La historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
coherenteCoherent
Coherente
Samenhangend
Samenhangende
y la haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
contado conFiducie gehad in
Vertrouwd
Vertrouwen gesteld in
la naturalidadNatuurlijkheid
Vanzelfsprekendheid
que daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sencillaEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
; peroDoch
Echter
Maar
teJe
Jou
confiesoIk beken
Ik biecht
Ik biecht op
Ik erken
Ik geef toe

que las cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten
de Félix y Safie, que meMe
Mij
enseñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
, y la visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien
del monstruoGedrocht
Monster
Ondier
Wangedrocht
que tuvimosWij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
,
meMe
Mij
convencieronZij/ze overtuigden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
afirmacionesBevestigingen
Beweringen
Uitspraken
Verzekeringen
, por muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
coherentesCoherent
Coherente
Samenhangend
Samenhangende
y convincentesOvertuigend
Overtuigende
que parecieranZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
ningunaGeen enkel
Geen enkele
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, de que existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
monstruoGedrocht
Monster
Ondier
Wangedrocht
; peroDoch
Echter
Maar
sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
y
admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering
. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
intentadoAangepast
Beproefd
Gepast
Gepoogd
Geprobeerd
Getoetst
Getracht
Uitgeprobeerd
Van plan geweest
Voorgehad
Voornemens geweest
Zich voorgesteld
que Frankenstein meMe
Mij
cuenteBerekent u!
Calculeert u!
Debiteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Leest u voor!
Rekent u uit!
Rekent u!
Telt u af!
Telt u neer!
Telt u!
Verhaalt u!
Vertelt u!
en detalleAardigheidje
Behandelt u in details!
Bijzonderheid
Detail
Haalt u uit de
 vorm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt in details
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit de
 vorm
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt in het
 klein
Ik behandel in details
Ik haal uit de
 vorm
Ik verkoop in het
 klein
Item
Verkoopt u in het
 klein!
la creaciónOprichting
Schepping
del serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
; peroDoch
Echter
Maar
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot

permanecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
inescrutable.

¿EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
ustedGij
U
locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
? --me contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
-. ¿HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
dóndeWaar
Waarheen
leHaar
Hem
Het
U
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
absurdaAbsurd
Absurde
Ongerijmd
Ongerijmde
Onzinnig
Onzinnige
curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
? ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

que quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
crearCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
, un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
diabólico, enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
y del mundoAardrijk
Wereld
? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, ¿a dóndeWaar
Waarheen
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
aparar
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen
? ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
insistaDringt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardt
Ik dring aan
Ik volhard
Volhardt u!
! AprendaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert aan
Ik leer
Ik leer aan
Leert u aan!
Leert u!
de misMi's
Mijn
sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se empeñeBeleent u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent tegen een
 onderpand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpandt
Ik beleen
Ik leen tegen een
 onderpand
Ik verpand
Leent u tegen een
 onderpand!
Verpandt u!
en aumentarAangroeien
Aanwakkeren
Doen toenemen
Groeien
Sterker worden
Stijgen
Toenemen
Vergroten
Verhogen
Vermeerderen
los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
.

Frankenstein observóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
que tomabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan
notasAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling
; quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
verlasBekijken
Kijken
Zien
, y él mismoHemzelf las corrigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze corrigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeterde
y aumentó(Het) nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker

en muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
puntosA point
Gegevens
Mespunten
Ogen
Precies goed
Punten
Spikkels
Stippen
Tricots
; sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
en los diálogosDialogen
Tweegesprekken
Tweespraken
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
, a los queWie
Zij die
dotóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiftigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf mee
de mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
autenticidadAuthenticiteit
Echtheid
.
Ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
anotadoAangetekend
Genoteerd
Opgeschreven
Te boek gesteld
ustedGij
U
miMi
Mijn
narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling
--dio--, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
que la posteridad la heredaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beërfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde
Ik beërfde
Ik erfde
en formaZodanig
mutiladaAfgeknot
Gebrekkig
Gebrekkige
Verminkt
Verminkte
.

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
transcurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken
una semanaWeek, escuchandoAanhorend
Beluisterend
Luisterend
Toehorend
Toeluisterend
la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
que jamásNimmer
Nooit
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
podidoGekund
Gemogen
concebirBevatten
Een begrip vormen
Ontvangen
Zwanger worden

imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
. El interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
que sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer
por miMi
Mijn
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
, y que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
despertadoGewekt
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
suHaar
Hun
Uw
Zijn
relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la
noblezaAdel
Edelen
y dulzuraZoetheid
Zoetigheid
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
carácterAard
Geaardheid
Karakter
, meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
seducidoAangelokt
Aangetrokken
Bekoord
Getrokken
Toegelachen
Verleid
Verlekkerd
la menteGeest
Verstand
y el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
.

QuisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
ayudarloBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
; peroDoch
Echter
Maar
¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
aconsejarAanraden
Adviseren
Raad geven
Raden
que sigaBewandelt u!
Blijft u aan!
Gaat u door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u bij!
Ik bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
Vloeit u voort!
Volg
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
viviendoLevend
Wonend
a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
infelizOngelukkig
Ongelukkige
y carente de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
?
La únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
de que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
gozarGenieten
Genieten van
Zich verheugen in
Zich verlustigen in
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la queDat
Die
Wie
Zij die
experimentaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doormaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ervaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal experimenteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ondervinden
preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
dolorida almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la
pazPaz
Vrede
y la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
. DisfrutaGeniet van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
, empero, de algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
consueloIk troost
Ik vertroost
Troost
, frutoOpbrengst
Vrucht
de la soledadEenzaamheid
Verlatenheid
y el delirioDelirium
Ijlen
Waan
: creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
en
sueñosDromen
Slapen
conversaBekeerd
Converseer!
Geconverteerd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Omgezet
Praat!
Veranderd
conDoor
Met
Per
Samen met
los seresWezenlijkheden
Wezens
que leHaar
Hem
Het
U
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle
, y obtieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
de esaDat
Die
comunicaciónAansluiten
Aansluiting
Bericht
Berichten
Communicatie
Communiceren
Contact
Mare
Mededelen
Mededeling
Meedelen
Overbrengen
Tijding
Uitbrengen
Verbinden
Verbinding
Voortzeggen
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
alivioIk lenig
Ik lucht op
Ik verlicht
Ik verzacht
Lenigen
Opluchten
Verlichten
Verzachten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
suHaar
Hun
Uw
Zijn

sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart
o ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la venganzaWraak, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
que seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
creacionesOprichtingen
Scheppingen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
fantasíaFantasie
Verbeeldingskracht
, sinoDoch
Echter
Maar
que ciertamenteGewis
Ongetwijfeld
Wel degelijk
Zeker
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

seresWezenlijkheden
Wezens
realesDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Realen
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
que, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el más alláLangs
Voorbij
, vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
a visitarloAfgaan
Bezoeken
Opzoeken
. EstaDeze
Dit
feFiducie
Geloof
Vertrouwen
da aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit op
Zie uit op!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
deliriosDeliria
Deliriums
Wanen
una solemnidadPlechtigheid
Solemniteit
que haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt

que meMe
Mij
resulten(Zij) resulteren
Blijkt u!
Komt u uit!
Komt u voort!
Resulteert u!
Spruit u voort!
Valt u uit!
Vertoont u zich!
Vloeit u voort!
Volgt u!
Zij/ze blijken
Zij/ze komen uit
Zij/ze komen voort
Zij/ze resulteren
Zij/ze spruiten voort
Zij/ze vallen uit
Zij/ze vertonen zich
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
imponentesGeweldig
Geweldige
Groot
Groots
Grootse
Grote
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Overweldigend
Overweldigende
eEn interesantesBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
.

NuestrasOnze
Van ons
conversacionesConversaties
Gesprekken
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se limitanZij/ze begrenzen
Zij/ze beknotten
Zij/ze beperken
Zij/ze leggen beperkingen op
 aan
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
y la de susHaar
Hun
Uw
Zijn
desgraciasAccidenten
Ongelukken
Ongevallen
. DemuestraAdstrueer!
Bewijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Maak waar!
Staaf!
Toon aan!
Wijs uit!
poseerBeheersen
Bezitten
Erop nahouden
Grondig kennen
Hebben
Rijk zijn
un
granGroot
Grote
conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten
de la literaturaLetterkunde
Literatuur
Litteratuur
, y una agudaAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
y rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
percepciónAanvoelen
Bemerken
Merken
Ontvangen
Opmerken
Perceptie
Vermoeden
Vernemen
Waarnemen
Waarneming
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid
cautivaBekoor!
Boezem belang in!
Gevangene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Interesseer!
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker!
y conmueveBeweeg!
Grijp aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontroert
Ontroer!
;
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de que, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
narraDebiteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Verhaal!
Vertel!
un episodioAflevering
Episode
patéticoAandoenlijk
Aandoenlijke
Pathetisch
Pathetische
, o intentaBen van plan!
Ben voornemens!
Beproef!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voornemens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Pas aan!
Pas!
Poog!
Probeer uit!
Probeer!
Stel je voor!
Toets!
Tracht!
provocarKotsen
Opwekken
Overgeven
Provoceren
Tarten
Tergen
Uitbraken
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten
Veroorzaken
la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
o el cariñoGehechtheid
Genegenheid
Liefde
Toewijding
Zorg
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

puedoIk kan
Ik mag
escucharloAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
sin queZonder dat los ojosKijkers
Ogen
se meMe
Mij
llenenCompleteert u!
Dempt u!
Maakt u vol!
Schenkt u vol!
Spekt u!
Stopt u!
Voleindt u!
Vult u aan!
Vult u in!
Vult u!
Werkt u bij!
Zij/ze completeren
Zij/ze dempen
Zij/ze maken vol
Zij/ze schenken vol
Zij/ze spekken
Zij/ze stoppen
Zij/ze voleinden
Zij/ze vullen
Zij/ze vullen aan
Zij/ze vullen in
Zij/ze werken bij
de lágrimasTranen. quéWat
Welke
magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
debióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
tiem

ComentarioCommentaar [L96]: AquíAlhier
Hier

terminaBesluit!
Beëindig!
Eindig
Eindig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Loop af!
Maak af!
Maak uit!
Sluit af!
Voleindig!
la narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling
de VíctorVictor
Frankenstein, que, insertaGegriffeld
Griffel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze griffelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze last in
Ingelast
Las in!
en la
CartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
44
Vier
de RobertRobert Walton a suHaar
Hun
Uw
Zijn

hermanaZus
Zuster
, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
incluidoBetrokken
Bevat
Inbegrepen
Incluis
Inclusief
Ingesloten
Met inbegrip van
Omvat
Tot en met
la de la
criaturaCreatuur
Schepsel
creadaGecreëerd
Gemaakt
Geschapen
Opgericht
. RobertRobert Walton
reanudaHervat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hervat
la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
a partir deVanaf
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
de
entradasBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entrees
Entrées
Ingangen
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inhammen
Intreden
Naar binnen gegaan
Replieken
Toegangen
Voorgerechten
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
diarioAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagblad
Dagboek
Dagelijks
Dagelijkse
Journaal
.

pos de felicidadGeluk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mostrarseZich laten zien
Zich vertonen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
en la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
! Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
propiaEigen
valíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was waard
Ik kostte
Ik loonde
Ik was waard
Waarde
, y de la magnitudGrootheid
Grootte
Verhevenheid
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
--me dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
un día-Dag
Etmaal
- sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
como siAlsof hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llevar a caboNakomen
Naleven
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
.
TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
una naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige
; peroDoch
Echter
Maar
poseíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk
entoncesDan
Dus
Toen
una serenidadKalmte
Rust
Sereniteit
de juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
que me capacitabaIk bekwaamde me in
 iets
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

triunfarSucces hebben
Zegevieren
. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
convencimientoOvertuigen
Overtuiging
de miMi
Mijn
valíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was waard
Ik kostte
Ik loonde
Ik was waard
Waarde
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sostenidoBeweerd
Gedragen
Geruggensteund
Geschoord
Geschraagd
Hekje
Kruis
Onderhouden
Ondersteund
Verzekerd
en situacionesHoudingen
Liggingen
Posities
Situaties
Situatiën
Standen
Toestanden
en queWaarin otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
sucumbidoBezweken
Gestorven
Geweken
Gezwicht
Omgekomen
Ondergedaan
Overweldigd geworden
Verloren
Zich onderworpen
;
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
dignoWaardig
Waardige
malgastarVerkwisten
Verspillen
en vanasDoelloos
Doelloze
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ijl
Ijle
Ingebeeld
Ingebeelde
Leeg
Lege
Loos
Loze
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
lamentacionesKlaagliederen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
talentosBegaafdheden
Gaven
Talenten
que podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren
utilidadBaat
Bevorderlijkheid
Bruikbaarheid
Dienstigheid
Geschiktheid
Nuttigheid
Utiliteit
Voordeel
Winst
a
misMi's
Mijn
semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
lo queDat wat
Wat
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven
, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que la creaciónOprichting
Schepping
de un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
racionalRationaal
Rationale
Rationeel
Rationele
Redelijk
Redelijke
y
sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
puedoIk kan
Ik mag
considerarBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el conjuntoComplet
Complex
Ensemble
Geheel
Inrichting
Set
Stel
Stelletje
Troep
Verzameling
de científicosWetenschappelijk
Wetenschappelijke
Wetenschappers
. PeroDoch
Echter
Maar
estaDeze
Dit

sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
, que me sosteníaIk beweerde
Ik hield me staande
Ik rustte
Ik verzekerde
al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
de miMi
Mijn
carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren
, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
sirveBedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hundirme(Laten) zinken
Onderduwen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
en la miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid
.
TodasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
misMi's
Mijn
esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
y proyectosBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Plannen
Projecten
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el arcángelAartsengel que aspirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ademde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stofzuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Ik ademde in
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik dong naar
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik snoof
Ik stofzuigde
Ik streefde na
Ik streefde naar
alNaar de
Naar het
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
, meMe
Mij

encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
encadenado en un infiernoHel
Inferno
Onderwereld
eternoEeuwig
Eeuwige
. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
una vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
y a la vezTegelijk una granGroot
Grote
capacidadAanleg
Bekwaamheid
Capaciteit
Geschiktheid
Inhoud
Inhoudsgrootte
Kundigheid
Laadvermogen
Ruimte
Talent
Vaardigheid
Vermogen

de análisisAnalyse
Analysen
Analyses
Ontbinding
Ontbindingen
Ontleding
Ontledingen
y concentraciónAaneensluiten
Binden
Concentratie
Concentreren
Verdichten
; medianteDoor
Door middel van
la estrechaBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Reik!
Smal
Smalle
Strak
Strakke
colaboraciónMedewerking
Meewerken
Samenwerking
de estasDeze
Dezen
dos2
Do's
Twee
Tweede
cualidadesEigenschappen
Kwaliteiten
concebíIk bevatte
Ik ontving
Ik vormde een begrip
Ik werd zwanger
la
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
, y llevé a caboIk kwam na
Ik leefde na
Ik verrichtte
Ik vervulde
Ik voerde uit
Ik voltrok
la creaciónOprichting
Schepping
de un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
. InclusoZelfs ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
rememorarHerdenken con serenidadKalm
Rustig
Sereen
las ilusionesBegoochelingen
Drogbeelden
Illusies
Jij/je geeft een illusie
 aan
Jij/je verblindt
Wanen

que meMe
Mij
invadíanZij/ze rukten binnen
Zij/ze vielen binnen
mientrasTerwijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
. LlegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
conDoor
Met
Per
Samen met
la imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

altasHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
esferasBallen
Bollen
Gebieden
Kerstballen
Kloten
Kogels
Omgevingen
Sferen
, a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
exultanteOpgetogen de júbiloGrote vreugde anteSuède
Ten overstaan van
Voor
miMi
Mijn
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
, otrasAnder
Andere
Nog één
estremecidoGedaan beven
Gedaan schudden
alNaar de
Naar het
pensar enDenken aan
Nadenken over
las consecuenciasAflopen
Besluiten
Consequenties
Gevolgen
Resultaten
Uitkomsten
Uitvloeiselen
Uitvloeisels
Voortvloeisels

de miMi
Mijn
investigaciónEnquête
Onderzoek
Onderzoeken
. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
concebidoBevat
Een begrip gevormd
Ontvangen
Zwanger geworden
las mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen
ambicionesAmbities
Eerzuchten
Jij/je ambieert
Jij/je dingt naar
Jij/je verlangt naar
y esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
; ¡cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand

hundidoGedeprimeerd
Gedeprimeerde
Ondergeduwd
Terneergeslagen
Verzonken
! AmigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
me hubieraIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
antañoEertijds
Voorheen
Vroeger
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
reconoceríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erkennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou herkennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou honoreren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou identificeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou onderkennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toegeven
Ik zou erkennen
Ik zou herkennen
Ik zou honoreren
Ik zou identificeren
Ik zou onderkennen
Ik zou toegeven
en miMi
Mijn
actualAanwezig
Aanwezige
Actueel
Actuele
Eigentijds
Eigentijdse
Huidig
Huidige
Present
Presente
Tegenwoordig
Tegenwoordige
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
de denigración.
DesconocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was onbekend met
Ik was onbekend met
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
lo queDat wat
Wat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el desánimo; parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
destinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
a un brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende
porvenirToekomende tijd
Toekomst
Verschiet
,
hasta queTot
Totdat
me hundíIk bezweek
Ik daalde neer
Ik liet me neer
Ik verdiepte me
Ik verging
Ik verzonk
Ik zonk
Ik zonk weg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
.

¿HabréIk zal hebben
Ik zal moeten
Ik zal zijn
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, de perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
a tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
? HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
añoradoGehunkerd
Gereikhalsd
Gesmacht
Gezucht
Gezucht naar
Verlangd
la compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
de un amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
; heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
buscadoAfgehaald
Gegaan halen
Gehaald
Gesnord
Gezocht
Opgehaald
Opgezocht
Uitgekeken
Uitgezien
a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand

que meMe
Mij
apreciaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achtte hoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze apprecieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg achting toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had achting voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hechtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taxeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waardeerde
Ik achtte
Ik achtte hoog
Ik apprecieerde
Ik begrootte
Ik droeg achting toe
Ik had achting voor
Ik hechtte aan
Ik hield van
Ik mocht
Ik schatte
Ik stelde op prijs
Ik taxeerde
Ik waardeerde
y comprendieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
. Y he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
que loDe
Hem
Het
U
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
en estosDeze
Dezen
remotosOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
Ver
Verre
maresZeeën; masDoch
Echter
Maar
Plus
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
que
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
me valgaIk help me paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
suHaar
Hun
Uw
Zijn
valíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was waard
Ik kostte
Ik loonde
Ik was waard
Waarde
, justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
mueraGaat u dood!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmacht
Ik ga dood
Ik overlijd
Ik sterf
Ik verscheid
Ik versmacht
Overlijdt u!
Sterft u!
Verscheidt u!
Versmacht u!
. QuisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
reconciliarlo conDoor
Met
Per
Samen met
la vidaHachje
Leven
, peroDoch
Echter
Maar

odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat
estaDeze
Dit
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
.

LeHaar
Hem
Het
U
agradezcoIk bedank
Ik bedank voor
Ik ben dankbaar
Ik ben dankbaar voor
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken
, Walton --dio--, las buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
intencionesBedoelingen
Doelen
Intenties
Plannen
Strekkingen
Toeleggen
Voornemens
Zinnen
que demuestraAdstrueer!
Bewijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Maak waar!
Staaf!
Toon aan!
Wijs uit!
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
; peroDoch
Echter
Maar
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
ustedGij
U
de nuevosNieuw
Nieuwe
lazosBonden
Lasso's
Liga's
Linken
Lissen
Lussen
Strikken
Verbonden
, de nuevosNieuw
Nieuwe
afectosGenegenheden
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschappen
, ¿piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
que pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

sustituirAflossen
Vervangen
jamásNimmer
Nooit
a aquellosDie
Diegene
quejaAanklacht
Bedroef!
Beklag
Bezwaar
Bezwaarschrift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeft
Klacht
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
? ¿Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
significarBeduiden
Betekenen
Staan voor
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
que Clerval?;
¿quéWat
Welke
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
Elizabeth? InclusoZelfs cuandoAls
Tijdens
Wanneer
nuestroOns
Onze
Van ons
amorAffectie
Liefde
Min
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
reforzadoGewapend
Gewapende
Versterkt
Versterkt (kleur, smaak)
Versterkte
por cualidadesEigenschappen
Kwaliteiten

superioresBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
, los compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
de niñezKinderjaren
Kindertijd
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
ejercenZij/ze oefenen uit
Zij/ze zijn werkzaam
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
nosotrosOns
We
Wij
una influenciaBeïnvloeden
Invloed
que amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
posterioresAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende

rarasEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
. Conocen(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze leren kennen
Zij/ze maken kennis
Zij/ze weten
Zij/ze zijn bekend met
nuestrasOnze
Van ons
primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
inclinacionesInclinaties, que, por muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se
modifiquenModificeert u!
Wijzigt u!
Zij/ze modificeren
Zij/ze wijzigen
, jamásNimmer
Nooit
se llegan(Zij) worden a borrarDoorhalen
Schrappen
Uitvegen
Uitwissen
Wissen
; y en cuantoZodra a la honestidadEerbaarheid
Eerlijkheid
Oprechtheid
Zedigheid
de nuestrosOnze
Van ons
actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
los queWie
Zij die
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever

puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen
nuestrosOnze
Van ons
motivosAanleidingen
Beweegredenen
Drijfveren
Motieven
Redenen
Termen
. Un hermanoBroeder
Broer
Frater
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
jamásNimmer
Nooit
sospecharVerdenken
Vermoeden
que el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
loDe
Hem
Het
U
engañaBedot!
Bedrieg!
Beduvel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedriegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduvelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt om de
 tuin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlakt
Leid om de tuin!
Misleid!
Neem beet!
Smokkel!
Verlak!
o traicionaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat merken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraadt
Laat in de steek!
Laat merken!
Verraad!
,
salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red
que estaDeze
Dit
inclinaciónBuigen
Inclinatie
Neigen
Nijgen
se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
manifestadoGelaten blijken
Gemanifesteerd
Getoond
Geuit
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
edadLeeftijd
Ouderdom
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
tempranaPril
Prille
Vroeg
Vroege
Vroegtijdig
Vroegtijdige
, mientras queTerwijl a un amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, pese(Het) weegt
Bepaalt u het gewicht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt af
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Is u zwaar!
Weegt u af!
Weegt u!
a
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
, leHaar
Hem
Het
U
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
invadirBinnenrukken
Binnenvallen
, inclusoZelfs a pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, la desconfianzaArgwaan
Wantrouwen
. PeroDoch
Echter
Maar
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
a
los queWie
Zij die
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede
o contactoAanraking
Contact
Ik contacteer
Voeling
, sinoDoch
Echter
Maar
por susHaar
Hun
Uw
Zijn
cualidadesEigenschappen
Kwaliteiten
personalesEigen
Persoonlijk
Persoonlijke
; y dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!

que me encuentreIk ben gesteld
Ik bevind me
Ik maak het
, la apacibleAangenaam
Aangename
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de Elizabeth y la conversaciónConversatie
Gesprek
de Clerval siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
susurraránZij/ze zullen fluisteren
Zij/ze zullen mompelen
Zij/ze zullen murmelen
Zij/ze zullen ritselen
Zij/ze zullen ruisen
Zij/ze zullen uitlekken
en misMi's
Mijn

oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
. EllosHen
Ze
Zij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
; y en miMi
Mijn
soledadEenzaamheid
Verlatenheid
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
un objetivoAls voorwerp beschouwd
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Honk
Objectief
Objectieve
Zakelijk
Zakelijke
que puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
inducirmeInduceren a conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
la vidaHachje
Leven
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

me encontraraIk bevond me
Ik maakte het
Ik was gesteld
realizandoBewerkstelligend
Doorvoerend
Realiserend
Tot stand brengend
Uitvoerend
Verrichtend
Verwerkelijkend
Verwezenlijkend
una importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
empresaBedrijf
Industrie
Onderneming
que revistieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok over
Ik bekleedde
Ik trok over
utilidadBaat
Bevorderlijkheid
Bruikbaarheid
Dienstigheid
Geschiktheid
Nuttigheid
Utiliteit
Voordeel
Winst
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
misMi's
Mijn
semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke
, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen

seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
viviendoLevend
Wonend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
concluirlaAfleiden
Besluiten
Beëindigen
Concluderen
Een gevolgtrekking maken
. PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ésteDeze
Dit
miMi
Mijn
sinoDoch
Echter
Maar
; deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
perseguirAchtervolgen
Najagen
Vervolgen
y destruirVernielen
Vernietigen
Verwoesten
alNaar de
Naar het
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
que creéIk creëerde
Ik maakte
Ik richtte op
Ik schiep
; y entoncesDan
Dus
Toen
,
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
entoncesDan
Dus
Toen
habréIk zal hebben
Ik zal moeten
Ik zal zijn
cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen
miMi
Mijn
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
y podréIk zal kunnen
Ik zal mogen
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
.

22
Twee
de septiembreHerfstmaand
September


MiMi
Mijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
hermanaZus
Zuster
:

TeJe
Jou
escriboIk componeer
Ik schep
Ik schrijf
Ik schrijf neer
Ik schrijf uit
acechadoBelaagd
Beloerd
Bespied
Bespioneerd
Gespied
Gespioneerd
Op de uitkijk gestaan
Verspied
por un graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
, eEn ignoroIk negeer
Ik weet niet
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
meMe
Mij
permitirá(Het) zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gedogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal niet beletten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal permitteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toelaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veroorloven
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
verBekijken
Kijken
Zien
miMi
Mijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief

InglaterraEngeland y a los amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen
. MeMe
Mij
cercan montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
que impidenZij/ze beletten
Zij/ze blokkeren
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verhoeden
Zij/ze voorkomen
la salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
y amenazanZij/ze bedreigen
Zij/ze dreigen
a
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
conDoor
Met
Per
Samen met
aplastarUitrollen (van deeg) el barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
. Los valerososStoutmoedig
Stoutmoedige
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, a quienesDie
Personen
Wie
convencíIk overtuigde de que meMe
Mij
acompañaranZij/ze accompagneerden
Zij/ze begeleidden
Zij/ze gingen mee
Zij/ze liepen mee
Zij/ze vergezelden
,
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
a Me
Mij
en buscaOp zoek de una soluciónOplossen
Oplossing
; peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
ningunaGeen enkel
Geen enkele
que ofrecerAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
terriblementeVerschrikkelijk espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

en nuestraOns
Onze
Van ons
situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
, peroDoch
Echter
Maar
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
conservoIk behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer
la confianzaVertrouwen y el valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
. QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
sobrevivamosLaten we overleven
Wij/we overleven
; y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

Séneca, moriréIk zal doodgaan
Ik zal overlijden
Ik zal sterven
Ik zal verscheiden
Ik zal versmachten
conDoor
Met
Per
Samen met
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
.

¿PeroDoch
Echter
Maar
cuálesWelke serán(Zij) zullen zijn
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen plaatshebben
Zij/ze zullen plaatsvinden
Zij/ze zullen zijn
tusJe
Jouw
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
, MargaretMargaret? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabrásJij/je zal kennen
Jij/je zal smaken
Jij/je zal weten
que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
, y esperarásJij/je zal afwachten
Jij/je zal bedacht zijn
 op
Jij/je zal hopen
Jij/je zal te wachten
 staan
Jij/je zal verwachten
Jij/je zal vooruitzien
Jij/je zal voorzien
Jij/je zal wachten
Jij/je zal wachten op
ansiosamente miMi
Mijn

regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
. PasaránZij/ze zullen aangeven
Zij/ze zullen aanreiken
Zij/ze zullen doorbrengen
Zij/ze zullen doorlaten
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen inhalen
Zij/ze zullen langsgaan
Zij/ze zullen langskomen
Zij/ze zullen omkomen
Zij/ze zullen overgaan
Zij/ze zullen overkomen
Zij/ze zullen oversteken
Zij/ze zullen passeren
Zij/ze zullen verdrijven
Zij/ze zullen vergaan
Zij/ze zullen verlopen
Zij/ze zullen verstrijken
Zij/ze zullen voorbijgaan
los añosJaren, y vivirásJij/je zal leven
Jij/je zal wonen
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
de desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
, peroDoch
Echter
Maar
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
teJe
Jou
atenazaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal met tangen
 vastklemmen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stukken vlees
 met tangen ontrukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vastklemmen
la torturaFoltering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze martelt
Kwelling
Martel!
Marteling
Penitentie
Temptatie
de la
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
. ¡MiMi
Mijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
hermanaZus
Zuster
!, la horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
desilusiónDesillusie
Misrekening
Ontgoocheling
Teleurstelling
de tusJe
Jouw
esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
meMe
Mij
resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
que
miMi
Mijn
propiaEigen muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
. PeroDoch
Echter
Maar
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
a tuJe
Jouw
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
y a tusJe
Jouw
hermososFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
hijosKinderen
Zonen
Zoons
; y puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
. ¡Que el cieloHemel
Lucht
teJe
Jou
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
,
y permita(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!
que loDe
Hem
Het
U
seasJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
!

MiMi
Mijn
desdichado huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
meMe
Mij
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
conDoor
Met
Per
Samen met
la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
compasiónMededogen
Medelijden
. IntentaBen van plan!
Ben voornemens!
Beproef!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voornemens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Pas aan!
Pas!
Poog!
Probeer uit!
Probeer!
Stel je voor!
Toets!
Tracht!
devolvermeHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven
la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
; y habla deBehandel!
Bepraat!
Bespreek!
Discuteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze discuteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt van gedachten
Wissel van gedachten!

la vidaHachje
Leven
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
de un tesoroSchat preciadoGewaardeerd
Kostbaar
Kostbare
Waardevol
Waardevolle
. MeMe
Mij
recuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog!
la frecuenciaDe frequentie conDoor
Met
Per
Samen met
que estosDeze
Dezen
accidentesAccidenten
Ongelukken
Ongevallen
lesHen
Hun
U
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen
a
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
navegantesNavigators
Navigerend
Navigerende
que se aventuraronZij/ze dorsten te
Zij/ze durfden te
Zij/ze waagden
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
estosDeze
Dezen
maresZeeën y, a pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
míoMijne
Van mij
, meMe
Mij
contagiaBesmet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besmet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze infecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt aan
Infecteer!
Steek aan!
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

perspectivasDoorkijken
Perspectieven
Prospecten
Verschieten
Vooruitzichten
. InclusoZelfs los marinerosJanmaats
Varensgezellen
Zeelieden
Zeelui
Zeemannen
Zeevaarders
notanZij/ze bemerken
Zij/ze merken
Zij/ze merken op
Zij/ze noteren
Zij/ze schrijven op
Zij/ze stellen te boek
Zij/ze tekenen aan
el poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid
; cuandoAls
Tijdens
Wanneer
élHem
Hij
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
, vuelven a(Zij) gaan weer
Zij/ze gaan terug naar
Zij/ze keren terug naar
Zij/ze komen terug naar
confiarToevertrouwen
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in
;
reaviva susHaar
Hun
Uw
Zijn
energíasArbeidsvermogens
Energieën
Spirits
Veerkrachten
, y, mientrasTerwijl loDe
Hem
Het
U
escuchanZij/ze beluisteren
Zij/ze horen aan
Zij/ze horen toe
Zij/ze luisteren
Zij/ze luisteren toe
, lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
a creer queDenken dat estasDeze
Dezen
gigantescasKolossaal
Kolossale
Reusachtig
Reusachtige
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
de hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
montículos, que desapareceránZij zullen verdwijnen
Zij/ze zullen verdwijnen
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
. EstosDeze
Dezen
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn


pasajerosInzittenden
Passagiers
; cada díaDagelijks
Elke dag
que transcurreGa over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Kom om!
Verga!
Verloop!
Verstrijk!
, la frustraciónFrustratie
Frustreren
Ontrieven
Teleurstellen
Verijdelen
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
lesHen
Hun
U
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik
, y temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
que el
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
lesHen
Hun
U
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
amotinarse.

55
Vijf
de septiembreHerfstmaand
September


AcabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de sucederAfkomen
Afstammen
Erven van
Gebeuren
Geschieden
Opvolgen
Overkomen
Volgen op
Voorvallen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
insólitoOngewone
Ongewoon
Vreemd
Vreemde
Zeldzaam
Zeldzame
que, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke
que nuncaNimmer
Nooit
lleguesJij/je arriveert
Jij/je brengt door
Jij/je geeft aan
Jij/je komt aan
Jij/je landt aan
Jij/je reikt aan
Jij/je verdrijft
a leerLezen estosDeze
Dezen
papelesPapieren
Rollen
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
por menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de narrarloDebiteren
Verhalen
Vertellen
.

SeguimosWij vervolgen
Wij/we bewandelden
Wij/we bewandelen
Wij/we bleven aan
Wij/we blijven aan
Wij/we gaan door
Wij/we gingen door
Wij/we hielden bij
Wij/we houden bij
Wij/we vloeiden voort
Wij/we vloeien voort
Wij/we volgden
Wij/we volgden op
Wij/we volgen
Wij/we volgen op
Wij/we zetten voort
rodeadosBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
de montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
, y en inminenteNabij
Nabije
peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
de que nos(Aan) ons
Ons
aplastenRolt u uit (van
 deeg)!
Zij/ze rollen uit (van
 deeg)
. El fríoDe koude esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
intensísimo,
y muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
de misMi's
Mijn
desafortunadosOngelukkig
Ongelukkige
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
parajePlek desolador.
La saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
de Frankenstein empeoraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt slechter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslechtert
Maak slechter!
Vererger!
Verslechter!
díaDag
Etmaal
a díaDag
Etmaal
; leHaar
Hem
Het
U
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
brillandoBlinkend
Glanzend
Schijnend
Schitterend
una luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
febrilKoortsachtig
Koortsachtige
en los ojosKijkers
Ogen
, peroDoch
Echter
Maar
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
extenuadoVerzwakt
Verzwakte
,
y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
, vuelve aGa terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Keer terug naar!
Kom terug naar!
Weer
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
en la totalAlgeheel
Algehele
Alles bij elkaar
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gezamenlijk bedrag
Heel
Hele
In het geheel genomen
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
agoníaAgonie
Doodsstrijd
Stervensnood
.

MencionéIk maakte gewag van
Ik meldde
Ik noemde
Ik vermeldde
en la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
el temorAngst
Beduchtheid
Vrees
que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
a que se produjeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond (uit) un motín. Esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
, mientrasTerwijl contemplabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloerde
Ik beschouwde
Ik koekeloerde

el cenicientoAsgrauw
Asgrauwe
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
de miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
--los ojosKijkers
Ogen
entornados y los miembrosLedematen
Leden
Lidmaten
inertesBewegingloos
Bewegingloze
Energieloos
Energieloze
Traag
Trage
-, meMe
Mij
interrumpieronZij/ze interrumpeerden
Zij/ze onderbraken
Zij/ze schorsten

mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
docenaDozijn de marinerosJanmaats
Varensgezellen
Zeelieden
Zeelui
Zeemannen
Zeevaarders
, que queríanZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en el camaroteCabine
Cockpit
Hut
Kajuit
. LesHen
Hun
U
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
; y el queDat
Die
Hij die
Wie
actuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze acteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze procedeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezig
Ik acteerde
Ik ageerde
Ik deed
Ik ging te werk
Ik handelde
Ik procedeerde
Ik trad op
Ik was bezig
de
portavozMegafoon
Spreekbuis
Woordvoerder
se dirigió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klampte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte aan bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak toe
Me
Mij
. MeMe
Mij
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
que élHem
Hij
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
elegidosGekozen
Geselecteerd
Uitgekozen
Uitgelezen
Uitgepikt
Uitgezocht
Uitverkoren
Verkozen
por el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
de la tripulaciónBemanning
Scheepsbemanning
Scheepsvolk

para queOpdat
Zodat
, a modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
de delegaciónAfvaardigen
Delegatie
Delegeren
, meMe
Mij
comunicaranZij/ze berichtten
Zij/ze brachten over
Zij/ze brachten uit
Zij/ze communiceerden
Zij/ze deelden mede
Zij/ze deelden mee
Zij/ze sloten aan
Zij/ze verbonden
Zij/ze zegden voort
Zij/ze zeiden voort
una peticiónAanvraag
Aanvragen
Aanzoek
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Petitie
Rekest
Verlangen
Verzoek
Verzoeken
Verzoekschrift
Vraag
Vragen
, a la queDat
Die
Wie
Zij die
en justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
negarLoochenen
Ontkennen
.
EstábamosWij/we bevonden ons
Wij/we lagen
Wij/we waren
Wij/we zaten
cercadosHagen
Heggen
por el hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
, y probablementeAllicht
Vast
Waarschijnlijk
Wel
Zeker
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lograríamosWij/we zouden behalen
Wij/we zouden bereiken
Wij/we zouden doorkomen
Wij/we zouden erin slagen
Wij/we zouden inhalen
Wij/we zouden klaarspelen
Wij/we zouden reiken tot
Wij/we zouden slagen
Wij/we zouden slagen in
Wij/we zouden slagen voor
escaparOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
; peroDoch
Echter
Maar
temíanZij/ze duchtten
Zij/ze schrikten terug voor
Zij/ze schrokken terug voor
Zij/ze schroomden
Zij/ze vreesden
Zij/ze waren bang voor
que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
acasoToeval
Toevalligheid
,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
, el hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
cedieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik gaf toe
Ik stond af
Ik week
, Y se abrieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij
un caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, yoEgo
Ik
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
loDe
Hem
Het
U
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
imprudenteOnvoorzichtig
Onvoorzichtige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten
miMi
Mijn
viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
, y los condujeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde
a nuevosNieuw
Nieuwe
peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
salvadoBehouden
Geborgen
Gered
Zemelen
ésteDeze
Dit
felizmenteGelukkig.
PedíanZij/ze bedelden
Zij/ze bestelden
Zij/ze riepen in
Zij/ze verlangden
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vraagden om
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan
Zij/ze vroegen om
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, que me comprometieraIk compromitteerde
Ik verbond me
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
solemnePlechtig
Plechtige
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige
promesaBelofte
Toezegging
Uitloving
a que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
, me dirigiríaIk zou me omkeren
Ik zou me richten
 tot
Ik zou omdraaien
Ik zou omkeren
Ik zou ronddraaien

de inmediatoOnmiddellijk alNaar de
Naar het
surZuid
Zuidelijk
Zuiden
.

EstaDeze
Dit
peticiónAanvraag
Aanvragen
Aanzoek
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Petitie
Rekest
Verlangen
Verzoek
Verzoeken
Verzoekschrift
Vraag
Vragen
meMe
Mij
perturbóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruide op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond op
. AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
las esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
; ni siquieraZelfs niet habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pensado enGedacht aan
Nagedacht over
regresarTerugbrengen
Terugkeren
Terugkomen
Wederkeren
Wederkomen
Weeromkomen
,
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
de quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
del hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, ¿podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
yoEgo
Ik
, en justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
, oponermeStellen tegenover
Tegenover elkaar stellen
Tegenoverstellen
a elloDat
Het
? ¿teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
siquieraAlthans la
posibilidadMogelijkheid de hacerloDoen
Laten
Maken
?. Pensaba enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na over
Ik dacht aan
Ik dacht na over
estasDeze
Dezen
preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen
antes deAlvorens te
Voor
contestarAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Frankenstein, que en un
principioAanhef
Aanvang
Begin
Beginsel
Grondbeginsel
Hors d'oeuvre
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan
Principe
Voorgerecht
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
permanecidoGebleven
Gerest
Geresteerd
Getoefd
Overgebleven
Verbleven
calladoGezwegen
Stil
Stille
Verzwegen
y parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
niEn niet
Evenmin
Noch
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
atenderAandacht schenken
Acht slaan op
Bedienen
Helpen
Letten op
Opletten
Oppassen
Passen op
, se incorporóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in dienst
; los ojosKijkers
Ogen
leHaar
Hem
Het
U

brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden
y teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
las mejillasKonen
Wangen
encendidasAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
por un repentinoPlotseling
Plotselinge
ruborBlos
Kleur
Rood
. Dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
:

¿QuéWat
Welke
significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
estoDeze
Dit
? ¿QuéWat
Welke
estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
pidiendoAanvragend
Bedelend
Bestellend
Inroepend
Verlangend
Verzoekend
Vragend
Vragend om
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
? ¿TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
os desanimáisJullie raken ontmoedigd
Jullie verliezen de moed
Jullie worden afgeschrikt
? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
llamabaisJullie belden
Jullie belden aan
Jullie belden op
Jullie benoemden
Jullie heetten
Jullie klopten
Jullie luidden
Jullie maakten uit voor
Jullie noemden
Jullie praaiden
Jullie riepen
Jullie riepen aan
Jullie riepen op
Jullie schelden
Jullie telefoneerden

a éstaDeze
Dit
la expediciónAfzenden
Expeditie
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
gloriosaGlorieus
Glorieuze
Klimlelie
?, ¿por quéWaarom iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
gloriosaGlorieus
Glorieuze
Klimlelie
?, ¿porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
la rutaRoute
Spoor
Tracé
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
y apacibleAangenaam
Aangename
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

un marZee del surZuidelijk? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; la llamabaisJullie belden
Jullie belden aan
Jullie belden op
Jullie benoemden
Jullie heetten
Jullie klopten
Jullie luidden
Jullie maakten uit voor
Jullie noemden
Jullie praaiden
Jullie riepen
Jullie riepen aan
Jullie riepen op
Jullie schelden
Jullie telefoneerden
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
y acechamosWij/we belaagden
Wij/we belagen
Wij/we beloerden
Wij/we beloeren
Wij/we bespiedden
Wij/we bespieden
Wij/we bespioneerden
Wij/we bespioneren
Wij/we spiedden
Wij/we spieden
Wij/we spioneerden
Wij/we spioneren
Wij/we staan op de
 uitkijk
Wij/we stonden op de
 uitkijk
Wij/we verspiedden
Wij/we verspieden
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws

dificultadBelemmer!
Bemoeilijk!
Hinder!
Moeilijkheid
Stoor!
Verstoor!
debíaisJullie behoorden te
Jullie dienden
Jullie hadden te danken
Jullie hoorden
Jullie moesten
Jullie stonden in de
 schuld
Jullie waren schuldig
Jullie waren verplicht om
 te
Jullie waren verschuldigd
renovarRenoveren
Vernieuwen
vuestroJullie
Uw
Van jullie
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
y fortalezaVesting; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
osJe
Jullie
rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde
el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
y la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y debíaisJullie behoorden te
Jullie dienden
Jullie hadden te danken
Jullie hoorden
Jullie moesten
Jullie stonden in de
 schuld
Jullie waren schuldig
Jullie waren verplicht om
 te
Jullie waren verschuldigd

vencerBevangen
Overwinnen
Verslaan
Zegevieren
ambasBeide. Por estoDaarom
Hierom
la llamabaisJullie belden
Jullie belden aan
Jullie belden op
Jullie benoemden
Jullie heetten
Jullie klopten
Jullie luidden
Jullie maakten uit voor
Jullie noemden
Jullie praaiden
Jullie riepen
Jullie riepen aan
Jullie riepen op
Jullie schelden
Jullie telefoneerden
gloriosaGlorieus
Glorieuze
Klimlelie
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una empresaBedrijf
Industrie
Onderneming
dignaWaardig
Waardige
. La posteridad osJe
Jullie
aclamaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bij acclamatie
 benoemen tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toejuichen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitroepen tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn bijval
 betuigen
Ik zou bij acclamatie
 benoemen tot
Ik zou mijn bijval
 betuigen
Ik zou toejuichen
Ik zou uitroepen tot

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
bienhechores de la humanidadHumaniteit
Menselijkheid
Mensheid
Menslievendheid
; se veneraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanbidden
Ik zou aanbidden
vuestroJullie
Uw
Van jullie
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el de aquellosDie
Diegene
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
valerososStoutmoedig
Stoutmoedige

que se enfrentaronZij/ze kwamen te staan
 voor
Zij/ze werden geconfronteerd met
conDoor
Met
Per
Samen met
honorEer
Hulde
a la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
en beneficioBeneficie
Benefiet
Benefietvoorstelling
Ik bewerk
Ik doe goed aan
Ik doe wel
Ik exploiteer
Ik kom ten goede
 aan
Ik krijg met geld
Ik lever op
Ik rendeer
Ik verbeter
Ik win
Prebende
Winst
de la especieAangelegenheid
Soort
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
. ¡Y miradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
!: conDoor
Met
Per
Samen met
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke

impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor
de peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
, o, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
preferísJullie doen liever
Jullie geven de voorkeur
 aan
Jullie geven voorkeur aan
Jullie prefereren
Jullie trekken voor
Jullie verkiezen
Jullie willen liever
, la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
granGroot
Grote
pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
, vuestroJullie
Uw
Van jullie
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
se desvaneceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in rook
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt bewusteloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt flauw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt in zwijm
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwijnt
y estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten

dispuestosBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuvieronZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
la fuera suficienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voldoende
Ik reikte toe
Ik voldeed
Ik volstond
Ik was toereikend
Ik was voldoende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
afrontarTegenover elkaar plaatsen el fríoDe koude y el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
...; los
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
y volvieronZij/ze draaiden
Zij/ze draaiden om
Zij/ze draaiden rond
Zij/ze gingen terug
Zij/ze gingen weer
Zij/ze keerden
Zij/ze keerden terug
Zij/ze keerden weder
Zij/ze kwamen terug
Zij/ze kwamen weder
Zij/ze kwamen weerom
Zij/ze liepen terug
Zij/ze trokken terug
Zij/ze wendden
Zij/ze wentelden
Zij/ze zwenkten
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
susHaar
Hun
Uw
Zijn
chimeneasSchoorstenen
Schouwen
. En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
que paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
estoDeze
Dit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se hubieranZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
requeridoAangemaand
Betekend
Nodig gehad
Nodig gemaakt
Onderzocht
Overgehaald
Overreed
Vereist

tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
preparativosGesteldheid
Wilsbeschikking
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaisJullie hadden
Jullie hielden
Jullie hielden bij
Jullie hielden erop na
Jullie hielden vast
por quéWaarom haberosBezitting
Hebben
Zijn
aventuradoGeriskeerd
Gewaagd
Op het spel gezet
Verspeeld
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
aquíAlhier
Hier
, niEn niet
Evenmin
Noch
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd

por la vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
del fracasoFiasco
Ik misluk
Mislukking
Strop
Échec
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
demostrarAantonen
Adstrueren
Bewijzen
Laten zien
Staven
Uitwijzen
Waarmaken
que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
cobardesLafaards. ¡SedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats!
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
!, ¡sedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
!
SedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats!
fielesGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
a vuestrosJullie
Van jullie
propósitosBedoelingen
Doelen
Gespreksonderwerpen
Oogmerken
Plannen
Voornemens
, firmesBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Jij/je onderschrijft
Jij/je ondertekent
Jij/je tekent
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
las rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen
. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
materialGrondstof
Materiaal
Materieel
Materiële

del que podríanZij/ze zouden kunnen
Zij/ze zouden mogen
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
hechosAangemaakt
Acties
Actiën
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
vuestrosJullie
Van jullie
corazonesHarten
Klokhuizen
; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vulnerableKwetsbaar
Kwetsbare
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
vencerosBevangen
Overwinnen
Verslaan
Zegevieren
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
empeñáisJullie belenen
Jullie lenen tegen een
 onderpand
Jullie verpanden
en queWaarin
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
volváis aJullie gaan terug naar
Jullie keren terug naar
Jullie komen terug naar
vuestrasJullie
Van jullie
familiasFamilies
Gezinnen
Huisgezinnen
Huizen
conDoor
Met
Per
Samen met
la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
marcadaAangeduid
Aangegeven
Aangekruist
Een teken gegeven
Gebrandmerkt
Gedraaid
Gekenmerkt
Gemarkeerd
Gemerkt
Getekend
por el estigmaBrandmerk
Litteken
Stempel
Stigma
Wondteken
de la vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
. RegresadKeer terug!
Keer weder!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
héroesHelden
Heroën
que lucharonZij/ze kampten
Zij/ze streden
Zij/ze worstelden
y vencieronZij/ze bevingen
Zij/ze overwonnen
Zij/ze versloegen
Zij/ze zegevierden
y que desconocenZij/ze zijn onbekend met lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
darleGeef het la espaldaRug a suHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
.

A lo largoDe lengte del discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
adaptandoAannemend
Aanpassend
Accommoderend
Adapterend
Affiliërend
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
a los distintosAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
que expresabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoordde
Ik betuigde
Ik drukte uit
Ik opperde
Ik sprak uit
Ik uitte
Ik verwoordde
,
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de heroísmo y sanaFit
Fitte
Genees!
Gezond
Gezonde
Heel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt beter
Valide
Word beter!
ambiciónAmbitie
Eerzucht
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fue deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
extrañarAanmerking maken op
Bannen
Bevreemden
Laken
Van de deur houden
Verbannen
Verbazen
Vreemd vinden
que misMi's
Mijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se
conmovieranZij/ze bewogen
Zij/ze grepen aan
Zij/ze ontroerden
. Se miraronZij/ze bekeken zich
Zij/ze beschouwden zich
Zij/ze keken elkaar aan
Zij/ze spiegelden zich
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
saberKennen
Smaken
Weten
quéWat
Welke
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
. YoEgo
Ik
me dirigí aIk klampte aan
Ik klopte aan bij
Ik sprak aan
Ik sprak toe
ellosHen
Ze
Zij
, y lesHen
Hun
U
roguéIk riep in
Ik smeekte
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vroeg
Ik vroeg aan
que recapacitaran
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
lo queDat wat
Wat
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
; añadíIk bracht aan
Ik deed bij
Ik gaf toe
Ik mengde bij
Ik voegde bij
Ik voegde toe
que por miMi
Mijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seguiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bewandelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou volgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortvloeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortzetten
Ik zou aanblijven
Ik zou bewandelen
Ik zou bijhouden
Ik zou doorgaan
Ik zou opvolgen
Ik zou volgen
Ik zou voortvloeien
Ik zou voortzetten
avanzandoAnticiperend
Voortbewegend
Vooruitgaand
Vooruitkomend
Vorderend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el norteNoorden en contraDaarentegen
Ertegenover
In tegenstelling tot
Integendeel
de
suHaar
Hun
Uw
Zijn
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, peroDoch
Echter
Maar
que esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
que, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
considerarloBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
, recobraranZij/ze herwonnen
Zij/ze kregen terug
el valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
.

SalieronEr kwamen tevoorschijn
Zij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
, y me volvíIk draaide om
Ik draaide rond
Ik keerde me om
Ik keerde om
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
; peroDoch
Echter
Maar
se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen
y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
privadoBeroofd
Besloten
Particulier
Particuliere
Privé-
Uitgeplunderd
de alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
.

IgnoroIk negeer
Ik weet niet
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
concluiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afleiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal concluderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een gevolgtrekking
 maken
todo estoDit alles; peroDoch
Echter
Maar
preferiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou de voorkeur
 geven aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liever doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liever willen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou prefereren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorkeur geven
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortrekken
Ik zou de voorkeur
 geven aan
Ik zou liever doen
Ik zou liever willen
Ik zou prefereren
Ik zou verkiezen
Ik zou voorkeur geven
 aan
Ik zou voortrekken
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
a regresarTerugbrengen
Terugkeren
Terugkomen
Wederkeren
Wederkomen
Weeromkomen
, cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
de vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberBezitting
Hebben
Zijn

podidoGekund
Gemogen
alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
misMi's
Mijn
objetivosAls voorwerp beschouwd
Doeleinden
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Objectief
Objectieve
Objectieven
Zakelijk
Zakelijke
. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
que eseDat
Die
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
miMi
Mijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
; sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
el ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
que lesHen
Hun
U
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

infundirAftrekken
Laten trekken
Zetten
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
y el honorEer
Hulde
, misMi's
Mijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
jamásNimmer
Nooit
se avendrán aZij/ze zullen zich schikken
 naar
proseguirDoorgaan susHaar
Hun
Uw
Zijn
actualesAanwezig
Aanwezige
Actueel
Actuele
Eigentijds
Eigentijdse
Huidig
Huidige
Present
Presente
Tegenwoordig
Tegenwoordige
penurias.

77
Zeven
de septiembreHerfstmaand
September


¡La suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
echadaAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
!, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
accedidoBinnengegaan
Goedgevonden
Het eens geweest
Toegegeven
Toegestemd
a nuestroOns
Onze
Van ons
regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
los hielosKoelheden nos(Aan) ons
Ons
loDe
Hem
Het
U
permitenZij/ze beletten niet
Zij/ze gedogen
Zij/ze laten toe
Zij/ze permitteren
Zij/ze staan toe
Zij/ze vergunnen
Zij/ze veroorloven
. VeoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
truncadasAfgesneden
Afgestoken
misMi's
Mijn

esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
por la cobardíaLafheid y la indecisión; regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
desilusionadoGedesillusioneerd
Gedesillusioneerde
eEn ignoranteOnwetend
Onwetende
. NecesitaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hoeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nodig hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toe zijn
 aan
Ik zou behoeven
Ik zou hoeven
Ik zou nodig hebben
Ik zou toe zijn
 aan
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
toleranciaAanzien
Dulden
Inschikkelijkheid
Pikken
Speling
Toegestane speelruimte
Toegevendheid
Toelaten
Tolerantie
Tolereren
Velen
Verdraagzaamheid
Verdragen

de la queDat
Die
Wie
Zij die
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
dadaAangegeven
Gegeven
Gemaakt
Opgebracht
Toegebracht
Toegekend
Verleend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen
estaDeze
Dit
injusticiaOnrechtvaardigheid con pacienciaGeduldig
Lijdzaam
.

1212
Twaalf
de septiembreHerfstmaand
September


ComentarioCommentaar [L97]: AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al

desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el principioHet begin de la narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling

parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
que M. Shelley quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou

vincularDoorverbinden a Walton y a VíctorVictor
temáticamente, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip

se puedeMen kan decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que susHaar
Hun
Uw
Zijn
vidasHachjes
Levens

sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
parecidasEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen
. Walton,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
vemosWij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
responsableAansprakelijk
Aansprakelijke
Toerekenbaar
Toerekenbare
Verantwoordelijk
Verantwoordelijke

del destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tripulaciónBemanning
Scheepsbemanning
Scheepsvolk
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

VíctorVictor del de suHaar
Hun
Uw
Zijn
criaturaCreatuur
Schepsel
.

TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
concluidoAfgeleid
Besloten
Beëindigd
Een gevolgtrekking gemaakt
Geconcludeerd
; vuelvo aIk ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
InglaterraEngeland. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
misMi's
Mijn
esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
de gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
y miMi
Mijn
ansiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Bezorgdheid
Spanning
Verlangen
Zielsangst
Zucht
de servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
a la
humanidadHumaniteit
Menselijkheid
Mensheid
Menslievendheid
; y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
a miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
. PeroDoch
Echter
Maar
trataréIk zal aanspreken
Ik zal bejegenen
Ik zal beredeneren
Ik zal betitelen
Ik zal handel drijven
Ik zal handelen
Ik zal handelen over
Ik zal hanteren
Ik zal in handen
 hebben
Ik zal in orde
 maken
Ik zal omgaan met
Ik zal pogen
Ik zal proberen
Ik zal trachten
Ik zal uiteenzetten
Ik zal uitmaken
Ik zal uitschelden
Ik zal verzorgen
, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
hermanaZus
Zuster
, de contarteAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
con detalleAardig
Bijzonder
estosDeze
Dezen
tristesAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige

sucesosBelevenissen
Evenementen
Feiten
Gebeurden
Gebeurtenissen
Voorgevallenen
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
navegarNavigeren
Netsurfen
Surfen
Varen
Websurfen
rumboKoers
Kompasstreek
Streek
Windstreek
a InglaterraEngeland, y haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
tiJe
Jou
, llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de pesadumbre.

El diecinueve19
Negentien
de septiembreHerfstmaand
September
el hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a cederAfstaan
Toegeven
Wijken
, y en la distanciaAfstand
Eind
End
escuchamosWij/we beluisterden
Wij/we beluisteren
Wij/we hoorden aan
Wij/we hoorden toe
Wij/we horen aan
Wij/we horen toe
Wij/we luisterden
Wij/we luisterden toe
Wij/we luisteren
Wij/we luisteren toe
atronadores crujidosGeknald
Geknapt
Gekraakt
,
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que las islasEilanden de hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
se resquebrajabanZij/ze barstten
Zij/ze scheurden
Zij/ze spleten
en todas lasAlle direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen
. CorríamosWij/we holden
Wij/we liepen hard
Wij/we raceten
Wij/we renden
Wij/we snelden
Wij/we sprintten
enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische
peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
; peroDoch
Echter
Maar
,
puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
podíamosWij/we konden
Wij/we mochten
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
se centraba enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde zich bij miMi
Mijn
infelizOngelukkig
Ongelukkige
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
declinadoGedeclineerd
Verbogen

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
levantarse de la camaOpstaan
Uit bed komen
. El hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
se rompióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging kapot a nuestrasOnze
Van ons
espaldasRuggen y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was

empujadoGedouwd
Gedrongen
Geduwd
Gestoten
con rapidezSnel en direcciónAdres
Adresseren
Besturen
Besturing
Chaufferen
Directie
Dirigeren
Koers
Leiding
Mennen
Regie
Richten
Richting
Rijden
Sturen
Stuurversnelling
Vervoeren
norteNoorden; del oesteWesten comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a soplarBlazen
Ingeven
Inspireren
Uitblazen
Waaien
una brisaBriesje
Zuchtje
y el díaDag
Etmaal
once11
Elf
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg

haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el surZuid
Zuidelijk
Zuiden
quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
despejadoOnbewolkt
Onbewolkte
Opgehelderd
Zonnig
Zonnige
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
los marinerosJanmaats
Varensgezellen
Zeelieden
Zeelui
Zeemannen
Zeevaarders
vieron(Zij) zagen
U zag
Zij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen
estoDeze
Dit
, y comprendieronZij/ze begrepen
Zij/ze beseften
Zij/ze bevatten
Zij/ze omvatten
Zij/ze snapten
Zij/ze vatten
Zij/ze verstonden
que quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
aseguradoBetuigd
Bevestigd
Geassureerd
Vastgemaakt
Vastgezet
Veilig gesteld
Verstevigd
Verzekerd
Verzekerde

suHaar
Hun
Uw
Zijn
regreso aIk keer terug naar
Ik kom terug naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
paísLand natalNatal, prorrumpieronZij/ze baanden zich met
 geweld een weg
Zij/ze barstten uit
Zij/ze braken uit
Zij/ze kwamen onstuimig te
 voorschijn
Zij/ze stortten zich
en continuosAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende
gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
de locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
. Frankenstein, que se
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
adormilado, despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
, y preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
la causaDe oorzaak del alborotoGeraas
Ik breng in opstand
Ik maak lawaai
Ik maak leven
Ik verontrust
Ik verwek onrust bij
Lawaai
Ontsteltenis
Oproer
Opstand
Relletje
Tumult
Wanorde
.

GritanZij/ze balken
Zij/ze blaten
Zij/ze brullen
Zij/ze gieren
Zij/ze grommen
Zij/ze hinniken
Zij/ze joelen
Zij/ze jouwen uit
Zij/ze loeien
Zij/ze roepen
Zij/ze schreeuwen
--contesté--, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
regresarán aZij/ze zullen terugkeren naar
Zij/ze zullen terugkomen naar
InglaterraEngeland. ¿RegresaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Keer terug!
Keer weder!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
ustedGij
U
entoncesDan
Dus
Toen
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
--respondí-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
oponermeStellen tegenover
Tegenover elkaar stellen
Tegenoverstellen
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
peticionesAanvragen
Aanzoeken
Petities
Petitiën
Rekesten
Verlangens
Verzoeken
Verzoekschriften
Vragen
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
conducirlosAutorijden
Besturen
Brengen
Chaufferen
Geleiden
Leiden
Rijden
Sturen
Vervoeren
Voeren
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
nuevosNieuw
Nieuwe
peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus

suHaar
Hun
Uw
Zijn
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, y deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
.

HágaloDoe het siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
. YoEgo
Ik
me quedoIk blijf
Ik blijf achter
Ik blijf over
Ik rest
Ik resteer
Ik toef
Ik verblijf
Ik word
. UstedGij
U
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
suHaar
Hun
Uw
Zijn
objetivoAls voorwerp beschouwd
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Honk
Objectief
Objectieve
Zakelijk
Zakelijke
; peroDoch
Echter
Maar
el míoMijne
Van mij
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
fió el cieloHemel
Lucht
, y
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
renunciarAfstand doen van
Afzien
Opgeven
Uitvallen
. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
; peroDoch
Echter
Maar
confío enIk vertrouw op que los espíritusGeesten que meMe
Mij
ayudanZij/ze baten
Zij/ze helpen
Zij/ze staan bij
Zij/ze staan ter zijde
en miMi
Mijn
venganzaWraak meMe
Mij
prestaránZij/ze zullen lenen
Zij/ze zullen uitlenen

las fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
necesariasBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
.

AlNaar de
Naar het
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
estoDeze
Dit
intentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen
de la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
, peroDoch
Echter
Maar
el esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
; cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
y perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
el sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
.

TardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelde
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
en volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
en Ja
Jawel
Wel
Zich
, y a menudoAf en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds
meMe
Mij
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
. FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte
abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
los ojosKijkers
Ogen
; respirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ademde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde adem
Ik ademde
Ik haalde adem

con dificultadMoeilijk, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
hablarConverseren
Praten
Spreken
. El médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
leHaar
Hem
Het
U
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
un brebajeBrouwsel
Drankje
reconstituyenteOpkikkertje
Tonic
, y nos(Aan) ons
Ons
ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

loDe
Hem
Het
U
molestáramosWij/we belemmerden
Wij/we ergerden
Wij/we hadden last van
Wij/we hinderden
Wij/we leden aan
Wij/we stoorden
Wij/we verstoorden
Wij/we vielen lastig
. A Me
Mij
meMe
Mij
advirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde
que a miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
leHaar
Hem
Het
U
restabanZij/ze haalden af
Zij/ze namen weg
Zij/ze risten
Zij/ze ritsten
pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
horasTijden
Uren
de vidaHachje
Leven
.

Se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
pronunciadoGesproken
Geuit
Uitgesproken
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sentenciaArrest
Bestem voor!
Doe een uitspraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een uitspraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Sententie
Spreek uit!
Spreuk
Vonnis
Vonnis!
Zinspreuk
, y a Me
Mij
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
me quedabaIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd
lamentarmeBejammeren
Betreuren
Spijt hebben van
y tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
. PermanecíIk bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef

sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
a la cabeceraHoofdeind de suHaar
Hun
Uw
Zijn
lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
, mirándolo; teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
los ojosKijkers
Ogen
cerradosAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende
, y penséIk dacht que dormíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit
Ik bracht onder narcose
Ik mafte
Ik pitte
Ik sliep
Ik sliep uit
. De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, conDoor
Met
Per
Samen met

vozInspraak
Stem
Stemgeluid
apagadaGeblust
Gedoofd
Uitgeblazen
Uitgeblust
Uitgedaan
Uitgedoofd
Uitgemaakt
Uitgeschakeld
Uitgezet
, meMe
Mij
llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
, indicándome que me acercaraIk kwam dichterbij
Ik naderde
Ik was in aantocht
, y dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
:

MeMe
Mij
abandonanZij/ze abandonneren
Zij/ze laten in de
 steek
Zij/ze laten varen
Zij/ze stoppen ermee
Zij/ze verlaten
las fuerasJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was
en las queWie
Zij die
confiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had vertrouwen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Ik had vertrouwen in
Ik vertrouwde
Ik vertrouwde toe
. PresientoIk gis
Ik heb een voorgevoel
 van
Ik voorzie
que prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
habréIk zal hebben
Ik zal moeten
Ik zal zijn
de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
, y élHem
Hij
, miMi
Mijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
y
verdugoBeul, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
conDoor
Met
Per
Samen met
vidaHachje
Leven
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pienseDenkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Ik denk
, Walton, que en misMi's
Mijn
últimosAchterste
Jongstleden
Laatste
instantesMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
reuma todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
el
punzantePuntig odioHaat
Ik haat
y la sed de venganzaWraaklust que díasDagen
Etmalen
pasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
leHaar
Hem
Het
U
manifestéIk liet blijken
Ik manifesteerde
Ik toonde
Ik uitte
, peroDoch
Echter
Maar
creo queIk denk dat estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
justificadoGerechtvaardigd
Gestaafd
alNaar de
Naar het
desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen

la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de miMi
Mijn
adversarioTegenspeler
Tegenstander
. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
estosDeze
Dezen
díasDagen
Etmalen
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
meditadoBedacht
Gemediteerd
Gepeinsd
Gewikt
Gezonnen
Gezonnen op
Nagedacht
Overdacht
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
misMi's
Mijn
accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
pasadasAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
halloIk bevind
Ik neem waar
Ik ontmoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ik zie
en ellasHen
Ze
Zij

nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
reprensible; en un ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag
de locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
entusiasmoEnthousiasme
Geestdrift
Ik beziel
Ik enthousiasmeer
Uitbundigheid
creéIk creëerde
Ik maakte
Ik richtte op
Ik schiep
una criaturaCreatuur
Schepsel
racionalRationaal
Rationale
Rationeel
Rationele
Redelijk
Redelijke
, y teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
con élDaarmee el deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn

de asegurarleAssureren
Betuigen
Bevestigen
Vastmaken
Vastzetten
Veilig stellen
Verstevigen
Verzekeren
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la felicidadHet geluk y bienestarWelvaart
Welzijn
que me fueraIk ging af
Ik ging weg
Ik vertrok
Ik verwijderde me
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
darleGeef het. EstaDeze
Dit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
miMi
Mijn
obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting
, peroDoch
Echter
Maar
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
. MisMi's
Mijn
obligacionesObligaties
Plichten
Verplichtingen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conDoor
Met
Per
Samen met
misMi's
Mijn
semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke
debíanZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
 schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
 te
Zij/ze waren verschuldigd
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
prioridadPree
Preferentie
Prioriteit
Voorrang
, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
suponíanZij/ze meenden
Zij/ze namen aan
Zij/ze onderstelden
Zij/ze stelden
Zij/ze vermoedden
Zij/ze veronderstelden
una
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
proporciónEvenredigheid
Proportie
Ratio
Verhouding
de felicidadGeluk o desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
. ImpulsadoAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht
por estaDeze
Dit
creenciaGeloof
Overtuiging
, me neguéIk weigerde om, eEn hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, a crearleCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen

una compañeraCollega alNaar de
Naar het
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
. DioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
pruebasAdstructies
Bewijzen
Jij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
 proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
Onderzoeken
Tekenen
Tekens
Testen
Tests
Toetsen
entoncesDan
Dus
Toen
de una maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid
y un egoísmoBaatzucht
Egoïsme
Eigenbaat
Zelfzucht
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
precedentesPrecedenten: asesinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoordde

a misMi's
Mijn
seresWezenlijkheden
Wezens
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle
; se consagróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze consacreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze consecreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegende in
a la destrucciónVernielen
Vernieling
Vernietigen
Vernietiging
Verwoesten
Verwoesting
de personasMensen
Personages
Personen
llenasAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Jij/je completeert
Jij/je dempt
Jij/je maakt vol
Jij/je schenkt vol
Jij/je spekt
Jij/je stopt
Jij/je voleindt
Jij/je vult
Jij/je vult aan
Jij/je vult in
Jij/je werkt bij
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de delicadezaAngstvalligheid
Fijngevoeligheid
Kiesheid
Nauwgezetheid
, sabiduríaBehoedzaamheid
Bekendheid
Beleid
Kennis
Voorzichtigheid
Wijsheid
y bondadGoedheid;
eEn ignoroIk negeer
Ik weet niet
dóndeWaar
Waarheen
terminaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aflopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afsluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beëindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal eindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voleindigen
estaDeze
Dit
sed de venganzaWraaklust. DesgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
a fin de queOpdat
Tot
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
desgraciadosOngelukkig
Ongelukkige
Ongelukkigen
a los demásDe anderen. La tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
destrucciónVernielen
Vernieling
Vernietigen
Vernietiging
Verwoesten
Verwoesting
me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
encomendadaAanbevolen
Opgedragen
a Me
Mij
, peroDoch
Echter
Maar

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
fracasadoMislukt. EmpujadoGedouwd
Gedrongen
Geduwd
Gestoten
por motivosAanleidingen
Beweegredenen
Drijfveren
Motieven
Redenen
Termen
egoístasEgoïsten eEn insanos, leHaar
Hem
Het
U
pedíIk bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om
a ustedGij
U
que completaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij
Ik completeerde
Ik maakte af
Ik voleindde
Ik vulde aan
Ik werkte bij
miMi
Mijn
laborArbeiden
Werk
Werken
; ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
,
empujadoGedouwd
Gedrongen
Geduwd
Gestoten
únicamenteAlleen
Uitsluitend
por la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
y la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
, se loDe
Hem
Het
U
reiteroIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
.

'Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
pedirleBestellen
Vragen
que renuncie aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet af van
Ik stap af van
Ik zie af van
Stapt u af van!
Ziet u af van!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
paísLand y a susHaar
Hun
Uw
Zijn
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llevar a caboNakomen
Naleven
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
estaDeze
Dit
laborArbeiden
Werk
Werken
; y
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, que regresa aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Keer terug naar!
Kom terug naar!
InglaterraEngeland, tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden
pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
de encontrarse conAantreffen
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
élHem
Hij
. PeroDoch
Echter
Maar
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden el
reflexionar sobreNadenken over estosDeze
Dezen
puntosA point
Gegevens
Mespunten
Ogen
Precies goed
Punten
Spikkels
Stippen
Tricots
, y el determinarBepalen
Determineren
Nauwkeurig bepalen
lo queDat wat
Wat
ustedGij
U
considereBeschouwt u als!
Beschouwt u!
Gaat u na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overweegt
Houdt u rekening met!
Ik beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg
Overweegt u!
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
suHaar
Hun
Uw
Zijn
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
. La proximidadNabijheid
Proximiteit
de la
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
turbaBreng van zijn stuk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt van zijn
 stuk
Turf
misMi's
Mijn
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
y miMi
Mijn
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me atrevo aIk durf pedirleBestellen
Vragen
que hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
lo queDat wat
Wat
yoEgo
Ik
consideroIk beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg
justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
puedoIk kan
Ik mag
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
cegadoVerblind por la PasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
.

'MeMe
Mij
inquietaBeducht
Beduchte
Bekommerd
Bekommerde
Bezorgd
Bezorgde
Druk
Drukke
Gejaagd
Gejaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Ongerust
Ongeruste
Onrustig
Onrustige
Rusteloos
Rusteloze
Verontrust!
Verschrik!
Woelig
Woelige
Zorgelijk
Zorgelijke
el queDat
Die
Hij die
Wie
sigaBewandelt u!
Blijft u aan!
Gaat u door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u bij!
Ik bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
Vloeit u voort!
Volg
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
conDoor
Met
Per
Samen met
vidaHachje
Leven
y seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
un instrumentoInstrument
Middel
Stuk gereedschap
Werktuig
de maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid
; y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, estaDeze
Dit
horaTijd
Uur
, en la queDat
Die
Wie
Zij die

aguardoAfwachting
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik wacht
Ik wacht af
que cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
meMe
Mij
traigaBezorgt u!
Brengt u aan!
Brengt u mee!
Brengt u!
Draagt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Ik bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
Neemt u mee!
la liberaciónBevrijding
Ontheffing
Verlossing
Vrijlating
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
en la queDat
Die
Wie
Zij die
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
añosJaren heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
.
Pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
Me
Mij
los espíritusGeesten de aquellosDie
Diegene
a los queWie
Zij die
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
quiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
, y corroGezelschap
Ik hol
Ik loop hard
Ik race
Ik ren
Ik snel
Ik sprint
Kring
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
ellosHen
Ze
Zij
. ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, Walton! BusqueGaat u halen!
Haalt u af!
Haalt u op!
Haalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Ik ga halen
Ik haal
Ik haal af
Ik haal op
Ik kijk uit
Ik snor
Ik zie uit
Ik zoek
Ik zoek op
Kijkt u uit!
Snort u!
Ziet u uit!
Zoek
Zoekt u op!
Zoekt u!

la felicidadHet geluk en la pazLa paz y, eviteGaat u uit de
 weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit de
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Ik ga uit de
 weg
Ik mijd
Ik ontwijk
Ik vermijd
Ik voorkom
Mijdt u!
Ontwijkt u!
Vermijdt u!
Voorkomt u!
la ambiciónAmbitie
Eerzucht
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
aquellaDat
Die
Diegene
, inofensivaOnschuldig
Onschuldige
en aparienciaAanblik
Aanzien
Air
Schijn
Uiterlijk
Verschijning
Voorkomen
Vóórkomen
, de distinguirseUitblinken
Zich onderscheiden
por susHaar
Hun
Uw
Zijn

descubrimientosOntdekkingen científicosWetenschappelijk
Wetenschappelijke
Wetenschappers
. ¿MasDoch
Echter
Maar
Plus
por quéWaarom habloIk converseer
Ik praat
Ik spreek
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
?; yoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
truncadasAfgesneden
Afgestoken
misMi's
Mijn
esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
, peroDoch
Echter
Maar
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één

puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
triunfarSucces hebben
Zegevieren
.

La vozInspraak
Stem
Stemgeluid
se leHaar
Hem
Het
U
iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
apagandoBlussend
Dovend
Uitblazend
Uitblussend
Uitdoend
Uitdovend
Uitmakend
Uitschakelend
Uitzettend
a medida queNaarmate hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
; y finalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte
, vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen
por el esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging
, se acallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht tot bedaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht tot zwijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zwijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerde
del todoGeheel.
Media horaEen half uur
Halfuur
más tardeLater
Straks
intentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
hablarConverseren
Praten
Spreken
peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
; oprimióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kropte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropte
miMi
Mijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
débilmenteZwak, y susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
se
cerraronZij/ze deden dicht
Zij/ze deden op slot
Zij/ze deden toe
Zij/ze maakten dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten af
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
, mientrasTerwijl susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen esbozaronZij/ze ontwierpen
Zij/ze schetsten
Zij/ze stippelden uit
una débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
sonrisaGlimlach
Glimlachen
.

MargaretMargaret, ¿quéWat
Welke
puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
sobre laOp de
Op het
prematuraOntijdig
Ontijdige
Premature
Prematuur
Voorbarig
Voorbarige
Voortijdig
Voortijdige
Vroeg
Vroege
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de estaDeze
Dit
magníficaBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
personaMens
Personage
Persoon
? ¿QuéWat
Welke
puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen

para queOpdat
Zodat
entiendasJij/je begrijpt
Jij/je beseft
Jij/je bevat
Jij/je snapt
Jij/je vat
Jij/je verstaat
Jij/je voelt aan
loDe
Hem
Het
U
profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
de miMi
Mijn
pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
? Todo lo queHoeveel ook dieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
eEn inadecuadoOngeschikt
Ongeschikte
. Las lágrimasTranen
abrasan misMi's
Mijn
mejillasKonen
Wangen
; y una nubeWolk de desilusiónDesillusie
Misrekening
Ontgoocheling
Teleurstelling
nublaBedek!
Bewolk!
Doe schuilgaan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewolkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet schuilgaan
miMi
Mijn
menteGeest
Verstand
. PeroDoch
Echter
Maar
navegoIk navigeer
Ik netsurf
Ik surf
Ik vaar
Ik websurf
rumboKoers
Kompasstreek
Streek
Windstreek
a InglaterraEngeland, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds

quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
encuentreBevindt u!
Hij vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Ik bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Komt u tegen!
Ontmoet u!
Treedt u tegemoet!
Treft u aan!
Treft u!
Vindt u!
un consueloIk troost
Ik vertroost
Troost
.

MeMe
Mij
interrumpenZij/ze interrumperen
Zij/ze onderbreken
Zij/ze schorsen
. ¿QuéWat
Welke
significanZij/ze beduiden
Zij/ze betekenen
Zij/ze staan voor
estosDeze
Dezen
ruidosGeluiden
Kabalen
Levens
Rumoeren
? EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
medianocheMiddernacht; la brisaBriesje
Zuchtje
soplaBlaas uit!
Blaas!
Geef in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waait
Inspireer!
Waai!
suavementeZacht
Zachtjes
y, en cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel
,
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de guardiaBewaking
Bewaring
Garde
Hoede
Lijfwacht
Point-guard
Wacht
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se muevenZij/ze bewegen
Zij/ze bewegen zich
Zij/ze verroeren zich
. De nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
; parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
la voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
de un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, peroDoch
Echter
Maar
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

roncaHees
Hese
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snurkt
Knor!
Rauw
Rauwe
Ronk!
Schor
Schorre
Snork!
Snurk!
; viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
del camaroteCabine
Cockpit
Hut
Kajuit
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
reposanZij rusten
Zij/ze laten rusten
Zij/ze rusten
los restosResten
Stompen
Stronken
de Frankenstein. DeboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
levantarmeBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen
a verEens kijken
Even kijken
quéWat
Welke
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
.
BuenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
nochesAvonden
Nachten
, hermanaZus
Zuster
míaVan mij.

ComentarioCommentaar [L98]: Errata en el
originalApart
Aparte
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele
por 99
Negen
de septiembreHerfstmaand
September
.

¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
!, ¡quéWat
Welke
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de tener lugarAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Voorkomen
Voorvallen
! TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
aturdidoBedwelmd conDoor
Met
Per
Samen met
el recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
. ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tendréIk zal bijhouden
Ik zal erop nahouden
Ik zal hebben
Ik zal houden
Ik zal vasthouden

fuerasJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contarlaAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
; masDoch
Echter
Maar
Plus
el relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal
que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
anotadoAangetekend
Genoteerd
Opgeschreven
Te boek gesteld
quedaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in een
 bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou afspreken
Ik zou blijven
Ik zou in een
 bepaalde toestand raken
Ik zou me bevinden
Ik zou passen
Ik zou staan
Ik zou zijn
Zou worden
incompleto sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
referirBerichten
Citeren
Melden
Noemen
Refereren
Verhalen
Verslaan
Verslag uitbrengen
Vertellen
estaDeze
Dit
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
y soberbiaBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Hooghartigheid
Hoogmoed
Hovaardigheid
Ijdelheid
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse

catástrofeCatastrofe
Onheil
Ramp
.

EntréIk ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
en el camaroteCabine
Cockpit
Hut
Kajuit
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
yacíanZij/ze lagen los restosResten
Stompen
Stronken
de miMi
Mijn
malhadado y admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
. Sobre élEr bovenop se inclinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg

un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
descripciónBeschrijven
Beschrijving
Schildering
Tafereel
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
palabrasBewoordingen
Woorden
; era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur
gigantescaKolossaal
Kolossale
Reusachtig
Reusachtige
, peroDoch
Echter
Maar
de constituciónConstitutie
Grondwet
Samenstellen
Uitmaken
Vormen
deformeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misvormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwringt
Ik misvorm
Ik verdraai
Ik vervorm
Ik verwring
Misvormt u!
Verdraait u!
Vervormt u!
Verwringt u!

y toscaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Tufsteen
. AgachadoGebogen sobre elOp de
Op het
ataúdDoodkist
Kist
, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
por largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
mechonesLokken de peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil
enmarañado; teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

extendidaAfgegeven
Gerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgesmeerd
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Verbreid
Vergroot
Verspreid
Wijder gemaakt
una inmensaInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
, del colorKleur y la texturaStructuur
Textuur
Weefsel
de una momiaMummie. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
, dejó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte met proferirSpreken
Uiten
Uitspreken

exclamacionesUitroepen de penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
y horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
, y saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
 lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
 hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la ventanaRaam
Venster
. jamásNimmer
Nooit
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
horrendo comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
,
de una fealdadLelijkheid repugnanteWeerzinwekkend
Weerzinwekkende
y terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
. InvoluntariamenteOnvrijwillig cerréIk deed dicht
Ik deed op slot
Ik deed toe
Ik maakte dicht
Ik sloot
Ik sloot af
los ojosKijkers
Ogen
eEn intentéIk beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
recordarHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
misMi's
Mijn
obligacionesObligaties
Plichten
Verplichtingen

acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
destructivo serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
. LeHaar
Hem
Het
U
ordenéIk bestelde
Ik beval
Ik gelastte
Ik ruimde op
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
que se quedaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
.

Se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
, y meMe
Mij
miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
sorprendidoBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast
; y, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
creadorMaker
Scheppend
Scheppende
Schepper
, parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
olvidarAfleren
Vergeten
Verleren

miMi
Mijn
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
; susHaar
Hun
Uw
Zijn
faccionesGelaatstrekken y susHaar
Hun
Uw
Zijn
gestosGebaren
Gestes
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als
animadosAangemoedigd
Aangepord
Aangespoord
Aangevuurd
Aangewakkerd
Aangezet
Bemoedigd
Bezield
Druk
Drukke
Geanimeerd
Geprikkeld
Gestimuleerd
Kras
Krasse
Kwiek
Kwieke
Levendig
Levendige
Opgemonterd
Opgevrolijkt
Opgewekt
Opgewekte
Rap
Rappe
Tierig
Tierige
Verlevendigd
Vief
Vieve
Wakker
Wakkere
por la furiaFurie
Wraakgodin
de una pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
incontrolable.
EsaDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
miMi
Mijn
víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
--exclamó--; conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
consumoConsumptie
Gebruik
Ik consumeer
Ik eet
Ik eet op
Ik gebruik op
Ik maak op
Ik sloop
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verorber
Ik verteer
Verbruik
misMi's
Mijn
crímenesMisdaden
Misdrijven
. El horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
dramaDrama
Toneelstuk
de miMi
Mijn

existenciaBestaan
Existentie
Zijn
llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
. ¡Frankenstein!, ¡hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
generosoGenereus
Genereuze
Gul
Gulle
Kwistig
Kwistige
Mild
Milde
Overvloedig
Rijkelijk
Rijkelijke
Royaal
Royale
Scheutig
Scheutige
Vrijgevig
Vrijgevige
y abnegadoVerloochend!, ¿de quéWat
Welke
sirveBedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer!
que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
imploreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt af
Ik smeek af
Smeekt u af!

tuJe
Jouw
perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
? A tiJe
Jou
, a quienDie
Wie
destruíIk vernielde
Ik vernietigde
Ik verwoestte
despiadadamenteWreed, arrebatándote todo lo queHoeveel ook amabasJij/je beminde
Jij/je had lief
Jij/je hield van
. ¡EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
!; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

contestarmeAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden
.

SuHaar
Hun
Uw
Zijn
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
se ahogabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
; y misMi's
Mijn
primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke
impulsosAandriften
Impulsen
Opwellingen
Stuwingen
, que meMe
Mij
inducíanZij/ze induceerden a la obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting
de cumplirGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen
el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht

de miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, y destrozarUiteenjagen
Verbrassen
Verkwisten
Vermorzelen
Vernielen
Verslaan
Verwoesten
a aquelDat
Die
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
, se vieronZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk
frenadosAfgeremd
Geremd
In bedwang gehouden
por una mezclaEen mengsel de curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
y compasiónMededogen
Medelijden
. MeMe
Mij

acerquéIk bracht naderbij a estaDeze
Dit
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
criaturaCreatuur
Schepsel
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me atrevía aIk dorst
Ik durfde
mirarloAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
pavoroso eEn inhumanoOnmenselijk
Onmenselijke

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
fealdadLelijkheid. Traté deIk behandelde
Ik beijverde me
Ik bepraatte
Ik besprak
Ik deed moeite
Ik poogde
Ik probeerde te
Ik streefde
Ik trachtte
Ik zocht
hablarConverseren
Praten
Spreken
, peroDoch
Echter
Maar
las palabrasBewoordingen
Woorden
se me quedaronZe werden en los labiosLippen. El monstruoGedrocht
Monster
Ondier
Wangedrocht
seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort
profiriendoSprekend
Uitend
Uitsprekend

exaltadasIn vervoering gebracht
Verheerlijkt
y confusasBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beschaamd
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Overtuigd
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
Verlegen gemaakt
Vermengd
Vernietigd
Verslagen
Verward
Verwisseld
recriminaciones. Por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
logréIk behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kwam door
Ik reikte tot
Ik slaagde
Ik slaagde erin
Ik slaagde in
Ik slaagde voor
Ik speelde klaar
dominarmeBedwingen
Beheersen
De boventoon voeren
Domineren
Overheersen
Uitschitteren
y, aprovechandoBatend
Benuttend
Gebruik makend
Gebruik makend van
Gebruikend
Helpend
Profiterend
Van nut zijnd
una pausaPauze
Rust
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

agitadoGeagiteerd
Geroerd
Geschud
Opgehitst
Opgeruid
Opgestookt
Opgewonden
monólogoAlleenspraak
Monoloog
, dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
:

TuJe
Jouw
arrepentimientoBerouw
Boetvaardigheid
Inkeer
Wroeging
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
superfluoOverbodig
Overbodige
Overtollig
Overtollige
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hubierasJij/je had
Jij/je was
escuchadoAangehoord
Beluisterd
Geluisterd
Toegehoord
Toegeluisterd
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
, de la concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!
, y atendido aAcht geslagen op
Behartigd
Gelet op
Gepast op
Opgelet
Opgepast
Verzorgd
los
dardosDarts
Pijltjes
del remordimientoSpijt
Wroeging
, antes deAlvorens te
Voor
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
tuJe
Jouw
diabólica sed de venganzaWraaklust hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
, Frankenstein
seguiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bewandelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou volgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortvloeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortzetten
Ik zou aanblijven
Ik zou bewandelen
Ik zou bijhouden
Ik zou doorgaan
Ik zou opvolgen
Ik zou volgen
Ik zou voortvloeien
Ik zou voortzetten
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
.

¿ImaginameBedenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeeldt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Stel je voor!
Verbeeld je!
Vermoed!
, respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
la infernalHels
Helse
criatura-Creatuur
Schepsel
- que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
insensibleGevoelloos
Gevoelloze
Ongevoelig
Ongevoelige
alNaar de
Naar het
dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
y alNaar de
Naar het
remordimientoSpijt
Wroeging
? El
continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
, señalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
-, élHem
Hij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
conDoor
Met
Per
Samen met
la consumación del hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
niEn niet
Evenmin
Noch
la
milésima1000e
Duizendste
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst
que yoEgo
Ik
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
el distendidoOntspannen procesoGeding
Gerechtszaak
Ik verwerk
Ontwikkelingsgang
Proces
Rechtsgeding
Rechtszaak
Verloop
Zaak
. MeMe
Mij
impulsabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevorderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan tot
Ik bevorderde
Ik bracht over
Ik dreef aan
Ik stimuleerde
Ik zette aan tot
un terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
egoísmoBaatzucht
Egoïsme
Eigenbaat
Zelfzucht
, a la
parDuo
Een paar vormend
Even
Koppel
Paar
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
que el remordimientoSpijt
Wroeging
meMe
Mij
torturabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze martelde
Ik martelde
el corazónHart
Klokhuis
. ¿PiensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
que los estertoresReutels
Rochels
de Clerval eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
músicaMuziek paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

Me
Mij
? TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
el corazónHart
Klokhuis
sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige
alNaar de
Naar het
amorAffectie
Liefde
Min
y la ternuraGevoeligheid
Malsheid
Murwheid
Tederheid
Weekheid
Zachtheid
; y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
misMi's
Mijn
desgraciasAccidenten
Ongelukken
Ongevallen
meMe
Mij
empujaronZij/ze douwden
Zij/ze drongen
Zij/ze duwden
Zij/ze stieten
Zij/ze stootten
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el odioHaat
Ik haat
y
la maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soportéIk verdroeg la violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
del cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen
lo queDat wat
Wat
ustedGij
U
jamásNimmer
Nooit
podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
imaginarBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen
.

'TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de Clerval regresé aIk keerde terug naar
Ik kwam terug naar
SumaAddeer!
Adderen
Additie
Bedrag
Begraaft u!
Bijtellen
Bijtelling
Doet u verzinken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze addeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begraaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet verzinken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt onder water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt in de
 grond
Ik begraaf
Ik doe verzinken
Ik nuttig
Ik stop onder water
Ik verstop in de
 grond
Nuttigt u!
Optellen
Optelling
Som
Somma
Stopt u onder water!
Summa
Tel bij!
Tel op!
Totaal
Totaalbedrag
Totaalcijfer
Verstopt u in de
 grond!
conDoor
Met
Per
Samen met
el corazónHart
Klokhuis
destrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest
. SentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
compasiónMededogen
Medelijden
por Frankenstein,
y miMi
Mijn
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
tornandoIn de oorspronkelijke staat
 terugbrengend
Teruggaand
Teruggevend
Terugkerend
Terugzendend
en horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
que meMe
Mij
aborrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afkeer
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afschuw
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een hekel
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een weerzin
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadde
Ik haatte
Ik had een afkeer
 van
Ik had een afschuw
 van
Ik had een hekel
 aan
Ik had een weerzin
 tegen
Ik minachtte
Ik verafschuwde
Ik verfoeide
Ik versmaadde
a Me
Mij
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
. PeroDoch
Echter
Maar
alNaar de
Naar het
descubrirOntdekken
Uitvinden
Uitvorsen

que élHem
Hij
, el autorAuteur
Dader
Maker
Schrijver
Schuldige
de miMi
Mijn
existenciaBestaan
Existentie
Zijn
a la vezTegelijk que de misMi's
Mijn
atrocesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
Wrede
Wreed
desdichasOngelukken, se atrevía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
la felicidadHet geluk;
que, mientrasTerwijl por suHaar
Hun
Uw
Zijn
culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
se acumulabanZij/ze cumuleerden sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
Me
Mij
tormentosKwellingen
Martelingen
Penitenties
Penitentiën
Temptaties
Temptatiën
y afliccionesBedroefdheden
Beproevingen
Droefheden
Smarten
Treurigheden
, élHem
Hij
buscabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik ging halen
Ik haalde
Ik haalde af
Ik haalde op
Ik keek uit
Ik snorde
Ik zag uit
Ik zocht
Ik zocht op
la satisfacciónBevrediging
Genoegdoening

de susHaar
Hun
Uw
Zijn
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
y pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden
, satisfacciónBevrediging
Genoegdoening
que a Me
Mij
meMe
Mij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
vedadaBelemmerd
Belet
Verboden
Verhinderd
, una envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst
incontrolable y una
punzantePuntig indignaciónVerontwaardiging meMe
Mij
atenazaronZij/ze klemden de tanden
 op elkaar
Zij/ze klemden met tangen
 vast
Zij/ze klemden vast
Zij/ze kwelden
Zij/ze ontrukten stukken vlees
 met tangen
conDoor
Met
Per
Samen met
la insaciableOnverzadigbaar
Onverzadigbare
sed deBehoor toe!
Behoor tot!
Behoor!
Kom uit!
la venganzaWraak. RecordéIk herdacht
Ik herinnerde
Ik onthield
Ik wist nog
miMi
Mijn
amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
y decidíIk besliste
Ik besloot
Ik maakte uit
Ik nam me voor

llevarlaBreng hem a caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde
. SabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que yo mismoIkzelf meMe
Mij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend
una terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
torturaFoltering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze martelt
Kwelling
Martel!
Marteling
Penitentie
Temptatie
; peroDoch
Echter
Maar
me encontrabaIk bevond me
Ik maakte het
Ik was gesteld
esclavoSlaaf,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon
, de un impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing
que detestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afschuw
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een weerzin
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeide
Ik haatte
Ik had een afschuw
 van
Ik had een weerzin
 tegen
Ik verafschuwde
Ik verfoeide
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
desobedecerNiet gehoorzamen. MasDoch
Echter
Maar
Plus
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
ellaHaar
Ze
Zij
murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

experimentéIk beleefde
Ik ervoer
Ik experimenteerde
Ik maakte door
Ik ondervond
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
. En loDe
Hem
Het
U
inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
de miMi
Mijn
desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven
desecharAfwijzen
Buitensluiten
Uitsluiten
Verwerpen
Weggooien
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
misMi's
Mijn
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen

y ahogarNeerslaan
Onderdrukken
Smoren
Stikken
Verdrinken
Verkroppen
Verstikken
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
misMi's
Mijn
escrúpulosGemoedsbezwaren
Gewetensbezwaren
Scrupules
. A partir deVanaf ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
se convirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde zich paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
en el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. LlegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
a
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
elecciónKeur
Keus
Keuze
Kiezen
Optie
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
Verkiezing
; adaptéIk accommodeerde
Ik adapteerde
Ik affilieerde
Ik nam aan
Ik paste aan
miMi
Mijn
naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
alNaar de
Naar het
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
escogidoGekozen
Geselecteerd
Uitgekozen
Uitgelezen
Uitgepikt
Uitgezocht
Verkozen
voluntariamenteVrijwillig. El
cumplimientoAanvulling
Beleefdheid
Compliment
Gadeslaan
Nakomen
Naleven
Observeren
Plichtpleging
Strikte naleving
Toekijken
Toezien
Toppunt
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Vervulling
Volbrengen
Voleinding
Volmaaktheid
Voltrekken
Waarnemen
de miMi
Mijn
diabólico proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
se convirtió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd una pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
dominanteZij/ze bedwingen
Zij/ze beheersen
Zij/ze domineren
Zij/ze overheersen
Zij/ze schitteren uit
Zij/ze voeren de boventoon
. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
,
¡ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
miMi
Mijn
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
!

Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
la narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten
meMe
Mij
conmovióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontroerde
, peroDoch
Echter
Maar
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
recordéIk herdacht
Ik herinnerde
Ik onthield
Ik wist nog
lo queDat wat
Wat
Frankenstein meMe
Mij

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
respecto deAangaande
Betreffende
In verband met
Met
Met betrekking tot
Op het stuk van
Over
Ten opzichte van
suHaar
Hun
Uw
Zijn
elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid
y poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
de persuasiónBepraten
Overhalen
Overreden
, y viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
Me
Mij
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
inanimado de miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
,
sentíIk gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
revivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht tot nieuw
 leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte opnieuw tot
 leven
Ik bracht tot nieuw
 leven
Ik wekte opnieuw tot
 leven
en Me
Mij
la indignaciónVerontwaardiging.

¡MiserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
! --grité--, ¿ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
vienesJij/je komt
Jij/je komt mee
a lamentarteBejammeren
Betreuren
Spijt hebben van
de la desolaciónEenzaamheid
Troosteloosheid
Vernieling
Verslagenheid
Verwoesting
Woestheid
que hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
creadoGecreëerd
Gemaakt
Geschapen
Opgericht
? LanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
una antorchaFakkel
Flambouw
Toorts

encendidaAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
los edificiosBouwsels
Bouwwerken
Constructies
Gebouwen
Percelen
y, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
ardidoAan geweest
Geblaakt
Gebrand
Gegloeid
, te sientasJij/je gaat zitten
Jij/je neemt plaats
Jij/je voelt je
Jij/je zet
Jij/je zet je
a llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las ruinasBouwvallen
Muurleeuwenbek
Puinhopen
Ravages
Ruïnen
Ruïnes
. ¡EngendroIk baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Ik verwek

hipócritaSchijnheilig!, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
vivieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
ésteDeze
Dit
a quienDie
Wie
llorasJij/je bejammert
Jij/je betreurt
Jij/je beweent
Jij/je huilt
Jij/je krijt
Jij/je schreit
Jij/je weent
, volvería aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou teruggaan naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkeren naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkomen naar
Ik zou teruggaan naar
Ik zou terugkeren naar
Ik zou terugkomen naar
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
el objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp
de tuJe
Jouw
malditaVervloekt
Vervloekte
venganzaWraak. ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
lo queDat wat
Wat
sientesJij/je boekt
Jij/je doet zitten
Jij/je gevoelt
Jij/je merkt
Jij/je stelt op
Jij/je stelt voorop
Jij/je tekent aan
Jij/je voelt
Jij/je voelt aan
Jij/je wordt gewaar
Jij/je zet neer
!; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
gimesJij/je kermt
Jij/je klaagt
Jij/je zucht
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
la víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
de tuJe
Jouw
maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid
escapóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
a tuJe
Jouw
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->