NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig --me interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste el engendroIk baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Ik verwek-. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al esaDat
Die debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn la impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor que leHaar
Hem
Het
U causanZij/ze berokkenen
Zij/ze brengen teweeg
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze laten
Zij/ze laten doen
Zij/ze maken
Zij/ze richten aan
Zij/ze stichten
Zij/ze veroorzaken misMi's
Mijn
actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank intentoIk ben van plan
Ik ben voornemens
Ik beproef
Ik heb voor
Ik pas
Ik pas aan
Ik poog
Ik probeer
Ik probeer uit
Ik stel me voor
Ik toets
Ik tracht
Poging despertarOpwekken
Wakker maken
Wakker worden
Wekken suHaar
Hun
Uw
Zijn simpatíaMedegevoel
Sympathie; jamásNimmer
Nooit encontraréIk zal aantreffen
Ik zal bevinden
Ik zal ontmoeten
Ik zal tegemoet treden
Ik zal tegenkomen
Ik zal treffen
Ik zal vinden comprensiónBegrijpen
Begrip
Beseffen
Bevatten
Bevatting
Bevattingsvermogen
Inhoud
Omvatten
Opvatting
Snappen
Vatten
Verstaan. CuandoAls
Tijdens
Wanneer primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke traté deIk behandelde
Ik beijverde me
Ik bepraatte
Ik besprak
Ik deed moeite
Ik poogde
Ik probeerde te
Ik streefde
Ik trachtte
Ik zocht hallarlaAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Treffen
Vinden
Waarnemen
Zien,
quiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou compartirDelen el amorAffectie
Liefde
Min por la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid, el sentimiento de felicidadGeluksgevoel y ternuraGevoeligheid
Malsheid
Murwheid
Tederheid
Weekheid
Zachtheid que meMe
Mij llenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij
Ik completeerde
Ik dempte
Ik maakte vol
Ik schonk vol
Ik spekte
Ik stopte
Ik voleindde
Ik vulde
Ik vulde aan
Ik vulde in
Ik werkte bij el corazónHart
Klokhuis.
PeroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans que esaDat
Die virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend un recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir, y la felicidadHet geluk y ternuraGevoeligheid
Malsheid
Murwheid
Tederheid
Weekheid
Zachtheid se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en amargaBitter
Bittere y
odiosaGehaat
Gehate desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop, ¿dóndeWaar
Waarheen deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken comprensiónBegrijpen
Begrip
Beseffen
Bevatten
Bevatting
Bevattingsvermogen
Inhoud
Omvatten
Opvatting
Snappen
Vatten
Verstaan? Me avengo aIk schik me naar sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen en soledadEenzaamheid
Verlatenheid, mientrasTerwijl duren(Zij) blijven goed
Beklijft u!
Blijft u aan!
Duurt u voort!
Duurt u!
Houdt u aan!
Houdt u stand!
Zij/ze beklijven
Zij/ze blijven aan
Zij/ze duren
Zij/ze duren voort
Zij/ze houden aan
Zij/ze houden stand
misMi's
Mijn desgraciasAccidenten
Ongelukken
Ongevallen; y aceptoIk accepteer
Ik neem aan
Ik ontvang que, cuandoAls
Tijdens
Wanneer mueraGaat u dood!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmacht
Ik ga dood
Ik overlijd
Ik sterf
Ik verscheid
Ik versmacht
Overlijdt u!
Sterft u!
Verscheidt u!
Versmacht u!, el odioHaat
Ik haat y el oprobio acompañenAccompagneert u!
Begeleidt u!
Gaat u mee!
Loopt u mee!
Vergezelt u!
Zij/ze accompagneren
Zij/ze begeleiden
Zij/ze gaan mee
Zij/ze lopen mee
Zij/ze vergezellen miMi
Mijn recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir. TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
miMi
Mijn imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht se colmabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
Ik liep over
Ik overliep
Ik overtrof de sueñosDromen
Slapen de virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid, famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep y placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin. AntañoEertijds
Voorheen
Vroeger esperéIk hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit ingenuamenteEenvoudig
Simpel encontrarmeAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
conDoor
Met
Per
Samen met seresWezenlijkheden
Wezens que, obviandoTegemoetkomend aan
Verhelpend miMi
Mijn aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen externoBuiten-
Buitenste
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige, meMe
Mij quisieranZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden por las excelentesBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke cualidadesEigenschappen
Kwaliteiten que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
de míMe
Mij. MeMe
Mij nutríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedde
Ik voedde de elevadosBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes de honorEer
Hulde y devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid. PeroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans la maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is degradadoGedegradeerd
Verlaagd,
ComentarioCommentaar [L99]: Al igualNet zoals
que VíctorVictor, la criaturaCreatuur
Schepsel quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
culpableDader
Schuldig
Schuldige. VíctorVictor noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was asesinadoGemoord
Vermoord;
murió deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf aan muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve provocadaGekotst
Geprovoceerd
Getart
Getergd
Overgegeven
Uitgebraakt
Uitgedaagd
Uitgelokt
Uitgetart
Veroorzaakt
por suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing de continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten
la venganzaWraak.
y soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere que las másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus despreciables alimañas. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand crimenMisdaad
Misdrijf, maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid, perversidadPerversiteit, comparables a los
míosVan mij. CuandoAls
Tijdens
Wanneer repasoHerhalen
Herlezing
Ik herhaal
Opnieuw doornemen la horrenda sucesiónAfkomen
Afstammen
Gebeuren
Geschieden
Opvolgen
Opvolging
Overkomen
Reeks
Rij
Successie
Voorvallen de misMi's
Mijn crímenesMisdaden
Misdrijven, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag creer queDenken dat soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige de imágenesAfbeeldingen
Beelden
Imago's
Platen
Prenten
Voorstellingen sublimesJij/je sublimeert
Subliem
Sublieme
Verheven
Zielsverheffend
Zielsverheffende y trascendentalesBovenzinnelijk
Bovenzinnelijke
Transcendent
Transcendentaal
Transcendentale
Transcendente, que hablaban deZij/ze behandelden
Zij/ze bepraatten
Zij/ze bespraken
Zij/ze discuteerden
Zij/ze wisselden van gedachten la hermosuraSchone vrouw
Schoonheid y la
magnificenciaGrootsheid del bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. PeroDoch
Echter
Maar esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig; el ángel caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen se convierte enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt pérfidoDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke demonioBoze geest
Demon
Duivel. PeroDoch
Echter
Maar inclusoZelfs eseDat
Die enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
de DiosGod
Godheid y de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden y compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten en suHaar
Hun
Uw
Zijn desolaciónEenzaamheid
Troosteloosheid
Vernieling
Verslagenheid
Verwoesting
Woestheid; yoEgo
Ik estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten.
'UstedGij
U, que llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur a Frankenstein suHaar
Hun
Uw
Zijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten de misMi's
Mijn crímenesMisdaden
Misdrijven y susHaar
Hun
Uw
Zijn desventurasTegenspoeden.
PeroDoch
Echter
Maar, por muchosVeel
Vele
Zeer
Zere detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein que de ellosHen
Ze
Zij leHaar
Hem
Het
U dieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht contarleAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen las horasTijden
Uren y mesesMaanden de miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
soportadoVerdragen, consumiéndome bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden impotentesImpotent
Impotente. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al destruíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoestte
Ik vernielde
Ik vernietigde
Ik verwoestte susHaar
Hun
Uw
Zijn esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por elloDat
Het
satisfacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed aan
Ik voldeed aan misMi's
Mijn propiosEigen deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten, que seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige eEn insatisfechosOntevreden. SeguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort necesitandoBehoevend
Hoevend
Nodig hebbend
Toe zijnd aan amorAffectie
Liefde
Min y compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
y continuabanZij/ze gingen door
Zij/ze gingen verder
Zij/ze gingen verder met
Zij/ze gingen voort
Zij/ze hielden aan
Zij/ze vervolgden
Zij/ze zetten voort rechazándome. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was estoDeze
Dit injustoOnrechtvaardig
Onrechtvaardige
Onredelijk
Onredelijke? ¿SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats yoEgo
Ik el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke criminalCrimineel
Criminele
Misdadig
Misdadige
Misdadiger
Snode
Snood
Strafrechtelijk
Strafrechtelijke, cuandoAls
Tijdens
Wanneer todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la razaRas humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pecadoGezondigd
Zonde gedaan contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus míMe
Mij? ¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat ustedGij
U a Félix, que arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit de suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, asqueadoAfkeer ingeboezemd
Tegen de borst gestuit
Tegengestaan, a suHaar
Hun
Uw
Zijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind?
¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank maldiceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervloekt
Vervloek! alNaar de
Naar het campesinoBoer
Boeren-
Landelijk
Landman que intentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten a quienDie
Wie acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de salvarBehouden
Bergen
Redden a suHaar
Hun
Uw
Zijn hijaDochter? PeroDoch
Echter
Maar estosDeze
Dezen sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
seresWezenlijkheden
Wezens virtuososBraaf
Brave
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Virtuozen y purosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaren
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere. YoEgo
Ik, el infelizOngelukkig
Ongelukkige, el proscritoBalling
Banneling
In de ban gedaan
Vogelvrij verklaard, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats el abortoAborteren
Abortus
Abortus provocatus
Ik aborteer
Ik beval ontijdig
Ik krijg een miskraam
Ik misluk
Mislukken
Vruchtafdrijving, creadoGecreëerd
Gemaakt
Geschapen
Opgericht para queOpdat
Zodat loDe
Hem
Het
U pateenStampt u!
Stampvoet u!
Zij/ze stampen
Zij/ze stampvoeten, loDe
Hem
Het
U golpeenBonkt u!
Bonst u!
Hengst u!
Houwt u!
Klapt u!
Klopt u!
Mept u!
Slaat u!
Valt u op!
Zij/ze bonken
Zij/ze bonzen
Zij/ze hengsten
Zij/ze houwen
Zij/ze klappen
Zij/ze kloppen
Zij/ze meppen
Zij/ze slaan
Zij/ze vallen op, loDe
Hem
Het
U
rechacenDringt u weg!
Duwt u weg!
Slaat u af!
Stemt u af!
Stoot u af!
Stoot u weg!
Verdringt u!
Verduwt u!
Verwerpt u!
Weigert u!
Wijst u af!
Wraakt u!
Zegt u nee tegen!
Zij/ze dringen weg
Zij/ze duwen weg
Zij/ze slaan af
Zij/ze stemmen af
Zij/ze stoten af
Zij/ze stoten weg
Zij/ze verdringen
Zij/ze verduwen
Zij/ze verwerpen
Zij/ze weigeren
Zij/ze wijzen af
Zij/ze wraken
Zij/ze zeggen nee tegen. InclusoZelfs ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans meMe
Mij ardeBen aan!
Blaak!
Brand!
Gloei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware el recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir de estaDeze
Dit injusticiaOnrechtvaardigheid.
'PeroDoch
Echter
Maar esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats despreciable. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb asesinadoGemoord
Vermoord loDe
Hem
Het
U hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon y loDe
Hem
Het
U indefensoWeerloos
Weerloze; heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb estranguladoGechookt
Geworgd
Gewurgd a inocentesOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
mientrasTerwijl dormíanZij/ze brachten onder narcose
Zij/ze maften
Zij/ze pitten
Zij/ze sliepen
Zij/ze sliepen uit, y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb oprimidoAdellijk
Adellijke
Benauwd
Benauwde
Broeierig
Broeierige
Drukkend
Drukkende
Goor
Gore
Gortig
Gortige
Muf
Muffe
Onderdrukt
Opgekropt
Oud
Oudbakken
Oude
Smoezelig
Smoezelige
Verdrongen
Verdrukt
Verkropt
Verstikkend
Verstikkende
Zwoel
Zwoele conDoor
Met
Per
Samen met misMi's
Mijn manosHanden la gargantaKeel
Keelgat
Strot de alguienIemands que jamásNimmer
Nooit me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand dañadoBeschadigd
Bezeerd, niEn niet
Evenmin
Noch
a míMe
Mij niEn niet
Evenmin
Noch a ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei otroAnder
Andere
Nog een
Nog één serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb llevado aMeegenomen naar
Meegenomen voor la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval a miMi
Mijn creadorMaker
Scheppend
Scheppende
Schepper, ejemploExempel
Toonbeeld
Voorbeeld escogidoGekozen
Geselecteerd
Uitgekozen
Uitgelezen
Uitgepikt
Uitgezocht
Verkozen de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
dignoWaardig
Waardige de amorAffectie
Liefde
Min y admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten; loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb perseguidoAchtervolgd
Nagejaagd
Vervolgd hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs convertirloHet veranderen en estaDeze
Dit ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen. AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!,
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale y entumecidoStijf gemaakt
Stram gemaakt por la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. UstedGij
U meMe
Mij odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat; peroDoch
Echter
Maar suHaar
Hun
Uw
Zijn repulsiónAfstoten
Afweren
Verdringen
Verduwen
Weerzin
Wegdringen
Wegduwen
Wegstoten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt igualar la queDat
Die
Wie
Zij die yoEgo
Ik sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer por
míMe
Mij mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve. ContemploIk beschouw
Ik koekeloer las manosDe handen conDoor
Met
Per
Samen met las queWie
Zij die heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht estoDeze
Dit a caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde; pienso enIk denk aan
Ik denk na over el corazónHart
Klokhuis que concibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde een begrip
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd zwanger suHaar
Hun
Uw
Zijn
ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen, y ansíoIk begeer vurig que llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u! el momentoHet ogenblik en queWaarin puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien a míMe
Mij mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve, y misMi's
Mijn remordimientosWroegingen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank torturenMartelt u!
Zij/ze martelen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus miMi
Mijn corazónHart
Klokhuis.
'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank temaDucht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Ik ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
Is u bang voor!
Onderwerp
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Stof
Thema
Vreest u!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volveré aIk zal teruggaan naar
Ik zal terugkeren naar
Ik zal terugkomen naar cometerBedrijven
Begaan
Gebruiken
Opdragen
Plegen
Toevertrouwen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus crímenesMisdaden
Misdrijven. MiMi
Mijn tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is concluidoAfgeleid
Besloten
Beëindigd
Een gevolgtrekking gemaakt
Geconcludeerd. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef! suHaar
Hun
Uw
Zijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden niEn niet
Evenmin
Noch la
de ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei otroAnder
Andere
Nog een
Nog één hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! consumar el dramaDrama
Toneelstuk de miMi
Mijn vidaHachje
Leven, y cumplirGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen aquelloDat
Die
Diegene
Zulks que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! cumplirseGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend se
requiereBeteken!
Haal over!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overreedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereist
Maak nodig!
Maan aan!
Onderzoek!
Overreed!
Vereis!
Vereist la míaVan mij. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pienseDenkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Ik denk que tardaré enIk zal tijd nemen
om llevar a caboNakomen
Naleven
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Voltrekken el sacrificioGevaarlijke operatie
Misoffer
Offer
Offerande
Opoffering. Me alejaréIk zal me verwijderen
van de suHaar
Hun
Uw
Zijn bajel en la balsaBassin
Kom
Stroomgebied
Vijver
Vlot que
meMe
Mij trajoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs é1 y buscaréIk zal afhalen
Ik zal gaan halen
Ik zal halen
Ik zal ophalen
Ik zal opzoeken
Ik zal snorren
Ik zal uitkijken
Ik zal uitzien
Ik zal zoeken el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus alejadoVerwijderd
Verwijderd van
Weggehouden van y septentrionalNoordelijk
Noordelijke
Noords
Noordse del hemisferioHalfrond
Hemisfeer; haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren una piraBrandstapel
Houtmijt
Mijt funerariaBegrafenis-,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin reduciréIk zal herleiden
Ik zal inkoken
Ik zal inkrimpen
Ik zal reduceren
Ik zal vereenvoudigen
Ik zal zetten a cenizasAssen esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige, para queOpdat
Zodat misMi's
Mijn restosResten
Stompen
Stronken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U sugieranFluistert u in!
Geeft u een wenk!
Oppert u!
Stelt u voor!
Suggereert u!
Zij/ze fluisteren in
Zij/ze geven een wenk
Zij/ze opperen
Zij/ze stellen voor
Zij/ze suggereren a algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander curiosoBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige y desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
infelizOngelukkig
Ongelukkige la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent! de crearCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke a míMe
Mij. MoriréIk zal doodgaan
Ik zal overlijden
Ik zal sterven
Ik zal verscheiden
Ik zal versmachten. Dejaré deIk zal stoppen met padecerDoorstaan
Dulden
Lijden
Lijden aan
Ondergaan
Uitstaan
Velen
Verdragen la angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
meMe
Mij consumeConsumeer!
Eet op!
Eet!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze consumeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verorbert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verteert
Maak op!
Sloop!
Teer op!
Verbruik!
Verorber!
Verteer!, y de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn la presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild de sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen insatisfechosOntevreden eEn insaciablesOnverzadigbaar
Onverzadigbare. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht aquelDat
Die que meMe
Mij creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep; y,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer yoEgo
Ik deje deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt met
Ik stop met
Stopt u met! existirBestaan, el recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir de ambosAlle twee de
Allebei
Beide desapareceráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdwijnen prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast. JamásNimmer
Nooit volveré aIk zal teruggaan naar
Ik zal terugkeren naar
Ik zal terugkomen naar verBekijken
Kijken
Zien el solSol
Zon, niEn niet
Evenmin
Noch las
estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren, niEn niet
Evenmin
Noch a sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen el vientoWind acariciarmeAaien
Liefkozen
Strelen las mejillasKonen
Wangen. DesapareceránZij zullen verdwijnen
Zij/ze zullen verdwijnen la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, las sensacionesIndrukken
Sensaties, los sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen;
y entoncesDan
Dus
Toen encontraréIk zal aantreffen
Ik zal bevinden
Ik zal ontmoeten
Ik zal tegemoet treden
Ik zal tegenkomen
Ik zal treffen
Ik zal vinden la felicidadHet geluk. HaceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige añosJaren, cuandoAls
Tijdens
Wanneer por primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt se abrieronZij/ze begonnen
Zij/ze gingen open
Zij/ze openden de rij anteSuède
Ten overstaan van
Voor
míMe
Mij las imágenesAfbeeldingen
Beelden
Imago's
Platen
Prenten
Voorstellingen que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mundoAardrijk
Wereld ofreceBied aan!
Bied te koop aan!
Bied!
Draag voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Loof uit!
Sla voor!
Stel voor!, cuandoAls
Tijdens
Wanneer notabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Ik bemerkte
Ik merkte
Ik merkte op
Ik noteerde
Ik schreef op
Ik stelde te boek
Ik tekende aan la alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke calidez, del veranoZomer, y oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond el murmulloGemompel
Gemurmel
Geprevel
Geroezemoes de
las hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten y el trinar de los pájarosVogelen
Vogels, cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken que loDe
Hem
Het
U fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij, hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was lloradoBejammerd
Betreurd
Beweend
Gehuild
Gekreten
Geschreid
Geweend de pensar enDenken aan
Nadenken over morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten;
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke consueloIk troost
Ik vertroost
Troost. InfectadoAangestoken
Besmet
Geïnfecteerd
Verpest por misMi's
Mijn crímenesMisdaden
Misdrijven, y destrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest por el remordimientoSpijt
Wroeging, ¿dóndeWaar
Waarheen sinoDoch
Echter
Maar
en la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden puedoIk kan
Ik mag hallarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Treffen
Vinden
Waarnemen
Zien reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten?
'¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel! LoDe
Hem
Het
U abandonoAbandonneren
Achterstelling
Eenzaamheid
Ik abandonneer
Ik laat in de
steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Verlaten
Verlatenheid
Verwaarlozing
Verzaking
Woestheid. UstedGij
U será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien misMi's
Mijn ojosKijkers
Ogen. ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, Frankenstein! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals aúnNog
Nog altijd
Nog steeds estuvierasJij/je bevond je
Jij/je lag
Jij/je was
Jij/je zat
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige, y mantuvierasJij/je hield
Jij/je hield erop na
Jij/je onderhield el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht de satisfacerVoldoen aan en míMe
Mij tuJe
Jouw venganzaWraak, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever la satisfaríasJij/je zou voldoen aan dejándomeMe aan iets wijdend
Me overgevend
Me verwaarlozend
Terneergeslagen wordend vivirLeven
Wonen
que dándomeGebeurend
Groeiend
Me gewonnen gevend
Me overgevend
Me voordoend
Ontstaand
Voorkomend muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig; buscasteJij/je ging halen
Jij/je haalde
Jij/je haalde af
Jij/je haalde op
Jij/je keek uit
Jij/je snorde
Jij/je zag uit
Jij/je zocht
Jij/je zocht op miMi
Mijn aniquilaciónAnnihilatie para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht cometerBedrijven
Begaan
Gebruiken
Opdragen
Plegen
Toevertrouwen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus atrocidadesDwaasheden
Onnozelheden;
masDoch
Echter
Maar
Plus siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals, de formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze desconocidaOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van del todoGeheel de pensarDenken y de sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen, sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! que
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! aumentarAangroeien
Aanwakkeren
Doen toenemen
Groeien
Sterker worden
Stijgen
Toenemen
Vergroten
Verhogen
Vermeerderen miMi
Mijn desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debierasJij/je behoorde te
Jij/je diende
Jij/je had te danken
Jij/je hoorde
Jij/je moest
Jij/je stond in de
schuld
Jij/je was schuldig
Jij/je was verplicht om
te
Jij/je was verschuldigd desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen miMi
Mijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. DestrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals te hallabasJij/je bevond je
Jij/je vond je terug
Jij/je was, misMi's
Mijn sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren superioresBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure a los tuyosVan jou, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende el zarpazo del remordimientoSpijt
Wroeging noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejará deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stoppen met hurgar enRondscharrelen in
Wroeten in misMi's
Mijn heridasBezeerd
Blessuren
Blessures
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuren
Verwond
Verwondingen
Wonden hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
que la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden las cierreAfsluiten
Afsluiting
Dichtdoen
Dichtgaan
Dichtmaken
Doet u dicht!
Doet u op slot!
Doet u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Ik doe dicht
Ik doe op slot
Ik doe toe
Ik maak dicht
Ik sluit
Ik sluit af
Maakt u dicht!
Slot
Sluit u af!
Sluit u!
Sluiten
Sluiting
Toedoen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend.
'PeroDoch
Echter
Maar prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet, conDoor
Met
Per
Samen met solemnePlechtig
Plechtige
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige y tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige entusiasmo-Enthousiasme
Geestdrift
Ik beziel
Ik enthousiasmeer
Uitbundigheid- moriréIk zal doodgaan
Ik zal overlijden
Ik zal sterven
Ik zal verscheiden
Ik zal versmachten, y lo queDat wat
Wat ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank duraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beklijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal duren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal standhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voortduren
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast cesaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aflaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stoppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitscheiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wijken esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind fuegoVuur abrasadorBrandbaar
Brandbare
Brandend
Brandende
Verzengend
Verzengende. SubiréIk zal beklimmen
Ik zal bestijgen
Ik zal in de
trein stappen
Ik zal instappen
Ik zal klimmen
Ik zal naar boven
brengen
Ik zal naar boven
dragen
Ik zal naar boven
gaan
Ik zal omhoog gaan
Ik zal opgaan
Ik zal opkomen
Ik zal opstaan
Ik zal rijzen
Ik zal stijgen
Ik zal verrijzen
Ik zal wassen triunfanteOverwinnend
Overwinnende
Zegevierend
Zegevierende a miMi
Mijn piraBrandstapel
Houtmijt
Mijt funerariaBegrafenis-, y exultaréIk zal jubelen
Ik zal juichen de júbiloGrote vreugde en
la agoníaAgonie
Doodsstrijd
Stervensnood de las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren. Se apagaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitblazen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitblussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitdoven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitzetten el reflejoIk kaats terug
Ik reflecteer
Ik spiegel
Ik weerkaats
Ik weerspiegel
Reflecteren
Reflex
Spiegelen
Terugkaatsen
Weerkaatsen
Weerkaatsing
Weerspiegelen
Weerspiegeling del fuegoVuur, y el vientoWind esparciráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bestrooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitspreiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdelen misMi's
Mijn cenizasAssen por el marZee. MiMi
Mijn
espírituGeest
Geestgesteldheid descansaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begraven liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontspannen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pauzeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrusten en pazQuitte; o, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals es queDat komt omdat
Want puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten pensandoDenkend, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren de esta maneraZo. AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel.
ConDoor
Met
Per
Samen met estasDeze
Dezen palabrasBewoordingen
Woorden saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit por la ventanaRaam
Venster del camaroteCabine
Cockpit
Hut
Kajuit a la balsaBassin
Kom
Stroomgebied
Vijver
Vlot que flotabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dobberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlotte
Ik dobberde
Ik dreef
Ik vlotte juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast las
olasBaren
Golven
Gulpen loDe
Hem
Het
U alejaronZij/ze hielden weg van
Zij/ze verwijderden
Zij/ze verwijderden van, y se perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwaalde en la distanciaAfstand
Eind
End y en la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid.
PáginaBladzijde
Pagina 99
Negen: [11
Een] ComentarioCommentaar [L31] Librodot.com
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los alquimistas eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was dogmaDogma
Leerstelling
Leerstuk de feFiducie
Geloof
Vertrouwen que, de seguirseResulteren
Uitkomen
Volgen
Voortkomen
Voortspruiten
Voortvloeien los procedimientosBereidingswijzen
Procedés
Procédés
Procedures
Werkwijzen adecuadosAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame,
la materiaMateriaal
Materie
Stof
Zelfstandigheid se podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht perfeccionarVerbeteren
Vervolmaken. A esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding postulaban la existenciaHet bestaan de una piedraHagel
Steen
filosofal, de la cualWaarvan se decíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde bij zichzelf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei bij zichzelf que el queDat
Die
Hij die
Wie la poseyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen transformarHerscheppen
Omzetten
Van gedrag doen veranderen
Veranderen
Vermaken
Vervormen en oroE175
Goud
Ik bid los
metalesMetalen secundariosMiddelbaar
Middelbare
Secundair
Secundaire. El elixir de la vidaLevenselixer supuestamenteZogenaamd conferíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik kende toe
Ik verleende la inmortalidadOnsterfelijkheid a la
personaMens
Personage
Persoon que loDe
Hem
Het
U destilaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze destilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte
Ik brandde
Ik destilleerde
Ik distilleerde
Ik haalde over
Ik stookte.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |