Tell haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer de vuestrasJullie
Van jullie dilaciones...
STAUFFACHER.- JuramosWij/we bezweren
Wij/we bezwoeren
Wij/we legden een eed
af
Wij/we leggen een eed
af
Wij/we vloeken
Wij/we vloekten
Wij/we zweren
Wij/we zwoeren esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
de NavidadKerstfeest
Kerstmis
Kersttijd.
RUDENZ.- YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank juréIk bezwoer
Ik legde een eed
af
Ik vloekte
Ik zwoer. ¡AguardadSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht!
vosotrosGijlieden
Je
Jullie, y yoEgo
Ik obraréIk zal ageren
Ik zal bezig zijn
Ik zal doen
Ik zal handelen
Ik zal optreden
Ik zal te werk
gaan
Ik zal voortgaan
Ik zal werken!
MELCHTHAL.- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je? ¿IntentáisJullie beproeven
Jullie hebben voor
Jullie passen
Jullie passen aan
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie proberen uit
Jullie stellen je voor
Jullie toetsen
Jullie trachten
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens?...
RUDENZ.- SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los próceres del paísLand, y miMi
Mijn
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats protegerosBehoeden
Beschermen
Beschutten
Beveiligen
In veiligheid brengen.
FÜRST.- Depositar enStorten op la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land estosDeze
Dezen restosResten
Stompen
Stronken queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats vuestroJullie
Uw
Van jullie principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sagradoEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn.
RUDENZ.- CuandoAls
Tijdens
Wanneer hayamosLaten we hebben
Laten we zijn
Wij/we hebben
Wij/we zijn libertadoAfgeholpen
Bevrijd
Losgelaten
Verlost
Vrijgelaten
Vrijgemaakt alNaar de
Naar het paísLand,
pondremosWij/we zullen aan de
praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! suHaar
Hun
Uw
Zijn tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om! la coronaHet kroonwiel de la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege.
GUILLERMOWillem TELL
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend vuestraJullie
Uw
Van jullie causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de
defenderOpkomen voor
Verdedigen
Verweren la míaVan mij contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus los tiranosDwingelanden
Geweldenaars
Geweldenaren
Tirannen... ¡OídHoor!
Verneem!
Versta! y sabedKen!
Smaak!
Weet!!
¡MiMi
Mijn Berta haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is desaparecidoVerdwenen
Vermiste misteriosamente, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
robadaBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan conDoor
Met
Per
Samen met temerariaOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige osadíaDurf
Gedurftheid de entreOp
Uit
Van nosotrosOns
We
Wij.
STAUFFACHER.- ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke que el tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke arbitrariedadWillekeur contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus la noblezaAdel
Edelen libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde?
RUDENZ.- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden míosVan mij! OsJe
Jullie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb prometidoBeloofd
Bruidegom
Galant
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd miMi
Mijn
ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat. y yoEgo
Ik heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de invocarAanroepen
Roepen primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke la vuestraJullie
Uw
Van jullie. MiMi
Mijn
prometidaBeloofd
Bruid
Meisje
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden robadaBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan, arrebatadaAfgenomen
Afgepakt
Uitgelicht
Uitgenomen
Weggehaald
Weggenomen pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt.
¡QuiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! en dóndeWaar
Waarheen la escondeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ontveins!
Verberg!
Verheel!
Verschuil!
Verstop! eseDat
Die insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige, y a
quéWat
Welke violenciasDwangen
Gewelddadigheden
Geweldplegingen
Hevigheden
Onnatuurlijkheden
Onstuimigheden
Valsheden
Verkrachtingen
Vinnigheden noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se atreveráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal brutaal worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal durven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onbeschaamd worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wagen en suHaar
Hun
Uw
Zijn impúdico afánBemoeienis
Geploeter
Gesjouw
Hunkering
Inspanning
Moeite
Poging
Spanning
Streven
Uitrekking
Zucht
de forzarlaAanranden
Dwingen
Forceren
Geweld aandoen
Noodzaken
Verkrachten
Verplichten a consentirBederven
Dulden
Goedvinden
Het eens zijn
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen en un himeneo odiosoGehaat
Gehate! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij abandonéisJullie abandonneren
Jullie laten in de
steek
Jullie laten varen
Jullie stoppen ermee
Jullie verlaten. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! ¡ayudadmeBaat!
Help!
Sta bij!
Sta ter zijde! a salvarlaBehouden
Bergen
Redden!... EllaHaar
Ze
Zij osJe
Jullie
amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!, y merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien! por suHaar
Hun
Uw
Zijn patriotismoChauvinisme que todos losAlle brazosArmen
se armenBewapent u!
Wapent u!
Zet u in elkaar!
Zij/ze bewapenen
Zij/ze wapenen
Zij/ze zetten in elkaar en suHaar
Hun
Uw
Zijn auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde...
FÜRST.- ¿QuéWat
Welke os proponéisJullie hebben voor
Jullie stellen je voor
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens?
RUDENZ.- ¿LoDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! yoEgo
Ik? ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht de míMe
Mij! En la ignoranciaDomheid
Onwetendheid
en queWaarin estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit de suHaar
Hun
Uw
Zijn destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland, en los tormentosKwellingen
Martelingen
Penitenties
Penitentiën
Temptaties
Temptatiën que
estasDeze
Dezen dudasAarzelingen
Geweifels
Haperingen
Jij/je dubt
Jij/je staat in dubio
Jij/je twijfelt
Twijfels
Weifelingen meMe
Mij causanZij/ze berokkenen
Zij/ze brengen teweeg
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze laten
Zij/ze laten doen
Zij/ze maken
Zij/ze richten aan
Zij/ze stichten
Zij/ze veroorzaken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag fijarmeBepalen
Bevestigen
Fixeren
Vastmaken
Vastplakken
Vaststellen en nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!.
SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie con claridadDuidelijk
Evident
Helder
Licht
Lumineus
Verstaanbaar que entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los escombrosAfbraken
Afval
Makrelen
Prullaria
Puin
Rommel
Rommelzooi
Vuil
Vuilnis de la
tiranía haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de resucitarDoen herleven
Opstaan
Opwekken
Tot leven wekken
Verrijzen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij y que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn de apoderarnosEen volmacht verlenen aan
In het bezit stellen
van
Machtigen
de todas lasAlle fortalezasVestingen, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
van de ziel
Doordringen tot op merg
en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn en suHaar
Hun
Uw
Zijn
cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la encontramosWij/we bevinden
Wij/we bevonden
Wij/we komen tegen
Wij/we kwamen tegen
Wij/we ontmoeten
Wij/we ontmoetten
Wij/we traden tegemoet
Wij/we treden tegemoet
Wij/we treffen
Wij/we treffen aan
Wij/we troffen
Wij/we troffen aan
Wij/we vinden
Wij/we vonden.
MELCHTHAL.- ¡VenidKom mee!
Kom! y guiadnosGeleid!
Leid rond!
Leid!
Wijs de weg!! TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle osJe
Jullie seguiremosWij zullen verdergaan
Wij/we zullen aanblijven
Wij/we zullen bewandelen
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen doorgaan
Wij/we zullen opvolgen
Wij/we zullen volgen
Wij/we zullen voortvloeien
Wij/we zullen voortzetten
¿A quéWat
Welke dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mañanaMorgen
Ochtend lo queDat wat
Wat podeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Ik snoei
Snoeit u!
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
mos hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren hoyHeden
Vandaag? LibreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was Tell cuandoAls
Tijdens
Wanneer juramosWij/we bezweren
Wij/we bezwoeren
Wij/we legden een eed
af
Wij/we leggen een eed
af
Wij/we vloeken
Wij/we vloekten
Wij/we zweren
Wij/we zwoeren en
Rutli, y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting tantasZo groot
Zoveel
Zovele arbitrariedadesWillekeuren.
La ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak nos(Aan) ons
Ons imponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft belasting op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze imponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt indruk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraccijnst nuevasNieuw
Nieuwe leyesGehalten
Gehaltes
Wetten. ¿QuiénWie
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer cobardeLafaard, que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook aplaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuift
Houdt u aan!
Ik houd aan
Ik stel uit
Ik verdaag
Ik verschuif
Stelt u uit!
Verdaagt u!
Verschuift u! la ejecuciónExecuteren
Executie
Gerechtelijke verkoop
Nakomen
Naleven
Opvoering
Terechtstellen
Terechtstelling
Uitvoeren
Uitvoering
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
Volvoering
de nuestroOns
Onze
Van ons planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project?
RUDENZ (A Stauffacher y Fürst).- ArmaosBewapen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewapent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wapent
Wapen
Wapen! mientrasTerwijl
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, estadBen!
Bevind je!
Lig!
Zit! prontos a la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid. EsperadBen bedacht op!
Hoop!
Sta te wachten!
Verwacht!
Voorzie!
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Zie vooruit! la señalHet signaal
del fuegoVuur en las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes, que, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte que el
boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Smijt u eruit!
Sopt u! de velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen aladasGevleugeld
Gevleugelde, osJe
Jullie anunciaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aankondigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal adverteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal annonceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekend maken nuestraOns
Onze
Van ons victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege. Y
cuandoAls
Tijdens
Wanneer veáisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien brillarBlinken
Glanzen
Glimmen
Schijnen
Schitteren estaDeze
Dit señalSein
Signaal
Spoor
Teken de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende agüeroVoorbode
Voorteken, caedGeraak!
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
sobre elOp de
Op het enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el rayoDe spaak, y derribadBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop! el alcázar
de la tiranía. (Vanse(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen.)
ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel III
El caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen montañasBergen
Gebergten
Gebergtes cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat Kussnacht.
BájaseAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware a élHem
Hij desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit los peñascosPeña=
Gezelschap
Kring, y antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que los
viajerosReis-
Reizigers lleguen(Zij) komen
Arriveert u!
Brengt u door!
Geeft u aan!
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
Zij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel se lesHen
Hun
U ve porGa halen!
Haal! las alturasHoogten
Hoogtes
Verhevenheden.
RocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes, y una de ellasHen
Ze
Zij, cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel de
matorralesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes, avanzaAnticipeer!
Beweeg voort!
Ga vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Kom vooruit!
Vorder! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que las otrasAnder
Andere
Nog één.
TELL (Se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn ballesta).-Bladveer
Kruisboog HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
necesariamenteNoodzakelijkerwijs
Noodzakelijkerwijze por esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg hondoDiep
Diepe, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand otroAnder
Andere
Nog een
Nog één paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! Kussnacht... AquíAlhier
Hier ejecutaréIk zal executeren
Ik zal nakomen
Ik zal naleven
Ik zal ter dood
brengen
Ik zal terechtstellen
Ik zal uitvoeren
Ik zal verrichten
Ik zal vervullen
Ik zal voltrekken miMi
Mijn
GUILLERMOWillem TELL
proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project... El momentoHet ogenblik esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats propicio. Ocúltanme estosDeze
Dezen
matorralesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes, y miMi
Mijn flechaPijl
Scheut loDe
Hem
Het
U alcanzaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bereiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reiken tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verwerven. LoDe
Hem
Het
U estrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg leHaar
Hem
Het
U obligaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dwingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal forceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal noodzaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdringen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verplichten a irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten. ¡AjustaBesteed aan!
Contracteer!
Ga aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze contracteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rectificeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet recht
Rectificeer!
Sluit af!
Stel bij!
Verbeter!
Zet recht! tusJe
Jouw cuentasBerekeningen
Calculaties
Conti
Conto's
Jij/je berekent
Jij/je calculeert
Jij/je debiteert
Jij/je leest voor
Jij/je rekent
Jij/je rekent uit
Jij/je telt
Jij/je telt af
Jij/je telt neer
Jij/je verhaalt
Jij/je vertelt
Kralen
Nota's
Rekeningen
conDoor
Met
Per
Samen met DiosGod
Godheid, gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende; vas aJij/je gaat naar morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sonadoDe neus gesnoten
Geklonken
Geluid gemaakt
tuJe
Jouw últimaAchterste
Jongstleden
Laatste horaTijd
Uur! YoEgo
Ik vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde tranquiloBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te cuidadosBeduchtheden
Bekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheden
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Ongerustheden
Opgelet
Opgepast
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden...
MisMi's
Mijn flechasPijlen
Scheuten heríanZij/ze bezeerden
Zij/ze kwetsten
Zij/ze verwondden
Zij/ze wondden tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend a las fierasWrede
Wreed de los
bosquesBossen
Wouden, y el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje del asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt miMi
Mijn menteGeest
Verstand... TúGe
Gij
Je
Jij llenasteJij/je completeerde
Jij/je dempte
Jij/je maakte vol
Jij/je schonk vol
Jij/je spekte
Jij/je stopte
Jij/je voleindde
Jij/je vulde
Jij/je vulde aan
Jij/je vulde in
Jij/je werkte bij de espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik miMi
Mijn vidaHachje
Leven
pacíficaPacifica
Pacifisch
Pacifische, trocandoInruilend
Inwisselend
Ruilend
Uitwisselend
Verruilend
Wisselend en ponzoña devastadoraVerwoestend
Verwoestende miMi
Mijn
dulzuraZoetheid
Zoetigheid y miMi
Mijn piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, y avezándome a cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
monstruosas... El queDat
Die
Hij die
Wie puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt tirar aNeigen naar la cabezaHoofd
Kop
Krop de suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven el corazónHart
Klokhuis de suHaar
Hun
Uw
Zijn enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige.
ObligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht me veoIk ben duidelijk
Ik blijk
Ik laat me zien a proteger contraBeschermen tegen tuJe
Jouw iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
a misMi's
Mijn pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele hijosKinderen
Zonen
Zoons y a miMi
Mijn inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze y fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw... CuandoAls
Tijdens
Wanneer yoEgo
Ik tendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
Ik breidde uit
Ik hield op
Ik ontvouwde
Ik rekte
Ik spreidde
Ik spreidde uit
Ik stak uit
Ik strekte
Ik strekte uit miMi
Mijn arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang... cuandoAls
Tijdens
Wanneer miMi
Mijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde... cuandoAls
Tijdens
Wanneer túGe
Gij
Je
Jij, conDoor
Met
Per
Samen met cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige y diabólico
deleiteBekoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft genot aan
Ik bekoor
Ik verheug
Ik verschaf genot aan
Verheugt u!
Verschaft u genot aan!, meMe
Mij forzasteJij/je deed geweld aan
Jij/je dwong
Jij/je forceerde
Jij/je noodzaakte
Jij/je randde aan
Jij/je verkrachtte
Jij/je verplichtte a apuntar aBedoelen la cabezaHoofd
Kop
Krop de miMi
Mijn hijoKind
Zoon...
cuandoAls
Tijdens
Wanneer yoEgo
Ik estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat delante deVoor
Vóór tiJe
Jou, desmayadoBewusteloos
Bewusteloze
De moed verloren
Een flauwte gedaan krijgen
In zwijm gedaan vallen
Versaagd y suplicanteSmekend
Smekende,
entoncesDan
Dus
Toen pronunciéIk sprak
Ik sprak uit
Ik uitte en miMi
Mijn interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot el
temibleGevreesd
Gevreesde juramentoIk beëdig
Ik neem een eed
af
Vloek, oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend por DiosGod
Godheid, de que el
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte de miMi
Mijn ballestaBladveer
Kruisboog sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn tuJe
Jouw corazónHart
Klokhuis... y loDe
Hem
Het
U
que prometíIk beloofde
Ik loofde uit
Ik verzegde
Ik zegde toe
Ik zei toe en aquelDat
Die instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip de infernalHels
Helse angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una deudaSchuld sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale... y quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil pagarlaBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen...
TúGe
Gij
Je
Jij eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats miMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, y el representanteAgent
Dealer
Vertegenwoordiger de miMi
Mijn EmperadorKeizer
Zwaardvis.
Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, niEn niet
Evenmin
Noch aúnNog
Nog altijd
Nog steeds el EmperadorKeizer
Zwaardvis hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
osadoBoud
Boude
Brutaal
Brutale
Dapper
Dappere
Ferm
Ferme
Gedurfd
Gewaagd
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Moedig
Moedige
Onbevreesd
Onbevreesde
Onvervaard
Onvervaarde
Stout
Stoute
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Vermetel
Vermetele lo queDat wat
Wat túGe
Gij
Je
Jij... TeJe
Jou envió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde aan estaDeze
Dit regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! administrarAdministreren
Beheren
Besturen
Toedienen
justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid... justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid severaBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl estaba coléricoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was kwaad op
Ik toornde
Ik was boos
Ik was boos op
Ik was kwaad
Ik was kwaad op...
peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! convertirBekeren
Converteren
Omzetten
Veranderen en deleiteBekoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft genot aan
Ik bekoor
Ik verheug
Ik verschaf genot aan
Verheugt u!
Verschaft u genot aan! homicida,
confiado enVertrouwd op la impunidadStraffeloosheid, verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke horroresVerschrikkingen
Weerzinnen
Zielsangsten.
HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand un DiosGod
Godheid paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! castigarlosBestraffen
Straffen y vengarlosWraak nemen
Wreken.
¡Veámoste, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, alhajaDecoratie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versiert met kostbaarheden
Sieraad
Tooisel
Versier met kostbaarheden!
Versiering
Versiersel míaVan mij la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle, miMi
Mijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende tesoroSchat, túGe
Gij
Je
Jij que llevasJij/je berekent
Jij/je brengt
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt in rekening
Jij/je brengt mede
Jij/je brengt mee
Jij/je brengt weg
Jij/je draagt
Jij/je hebt aan
Jij/je hebt op
Jij/je hebt voor
Jij/je neemt mee
Jij/je vervoert en tuJe
Jouw senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus los doloresPijnen
Smarten
Weeën
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus atrocesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
Wrede
Wreed!... Voy aIk ga naar ofrecerteAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen un blancoEen witte, inaccesibleOntoegankelijk
Ontoegankelijke
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans a las súplicasSmeekbeden
Smeekbedes másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte... y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teJe
Jou
resistiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achteruit slaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenspartelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenstreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerspannig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verzetten... ¡y túGe
Gij
Je
Jij, cuerdaKoord
Koorde
Lijn
Snaar
Snoer
Stemband
Touw
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige de miMi
Mijn arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang, que conDoor
Met
Per
Samen met tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
frecuenciaFrequentie meMe
Mij hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest en juegosSpelen
Spelletjes alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij
abandonesJij/je abandonneert
Jij/je laat in de
steek
Jij/je laat varen
Jij/je stopt ermee
Jij/je verlaat en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke tranceTrance! MantenteOnderhoud je! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige, arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige, que tantasZo groot
Zoveel
Zovele vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend alasVlerken
Vleugelen
Vleugels a la
rígidaHouterig
Houterige
Star
Starre
Stijf
Stijve
Stram
Stramme
Stug
Stugge flechaPijl
Scheut... SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals salieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking de misMi's
Mijn manosHanden, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast otraAnder
Andere
Nog een
Nog één que la reemplaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lost af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt de plaats
in van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in de
plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze substitueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervangt
Ik los af
Ik neem de plaats
in van
Ik spring in
Ik stel in de
plaats
Ik substitueer
Ik vervang
Lost u af!
Neemt u de plaats
in van!
Springt u in!
Stelt u in de
plaats!
Substitueert u!
Vervangt u!. (Pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken viajerasReis- por la
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel.)
QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil sentarmeAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind bancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank de piedraHagel
Steen, preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
para queOpdat
Zodat el viajeroReis-
Reiziger descanseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Ik laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Laat u rusten!
Ligt u begraven!
Ontspant u!
Pauzeert u!
Rust u uit!
Rust u!
Slaapt u! brevesBeknopt
Beknopte
Kort
Korte momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen...
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl aquíAlhier
Hier noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere... Cada cualEen ieder
Elkeen
Iedereen
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te mirarloAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag! susHaar
Hun
Uw
Zijn penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden... AquíAlhier
Hier vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee el mercaderHandelaar
Koopman caviloso,
y el peregrinoBedevaartganger
Pelgrim
Reuzenhaai de ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte ropajeFournituren
Garderobe
Kleding
Kleren
Plunje
Toilet... el piadosoDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom
monjeKloosterbroeder
Kloosterling
Monnik, el sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere salteadorStruikrover, el alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke trovadorTroubadour y el
buhonero conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn caballoKnol
Paard
Ros, pesadamenteMoeizaam cargadoBeladen
Belast
Berekend
Bestormd
Gegeid
Geladen
Geërgerd
In rekening gebracht
Ingeladen
Opgegeid
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld, de
regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht de lejanosAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde paísesLanden. Por todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat alNaar de
Naar het
GUILLERMOWillem TELL
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding del mundoAardrijk
Wereld. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ellosHen
Ze
Zij siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort un caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
susHaar
Hun
Uw
Zijn negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken... ¡y el míoMijne
Van mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden! (SiéntaseVoelt u zich!.)
AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle hijosKinderen
Zonen
Zoons míosVan mij, cuandoAls
Tijdens
Wanneer salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit de casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
vuestroJullie
Uw
Van jullie padrePater
Vader, y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl jamásNimmer
Nooit regresabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te traerosAanbrengen
Aandragen
Bezorgen
Brengen
Meebrengen
Meenemen algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds una bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
florBloei
Bloem
Bloesem de los AlpesAlpen, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds un pájaroVogel raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame o un caracolHuisjesslak
Slak
Wijngaardslak
Zeeslak,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals loDe
Hem
Het
U encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind! el caminanteZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen en las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes...
HoyHeden
Vandaag buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken otraAnder
Andere
Nog een
Nog één presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer distintaAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere, y está sentado enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit op
Zit op!
un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, pensando enDenkend aan
Nadenkend over matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! acechandoBelagend
Beloerend
Bespiedend
Bespionerend
Op de uitkijk staand
Spiedend
Spionerend
Verspiedend
la vidaHachje
Leven de suHaar
Hun
Uw
Zijn enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige... Y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans en vosotrosGijlieden
Je
Jullie, queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle hijosKinderen
Zonen
Zoons... por defenderosOpkomen voor
Verdedigen
Verweren,
por protegerBehoeden
Beschermen
Beschutten
Beveiligen
In veiligheid brengen vuestraJullie
Uw
Van jullie inocenciaOnschuld contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus la
venganzaWraak del tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran preparaBereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar
Maak klaar! suHaar
Hun
Uw
Zijn arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
(LevántaseBeur!
Haal op!
Hef op!
Hef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Kook op!
Richt op!
Sla op!
Til op!
Til!
Verhef!
Vestig!
Zet neer!.)
AcechaBelaag!
Beloer!
Bespied!
Bespioneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op de
uitkijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspiedt
Spied!
Spioneer!
Sta op de uitkijk!
Verspied! una nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees! el cazadorJacht- pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
díasDagen
Etmalen enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige vagandoDolend
Drentelend
Dwalend
Flanerend
Kuierend
Ronddolend
Ronddwalend
Rondhangend
Slenterend
Warend
Zwervend, en el rigorStijfheid del inviernoWinter, y
saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend de rocaGesteente
Rots
Rotsblok en rocaGesteente
Rots
Rotsblok, y escalandoBeklimmend
Escalerend
Met ladders bestormend tajadasFilets
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen,
en dondeWaarin dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! rastrosOverblijfselen
Overblijfsels
Rommelmarkten
Sporen
Vlooienmarkten de suHaar
Hun
Uw
Zijn sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!... ¡y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
apoderarse deZich meester maken van miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige animalejo! PeroDoch
Echter
Maar se trataHet betreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt behandeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehanteerd
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus soberbioBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse premioBeloning
Ik bekroon
Ik ken een prijs
toe
Premie
Prijs, del corazónHart
Klokhuis de miMi
Mijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-, decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen a perdermeKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen. (OyeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg una músicaMuziek alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke que se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert.)
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle miMi
Mijn vidaHachje
Leven manejandoRijdend el arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang, y
ejercitándome en tirarloWeggooien, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals susHaar
Hun
Uw
Zijn reglasLinialen
Regelen
Regels; con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dado enGehaald
Geraakt
Geteisterd
Getroffen
Ingeslagen el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte y ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege...
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
PeroDoch
Echter
Maar hoyHeden
Vandaag quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil ensayarAanpassen
Beproeven
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Repeteren
Testen
Toetsen
Uitproberen miMi
Mijn golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, y obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven
la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding que puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen ofrecerAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
estasDeze
Dezen montañasBergen
Gebergten
Gebergtes (una bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij atraviesaDoorkruis!
Ga door!
Ga over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt door
Kom door!
Leg af!
Loop af!
Loop over!
Maak door!
Steek over!
Trek door! la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel por el
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg. Tell la observaBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Merk op!
Merk!
Neem waar
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Zie toe! apoyadoGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund en suHaar
Hun
Uw
Zijn arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang. Stussi,
el guardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter, se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert a élHem
Hij.)
STUSSI.- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el colonoKoloniaal
Koloniale del conventoKlooster
Mannenklooster de Mörlischachen,
que celebraCelebreer!
Draag op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze celebreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Vier! hoyHeden
Vandaag suHaar
Hun
Uw
Zijn casamientoTrouwpartij... un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende, que tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n diez10
Tien rebañosDriften
Kudden
Kuddes
Roedels
Veestapels en los AlpesAlpen.
Trae aBreng naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar suHaar
Hun
Uw
Zijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw de Jimsee, y estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben granGroot
Grote
fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij en Kussnacht. VenidKom mee!
Kom! conmigoMet mij
Met mij mee; todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! invitadoGenodigde
Genood
Gevraagd
Geïnviteerd
Uitgenodigd.
TELL.- Un convidadoGast
Introducé
Logé tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart en unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
bodasBruiloften
Bruiloftsfeesten
Trouwpartijen.
STUSSI.- SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals osJe
Jullie afligeBedroef!
Beproef!
Grief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smart
Smart! algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet, desechadlaSluit buiten!
Sluit uit!
Verwerp!
Wijs af! de
vuestroJullie
Uw
Van jullie corazónHart
Klokhuis. Aprovechaos deProfiteer van! estaDeze
Dit coyunturaConjunctuur
Omstandigheden
Samenloop van omstandigheden.
Los tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten, y por lo mismoDito
Hetzelfde
Idem, hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn de
acogerAannemen
Accepteren
Ontvangen
Opnemen
Opvangen los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten conDoor
Met
Per
Samen met júbiloGrote vreugde los placeresGenietingen
Genoegens
Genoten
Vermaken
Zinnen que se
lesHen
Hun
U presentenBelicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Dient u in!
Etaleert u!
Presenteert u!
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Vertoont u!
Zet u uiteen!
Zij/ze belichten
Zij/ze bieden aan
Zij/ze brengen uit
Zij/ze dienen in
Zij/ze etaleren
Zij/ze presenteren
Zij/ze schenken
Zij/ze stallen uit
Zij/ze stellen bloot
Zij/ze stellen tentoon
Zij/ze stellen voor
Zij/ze vertonen
Zij/ze zetten uiteen. AquíAlhier
Hier se casanMen verenigt
Zij/ze treden in het
huwelijk
Zij/ze trouwen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n, y en otrasAnder
Andere
Nog één partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
los entierranZij/ze bedelven
Zij/ze begraven
Zij/ze kuilen
Zij/ze overstelpen
Zij/ze verpletteren.
TELL.- Y a menudoAf en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt de una a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak.
STUSSI.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig andaGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom nou!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk! el mundoAardrijk
Wereld. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand bastantesTamelijk
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije desdichasOngelukken
en todas partesAlom
Allerwegen
Overal
Wijd en zijd... Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons Ruffi se
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is desplomadoDe loodrechte stand gedaan
verliezen, sepultandoBegravend
Een lijk bezorgend
Ter aarde bestellend una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del paísLand
de GlarisGlarus.
GUILLERMOWillem TELL
TELL.- ¿VacilanZij/ze aarzelen
Zij/ze dubben
Zij/ze schoorvoeten
Zij/ze schromen
Zij/ze waggelen
Zij/ze wankelen
Zij/ze weifelen
Zij/ze wiebelen
Zij/ze zwichten las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook? NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land.
STUSSI.- TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals se diceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt bij zichzelf, sucedenZij/ze erven van
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geschieden
Zij/ze komen af
Zij/ze overkomen
Zij/ze stammen af
Zij/ze vallen voor
Zij/ze volgen op en otrasAnder
Andere
Nog één
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken estupendasGeweldig
Geweldige
Prachtig
Prachtige. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken conDoor
Met
Per
Samen met uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één, reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
venidoGekomen
Meegekomen de BadenBaden. Un caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter que iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer en buscaOp zoek
del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond a suHaar
Hun
Uw
Zijn pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan un enjambreBijenzwerm
Drom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwermt uit
Ik zwerm uit
Zwerm
Zwermt u uit! de
zánganos que atacaronZij/ze attaqueerden
Zij/ze grepen aan
Zij/ze tackelden
Zij/ze tastten aan
Zij/ze vielen aan a suHaar
Hun
Uw
Zijn caballoKnol
Paard
Ros, atormentándolo
de suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval, que loDe
Hem
Het
U hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit sucumbirBezwijken
Omkomen
Onderdoen
Overweldigd worden
Sterven
Verliezen
Wijken
Zich onderwerpen
Zwichten, y élHem
Hij llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a pieLopend
Te voet a
la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij! del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst.
TELL.- Los débilesLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook suHaar
Hun
Uw
Zijn aguijónAngel
Pen
Prikkel
Stekel.
(Hermengarda llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf! conDoor
Met
Per
Samen met variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende niñosJongens
Kinderen y se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst a la
entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.)
STUSSI.- SignificaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor! estoDeze
Dit, alNaar de
Naar het parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen, que amenazanZij/ze bedreigen
Zij/ze dreigen alNaar de
Naar het
paísLand grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime calamidadesCalamiteiten
Rampen, contrariasNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegengesteld
Tegengestelde alNaar de
Naar het ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve.
TELL.- Todos losAlle díasDagen
Etmalen ocurrenZij/ze gebeuren
Zij/ze geschieden
Zij/ze komen voor
Zij/ze overkomen
Zij/ze vallen voor
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn aan de
hand esosDie hechosAangemaakt
Acties
Actiën
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten, y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
embargoAanhaling
Confiscatie
Ik leg embargo op
Inbeslagneming
Verbeurdverklaring, ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk portentosoWonderlijk
Wonderlijke los anunciaAdverteer!
Annonceer!
Dien aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Kondig aan!
Maak bekend!.
STUSSI.- SíJa
Jawel
Wel
Zich; ¡bienaventurado el queDat
Die
Hij die
Wie cultivaBebouw!
Beschaaf!
Bewerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschaaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kweekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kweekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbouwt
Kweek aan!
Kweek!
Plant aan!
Teel!
Verbouw! suHaar
Hun
Uw
Zijn campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
en pazQuitte, y viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon! sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u!
TELL.- El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt existirBestaan sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te disgustosSmarten,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank agradaBehaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Maak naar de zin!
Sta aan!
Vind prettig!
Zin! a suHaar
Hun
Uw
Zijn malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur. (Tell miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! intranquilo
eEn impacienteDoet u het geduld
verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig! a loDe
Hem
Het
U altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.)
STUSSI.- AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel... EsperáisJullie hopen
Jullie staan te wachten
Jullie verwachten
Jullie voorzien
Jullie wachten
Jullie wachten af
Jullie wachten op
Jullie zien vooruit
Jullie zijn bedacht op a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker.
TELL.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats.
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
STUSSI.- Que regreséisJullie keren terug
Jullie keren weder
Jullie komen terug
Jullie komen weder
Jullie komen weerom contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane a vuestroJullie
Uw
Van jullie hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis...
¿Sois deJullie behoren
Jullie behoren toe
Jullie behoren tot
Jullie komen uit UriUri? NuestroOns
Onze
Van ons bondadosoGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats esperadoAfgewacht
Bedacht geweest op
Gehoopt
Gewacht
Gewacht op
Te wachten gestaan
Verwacht
Verwachte
Vooruitgezien
Voorzien de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds hoyHeden
Vandaag.
UN CAMINANTEZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen (Que llega).-Arriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank aguardadSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hoyHeden
Vandaag alNaar de
Naar het GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is habidoGehad
Geweest una inundaciónDuiken
Onderduiken
Overstroming
Zinken, a
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak de las grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime lluviasRegens, y la corrienteDe stroom haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is destrozadoUiteengejaagd
Verbrast
Verkwist
Vermorzeld
Vernield
Verslagen
Verwoest
todos losAlle puentesBruggen
Dekken
Scheepsbruggen
Scheepsdekken
Verdekken. (Tell se levantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker.)
HERMENGARDA (Adelantándose).-Voor zijnd
Voorafgaand
Vooruit stekend ¿Que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende?
STUSSI.- ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quéWat
Welke loDe
Hem
Het
U queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen?
HERMENGARDA.- Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat.
STUSSI.- ¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank os ponéisJullie doen aan
Jullie doen op
Jullie kleden je aan
Jullie smeren
Jullie smeren in
Jullie stellen je aan
Jullie trekken aan
Jullie worden a suHaar
Hun
Uw
Zijn pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan, en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg?
HERMENGARDA.- AquíAlhier
Hier noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se meMe
Mij escapaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ontga!
Ontkom!
Ontsnap!, y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de
oírmeHoren
Vernemen
Verstaan.
FRIESSHARDT (Que se presentaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Men presenteert en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg, y
grita).-Balk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw! ¡DespejadHelder op! el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg!... ¡MiMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende,
meMe
Mij sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort! a caballoBereden! (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt Tell.)
HERMENGARDA (conDoor
Met
Per
Samen met viveza).- ¡El GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee! (ColócaseBreng onder!
Doe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn hijosKinderen
Zonen
Zoons en el proscenio.
Gessler y Rudolfo de Harras aparecenVerschijnen
Zij/ze dagen op
Zij/ze draven op
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze komen uit
Zij/ze verschijnen montadosBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet en
loDe
Hem
Het
U altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.)
STUSSI (A Friesshardt).- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je venísJullie komen
Jullie komen mee, atravesandoAfleggend
Aflopend
Doorgaand
Doorkomend
Doorkruisend
Doormakend
Doortrekkend
Gaand door
Overgaand
Overlopend
Overstekend
Te boven gaand
los ríosRivieren
Stromen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn arrastradoGesleept
Getrokken
Meegesleurd
Voortgetrokken los puentesBruggen
Dekken
Scheepsbruggen
Scheepsdekken
Verdekken?
GUILLERMOWillem TELL
FRIESSHARDT.- HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn peleadoGekampt
Gestreden
Gevochten
Ruzie gemaakt
Strijd gevoerd conDoor
Met
Per
Samen met las olasBaren
Golven
Gulpen,
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tememosWij/we duchten
Wij/we schrikken terug voor
Wij/we schromen
Wij/we vrezen
Wij/we zijn bang voor a ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei ríoIk lach
Rivier
Stroom de los AlpesAlpen.
STUSSI.- ¿NavegabaisJullie navigeerden
Jullie netsurften
Jullie surften
Jullie voeren
Jullie websurften acasoToeval
Toevalligheid duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens esaDat
Die terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
borrasca?
FRIESSHARDT.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden. MientrasTerwijl vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!, meMe
Mij
acordaréIk zal accorderen
Ik zal goedvinden
Ik zal herinneren aan
Ik zal het eens
zijn
Ik zal overeenkomen
Ik zal stemmen
Ik zal toegeven
Ik zal toestemmen
Ik zal verzoenen de ellaHaar
Ze
Zij.
STUSSI.- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! ¡DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop! y contádmeloBereken!
Calculeer!
Debiteer!
Lees voor!
Reken uit!
Reken!
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Verhaal!
Vertel!!
FRIESSHARDT.- DejadmeLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!; tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet adelantarmeAccelereren
Bespoedigen
Inhalen
Lenen
Passeren
Terugzetten
Uitlenen
Uitschuiven
Uitsteken
Verbeteren
Veredelen
Verhaasten
Vermeerderen
Versnellen
Vervroegen
Voorbijrijden
Voorbijvaren
Voorgaan
Voorlopen
Voorschieten
Vooruitbetalen
Vooruitzetten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! anunciarAandienen
Aankondigen
Adverteren
Annonceren
Bekend maken en el castilloBurcht
Kasteel
Slot la próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven del
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt.)
STUSSI.- SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la barcaBark
Hulk
Pink
Schuit hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten de
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, naufragaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed schipbreuk
Ik leed schipbreuk, de seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te salvarseZich redden nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand; peroDoch
Echter
Maar
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand gentesVolken
Volkeren, contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus quienesDie
Personen
Wie nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen niEn niet
Evenmin
Noch el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! niEn niet
Evenmin
Noch
el fuegoVuur. (MirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom) PeroDoch
Echter
Maar, ¿a dóndeWaar
Waarheen haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
el cazadorJacht- conDoor
Met
Per
Samen met quienDie
Wie yoEgo
Ik hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak? (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt.)
GESSLER (Que apareceDaag op!
Draaf op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Kom te voorschijn!
Kom uit!
Verschijn! hablandoConverserend
Pratend
Sprekend conDoor
Met
Per
Samen met Rudolfo).DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant osJe
Jullie agradeBehaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Ik behaag
Ik beval
Ik maak naar de
zin
Ik sta aan
Ik vind prettig
Ik zin
Maakt u naar de
zin!
Staat u aan!
Vindt u prettig!
Zint u!; peroDoch
Echter
Maar soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats servidorServer del EmperadorKeizer
Zwaardvis,
y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de excogitar los mediosDoorsnedes
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helften
Instrumenten
Matigingen
Media
Medium
Middelbaar
Middelbare
Middelen
Middelmaats
Middelmaten
Midden-
Middens
Milieus
Omgevingen
Remedies
Tussenstoffen
Tweelingen de agradarleAanstaan
Behagen
Bevallen
Naar de zin maken
Prettig vinden
Zinnen.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden aquíAlhier
Hier paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! adularVleien alNaar de
Naar het puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam y tratarloAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen
conDoor
Met
Per
Samen met dulzuraZoetheid
Zoetigheid... Pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag! que se leHaar
Hem
Het
U obedezcaGehoorzaamt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamt
Ik gehoorzaam y la
cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de estaDeze
Dit regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de serloGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn el
labriego, o el EmperadorKeizer
Zwaardvis.
HERMENGARDA.- ¡EstaDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak! AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans meMe
Mij
dirijoIk adresseer
Ik bestuur
Ik chauffeer
Ik dirigeer
Ik men
Ik richt
Ik rijd
Ik stuur
Ik vervoer a élHem
Hij. (AcércaseBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij con timidezAngstvallig
Bedeesd
Beschroomd
Schroomvallig
Schuchter
Verlegen.)
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
GESSLER.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette por bromaAardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts en AltdorfAltdorf el sombreroHoed,
niEn niet
Evenmin
Noch paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
loDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd. LoDe
Hem
Het
U coloquéIk bracht onder
Ik deed
Ik legde
Ik legde neer
Ik plaatste
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik verplaatste
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette neer
Ik zette uit en altoBoven
Daarboven
Omhoog,
para queOpdat
Zodat bajasenZij/ze daalden
Zij/ze daalden af
Zij/ze gaven korting
Zij/ze gingen naar beneden
Zij/ze gingen naar beneden
uitstappen
Zij/ze kortten
Zij/ze lieten neer
Zij/ze sloegen af
Zij/ze stapten af
Zij/ze stapten uit
Zij/ze trokken af
Zij/ze verlaagden
Zij/ze verzakten
Zij/ze zakten
Zij/ze zakten weg
Zij/ze zonken la cabezaHoofd
Kop
Krop, que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer yerguenZij/ze richten op
Zij/ze slaan op
Zij/ze vestigen
Zij/ze zetten neer... Y
plantéIk plantte
Ik plantte aan
Ik pootte eseDat
Die estorboBelemmering
Belet
Beletsel
Hindernis
Hinderpaal
Ik belemmer
Ik belet
Ik hinder
Ik stoor
Ik verhinder
Ik verhoed
Ik verstoor
Stoornis
Storing
Verhindering en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan, para queOpdat
Zodat lesHen
Hun
U llamara la atenciónHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aandacht
Ik trok aandacht, y se acordasenZij/ze dachten terug
Zij/ze herdachten
Zij/ze herinnerden zich
del SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, a quienDie
Wie de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze olvidaríanZij/ze zouden afleren
Zij/ze zouden vergeten
Zij/ze zouden verleren.
RUDOLFO.- El puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
derechosAanspraken
Bevoegdheden
Claims
Pretenties
Recht
Rechte
Rechten
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheden
Vandehands
Vandehandse...
GESSLER.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estaDeze
Dit sazónGunstige gelegenheid
Rijpheid
Smaak oportunaDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! atenderlosAandacht schenken
Acht slaan op
Bedienen
Helpen
Letten op
Opletten
Oppassen
Passen op...
Se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus seriosErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige. El EmperadorKeizer
Zwaardvis
deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens! extenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken susHaar
Hun
Uw
Zijn dominios. El hijoKind
Zoon quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
terminarAflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen lo queDat wat
Wat comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan el padrePater
Vader tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer gloriosamente...
SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn... esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats menesterNodig someterloKnechten
Onderwerpen (CuandoAls
Tijdens
Wanneer
intentanZij/ze beproeven
Zij/ze hebben voor
Zij/ze passen
Zij/ze passen aan
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen
Zij/ze proberen uit
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze toetsen
Zij/ze trachten
Zij/ze zijn van plan
Zij/ze zijn voornemens pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan, Hermengarda se arrodillaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knielt neer delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer
de élHem
Hij.)
HERMENGARDA.- ¡MisericordiaBarmhartigheid
Genade, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende!
¡GraciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding, graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding!
GESSLER.- ¿Por quéWaarom meMe
Mij impedísJullie beletten
Jullie blokkeren
Jullie verhinderen
Jullie verhoeden
Jullie voorkomen el pasoEl paso, en medioMiddenin
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg?... ¡AtrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug!
HERMENGARDA.- ¡MiMi
Mijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet!
MisMi's
Mijn hijosKinderen
Zonen
Zoons Piden(Zij) vragen
Zij/ze bedelen
Zij/ze bestellen
Zij/ze roepen in
Zij/ze verlangen
Zij/ze verzoeken
Zij/ze vragen
Zij/ze vragen aan
Zij/ze vragen om panBrood
Mik
Pan... ¡ApiadaosHeb medelijden!, poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer,
de nuestraOns
Onze
Van ons granGroot
Grote miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid!
RUDOLFO.-¿QuiénWie soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn? ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats vuestroJullie
Uw
Van jullie maridoEchtgenoot
Gemaal
Man?
GUILLERMOWillem TELL
HERMENGARDA.- Un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele trabajadorArbeider
Arbeidzaam
Arbeidzame
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
Werker
Werkkracht
Werkman
Werkzaam
Werkzame, miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, de Fugiberge, que segabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zichtte
Ik maaide
Ik zichtte hierbaGras
Kruid sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los
precipiciosAfgronden, en las rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen tajadasFilets
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën, adondeWaar
Waarheen los animalesBeesten
Dieren
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen...
RUDOLFO.- VidaHachje
Leven ¡pardiez! miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige, y dignaWaardig
Waardige de
compasiónMededogen
Medelijden. OsJe
Jullie ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede que pongáis en libertadJullie bevrijden
Jullie helpen af
Jullie laten los
Jullie laten vrij
Jullie maken vrij
Jullie verlossen a eseDat
Die
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent. Por graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt suHaar
Hun
Uw
Zijn falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming, suHaar
Hun
Uw
Zijn horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
profesiónBedrijf
Beroep
Broodwinning
Professie loDe
Hem
Het
U castigaBestraf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestraft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze straft
Straf! bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije. (A Hermengarda)
OsJe
Jullie haránHaran
Zij/ze zullen aanmaken
Zij/ze zullen bedrijven
Zij/ze zullen doen
Zij/ze zullen maken
Zij/ze zullen uitbrengen
Zij/ze zullen uitrichten
Zij/ze zullen uitvoeren justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid... PresentadBelicht!
Bied aan!
Breng uit!
Dien in!
Etaleer!
Presenteer!
Schenk!
Stal uit!
Stel bloot!
Stel tentoon!
Stel voor!
Vertoon!
Zet uiteen! vuestroJullie
Uw
Van jullie memorial alláDaar
arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, en el castilloBurcht
Kasteel
Slot... EstaDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak oportunaDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende.
HERMENGARDA.- ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me de aquíAlhier
Hier
hasta queTot
Totdat el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende me hayaIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand devueltoGereproduceerd
Geretourneerd
Hergeven
Heruitgezonden
Terugbezorgd
Teruggebracht
Teruggegeven
Teruggestuurd
Teruggewezen
Vergolden
Weergegeven miMi
Mijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man!
Seis6
Zes mesesMaanden haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet, y esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
en vanoTevergeefs la sentenciaArrest
Bestem voor!
Doe een uitspraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een uitspraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Sententie
Spreek uit!
Spreuk
Vonnis
Vonnis!
Zinspreuk del juezRechter
Richter.
GESSLER.- ¿IntentáisJullie beproeven
Jullie hebben voor
Jullie passen
Jullie passen aan
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie proberen uit
Jullie stellen je voor
Jullie toetsen
Jullie trachten
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens contrariarmeDwarsbomen
Hinderen
Tegenwerken, mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon? ¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg!
HERMENGARDA.- ¡JusticiaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid, GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende! TúGe
Gij
Je
Jij eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
juezRechter
Richter en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind paísLand, en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam del EmperadorKeizer
Zwaardvis, y de
DiosGod
Godheid. ¡CumpleBen jarig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Kom na!
Leef na!
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Verricht!
Vervul!
Voer uit!
Volbreng!
Voltrek!
Zie toe! tuJe
Jouw deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals deseasJij/je ambieert
Jij/je aspireert
Jij/je begeert
Jij/je dingt naar
Jij/je haakt naar
Jij/je hebt trek in
Jij/je hunkert
Jij/je jaagt na
Jij/je smacht
Jij/je smacht naar
Jij/je snakt naar
Jij/je streeft na
Jij/je streeft naar
Jij/je verkiest
Jij/je verlangt
Jij/je wenst que teJe
Jou haganBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet u!
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
en el cieloHemel
Lucht, háznoslaBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! túGe
Gij
Je
Jij a nosotrosOns
We
Wij aquíAlhier
Hier.
GESSLER.- ¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg! ¡QuitadDoe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Leg af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af! de miMi
Mijn vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht estaDeze
Dit gentuza
insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige!
HERMENGARDA (AgarrandoAangrijpend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Grijpend
Pakkend
Vastgrijpend
Vasthoudend
Vastpakkend
Vattend las riendasBreidels
Teugels
Tomen de suHaar
Hun
Uw
Zijn
caballo).-Knol
Paard
Ros ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen!... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
darásJij/je zal aangeven
Jij/je zal geven
Jij/je zal opbrengen
Jij/je zal toebrengen
Jij/je zal toekennen
Jij/je zal verlenen un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan, GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, hasta queTot
Totdat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
accedidoBinnengegaan
Goedgevonden
Het eens geweest
Toegegeven
Toegestemd a miMi
Mijn justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede... FrunceFrons!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fronst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rimpelt
Pers samen!
Plooi!
Rimpel! tuJe
Jouw entrecejoFronsing
Rimpeling
Ruimte tussen de wenkbrauwen,
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
amenázameBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt conDoor
Met
Per
Samen met tusJe
Jouw ojosKijkers
Ogen cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt... NuestraOns
Onze
Van ons
desdichaOngeluk esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, que tuJe
Jouw iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos(Aan) ons
Ons importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!...
GESSLER.- ¡DéjameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan, mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, o miMi
Mijn caballoKnol
Paard
Ros teJe
Jou
atropellaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorrijden sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie!
HERMENGARDA.- HazloMaak erin puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende... MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!. (DerribaBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopt
Kantel!
Keer om!
Sloop!
en tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land a susHaar
Hun
Uw
Zijn hijosKinderen
Zonen
Zoons, y se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst conDoor
Met
Per
Samen met ellosHen
Ze
Zij en medioMiddenin
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg) AquíAlhier
Hier estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit, yoEgo
Ik conDoor
Met
Per
Samen met misMi's
Mijn hijosKinderen
Zonen
Zoons... PisoteaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt onder de
voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrapt
Loop onder de voet!
Stamp aan!
Vertrap!
estosDeze
Dezen pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele huérfanosWees-
Wezen conDoor
Met
Per
Samen met los cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen de tuJe
Jouw caballoKnol
Paard
Ros.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn loDe
Hem
Het
U peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere que hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet...
RUDOLFO.- ¿EstáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon?
HERMENGARDA (ConDoor
Met
Per
Samen met mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere animación).-Aanmoedigen
Aanmoediging
Aanporren
Aansporen
Aanvuren
Aanwakkeren
Aanzetten
Bemoedigen
Bemoediging
Drukte
Levendigheid
Opleven
Prikkelen
Stimuleren
Verlevendigen LargoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempo haAllang
Sinds lang
Vanouds que huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen conDoor
Met
Per
Samen met tusJe
Jouw plantasEtages
Jij/je plant
Jij/je plant aan
Jij/je poot
Planten
Verdiepingen
Voetzolen
Zolen la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land del
EmperadorKeizer
Zwaardvis... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! YoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que yacerLiggen aquíAlhier
Hier en
el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof. (ÓyeseHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer la músicaMuziek en lo altoEr bovenop del
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg, peroDoch
Echter
Maar a loDe
Hem
Het
U lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg.)
GESSLER.- ¿En dóndeWaar
Waarheen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn misMi's
Mijn servidoresServers? Que
se llevenZij/ze kunnen overweg
Zij/ze nemen mee de aquíAlhier
Hier a esaDat
Die mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, o haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren lo queDat wat
Wat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou.
RUDOLFO.- VuestrosJullie
Van jullie servidoresServers noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan
la distanciaAfstand
Eind
End que los separaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Scheid
Scheid af!
Scheid!
Schift!
Zonder af! de nosotrosOns
We
Wij, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
una bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij loDe
Hem
Het
U impide(Het) verhindert
Belet!
Blokkeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blokkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Verhinder!
Verhoed!
Voorkom!.
GESSLER.- SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste bondadosoGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam... LibresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch susHaar
Hun
Uw
Zijn lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen.
AúnNog
Nog altijd
Nog steeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer dócilGedwee
Gedweeë
Mak
Makke
Volgzaam
Volgzame comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals debieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd... PeroDoch
Echter
Maar cambiaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwisselen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal denatureren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kenteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ruilen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal variëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veranderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal werken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wisselen,
GUILLERMOWillem TELL
yoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U prometoIk beloof
Ik loof uit
Ik verzeg
Ik zeg toe. YoEgo
Ik acabaréIk zal afmaken
Ik zal afsluiten
Ik zal afwerken
Ik zal besluiten
Ik zal beëindigen
Ik zal eindigen
Ik zal opgebruiken
Ik zal opmaken
Ik zal opteren
Ik zal uitmaken
Ik zal uitwerken
Ik zal verbruiken
Ik zal verdoen
Ik zal verklungelen
Ik zal verkwisten
Ik zal vermorsen
Ik zal verspillen
Ik zal voleindigen de una vezIn één keer conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn obstinación;
yoEgo
Ik doblegaréIk zal verbuigen eseDat
Die espírituGeest
Geestgesteldheid osadoBoud
Boude
Brutaal
Brutale
Dapper
Dappere
Ferm
Ferme
Gedurfd
Gewaagd
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Moedig
Moedige
Onbevreesd
Onbevreesde
Onvervaard
Onvervaarde
Stout
Stoute
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Vermetel
Vermetele de libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid,
y promulgaréIk zal afkondigen
Ik zal ruchtbaar maken
Ik zal uitvaardigen nuevasNieuw
Nieuwe leyesGehalten
Gehaltes
Wetten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind paísLand... quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil...
(AtraviésaloDoorkruis!
Ga door!
Ga over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt door
Kom door!
Leg af!
Loop af!
Loop over!
Maak door!
Steek over!
Trek door! una flechaPijl
Scheut; llévase(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! la manoDe hand alNaar de
Naar het corazónHart
Klokhuis,
y vacilaAarzel!
Dub!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aarzelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorvoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waggelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wankelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weifelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwicht
Schoorvoet!
Schroom!
Waggel!
Wankel!
Weifel!
Wiebel!
Zwicht!, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid desfallecidaBezweken.) ¡DiosGod
Godheid tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
compasiónMededogen
Medelijden de miMi
Mijn!
RUDOLFO.- ¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende! ¡DiosGod
Godheid míoMijne
Van mij! ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estoDeze
Dit? ¿De dóndeWaar
Waarheen viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee esaDat
Die flechaPijl
Scheut?
HERMENGARDA.- ¡AlNaar de
Naar het asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige, alNaar de
Naar het asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige! ¡Se
tambaleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schommelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waggelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wankelt
Schommel!
Waggel!
Wankel!, cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!! ¡LoDe
Hem
Het
U hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond; una flechaPijl
Scheut loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond
en el corazónHart
Klokhuis!
RUDOLFO (SaltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el caballoKnol
Paard
Ros.) ¡QuéWat
Welke horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
sucesoBelangrijke gebeurtenis
Belevenis
Evenement
Feit
Gebeurde
Gebeurtenis
Voorgevallene!... DiosGod
Godheid... CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter... ¡ImploradSmeek af! la misericordiaBarmhartigheid
Genade
divinaGoddelijk
Goddelijke! SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht.
GESSLER.- EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit Tell. (Cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval! desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el caballoKnol
Paard
Ros
en los brazosArmen de Rudolfo, que loDe
Hem
Het
U dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! en un bancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank
de piedraHagel
Steen.)
TELL (PresentándoseVerschijnend
Zich meldend
Zich vertonend
Zich voorstellend en lo AltoEr bovenop de la roca).-Gesteente
Rots
Rotsblok YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet quiénWie teJe
Jou haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank busquesJij/je gaat halen
Jij/je haalt
Jij/je haalt af
Jij/je haalt op
Jij/je kijkt uit
Jij/je snort
Jij/je ziet uit
Jij/je zoekt
Jij/je zoekt op otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. LibresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds las chozas de los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele; la inocenciaOnschuld se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend tuJe
Jouw alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u!. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank afligirásJij/je zal bedroeven
Jij/je zal beproeven
Jij/je zal grieven
Jij/je zal smarten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus a estaDeze
Dit regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek.
(DesapareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwijnt
Verdwijn! de la alturaHoogte
Verhevenheid, y el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint! en
tropelVlucht
Zwerm.)
STUSSI (De los primeros).-Eerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke ¿QuéWat
Welke hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand? ¿QuéWat
Welke haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen?
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
HERMENGARDA.-.¡HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn atravesadoAfgelegd
Afgelopen
Doorgegaan
Doorgekomen
Doorgemaakt
Doorgetrokken
Doorkruist
Gegaan door
Overgegaan
Overgelopen
Overgestoken
Te boven gegaan alNaar de
Naar het GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
conDoor
Met
Per
Samen met una flechaPijl
Scheut!
EL PUEBLODorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam (En tropel).-Vlucht
Zwerm ¿QuiénWie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden atravesadoAfgelegd
Afgelopen
Doorgegaan
Doorgekomen
Doorgemaakt
Doorgetrokken
Doorkruist
Gegaan door
Overgegaan
Overgelopen
Overgestoken
Te boven gegaan?
(Mientras queTerwijl parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de los acompañantesBegeleidend
Begeleidende de la
bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel, los demásDe anderen se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld en
loDe
Hem
Het
U altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven, y la músicaMuziek prosigueGa door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door.)
RUDOLFO. ¡Se desangraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Men laat leegbloeden! ¡ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, socorredloHelp!
Red uit een dreigend
gevaar!
Sta bij!!
¡ PerseguidAchtervolg!
Jaag na!
Vervolg! alNaar de
Naar het asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige!... ¡Que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten el
desdichado! PeroDoch
Echter
Maar ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten misMi's
Mijn consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden!
STUSSI.- ¡PálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig! ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, eEn inanimado, ¡pardiez!
MUCHASVeel
Vele
Zeer
Zere VOCES.-Inspraken
Stemgeluiden
Stemmen ¿QuiénWie loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet?
RUDOLFO.- ¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam el juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis, celebrandoCelebrerend
Opdragend
Vierend
conDoor
Met
Per
Samen met músicaMuziek un asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden? ¡Que callenVerzwijgt u!
Zij/ze verzwijgen
Zij/ze zwijgen
Zwijgt u!! (La
músicaMuziek cesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Houd op!
Laat af!
Scheid uit!
Stop!
Wijk! de improvisoIk improviseer, y acudeGa af op!
Ga naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt toe
Kom af op!
Loop toe!
Schiet toe!
Snel toe! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus genteLieden
Lui
Mensen
Volk.) HabladConverseer!
Praat!
Spreek!,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende... ¿NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
que confiarmeToevertrouwen
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in? (Gessler hace una señalHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seint conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand,
y la repiteHerhaal
Herhaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt nog eens
Neem door!
Zeg na!
Zeg nog eens! conDoor
Met
Per
Samen met afánBemoeienis
Geploeter
Gesjouw
Hunkering
Inspanning
Moeite
Poging
Spanning
Streven
Uitrekking
Zucht, alNaar de
Naar het observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U comprendenZij/ze begrijpen
Zij/ze beseffen
Zij/ze bevatten
Zij/ze omvatten
Zij/ze snappen
Zij/ze vatten
Zij/ze verstaan.)
¿AdóndeWaarheen heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven?... ¿A Kussnacht? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank os impacientéisJullie verliezen het geduld
Jullie worden ongeduldig... RenunciadDoe afstand van!
Geef op!
Val uit!
Zie af!
a pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes mundanosWerelds
Wereldse ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, y pensadDenk! sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend en
el CieloHemel
Lucht. (TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omgeef met!
Omgeef!
Omring! alNaar de
Naar het moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende horrorizadaAfkeer ingeboezemd
Afschuw ingeboezemd
Gedaan gruwen
Gedaan ontzetten,
peroDoch
Echter
Maar sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te compasiónMededogen
Medelijden.)
STUSSI.- MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je palideceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bleek
Word bleek!... AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans la
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden se apodera deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich meester
van suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis... SusHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank brillanZij/ze blinken
Zij/ze glanzen
Zij/ze schijnen
Zij/ze schitteren
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds.
GUILLERMOWillem TELL
HERMENGARDA (LevantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend un niñoJongen
Kind en altoBoven
Daarboven
Omhoog).¡
MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!, hijoKind
Zoon, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je muereGa dood!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmacht
Overlijd!
Sterf!
Verscheid!
Versmacht! un malvadoBooswicht
Pervers
Perverse
Snoodaard
Verdorven!
RUDOLFO.- ¡MujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen insensatasOnverstandig
Onverstandige! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! recrearos en estosDeze
Dezen horroresVerschrikkingen
Weerzinnen
Zielsangsten?...
AyudadmeBaat!
Help!
Sta bij!
Sta ter zijde!... ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! aquíAlhier
Hier vuestrasJullie
Van jullie manosHanden... ¿NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
meMe
Mij socorreHelp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt uit een
dreigend gevaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Red uit een dreigend
gevaar!
Sta bij! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! arrancarleAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren estaDeze
Dit flechaPijl
Scheut del pechoBoezem
Borst?
LAS MUJERESEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen (Retrocediendo).-Achteruitgaand
Terugdeinzend
Teruggaand ¿TocarAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beroeren
Gaan
Kleppen
Klinken
Overgaan
Raken
Slaan
Spelen
Toucheren
Uitvoeren
Voorspelen nosotrasOns
We
Wij
a quienDie
Wie DiosGod
Godheid haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is castigadoBestraft
Gestraft?
RUDOLFO.- ¡MaldiciónVervloeking
Verwensing y condenaciónGodverdomme
Veroordelen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! vosotrasGijlieden
Je
Jullie!
(SacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af! la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard.)
STUSSI (SujetándoleHet ondersteunend el brazo).-Arm ¿Os aventuráisJullie durven te
Jullie wagen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer?
¡VuestroJullie
Uw
Van jullie poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen terminó(Het) eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde! HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen el tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran de
la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sufriremosWij/we zullen doorstaan
Wij/we zullen dragen
Wij/we zullen lijden
Wij/we zullen ondergaan
Wij/we zullen ondervinden
Wij/we zullen uitstaan
Wij/we zullen velen
Wij/we zullen verdragen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. SomosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde.
TODOSAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle (En tumulto).-Getier
Herrie
Lawaai
Rel
Roerigheid
Rustverstoring
Spektakel
Tumult ¡La naciónNatie
Rijk
Staat
Volk esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde!
RUDOLFO.- ¿A esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven? ¿TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast cesaronZij/ze hielden op
Zij/ze lieten af
Zij/ze scheden uit
Zij/ze scheidden uit
Zij/ze stopten
Zij/ze weken el temorAngst
Beduchtheid
Vrees y la obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen? (A los servidoresServers
armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet que entranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in.) SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn testigosGetuigen de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden, que se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting aquíAlhier
Hier... EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
inútilIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde; en vanoTevergeefs se perseguiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achtervolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal najagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vervolgen alNaar de
Naar het asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige.
OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één cuidadosBeduchtheden
Bekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheden
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Ongerustheden
Opgelet
Opgepast
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden nos(Aan) ons
Ons llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren...VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, a Kussnacht,
y conservemosLaten we behouden
Laten we bergen
Laten we bespreken
Laten we bewaren
Laten we boeken
Laten we conserveren
Laten we onderhouden
Laten we openhouden
Laten we overhouden
Laten we reserveren
Laten we vrijhouden
Wij/we behouden
Wij/we bergen
Wij/we bespreken
Wij/we bewaren
Wij/we boeken
Wij/we conserveren
Wij/we houden open
Wij/we houden over
Wij/we houden vrij
Wij/we onderhouden
Wij/we reserveren esaDat
Die fortalezaVesting alNaar de
Naar het EmperadorKeizer
Zwaardvis,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken todos losAlle lazosBonden
Lasso's
Liga's
Linken
Lissen
Lussen
Strikken
Verbonden
del deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn, se infringen todas lasAlle reglasLinialen
Regelen
Regels promulgadasAfgekondigd
Ruchtbaar gemaakt
Uitgevaardigd,
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hay queMen moet fiarse deFiducie hebben in
Vertrouwen op
Vertrouwen stellen in la fidelidadTrouw de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten.
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
(AlNaar de
Naar het retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
maken conDoor
Met
Per
Samen met los servidoresServers armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet, aparecenVerschijnen
Zij/ze dagen op
Zij/ze draven op
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze komen uit
Zij/ze verschijnen
seis6
Zes hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen de la CaridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde.)
HERMENGARDA.- ¡PlazaPlein
Zitplaats! ¡PlazaPlein
Zitplaats! ¡Que lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven los
HermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen de la CaridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde!
STUSSI.- ¡AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! la víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer!... ¡yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds bajanZij/ze dalen
Zij/ze dalen af
Zij/ze gaan naar beneden
Zij/ze gaan naar beneden
uitstappen
Zij/ze geven korting
Zij/ze korten
Zij/ze laten neer
Zij/ze slaan af
Zij/ze stappen af
Zij/ze stappen uit
Zij/ze trekken af
Zij/ze verlagen
Zij/ze verzakken
Zij/ze zakken
Zij/ze zakken weg
Zij/ze zinken los cuervosKraaien
Raven!
LOS HERMANOSBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen DE LA CARIDADCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde (FormandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
un círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom del muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht, y cantandoZingend conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid
sombría).-Donker
Donkere
Somber
Sombere ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast alcanzaAchterhaal!
Behaal!
Bereik!
Haal in!
Het is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Maak buit!
Reik tot!
Verkrijg!
Verwerf! la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden alNaar de
Naar het hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
se leHaar
Hem
Het
U concedeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft
Ken toe!
Verschaf! plazoTermijn algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere. SucumbeBezwijk!
Doe onder!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwerpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt overweldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwicht
Kom om!
Onderwerp je!
Sterf!
Verlies!
Wijk!
Word overweldigd!
Zwicht! en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
suHaar
Hun
Uw
Zijn carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren, y se loDe
Hem
Het
U lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! en loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus lozano de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven.
PreparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de comparecerVerschijnen delante deVoor
Vóór suHaar
Hun
Uw
Zijn
juezRechter
Richter. (MientrasTerwijl repitenZij/ze herhalen
Zij/ze nemen door
Zij/ze zeggen na
Zij/ze zeggen nog eens las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste palabrasBewoordingen
Woorden, cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval! el
telónGordijn.)
GUILLERMOWillem TELL
ACTOActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet V
ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel PRIMERA1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
La plazaPlein
Zitplaats públicaAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke de AltdorfAltdorf.
En el fondoEigenlijk
Strikt genomen, y a la derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse, la ciudadelaCitadel de UriUri
conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn andamiosSteigers
Stellages
Stellingen, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel tercera3e
Derde
Terts del
actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke; a la izquierdaLinks, la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes, en cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier cimasHoogtepunten
Kruinen
Neuzen
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen ardenArden
Zij/ze blaken
Zij/ze branden
Zij/ze gloeien
Zij/ze zijn aan hoguerasBrandstapels. ComienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
el díaDag
Etmaal, y suenanZij/ze klinken
Zij/ze maken geluid
Zij/ze snuiten de neus
Zij/ze snuiten hun neus las campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen a diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende distanciasAfstanden
Einden
Enden.
RUODI, KUONI, WERNI, EL MAESTROGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
CANTEROSteenhouwer y otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters, y mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen y niñosJongens
Kinderen.
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
RUODI.- ¿VeisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien las señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens del fuegoVuur en las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes?
EL MAESTROGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer CANTERO.-Steenhouwer ¿OísJullie horen
Jullie vernemen
Jullie verstaan las campanasAfzuigkappen
Klokken
Stolpen
que suenanZij/ze klinken
Zij/ze maken geluid
Zij/ze snuiten de neus
Zij/ze snuiten hun neus del ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant alláDaar del bosqueBos
Woud?
RUODI.- Los enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden expulsadosNaar buiten gejaagd
Uitgedreven
Uitgejaagd
Uitgewezen
Uitgezet
Verbannen
Verjaagd
Verwijderd
Weggestuurd.
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer Las fortalezasVestingen cayeronZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer en nuestroOns
Onze
Van ons
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen.
RUODI.- Y nosotrosOns
We
Wij los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters de UriUri ¿toleraremosWij/we zullen aanzien
Wij/we zullen dulden
Wij/we zullen pikken
Wij/we zullen toelaten
Wij/we zullen tolereren
Wij/we zullen velen
Wij/we zullen verdragen
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds en nuestroOns
Onze
Van ons territorioBan
Gebied
Grondgebied
Territoir
Territorium el castilloBurcht
Kasteel
Slot de los tiranosDwingelanden
Geweldenaars
Geweldenaren
Tirannen?
¿SeremosWij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen plaatshebben
Wij/we zullen plaatsvinden
Wij/we zullen zijn los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste en declararnosAangeven
Bekennen
Betuigen
Declareren
Een verklaring afleggen
Erkennen
Toegeven
Verklaren libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde?
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer ¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de subsistirVoortleven el yugoJuk que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de
sujetarnosBevestigen
Fixeren
Ondersteunen
Onderwerpen
Vastbinden
Vastmaken
Vastzetten
Verstevigen? ¡EaBoe, derribadloBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop!!
TODOS.-Al de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle¡AbajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder, abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder, abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder!
RUODI.- ¿En dóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! la trompaClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp de UriUri?
LA TROMPAClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp DE URI.-Uri AquíAlhier
Hier. ¿QuéWat
Welke deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren?
RUODI.- Subid aBeklim!
Bestijg!
Ga naar boven!
Klim!
Rijs!
Stap in!
Stijg! loDe
Hem
Het
U altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven, y tocadBeroer!
Ga over!
Ga!
Klep!
Klink!
Kom aan!
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan! vuestroJullie
Uw
Van jullie cuernoClaxon
Hoorn
Toeter.
Que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind sonidoGeluid
Gerucht
Klank se difundaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bekend por los montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons, y repitiéndose
por el ecoEcho
Nagalm
Naklank
Weerklank de las cavernasGrotten
Holen
Holten
Holtes
Krochten
Spelonken, convoqueConvoceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze convoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Ik convoceer
Ik roep bijeen
Ik roep op
Ik schrijf uit
Roept u bijeen!
Roept u op!
Schrijft u uit!
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger a los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters de la montañaBerg
Gebergte. (VaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt la
trompaClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp de UriUri. LlegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf! Gualterio Fürst)
FÜRST.- ¡DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, deteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!! AunKattenklauw
Nog
Zelfs noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabemosWij weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten
loDe
Hem
Het
U sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen en UnterwaldenUnterwalden y SuizaZwitserland
Zwitsers
Zwitserse. EsperemosLaten we afwachten
Laten we bedacht zijn
op
Laten we hopen
Laten we te wachten
staan
Laten we verwachten
Laten we vooruitzien
Laten we voorzien
Laten we wachten
Laten we wachten op
Wij/we hopen
Wij/we staan te wachten
Wij/we verwachten
Wij/we voorzien
Wij/we wachten
Wij/we wachten af
Wij/we wachten op
Wij/we zien vooruit
Wij/we zijn bedacht op
a los mensajerosAfgezanten
Boden
Bodes
Boodschappers
Gezanten.
RUODI.- ¿A quéWat
Welke esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op? El tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht. El
díaDag
Etmaal de la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is brilladoGeblonken
Geglansd
Geschenen
Geschitterd.
GUILLERMOWillem TELL
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank bastanZij/ze reiken toe
Zij/ze voldoen
Zij/ze volstaan
Zij/ze zijn genoeg
Zij/ze zijn toereikend
Zij/ze zijn voldoende esosDie fuegosVuren, mensajerosAfgezanten
Boden
Bodes
Boodschappers
Gezanten
aladosGevleugeld
Gevleugelde, que de todas lasAlle montañasBergen
Gebergten
Gebergtes nos(Aan) ons
Ons alumbranZij/ze belichten
Zij/ze beschijnen
Zij/ze lichten voor
Zij/ze steken aan
Zij/ze verlichten?
RUODI.- ¡VenidKom mee!
Kom! todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, venidKom mee!
Kom!, vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle a la
obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten y mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen! ¡AbajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder los andamiosSteigers
Stellages
Stellingen!
¡ DerribadBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop! las murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen! ¡HacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen las bóvedasBollen
Gewelven!
¡Que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt piedraHagel
Steen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! piedraHagel
Steen!
EL MAESTRO.-Grootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer ¡VenidKom mee!
Kom!, compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten! NosotrosOns
We
Wij,
que loDe
Hem
Het
U hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn edificadoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht, sabremosWij/we zullen kennen
Wij/we zullen smaken
Wij/we zullen weten destruirloVernielen
Vernietigen
Verwoesten.
TODOS.-Al de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ¡DerribémosloLaten we afbreken
Laten we kantelen
Laten we neerhalen
Laten we omgooien
Laten we omkeren
Laten we omvergooien
Laten we slopen
Laten we ten val
brengen
Wij/we breken af
Wij/we brengen ten val
Wij/we gooien om
Wij/we gooien omver
Wij/we halen neer
Wij/we kantelen
Wij/we keren om
Wij/we slopen! (Se abalanzanZij/ze stormen voorwaarts
Zij/ze werpen zich op todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle a la
ciudadelaCitadel.)
FÜRST.- EstoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet; yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag contenerlosAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden
(LleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven Melchthal y Baumgarten.)
MELCHTHAL.- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je? ¿SubsisteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft voort
Leef voort! aúnNog
Nog altijd
Nog steeds la ciudadelaCitadel,
y Sarne estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! reducidoGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd a cenizasAssen y arruinadoGeruïneerd
Verwoest
Rossberg?
FÜRST.- ¿SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn vosotrosGijlieden
Je
Jullie, Melchthal? ¿Nos(Aan) ons
Ons traéisJullie bezorgen
Jullie brengen
Jullie brengen aan
Jullie brengen mee
Jullie dragen aan
Jullie nemen mee la
libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid? ¡DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige en nuestraOns
Onze
Van ons
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland?
MELCHTHAL (Abrazándolo).- ¡LibreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds de
ellosHen
Ze
Zij! ¡RegocijaosBen blij!
Geniet!
Verblijd je!
Verheug je!, nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude! MientrasTerwijl hablamosWij/we converseerden
Wij/we converseren
Wij/we praatten
Wij/we praten
Wij/we spraken
Wij/we spreken,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere en SuizaZwitserland
Zwitsers
Zwitserse.
FÜRST.- PeroDoch
Echter
Maar contadnosBereken!
Calculeer!
Debiteer!
Lees voor!
Reken uit!
Reken!
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Verhaal!
Vertel! cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je os habéisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
iemand aan de stok
Jullie meten je met
iemand apoderadoEen volmacht verleend aan
Gemachtigd
In het bezit gesteld
van
de las fortalezasVestingen.
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
MELCHTHAL.- Rudenz, conDoor
Met
Per
Samen met un ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag inopinado
y temerarioOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige, se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon del castilloBurcht
Kasteel
Slot de Sarne. La
nocheAvond
Nacht anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere asaltéIk bestormde
Ik overviel
Ik randde aan
Ik viel aan yoEgo
Ik a Rossberg... PeroDoch
Echter
Maar oídHoor!
Verneem!
Versta! loDe
Hem
Het
U
que sucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op. Después queNadat habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren expulsadoNaar buiten gejaagd
Uitgedreven
Uitgejaagd
Uitgewezen
Uitgezet
Verbannen
Verjaagd
Verwijderd
Weggestuurd del
castilloBurcht
Kasteel
Slot alNaar de
Naar het enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige, incendiándolo, y, cuandoAls
Tijdens
Wanneer las
llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren llegabanZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven soberbiasBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Hooghartigheden
Hovaardigheden
Ijdelheden
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse a las nubesWolken, Diethelin, el
criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! Gessler, acudióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend que la de Bruneck
perecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze crepeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneuvelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verongelukte
Ik crepeerde
Ik kwam om
Ik onderging
Ik sneuvelde
Ik verging
Ik verongelukte entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren...
FÜRST.- ¡SantoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale DiosGod
Godheid! (Los andamiosSteigers
Stellages
Stellingen caenCaen
Zij/ze geraken
Zij/ze laten vallen
Zij/ze vallen
Zij/ze vallen af
Zij/ze vallen neer
Zij/ze verschieten
Zij/ze vervallen con estrépitoLawaaiig.)
MELCHTHAL.- EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was ellaHaar
Ze
Zij, ella mismaHaarzelf, encerradaOpgesloten
Vastgezet secretamente
en el castilloBurcht
Kasteel
Slot por ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde del GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende..
Rudenz se precipitaDoe neerslaan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet neerslaan dentroBinnen
Daarbinnen
Erin comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige...
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl oíamosWij/we hoorden
Wij/we vernamen
Wij/we verstonden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer de los pilaresPijlers
Pilaren
Steunpilaren y puertasDeuren
Poorten
Portieren
macizasMassief
Massieve
Stevig
Stevige, que se derrumbabanZij/ze stortten in
Zij/ze verzakten
Zij/ze zakten in, y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen el humoDamp
Rook se
distinguíanZij/ze bespeurden
Zij/ze kregen in de
smiezen
Zij/ze kregen in het
oog
Zij/ze maakten onderscheid tussen
Zij/ze onderkenden
Zij/ze onderscheidden
Zij/ze ontwaarden los lamentos... de la infortunadaOngelukkig
Ongelukkige.
FÜRST.- ¿Se salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde zich?
MELCHTHAL.- EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige obrarAgeren
Bezig zijn
Doen
Handelen
Optreden
Te werk gaan
Voortgaan
Werken con valorDapper
Gedurfd
Moedig y resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing...
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals élHem
Hij hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele, hubiésemosWij/we hadden
Wij/we waren
miradoAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Toegekeken
Toegezien por nuestraOns
Onze
Van ons vidaHachje
Leven; peroDoch
Echter
Maar eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook de la
conjuración, y Bertha respetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteerde
Ik eerbiedigde
Ik had respect voor
Ik respecteerde alNaar de
Naar het puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam... AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig nos(Aan) ons
Ons
expusimosWij/we belichtten
Wij/we brachten uit
Wij/we etaleerden
Wij/we exposeerden
Wij/we kraamden uit
Wij/we legden bloot
Wij/we liepen kans
Wij/we liepen risico
Wij/we riskeerden
Wij/we spreidden tentoon
Wij/we stalden uit
Wij/we stelden bloot
Wij/we stelden tentoon
Wij/we verklaarden
Wij/we waagden
Wij/we zetten op het
spel
Wij/we zetten uiteen a la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap, y nos lanzamosWij/we storten ons
Wij/we stortten ons
en el fuegoVuur.
FÜRST.- ¿Y se salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde zich?
GUILLERMOWillem TELL
MELCHTHAL.- SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals: Rudenz y yoEgo
Ik la sacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we legden af
Wij/we leggen af
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af de entreOp
Uit
Van
las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren, mientrasTerwijl caíanZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer con estrépitoLawaaiig las vigasBalken
Onderleggers
Ribben...
Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk en salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red, y susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen
percibieronZij/ze bemerkten
Zij/ze inden geld
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontvingen
Zij/ze vermoedden
Zij/ze vernamen
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting del cieloHemel
Lucht, el BarónBaron se lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich en misMi's
Mijn
brazosArmen, y en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen pronuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte un juramentoIk beëdig
Ik neem een eed
af
Vloek, selladoAangemunt
Afgedrukt
Bezegeld
Dichtgeschroeid
Geslagen
Gestempeld
Gezegeld
Verzegeld
y confirmadoBeaamd
Bekrachtigd
Bevestigd
Erkend
Gestaafd
Gevormd
Ja gezegd
Toegestemd por el fuegoVuur, y que resistiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achteruit slaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenspartelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenstreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerspannig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weerstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verzetten a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
los embates de la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval.
FÜRST.- ¿En dóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! Landenberg?
MELCHTHAL.- En Brünnig. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van míMe
Mij
que veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u! todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch el queDat
Die
Hij die
Wie cegóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblindde a miMi
Mijn padrePater
Vader. LoDe
Hem
Het
U perseguíIk achtervolgde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik vervolgde,
loDe
Hem
Het
U alcancéIk achterhaalde
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik verkreeg
Ik verwierf, y loDe
Hem
Het
U arrastréIk sleepte
Ik sleurde mee
Ik trok
Ik trok voort hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los piesPoten
Voeten de miMi
Mijn padrePater
Vader.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds me preparabaIk bereidde me voor
Ik maakte me gereed
Ik maakte me klaar
Ik maakte me op a cortarleSnijd la cabezaHoofd
Kop
Krop, cuandoAls
Tijdens
Wanneer imploróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af
la compasiónMededogen
Medelijden del ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude, que leHaar
Hem
Het
U perdonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaf la
vidaHachje
Leven. JuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een eed
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind paísLand, y loDe
Hem
Het
U hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cuántaHoelang
Hoeveel esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats nuestraOns
Onze
Van ons fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!.
FÜRST.- OsJe
Jullie honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haberBezitting
Hebben
Zijn manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt conDoor
Met
Per
Samen met sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
estaDeze
Dit patrióticaPatriottisch
Patriottische victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege.
UNOSEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n NIÑOSJongens
Kinderen (Que arrastranZij/ze slepen
Zij/ze sleuren mee
Zij/ze trekken
Zij/ze trekken voort a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel restosResten
Stompen
Stronken del
andamiaje).-Stijgerwerk ¡LibertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid! ¡LibertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid! (la trompaClaxon
Hoorn
Hoornist
Olifantssnuit
Slurf
Snuit
Toeter
Tromp de UriUri
suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus! con fuerzaHard.)
FÜRST.-¡ContempladBeschouw!
Koekeloer! estaDeze
Dit fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij! EsosDie niñosJongens
Kinderen cuandoAls
Tijdens
Wanneer
seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude, se acordaránZij/ze zullen gedenken
Zij/ze zullen herdenken
Zij/ze zullen terugdenken
Zij/ze zullen zich herinneren de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind díaDag
Etmaal memorableGedenkwaardig
Gedenkwaardige.
(DoncellasSoubrettes traen(Zij) dragen
Zij/ze bezorgen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen aan
Zij/ze brengen mee
Zij/ze dragen aan
Zij/ze nemen mee el sombreroHoed en el paloMast
Paal
Stok, y el
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij! el teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen.)
FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller
RUODI.- He aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier el sombreroHoed, al cualWaaraan nos(Aan) ons
Ons obligabanZij/ze drongen op
Zij/ze dwongen
Zij/ze forceerden
Zij/ze noodzaakten
Zij/ze verplichtten
saludarBegroeten
Groeten.
BAUMGARTEN.- DecidnosGeef op!
Spreek!
Zeg! lo queDat wat
Wat hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
con élDaarmee.
FÜRST.- ¡DiosGod
Godheid míoMijne
Van mij! bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind sombreroHoed estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat miMi
Mijn
nietoKleinzoon.
MUCHASVeel
Vele
Zeer
Zere VOCES.-Inspraken
Stemgeluiden
Stemmen ¡DerribadBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop! eseDat
Die monumentoGedenkteken
Monument de
la tiranía! ¡AlNaar de
Naar het fuegoVuur con élDaarmee!
FÜRST.- ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank! ¡guardadloBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaar!
Heb de wacht!
Hoed!
Let op!
Pas op!
Waak over!! DestinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn instrumentoInstrument
Middel
Stuk gereedschap
Werktuig
de la tiranía, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt el signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk perpetuoEeuwig
Eeuwige de la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid.
(TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen y niñosJongens
Kinderen, estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn de
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet o sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld en los restosResten
Stompen
Stronken de los andamiosSteigers
Stellages
Stellingen y formanZij/ze formeren
Zij/ze gaan aan
Zij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
Zij/ze vormen
un semicírculoHalfcirkel pintorescoPittoresk
Pittoreske
Schilderachtig
Schilderachtige.)
MELCHTHAL.- VednosBekijk!
Kijk!
Zie! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke, hollandoAanstampend
Betredend
Onder de voet lopend
Vertrappend
los restosResten
Stompen
Stronken de la tiranía. ¡CompañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten! Lo queDat wat
Wat juramosWij/we bezweren
Wij/we bezwoeren
Wij/we legden een eed
af
Wij/we leggen een eed
af
Wij/we vloeken
Wij/we vloekten
Wij/we zweren
Wij/we zwoeren
en Rutli loDe
Hem
Het
U cumplimosWij/we keken toe
Wij/we kijken toe
Wij/we komen na
Wij/we kwamen na
Wij/we leefden na
Wij/we leven na
Wij/we namen waar
Wij/we nemen waar
Wij/we observeerden
Wij/we observeren
Wij/we slaan gade
Wij/we sloegen gade
Wij/we verrichten
Wij/we verrichtten
Wij/we vervulden
Wij/we vervullen
Wij/we voerden uit
Wij/we voeren uit
Wij/we volbrachten
Wij/we volbrengen
Wij/we voltrekken
Wij/we voltrokken
Wij/we waren jarig
Wij/we zagen toe
Wij/we zien toe
Wij/we zijn jarig magnánimamente.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |