Tell haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
de vuestrasJullie
Van jullie
dilaciones...
STAUFFACHER.- JuramosWij/we bezweren
Wij/we bezwoeren
Wij/we legden een eed
 af
Wij/we leggen een eed
 af
Wij/we vloeken
Wij/we vloekten
Wij/we zweren
Wij/we zwoeren
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij

de NavidadKerstfeest
Kerstmis
Kersttijd
.
RUDENZ.- YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
juréIk bezwoer
Ik legde een eed
 af
Ik vloekte
Ik zwoer
. ¡AguardadSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht!

vosotrosGijlieden
Je
Jullie
, y yoEgo
Ik
obraréIk zal ageren
Ik zal bezig zijn
Ik zal doen
Ik zal handelen
Ik zal optreden
Ik zal te werk
 gaan
Ik zal voortgaan
Ik zal werken
!
MELCHTHAL.- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
? ¿IntentáisJullie beproeven
Jullie hebben voor
Jullie passen
Jullie passen aan
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie proberen uit
Jullie stellen je voor
Jullie toetsen
Jullie trachten
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens
?...
RUDENZ.- SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los próceres del paísLand, y miMi
Mijn

primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
protegerosBehoeden
Beschermen
Beschutten
Beveiligen
In veiligheid brengen
.
FÜRST.- Depositar enStorten op la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
estosDeze
Dezen
restosResten
Stompen
Stronken
queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle
,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vuestroJullie
Uw
Van jullie
principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sagradoEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
.
RUDENZ.- CuandoAls
Tijdens
Wanneer
hayamosLaten we hebben
Laten we zijn
Wij/we hebben
Wij/we zijn
libertadoAfgeholpen
Bevrijd
Losgelaten
Verlost
Vrijgelaten
Vrijgemaakt
alNaar de
Naar het
paísLand,
pondremosWij/we zullen aan de
 praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
 brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
la coronaHet kroonwiel de la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
.

GUILLERMOWillem TELL

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
vuestraJullie
Uw
Van jullie
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de
defenderOpkomen voor
Verdedigen
Verweren
la míaVan mij contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
los tiranosDwingelanden
Geweldenaars
Geweldenaren
Tirannen
... ¡OídHoor!
Verneem!
Versta!
y sabedKen!
Smaak!
Weet!
!
¡MiMi
Mijn
Berta haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
desaparecidoVerdwenen
Vermiste
misteriosamente, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde

robadaBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan
conDoor
Met
Per
Samen met
temerariaOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
osadíaDurf
Gedurftheid
de entreOp
Uit
Van
nosotrosOns
We
Wij
.
STAUFFACHER.- ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
que el tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!

cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
arbitrariedadWillekeur contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
la noblezaAdel
Edelen
libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
?
RUDENZ.- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
míosVan mij! OsJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
prometidoBeloofd
Bruidegom
Galant
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd
miMi
Mijn

ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
. y yoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de invocarAanroepen
Roepen
primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
la vuestraJullie
Uw
Van jullie
. MiMi
Mijn

prometidaBeloofd
Bruid
Meisje
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
robadaBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan
, arrebatadaAfgenomen
Afgepakt
Uitgelicht
Uitgenomen
Weggehaald
Weggenomen
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
.
¡QuiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
en dóndeWaar
Waarheen
la escondeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ontveins!
Verberg!
Verheel!
Verschuil!
Verstop!
eseDat
Die
insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige
, y a
quéWat
Welke
violenciasDwangen
Gewelddadigheden
Geweldplegingen
Hevigheden
Onnatuurlijkheden
Onstuimigheden
Valsheden
Verkrachtingen
Vinnigheden
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se atreveráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal brutaal worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal durven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onbeschaamd worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wagen
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
impúdico afánBemoeienis
Geploeter
Gesjouw
Hunkering
Inspanning
Moeite
Poging
Spanning
Streven
Uitrekking
Zucht

de forzarlaAanranden
Dwingen
Forceren
Geweld aandoen
Noodzaken
Verkrachten
Verplichten
a consentirBederven
Dulden
Goedvinden
Het eens zijn
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen
en un himeneo odiosoGehaat
Gehate
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

meMe
Mij
abandonéisJullie abandonneren
Jullie laten in de
 steek
Jullie laten varen
Jullie stoppen ermee
Jullie verlaten
. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡ayudadmeBaat!
Help!
Sta bij!
Sta ter zijde!
a salvarlaBehouden
Bergen
Redden
!... EllaHaar
Ze
Zij
osJe
Jullie

amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!
, y merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
patriotismoChauvinisme que todos losAlle brazosArmen
se armenBewapent u!
Wapent u!
Zet u in elkaar!
Zij/ze bewapenen
Zij/ze wapenen
Zij/ze zetten in elkaar
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
...
FÜRST.- ¿QuéWat
Welke
os proponéisJullie hebben voor
Jullie stellen je voor
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens
?
RUDENZ.- ¿LoDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
yoEgo
Ik
? ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! En la ignoranciaDomheid
Onwetendheid

en queWaarin estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
, en los tormentosKwellingen
Martelingen
Penitenties
Penitentiën
Temptaties
Temptatiën
que
estasDeze
Dezen
dudasAarzelingen
Geweifels
Haperingen
Jij/je dubt
Jij/je staat in dubio
Jij/je twijfelt
Twijfels
Weifelingen
meMe
Mij
causanZij/ze berokkenen
Zij/ze brengen teweeg
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze laten
Zij/ze laten doen
Zij/ze maken
Zij/ze richten aan
Zij/ze stichten
Zij/ze veroorzaken
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
fijarmeBepalen
Bevestigen
Fixeren
Vastmaken
Vastplakken
Vaststellen
en nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
.
SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
con claridadDuidelijk
Evident
Helder
Licht
Lumineus
Verstaanbaar
que entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los escombrosAfbraken
Afval
Makrelen
Prullaria
Puin
Rommel
Rommelzooi
Vuil
Vuilnis
de la
tiranía haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de resucitarDoen herleven
Opstaan
Opwekken
Tot leven wekken
Verrijzen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
y que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
de apoderarnosEen volmacht verlenen aan
In het bezit stellen
 van
Machtigen

de todas lasAlle fortalezasVestingen, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
 van de ziel
Doordringen tot op merg
 en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la encontramosWij/we bevinden
Wij/we bevonden
Wij/we komen tegen
Wij/we kwamen tegen
Wij/we ontmoeten
Wij/we ontmoetten
Wij/we traden tegemoet
Wij/we treden tegemoet
Wij/we treffen
Wij/we treffen aan
Wij/we troffen
Wij/we troffen aan
Wij/we vinden
Wij/we vonden
.
MELCHTHAL.- ¡VenidKom mee!
Kom!
y guiadnosGeleid!
Leid rond!
Leid!
Wijs de weg!
! TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
osJe
Jullie
seguiremosWij zullen verdergaan
Wij/we zullen aanblijven
Wij/we zullen bewandelen
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen doorgaan
Wij/we zullen opvolgen
Wij/we zullen volgen
Wij/we zullen voortvloeien
Wij/we zullen voortzetten

¿A quéWat
Welke
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mañanaMorgen
Ochtend
lo queDat wat
Wat
podeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Ik snoei
Snoeit u!


FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

mos hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
hoyHeden
Vandaag
? LibreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
Tell cuandoAls
Tijdens
Wanneer
juramosWij/we bezweren
Wij/we bezwoeren
Wij/we legden een eed
 af
Wij/we leggen een eed
 af
Wij/we vloeken
Wij/we vloekten
Wij/we zweren
Wij/we zwoeren
en
Rutli, y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
arbitrariedadesWillekeuren.
La ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
nos(Aan) ons
Ons
imponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft belasting op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze imponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt indruk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraccijnst
nuevasNieuw
Nieuwe
leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
. ¿QuiénWie
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cobardeLafaard, que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
aplaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuift
Houdt u aan!
Ik houd aan
Ik stel uit
Ik verdaag
Ik verschuif
Stelt u uit!
Verdaagt u!
Verschuift u!
la ejecuciónExecuteren
Executie
Gerechtelijke verkoop
Nakomen
Naleven
Opvoering
Terechtstellen
Terechtstelling
Uitvoeren
Uitvoering
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
Volvoering

de nuestroOns
Onze
Van ons
planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
?
RUDENZ (A Stauffacher y Fürst).- ArmaosBewapen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewapent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wapent
Wapen
Wapen!
mientrasTerwijl
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, estadBen!
Bevind je!
Lig!
Zit!
prontos a la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
. EsperadBen bedacht op!
Hoop!
Sta te wachten!
Verwacht!
Voorzie!
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Zie vooruit!
la señalHet signaal
del fuegoVuur en las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
, que, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
que el
boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u!
de velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen
aladasGevleugeld
Gevleugelde
, osJe
Jullie
anunciaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aankondigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal adverteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal annonceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekend maken
nuestraOns
Onze
Van ons
victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
. Y
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
veáisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
brillarBlinken
Glanzen
Glimmen
Schijnen
Schitteren
estaDeze
Dit
señalSein
Signaal
Spoor
Teken
de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
agüeroVoorbode
Voorteken
, caedGeraak!
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!

sobre elOp de
Op het
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el rayoDe spaak, y derribadBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop!
el alcázar
de la tiranía. (Vanse(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
.)

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
III

El caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
Kussnacht.

BájaseAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
a élHem
Hij
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
los peñascosPeña=
Gezelschap
Kring
, y antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que los
viajerosReis-
Reizigers
lleguen(Zij) komen
Arriveert u!
Brengt u door!
Geeft u aan!
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
Zij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
se lesHen
Hun
U
ve porGa halen!
Haal!
las alturasHoogten
Hoogtes
Verhevenheden
.
RocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen
por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
, y una de ellasHen
Ze
Zij
, cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel
de
matorralesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes
, avanzaAnticipeer!
Beweeg voort!
Ga vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Kom vooruit!
Vorder!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que las otrasAnder
Andere
Nog één
.

TELL (Se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ballesta).-Bladveer
Kruisboog
HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan

necesariamenteNoodzakelijkerwijs
Noodzakelijkerwijze
por esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
hondoDiep
Diepe
, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Kussnacht... AquíAlhier
Hier
ejecutaréIk zal executeren
Ik zal nakomen
Ik zal naleven
Ik zal ter dood
 brengen
Ik zal terechtstellen
Ik zal uitvoeren
Ik zal verrichten
Ik zal vervullen
Ik zal voltrekken
miMi
Mijn


GUILLERMOWillem TELL

proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
... El momentoHet ogenblik esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
propicio. Ocúltanme estosDeze
Dezen

matorralesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes
, y miMi
Mijn
flechaPijl
Scheut
loDe
Hem
Het
U
alcanzaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bereiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reiken tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verwerven
. LoDe
Hem
Het
U
estrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat

del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
leHaar
Hem
Het
U
obligaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dwingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal forceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal noodzaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdringen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verplichten
a irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
. ¡AjustaBesteed aan!
Contracteer!
Ga aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze contracteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rectificeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet recht
Rectificeer!
Sluit af!
Stel bij!
Verbeter!
Zet recht!
tusJe
Jouw
cuentasBerekeningen
Calculaties
Conti
Conto's
Jij/je berekent
Jij/je calculeert
Jij/je debiteert
Jij/je leest voor
Jij/je rekent
Jij/je rekent uit
Jij/je telt
Jij/je telt af
Jij/je telt neer
Jij/je verhaalt
Jij/je vertelt
Kralen
Nota's
Rekeningen

conDoor
Met
Per
Samen met
DiosGod
Godheid
, gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
; vas aJij/je gaat naar morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sonadoDe neus gesnoten
Geklonken
Geluid gemaakt

tuJe
Jouw
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
horaTijd
Uur
! YoEgo
Ik
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
tranquiloBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
cuidadosBeduchtheden
Bekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheden
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Ongerustheden
Opgelet
Opgepast
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden
...
MisMi's
Mijn
flechasPijlen
Scheuten
heríanZij/ze bezeerden
Zij/ze kwetsten
Zij/ze verwondden
Zij/ze wondden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
a las fierasWrede
Wreed
de los
bosquesBossen
Wouden
, y el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
del asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt
miMi
Mijn
menteGeest
Verstand
... Ge
Gij
Je
Jij
llenasteJij/je completeerde
Jij/je dempte
Jij/je maakte vol
Jij/je schonk vol
Jij/je spekte
Jij/je stopte
Jij/je voleindde
Jij/je vulde
Jij/je vulde aan
Jij/je vulde in
Jij/je werkte bij
de espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven

pacíficaPacifica
Pacifisch
Pacifische
, trocandoInruilend
Inwisselend
Ruilend
Uitwisselend
Verruilend
Wisselend
en ponzoña devastadoraVerwoestend
Verwoestende
miMi
Mijn

dulzuraZoetheid
Zoetigheid
y miMi
Mijn
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, y avezándome a cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken

monstruosas... El queDat
Die
Hij die
Wie
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
tirar aNeigen naar la cabezaHoofd
Kop
Krop
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

hijoKind
Zoon
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
el corazónHart
Klokhuis
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
.

ObligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
me veoIk ben duidelijk
Ik blijk
Ik laat me zien
a proteger contraBeschermen tegen tuJe
Jouw
iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende

a misMi's
Mijn
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hijosKinderen
Zonen
Zoons
y a miMi
Mijn
inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
y fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe

esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
... CuandoAls
Tijdens
Wanneer
yoEgo
Ik
tendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
Ik breidde uit
Ik hield op
Ik ontvouwde
Ik rekte
Ik spreidde
Ik spreidde uit
Ik stak uit
Ik strekte
Ik strekte uit
miMi
Mijn
arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
... cuandoAls
Tijdens
Wanneer
miMi
Mijn

manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde
... cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Ge
Gij
Je
Jij
, conDoor
Met
Per
Samen met
cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
y diabólico
deleiteBekoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft genot aan
Ik bekoor
Ik verheug
Ik verschaf genot aan
Verheugt u!
Verschaft u genot aan!
, meMe
Mij
forzasteJij/je deed geweld aan
Jij/je dwong
Jij/je forceerde
Jij/je noodzaakte
Jij/je randde aan
Jij/je verkrachtte
Jij/je verplichtte
a apuntar aBedoelen la cabezaHoofd
Kop
Krop
de miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
...
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
yoEgo
Ik
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
delante deVoor
Vóór
tiJe
Jou
, desmayadoBewusteloos
Bewusteloze
De moed verloren
Een flauwte gedaan krijgen
In zwijm gedaan vallen
Versaagd
y suplicanteSmekend
Smekende
,
entoncesDan
Dus
Toen
pronunciéIk sprak
Ik sprak uit
Ik uitte
en miMi
Mijn
interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
el
temibleGevreesd
Gevreesde
juramentoIk beëdig
Ik neem een eed
 af
Vloek
, oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por DiosGod
Godheid
, de que el
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
de miMi
Mijn
ballestaBladveer
Kruisboog
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
tuJe
Jouw
corazónHart
Klokhuis
... y loDe
Hem
Het
U

que prometíIk beloofde
Ik loofde uit
Ik verzegde
Ik zegde toe
Ik zei toe
en aquelDat
Die
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
de infernalHels
Helse
angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst
,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una deudaSchuld sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
... y quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
pagarlaBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
...

Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, y el representanteAgent
Dealer
Vertegenwoordiger
de miMi
Mijn
EmperadorKeizer
Zwaardvis
.
Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, niEn niet
Evenmin
Noch
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
el EmperadorKeizer
Zwaardvis
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was


FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

osadoBoud
Boude
Brutaal
Brutale
Dapper
Dappere
Ferm
Ferme
Gedurfd
Gewaagd
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Moedig
Moedige
Onbevreesd
Onbevreesde
Onvervaard
Onvervaarde
Stout
Stoute
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Vermetel
Vermetele
lo queDat wat
Wat
Ge
Gij
Je
Jij
... TeJe
Jou
envió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde aan estaDeze
Dit
regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
administrarAdministreren
Beheren
Besturen
Toedienen

justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
... justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
severaBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
estaba coléricoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was kwaad op
Ik toornde
Ik was boos
Ik was boos op
Ik was kwaad
Ik was kwaad op
...
peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
convertirBekeren
Converteren
Omzetten
Veranderen
en deleiteBekoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft genot aan
Ik bekoor
Ik verheug
Ik verschaf genot aan
Verheugt u!
Verschaft u genot aan!
homicida,
confiado enVertrouwd op la impunidadStraffeloosheid, verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
horroresVerschrikkingen
Weerzinnen
Zielsangsten
.
HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
un DiosGod
Godheid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
castigarlosBestraffen
Straffen
y vengarlosWraak nemen
Wreken
.

¡Veámoste, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, alhajaDecoratie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versiert met kostbaarheden
Sieraad
Tooisel
Versier met kostbaarheden!
Versiering
Versiersel
míaVan mij la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, miMi
Mijn

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
tesoroSchat, Ge
Gij
Je
Jij
que llevasJij/je berekent
Jij/je brengt
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt in rekening
Jij/je brengt mede
Jij/je brengt mee
Jij/je brengt weg
Jij/je draagt
Jij/je hebt aan
Jij/je hebt op
Jij/je hebt voor
Jij/je neemt mee
Jij/je vervoert
en tuJe
Jouw
senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
los doloresPijnen
Smarten
Weeën

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
atrocesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
Wrede
Wreed
!... Voy aIk ga naar ofrecerteAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
un blancoEen witte, inaccesibleOntoegankelijk
Ontoegankelijke

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
a las súplicasSmeekbeden
Smeekbedes
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
... y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou

resistiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achteruit slaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenspartelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenstreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerspannig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verzetten
... ¡y Ge
Gij
Je
Jij
, cuerdaKoord
Koorde
Lijn
Snaar
Snoer
Stemband
Touw
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze
lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
de miMi
Mijn
arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
, que conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele

frecuenciaFrequentie meMe
Mij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest
en juegosSpelen
Spelletjes
alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij

abandonesJij/je abandonneert
Jij/je laat in de
 steek
Jij/je laat varen
Jij/je stopt ermee
Jij/je verlaat
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
tranceTrance! MantenteOnderhoud je! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
, arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
, que tantasZo groot
Zoveel
Zovele
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
alasVlerken
Vleugelen
Vleugels
a la
rígidaHouterig
Houterige
Star
Starre
Stijf
Stijve
Stram
Stramme
Stug
Stugge
flechaPijl
Scheut
... SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
salieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking
de misMi's
Mijn
manosHanden, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
que la reemplaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lost af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt de plaats
 in van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in de
 plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze substitueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervangt
Ik los af
Ik neem de plaats
 in van
Ik spring in
Ik stel in de
 plaats
Ik substitueer
Ik vervang
Lost u af!
Neemt u de plaats
 in van!
Springt u in!
Stelt u in de
 plaats!
Substitueert u!
Vervangt u!
. (Pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken
viajerasReis- por la
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
.)

QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
sentarmeAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
bancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank
de piedraHagel
Steen
, preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid

para queOpdat
Zodat
el viajeroReis-
Reiziger
descanseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Ik laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Laat u rusten!
Ligt u begraven!
Ontspant u!
Pauzeert u!
Rust u uit!
Rust u!
Slaapt u!
brevesBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
...
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
aquíAlhier
Hier
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
... Cada cualEen ieder
Elkeen
Iedereen

pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
mirarloAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U

preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
... AquíAlhier
Hier
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
el mercaderHandelaar
Koopman
caviloso,
y el peregrinoBedevaartganger
Pelgrim
Reuzenhaai
de ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
ropajeFournituren
Garderobe
Kleding
Kleren
Plunje
Toilet
... el piadosoDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom

monjeKloosterbroeder
Kloosterling
Monnik
, el sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere
salteadorStruikrover, el alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
trovadorTroubadour y el
buhonero conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
caballoKnol
Paard
Ros
, pesadamenteMoeizaam cargadoBeladen
Belast
Berekend
Bestormd
Gegeid
Geladen
Geërgerd
In rekening gebracht
Ingeladen
Opgegeid
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld
, de
regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
de lejanosAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde
paísesLanden. Por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
alNaar de
Naar het


GUILLERMOWillem TELL

finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
del mundoAardrijk
Wereld
. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ellosHen
Ze
Zij
siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort
un caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

susHaar
Hun
Uw
Zijn
negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken
... ¡y el míoMijne
Van mij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden
! (SiéntaseVoelt u zich!.)

AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
, queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle
hijosKinderen
Zonen
Zoons
míosVan mij, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
de casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!

vuestroJullie
Uw
Van jullie
padrePater
Vader
, y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
jamásNimmer
Nooit
regresabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
traerosAanbrengen
Aandragen
Bezorgen
Brengen
Meebrengen
Meenemen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
una bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon

florBloei
Bloem
Bloesem
de los AlpesAlpen, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
un pájaroVogel raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame
o un caracolHuisjesslak
Slak
Wijngaardslak
Zeeslak
,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
el caminanteZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
en las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
...
HoyHeden
Vandaag
buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
distintaAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
, y está sentado enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit op
Zit op!

un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
, pensando enDenkend aan
Nadenkend over
matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
acechandoBelagend
Beloerend
Bespiedend
Bespionerend
Op de uitkijk staand
Spiedend
Spionerend
Verspiedend

la vidaHachje
Leven
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
... Y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook

piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
en vosotrosGijlieden
Je
Jullie
, queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle
hijosKinderen
Zonen
Zoons
... por defenderosOpkomen voor
Verdedigen
Verweren
,
por protegerBehoeden
Beschermen
Beschutten
Beveiligen
In veiligheid brengen
vuestraJullie
Uw
Van jullie
inocenciaOnschuld contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
la
venganzaWraak del tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran
preparaBereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar
Maak klaar!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden

(LevántaseBeur!
Haal op!
Hef op!
Hef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Kook op!
Richt op!
Sla op!
Til op!
Til!
Verhef!
Vestig!
Zet neer!
.)

AcechaBelaag!
Beloer!
Bespied!
Bespioneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op de
 uitkijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspiedt
Spied!
Spioneer!
Sta op de uitkijk!
Verspied!
una nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees!
el cazadorJacht- pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan

díasDagen
Etmalen
enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
vagandoDolend
Drentelend
Dwalend
Flanerend
Kuierend
Ronddolend
Ronddwalend
Rondhangend
Slenterend
Warend
Zwervend
, en el rigorStijfheid del inviernoWinter, y
saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend
de rocaGesteente
Rots
Rotsblok
en rocaGesteente
Rots
Rotsblok
, y escalandoBeklimmend
Escalerend
Met ladders bestormend
tajadasFilets
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen
,
en dondeWaarin dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
rastrosOverblijfselen
Overblijfsels
Rommelmarkten
Sporen
Vlooienmarkten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
... ¡y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

apoderarse deZich meester maken van miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
animalejo! PeroDoch
Echter
Maar
se trataHet betreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt behandeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehanteerd

ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
soberbioBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
premioBeloning
Ik bekroon
Ik ken een prijs
 toe
Premie
Prijs
, del corazónHart
Klokhuis
de miMi
Mijn

enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
, decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a perdermeKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
. (OyeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
a loDe
Hem
Het
U

lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
una músicaMuziek alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
que se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
.)

HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
manejandoRijdend el arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
, y
ejercitándome en tirarloWeggooien, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
susHaar
Hun
Uw
Zijn
reglasLinialen
Regelen
Regels
; con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dado enGehaald
Geraakt
Geteisterd
Getroffen
Ingeslagen
el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
y ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen
la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
...

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

PeroDoch
Echter
Maar
hoyHeden
Vandaag
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
ensayarAanpassen
Beproeven
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Repeteren
Testen
Toetsen
Uitproberen
miMi
Mijn
golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
, y obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven

la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding
que puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
ofrecerAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

estasDeze
Dezen
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
(una bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
atraviesaDoorkruis!
Ga door!
Ga over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt door
Kom door!
Leg af!
Loop af!
Loop over!
Maak door!
Steek over!
Trek door!
la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
por el
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
. Tell la observaBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Merk op!
Merk!
Neem waar
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Zie toe!
apoyadoGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
. Stussi,
el guardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter
, se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
a élHem
Hij
.)
STUSSI.- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el colonoKoloniaal
Koloniale
del conventoKlooster
Mannenklooster
de Mörlischachen,
que celebraCelebreer!
Draag op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze celebreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Vier!
hoyHeden
Vandaag
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casamientoTrouwpartij... un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
, que tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
diez10
Tien
rebañosDriften
Kudden
Kuddes
Roedels
Veestapels
en los AlpesAlpen.
Trae aBreng naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
de Jimsee, y estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
granGroot
Grote

fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
en Kussnacht. VenidKom mee!
Kom!
conmigoMet mij
Met mij mee
; todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

de bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
invitadoGenodigde
Genood
Gevraagd
Geïnviteerd
Uitgenodigd
.
TELL.- Un convidadoGast
Introducé
Logé
tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
en unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n

bodasBruiloften
Bruiloftsfeesten
Trouwpartijen
.
STUSSI.- SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
afligeBedroef!
Beproef!
Grief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smart
Smart!
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
, desechadlaSluit buiten!
Sluit uit!
Verwerp!
Wijs af!
de
vuestroJullie
Uw
Van jullie
corazónHart
Klokhuis
. Aprovechaos deProfiteer van! estaDeze
Dit
coyunturaConjunctuur
Omstandigheden
Samenloop van omstandigheden
.
Los tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
, y por lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
, hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de
acogerAannemen
Accepteren
Ontvangen
Opnemen
Opvangen
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
conDoor
Met
Per
Samen met
júbiloGrote vreugde los placeresGenietingen
Genoegens
Genoten
Vermaken
Zinnen
que se
lesHen
Hun
U
presentenBelicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Dient u in!
Etaleert u!
Presenteert u!
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Vertoont u!
Zet u uiteen!
Zij/ze belichten
Zij/ze bieden aan
Zij/ze brengen uit
Zij/ze dienen in
Zij/ze etaleren
Zij/ze presenteren
Zij/ze schenken
Zij/ze stallen uit
Zij/ze stellen bloot
Zij/ze stellen tentoon
Zij/ze stellen voor
Zij/ze vertonen
Zij/ze zetten uiteen
. AquíAlhier
Hier
se casanMen verenigt
Zij/ze treden in het
 huwelijk
Zij/ze trouwen
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
, y en otrasAnder
Andere
Nog één
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes

los entierranZij/ze bedelven
Zij/ze begraven
Zij/ze kuilen
Zij/ze overstelpen
Zij/ze verpletteren
.
TELL.- Y a menudoAf en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds
se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
 weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
 in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt
de una a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
.
STUSSI.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
andaGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom nou!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
el mundoAardrijk
Wereld
. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
bastantesTamelijk
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
desdichasOngelukken
en todas partesAlom
Allerwegen
Overal
Wijd en zijd
... Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons
Ruffi se
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
desplomadoDe loodrechte stand gedaan
 verliezen
, sepultandoBegravend
Een lijk bezorgend
Ter aarde bestellend
una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
del paísLand
de GlarisGlarus.

GUILLERMOWillem TELL

TELL.- ¿VacilanZij/ze aarzelen
Zij/ze dubben
Zij/ze schoorvoeten
Zij/ze schromen
Zij/ze waggelen
Zij/ze wankelen
Zij/ze weifelen
Zij/ze wiebelen
Zij/ze zwichten
las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
? NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand

firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
.
STUSSI.- TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
se diceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt bij zichzelf
, sucedenZij/ze erven van
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geschieden
Zij/ze komen af
Zij/ze overkomen
Zij/ze stammen af
Zij/ze vallen voor
Zij/ze volgen op
en otrasAnder
Andere
Nog één

partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
estupendasGeweldig
Geweldige
Prachtig
Prachtige
. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken
conDoor
Met
Per
Samen met
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
, reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet

venidoGekomen
Meegekomen
de BadenBaden. Un caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
que iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
en buscaOp zoek
del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
un enjambreBijenzwerm
Drom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwermt uit
Ik zwerm uit
Zwerm
Zwermt u uit!
de
zánganos que atacaronZij/ze attaqueerden
Zij/ze grepen aan
Zij/ze tackelden
Zij/ze tastten aan
Zij/ze vielen aan
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
caballoKnol
Paard
Ros
, atormentándolo
de suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
, que loDe
Hem
Het
U
hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
sucumbirBezwijken
Omkomen
Onderdoen
Overweldigd worden
Sterven
Verliezen
Wijken
Zich onderwerpen
Zwichten
, y élHem
Hij
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
a pieLopend
Te voet
a
la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
TELL.- Los débilesLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
suHaar
Hun
Uw
Zijn
aguijónAngel
Pen
Prikkel
Stekel
.
(Hermengarda llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
conDoor
Met
Per
Samen met
variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
niñosJongens
Kinderen
y se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst
a la
entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.)
STUSSI.- SignificaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
estoDeze
Dit
, alNaar de
Naar het
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
, que amenazanZij/ze bedreigen
Zij/ze dreigen
alNaar de
Naar het

paísLand grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
calamidadesCalamiteiten
Rampen
, contrariasNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegengesteld
Tegengestelde
alNaar de
Naar het
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
.
TELL.- Todos losAlle díasDagen
Etmalen
ocurrenZij/ze gebeuren
Zij/ze geschieden
Zij/ze komen voor
Zij/ze overkomen
Zij/ze vallen voor
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn aan de
 hand
esosDie hechosAangemaakt
Acties
Actiën
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
, y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

embargoAanhaling
Confiscatie
Ik leg embargo op
Inbeslagneming
Verbeurdverklaring
, ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk
portentosoWonderlijk
Wonderlijke
los anunciaAdverteer!
Annonceer!
Dien aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Kondig aan!
Maak bekend!
.
STUSSI.- Ja
Jawel
Wel
Zich
; ¡bienaventurado el queDat
Die
Hij die
Wie
cultivaBebouw!
Beschaaf!
Bewerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschaaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kweekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kweekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbouwt
Kweek aan!
Kweek!
Plant aan!
Teel!
Verbouw!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld

en pazQuitte, y viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
!
TELL.- El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
existirBestaan sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
disgustosSmarten,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
agradaBehaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
 zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Maak naar de zin!
Sta aan!
Vind prettig!
Zin!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
. (Tell miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
intranquilo
eEn impacienteDoet u het geduld
 verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
 verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
 verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig!
a loDe
Hem
Het
U
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.)
STUSSI.- AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
... EsperáisJullie hopen
Jullie staan te wachten
Jullie verwachten
Jullie voorzien
Jullie wachten
Jullie wachten af
Jullie wachten op
Jullie zien vooruit
Jullie zijn bedacht op
a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
.
TELL.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

STUSSI.- Que regreséisJullie keren terug
Jullie keren weder
Jullie komen terug
Jullie komen weder
Jullie komen weerom
contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
...
¿Sois deJullie behoren
Jullie behoren toe
Jullie behoren tot
Jullie komen uit
UriUri? NuestroOns
Onze
Van ons
bondadosoGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esperadoAfgewacht
Bedacht geweest op
Gehoopt
Gewacht
Gewacht op
Te wachten gestaan
Verwacht
Verwachte
Vooruitgezien
Voorzien
de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
hoyHeden
Vandaag
.
UN CAMINANTEZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
(Que llega).-Arriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
aguardadSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht!
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

hoyHeden
Vandaag
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
habidoGehad
Geweest
una inundaciónDuiken
Onderduiken
Overstroming
Zinken
, a
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
de las grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
lluviasRegens, y la corrienteDe stroom haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
destrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest

todos losAlle puentesBruggen
Dekken
Scheepsbruggen
Scheepsdekken
Verdekken
. (Tell se levantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
.)
HERMENGARDA (Adelantándose).-Voor zijnd
Voorafgaand
Vooruit stekend
¿Que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
?
STUSSI.- ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
loDe
Hem
Het
U
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
?
HERMENGARDA.- Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
.
STUSSI.- ¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
os ponéisJullie doen aan
Jullie doen op
Jullie kleden je aan
Jullie smeren
Jullie smeren in
Jullie stellen je aan
Jullie trekken aan
Jullie worden
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
, en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
?
HERMENGARDA.- AquíAlhier
Hier
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se meMe
Mij
escapaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ontga!
Ontkom!
Ontsnap!
, y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de
oírmeHoren
Vernemen
Verstaan
.
FRIESSHARDT (Que se presentaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Men presenteert
en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, y
grita).-Balk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw!
¡DespejadHelder op! el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
!... ¡MiMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
,
meMe
Mij
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
a caballoBereden! (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Tell.)
HERMENGARDA (conDoor
Met
Per
Samen met
viveza).- ¡El GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende

viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
! (ColócaseBreng onder!
Doe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet!
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
en el proscenio.
Gessler y Rudolfo de Harras aparecenVerschijnen
Zij/ze dagen op
Zij/ze draven op
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze komen uit
Zij/ze verschijnen
montadosBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
en
loDe
Hem
Het
U
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.)
STUSSI (A Friesshardt).- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
venísJullie komen
Jullie komen mee
, atravesandoAfleggend
Aflopend
Doorgaand
Doorkomend
Doorkruisend
Doormakend
Doortrekkend
Gaand door
Overgaand
Overlopend
Overstekend
Te boven gaand

los ríosRivieren
Stromen
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
arrastradoGesleept
Getrokken
Meegesleurd
Voortgetrokken
los puentesBruggen
Dekken
Scheepsbruggen
Scheepsdekken
Verdekken
?

GUILLERMOWillem TELL

FRIESSHARDT.- HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
peleadoGekampt
Gestreden
Gevochten
Ruzie gemaakt
Strijd gevoerd
conDoor
Met
Per
Samen met
las olasBaren
Golven
Gulpen
,
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tememosWij/we duchten
Wij/we schrikken terug voor
Wij/we schromen
Wij/we vrezen
Wij/we zijn bang voor
a ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
ríoIk lach
Rivier
Stroom
de los AlpesAlpen.
STUSSI.- ¿NavegabaisJullie navigeerden
Jullie netsurften
Jullie surften
Jullie voeren
Jullie websurften
acasoToeval
Toevalligheid
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
esaDat
Die
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

borrasca?
FRIESSHARDT.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
. MientrasTerwijl vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
, meMe
Mij

acordaréIk zal accorderen
Ik zal goedvinden
Ik zal herinneren aan
Ik zal het eens
 zijn
Ik zal overeenkomen
Ik zal stemmen
Ik zal toegeven
Ik zal toestemmen
Ik zal verzoenen
de ellaHaar
Ze
Zij
.
STUSSI.- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!
y contádmeloBereken!
Calculeer!
Debiteer!
Lees voor!
Reken uit!
Reken!
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Verhaal!
Vertel!
!
FRIESSHARDT.- DejadmeLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
; tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
adelantarmeAccelereren
Bespoedigen
Inhalen
Lenen
Passeren
Terugzetten
Uitlenen
Uitschuiven
Uitsteken
Verbeteren
Veredelen
Verhaasten
Vermeerderen
Versnellen
Vervroegen
Voorbijrijden
Voorbijvaren
Voorgaan
Voorlopen
Voorschieten
Vooruitbetalen
Vooruitzetten

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
anunciarAandienen
Aankondigen
Adverteren
Annonceren
Bekend maken
en el castilloBurcht
Kasteel
Slot
la próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
del
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
(VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
.)
STUSSI.- SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la barcaBark
Hulk
Pink
Schuit
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, naufragaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed schipbreuk
Ik leed schipbreuk
, de seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
salvarseZich redden nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
; peroDoch
Echter
Maar

hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
gentesVolken
Volkeren
, contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
quienesDie
Personen
Wie
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
niEn niet
Evenmin
Noch
el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
niEn niet
Evenmin
Noch

el fuegoVuur. (MirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
) PeroDoch
Echter
Maar
, ¿a dóndeWaar
Waarheen
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven

el cazadorJacht- conDoor
Met
Per
Samen met
quienDie
Wie
yoEgo
Ik
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
? (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
.)
GESSLER (Que apareceDaag op!
Draaf op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Kom te voorschijn!
Kom uit!
Verschijn!
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
conDoor
Met
Per
Samen met
Rudolfo).DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!

cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
osJe
Jullie
agradeBehaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
 zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Ik behaag
Ik beval
Ik maak naar de
 zin
Ik sta aan
Ik vind prettig
Ik zin
Maakt u naar de
 zin!
Staat u aan!
Vindt u prettig!
Zint u!
; peroDoch
Echter
Maar
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
servidorServer del EmperadorKeizer
Zwaardvis
,
y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de excogitar los mediosDoorsnedes
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helften
Instrumenten
Matigingen
Media
Medium
Middelbaar
Middelbare
Middelen
Middelmaats
Middelmaten
Midden-
Middens
Milieus
Omgevingen
Remedies
Tussenstoffen
Tweelingen
de agradarleAanstaan
Behagen
Bevallen
Naar de zin maken
Prettig vinden
Zinnen
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
aquíAlhier
Hier
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
adularVleien alNaar de
Naar het
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
y tratarloAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen

conDoor
Met
Per
Samen met
dulzuraZoetheid
Zoetigheid
... Pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
que se leHaar
Hem
Het
U
obedezcaGehoorzaamt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamt
Ik gehoorzaam
y la
cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de estaDeze
Dit
regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de serloGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
el
labriego, o el EmperadorKeizer
Zwaardvis
.
HERMENGARDA.- ¡EstaDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
! AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
meMe
Mij

dirijoIk adresseer
Ik bestuur
Ik chauffeer
Ik dirigeer
Ik men
Ik richt
Ik rijd
Ik stuur
Ik vervoer
a élHem
Hij
. (AcércaseBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij
con timidezAngstvallig
Bedeesd
Beschroomd
Schroomvallig
Schuchter
Verlegen
.)

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

GESSLER.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette
por bromaAardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts
en AltdorfAltdorf el sombreroHoed,
niEn niet
Evenmin
Noch
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
. LoDe
Hem
Het
U
coloquéIk bracht onder
Ik deed
Ik legde
Ik legde neer
Ik plaatste
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik verplaatste
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette neer
Ik zette uit
en altoBoven
Daarboven
Omhoog
,
para queOpdat
Zodat
bajasenZij/ze daalden
Zij/ze daalden af
Zij/ze gaven korting
Zij/ze gingen naar beneden
Zij/ze gingen naar beneden
 uitstappen
Zij/ze kortten
Zij/ze lieten neer
Zij/ze sloegen af
Zij/ze stapten af
Zij/ze stapten uit
Zij/ze trokken af
Zij/ze verlaagden
Zij/ze verzakten
Zij/ze zakten
Zij/ze zakten weg
Zij/ze zonken
la cabezaHoofd
Kop
Krop
, que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
yerguenZij/ze richten op
Zij/ze slaan op
Zij/ze vestigen
Zij/ze zetten neer
... Y
plantéIk plantte
Ik plantte aan
Ik pootte
eseDat
Die
estorboBelemmering
Belet
Beletsel
Hindernis
Hinderpaal
Ik belemmer
Ik belet
Ik hinder
Ik stoor
Ik verhinder
Ik verhoed
Ik verstoor
Stoornis
Storing
Verhindering
en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren

de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
, para queOpdat
Zodat
lesHen
Hun
U
llamara la atenciónHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aandacht
Ik trok aandacht
, y se acordasenZij/ze dachten terug
Zij/ze herdachten
Zij/ze herinnerden zich

del SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, a quienDie
Wie
de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
olvidaríanZij/ze zouden afleren
Zij/ze zouden vergeten
Zij/ze zouden verleren
.
RUDOLFO.- El puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere

derechosAanspraken
Bevoegdheden
Claims
Pretenties
Recht
Rechte
Rechten
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheden
Vandehands
Vandehandse
...
GESSLER.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
estaDeze
Dit
sazónGunstige gelegenheid
Rijpheid
Smaak
oportunaDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
atenderlosAandacht schenken
Acht slaan op
Bedienen
Helpen
Letten op
Opletten
Oppassen
Passen op
...
Se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
seriosErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
. El EmperadorKeizer
Zwaardvis

deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens!
extenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken
susHaar
Hun
Uw
Zijn
dominios. El hijoKind
Zoon
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!

terminarAflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen
lo queDat wat
Wat
comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
el padrePater
Vader
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
gloriosamente...
SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn
... esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
menesterNodig someterloKnechten
Onderwerpen
(CuandoAls
Tijdens
Wanneer

intentanZij/ze beproeven
Zij/ze hebben voor
Zij/ze passen
Zij/ze passen aan
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen
Zij/ze proberen uit
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze toetsen
Zij/ze trachten
Zij/ze zijn van plan
Zij/ze zijn voornemens
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
, Hermengarda se arrodillaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knielt neer
delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer

de élHem
Hij
.)
HERMENGARDA.- ¡MisericordiaBarmhartigheid
Genade
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
!
¡GraciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
, graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
!
GESSLER.- ¿Por quéWaarom meMe
Mij
impedísJullie beletten
Jullie blokkeren
Jullie verhinderen
Jullie verhoeden
Jullie voorkomen
el pasoEl paso, en medioMiddenin
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
?... ¡AtrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
!
HERMENGARDA.- ¡MiMi
Mijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
!
MisMi's
Mijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
Piden(Zij) vragen
Zij/ze bedelen
Zij/ze bestellen
Zij/ze roepen in
Zij/ze verlangen
Zij/ze verzoeken
Zij/ze vragen
Zij/ze vragen aan
Zij/ze vragen om
panBrood
Mik
Pan
... ¡ApiadaosHeb medelijden!, poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
,
de nuestraOns
Onze
Van ons
granGroot
Grote
miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid
!
RUDOLFO.-¿QuiénWie soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
? ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vuestroJullie
Uw
Van jullie
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
?

GUILLERMOWillem TELL

HERMENGARDA.- Un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
trabajadorArbeider
Arbeidzaam
Arbeidzame
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
Werker
Werkkracht
Werkman
Werkzaam
Werkzame
, miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, de Fugiberge, que segabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zichtte
Ik maaide
Ik zichtte
hierbaGras
Kruid
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los
precipiciosAfgronden, en las rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen
tajadasFilets
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
, adondeWaar
Waarheen
los animalesBeesten
Dieren

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen
...
RUDOLFO.- VidaHachje
Leven
¡pardiez! miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
, y dignaWaardig
Waardige
de
compasiónMededogen
Medelijden
. OsJe
Jullie
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
que pongáis en libertadJullie bevrijden
Jullie helpen af
Jullie laten los
Jullie laten vrij
Jullie maken vrij
Jullie verlossen
a eseDat
Die

pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
. Por graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
suHaar
Hun
Uw
Zijn
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende

profesiónBedrijf
Beroep
Broodwinning
Professie
loDe
Hem
Het
U
castigaBestraf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestraft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze straft
Straf!
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
. (A Hermengarda)
OsJe
Jullie
haránHaran
Zij/ze zullen aanmaken
Zij/ze zullen bedrijven
Zij/ze zullen doen
Zij/ze zullen maken
Zij/ze zullen uitbrengen
Zij/ze zullen uitrichten
Zij/ze zullen uitvoeren
justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
... PresentadBelicht!
Bied aan!
Breng uit!
Dien in!
Etaleer!
Presenteer!
Schenk!
Stal uit!
Stel bloot!
Stel tentoon!
Stel voor!
Vertoon!
Zet uiteen!
vuestroJullie
Uw
Van jullie
memorial alláDaar
arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
 verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
, en el castilloBurcht
Kasteel
Slot
... EstaDeze
Dit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
oportunaDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende
.
HERMENGARDA.- ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me
de aquíAlhier
Hier

hasta queTot
Totdat
el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
me hayaIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
devueltoGereproduceerd
Geretourneerd
Hergeven
Heruitgezonden
Terugbezorgd
Teruggebracht
Teruggegeven
Teruggestuurd
Teruggewezen
Vergolden
Weergegeven
miMi
Mijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
!
Seis6
Zes
mesesMaanden haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
, y esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit

en vanoTevergeefs la sentenciaArrest
Bestem voor!
Doe een uitspraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een uitspraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Sententie
Spreek uit!
Spreuk
Vonnis
Vonnis!
Zinspreuk
del juezRechter
Richter
.
GESSLER.- ¿IntentáisJullie beproeven
Jullie hebben voor
Jullie passen
Jullie passen aan
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie proberen uit
Jullie stellen je voor
Jullie toetsen
Jullie trachten
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens
contrariarmeDwarsbomen
Hinderen
Tegenwerken
, mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
? ¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
!
HERMENGARDA.- ¡JusticiaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
, GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
! Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats

juezRechter
Richter
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
paísLand, en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
, y de
DiosGod
Godheid
. ¡CumpleBen jarig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Kom na!
Leef na!
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Verricht!
Vervul!
Voer uit!
Volbreng!
Voltrek!
Zie toe!
tuJe
Jouw
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
deseasJij/je ambieert
Jij/je aspireert
Jij/je begeert
Jij/je dingt naar
Jij/je haakt naar
Jij/je hebt trek in
Jij/je hunkert
Jij/je jaagt na
Jij/je smacht
Jij/je smacht naar
Jij/je snakt naar
Jij/je streeft na
Jij/je streeft naar
Jij/je verkiest
Jij/je verlangt
Jij/je wenst
que teJe
Jou
haganBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet u!
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid

en el cieloHemel
Lucht
, háznoslaBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
Ge
Gij
Je
Jij
a nosotrosOns
We
Wij
aquíAlhier
Hier
.
GESSLER.- ¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
! ¡QuitadDoe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Leg af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af!
de miMi
Mijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
estaDeze
Dit
gentuza
insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
!
HERMENGARDA (AgarrandoAangrijpend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Grijpend
Pakkend
Vastgrijpend
Vasthoudend
Vastpakkend
Vattend
las riendasBreidels
Teugels
Tomen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

caballo).-Knol
Paard
Ros
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
!... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

darásJij/je zal aangeven
Jij/je zal geven
Jij/je zal opbrengen
Jij/je zal toebrengen
Jij/je zal toekennen
Jij/je zal verlenen
un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
, GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, hasta queTot
Totdat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt

accedidoBinnengegaan
Goedgevonden
Het eens geweest
Toegegeven
Toegestemd
a miMi
Mijn
justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
... FrunceFrons!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fronst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rimpelt
Pers samen!
Plooi!
Rimpel!
tuJe
Jouw
entrecejoFronsing
Rimpeling
Ruimte tussen de wenkbrauwen
,

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

amenázameBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
conDoor
Met
Per
Samen met
tusJe
Jouw
ojosKijkers
Ogen
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
... NuestraOns
Onze
Van ons

desdichaOngeluk esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
, que tuJe
Jouw
iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
...
GESSLER.- ¡DéjameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
, mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, o miMi
Mijn
caballoKnol
Paard
Ros
teJe
Jou

atropellaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorrijden
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie
!
HERMENGARDA.- HazloMaak erin puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
... MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
. (DerribaBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopt
Kantel!
Keer om!
Sloop!

en tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
, y se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
en medioMiddenin
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
) AquíAlhier
Hier
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
, yoEgo
Ik
conDoor
Met
Per
Samen met
misMi's
Mijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
... PisoteaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt onder de
 voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrapt
Loop onder de voet!
Stamp aan!
Vertrap!

estosDeze
Dezen
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
huérfanosWees-
Wezen
conDoor
Met
Per
Samen met
los cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen
de tuJe
Jouw
caballoKnol
Paard
Ros
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
loDe
Hem
Het
U
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
que hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
...
RUDOLFO.- ¿EstáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
?
HERMENGARDA (ConDoor
Met
Per
Samen met
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
animación).-Aanmoedigen
Aanmoediging
Aanporren
Aansporen
Aanvuren
Aanwakkeren
Aanzetten
Bemoedigen
Bemoediging
Drukte
Levendigheid
Opleven
Prikkelen
Stimuleren
Verlevendigen
LargoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig

tiempo haAllang
Sinds lang
Vanouds
que huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
 voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen
conDoor
Met
Per
Samen met
tusJe
Jouw
plantasEtages
Jij/je plant
Jij/je plant aan
Jij/je poot
Planten
Verdiepingen
Voetzolen
Zolen
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
del
EmperadorKeizer
Zwaardvis
... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was

un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que yacerLiggen aquíAlhier
Hier
en
el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof
. (ÓyeseHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
la músicaMuziek en lo altoEr bovenop del
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, peroDoch
Echter
Maar
a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
.)
GESSLER.- ¿En dóndeWaar
Waarheen
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
misMi's
Mijn
servidoresServers? Que
se llevenZij/ze kunnen overweg
Zij/ze nemen mee
de aquíAlhier
Hier
a esaDat
Die
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
, o haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
lo queDat wat
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
.
RUDOLFO.- VuestrosJullie
Van jullie
servidoresServers noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan

la distanciaAfstand
Eind
End
que los separaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Scheid
Scheid af!
Scheid!
Schift!
Zonder af!
de nosotrosOns
We
Wij
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

una bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
loDe
Hem
Het
U
impide(Het) verhindert
Belet!
Blokkeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blokkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Verhinder!
Verhoed!
Voorkom!
.
GESSLER.- SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
bondadosoGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
... LibresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen
.
AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
dócilGedwee
Gedweeë
Mak
Makke
Volgzaam
Volgzame
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
debieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
... PeroDoch
Echter
Maar
cambiaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwisselen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal denatureren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kenteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ruilen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal variëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veranderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal werken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wisselen
,

GUILLERMOWillem TELL

yoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
prometoIk beloof
Ik loof uit
Ik verzeg
Ik zeg toe
. YoEgo
Ik
acabaréIk zal afmaken
Ik zal afsluiten
Ik zal afwerken
Ik zal besluiten
Ik zal beëindigen
Ik zal eindigen
Ik zal opgebruiken
Ik zal opmaken
Ik zal opteren
Ik zal uitmaken
Ik zal uitwerken
Ik zal verbruiken
Ik zal verdoen
Ik zal verklungelen
Ik zal verkwisten
Ik zal vermorsen
Ik zal verspillen
Ik zal voleindigen
de una vezIn één keer conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
obstinación;
yoEgo
Ik
doblegaréIk zal verbuigen eseDat
Die
espírituGeest
Geestgesteldheid
osadoBoud
Boude
Brutaal
Brutale
Dapper
Dappere
Ferm
Ferme
Gedurfd
Gewaagd
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Moedig
Moedige
Onbevreesd
Onbevreesde
Onvervaard
Onvervaarde
Stout
Stoute
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Vermetel
Vermetele
de libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
,
y promulgaréIk zal afkondigen
Ik zal ruchtbaar maken
Ik zal uitvaardigen
nuevasNieuw
Nieuwe
leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
paísLand... quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
...
(AtraviésaloDoorkruis!
Ga door!
Ga over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt door
Kom door!
Leg af!
Loop af!
Loop over!
Maak door!
Steek over!
Trek door!
una flechaPijl
Scheut
; llévase(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
la manoDe hand alNaar de
Naar het
corazónHart
Klokhuis
,
y vacilaAarzel!
Dub!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aarzelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorvoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waggelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wankelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weifelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwicht
Schoorvoet!
Schroom!
Waggel!
Wankel!
Weifel!
Wiebel!
Zwicht!
, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
desfallecidaBezweken.) ¡DiosGod
Godheid
tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

compasiónMededogen
Medelijden
de miMi
Mijn
!
RUDOLFO.- ¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
! ¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! ¿QuéWat
Welke

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
estoDeze
Dit
? ¿De dóndeWaar
Waarheen
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
esaDat
Die
flechaPijl
Scheut
?
HERMENGARDA.- ¡AlNaar de
Naar het
asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
, alNaar de
Naar het
asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
! ¡Se
tambaleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schommelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waggelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wankelt
Schommel!
Waggel!
Wankel!
, cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
! ¡LoDe
Hem
Het
U
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond
; una flechaPijl
Scheut
loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond

en el corazónHart
Klokhuis
!
RUDOLFO (SaltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el caballoKnol
Paard
Ros
.) ¡QuéWat
Welke
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende

sucesoBelangrijke gebeurtenis
Belevenis
Evenement
Feit
Gebeurde
Gebeurtenis
Voorgevallene
!... DiosGod
Godheid
... CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
... ¡ImploradSmeek af! la misericordiaBarmhartigheid
Genade

divinaGoddelijk
Goddelijke
! SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
.
GESSLER.- EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Tell. (Cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el caballoKnol
Paard
Ros

en los brazosArmen de Rudolfo, que loDe
Hem
Het
U
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
en un bancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank

de piedraHagel
Steen
.)
TELL (PresentándoseVerschijnend
Zich meldend
Zich vertonend
Zich voorstellend
en lo AltoEr bovenop de la roca).-Gesteente
Rots
Rotsblok
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
quiénWie teJe
Jou
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
busquesJij/je gaat halen
Jij/je haalt
Jij/je haalt af
Jij/je haalt op
Jij/je kijkt uit
Jij/je snort
Jij/je ziet uit
Jij/je zoekt
Jij/je zoekt op
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. LibresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde

sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
las chozas de los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
; la inocenciaOnschuld se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
tuJe
Jouw
alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u!
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
afligirásJij/je zal bedroeven
Jij/je zal beproeven
Jij/je zal grieven
Jij/je zal smarten
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a estaDeze
Dit
regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
.
(DesapareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwijnt
Verdwijn!
de la alturaHoogte
Verhevenheid
, y el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!
en
tropelVlucht
Zwerm
.)
STUSSI (De los primeros).-Eerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke
¿QuéWat
Welke
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
? ¿QuéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen
?

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

HERMENGARDA.-.¡HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
atravesadoAfgelegd
Afgelopen
Doorgegaan
Doorgekomen
Doorgemaakt
Doorgetrokken
Doorkruist
Gegaan door
Overgegaan
Overgelopen
Overgestoken
Te boven gegaan
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende

conDoor
Met
Per
Samen met
una flechaPijl
Scheut
!
EL PUEBLODorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
(En tropel).-Vlucht
Zwerm
¿QuiénWie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
atravesadoAfgelegd
Afgelopen
Doorgegaan
Doorgekomen
Doorgemaakt
Doorgetrokken
Doorkruist
Gegaan door
Overgegaan
Overgelopen
Overgestoken
Te boven gegaan
?
(Mientras queTerwijl parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de los acompañantesBegeleidend
Begeleidende
de la
bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
, los demásDe anderen se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld
en
loDe
Hem
Het
U
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
, y la músicaMuziek prosigueGa door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
.)
RUDOLFO. ¡Se desangraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Men laat leegbloeden
! ¡ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, socorredloHelp!
Red uit een dreigend
 gevaar!
Sta bij!
!
¡ PerseguidAchtervolg!
Jaag na!
Vervolg!
alNaar de
Naar het
asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
!... ¡Que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
el
desdichado! PeroDoch
Echter
Maar
¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
misMi's
Mijn
consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
!
STUSSI.- ¡PálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, eEn inanimado, ¡pardiez!
MUCHASVeel
Vele
Zeer
Zere
VOCES.-Inspraken
Stemgeluiden
Stemmen
¿QuiénWie loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
?
RUDOLFO.- ¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
el juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
, celebrandoCelebrerend
Opdragend
Vierend

conDoor
Met
Per
Samen met
músicaMuziek un asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden
? ¡Que callenVerzwijgt u!
Zij/ze verzwijgen
Zij/ze zwijgen
Zwijgt u!
! (La
músicaMuziek cesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Houd op!
Laat af!
Scheid uit!
Stop!
Wijk!
de improvisoIk improviseer, y acudeGa af op!
Ga naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt toe
Kom af op!
Loop toe!
Schiet toe!
Snel toe!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
.) HabladConverseer!
Praat!
Spreek!
,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
... ¿NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast

que confiarmeToevertrouwen
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in
? (Gessler hace una señalHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seint
conDoor
Met
Per
Samen met
la manoDe hand,
y la repiteHerhaal
Herhaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt nog eens
Neem door!
Zeg na!
Zeg nog eens!
conDoor
Met
Per
Samen met
afánBemoeienis
Geploeter
Gesjouw
Hunkering
Inspanning
Moeite
Poging
Spanning
Streven
Uitrekking
Zucht
, alNaar de
Naar het
observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
comprendenZij/ze begrijpen
Zij/ze beseffen
Zij/ze bevatten
Zij/ze omvatten
Zij/ze snappen
Zij/ze vatten
Zij/ze verstaan
.)
¿AdóndeWaarheen heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
?... ¿A Kussnacht? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

osJe
Jullie
entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan
... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
os impacientéisJullie verliezen het geduld
Jullie worden ongeduldig
... RenunciadDoe afstand van!
Geef op!
Val uit!
Zie af!

a pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
mundanosWerelds
Wereldse
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, y pensadDenk! sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
en
el CieloHemel
Lucht
. (TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omgeef met!
Omgeef!
Omring!
alNaar de
Naar het
moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
horrorizadaAfkeer ingeboezemd
Afschuw ingeboezemd
Gedaan gruwen
Gedaan ontzetten
,
peroDoch
Echter
Maar
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
compasiónMededogen
Medelijden
.)
STUSSI.- MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
palideceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bleek
Word bleek!
... AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
la
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
se apodera deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich meester
 van
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
... SusHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
brillanZij/ze blinken
Zij/ze glanzen
Zij/ze schijnen
Zij/ze schitteren

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
.

GUILLERMOWillem TELL

HERMENGARDA (LevantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
un niñoJongen
Kind
en altoBoven
Daarboven
Omhoog
).¡
MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
, hijoKind
Zoon
, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
muereGa dood!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmacht
Overlijd!
Sterf!
Verscheid!
Versmacht!
un malvadoBooswicht
Pervers
Perverse
Snoodaard
Verdorven
!
RUDOLFO.- ¡MujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
insensatasOnverstandig
Onverstandige
! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei

sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
recrearos en estosDeze
Dezen
horroresVerschrikkingen
Weerzinnen
Zielsangsten
?...
AyudadmeBaat!
Help!
Sta bij!
Sta ter zijde!
... ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet!
aquíAlhier
Hier
vuestrasJullie
Van jullie
manosHanden... ¿NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand

meMe
Mij
socorreHelp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt uit een
 dreigend gevaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Red uit een dreigend
 gevaar!
Sta bij!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
arrancarleAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren
estaDeze
Dit
flechaPijl
Scheut
del pechoBoezem
Borst
?
LAS MUJERESEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
(Retrocediendo).-Achteruitgaand
Terugdeinzend
Teruggaand
¿TocarAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beroeren
Gaan
Kleppen
Klinken
Overgaan
Raken
Slaan
Spelen
Toucheren
Uitvoeren
Voorspelen
nosotrasOns
We
Wij

a quienDie
Wie
DiosGod
Godheid
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
castigadoBestraft
Gestraft
?
RUDOLFO.- ¡MaldiciónVervloeking
Verwensing
y condenaciónGodverdomme
Veroordelen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
vosotrasGijlieden
Je
Jullie
!
(SacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af!
la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
.)
STUSSI (SujetándoleHet ondersteunend el brazo).-Arm ¿Os aventuráisJullie durven te
Jullie wagen
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
?
¡VuestroJullie
Uw
Van jullie
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
terminó(Het) eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
! HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
el tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran
de
la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sufriremosWij/we zullen doorstaan
Wij/we zullen dragen
Wij/we zullen lijden
Wij/we zullen ondergaan
Wij/we zullen ondervinden
Wij/we zullen uitstaan
Wij/we zullen velen
Wij/we zullen verdragen
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. SomosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten

libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
.
TODOSAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
(En tumulto).-Getier
Herrie
Lawaai
Rel
Roerigheid
Rustverstoring
Spektakel
Tumult
¡La naciónNatie
Rijk
Staat
Volk
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
!
RUDOLFO.- ¿A esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
? ¿TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
cesaronZij/ze hielden op
Zij/ze lieten af
Zij/ze scheden uit
Zij/ze scheidden uit
Zij/ze stopten
Zij/ze weken
el temorAngst
Beduchtheid
Vrees
y la obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
? (A los servidoresServers
armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet
que entranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
.) SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
testigosGetuigen de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden
, que se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
aquíAlhier
Hier
... EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

inútilIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
; en vanoTevergeefs se perseguiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achtervolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal najagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vervolgen
alNaar de
Naar het
asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
.
OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
cuidadosBeduchtheden
Bekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheden
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Ongerustheden
Opgelet
Opgepast
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden
nos(Aan) ons
Ons
llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
...VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, a Kussnacht,
y conservemosLaten we behouden
Laten we bergen
Laten we bespreken
Laten we bewaren
Laten we boeken
Laten we conserveren
Laten we onderhouden
Laten we openhouden
Laten we overhouden
Laten we reserveren
Laten we vrijhouden
Wij/we behouden
Wij/we bergen
Wij/we bespreken
Wij/we bewaren
Wij/we boeken
Wij/we conserveren
Wij/we houden open
Wij/we houden over
Wij/we houden vrij
Wij/we onderhouden
Wij/we reserveren
esaDat
Die
fortalezaVesting alNaar de
Naar het
EmperadorKeizer
Zwaardvis
,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken
todos losAlle lazosBonden
Lasso's
Liga's
Linken
Lissen
Lussen
Strikken
Verbonden

del deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
, se infringen todas lasAlle reglasLinialen
Regelen
Regels
promulgadasAfgekondigd
Ruchtbaar gemaakt
Uitgevaardigd
,
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hay queMen moet fiarse deFiducie hebben in
Vertrouwen op
Vertrouwen stellen in
la fidelidadTrouw de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

(AlNaar de
Naar het
retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
 maken
conDoor
Met
Per
Samen met
los servidoresServers armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet
, aparecenVerschijnen
Zij/ze dagen op
Zij/ze draven op
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze komen uit
Zij/ze verschijnen

seis6
Zes
hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
de la CaridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
.)
HERMENGARDA.- ¡PlazaPlein
Zitplaats
! ¡PlazaPlein
Zitplaats
! ¡Que lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
los
HermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
de la CaridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
!
STUSSI.- ¡AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
la víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
!... ¡yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
bajanZij/ze dalen
Zij/ze dalen af
Zij/ze gaan naar beneden
Zij/ze gaan naar beneden
 uitstappen
Zij/ze geven korting
Zij/ze korten
Zij/ze laten neer
Zij/ze slaan af
Zij/ze stappen af
Zij/ze stappen uit
Zij/ze trekken af
Zij/ze verlagen
Zij/ze verzakken
Zij/ze zakken
Zij/ze zakken weg
Zij/ze zinken
los cuervosKraaien
Raven
!
LOS HERMANOSBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
DE LA CARIDADCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
(FormandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend

un círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
del muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
, y cantandoZingend conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid

sombría).-Donker
Donkere
Somber
Sombere
ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
alcanzaAchterhaal!
Behaal!
Bereik!
Haal in!
Het is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Maak buit!
Reik tot!
Verkrijg!
Verwerf!
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

se leHaar
Hem
Het
U
concedeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft
Ken toe!
Verschaf!
plazoTermijn algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
. SucumbeBezwijk!
Doe onder!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwerpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt overweldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwicht
Kom om!
Onderwerp je!
Sterf!
Verlies!
Wijk!
Word overweldigd!
Zwicht!
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van

suHaar
Hun
Uw
Zijn
carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren
, y se loDe
Hem
Het
U
lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
en loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
lozano de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
.
PreparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de comparecerVerschijnen delante deVoor
Vóór
suHaar
Hun
Uw
Zijn

juezRechter
Richter
. (MientrasTerwijl repitenZij/ze herhalen
Zij/ze nemen door
Zij/ze zeggen na
Zij/ze zeggen nog eens
las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
palabrasBewoordingen
Woorden
, cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
el
telónGordijn.)

GUILLERMOWillem TELL

ACTOActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
V

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
PRIMERA1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke


La plazaPlein
Zitplaats
públicaAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke
de AltdorfAltdorf.

En el fondoEigenlijk
Strikt genomen
, y a la derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse
, la ciudadelaCitadel de UriUri
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
andamiosSteigers
Stellages
Stellingen
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
tercera3e
Derde
Terts
del
actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
; a la izquierdaLinks, la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere

montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
, en cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
cimasHoogtepunten
Kruinen
Neuzen
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
ardenArden
Zij/ze blaken
Zij/ze branden
Zij/ze gloeien
Zij/ze zijn aan
hoguerasBrandstapels. ComienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!

el díaDag
Etmaal
, y suenanZij/ze klinken
Zij/ze maken geluid
Zij/ze snuiten de neus
Zij/ze snuiten hun neus
las campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen
a diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
distanciasAfstanden
Einden
Enden
.

RUODI, KUONI, WERNI, EL MAESTROGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer

CANTEROSteenhouwer y otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één

muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
, y mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
y niñosJongens
Kinderen
.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

RUODI.- ¿VeisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
las señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens
del fuegoVuur en las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
?
EL MAESTROGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
CANTERO.-Steenhouwer ¿OísJullie horen
Jullie vernemen
Jullie verstaan
las campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen

que suenanZij/ze klinken
Zij/ze maken geluid
Zij/ze snuiten de neus
Zij/ze snuiten hun neus
del ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
alláDaar del bosqueBos
Woud
?
RUODI.- Los enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
expulsadosNaar buiten gejaagd
Uitgedreven
Uitgejaagd
Uitgewezen
Uitgezet
Verbannen
Verjaagd
Verwijderd
Weggestuurd
.
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
Las fortalezasVestingen cayeronZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer
en nuestroOns
Onze
Van ons

poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
.
RUODI.- Y nosotrosOns
We
Wij
los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de UriUri ¿toleraremosWij/we zullen aanzien
Wij/we zullen dulden
Wij/we zullen pikken
Wij/we zullen toelaten
Wij/we zullen tolereren
Wij/we zullen velen
Wij/we zullen verdragen

aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
en nuestroOns
Onze
Van ons
territorioBan
Gebied
Grondgebied
Territoir
Territorium
el castilloBurcht
Kasteel
Slot
de los tiranosDwingelanden
Geweldenaars
Geweldenaren
Tirannen
?
¿SeremosWij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen plaatshebben
Wij/we zullen plaatsvinden
Wij/we zullen zijn
los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste
en declararnosAangeven
Bekennen
Betuigen
Declareren
Een verklaring afleggen
Erkennen
Toegeven
Verklaren
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
?
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de subsistirVoortleven el yugoJuk que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de
sujetarnosBevestigen
Fixeren
Ondersteunen
Onderwerpen
Vastbinden
Vastmaken
Vastzetten
Verstevigen
? ¡EaBoe, derribadloBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop!
!
TODOS.-Al de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
¡AbajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
, abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
, abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
!
RUODI.- ¿En dóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
la trompaClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp
de UriUri?
LA TROMPAClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp
DE URI.-Uri AquíAlhier
Hier
. ¿QuéWat
Welke
deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
?
RUODI.- Subid aBeklim!
Bestijg!
Ga naar boven!
Klim!
Rijs!
Stap in!
Stijg!
loDe
Hem
Het
U
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
, y tocadBeroer!
Ga over!
Ga!
Klep!
Klink!
Kom aan!
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
vuestroJullie
Uw
Van jullie
cuernoClaxon
Hoorn
Toeter
.
Que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sonidoGeluid
Gerucht
Klank
se difundaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bekend
por los montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons
, y repitiéndose
por el ecoEcho
Nagalm
Naklank
Weerklank
de las cavernasGrotten
Holen
Holten
Holtes
Krochten
Spelonken
, convoqueConvoceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze convoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Ik convoceer
Ik roep bijeen
Ik roep op
Ik schrijf uit
Roept u bijeen!
Roept u op!
Schrijft u uit!

cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
a los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de la montañaBerg
Gebergte
. (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
la
trompaClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp
de UriUri. LlegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
Gualterio Fürst)
FÜRST.- ¡DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
, deteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!
! AunKattenklauw
Nog
Zelfs
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabemosWij weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten

loDe
Hem
Het
U
sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen
en UnterwaldenUnterwalden y SuizaZwitserland
Zwitsers
Zwitserse
. EsperemosLaten we afwachten
Laten we bedacht zijn
 op
Laten we hopen
Laten we te wachten
 staan
Laten we verwachten
Laten we vooruitzien
Laten we voorzien
Laten we wachten
Laten we wachten op
Wij/we hopen
Wij/we staan te wachten
Wij/we verwachten
Wij/we voorzien
Wij/we wachten
Wij/we wachten af
Wij/we wachten op
Wij/we zien vooruit
Wij/we zijn bedacht op

a los mensajerosAfgezanten
Boden
Bodes
Boodschappers
Gezanten
.
RUODI.- ¿A quéWat
Welke
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
? El tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
. El
díaDag
Etmaal
de la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
brilladoGeblonken
Geglansd
Geschenen
Geschitterd
.

GUILLERMOWillem TELL

EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
bastanZij/ze reiken toe
Zij/ze voldoen
Zij/ze volstaan
Zij/ze zijn genoeg
Zij/ze zijn toereikend
Zij/ze zijn voldoende
esosDie fuegosVuren, mensajerosAfgezanten
Boden
Bodes
Boodschappers
Gezanten

aladosGevleugeld
Gevleugelde
, que de todas lasAlle montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
nos(Aan) ons
Ons
alumbranZij/ze belichten
Zij/ze beschijnen
Zij/ze lichten voor
Zij/ze steken aan
Zij/ze verlichten
?
RUODI.- ¡VenidKom mee!
Kom!
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, venidKom mee!
Kom!
, vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
a la
obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
! ¡AbajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
los andamiosSteigers
Stellages
Stellingen
!
¡ DerribadBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop!
las murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen
! ¡HacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen
las bóvedasBollen
Gewelven
!
¡Que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
 bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt
piedraHagel
Steen
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
piedraHagel
Steen
!
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
¡VenidKom mee!
Kom!
, compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
! NosotrosOns
We
Wij
,
que loDe
Hem
Het
U
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
edificadoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht
, sabremosWij/we zullen kennen
Wij/we zullen smaken
Wij/we zullen weten
destruirloVernielen
Vernietigen
Verwoesten
.
TODOS.-Al de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
¡DerribémosloLaten we afbreken
Laten we kantelen
Laten we neerhalen
Laten we omgooien
Laten we omkeren
Laten we omvergooien
Laten we slopen
Laten we ten val
 brengen
Wij/we breken af
Wij/we brengen ten val
Wij/we gooien om
Wij/we gooien omver
Wij/we halen neer
Wij/we kantelen
Wij/we keren om
Wij/we slopen
! (Se abalanzanZij/ze stormen voorwaarts
Zij/ze werpen zich op
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
a la
ciudadelaCitadel.)
FÜRST.- EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
; yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
contenerlosAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden

(LleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
Melchthal y Baumgarten.)
MELCHTHAL.- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
? ¿SubsisteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft voort
Leef voort!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
la ciudadelaCitadel,
y Sarne estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
reducidoGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd
a cenizasAssen y arruinadoGeruïneerd
Verwoest

Rossberg?
FÜRST.- ¿SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
, Melchthal? ¿Nos(Aan) ons
Ons
traéisJullie bezorgen
Jullie brengen
Jullie brengen aan
Jullie brengen mee
Jullie dragen aan
Jullie nemen mee
la
libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
? ¡DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
en nuestraOns
Onze
Van ons

patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
?
MELCHTHAL (Abrazándolo).- ¡LibreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
de
ellosHen
Ze
Zij
! ¡RegocijaosBen blij!
Geniet!
Verblijd je!
Verheug je!
, nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
! MientrasTerwijl hablamosWij/we converseerden
Wij/we converseren
Wij/we praatten
Wij/we praten
Wij/we spraken
Wij/we spreken
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
en SuizaZwitserland
Zwitsers
Zwitserse
.
FÜRST.- PeroDoch
Echter
Maar
contadnosBereken!
Calculeer!
Debiteer!
Lees voor!
Reken uit!
Reken!
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Verhaal!
Vertel!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
os habéisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
 iemand aan de stok
Jullie meten je met
 iemand
apoderadoEen volmacht verleend aan
Gemachtigd
In het bezit gesteld
 van

de las fortalezasVestingen.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

MELCHTHAL.- Rudenz, conDoor
Met
Per
Samen met
un ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag
inopinado
y temerarioOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
, se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon
del castilloBurcht
Kasteel
Slot
de Sarne. La
nocheAvond
Nacht
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
asaltéIk bestormde
Ik overviel
Ik randde aan
Ik viel aan
yoEgo
Ik
a Rossberg... PeroDoch
Echter
Maar
oídHoor!
Verneem!
Versta!
loDe
Hem
Het
U

que sucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
. Después queNadat habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren
expulsadoNaar buiten gejaagd
Uitgedreven
Uitgejaagd
Uitgewezen
Uitgezet
Verbannen
Verjaagd
Verwijderd
Weggestuurd
del
castilloBurcht
Kasteel
Slot
alNaar de
Naar het
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
, incendiándolo, y, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
las
llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren
llegabanZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
soberbiasBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Hooghartigheden
Hovaardigheden
Ijdelheden
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
a las nubesWolken, Diethelin, el
criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
Gessler, acudióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe
gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
que la de Bruneck
perecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze crepeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneuvelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verongelukte
Ik crepeerde
Ik kwam om
Ik onderging
Ik sneuvelde
Ik verging
Ik verongelukte
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren
...
FÜRST.- ¡SantoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
DiosGod
Godheid
! (Los andamiosSteigers
Stellages
Stellingen
caenCaen
Zij/ze geraken
Zij/ze laten vallen
Zij/ze vallen
Zij/ze vallen af
Zij/ze vallen neer
Zij/ze verschieten
Zij/ze vervallen
con estrépitoLawaaiig.)
MELCHTHAL.- EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
ellaHaar
Ze
Zij
, ella mismaHaarzelf, encerradaOpgesloten
Vastgezet
secretamente
en el castilloBurcht
Kasteel
Slot
por ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
del GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
..
Rudenz se precipitaDoe neerslaan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet neerslaan
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige
...
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
oíamosWij/we hoorden
Wij/we vernamen
Wij/we verstonden
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de los pilaresPijlers
Pilaren
Steunpilaren
y puertasDeuren
Poorten
Portieren

macizasMassief
Massieve
Stevig
Stevige
, que se derrumbabanZij/ze stortten in
Zij/ze verzakten
Zij/ze zakten in
, y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el humoDamp
Rook
se
distinguíanZij/ze bespeurden
Zij/ze kregen in de
 smiezen
Zij/ze kregen in het
 oog
Zij/ze maakten onderscheid tussen
Zij/ze onderkenden
Zij/ze onderscheidden
Zij/ze ontwaarden
los lamentos... de la infortunadaOngelukkig
Ongelukkige
.
FÜRST.- ¿Se salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde zich?
MELCHTHAL.- EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige
obrarAgeren
Bezig zijn
Doen
Handelen
Optreden
Te werk gaan
Voortgaan
Werken
con valorDapper
Gedurfd
Moedig
y resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
...
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
élHem
Hij
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
, hubiésemosWij/we hadden
Wij/we waren

miradoAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Toegekeken
Toegezien
por nuestraOns
Onze
Van ons
vidaHachje
Leven
; peroDoch
Echter
Maar
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
de la
conjuración, y Bertha respetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteerde
Ik eerbiedigde
Ik had respect voor
Ik respecteerde
alNaar de
Naar het
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
... AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
nos(Aan) ons
Ons

expusimosWij/we belichtten
Wij/we brachten uit
Wij/we etaleerden
Wij/we exposeerden
Wij/we kraamden uit
Wij/we legden bloot
Wij/we liepen kans
Wij/we liepen risico
Wij/we riskeerden
Wij/we spreidden tentoon
Wij/we stalden uit
Wij/we stelden bloot
Wij/we stelden tentoon
Wij/we verklaarden
Wij/we waagden
Wij/we zetten op het
 spel
Wij/we zetten uiteen
a la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap
, y nos lanzamosWij/we storten ons
Wij/we stortten ons

en el fuegoVuur.
FÜRST.- ¿Y se salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde zich?

GUILLERMOWillem TELL

MELCHTHAL.- SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
: Rudenz y yoEgo
Ik
la sacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we legden af
Wij/we leggen af
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af
de entreOp
Uit
Van

las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren
, mientrasTerwijl caíanZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer
con estrépitoLawaaiig las vigasBalken
Onderleggers
Ribben
...
Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
en salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red
, y susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen

percibieronZij/ze bemerkten
Zij/ze inden geld
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontvingen
Zij/ze vermoedden
Zij/ze vernamen
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar
la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
del cieloHemel
Lucht
, el BarónBaron se lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich en misMi's
Mijn

brazosArmen, y en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
pronuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
un juramentoIk beëdig
Ik neem een eed
 af
Vloek
, selladoAangemunt
Afgedrukt
Bezegeld
Dichtgeschroeid
Geslagen
Gestempeld
Gezegeld
Verzegeld

y confirmadoBeaamd
Bekrachtigd
Bevestigd
Erkend
Gestaafd
Gevormd
Ja gezegd
Toegestemd
por el fuegoVuur, y que resistiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achteruit slaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenspartelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenstreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerspannig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verzetten
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

los embates de la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
.
FÜRST.- ¿En dóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
Landenberg?
MELCHTHAL.- En Brünnig. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van
Me
Mij

que veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
el queDat
Die
Hij die
Wie
cegóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblindde a miMi
Mijn
padrePater
Vader
. LoDe
Hem
Het
U
perseguíIk achtervolgde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik vervolgde
,
loDe
Hem
Het
U
alcancéIk achterhaalde
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik verkreeg
Ik verwierf
, y loDe
Hem
Het
U
arrastréIk sleepte
Ik sleurde mee
Ik trok
Ik trok voort
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
los piesPoten
Voeten
de miMi
Mijn
padrePater
Vader
.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
me preparabaIk bereidde me voor
Ik maakte me gereed
Ik maakte me klaar
Ik maakte me op
a cortarleSnijd la cabezaHoofd
Kop
Krop
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
imploróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af
la compasiónMededogen
Medelijden
del ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, que leHaar
Hem
Het
U
perdonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaf
la
vidaHachje
Leven
. JuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een eed
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
paísLand, y loDe
Hem
Het
U
hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
cuántaHoelang
Hoeveel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
nuestraOns
Onze
Van ons
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
.
FÜRST.- OsJe
Jullie
honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haberBezitting
Hebben
Zijn
manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt
conDoor
Met
Per
Samen met
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!

estaDeze
Dit
patrióticaPatriottisch
Patriottische
victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
.
UNOSEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
NIÑOSJongens
Kinderen
(Que arrastranZij/ze slepen
Zij/ze sleuren mee
Zij/ze trekken
Zij/ze trekken voort
a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
restosResten
Stompen
Stronken
del
andamiaje).-Stijgerwerk ¡LibertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
! ¡LibertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
! (la trompaClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp
de UriUri
suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus!
con fuerzaHard.)
FÜRST.-¡ContempladBeschouw!
Koekeloer!
estaDeze
Dit
fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
! EsosDie niñosJongens
Kinderen
cuandoAls
Tijdens
Wanneer

seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, se acordaránZij/ze zullen gedenken
Zij/ze zullen herdenken
Zij/ze zullen terugdenken
Zij/ze zullen zich herinneren
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
díaDag
Etmaal
memorableGedenkwaardig
Gedenkwaardige
.
(DoncellasSoubrettes traen(Zij) dragen
Zij/ze bezorgen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen aan
Zij/ze brengen mee
Zij/ze dragen aan
Zij/ze nemen mee
el sombreroHoed en el paloMast
Paal
Stok
, y el
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
el teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen
.)

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

RUODI.- He aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
el sombreroHoed, al cualWaaraan nos(Aan) ons
Ons
obligabanZij/ze drongen op
Zij/ze dwongen
Zij/ze forceerden
Zij/ze noodzaakten
Zij/ze verplichtten

saludarBegroeten
Groeten
.
BAUMGARTEN.- DecidnosGeef op!
Spreek!
Zeg!
lo queDat wat
Wat
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

con élDaarmee.
FÜRST.- ¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sombreroHoed estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
miMi
Mijn

nietoKleinzoon.
MUCHASVeel
Vele
Zeer
Zere
VOCES.-Inspraken
Stemgeluiden
Stemmen
¡DerribadBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop!
eseDat
Die
monumentoGedenkteken
Monument
de
la tiranía! ¡AlNaar de
Naar het
fuegoVuur con élDaarmee!
FÜRST.- ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! ¡guardadloBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaar!
Heb de wacht!
Hoed!
Let op!
Pas op!
Waak over!
! DestinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
instrumentoInstrument
Middel
Stuk gereedschap
Werktuig

de la tiranía, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
el signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk
perpetuoEeuwig
Eeuwige
de la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
.
(TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
y niñosJongens
Kinderen
, estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
de
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
o sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
en los restosResten
Stompen
Stronken
de los andamiosSteigers
Stellages
Stellingen
y formanZij/ze formeren
Zij/ze gaan aan
Zij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
Zij/ze vormen

un semicírculoHalfcirkel pintorescoPittoresk
Pittoreske
Schilderachtig
Schilderachtige
.)
MELCHTHAL.- VednosBekijk!
Kijk!
Zie!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke
, hollandoAanstampend
Betredend
Onder de voet lopend
Vertrappend

los restosResten
Stompen
Stronken
de la tiranía. ¡CompañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
! Lo queDat wat
Wat
juramosWij/we bezweren
Wij/we bezwoeren
Wij/we legden een eed
 af
Wij/we leggen een eed
 af
Wij/we vloeken
Wij/we vloekten
Wij/we zweren
Wij/we zwoeren

en Rutli loDe
Hem
Het
U
cumplimosWij/we keken toe
Wij/we kijken toe
Wij/we komen na
Wij/we kwamen na
Wij/we leefden na
Wij/we leven na
Wij/we namen waar
Wij/we nemen waar
Wij/we observeerden
Wij/we observeren
Wij/we slaan gade
Wij/we sloegen gade
Wij/we verrichten
Wij/we verrichtten
Wij/we vervulden
Wij/we vervullen
Wij/we voerden uit
Wij/we voeren uit
Wij/we volbrachten
Wij/we volbrengen
Wij/we voltrekken
Wij/we voltrokken
Wij/we waren jarig
Wij/we zagen toe
Wij/we zien toe
Wij/we zijn jarig
magnánimamente.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->