NombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen
, fechasDagtekeningen
Data
Dateringen
Datums
Jij/je dagtekent
Jij/je dateert
, comandantesAanvoerders
Bazen
Commandanten
Chefs
Gebieders
Gezagvoerders
Hoofden
Majoors
Opperhoofden
, puertosHavens, escaramuzasSchermutselingen y batallasGevechten
Jij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Kampen
Slagen
Strijden
Veldslagen
brotabanZij/ze kwamen uit
Zij/ze ontkiemden
Zij/ze spatten op
Zij/ze stoven
Zij/ze verspoten
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un ríoIk lach
Rivier
Stroom
inagotable,
peroDoch
Echter
Maar
meMe
Mij
resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
recordarlosHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
notasAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen
a la puertaDeur
Poort
Portier
de un albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
.
HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
en lo queDat wat
Wat
élHem
Hij
llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
la Primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
guerraKrijg
Oorlog
de ChinaChina
Chinees
Chinese
; se alistóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar en la CompañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
de las Indias OrientalesOost-indië
y sirvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
diez10
Tien
añosJaren en la India; regresóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, conDoor
Met
Per
Samen met
la armadaBewapend
Gewapend
In elkaar gezet
inglesaBrits
Britse
Engels
Engelse
, en la épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
de la insurrección; habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

tomado parteDeelgenomen en las guerrasKrijgen
Oorlogen
de BirmaniaBirma
Myanmar
y de CrimeaKrim; y, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
luchadoGekampt
Gestreden
Geworsteld
y trabajadoBewerkt
Bewerkte
Gearbeid
Gewerkt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la banderaBanier
Dundoek
Standaard
Vaan
Vaandel
Veldteken
Vendel
Vlag
Wimpel

inglesaBrits
Britse
Engels
Engelse
en casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el planetaPlaneet
Zwerfster
.

Y entoncesDan
Dus
Toen
sucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
. AlgoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid
en un principioAanvankelijk
In het begin
: tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
alNaar de
Naar het
tenienteLuitenant noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

el desayunoIk ontbijt
Ontbijt
Ontbijten
; o acasoToeval
Toevalligheid
se acostaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich ter
 ruste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar bed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging slapen
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
la nocheAvond
Nacht
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
; o susHaar
Hun
Uw
Zijn
deudasSchulden leHaar
Hem
Het
U
tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
preocupadoBenauwd
Bezorgd
Bezorgde
Ongerust gemaakt
Verontrust
Zorgen gebaard
; o el comandanteAanvoerder
Baas
Commandant
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Majoor
Opperhoofd

leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken
con brusquedadBars
Nors
Stuurs
. LoDe
Hem
Het
U
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
es queDat komt omdat
Want
aquelDat
Die
díaDag
Etmaal
el tenienteLuitenant estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
irritablePrikkelbaar
Prikkelbare
. El marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen

conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend
el aparejoHijstoestel
Ik takel op
Ik tuig
Ik tuig op
Takel
Takelwerk
Talie
Tuig
Tuigage
Verband
Want
de proaBoeg
Voorschip
Voorsteven
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
olvidemosLaten we afleren
Laten we vergeten
Laten we verleren
Wij/we leren af
Wij/we vergeten
Wij/we verleren
que el marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
cuarenta40
Veertig
añosJaren en la armadaBewapend
Gewapend
In elkaar gezet
, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
tres3
Drie
galonesBelegsels
Biezen
Galonnen
Galons
Gallons
Koorden
Passementen
por buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
conductaGedrag
Houding
Wandel

y poseíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk
la CruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
VictoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
por serviciosBedieningen
Bedieningsgelden
Diensten
Dienstverleningen
Eetserviezen
Erediensten
Godsdienstoefeningen
Kerkdiensten
Services
Serviezen
Toiletten
distinguidosBespeurd
In de smiezen gekregen
In het oog gekregen
Onderkend
Onderscheid gemaakt tussen
Onderscheiden
Ontwaard
en combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
; es decirDat wil zeggen
Namelijk
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
.
PeroDoch
Echter
Maar
el tenienteLuitenant estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
irritablePrikkelbaar
Prikkelbare
, leHaar
Hem
Het
U
insultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze affronteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschimpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schimpte
; fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
un insultoAffront
Affronteren
Beledigen
Belediging
Beschimpen
Ik affronteer
Ik beledig
Ik beschimp
Ik krenk
Ik schimp
Krenken
Schimpen
Smaad
desagradableOnaangenaam
Onaangename
. Se refería aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beriep zich op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwees naar
la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
del marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
yoEgo
Ik
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
teníamosWij hadden
Wij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast
por normaNorm
Regel
Richtlijn
Standaardmaat
pelearKampen
Ruzie maken
Strijd voeren
Strijden
Vechten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se dedicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde zich toe
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
insulto aIk scheld uit nuestrasOnze
Van ons

madresBeddingen
Ma's
Moeders
Moeren
Stroombeddingen
; y en miMi
Mijn
paísLand muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
alNaar de
Naar het
insultarAffronteren
Beledigen
Beschimpen
Krenken
Schimpen
conDoor
Met
Per
Samen met
esasDie palabrasBewoordingen
Woorden
a las madresBeddingen
Ma's
Moeders
Moeren
Stroombeddingen
de otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.

SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn
, el tenienteLuitenant insultó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schold uit la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
del marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
. ÉsteDeze
Dit
, en aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
en las manosDe handen
una barraEen stang de hierroIjzeren. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dudarloDubben
In dubio staan
Twijfelen
, golpeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel op
con ellaDaarmee la cabezaHoofd
Kop
Krop
del tenienteLuitenant, haciéndoloErin makend caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
por la bordaBorduur!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
. EntoncesDan
Dus
Toen
,
segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
palabrasBewoordingen
Woorden
del propioEigen marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
:

Me diIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de lo queDat wat
Wat
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
. ConocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
las ordenanzasBoden
Bodes
Conciërges
Kosters
Pedels
Pedellen
y me dijeIk noemde me
Ik werd gezegd
Ik zegde
Ik zegde bij zichzelf
Ik zei
Ik zei bij zichzelf
: "EstásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit
acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
, Jack, muchachoJongen
Knaap
Knul
;
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
es queDat komt omdat
Want
alláDaar voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
". Y saltéIk barstte
Ik deed een sprong
Ik ontplofte
Ik schoot te binnen
Ik schoot uit
Ik sloeg over
Ik spoot op
Ik sprong
Ik sprong in de
 lucht
Ik sprong in het
 oog
Ik sprong los
Ik sprong op
Ik sprong open
Ik sprong van een
 hoogte
Ik viel uit
Ik voer uit
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
élHem
Hij
, decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a ahogarmeNeerslaan
Onderdrukken
Smoren
Stikken
Verdrinken
Verkroppen
Verstikken
con élDaarmee. Y loDe
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haberBezitting
Hebben
Zijn

sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
se nos(Aan) ons
Ons
acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naderbij la barcazaAak del buque insigniaVlaggenschip. AlNaar de
Naar het
emergerTe voorschijn komen a la superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak
yoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject
y leHaar
Hem
Het
U

estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
de puñetazosVuistslagen. EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
meMe
Mij
perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
. De noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haberBezitting
Hebben
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
golpeándoloSlaand podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
haberBezitting
Hebben
Zijn
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk

que, alNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
lo queDat wat
Wat
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
, saltéIk barstte
Ik deed een sprong
Ik ontplofte
Ik schoot te binnen
Ik schoot uit
Ik sloeg over
Ik spoot op
Ik sprong
Ik sprong in de
 lucht
Ik sprong in het
 oog
Ik sprong los
Ik sprong op
Ik sprong open
Ik sprong van een
 hoogte
Ik viel uit
Ik voer uit
por la bordaBorduur!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
salvarleBehouden
Bergen
Redden
.

HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
consejo de guerraKrijgsraad, o comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
que se llameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt genoemd
en la marinaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marineert
Leg in!
Maak in!
Marien
Mariene
Marine
Marineer!
Zee-
Zeeforel
Zeemacht
. MeMe
Mij
recitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reciteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei op
la sentenciaArrest
Bestem voor!
Doe een uitspraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een uitspraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Sententie
Spreek uit!
Spreuk
Vonnis
Vonnis!
Zinspreuk
, letraHandschrift
Karakter
Letter
Liedtekst
Songtekst
por letraHandschrift
Karakter
Letter
Liedtekst
Songtekst
,
como siAlsof se la hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
aprendidoAangeleerd
Geleerd
de memoriaUit het hoofd
Van buiten
y repetidoDoorgenomen
Herhaald
Herhaaldelijk
Herhaaldelijke
Meerdere
Nagezegd
Nog eens gezegd
amargamente muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
. Y ésteDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, en arasJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
de la
disciplinaDiscipline
Tucht
y del respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
a oficialesAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
, el castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging
recibidoAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
por un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
culpableDader
Schuldig
Schuldige

de haberseHet met iemand aan
 de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten
portadoGeapporteerd conDoor
Met
Per
Samen met
hombríaMannelijkheid. SerGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
degradadoGedegradeerd
Verlaagd
a marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
rasoAfgestreken
Ik strijk af
Satijn
; perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
las pagasJij/je betaalt
Jij/je betaalt uit
Jij/je dokt
Jij/je keert uit
Jij/je stort
Jij/je voldoet
que se leHaar
Hem
Het
U
debíanZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
 schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
 te
Zij/ze waren verschuldigd
; privárseleBeroven
Uitplunderen

del derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
a pensiónEmeritaat
Kosthuis
Pensioen
Pension
; renunciar aAfstappen van
Afzien van
la CruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
VictoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
; serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
expulsadoNaar buiten gejaagd
Uitgedreven
Uitgejaagd
Uitgewezen
Uitgezet
Verbannen
Verjaagd
Verwijderd
Weggestuurd
de la marinaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marineert
Leg in!
Maak in!
Marien
Mariene
Marine
Marineer!
Zee-
Zeeforel
Zeemacht
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
carácterAard
Geaardheid
Karakter
(éstaDeze
Dit

eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
suHaar
Hun
Uw
Zijn
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
ofensaAffront
Beledigen
Belediging
Grieven
Krenken
Krenking
Smaad
Verongelijken
); recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
cincuenta50
Vijftig
latigazosZweepslagen; y pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
dos2
Do's
Twee
Tweede
añosJaren en prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
.

OjaláHopelijk me hubieseIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
ahogadoGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstelling
Verdronken
Verkropt
Verstikt
aquelDat
Die
díaDag
Etmaal
, ojaláHopelijk DiosGod
Godheid
loDe
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
--terminó, alNaar de
Naar het
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que la colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef!

avanzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorderde
Ik anticipeerde
Ik bewoog voort
Ik ging vooruit
Ik kwam vooruit
Ik vorderde
y doblábamosWij/we bogen
Wij/we bogen door
Wij/we bogen krom
Wij/we bogen om
Wij/we kromden
Wij/we plooiden
Wij/we synchroniseerden na
Wij/we verbogen
Wij/we vouwden
Wij/we vouwden dubbel
Wij/we vouwden om
la esquinaBuitenhoek
Hoek
Straathoek
.

Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
pudimosWij/we konden
Wij/we mochten
verBekijken
Kijken
Zien
la puertaDeur
Poort
Portier
, por la queDat
Die
Wie
Zij die
los indigentesBehoeftig
Behoeftige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
admitidosAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen
Toegegeven
Toegelaten
por gruposDriften
Groepen
Groeperingen
Hopen
Kudden
Kuddes
Scharen
Scholen
Sets
Stellen
Troepen
Vluchten
Zwermen
. Y entoncesDan
Dus
Toen
me enteréIk kwam er achter
Ik stelde me op
 de hoogte van
Ik vernam

de algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
sorprendenteVerbazend
Verbazende
Verbazingwekkend
Verrassend
Verrassende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
: siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
miércolesWoensdag
Woensdagen
, ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
de nosotrosOns
We
Wij
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el viernesVrijdag
Vrijdagen
por la mañanaMorgen
Ochtend
. Y
lo queDat wat
Wat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
--tomen notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
los fumadores-Rokers-: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se nos(Aan) ons
Ons
permitiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gedogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou niet beletten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou permitteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toelaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou veroorloven
Ik zou gedogen
Ik zou niet beletten
Ik zou permitteren
Ik zou toelaten
Ik zou toestaan
Ik zou vergunnen
Ik zou veroorloven
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
conDoor
Met
Per
Samen met
tabacoEchte tabak
Tabak
. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
que entregarloAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afleveren
Bestellen
Bezorgen
Doorbrengen
Inleveren
Leveren
Overgeven
Overhandigen
Overleggen
Ter hand stellen
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijven

en la puertaDeur
Poort
Portier
. A vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
, meMe
Mij
dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
, loDe
Hem
Het
U
devolvíanZij/ze bezorgden terug
Zij/ze brachten terug
Zij/ze gaven terug
Zij/ze gaven weer
Zij/ze hergaven
Zij/ze heruitzonden
Zij/ze reproduceerden
Zij/ze retourneerden
Zij/ze stuurden terug
Zij/ze vergolden
Zij/ze wezen terug
alNaar de
Naar het
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
, y otrasAnder
Andere
Nog één
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
destruidoVernield
Vernietigd
Verwoest
.

El viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
guerreroGuerrero
Krijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgsheld
Krijgsman
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaat
Strijdlustig
Strijdlustige
meMe
Mij
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
una lecciónLes. AbriendoBeginnend
Graverend
Open makend
Opendoend
Openend
Openmakend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak
, vacióHij ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde
el tabacoEchte tabak
Tabak
(una cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte
exiguaKlein
Kleine
Schaars
Schaarse
) en un pedazoBonk
Brok
Eindje
Homp
Stuk
Stukje

de papelPapier
Rol
. LoDe
Hem
Het
U
envolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht met zich
 mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelde in
de cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
maneraManier
Trant
Wijze
y loDe
Hem
Het
U
escondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopte
en el calcetínSok. YoEgo
Ik
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
cuarenta40
Veertig

horasTijden
Uren
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
tabacoEchte tabak
Tabak
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
duraBeklijf!
Blijf aan!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
fumadorRoker.

La colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef!
avanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorderde
una y otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
y nos fuimosWij/we gingen af
Wij/we gingen weg
Wij/we vertrokken
Wij/we verwijderden ons
acercandoNaderbij brengend a la puertaDeur
Poort
Portier
, lentaLangzaam
Langzame
Traag
Trage
peroDoch
Echter
Maar
inexorablemente. En un
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en el queWaarin estuvimosWij/we bevonden ons
Wij/we lagen
Wij/we waren
Wij/we zaten
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
rejasAfrasteringen
Afsluitingen
Barrières
Heiningen
Hekken
Roosters
Traliehekken
Versperringen
, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
nosotrosOns
We
Wij
aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
un individuoEnkeling
Individu
Sujet
alNaar de
Naar het
que el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
marinoIk leg in
Ik maak in
Ik marineer
Marien
Mariene
Zee-

preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
:

¿CuántosHoelang
Hoeveel
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
caben(Zij) passen
Zij/ze behoren iemand toe
Zij/ze bevatten
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze hebben toegang
Zij/ze komen iemand toe
Zij/ze laten toe
Zij/ze nemen aan
Zij/ze omvatten
Zij/ze ontvangen
Zij/ze passen
Zij/ze vallen te beurt
Zij/ze vallen ten deel
Zij/ze zijn mogelijk
Zij/ze zijn natuurlijk
?

Veinticuatro24
Vierentwintig
--respondió.

MiramosWij zien
Wij/we bekeken
Wij/we bekijken
Wij/we blikken
Wij/we blikken aan
Wij/we blikten
Wij/we blikten aan
Wij/we keken
Wij/we keken aan
Wij/we keken naar
Wij/we keken toe
Wij/we kijken
Wij/we kijken aan
Wij/we kijken naar
Wij/we kijken toe
Wij/we schouwden
Wij/we schouwen
Wij/we werpen een blik
Wij/we werpen een blik
 op
Wij/we wierpen een blik
Wij/we wierpen een blik
 op
Wij/we zagen toe
Wij/we zien toe
con ansiedadAngstig
Benauwd
Gespannen
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer
y contamosWij/we berekenden
Wij/we berekenen
Wij/we calculeerden
Wij/we calculeren
Wij/we debiteerden
Wij/we debiteren
Wij/we lazen voor
Wij/we lezen voor
Wij/we rekenden
Wij/we rekenden uit
Wij/we rekenen
Wij/we rekenen uit
Wij/we telden
Wij/we telden af
Wij/we telden neer
Wij/we tellen
Wij/we tellen af
Wij/we tellen neer
Wij/we verhaalden
Wij/we verhalen
Wij/we vertelden
Wij/we vertellen
. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
treinta30
Dertig
y cuatro4
Vier
delante deVoor
Vóór
nosotrosOns
We
Wij
. En los consternadosOnthutst
Ontsteld
Ontzet
Verbijsterd
Verbluft

rostrosAangezichten
Facies
Gelaten
Gezichten
Porems
Toeten
que meMe
Mij
rodeabanZij/ze begrepen
Zij/ze gingen om
Zij/ze gingen rond
Zij/ze omgaven
Zij/ze omgaven met
Zij/ze omringden
se reflejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was zichtbaar
el desencantoOntgoocheling. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
hambrientoHongerig
Hongerige

y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
, enfrentarseGeconfronteerd worden met
Te staan komen voor
conDoor
Met
Per
Samen met
la perspectivaDoorkijk
Perspectief
Prospect
Verschiet
Vooruitzicht
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
la nocheAvond
Nacht
en la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
. PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
perdimosWij/we gaven op
Wij/we liepen mis
Wij/we misten
Wij/we raakten kwijt
Wij/we verbeurden
Wij/we verkwistten
Wij/we verloren
Wij/we verspeelden
la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
,
hasta queTot
Totdat
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
nos(Aan) ons
Ons
precedíanZij/ze gingen vooraf
Zij/ze waren voor
diez10
Tien
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
, el porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
nos(Aan) ons
Ons
echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
.

CompletoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
--fue todo lo queHoeveel ook dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
mientrasTerwijl cerrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Ik deed dicht
Ik deed op slot
Ik deed toe
Ik maakte dicht
Ik sloot
Ik sloot af
la puertaDeur
Poort
Portier
.

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un rayoEen spaak, pese(Het) weegt
Bepaalt u het gewicht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt af
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Is u zwaar!
Weegt u af!
Weegt u!
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
ochenta80
Tachtig
y siete7
Zeven
añosJaren, el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
disparadoGepaft
Geschoten
Gevuurd
conDoor
Met
Per
Samen met
la improbableOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting

de encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
cobijoIk bedek
Ik herberg
Ik huisvest
en otra parteElders
Ergens anders
. YoEgo
Ik
me quedéIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd
a discutirAanvechten
Behandelen
Bepraten
Bespreken
Bestrijden
Betwisten
Discussiëren
Discuteren
Ruzie maken
Tegenspreken
Van gedachten wisselen
conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
dos2
Do's
Twee
Tweede
tiposDrukletters
Soorten
Typen
Types
, expertosBedreven
Deskundig
Deskundige
Ervaren
Experten
Experts
Geoefend
Geoefende
Specialisten
Zaakkundig
Zaakkundige
en alojamien

tosHoest circunstancialesOmstandigheid, sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
dóndeWaar
Waarheen
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
convenienteBehoorlijk
Behoorlijke
Betamelijk
Betamelijke
Conventioneel
Conventionele
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Keurig
Keurige
Passend
Passende
Raadzaam
Toepasselijk
Toepasselijke
Voegzaam
Voegzame
Welvoeglijk
Welvoeglijke
dirigirseOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
Zich richten tot
. DecidieronZij/ze beslisten
Zij/ze besloten
Zij/ze maakten uit
Zij/ze namen zich voor
probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
en el albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
de Poplar,

a unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
tres3
Drie
millasMijlen, y haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
nos encaminamosWij/we begaven ons
Wij/we begaven ons op
 weg
Wij/we begeven ons
Wij/we begeven ons op
 weg
Wij/we stelden ons in
Wij/we stellen ons in
Wij/we waren gericht
Wij/we zijn gericht
.

AlNaar de
Naar het
doblarBuigen
Doorbuigen
Dubbelvouwen
Krombuigen
Krommen
Nasynchroniseren
Ombuigen
Omvouwen
Plooien
Verbuigen
Vouwen
la esquinaBuitenhoek
Hoek
Straathoek
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de ellosHen
Ze
Zij
comentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte opmerkingen
:

HoyHeden
Vandaag
no había maneraHet was onmogelijk de entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
. VineIk kwam
Ik kwam mee
a la una y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
colaFile
Filtreer!
Gelid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Jaspand
Kit
Kleefmiddel
Kleefstof
Kola
Lijm
Paardenstaart
Pand
Reeks
Rij
Sleep
Slip
Staart
Wachtrij
Zeef!
... mimadosBedorven
Gekoesterd
Getroeteld
Vertroeteld
Verwend
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
gatitos, eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
lo queDat wat
Wat

sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
. SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
dejan entrarZij/ze laten binnen
Zij/ze laten in
a los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
, nocheAvond
Nacht
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
nocheAvond
Nacht
.

CAPÍTULOChapiter
Hoofdstuk
Kapittel
VIII
EL CARRETERO Y EL CARPINTEROSchrijnwerker
Specht
Timmerman


NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
a morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
, ni siquieraZelfs niet a morir deSterven aan hambreHonger, lo queDat wat
Wat

haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
. MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
;
todos losAlle hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vivirLeven
Wonen
miserablementeGierig
Vrekkig
, sin queZonder dat
sepamosLaten we kennen
Laten we smaken
Laten we weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten
porquéBeweegreden
Drijfveer
Motief
Reden
Waarom
; trabajarArbeiden
Bewerken
Werken
duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ganarBehalen
Verdienen
Winnen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
;
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
el corazónHart
Klokhuis
agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput
, abrumadoBedolven
Overstelpt
Verpletterd
, solitarioPatience
Solitairspel
Solo
Teruggetrokken
,
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
un heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude
y universalAlgemeen
Algemene
Universeel
Universele
laissez faire.

CARLYLE

AlNaar de
Naar het
Carretero, conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
, conDoor
Met
Per
Samen met
perillaPuntbaardje
Sik
Sikje
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
bigoteBaarddraad
Knevel
Snor
, en Estados UnidosVerenigde staten loDe
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
por cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook

cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
capatazVoorman a granjeroEigenaar van een boerenbedrijf acomodadoAangepast
Bemiddeld
Bemiddelde
Bruikbaar
Bruikbare
Geaccommodeerd
Geadapteerd
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Gegoed
Gegoede
Gelegd
Gelegen gekomen
Gemakzuchtig
Gemakzuchtige
Gepast
Geplaatst
Geschikt
Geschikte
Gesitueerd
Gestationeerd
Gezeten
Rijk
Rijke
Vermogend
Vermogende
Verzoend
Welgesteld
Welgestelde
. En cuantoZodra alNaar de
Naar het
CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
... buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, leHaar
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
por
carpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
. FlacoMager
Magere
y fibrosoVezelig
Vezelige
, conDoor
Met
Per
Samen met
ojosKijkers
Ogen
sagacesPienter
Pientere
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Schrander
Schrandere
Snugger
Snuggere
Spits
Spitse
Vernuftig
Vernuftige
y escudriñadores y manosHanden retorcidasGetwijnd
Gewrongen
Verbogen
Verdraaid
Vertrokken
Verwrongen
que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
sostenidoBeweerd
Gedragen
Geruggensteund
Geschoord
Geschraagd
Hekje
Kruis
Onderhouden
Ondersteund
Verzekerd

herramientasGereedschap
Gereedschappen
Gerei
Instrumenten
Middelen
Outillage
Werktuigen
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
cuarenta40
Veertig
y siete7
Zeven
añosJaren, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
lo queDat wat
Wat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
. El granGroot
Grote
problemaOpgave
Probleem
Vraagpunt
Vraagstuk
de estosDeze
Dezen

hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
consistía enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berustte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het gevolg
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was opgesloten in
Ik berustte op
Ik bestond uit
Ik lag aan
Ik steunde op
Ik was gegrond op
Ik was het gevolg
 van
Ik was opgesloten in
que eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, y susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
, en vez deIn plaats van
In stede van
crecerAangroeien
Aanwassen
Gedijen
Groeien
Toenemen
Wassen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cuidarlosBewaken
Bezorgd zijn
Ervoor zorgen
Opletten
Oppassen
Passen op
Verplegen
Verzorgen
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
Zorgen voor
, habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
. Los
añosJaren habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
podidoGekund
Gemogen
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
, y se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
desplazadosPlaats ingenomen
Verplaatst
del negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak
por competidoresConcurrenten
Mededingers
Rivalen
nuevosNieuw
Nieuwe
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
que lesHen
Hun
U
quitaron(Zij) verwijderden
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze gaven op
Zij/ze gaven prijs
Zij/ze haalden af
Zij/ze haalden weg
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze lieten weg
Zij/ze namen weg
Zij/ze risten
Zij/ze ritsten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verwijderden
Zij/ze zetten af
el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
.

EstosDeze
Dezen
dos2
Do's
Twee
Tweede
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, rechazadosAfgeslagen
Afgestemd
Afgestoten
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Verdrongen
Verduwd
Verworpen
Weggedrongen
Weggeduwd
Weggestoten
en el albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
de WhitechapelWhitechapel, se dirigíanZij/ze draaiden om
Zij/ze draaiden rond
Zij/ze keerden om
Zij/ze keerden zich om
Zij/ze richtten zich tot
conmigoMet mij
Met mij mee
alNaar de
Naar het
de Poplar. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
posibilidadesMogelijkheden, pensabanZij/ze dachten, peroDoch
Echter
Maar
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
podíamosWij/we konden
Wij/we mochten
confiar enVertrouwen op la casualidadToevalligheid. O entrábamosWij/we gingen binnen
Wij/we gingen in
Wij/we gingen naar binnen
Wij/we kwamen binnen
Wij/we kwamen in
Wij/we liepen binnen
Wij/we reden binnen
Wij/we reden in
en Poplar

o nos quedábamosWij/we bleven
Wij/we bleven achter
Wij/we bleven over
Wij/we resteerden
Wij/we restten
Wij/we toefden
Wij/we verbleven
Wij/we werden
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la nocheAvond
Nacht
en la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
. AmbosAlle twee de
Allebei
Beide
ansiabanZij/ze begeerden vurig una camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
confesabanZij/ze bekenden
Zij/ze biechtten
Zij/ze biechtten op
Zij/ze erkenden
Zij/ze gaven toe
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
"en las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
".
El Carretero, a susHaar
Hun
Uw
Zijn
cincuenta50
Vijftig
y ocho8
Acht
añosJaren, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
tres3
Drie
nochesAvonden
Nachten
alNaar de
Naar het
cielo rasoKleine maagdenpalm y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
, mientrasTerwijl
que el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
, de sesenta60
Zestig
y cinco5
Vijf
, llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
cinco5
Vijf
a la intemperie.
PeroDoch
Echter
Maar
, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
, queridasBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefjes
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelieven
gentesVolken
Volkeren
de vidaHachje
Leven
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
!, hartosGeërgerd
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld
Zat
Zatte
de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, conDoor
Met
Per
Samen met
camasBedden
Legersteden
Slaapkamers
Slaapplaatsen
Sponden
blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
y habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen
ventiladasGelucht
Gespuid
Geventileerd
Gewand
Uitgelucht
,
¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
osJe
Jullie
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
lo queDat wat
Wat
sufriríaisJullie zouden doorstaan
Jullie zouden dragen
Jullie zouden lijden
Jullie zouden ondergaan
Jullie zouden ondervinden
Jullie zouden uitstaan
Jullie zouden velen
Jullie zouden verdragen
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tuvieseis queJullie behoorden
Jullie dienden
Jullie hoorden
Jullie moesten
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
una fatigosaVermoeiend
Vermoeiende
nocheAvond
Nacht
en las
callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten
de LondresLonden? CreedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!
, imaginaríaisJullie zouden bedenken
Jullie zouden je verbeelden
Jullie zouden je voorstellen
Jullie zouden vermoeden
que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
mil1000
Duizend
siglosEeuwen antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
la auroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren
iluminaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze illumineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlichtte
Ik belichtte
Ik illumineerde
Ik lichtte voor
Ik stak aan
Ik verlichtte
el
orienteGeleidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oriënteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Ik geleid
Ik leid
Ik leid rond
Ik oriënteer
Ik werk in
Ik wijs de weg
Leidt u rond!
Leidt u!
Oosten
Oriënteert u!
Werkt u in!
Wijst u de weg!
; temblaríaisJullie zouden beven
Jullie zouden bibberen
Jullie zouden huiveren
Jullie zouden rillen
Jullie zouden trillen
y gritaríaisJullie zouden balken
Jullie zouden blaten
Jullie zouden brullen
Jullie zouden gieren
Jullie zouden grommen
Jullie zouden hinniken
Jullie zouden joelen
Jullie zouden loeien
Jullie zouden roepen
Jullie zouden schreeuwen
Jullie zouden uitjouwen
por el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
de cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
de vuestrosJullie
Van jullie
músculosSpieren, y osJe
Jullie
maravillaríaisJullie zouden bewondering doen
 opwekken
de poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen

soportarVerdragen tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
y seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
conDoor
Met
Per
Samen met
vidaHachje
Leven
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
os sentaseisJullie gingen zitten
Jullie namen plaats
Jullie zetten
Jullie zetten je
en un bancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank
y se osJe
Jullie
cerraranZij/ze deden dicht
Zij/ze deden op slot
Zij/ze deden toe
Zij/ze maakten dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten af
los ojosKijkers
Ogen
, un policíaAgent
Politie
Politieagent
Smeris
osJe
Jullie
despertaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opwekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wakker maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wakker worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wekken
Ik zou opwekken
Ik zou wakker maken
Ik zou wakker worden
Ik zou wekken

conDoor
Met
Per
Samen met
la secaDor
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis!
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de "CirculeCirculeert u!
Gaat u rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze circuleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in omloop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rouleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroomt
Ik ben in omloop
Ik circuleer
Ik ga rond
Ik rouleer
Ik stroom
Is u in omloop!
Rouleert u!
Stroomt u!
". PodríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten
en un bancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
éstosDeze sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
escasosGering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame
y estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

separadosAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald
entre síOnderling; peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten
significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
, entoncesDan
Dus
Toen
te encuentras conJij/je komt tegen
Jij/je ontmoet
Jij/je treedt tegemoet
Jij/je treft
Jij/je treft aan
que hay queMen moet "circularAanschrijving
Circulaire
Circuleren
In omloop zijn
Rond
Ronde
Rondgaan
Rondschrijven
Rouleren
Stromen
",
arrastrandoMeesleurend
Slepend
Trekkend
Voorttrekkend
vuestroJullie
Uw
Van jullie
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput
por callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten
interminablesEindeloos
Eindeloze
. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
conDoor
Met
Per
Samen met
desesperadaGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige
astuciaArglist
Boosaardigheid
Hinderlaag
Valstrik
buscaseisJullie gingen halen
Jullie haalden
Jullie haalden af
Jullie haalden op
Jullie keken uit
Jullie snorden
Jullie zagen uit
Jullie zochten
Jullie zochten op
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander

ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
callejónSteeg, un oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
pasajeOvergang, y os acostaseisJullie begaven je ter
 ruste
Jullie gingen liggen
Jullie gingen naar bed
Jullie gingen slapen
en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
de allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
el omnipresenteAlomtegenwoordig
Alomtegenwoordige
policíaAgent
Politie
Politieagent
Smeris
osJe
Jullie

echaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aan het
 lot overlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aandeel hebben
 in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aankondigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beginnen handel
 te drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bekend maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buiten de
 deur zetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een partijtje
 spelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erop gooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inschenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou keilen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou optreden in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou storten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou strooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tanken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toevoegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitspelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vastmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wedden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wedijveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegjagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou werpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen
Ik zou aan het
 lot overlaten
Ik zou aandeel hebben
 in
Ik zou aankondigen
Ik zou beginnen handel
 te drijven met
Ik zou bekend maken
Ik zou buiten de
 deur zetten
Ik zou een partijtje
 spelen
Ik zou erop gooien
Ik zou gooien
Ik zou inschenken
Ik zou keilen
Ik zou krijgen
Ik zou nemen
Ik zou opleggen
Ik zou optreden in
Ik zou opvoeren
Ik zou schatten
Ik zou smijten
Ik zou storten
Ik zou strooien
Ik zou tanken
Ik zou toevoegen
Ik zou uiten
Ik zou uitslaan
Ik zou uitspelen
Ik zou uitspreken
Ik zou vastmaken
Ik zou wedden
Ik zou wedijveren
Ik zou wegjagen
Ik zou wegsturen
Ik zou wegzenden
Ik zou werpen
Ik zou zeggen
. CumpleBen jarig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Kom na!
Leef na!
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Verricht!
Vervul!
Voer uit!
Volbreng!
Voltrek!
Zie toe!
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting
. La leyGehalte
Titer
Wet
de los poderososAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
que los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
echadosAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
de un
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

PeroDoch
Echter
Maar
alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
el albaAanbreken van de dag
Albe
Dageraad
Misgewaad
Ochtendgloren
Wit
Witte
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se dieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
a la pesadillaAngstdroom
Nachtmerrie
, regresaríais aJullie zouden terugkeren naar
Jullie zouden terugkomen naar
vuestrosJullie
Van jullie
hogares(Te)huizen
Haarden
Huishoudens
Tehuizen
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
os repondríaisJullie zouden herleven
Jullie zouden herrijzen
Jullie zouden opleven
Jullie zouden tot bezinning
 komen
,
y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding
de vuestrosJullie
Van jullie
díasDagen
Etmalen
podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
de esaDat
Die
aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
a vuestrosJullie
Van jullie
embobadosVerbaasd
Verbaasd gedaan staan

amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
. Sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
una estupendaFantastisch
Geweldig
Geweldige
Prachtig
Prachtige
historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal
. Una breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
nocheAvond
Nacht
de ocho8
Acht
horasTijden
Uren
se habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou het met
 iemand aan de stok krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich gedragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich met
 iemand meten
convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en una odisea, y
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
en Homeros.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
conDoor
Met
Per
Samen met
las gentesVolken
Volkeren
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
que caminabanZij/ze liepen
Zij/ze schreden
Zij/ze stapten
Zij/ze traden
Zij/ze wandelden
conmigoMet mij
Met mij mee
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Poplar. Y esaDat
Die
nocheAvond
Nacht
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
treinta30
Dertig
y
cinco5
Vijf
mil1000
Duizend
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ellosHen
Ze
Zij
, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
, en la ciudadPlaats
Stad
de LondresLonden. Por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed
, olvidadloLeer af!
Vergeet!
Verleer!
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
os vayáisJullie gaan af
Jullie gaan weg
Jullie vertrekken
Jullie verwijderen je
a
la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
vuestraJullie
Uw
Van jullie
vidaHachje
Leven
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se suponeMen veronderstelt, acasoToeval
Toevalligheid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
descansaríaisJullie zouden begraven liggen
Jullie zouden laten rusten
Jullie zouden ontspannen
Jullie zouden pauzeren
Jullie zouden rusten
Jullie zouden slapen
Jullie zouden uitrusten
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
como de costumbreZoals gewoonlijk.
PeroDoch
Echter
Maar
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
de sesenta60
Zestig
, setenta70
Zeventig
uOf ochenta80
Tachtig
añosJaren, malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
alimentadosGevoed, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk
que llevarseMeenemen
Overweg kunnen
a
la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
, tener queBehoren
Dienen
Horen
Moeten
recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
el albaAanbreken van de dag
Albe
Dageraad
Misgewaad
Ochtendgloren
Wit
Witte
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberBezitting
Hebben
Zijn
descansadoBegraven gelegen
Gelaten rusten
Gepauzeerd
Gerust
Geslapen
Ontspannen
Uitgerust
, y tambalearseSchommelen
Waggelen
Wankelen
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
el díaDag
Etmaal
buscandoAfhalend
Gaand halen
Halend
Ophalend
Opzoekend
Snorrend
Uitkijkend
Uitziend
Zoekend
desperdiciosAfval
Prullaria
Puin
Rommel
Rommelzooi
Verkwistingen
Vuil
Vuilnis

afanosamente, conDoor
Met
Per
Samen met
la nocheAvond
Nacht
implacableOnverbiddelijk
Onverbiddelijke
Onverzoenlijk
Onverzoenlijke
cayendo deVallend van nuevoNieuw
Nieuwe
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ellosHen
Ze
Zij
, y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
cinco5
Vijf
nochesAvonden
Nachten

y cinco5
Vijf
díasDagen
Etmalen
... OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, queridasBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefjes
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelieven
gentesVolken
Volkeren
de vidaHachje
Leven
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
, hartosGeërgerd
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld
Zat
Zatte
de manjaresEtenswaren
Gerechten
Spijzen
, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a comprenderloBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
?

Paseé porIk wandelde door MileMi
Mijn
End Road conDoor
Met
Per
Samen met
el Carretero y el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
a miMi
Mijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
. MileMi
Mijn
End Road esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
anchaBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde

que cruzaDoorkruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Kruis!
Steek over!
el corazónHart
Klokhuis
del esteOosten- de LondresLonden, y en ellaHaar
Ze
Zij
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
decenasTientallen de milesDuizenden de personasMensen
Personages
Personen
extrañasBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Jij/je bant
Jij/je bevreemdt
Jij/je houdt van de
 deur
Jij/je laakt
Jij/je maakt aanmerking op
Jij/je verbaast
Jij/je verbant
Jij/je vindt vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
. ExplicoIk beduid
Ik leg uit
Ik licht toe
Ik maak duidelijk
Ik verhelder
Ik verklaar
Ik zet uiteen

estoDeze
Dit
para queOpdat
Zodat
puedan(Zij) kunnen
Kan u!
Mag u!
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
lo queDat wat
Wat
describiréIk zal beschrijven en el párrafoAlinea
Artikel
Paragraaf
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
. íbamosWij gingen
Wij/we begaven ons
Wij/we gingen
Wij/we karden
Wij/we liepen
Wij/we liepen van stapel
Wij/we reden
Wij/we verliepen
Wij/we voeren
andandoAfleggend
Deelnemend aan
Gaand
Lopend
Te voet
Te voet gaand
Voortgaand
Wandelend (snel)
Werkend
, y yoEgo
Ik
maldijeIk vervloekte

conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
, y loDe
Hem
Het
U
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
haríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Ik zou aanmaken
Ik zou bedrijven
Ik zou doen
Ik zou maken
Ik zou uitbrengen
Ik zou uitrichten
Ik zou uitvoeren
un granujaBoef
Ellendeling
Loeder
Ploert
Rotzak
Schavuit
Schoelje
Schoft
Schurk
Smiecht
Spitsboef
americanoAmerikaan
Amerikaans
Amerikaanse
Noord-amerikaan
embarrancado en una tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
y terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
. Y, talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
intentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
hacerlesAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
, meMe
Mij
tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
por un "hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de marZee" que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
gastadoBesteed
Geld uitgegeven aan
Gespendeerd
Uitgegeven
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
Verteerd
suHaar
Hun
Uw
Zijn
dineroGeld
Poen
llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend

una vidaHachje
Leven
de francachelas, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ropas (algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
frecuenteBezoekt u!
Frequent
Frequente
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over de
 vloer
Ik bezoek
Ik kom over de
 vloer
Komt u over de
 vloer!
Veel voorkomend
Veelvuldig
Veelvuldige
en los marinerosJanmaats
Varensgezellen
Zeelieden
Zeelui
Zeemannen
Zeevaarders
) y estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

provisionalmenteVooralsnog
Vooreerst
Voorlopig
Voorshands
arruinadoGeruïneerd
Verwoest
mientrasTerwijl trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijverde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Ik behandelde
Ik beijverde me
Ik bepraatte
Ik besprak
Ik deed moeite
Ik poogde
Ik probeerde te
Ik streefde
Ik trachtte
Ik zocht
encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
un barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
. EstoDeze
Dit
justificabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rechtvaardigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Ik rechtvaardigde
Ik staafde
miMi
Mijn
ignoranciaDomheid
Onwetendheid
de las
costumbresGebruiken
Gewoonten
Gewoontes
Usances
Zeden
inglesasBrits
Britse
Engels
Engelse
Engelsen
en generalIn het algemeen
Over het algemeen
y del alojamientoHuisvesten
Kantonnement
Logeren
Logies
Nachtverblijf
Onderdak
circunstancial en particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
, y miMi
Mijn
curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
eseDat
Die

asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
.

AlNaar de
Naar het
Carretero leHaar
Hem
Het
U
costabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond iets moeilijk
Ik kostte
Ik vond iets moeilijk
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
el ritmoRitme
Tempo
de nuestrosOnze
Van ons
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
(meMe
Mij
confesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

el díaDag
Etmaal
), peroDoch
Echter
Maar
el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
, flacoMager
Magere
y hambrientoHongerig
Hongerige
, conDoor
Met
Per
Samen met
el grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
y gastadoBesteed
Geld uitgegeven aan
Gespendeerd
Uitgegeven
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
Verteerd
abrigoBescherming
Beschutting
Beveiliging
Ik behoed
Ik bescherm
Ik beschut
Jas
Mantel
Overjas
flotandoDobberend
Drijvend
Vlottend
alNaar de
Naar het
vientoWind, se movíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich
conDoor
Met
Per
Samen met

pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
y continuosAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende
que meMe
Mij
recordabanZij/ze herdachten
Zij/ze herinnerden
Zij/ze onthielden
Zij/ze wisten nog
alNaar de
Naar het
loboBermpje
Wolf
de las praderasBeemden
Graslanden
Weidegronden
Weiden
Weides
Weien
Weilanden
o alNaar de
Naar het
coyoteCoyote
Prairiewolf
. AmbosAlle twee de
Allebei
Beide
manteníanZij/ze hielden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze onderhielden
los ojosKijkers
Ogen

fijosBepaald
Bepalend
Bepalende
Bevestigd
Gefixeerd
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Star
Starre
Vast
Vaste
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld
en la aceraStoep
Trottoir
y, de vez en cuandoAf en toe
Van tijd tot tijd
, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
uOf otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
se inclinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg
y recogíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde
Ik haalde binnen
Ik haalde op
Ik raapte
Ik raapte op
Ik verzamelde
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dejar deOphouden met
Stoppen met
andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
. Creí queIk dacht dat
recogíanZij/ze haalden binnen
Zij/ze haalden op
Zij/ze raapten
Zij/ze raapten op
Zij/ze verzamelden
colillasPeuken
Peukjes
Sigarenpeuken
, y al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
prestéIk leende
Ik leende uit
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
. PeroDoch
Echter
Maar
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
me diIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de lo queDat wat
Wat
se tratabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd behandeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gehanteerd
.

RecogíanZij/ze haalden binnen
Zij/ze haalden op
Zij/ze raapten
Zij/ze raapten op
Zij/ze verzamelden
, de la aceraStoep
Trottoir
fangosa y llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de escupitajos, trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken
de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
de naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel
y de manzanaAppel
Huizenblok
, restosResten
Stompen
Stronken
de
uvaDruif
Wijndruif
, y los comíanZij/ze aten
Zij/ze bikten
Zij/ze gebruikten
Zij/ze gebruikten het middagmaal
Zij/ze lunchten
Zij/ze nuttigden
Zij/ze vraten
. RompíanZij/ze braken
Zij/ze braken af
Zij/ze braken door
Zij/ze braken stuk
Zij/ze maakten kapot
Zij/ze schonden
Zij/ze verbraken
conDoor
Met
Per
Samen met
los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes
huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken
de ciruelaKwets
Pruim
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
aprovecharBaten
Benutten
Gebruik maken
Gebruik maken van
Gebruiken
Helpen
Profiteren
Van nut zijn
la almendraAmandel
Zoete amandel
. RecogíanZij/ze haalden binnen
Zij/ze haalden op
Zij/ze raapten
Zij/ze raapten op
Zij/ze verzamelden

mendrugos de panBrood
Mik
Pan
del tamañoBestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid
de un guisanteDoperwt
Erwt
, corazonesHarten
Klokhuizen
de manzanaAppel
Huizenblok
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
y suciosGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
 van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
 als

talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
, y esasDie cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
se las llevaban aZij/ze namen mee naar
Zij/ze namen mee voor
la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
, las masticabanZij/ze kauwden y las engullíanZij/ze verzwolgen. Y estoDeze
Dit
sucedíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Ik erfde van
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam af
Ik overkwam
Ik stamde af
Ik viel voor
Ik volgde op
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las seis6
Zes
y
las siete7
Zeven
de la tardeDe middag, el 2020
Twintig
de agostoAugustus
Oogstmaand
del añoJaar de graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
de 1902, en el corazónHart
Klokhuis
del másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
y
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
imperioImperium
Keizerrijk
Rijk
que el mundoAardrijk
Wereld
jamásNimmer
Nooit
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
.

Los dosAlle twee de
Allebei
Beide
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
charlabanZij/ze babbelden
Zij/ze keuvelden
Zij/ze kletsten
Zij/ze praatten
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
estúpidosDom
Domme
Stompzinnig
Stompzinnige
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
un parEen paar de viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
. Y, naturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature
, conDoor
Met
Per
Samen met
las entrañasIngewanden
llenasAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Jij/je completeert
Jij/je dempt
Jij/je maakt vol
Jij/je schenkt vol
Jij/je spekt
Jij/je stopt
Jij/je voleindt
Jij/je vult
Jij/je vult aan
Jij/je vult in
Jij/je werkt bij
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de las porqueríasVuiligheden del asfaltoAsfalt
Ik asfalteer
, hablaban deZij/ze behandelden
Zij/ze bepraatten
Zij/ze bespraken
Zij/ze discuteerden
Zij/ze wisselden van gedachten
revoluciónOmwenteling
Revolutie
Roeren
. HablabanZij/ze converseerden
Zij/ze praatten
Zij/ze spraken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
haríanZij/ze zouden aanmaken
Zij/ze zouden bedrijven
Zij/ze zouden doen
Zij/ze zouden maken
Zij/ze zouden uitbrengen
Zij/ze zouden uitrichten
Zij/ze zouden uitvoeren
los anarquistasAnarchisten, los
fanáticosDrijvers
Dweepziek
Dweepzieke
Dwepend
Dwepende
Fanatiek
Fanatieke
Ijveraars
Ijveraren
Supporters
Zeloten
y los locosDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
. ¿Y quiénWie lesHen
Hun
U
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
culparBeschuldigen por elloDat
Het
? A pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
misMi's
Mijn
tres3
Drie
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
comidasGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunchen
Lunches
Maaltijden
Malen
Middagmalen
Noenmalen
al díaPer dag, y de la
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
ocuparBekleden
Beslaan
Betrekken
Bewaren
Bewonen
Bezetten
Bezig houden
Bezighouden
In beslag nemen
Vervullen
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
, y de miMi
Mijn
filosofíaFilosofie
Wijsbegeerte
socialMaatschappelijk
Maatschappelijke
Sociaal
Sociale
, y de miMi
Mijn
creenciaGeloof
Overtuiging
en el lentoLangzaam
Langzame
Traag
Trage
desarrolloBeduiden
Evolueren
Gaan
Gang
Ik beduid
Ik leg uit
Ik licht toe
Ik ontwikkel
Ik verklaar
Ik werk uit
Ik zet uiteen
Loop
Ontwikkelen
Ontwikkeling
Ontwikkelingsgang
Proces
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Uitwerken
Verklaren
Verloop

y metamorfosisGedaanteverwisseling
Gedaanteverwisselingen
Metamorfose
Metamorfosen
Metamorfoses
de las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
... a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
elloDat
Het
, insistoIk dring aan
Ik volhard
, me sentíaIk voelde me impulsadoAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht
a decirOpgeven
Spreken
Zeggen
sandecesDwaasheden comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

ellosHen
Ze
Zij
o sujetarBevestigen
Fixeren
Ondersteunen
Onderwerpen
Vastbinden
Vastmaken
Vastzetten
Verstevigen
miMi
Mijn
lenguaSchar
Taal
Tong
. ¡PobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
locosDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
los de suHaar
Hun
Uw
Zijn
especieAangelegenheid
Soort
los queWie
Zij die
hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
las revolucionesOmwentelingen
Revoluties
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer

estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
y convertidosBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en polvoIn poedervorm, cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tardará enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tijd nemen
 om
ocurrirAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Overkomen
Plaatsvinden
Voorkomen
Voorvallen
, otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
dementesGek
Gekke
hablarán deZij/ze zullen behandelen
Zij/ze zullen bepraten
Zij/ze zullen bespreken
Zij/ze zullen discuteren
Zij/ze zullen van gedachten
 wisselen
revoluciónOmwenteling
Revolutie
Roeren

mientrasTerwijl recogen(Zij) verzamelen
Zij/ze halen binnen
Zij/ze halen op
Zij/ze rapen
Zij/ze rapen op
Zij/ze verzamelen
porqueríasVuiligheden de la aceraStoep
Trottoir
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de escupitajos en MileMi
Mijn
End Road, caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
del albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg

de Poplar.

ViéndomeBlijkend
Duidelijk zijnd
Me latend zien
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
y extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde
, el Carretero y el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
meMe
Mij
explicaronZij/ze beduidden
Zij/ze legden uit
Zij/ze lichtten toe
Zij/ze maakten duidelijk
Zij/ze verhelderden
Zij/ze verklaarden
Zij/ze zetten uiteen
la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
y meMe
Mij
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
un
consejoAdvies
Raad
Raadgeving
, breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
y concisoBeknopt
Beknopte
Bondig
Bondige
Kernachtig
Kernachtige
Kort
Korte
Summier
Summiere
Zakelijk
Zakelijke
: abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
el paísLand.

TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
deprisaOpschieten!
Snel
Snel!
que DiosGod
Godheid
me permitaIk permitteer me
Ik veroorloof me
Ik word toegestaan
--aseguré--. Y loDe
Hem
Het
U
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
a talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
velocidadSnelheid
Tempo
Vaart
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal duidelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich laten
 zien
niEn niet
Evenmin
Noch
el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof

de miMi
Mijn
carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren
.

MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que comprenderlasBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
, sintieronZij/ze gevoelden
Zij/ze merkten
Zij/ze voelden
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar
la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de misMi's
Mijn
palabrasBewoordingen
Woorden
. AsintieronZij/ze beaamden
Zij/ze bevestigden
Zij/ze stemden toe
Zij/ze zegden ja
Zij/ze zeiden ja
conDoor
Met
Per
Samen met
aprobaciónBeamen
Billijken
Goedkeuren
Goedkeuring
Proeftijd
Toestemmen
.

EstoDeze
Dit
teJe
Jou
convierteBekeer!
Converteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet om
Verander!
Zet om!
en un criminalCrimineel
Criminele
Misdadig
Misdadige
Misdadiger
Snode
Snood
Strafrechtelijk
Strafrechtelijke
quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
--dijo el Carpintero-Schrijnwerker
Specht
Timmerman
-. AquíAlhier
Hier
meMe
Mij
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
, un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
. Los
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
ocupadoBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld
miMi
Mijn
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
, misMi's
Mijn
ropas cada vezElke keer
Steeds
Telkens
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
andrajosas, y cada díaDagelijks
Elke dag
meMe
Mij
resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware

encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
. VoyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
alNaar de
Naar het
albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
buscandoAfhalend
Gaand halen
Halend
Ophalend
Opzoekend
Snorrend
Uitkijkend
Uitziend
Zoekend
un jergónLanspuntslang. Tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
a las dos2
Do's
Twee
Tweede
o las tres3
Drie
de la tardeDe middag o
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habéisJullie hebben
Jullie zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
lo queDat wat
Wat
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
hoyHeden
Vandaag
. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
voy aIk ga naar encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
un trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
? SupongamosLaten we aannemen
Laten we menen
Laten we onderstellen
Laten we stellen
Laten we vermoeden
Laten we veronderstellen
Wij/we menen
Wij/we nemen aan
Wij/we onderstellen
Wij/we stellen
Wij/we vermoeden
Wij/we veronderstellen

que meMe
Mij
admitenZij/ze accepteren
Zij/ze geven toe
Zij/ze laten toe
Zij/ze nemen aan
Zij/ze ontvangen
en el albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
. MeMe
Mij
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
encerradoOpgesloten
Vastgezet
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el díaDag
Etmaal
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
sueltan(Zij) laten los
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la mañanaMorgen
Ochtend

del otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. ¿Y entoncesDan
Dus
Toen
quéWat
Welke
? La leyGehalte
Titer
Wet
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
ir aGaan naar otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
que esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de diez10
Tien
millasMijlen.
Tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
apresurarmeAccelereren
Bespoedigen
Verhaasten
Versnellen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a tiempoBijtijds
Op tijd
Tijdig
. ¿QuéWat
Welke
oportunidadesGelegenheden
Kansen
Momenten
meMe
Mij
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
un trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
? SupongamosLaten we aannemen
Laten we menen
Laten we onderstellen
Laten we stellen
Laten we vermoeden
Laten we veronderstellen
Wij/we menen
Wij/we nemen aan
Wij/we onderstellen
Wij/we stellen
Wij/we vermoeden
Wij/we veronderstellen

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
. Supongamos queLaten we veronderstellen dat
Wij/we veronderstellen dat
buscoIk ga halen
Ik haal
Ik haal af
Ik haal op
Ik kijk uit
Ik snor
Ik zie uit
Ik zoek
Ik zoek op
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
. Sin queZonder dat me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
, se meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
echadoAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Aankondigen
Beginnen
Begonnen handel te drijven
 met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Gooien
Ingeschonken
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Opleggen
Opvoeren
Schatten
Smijten
Springen
Storten
Strooien
Tanken
Toegevoegd
Uiten
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastgemaakt
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
la nocheAvond
Nacht

encimaBovendien
Er bovenop
y me quedoIk blijf
Ik blijf achter
Ik blijf over
Ik rest
Ik resteer
Ik toef
Ik verblijf
Ik word
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
jergónLanspuntslang. TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la nocheAvond
Nacht
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
que comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
, ¿y cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
aguantoIk duld
Ik houd tegen
Ik houd uit
Ik verdraag
Ik weersta
al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
? Tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
arreglármelasAanrichten
Arrangeren
Herstellen
In orde maken
Inrichten
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Repareren
Ruimen
Schikken
Terechtbrengen
Verhelpen
Verstellen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
en el parquePark
Plantsoen
Warande
(la visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien
de Christ's Church, en
Spitafield, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
) y conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
. ¡Y aquíAlhier
Hier
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
! ViejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
y sin queZonder dat meMe
Mij

dejenLaat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
 steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Leent u!
Legateert u!
Levert u op!
Staat u toe!
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Vermaakt u!
Vertrouwt u toe!
Verzuimt u!
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
 steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen
levantarmeBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen
.

AquíAlhier
Hier
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
una barreraAfsluitboom
Afsluiting
Barrière
Heining
Hek
Slagboom
Versperring
de peaje --dijo el Carretero--. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
pagadoBetaald
Gedokt
Gestort
Uitbetaald
Uitgekeerd
Voldaan
aquíAlhier
Hier
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
el peaje en misMi's
Mijn

tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
de carretero.

En dos2
Do's
Twee
Tweede
díasDagen
Etmalen
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
zampadoGulzig gegeten
Opgeslokt
Snel iets gegeten
Weggemoffeld
tres3
Drie
bollosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten
de a peniquePenny
Pfennig
Stuiver
--anunció el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una pausa-Pauze
Rust
-.
AyerGister
Gisteren
me comíIk at op dos2
Do's
Twee
Tweede
, y hoyHeden
Vandaag
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
el tercero3e
Derde
--aclaró después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
pausaPauze
Rust
.

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hoyHeden
Vandaag
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
--dijo el Carretero--. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof
. Y las piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen
meMe
Mij
duelenZij/ze doen pijn
Zij/ze doen zeer
un montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep
.

El bolloBolletje
Broodje
Kadet
Kadetje
que teJe
Jou
dan enZij/ze halen
Zij/ze raken
Zij/ze slaan in
Zij/ze teisteren
Zij/ze treffen
el "clavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker
" esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
tragarBinnenkrijgen
Doorslikken
Innemen
Inslikken
Slikken
Slokken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
conDoor
Met
Per
Samen met
una pintaBeschilder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verft
Pint
Schilder af!
Schilder uit!
Schilder!
Uiterlijk
Verf!
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!

comentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte opmerkingen
el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
.

AlNaar de
Naar het
preguntarleVragen quéWat
Welke
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el "clavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker
", contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
:

El alojamientoHuisvesten
Kantonnement
Logeren
Logies
Nachtverblijf
Onderdak
circunstancial. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
jergaGroepstaal
Jargon
Slang
Taaltje
, ¿sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
?

MeMe
Mij
sorprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraste
que la palabraBewoording
Woord
"jergaGroepstaal
Jargon
Slang
Taaltje
" formaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Ik formeerde
Ik ging aan
Ik paradeerde
Ik praalde
Ik prijkte
Ik pronkte
Ik vormde
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vocabularioDictionaire
Woordenboek
Woordenlijst
Woordenschat
; antes deAlvorens te
Voor
separarnosAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen
pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht
comprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren

que ésteDeze
Dit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
.

LesHen
Hun
U
preguntéIk vraagde
Ik vroeg
quéWat
Welke
tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
admitidoAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen
Toegegeven
Toegelaten
en Poplar, y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
meMe
Mij
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
informaciónAankondigen
Bericht
Berichten
Informatie
Informeren
Inlichten
Mededelen
Meedelen
Melden
Overbrengen
Refereren
Verslaan
Verwittigen
Voorlichten
.
Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
un bañoBad
Baden
Badkamer
Badkuip
Ik baad
Ik doe in bad
Ik dompel
Ik overgiet
Ik was
Wassen
Wc
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
se me daríaIk zou gebeuren
Ik zou groeien
Ik zou me gewonnen
 geven
Ik zou me overgeven
Ik zou me voordoen
Ik zou ontstaan
Ik zou voorkomen
una cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
consistenteDicht
Dichte
Stevig
Stevige
en seis6
Zes
onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.)
de panBrood
Mik
Pan
y tres3
Drie
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de gachasPap
Pappen
.
"Tres3
Drie
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
" quiere decirBedoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelt
tres3
Drie
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
de pintaBeschilder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verft
Pint
Schilder af!
Schilder uit!
Schilder!
Uiterlijk
Verf!
, y "gachasPap
Pappen
" esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una cocciónBakken
Koken
semilíquida de tres3
Drie
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de avenaHaver
diluidaVerdund
Verdunde
Versneden
Verwaterd
en tres3
Drie
cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers
y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
.

¿LecheMelk y azúcarSuiker, supongoIk denk dat
Ik meen
Ik neem aan
Ik onderstel
Ik stel
Ik vermoed
Ik veronderstel
, y una cucharaEetlepel
Lepel
Soeplepel
de plataE174
Zilver
? --pregunté.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
temasJij/je bent bang voor
Jij/je ducht
Jij/je schrikt terug voor
Jij/je schroomt
Jij/je vreest
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
. SalGa buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
teJe
Jou
darán(Zij) zullen geven
Zij/ze zullen aangeven
Zij/ze zullen geven
Zij/ze zullen opbrengen
Zij/ze zullen toebrengen
Zij/ze zullen toekennen
Zij/ze zullen verlenen
, y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
lugaresAanleidingen
Dorpen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Ruimten
Ruimtes
Zetels
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
niEn niet
Evenmin
Noch
cucharaEetlepel
Lepel
Soeplepel
. Se levantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
y se engulleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwelgt
Verzwelg!
,
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
.

TeJe
Jou
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gachasPap
Pappen
en HackneyHackney ----comentó el Carretero.

AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, esasDie Ja
Jawel
Wel
Zich
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
--alabó el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
, eEn intercambiaronZij/ze wisselden uit una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
elocuenteWelsprekend
Welsprekende
.

HarinaBakmeel
Bloem
Meel
y aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
en St. GeorgeGeorge --dijo el Carretero. El CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
asintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde ja
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei ja
. Las habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
probadoAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. --¿Y
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
quéWat
Welke
? --insistí.

Y meMe
Mij
explicaronZij/ze beduidden
Zij/ze legden uit
Zij/ze lichtten toe
Zij/ze maakten duidelijk
Zij/ze verhelderden
Zij/ze verklaarden
Zij/ze zetten uiteen
que meMe
Mij
enviaríanZij/ze zouden afzenden
Zij/ze zouden doen toekomen
Zij/ze zouden expediëren
Zij/ze zouden opsturen
Zij/ze zouden opzenden
Zij/ze zouden sturen
Zij/ze zouden uitsturen
Zij/ze zouden versturen
Zij/ze zouden verzenden
Zij/ze zouden wegsturen
Zij/ze zouden wegzenden
Zij/ze zouden zenden
directamenteDirect
Rechtstreeks
a la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
.

TeJe
Jou
despertaránZij/ze zullen opwekken
Zij/ze zullen wakker maken
Zij/ze zullen wakker worden
Zij/ze zullen wekken
a las cinco5
Vijf
y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
de la mañanaMorgen
Ochtend
y teJe
Jou
obligaránZij/ze zullen dwingen
Zij/ze zullen forceren
Zij/ze zullen noodzaken
Zij/ze zullen opdringen
Zij/ze zullen verplichten
a quitarteAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen
las legañasBevertjes, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
jabónZeep. Y
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
el desayunoIk ontbijt
Ontbijt
Ontbijten
, igual queEvenals
Zoals
la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
, tres3
Drie
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de gachasPap
Pappen
y una hogaza de tres3
Drie
onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.)
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
tres3
Drie
onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.)
--corrigió el Carretero.

CiertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, y a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ranciaGarstig
Garstige
Garstigheid
Rans
Ranse
Ranzig
Ranzige
Ranzigheid
que casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se puedeMen kan comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
. Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
niEn niet
Evenmin
Noch
las gachasPap
Pappen

niEn niet
Evenmin
Noch
el panBrood
Mik
Pan
, peroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
me comoIk eet op los míosVan mij y los del vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
.

YoEgo
Ik
meMe
Mij
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
las racionesAandelen
Delen
Jij/je rantsoeneert
Jij/je verdeelt in porties
Porties
Rantsoenen
Taksen
de tres3
Drie
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
--dijo el Carretero--. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
probadoAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

el díaDag
Etmaal
.

¿Y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
quéWat
Welke
?

Tienes queJij/je behoort
Jij/je dient
Jij/je hoort
Jij/je moet
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
tuJe
Jouw
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
: seleccionarKiezen
Selecteren
Uitkiezen
cuatro4
Vier
librasJij/je bevrijdt
Ponden
de estopaPoetskatoen
Werk
, o limpiarLouteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren
y fregarAfdrogen
Afvegen
Afwassen
Afwissen
Boenen
Dweilen
Schrobben
Vegen
Wissen
, o partirAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan
un montónBerg
Boel
Drom
Hoop
Massa
Menigte
Schare
Stapel
Troep

de piedrasHagels
Stenen
. YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
partirAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan
piedrasHagels
Stenen
; pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
de los sesenta60
Zestig
. PeroDoch
Echter
Maar
a tiJe
Jou
Ja
Jawel
Wel
Zich
teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
haránHaran
Zij/ze zullen aanmaken
Zij/ze zullen bedrijven
Zij/ze zullen doen
Zij/ze zullen maken
Zij/ze zullen uitbrengen
Zij/ze zullen uitrichten
Zij/ze zullen uitvoeren
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
. EresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
y
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
.

Lo queDat wat
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
--protestó el Carretero-- es queDat komt omdat
Want
meMe
Mij
encierrenSluit u op!
Zet u vast!
Zij/ze sluiten op
Zij/ze zetten vast
en una celdaCachot
Cel
Kerker
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
seleccionarKiezen
Selecteren
Uitkiezen
estopaPoetskatoen
Werk
.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
en la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
.

Supongamos queLaten we veronderstellen dat
Wij/we veronderstellen dat
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
la nocheAvond
Nacht
me niegoIk weiger om a seleccionarKiezen
Selecteren
Uitkiezen
estopaPoetskatoen
Werk
, o a partirAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan
piedrasHagels
Stenen
, o hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
tipoDrukletter
Soort
Type
de trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
--apunté.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te negarásJij/je zal weigeren om una segunda2e
Tweede
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
; teJe
Jou
echaránZij/ze zullen aan het
 lot overlaten
Zij/ze zullen aandeel hebben
 in
Zij/ze zullen aankondigen
Zij/ze zullen beginnen handel
 te drijven met
Zij/ze zullen bekend maken
Zij/ze zullen buiten de
 deur zetten
Zij/ze zullen een partijtje
 spelen
Zij/ze zullen erop gooien
Zij/ze zullen gooien
Zij/ze zullen inschenken
Zij/ze zullen keilen
Zij/ze zullen krijgen
Zij/ze zullen nemen
Zij/ze zullen opleggen
Zij/ze zullen optreden in
Zij/ze zullen opvoeren
Zij/ze zullen schatten
Zij/ze zullen smijten
Zij/ze zullen storten
Zij/ze zullen strooien
Zij/ze zullen tanken
Zij/ze zullen toevoegen
Zij/ze zullen uiten
Zij/ze zullen uitslaan
Zij/ze zullen uitspelen
Zij/ze zullen uitspreken
Zij/ze zullen vastmaken
Zij/ze zullen wedden
Zij/ze zullen wedijveren
Zij/ze zullen wegjagen
Zij/ze zullen wegsturen
Zij/ze zullen wegzenden
Zij/ze zullen werpen
Zij/ze zullen zeggen
--contestó el Carpintero-Schrijnwerker
Specht
Timmerman
-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
aconsejoIk adviseer
Ik geef raad
Ik raad
Ik raad aan
que loDe
Hem
Het
U
intentesJij/je bent van plan
Jij/je bent voornemens
Jij/je beproeft
Jij/je hebt voor
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je poogt
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je stelt je voor
Jij/je toetst
Jij/je tracht
,
muchachoJongen
Knaap
Knul
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
----continuó--. Ocho8
Acht
onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.)
de panBrood
Mik
Pan
, once11
Elf
y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
de quesoKaas, y aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
se terminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
, tres3
Drie
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de gachasPap
Pappen
y seis6
Zes
onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.)
de panBrood
Mik
Pan
. A la
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
a las seis6
Zes
, y a la mañanaMorgen
Ochtend
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
a la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
la faenaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Karwei
Slacht!
Werk
Werk!
.

HacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
ratoPoos
Poosje
Tijdje
que habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
MileMi
Mijn
End Road, y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
cruzarDoorkruisen
Kruisen
Oversteken
un laberintoDoolhof
Labyrint
Warnet
Wirwar
de callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten
estrechasBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Jij/je reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Strak
Strakke

llegamosWij/we arriveerden
Wij/we arriveren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaven aan
Wij/we geven aan
Wij/we komen aan
Wij/we kwamen aan
Wij/we landden aan
Wij/we landen aan
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven
alNaar de
Naar het
alojamientoHuisvesten
Kantonnement
Logeren
Logies
Nachtverblijf
Onderdak
circunstancial de Poplar. En un muroMuur bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
extendimosWij/we breidden uit
Wij/we gaven af
Wij/we hielden op
Wij/we maakten wijder
Wij/we ontvouwden
Wij/we rekten
Wij/we smeerden uit
Wij/we spreidden
Wij/we spreidden uit
Wij/we staken uit
Wij/we strekten
Wij/we strekten uit
Wij/we verbreidden
Wij/we vergrootten
Wij/we verspreidden
nuestrosOnze
Van ons
pañuelosDoekjes
Hoofddoeken
Zakdoeken
y cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes

uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
en el suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
susHaar
Hun
Uw
Zijn
pertenenciasBezittingen, exceptoBehalve
Bij uitzondering
Buiten
Op ... na
Uitgezonderd
Uitgezonderde
el tabacoEchte tabak
Tabak
, que escondimosWij/we ontveinsden
Wij/we verborgen
Wij/we verheelden
Wij/we verscholen
Wij/we verschuilden
Wij/we verstopten
en los calcetinesSokken. HechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
estoDeze
Dit
, y
mientrasTerwijl las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
lucesJij/je blinkt
Jij/je glanst
Jij/je schijnt
Jij/je schittert
Kozijnen
Lichten
Schietgaten
Schijnsels
Vensternissen
Verlichtingen
del díaDag
Etmaal
se desvanecíanZij/ze bezwijmden
Zij/ze gingen in rook
 op
Zij/ze raakten bewusteloos
Zij/ze verdwenen
Zij/ze vielen flauw
Zij/ze vielen in zwijm
en el cieloHemel
Lucht
parduzco mientrasTerwijl el vientoWind soplabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woei
Ik blies
Ik blies uit
Ik gaf in
Ik inspireerde
Ik waaide
Ik woei

helándonosBevriezend
Dichtvriezend
, nos situamosWij/we bereiken een hoge
 positie
Wij/we bereikten een hoge
 positie
Wij/we vestigden ons
Wij/we vestigen ons
conDoor
Met
Per
Samen met
nuestrosOnze
Van ons
ridículosBelachelijk
Belachelijke
Gek
Gekke
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
fardillos en la manoDe hand anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la puertaDeur
Poort
Portier
del albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
.

PasaronEr gingen voorbij
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken
tres3
Drie
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
trabajadorasArbeidzaam
Arbeidzame
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Vlijtig
Vlijtige
Werkzaam
Werkzame
, y una de ellasHen
Ze
Zij
meMe
Mij
miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
con penaBedroefd; alNaar de
Naar het
rebasarnos, la seguíIk bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort
conDoor
Met
Per
Samen met
los
ojosKijkers
Ogen
y ellaHaar
Ze
Zij
volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
la cabezaHoofd
Kop
Krop
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
con penaBedroefd. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se fijóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich op
en los ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
. ¡Por CristoCrucifix
Christus
, tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast

penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
de Me
Mij
, un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
y fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
que estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
conmigoMet mij
Met mij mee
! EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
,
yoEgo
Ik
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, peroDoch
Echter
Maar
cualesquiera que fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
las pulsiones sexualesGeneratief
Generatieve
Geslachtelijk
Geslachtelijke
Seksueel
Seksuele
que la empujaronZij/ze douwden
Zij/ze drongen
Zij/ze duwden
Zij/ze stieten
Zij/ze stootten
a sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid

por Me
Mij
, susHaar
Hun
Uw
Zijn
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
se situabanZij/ze bereikten een hoge
 positie
Zij/ze vestigden zich
en el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
nivelHoogte
Niveau
Peil
Plan
Waterpas
. SentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
por los ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen

altruistaAltruïst, y por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
, la puertaDeur
Poort
Portier
de un albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
en el queWaarin abundanZij/ze zijn in overvloed
 aanwezig
Zij/ze zijn overvloedig aanwezig
los ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
de ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
de ellosHen
Ze
Zij
, sinoDoch
Echter
Maar
de Me
Mij
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la necesitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toe aan
Ik behoefde
Ik had nodig
Ik hoefde
Ik was toe aan
en absolutoGeenszins. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
honrandoErend
Huldigend
Vererend
susHaar
Hun
Uw
Zijn

canasGrijze haren comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los enterraránZij/ze zullen bedelven
Zij/ze zullen begraven
Zij/ze zullen kuilen
Zij/ze zullen overstelpen
Zij/ze zullen verpletteren
en LondresLonden.

En un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
de la puertaDeur
Poort
Portier
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
el tirador de una campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid
, en el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, el botónDe knop de un timbreBel
Klok
Rinkelbel
Schel
Timbre
Toonkleur
.

Tira deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Trek aan!
la campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid
--me dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el Carretero.

EstiréIk rekte uit
Ik rolde uit (van
 deeg)
Ik strekte
el tirador y sonó(Het) klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot zijn neus
la campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid
.

¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! --gritaron aterrados-Angst ingeboezemd-. ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
!

SoltéIk liet los
Ik maakte los
el tirador y meMe
Mij
miraronZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe
conDoor
Met
Per
Samen met
un reprocheBeknort u!
Berispt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Ik beknor
Ik berisp
Ik verwijt
Ik wijs terecht
Verwijt u!
Wijst u terecht!
en los ojosKijkers
Ogen
, como siAlsof acabaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
en peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
suHaar
Hun
Uw
Zijn
posibilidadMogelijkheid
de obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven
una camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
y tres3
Drie
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de gachasPap
Pappen
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
acudióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde toe
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
. Por fortunaGelukkig, la campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
funcionabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze functioneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in zijn
 werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik deed het
Ik functioneerde
Ik ging in zijn
 werk
Ik werkte
.
Me sentíIk voelde me mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
.

AprietaDraai aan!
Dring!
Druk aan
Druk aan!
Druk op!
Druk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prest
Knel!
Pers!
Pres!
el botónDe knop --le dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
alNaar de
Naar het
CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, esperemosLaten we afwachten
Laten we bedacht zijn
 op
Laten we hopen
Laten we te wachten
 staan
Laten we verwachten
Laten we vooruitzien
Laten we voorzien
Laten we wachten
Laten we wachten op
Wij/we hopen
Wij/we staan te wachten
Wij/we verwachten
Wij/we voorzien
Wij/we wachten
Wij/we wachten af
Wij/we wachten op
Wij/we zien vooruit
Wij/we zijn bedacht op
--se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelde
a contestarAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden
.

De estaDeze
Dit
situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
saquéIk behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af
la conclusiónAfleiden
Besluit
Besluiten
Beëindiging
Concluderen
Conclusie
Eind
Einde
End
Gevolgtrekking
Voleinding
de que el porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
de una casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de caridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
, que normalmenteGewoonlijk
Meestal
Normaal
Normaal gesproken
obtieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft

un salarioBezoldiging
Gage
Loon
Salaris
Traktement
Verdienste
Wedde
anualEen jaar durend
Eenjarig
Eenjarige
Jaarlijks
Jaarlijkse
de siete7
Zeven
a nueve9
Negen
librasJij/je bevrijdt
Ponden
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un personajeAanzienlijk persoon
Figuur
Personage
Persoon
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
fatuo eEn importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd
desconsideradamente
por los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
.

De manera queZó dat esperamosWij wachten
Wij/we hoopten
Wij/we hopen
Wij/we staan te wachten
Wij/we stonden te wachten
Wij/we verwachten
Wij/we verwachtten
Wij/we voorzagen
Wij/we voorzien
Wij/we wachten
Wij/we wachten af
Wij/we wachten op
Wij/we wachtten
Wij/we wachtten af
Wij/we wachtten op
Wij/we waren bedacht op
Wij/we zagen vooruit
Wij/we zien vooruit
Wij/we zijn bedacht op
, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la esperaDe afwachting empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan
a parecermeEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
excesivaOvercompleet
Overcomplete
Overdreven
Overmatig
, el Carretero adelantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vooruit
un
dedoTeen
Vinger
tímidoBedeesd
Bedeesde
Beschroomd
Beschroomde
Bevangen
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuchter
Schuchtere
Schuw
Schuwe
Timide
Verlegen
Vreesachtig
Vreesachtige
y con cautelaOmzichtig apretóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze preste
levementeEnigszins
Licht
Lichtelijk
el timbreBel
Klok
Rinkelbel
Schel
Timbre
Toonkleur
. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
contempladoBeschouwd
Gekoekeloerd
a hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
saberKennen
Smaken
Weten
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
iban aZij/ze gingen naar
vivirLeven
Wonen
o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; y susHaar
Hun
Uw
Zijn
rostrosAangezichten
Facies
Gelaten
Gezichten
Porems
Toeten
mostrabanZij/ze lieten zien
Zij/ze spreidden tentoon
Zij/ze toonden
Zij/ze vertoonden
Zij/ze wezen
Zij/ze wezen uit
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
ansiedadAngst
Benauwdheid
Spanning
que los de misMi's
Mijn
dos2
Do's
Twee
Tweede
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
mientrasTerwijl aguardabanZij/ze stonden te wachten
Zij/ze verwachtten
Zij/ze wachtten
Zij/ze wachtten af
la
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
del porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
.

ÉsteDeze
Dit
apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
nos(Aan) ons
Ons
dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
.

EstamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
a topeBuffer
Bumper
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Komt u tegen!
Ontmoet u!
Steunmuur
Stootkussen
Treedt u tegemoet!
Treft u aan!
Treft u!
--dijo, y cerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
la puertaDeur
Poort
Portier
.

OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één
nocheAvond
Nacht
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
--murmuró el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
. BajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la escasaDun
Gering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
, el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
y
grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
.

La caridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde
indiscriminada aumenta(Het) neemt toe
Doe toenemen!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt sterker
Neem toe!
Stijg!
Vergroot!
Verhoog!
Vermeerder!
Wakker aan!
Word sterker!
el vicioGebrek
Ondeugd
Slechte gewoonte
, dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
los filántroposFilantropen profesionalesBeroeps-
Professioneel
Professionele
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que decidíIk besliste
Ik besloot
Ik maakte uit
Ik nam me voor
actuarActeren
Ageren
Bezig zijn
Doen
Handelen
Optreden
Procederen
Te werk gaan

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un vicioso.

VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, coja(Het) neemt (aan)
Bemachtigt u!
Gaat u halen!
Grijpt u aan!
Grijpt u vast!
Grijpt u!
Haalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Hinkend
Hinkende
Ik bemachtig
Ik ga halen
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik haal
Ik neem
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak beet
Ik pak ik neem
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Ik vat
Ik vat aan
Kreupel
Kreupele
Mank
Manke
Neemt u beet!
Neemt u!
Pakt u beet!
Pakt u!
Plukt u af!
Plukt u!
Raapt u op!
Tokkelt u!
Vat u aan!
Vat u!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuchilloMes y sígameBewandelt u!
Blijft u aan!
Gaat u door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u bij!
Ik bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
Vloeit u voort!
Volg
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
--le dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
alNaar de
Naar het
Carretero, arrastrándolo a un callejónSteeg oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
.

MeMe
Mij
miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
asustadoGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
eEn intentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
escabullirseEr tussenuit knijpen. PosiblementeMisschien
Mogelijk
meMe
Mij
tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
por un nuevoNieuw
Nieuwe
Jack el Destripador interesadoBaatzuchtig
Baatzuchtige
Belang ingeboezemd
Belanghebbende
Geïnteresseerd
Geïnteresseerde
Inhalig
Inhalige

en los ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
indigentesBehoeftig
Behoeftige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
. O creyó queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat leHaar
Hem
Het
U
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
induciendoInducerend a cometerBedrijven
Begaan
Gebruiken
Opdragen
Plegen
Toevertrouwen
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
crimenMisdaad
Misdrijf
desesperadoGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige
. SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt

lo queDat wat
Wat
fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn
, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
asustadoGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt
.

RecordaránZij/ze zullen herdenken
Zij/ze zullen herinneren
Zij/ze zullen nog weten
Zij/ze zullen onthouden
que, alNaar de
Naar het
inicioBegin
Ik begin
Ik geef de stoot
 tot
Ik neem het initiatief
 tot
Ik wijd in
de miMi
Mijn
aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
, cosíIk naaide
Ik naaide aan
una libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal
en el sobacoOksel de miMi
Mijn
camisetaBorstrok
Buis
Gloeikousje
Hemd
Kamizool
Mof
Overhemd
Shirt
Sok
T-shirt
Wambuis
Want
. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
miMi
Mijn
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
de
emergenciaNoodgeval, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
utilizarloGebruiken por primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
.

Hasta queTot
Totdat
hubeIk had
Ik was
realizadoBewerkstelligd
Doorgevoerd
Gerealiseerd
Tot stand gebracht
Uitgevoerd
Verricht
Verwerkelijkt
Verwezenlijkt
un númeroEen nummer de contorsionista paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
enseñarleBijbrengen
Instrueren
Laten zien
Leren
Onderwijzen
Scholen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
la monedaGeldstuk
Mundstuk
Munt
Muntstuk
Penning
cosidaAangenaaid
Genaaid
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la camisetaBorstrok
Buis
Gloeikousje
Hemd
Kamizool
Mof
Overhemd
Shirt
Sok
T-shirt
Wambuis
Want

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conseguíIk behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf
que el Carretero meMe
Mij
ayudaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde
. InclusoZelfs entoncesDan
Dus
Toen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde
de tal maneraZo que tuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees

de que me cortaraIk liet knippen
Ik schiftte
a Me
Mij
en vez deIn plaats van
In stede van
las costurasNaaisters
Naaiwerken
Naden
, y me viIk bleek
Ik liet me zien
Ik was duidelijk
obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
a quitarleVerwijderen el cuchilloMes y hacerloDoen
Laten
Maken
yoEgo
Ik
. Salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a la
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
la moneda de oroGoudmunt
Goudstuk
, una fortunaFortuna paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
hambrientosHongerig
Hongerige
, y salimosWij/we gaan buiten
Wij/we gaan naar buiten
Wij/we gaan op weg
Wij/we gaan uit
Wij/we gaan weg
Wij/we gingen buiten
Wij/we gingen naar buiten
Wij/we gingen op weg
Wij/we gingen uit
Wij/we gingen weg
Wij/we komen er mee
 weg
Wij/we komen uit
Wij/we kwamen er mee
 weg
Wij/we kwamen uit
Wij/we liepen uit
Wij/we lopen uit
Wij/we reden af
Wij/we reden uit
Wij/we reden weg
Wij/we rijden af
Wij/we rijden uit
Wij/we rijden weg
Wij/we stappen op
Wij/we stappen uit
Wij/we stapten op
Wij/we stapten uit
Wij/we starten
Wij/we startten
Wij/we stegen uit
Wij/we stijgen uit
Wij/we tijgen
Wij/we togen
Wij/we traden uit
Wij/we treden uit
Wij/we varen uit
Wij/we verschenen
Wij/we verschijnen
Wij/we vertrekken
Wij/we vertrokken
Wij/we voeren uit
a pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
rápidoExpres
Exprestrein
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltrein
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

próximoAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
.

Tuve queIk behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
explicarlesBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren
que yoEgo
Ik
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel
un investigadorOnderzoeker, un estudioso socialMaatschappelijk
Maatschappelijke
Sociaal
Sociale
que intentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
averiguarAchterhalen
Nagaan
Navragen
Onderzoeken
Te weten komen
Uitvissen
Uitvorsen

cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
mitadHelft de la poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental
. EEn inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
se cerraronZij/ze gingen dicht
Zij/ze sloten
Zij/ze sloten zich
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
almejasHartschelpen
Mosselen
Mossels
Strandgapers
. YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de
ellosHen
Ze
Zij
; miMi
Mijn
maneraManier
Trant
Wijze
de hablarConverseren
Praten
Spreken
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
cambiadoAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt
, el tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
de miMi
Mijn
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
, en resumenExcerperen
Excerpt
Overzicht
Resumé
Resumeren
Samenvatten
Samenvatting
Uittreksel
Zij/ze excerperen
Zij/ze resumeren
Zij/ze vatten samen
, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un individuoEnkeling
Individu
Sujet

superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
, y ellosHen
Ze
Zij
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
desarrolladoBeduid
Ontwikkeld
Ontwikkelde
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Uitgewerkt
Verklaard
una granGroot
Grote
concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!
de claseAard
Klas
Klasse
Les
Lestijd
Soort
Stand
.

¿QuéWat
Welke
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
? --les preguntéIk vraagde
Ik vroeg
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
el camareroKelner
Ober
Steward
.

Dos2
Do's
Twee
Tweede
rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
 schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
y una tazaBeker
Kop
Kopje
de Thee
Theestruik
--dijo el Carretero humildemente.

Dos2
Do's
Twee
Tweede
rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
 schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
y una tazaBeker
Kop
Kopje
de Thee
Theestruik
--dijo tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
con humildadNederig el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
.

DetengámonosLaten we afslaan
Laten we blijven staan
Laten we halt houden
Laten we stilhouden
Laten we stilstaan
Laten we stoppen
a considerarBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met
la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
. He aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
a dos2
Do's
Twee
Tweede
personasMensen
Personages
Personen
a las queWie
Zij die
yoEgo
Ik
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
invitado aGetrakteerd op entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en el
caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis
. Habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
miMi
Mijn
moneda de oroGoudmunt
Goudstuk
y se dabanZij/ze deden zich voor
Zij/ze gaven zich gewonnen
Zij/ze gaven zich over
Zij/ze gebeurden
Zij/ze groeiden
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze ontstonden
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un indigenteBehoeftig
Behoeftige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de ellosHen
Ze
Zij
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el díaDag
Etmaal
un bolloBolletje
Broodje
Kadet
Kadetje
de medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
peniquePenny
Pfennig
Stuiver
; el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. ¡Y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
pedíanZij/ze bedelden
Zij/ze bestelden
Zij/ze riepen in
Zij/ze verlangden
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vraagden om
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan
Zij/ze vroegen om
dos2
Do's
Twee
Tweede

rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
 schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
y una tazaBeker
Kop
Kopje
de Thee
Theestruik
! Cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pedidoAangevraagd
Aanvraag
Aanvragen
Bedelen
Besteld
Bestellen
Bestelling
Gebedeld
Gevraagd
Gevraagd om
Ingeroepen
Inroepen
Order
Verlangd
Verlangen
Verzocht
Verzoeken
Vragen
por valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
de dos2
Do's
Twee
Tweede
peniquesPenny's
Pfennige
Pfennigs
Stuivers
. Por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, la expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
"dos2
Do's
Twee
Tweede

rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
 schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
" significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
dos2
Do's
Twee
Tweede
trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken
de panBrood
Mik
Pan
con mantequillaMet boter.

SuHaar
Hun
Uw
Zijn
poseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik poseer
Ik zit
Pose
Poseert u!
Stand
Zit u!
de degradanteVerlagend
Verlagende
Vernederend
Vernederende
humildadNederigheid eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
conDoor
Met
Per
Samen met
el porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
del albergueBedekken
Herbergen
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Huisvesten
Ik herberg
. PeroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a admitirlaAannemen
Accepteren
Ontvangen
Toegeven
Toelaten
Toestaan
. Paso a pasoStap voor stap fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
pidiéndoles másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
--huevos, bacon, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
huevosEieren, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
bacon,
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
Thee
Theestruik
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
 schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
, etcEnzovoorts.-- mientrasTerwijl ellosHen
Ze
Zij
afirmabanZij/ze betuigden
Zij/ze bevestigden
Zij/ze beweerden
Zij/ze stelden
Zij/ze verzekerden
angustiadosAngstig
Angstige
Bedroefd
Bedroefde
Ellendig
Ellendige
Smartelijk
Smartelijke
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríanZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, peroDoch
Echter
Maar
devorándolo
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en cuantoZodra se lesHen
Hun
U
poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer
.

ÉstaDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
tazaBeker
Kop
Kopje
de Thee
Theestruik
que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
en dos2
Do's
Twee
Tweede
semanasWeken --dijo el Carretero.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un Thee
Theestruik
soberbioBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
--arguyó el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
.

Cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
se bebióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk op dos2
Do's
Twee
Tweede
pintasJij/je schildert
Jij/je schildert af
Jij/je schildert uit
Jij/je verft
Pinten
Uiterlijken
, y puedoIk kan
Ik mag
asegurarlesAssureren
Betuigen
Bevestigen
Vastmaken
Vastzetten
Veilig stellen
Verstevigen
Verzekeren
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
malísimoMalí=
Mali
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen
conDoor
Met
Per
Samen met
el Thee
Theestruik
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
que
el queDat
Die
Hij die
Wie
la cervezaBier barataGoedkoop
Goedkope
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
conDoor
Met
Per
Samen met
el champañaChampagne
Mousserende wijn
. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
suciaGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige
, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
parecidaEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen
alNaar de
Naar het
Thee
Theestruik
.

FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
curiosoBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
, observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen
el efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
que lesHen
Hun
U
causóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
. Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
se sintieronZij/ze voelden zich
melancólicosMelancholiek
Melancholieke
y hablaron deZij/ze behandelden
Zij/ze bepraatten
Zij/ze bespraken
Zij/ze discuteerden
Zij/ze wisselden van gedachten
las distintasAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
en queWaarin habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
pensado enGedacht aan
Nagedacht over
suicidarseZelfmoord plegen. El Carretero noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
una semanaWeek que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
encaramadoAan een hoge betrekking
 geholpen
Geloofd
Gepousseerd
Geprezen
Geprijsd
Geroemd
Opgeheven
Verheven
alNaar de
Naar het
pretil de un puenteBrug
Dek
Dwarsbalk (van een boerenwagen)
Kam (van een viool)
Scheepsbrug
Scheepsdek
Verdek
y, mientrasTerwijl mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
, estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat

considerandoBeschouwend
Beschouwend als
In aanmerking nemend
Nagaand
Overwegend
Rekening houdend met
esaDat
Die
cuestiónKwestie
Probleem
Ruzie
Twist
Vraag
. El aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
, insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde
el CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
con vehemenciaHeftig, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
. SeguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
de
que lucharíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kampen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou strijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou worstelen
Ik zou kampen
Ik zou strijden
Ik zou worstelen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ahogarseVerdrinken
Vergaan
. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
prácticaBeoefenen
Handig
Handige
Oefening
Praktijk
Praktisch
Praktische
una balaBaal
Balk!
Blaat!
Brul!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mekkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Kogel
Loei!
Mekker!
Schreeuw!
, ¿peroDoch
Echter
Maar
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
un revólverRevolver? ÉsteDeze
Dit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was

el problemaOpgave
Probleem
Vraagpunt
Vraagstuk
.

Se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich
animandoAanmoedigend
Aanporrend
Aansporend
Aanvurend
Aanwakkerend
Aanzettend
Animerend
Bemoedigend
Bezielend
Opmonterend
Opvrolijkend
Opwekkend
Prikkelend
Stimulerend
Verlevendigend
a medida queNaarmate se llenabanZij/ze completeerden
Zij/ze dempten
Zij/ze maakten vol
Zij/ze schonken vol
Zij/ze spekten
Zij/ze stopten
Zij/ze voleindden
Zij/ze vulden
Zij/ze vulden aan
Zij/ze vulden in
Zij/ze werkten bij
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
de Thee
Theestruik
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
y empezaron(Zij) begonnen
Zij/ze begonnen
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze sneden aan
Zij/ze vingen aan
a hablarConverseren
Praten
Spreken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de Ja
Jawel
Wel
Zich

mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
. El Carretero habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
y a susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
, salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
, que acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
ayudándolo en suHaar
Hun
Uw
Zijn
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
.
PeroDoch
Echter
Maar
acontecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
una desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
. El hijoKind
Zoon
, un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de treinta y un31
Eénendertig
añosJaren, murió deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf aan viruelaPokken. El padrePater
Vader
cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer

enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk
con fiebreKoortsig y permanecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
tres3
Drie
mesesMaanden en el hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
. EstoDeze
Dit
acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
con élDaarmee. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
,
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
un hijoKind
Zoon
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
y decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
que pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
prestarleLenen
Uitlenen
ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
tallerAtelier
Garage
Werkplaats
Workshop
hundidoGedeprimeerd
Gedeprimeerde
Ondergeduwd
Terneergeslagen
Verzonken
, y niEn niet
Evenmin
Noch
un

peniquePenny
Pfennig
Stuiver
en el bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak
. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
élHem
Hij
. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan
. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden

eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
ayudarloBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan
. IntentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
montabanZij/ze begingen
Zij/ze bereden
Zij/ze bestegen
Zij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar boven
Zij/ze gingen op
Zij/ze klommen
Zij/ze klopten (eiwit, room)
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze monteerden
Zij/ze reden
Zij/ze rezen
Zij/ze stapten in
Zij/ze stegen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten op
las tribunasKoorhekken
Loges
Loggia's
Oksalen
Tribunes
Veranda's
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el desfileCorso
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Ik paradeer
Ik praal
Ik prijk
Ik pronk
Optocht
Parade
Paradeert u!
Paraderen
Praalt u!
Pracht en praal
Pralen
Pralerij
Prijken
Prijkt u!
Pronken
Pronkt u!
Vertoon
de
la CoronaciónKroning. Y la respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
leHaar
Hem
Het
U
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
: ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! La oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
por las nochesAvonden
Nachten
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
intentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
,
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
: ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! ¡noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
!

La semanaWeek pasadaAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
contestado aAntwoord gegeven
Geantwoord
un anuncioAandienen
Aankondigen
Aankondiging
Aanplakbiljet
Advertentie
Adverteren
Affiche
Annonce
Annonceren
Ik adverteer
Ik annonceer
Ik dien aan
Ik kondig aan
Ik maak bekend
Plakkaat
Poster
Reclame
Reclamebord
Verkondiging
, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
manifestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet blijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manifesteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
suHaar
Hun
Uw
Zijn
edadLeeftijd
Ouderdom
leHaar
Hem
Het
U
dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
:

OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
.

El CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
en el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
sirvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
veintidós22
Tweeëntwintig
añosJaren. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
dos2
Do's
Twee
Tweede
hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen

tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se hicieronZij/ze raakten
Zij/ze werden
soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
; uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de ellosHen
Ze
Zij
, sargentoLijmtang
Sergeant
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
en el Séptimo7e
Zevende
de HúsaresHuzaren, murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
en la India
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la revueltaGeroerd
Omgeroerd
Onzeker
Onzekere
Putsch
; el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
nueve9
Negen
añosJaren en OrienteGeleidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oriënteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Ik geleid
Ik leid
Ik leid rond
Ik oriënteer
Ik werk in
Ik wijs de weg
Leidt u rond!
Leidt u!
Oosten
Oriënteert u!
Werkt u in!
Wijst u de weg!
a las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
de Roberts, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
desaparecidoVerdwenen
Vermiste

en EgiptoAigyptos
Egypte
. El CarpinteroSchrijnwerker
Specht
Timmerman
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se alistóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
planetaPlaneet
Zwerfster
.

PeroDoch
Echter
Maar
démeBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!
la manoDe hand --dijo abriéndoseBeginnend
De rij openend
Open gaand
la harapientaHaveloos
Haveloze
Schamel
Schamele
Sjofel
Sjofele
camisa-Cylindervoering
Hemd
Overhemd
Shirt
-. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
a puntoPrecies goed de quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
disecadoDoorgesneden
Sectie verricht
. MeMe
Mij

consumoConsumptie
Gebruik
Ik consumeer
Ik eet
Ik eet op
Ik gebruik op
Ik maak op
Ik sloop
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verorber
Ik verteer
Verbruik
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, meMe
Mij
consumoConsumptie
Gebruik
Ik consumeer
Ik eet
Ik eet op
Ik gebruik op
Ik maak op
Ik sloop
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verorber
Ik verteer
Verbruik
por falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
de alimentosKosten
Levensmiddelen
Onderhouden
Voedingen
Voedingsmiddelen
Voeren
. PálpemeBetast u!
Bevoelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Ik betast
Ik bevoel
Ik tast
Ik voel
Tast u!
Voelt u!
las costillasGeroosterde varkensribbetjes
Nerven
Ribbels
Ribben
Ribstuk
Ribstukken
y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien
.

PuseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette
la manoDe hand debajo deBeneden
Onder
suHaar
Hun
Uw
Zijn
camisaCylindervoering
Hemd
Overhemd
Shirt
y loDe
Hem
Het
U
toquéIk beroerde
Ik ging
Ik ging over
Ik klepte
Ik klonk
Ik kwam aan
Ik raakte
Ik raakte aan
Ik roerde aan
Ik sloeg
Ik speelde
Ik speelde voor
Ik toucheerde
Ik voerde uit
Ik zat aan
. La pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
tensaGespannen
Haal nauwer aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt nauwer aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Rek uit!
Span!
Strak
Strek!
Wind op!
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
parcheBlad
Folie
Lamel
Mesje
Plaatje
Pleister
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken
, y meMe
Mij

dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
la sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
pasandoAangevend
Aanreikend
Doorbrengend
Doorlatend
Gebeurend
Halend door
Inhalend
Langsgaand
Langskomend
Omkomend
Overgaand
Overkomend
Overstekend
Passerend
Verdrijvend
Vergaand
Verlopend
Verstrijkend
Voorbijgaand
la manoDe hand por una tablaBord
Deel
Lijst
Plank
Tabel
Tablet
Tafel
de lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen
ropaKleding
Kleren
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->