stellen ons aan
Wij/we trekken aan
Wij/we worden de inmediatoOnmiddellijk a tusJe
Jouw órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes y por lo queDat wat
Wat creemosLaten we creëren
Laten we maken
Laten we oprichten
Laten we scheppen
Wij/we creëren
Wij/we denken
Wij/we geloven
Wij/we houden voor
Wij/we maken
Wij/we menen
Wij/we richten op
Wij/we scheppen entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan, hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn de recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren en posesiónBezit
Bezitting
Eigendom
Goed
Vermogen
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n ampliasBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde tierrasAardbodems
Aardrijken
Bodems
Gronden
Landen. AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn las puntiagudasPuntig
Puntige
Spits
Spitse estacasHeipalen
Palen
Staken, la largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! medirAfmeten
Meten
Opmeten
Opnemen
Uitmeten. HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd el motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term
por el queDat
Die
Hij die
Wie nos(Aan) ons
Ons llamaronZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden.
MEFISTÓFELES
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren ningunaGeen enkel
Geen enkele obra de arteKunstwerk. ProcededBen afkomstig!
Ben het gevolg van!
Ga voort!
Kom voort!
Ontspruit!
Stam af!
Werk! segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals osJe
Jullie permita(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u! vuestraJullie
Uw
Van jullie naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen. Que el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven de vosotrosGijlieden
Je
Jullie se tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt y los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één despejadHelder op! de hierbaGras
Kruid susHaar
Hun
Uw
Zijn alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals loDe
Hem
Het
U
hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! nuestrosOnze
Van ons padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders, hacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! un hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put en forma deIn de vorm van cuadradoCarré
Kwadraat
Ruitje
Vak
Vierkant
Vierkante alargadoAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Gerekt
Lange
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd. Del palacioPaleis hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs estaDeze
Dit
estrechaBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Reik!
Smal
Smalle
Strak
Strakke moradaPaars
Paarse
Pimpelpaars
Pimpelpaarse
Violet
Violetkleurig
Violetkleurige
Violette, vedBekijk!
Kijk!
Zie! el desenlaceOntknoping tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer estúpidoBot mens
Dom
Dom mens
Domme
Stompzinnig
Stompzinnig mens
Stompzinnige que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
LÉMURESHalfapen
Lemuren
Lemuriformes
Spoken (CavandoGravend
Omspittend
Spittend
Woelend conDoor
Met
Per
Samen met gestosGebaren
Gestes irónicosIronisch
Ironische.)
CuandoAls
Tijdens
Wanneer eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille y vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde y amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van, me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid, allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin sonabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot zijn neus
Ik klonk
Ik maakte geluid
Ik snoot de neus
Ik snoot mijn neus alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke la músicaMuziek y
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had jolgorio, misMi's
Mijn piesPoten
Voeten se empezabanZij/ze begonnen
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze sneden aan
Zij/ze vingen aan a moverBewegen
Roeren
Verroeren. PeroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, la edadLeeftijd
Ouderdom tramposaBedrieglijk
Bedrieglijke
Oneerlijk
Oneerlijke
Vals spelend meMe
Mij hirióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wondde conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn muletaKleine muilezel
Kruk
Rode doek y
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand golpeadoGebonkt
Gebonsd
Gehengst
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gemept
Geslagen
Opgevallen contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus la puertaDeur
Poort
Portier de la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!; por quéWaarom estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans.
FAUSTO (SaliendoAfrijdend
Buitengaand
Er mee weg komend
Eruitgaand
Naar buiten gaand
Op weg gaand
Opstappend
Startend
Tijgend
Uitgaand
Uitkomend
Uitlopend
Uitrijdend
Uitstappend
Uitstijgend
Uittredend
Uitvarend
Verschijnend
Vertrekkend
Weggaand
Wegrijdend del palacioPaleis, palpandoBetastend
Bevoelend
Tastend
Voelend a tientasOp de tast
Op het gevoel el quicio de la puertaDeur
Poort
Portier).
CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je meMe
Mij agradaBehaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Maak naar de zin!
Sta aan!
Vind prettig!
Zin! el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer de los azadones. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la multitudDrom
Menigte
Schare que trabajaArbeid!
Bewerk
Bewerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arbeidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Werk! a miMi
Mijn servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet, que reconcilia a la
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve, que leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer límitesGrenzen
Limieten
Perken a las olasBaren
Golven
Gulpen y que retieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze detineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerhoudt alNaar de
Naar het marZee conDoor
Met
Per
Samen met una sólidaDegelijk
Degelijke
Deugdelijk
Deugdelijke
Flink
Flinke
Gedegen
Gevestigd
Gevestigde
Hecht
Hechte
Solide
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Vast
Vaste ataduraAansluiten
Band
Binden
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden.
MEFISTÓFELES (AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!.)
TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt trabajadoBewerkt
Bewerkte
Gearbeid
Gewerkt paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! nosotrosOns
We
Wij conDoor
Met
Per
Samen met tusJe
Jouw diquesDijken
Dokken
Waterkeringen y maleconesGolfbrekers
Havendammen
Pieren
Strandhoofden
Zeebrekers
Zeehoofden, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende leHaar
Hem
Het
U estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend a NeptunoNeptunus, el
demonioBoze geest
Demon
Duivel de las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters, un banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij. De todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle manerasManier
Manieren
Trant
Wijze
Wijzen estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten perdidosGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen. Los elementosBeginselen
Beginsels
Bestanddelen
Elementen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
confabuladosSamengezworen conDoor
Met
Per
Samen met nosotrosOns
We
Wij y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint! haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor suHaar
Hun
Uw
Zijn perdiciónKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verdolen
Verdwalen
Verkwisten
Verliezen
Verspelen.
FAUSTO
¡CapatazVoorman!
MEFISTÓFELES
AquíAlhier
Hier estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit.
FAUSTO
ReúneConcentreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concentreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelt opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelt
Hoop op!
Hoop opeen!
Stapel op!
Stapel opeen!
Stapel!
Verenig!
Verzamel! una multitudDrom
Menigte
Schare de obrerosArbeiders
Arbeiders-
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke, aliéntalosBemoedig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijft
Moedig aan!
Stijf! conDoor
Met
Per
Samen met gananciasAanwinsten
Acquisities
Baten
Belangen
Buiten
Profijten
Prooien
Verwervingen
Voordelen
Winsten y rigorStijfheid, págalesBetaal uit!
Betaal!
Dok!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Keer uit!
Stort!
Voldoe!,
atráelosBekoor!
Haal aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker!, exprímelosDruk uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knijpt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst uit
Knijp uit!
Pers uit!
Pers!. Cada díaDagelijks
Elke dag quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen de cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je avanzaAnticipeer!
Beweeg voort!
Ga vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Kom vooruit!
Vorder! la yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds emprendidaEen ambt aanvaard
In dienst getreden
Ondernomen obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid del fosoGat
Greppel
Hol
Holte
Kuil
Put
Slotgracht.
MEFISTÓFELES (A mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! vozInspraak
Stem
Stemgeluid.)
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals misMi's
Mijn noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn inexactasIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Verkeerd
Verkeerde, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se meMe
Mij habló deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze discuteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde van gedachten un fosoGat
Greppel
Hol
Holte
Kuil
Put
Slotgracht, sinoDoch
Echter
Maar de una fosaGraf
Holte.
FAUSTO
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans se extiendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt zich uit
Men strekt uit hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet de la montañaBerg
Gebergte una ciénaga que apestaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stinkt
Stink! todo lo queHoeveel ook yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer desagüemos esaDat
Die charcaGrote plas
Grote poel pestilente, habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn alcanzadoAchterhaald
Behaald
Bereikend
Bereikende
Bereikt
Buitgemaakt
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Verworven el más altoBoven-
Bovenste
Harder
Hoger logroBehalen
Bereiken
Doorkomen
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik kom door
Ik reik tot
Ik slaag
Ik slaag erin
Ik slaag in
Ik slaag voor
Ik speel klaar
Inhalen
Klaarspelen
Slagen. AbroIk begin
Ik doe open
Ik graveer
Ik maak open
Ik open espaciosHeelallen
Ruimten
Ruimtes
Spelingen
Wereldruimen a
millonesMiljoenen de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, espaciosHeelallen
Ruimten
Ruimtes
Spelingen
Wereldruimen en los queWie
Zij die tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! segurosAssuranties
Assurantiën
Behouden
Geborgen
Safe
Safes
Veilig
Veilige
Verzekering
Verzekeringen, peroDoch
Echter
Maar síJa
Jawel
Wel
Zich podránZij/ze zullen kunnen
Zij/ze zullen mogen estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten activosActief
Actieve
Activa
Afdoend
Afdoende
Arbeidzaam
Arbeidzame
Baten
Bedrijvend
Bedrijvende
Bedrijvig
Bedrijvige
Doeltreffend
Doeltreffende
Effecten
Effectief
Effectieve
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Overgankelijk
Overgankelijke
Tegoeden
Transitief
Transitieve
Vlijtig
Vlijtige
Werkdadig
Werkdadige
Werkend
Werkende
Werkzaam
Werkzame y libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde.
La campiñaPlatteland esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdeGroen
Groene y fértilVruchtbaar
Vruchtbare, los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten y los rebañosDriften
Kudden
Kuddes
Roedels
Veestapels se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand aposentado en estaDeze
Dit novísima tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
a la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sólidaDegelijk
Degelijke
Deugdelijk
Deugdelijke
Flink
Flinke
Gedegen
Gevestigd
Gevestigde
Hecht
Hechte
Solide
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Vast
Vaste de estaDeze
Dit colinaCholine
Heuvel levantadaGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven por un puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige y laboriosoArbeidzaam
Arbeidzame
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
Werkzaam
Werkzame. AquíAlhier
Hier en el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
un parajePlek paradisiaco, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals alláDaar afueraBuiten
Buitenwaarts
Buitenwijk
Eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarmerkt
Ijk!
Keur!
Naar buiten
Omgeving
Omstreek
Waarmerk! sube(Het) rijst
Beklim!
Bestijg!
Breng naar boven!
Draag naar boven!
Ga naar boven!
Ga omhoog!
Ga op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de
trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Klim!
Kom op!
Rijs!
Sta op!
Stap in de trein!
Stap in!
Stijg!
Verrijs!
Was! rauda la mareaGetij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zeeziek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt lastig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Hinder!
Maak zeeziek!
Stuur!
Tij
Val lastig!
Verkoop!
Verveel! hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom y conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn dentelladasBeten violentasAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Jij/je doet geweld aan
Jij/je forceert
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt un boquete en el diqueDijk
Dok
Waterkering, se apresuraránZij/ze zullen haast maken
Zij/ze zullen spoed maken
Zij/ze zullen voortmaken
Zij/ze zullen zich haasten
Zij/ze zullen zich spoeden a cerrarloHet sluiten. VivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven a estaDeze
Dit ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la culminaciónHoogtepunt
Toppunt
Uitlopen de
la sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid: sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien! la vidaHachje
Leven y la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid aquelDat
Die que tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet conquistarlasVeroveren todos losAlle díasDagen
Etmalen. Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig,
ComentarioCommentaar [L283]: GeniosBeschermgeesten
Geesten
Genieën
Geniën
maléficos entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen romanosRomeinen
Romeins
Romeinse
Van het romeinse rijk y
etruscosEtrusken.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |