243 TalesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
palabrasBewoordingen
Woorden
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
TersitesThersites, zahiriendoBedillend
Haarklovend
Het lastig makend
Muggenziftend
Vittend
a AgamenónAgamemnon, pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. En
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
el divinoGoddelijk
Goddelijke
Ulises se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
; y mirándolo conDoor
Met
Per
Samen met
torva fazAangezicht, loDe
Hem
Het
U
increpó
duramenteHard:

246 -¡TersitesThersites parlero! AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
seasJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
oradorRedenaar facundo, callaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Verzwijg!
Zwijg!
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
Ge
Gij
Je
Jij
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
disputarBedillen
Disputeren
Haarkloven
Het lastig maken
Kiften
Kijven
Krakelen
Muggenziften
Redetwisten
Ruzie maken
Ruziën
Strijden
Strijden voor
Twisten
Vitten

conDoor
Met
Per
Samen met
los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creo queIk denk dat hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
que Ge
Gij
Je
Jij
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
venidoGekomen
Meegekomen
a Ilio
conDoor
Met
Per
Samen met
los Atridas. Por tantoDaarom
Derhalve
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tomesJij/je accepteert
Jij/je drinkt
Jij/je gebruikt
Jij/je krijgt binnen
Jij/je neemt
Jij/je neemt aan
Jij/je neemt af
Jij/je neemt in
Jij/je nuttigt
Jij/je ontvangt
Jij/je pakt
Jij/je raapt op
Jij/je slaat in
Jij/je slikt in
Jij/je snuift op
Jij/je vat
Jij/je vat aan
en bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
, niEn niet
Evenmin
Noch
los injuriesJij/je beschimpt
Jij/je schimpt
, niEn niet
Evenmin
Noch
pienses enJij/je denkt aan
Jij/je denkt na over
el
regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabemosWij weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
con certezaZeker cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
estoDeze
Dit
acabaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afsluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beëindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal eindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verklungelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkwisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermorsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verspillen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voleindigen
y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
de los aqueos será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn

felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
o desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
Ge
Gij
Je
Jij
denuestas alNaar de
Naar het
Atrida AgamenónAgamemnon, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
los héroesHelden
Heroën
dánaos leHaar
Hem
Het
U

dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
; por estoDaarom
Hierom
loDe
Hem
Het
U
zahieresJij/je bedilt
Jij/je haarklooft
Jij/je maakt het lastig
Jij/je muggenzift
Jij/je vit
. Lo queDat wat
Wat
voy aIk ga naar decirOpgeven
Spreken
Zeggen
se cumpliráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gadeslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal jarig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nakomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal observeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vervullen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal volbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voltrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal waarnemen
: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
vuelvo aIk ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
encontrarteAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden

delirandoDwaze taal uitslaand comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conserveBehoudt u!
Bergt u!
Bespreekt u!
Bewaar
Bewaart u!
Boekt u!
Conserveert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Houdt u open!
Houdt u over!
Houdt u vrij!
Ik behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer
Onderhoudt u!
Reserveert u!
Ulises la cabezaHoofd
Kop
Krop
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los hombrosSchouders, niEn niet
Evenmin
Noch
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt

llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
padrePater
Vader
de TelémacoTelemachus, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
echoIk begin handel te
 drijven met
Ik gooi
Ik gooi erop
Ik heb aandeel in
Ik jaag weg
Ik keil
Ik kondig aan
Ik krijg
Ik laat aan het
 lot over
Ik leg op
Ik maak bekend
Ik maak vast
Ik neem
Ik schat
Ik schenk in
Ik sla uit
Ik smijt
Ik speel een partijtje
Ik speel uit
Ik spreek uit
Ik stort
Ik strooi
Ik stuur weg
Ik tank
Ik treed op in
Ik uit
Ik voeg toe
Ik voer op
Ik wed
Ik wedijver
Ik werp
Ik zeg
Ik zend weg
Ik zet buiten de
 deur
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
, teJe
Jou
despojo(Eetbaar) afval van een
 dier
Afstropen
Beroven
Ik beroof
Ik plunder uit
Ik schud uit
Ik stroop af
Rest
Uitplunderen
Uitschudden
del vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed
(el mantoDeken
Jas
Mantel
Manto
y la túnicaTunica
Tuniek

que cubrenZij/ze bedekken
Zij/ze beleggen
Zij/ze beschermen
Zij/ze dekken
Zij/ze dekken toe
tusJe
Jouw
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
verendas) y teJe
Jou
envíoIk doe toekomen
Ik expedieer
Ik stuur
Ik stuur op
Ik stuur uit
Ik stuur weg
Ik verstuur
Ik verzend
Ik zend
Ik zend af
Ik zend op
Ik zend weg
Zending
llorosoHuilerig
Huilerige
del ágora a las veleras navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen

después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
castigarteBestraffen
Straffen
conDoor
Met
Per
Samen met
afrentosos azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert
.

265 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
, y conDoor
Met
Per
Samen met
el cetroRijksstaf
Scepter
dioleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
un golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
en la espaldaRug y los hombrosSchouders. TersitesThersites
se encorvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om
, mientrasTerwijl una gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
lágrimaTraan caía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van
Ik viel van
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
y un cruento cardenalBlauwe plek
Kardinaal
aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
espaldaRug debajoBeneden
Eronder
Onder
del áureo cetroRijksstaf
Scepter
. SentóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
, turbadoBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Beteuterd
Beteuterde
Van zijn stuk gebracht
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
y dolorido; miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
conDoor
Met
Per
Samen met
aireLucht
de simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele
, y se enjugóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiste af
las lágrimasTranen. EllosHen
Ze
Zij
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
afligidosBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige
, rieronZij/ze lachten conDoor
Met
Per
Samen met
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig

quienDie
Wie
dijera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Ik zegde tegen
Ik zei tegen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
:

272 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
diosesGoden
Godheden
! MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ulises, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
saludablesGeneeskrachtig
Geneeskrachtige
Gezond
Gezonde
Heilzaam
Heilzame
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend
la guerraKrijg
Oorlog
; peroDoch
Echter
Maar
estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
ejecutadoGeëxecuteerd
Nagekomen
Nageleefd
Ter dood gebracht
Terechtgesteld
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Voltrokken
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los argivos: hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

callarVerzwijgen
Zwijgen
alNaar de
Naar het
insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
charlatánBedrieger
Charlatan
Kwakzalver
Praatjesmaker
, cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
osadoBoud
Boude
Brutaal
Brutale
Dapper
Dappere
Ferm
Ferme
Gedurfd
Gewaagd
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Moedig
Moedige
Onbevreesd
Onbevreesde
Onvervaard
Onvervaarde
Stout
Stoute
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Vermetel
Vermetele
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
impulsaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanzetten tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevorderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stimuleren
en loDe
Hem
Het
U
sucesivoOpeenvolgend
Opeenvolgende
Successief
Successieve
Volgend
Volgende
a zaherirBedillen
Haarkloven
Het lastig maken
Muggenziften
Vitten

conDoor
Met
Per
Samen met
injuriosas palabrasBewoordingen
Woorden
a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
.

278 -AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
la multitudDrom
Menigte
Schare
. LevantóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ulises, asolador de ciudadesPlaatsen
Steden
, conDoor
Met
Per
Samen met
el cetroRijksstaf
Scepter
en la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
(Atenea, la de ojosKijkers
Ogen
de lechuzaUil, que, transfigurada en heraldoHeraut
Voorbode
, junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
élHem
Hij
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
, im

pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
para queOpdat
Zodat
todos losAlle aqueos, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste
, oyeranZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
suHaar
Hun
Uw
Zijn

discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog
y meditaranZij/ze bedachten
Zij/ze dachten na
Zij/ze mediteerden
Zij/ze overdachten
Zij/ze peinsden
Zij/ze wikten
Zij/ze zonnen
Zij/ze zonnen op
susHaar
Hun
Uw
Zijn
consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
), y benévoloAardig
Aardige
Gewillig
Gewillige
Goedwillig
Goedwillige
Vriendelijk
Vriendelijke
Welgezind
Welgezinde
Welwillend
Welwillende
los arengóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak toe diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

284 -¡Atrida! Los aqueos, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
cubrirteBedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
de baldón anteSuède
Ten overstaan van
Voor
todos losAlle mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
de
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
articuladaGelede
Geleed
Verbonden
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cumplenZij/ze kijken toe
Zij/ze komen na
Zij/ze leven na
Zij/ze nemen waar
Zij/ze observeren
Zij/ze slaan gade
Zij/ze verrichten
Zij/ze vervullen
Zij/ze voeren uit
Zij/ze volbrengen
Zij/ze voltrekken
Zij/ze zien toe
Zij/ze zijn jarig
lo queDat wat
Wat
teJe
Jou
prometieronZij/ze beloofden
Zij/ze loofden uit
Zij/ze verzegden
Zij/ze zegden toe
Zij/ze zeiden toe
alNaar de
Naar het
venirKomen
Meekomen
de ArgosArgos
Argus
, criador de caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
:
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te iríasJij/je zou afgaan
Jij/je zou je verwijderen
Jij/je zou vertrekken
Jij/je zou weggaan
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
destruirVernielen
Vernietigen
Verwoesten
la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
murada Ilio. CualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
niñosJongens
Kinderen
o viudasOesters
Weduwen
Weduwes
, se lamentanZij/ze jammeren
Zij/ze klagen

unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
y desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen
regresar aTerugkeren naar
Terugkomen naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
. Y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, penosoSmartelijk
Smartelijke
que hayamos deWij moeten volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken

afligidosBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige
. CiertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
que cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
se impacientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest het geduld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ongeduldig
alNaar de
Naar het
mesMaand de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
separadoAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!

Verloop!
Zie!
detenidaAangehouden
Afgehouden
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden
suHaar
Hun
Uw
Zijn
naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
bancosBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Werkbanken
por las borrascasBorra=
Haal door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist uit
Schrap!
Veeg uit!
Wis uit!
Wis!
invernalesWinters
Winterse
y el marZee
alborotadoIn opstand gebracht
Lawaai gemaakt
Leven gemaakt
Onrust verwekt bij
Verontrust
; y nosotrosOns
We
Wij
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
nueve9
Negen
añosJaren, conDoor
Met
Per
Samen met
el presence, que aquíAlhier
Hier
permanecemosWij/we blijven
Wij/we blijven over
Wij/we resten
Wij/we resteren
Wij/we toeven
Wij/we verblijven
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

me enojoIk wind me op, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
los aqueos se impacientenZij/ze verliezen het geduld
Zij/ze worden ongeduldig
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
las cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
; peroDoch
Echter
Maar
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn

bochornoso haberBezitting
Hebben
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
aquíAlhier
Hier
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y volvernosDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
nuestroOns
Onze
Van ons
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
.
TenedHeb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd!
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
, y aguardadSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht!
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, para queOpdat
Zodat
sepamosLaten we kennen
Laten we smaken
Laten we weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
verídica la
predicciónBeduiden
Voorspellen
Voorspelling
Voorzeggen
Waarzeggen
de CalcanteZij/ze calqueren
Zij/ze trekken na
Zij/ze trekken over
Zij/ze volgen slaafs
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
grabadaGegraveerd
Gegrift
Opgenomen
la tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
en la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
, y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
, los queWie
Zij die

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habéisJullie hebben
Jullie zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
arrebatadosAfgenomen
Afgepakt
Uitgelicht
Uitgenomen
Weggehaald
Weggenomen
díaDag
Etmaal
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
díaDag
Etmaal
por las parcasKarig
Karige
Schikgodinnen
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
testigosGetuigen de loDe
Hem
Het
U
queocurrió en Áulide cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se reunieronZij/ze kwamen bijeen
Zij/ze kwamen samen
Zij/ze sloten zich aan
Zij/ze traden toe
Zij/ze vergaderden
Zij/ze werden lid
las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
aqueas que cantosZangkunsten malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
de traerAanbrengen
Aandragen
Bezorgen
Brengen
Meebrengen
Meenemen

a Príamo y a los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen
. En sacrosHeiligbeenderen
Heiligbenen
altaresAltaars
Altaren
inmolábamosWij/we offerden
Wij/we slachtofferden
hecatombesHecatomben
Hecatombes
perfectasIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
a los
inmortales, junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
una fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput
y a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
de un hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
plátanoBanaan
Bananenboom
Pisang
a cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
manabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloot
Ik liep
Ik stroomde
Ik vloeide
Ik vloot

aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
cristalinaKristal-. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
se nos(Aan) ons
Ons
ofrecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
un granGroot
Grote
portento. Un horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje
de rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
espaldaRug,
que el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
OlímpicoOlympisch
Olympische
sacaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Ik behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af
a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
, saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
 lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
 hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
de debajoBeneden
Eronder
Onder
del altarAltaar alNaar de
Naar het
plátanoBanaan
Bananenboom
Pisang
. En la ramaAfdeling
Branche
Tak

cimera de ésteDeze
Dit
hallábanse los hijuelos reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
nacidosGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
de un aveGevogelte
Vogel
, que medrososAngstig
Angstige
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Kopschuw
Kopschuwe
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaard
Vervaarde
Vreesachtig
Vreesachtige
se
acurrucaban debajo deBeneden
Onder
las hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
; eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
ocho8
Acht
, y, conDoor
Met
Per
Samen met
la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
que los parióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven
, nueve9
Negen
. El
dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje
devoróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslond a los pajarillos, que piabanZij/ze kwetterden
Zij/ze piepten
Zij/ze sjilpten
Zij/ze tjilpten
lastimeramente; la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
revoleaba en torno deOm ... heen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
quejándoseAanklagend
Hun beklag doend
Klagend
Zich beklagend
Zijn beklag doend
, y aquélDat
Die
volvióseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
y la cogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
por el alaDe slingerarm, mientrasTerwijl ellaHaar
Ze
Zij
chillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knarste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knetterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze piepte
Ik gilde
Ik knarste
Ik knetterde
Ik krijste
Ik piepte
.
Después queNadat el dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje
se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
alNaar de
Naar het
aveGevogelte
Vogel
y a los polluelosKuikens, el diosGod
Godheid
que loDe
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

mostradoGelaten zien
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond
obróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
en élDaaraan
Erin
un prodigioWonder: el hijoKind
Zoon
del artero Crono transformóloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed van gedrag
 veranderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herschiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om
en piedraHagel
Steen
, y
nosotrosOns
We
Wij
, inmóvilesBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
, admirábamosWij/we bevreemdden
Wij/we bewonderden
Wij/we verbaasden
Wij/we verwonderden
lo queDat wat
Wat
ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
. De este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
, las grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
y
portentosasWonderlijk
Wonderlijke
accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
de los diosesGoden
Godheden
interrumpieronZij/ze interrumpeerden
Zij/ze onderbraken
Zij/ze schorsten
las hecatombesHecatomben
Hecatombes
. Y en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
CalcanteZij/ze calqueren
Zij/ze trekken na
Zij/ze trekken over
Zij/ze volgen slaafs
,
vaticinando, exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
: '¿Por quéWaarom enmudecéisJullie verstommen, melenudos aqueos? El próvido Zeus esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

quienDie
Wie
nos(Aan) ons
Ons
muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
eseDat
Die
prodigioWonder grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
, tardíoLaat
Late
Tardief
Tardieve
Vergevorderd
Vergevorderde
, de lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde
cumplimientoAanvulling
Beleefdheid
Compliment
Gadeslaan
Nakomen
Naleven
Observeren
Plichtpleging
Strikte naleving
Toekijken
Toezien
Toppunt
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Vervulling
Volbrengen
Voleinding
Volmaaktheid
Voltrekken
Waarnemen
, peroDoch
Echter
Maar
cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem

jamásNimmer
Nooit
pereceráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal creperen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ondergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal sneuvelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verongelukken
. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje
devoróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslond a los polluelosKuikens del aveGevogelte
Vogel
y alNaar de
Naar het
aveGevogelte
Vogel
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
, los cualesWie
Zij die

eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
ocho8
Acht
, y, conDoor
Met
Per
Samen met
la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
que los dio a luzHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven
, nueve9
Negen
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
nosotrosOns
We
Wij
combatiremosWij/we zullen bestrijden
Wij/we zullen het opnemen
 tegen
Wij/we zullen kampen
Wij/we zullen strijd voeren
Wij/we zullen strijden
Wij/we zullen vechten
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort

númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
de añosJaren, y alNaar de
Naar het
décimo10e
Tiende
tomaremosWij/we zullen aannemen
Wij/we zullen aanvatten
Wij/we zullen accepteren
Wij/we zullen afnemen
Wij/we zullen binnenkrijgen
Wij/we zullen drinken
Wij/we zullen gebruiken
Wij/we zullen innemen
Wij/we zullen inslaan
Wij/we zullen inslikken
Wij/we zullen nemen
Wij/we zullen nuttigen
Wij/we zullen ontvangen
Wij/we zullen oprapen
Wij/we zullen opsnuiven
Wij/we zullen pakken
Wij/we zullen vatten
la ciudadPlaats
Stad
de anchasBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde
callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten
.' TalDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
lo queDat wat
Wat
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
y
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
cumpliendoGadeslaand
Jarig zijnd
Nakomend
Nalevend
Observerend
Toekijkend
Toeziend
Uitvoerend
Verrichtend
Vervullend
Volbrengend
Voltrekkend
Waarnemend
. ¡EaBoe, aqueos de hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
grebasScheenplaten, quedaosBlijf achter!
Blijf over!
Blijf!
Rest!
Resteer!
Toef!
Verblijf!
Word!
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
hasta queTot
Totdat

tomemosLaten we aannemen
Laten we aanvatten
Laten we accepteren
Laten we afnemen
Laten we binnenkrijgen
Laten we drinken
Laten we gebruiken
Laten we innemen
Laten we inslaan
Laten we inslikken
Laten we nemen
Laten we nuttigen
Laten we ontvangen
Laten we oprapen
Laten we opsnuiven
Laten we pakken
Laten we vatten
Wij/we accepteren
Wij/we drinken
Wij/we gebruiken
Wij/we krijgen binnen
Wij/we nemen
Wij/we nemen aan
Wij/we nemen af
Wij/we nemen in
Wij/we nuttigen
Wij/we ontvangen
Wij/we pakken
Wij/we rapen op
Wij/we slaan in
Wij/we slikken in
Wij/we snuiven op
Wij/we vatten
Wij/we vatten aan
la granGroot
Grote
ciudadPlaats
Stad
de Príamo!

333 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
. Los argivos, conDoor
Met
Per
Samen met
agudosAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
que hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
retumbarDonderen
Dreunen
Weergalmen
Weerklinken
horriblementeVerschrikkelijk las
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, aplaudieronZij/ze applaudisseerden
Zij/ze betuigden adhesie
Zij/ze juichten toe
el discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog
del divinoGoddelijk
Goddelijke
Ulises. Y NéstorNestor, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
gerenio, los arengóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak toe
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

337 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
diosesGoden
Godheden
! HabláisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
niñosJongens
Kinderen
chiquitosHeel klein
Jongentjes
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
ejercitadosGedrild
Geoefend
en los bélicosOorlogs-
trabajosArbeiden
Bewerkingen
Emplooien
Karweien
Verwerkingen
Werken
. ¿QuéWat
Welke
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
nuestrosOnze
Van ons
conveniosAfspraken
Akkoorden
Compromis
Compromissen
Middenwegen
Overeenkomsten
Overeenstemmingen
Schikkingen
Tussenvoorstellen
Verbintenissen
Vergelijken
y juramentosVloeken? ¿Se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, en humoDamp
Rook
los
consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
, los afanesBemoeienissen
Gesjouwen
Hunkeringen
Inspanningen
Jij/je gapt
Jij/je plaagt
Jij/je spant je zeer
 in
Jij/je steelt
Jij/je valt lastig
Jij/je verricht lichamelijk arbeid
Jij/je zwoegt
Moeiten
Pogingen
Spanningen
Uitrekkingen
Zuchten
de los guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige
, los pactosPacten
Verdragen
consagradosGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend
conDoor
Met
Per
Samen met
libaciones de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere

y los apretonesHanddrukken de manosHanden en queWaarin confiábamosWij/we hadden vertrouwen in
Wij/we vertrouwden
Wij/we vertrouwden toe
? Nos(Aan) ons
Ons
entretenemosWij/we amuseren
Wij/we onderhouden
Wij/we vermaken
Wij/we vrolijken op
en contenderTwisten
Wedijveren
conDoor
Met
Per
Samen met

palabrasBewoordingen
Woorden
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term
, y en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
 tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
podidoGekund
Gemogen
encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
un medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
eficazAfdoend
Afdoende
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Efficiënt
Efficiënte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
nuestroOns
Onze
Van ons
intentoIk ben van plan
Ik ben voornemens
Ik beproef
Ik heb voor
Ik pas
Ik pas aan
Ik poog
Ik probeer
Ik probeer uit
Ik stel me voor
Ik toets
Ik tracht
Poging
. ¡Atrida! Ge
Gij
Je
Jij
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
, mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel!
conDoor
Met
Per
Samen met
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing
a
los argivos en el duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
y dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
que se consuman(Zij) gebruiken
Consumeert u!
Eet u op!
Eet u!
Gebruikt u op!
Maakt u op!
Sloopt u!
Teert u op!
Verbruikt u!
Verorbert u!
Verteert u!
Zij/ze consumeren
Zij/ze eten
Zij/ze eten op
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken op
Zij/ze slopen
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verorberen
Zij/ze verteren
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
o dos2
Do's
Twee
Tweede
que en discordanciaDiscordantie
conDoor
Met
Per
Samen met
los demásDe anderen aqueos desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lograranZij/ze behaalden
Zij/ze bereikten
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen door
Zij/ze reikten tot
Zij/ze slaagden
Zij/ze slaagden erin
Zij/ze slaagden in
Zij/ze slaagden voor
Zij/ze speelden klaar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
, regresar aTerugkeren naar
Terugkomen naar
ArgosArgos
Argus
antes deAlvorens te
Voor

saberKennen
Smaken
Weten
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
la promesaBelofte
Toezegging
Uitloving
de Zeus, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
la égidaAegis
Bescherming
Schild
. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yoEgo
Ik
os aseguroIk verzeker jullie que el
prepotente Cronida nos(Aan) ons
Ons
prestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
suHaar
Hun
Uw
Zijn
asentimientoGoedkeuring
Instemming
Toestemming
, relampagueandoBliksemend
Flikkerend
Flitsend
por el diestroBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
y
haciéndonosRakend
Wordend
favorablesBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde
señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens
, el díaDag
Etmaal
en queWaarin los argivos se embarcaronZij/ze gingen aan boord
Zij/ze gingen scheep
en las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de
ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
traer aBrengen naar los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y el destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
. NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, se déHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid
por

volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
haberBezitting
Hebben
Zijn
dormidoGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen
conDoor
Met
Per
Samen met
la esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
de un troyanoTrojaan
Trojaans paard
y haberBezitting
Hebben
Zijn
vengadoGewroken
Wraak genomen
la
huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen
y los gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht
de HelenaHeleen. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
anhelareHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reikhalzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zuchten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zuchten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zwoegen
Ik zal hijgen
Ik zal hunkeren
Ik zal reikhalzen
Ik zal smachten
Ik zal verlangen
Ik zal zuchten
Ik zal zuchten naar
Ik zal zwoegen
el regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
, toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
la negraZwart
Zwarte
naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig

de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
bancosBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Werkbanken
para queOpdat
Zodat
delante deVoor
Vóór
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
y cumplaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik ben jarig
Ik kijk toe
Ik kom na
Ik leef na
Ik neem waar
Ik observeer
Ik sla gade
Ik verricht
Ik vervul
Ik voer uit
Ik volbreng
Ik voltrek
Ik zie toe
Is u jarig!
Kijkt u toe!
Komt u na!
Leeft u na!
Neemt u waar!
Observeert u!
Slaat u gade!
Verricht u!
Vervult u!
Voert u uit!
Volbrengt u!
Voltrekt u!
Ziet u toe!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

dejes deJij/je stopt met pensarDenken tú mismoJezelf y sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
los consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
que nosotrosOns
We
Wij
loDe
Hem
Het
U
damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
despreciable
lo queDat wat
Wat
voy aIk ga naar decirteOpgeven
Spreken
Zeggen
: Agrupa a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
AgamenónAgamemnon, por tribusGeslachten
Stammen
Volksstammen
y
familiasFamilies
Gezinnen
Huisgezinnen
Huizen
, para queOpdat
Zodat
una tribuGeslacht
Stam
Volksstam
ayudeBaat u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
Staat u bij!
Staat u ter zijde!
a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
tribuGeslacht
Stam
Volksstam
y una familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U

hicieresJij/je zal aanmaken
Jij/je zal bedrijven
Jij/je zal doen
Jij/je zal maken
Jij/je zal uitbrengen
Jij/je zal uitrichten
Jij/je zal uitvoeren
y loDe
Hem
Het
U
obedecierenZij/ze zullen gehoorzamen los aqueos, sabrásJij/je zal kennen
Jij/je zal smaken
Jij/je zal weten
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
cuálesWelke jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren
y soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
cobardesLafaards y
cuálesWelke valerososStoutmoedig
Stoutmoedige
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
pelearánZij/ze zullen kampen
Zij/ze zullen ruzie maken
Zij/ze zullen strijd voeren
Zij/ze zullen strijden
Zij/ze zullen vechten
distintamenteHeel anders; y conocerásJij/je zal bekend zijn
 met
Jij/je zal kennen
Jij/je zal kennismaken
Jij/je zal leren kennen
Jij/je zal weten
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
la ciudadPlaats
Stad

por la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
de los diosesGoden
Godheden
o por la cobardíaLafheid de tusJe
Jouw
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
impericia en la guerraKrijg
Oorlog
.

369 Y, respondiéndole, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
AgamenónAgamemnon leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

370 -De nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, superasJij/je blinkt uit
Jij/je gaat te boven
Jij/je komt te boven
Jij/je munt uit
Jij/je overtreft
Jij/je overwint
Jij/je streeft voorbij
en el ágora a los aqueos todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
. OjaláHopelijk, ¡padrePater
Vader
Zeus,
Atenea, ApoloApollo
Apollon
!, tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had
yoEgo
Ik
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los aqueos diez10
Tien
consejerosAdviseurs
Assessoren
Assessors
Bijzitters
Consulenten
Mentoren
Mentors
Raadgevers
Raadsheren
Raadsleden
Raadslieden
semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke
; entoncesDan
Dus
Toen
la
ciudadPlaats
Stad
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Príamo sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
tomadaAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
y destruidaVernield
Vernietigd
Verwoest
por nuestrasOnze
Van ons
manosHanden. PeroDoch
Echter
Maar
Zeus
Cronida, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
la égidaAegis
Bescherming
Schild
, meMe
Mij
envíaDoe toekomen!
Expedieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend!
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
, enredándome en inútilesIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
disputasJij/je bedilt
Jij/je disputeert
Jij/je haarklooft
Jij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt het lastig
Jij/je maakt ruzie
Jij/je muggenzift
Jij/je redetwist
Jij/je ruziet
Jij/je strijdt
Jij/je strijdt voor
Jij/je twist
Jij/je vit
y riñasJij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt ruzie
Jij/je ruziet
Ruzies
.
AquilesAchilles y yoEgo
Ik
peleamosWij/we kampen
Wij/we kampten
Wij/we maakten ruzie
Wij/we maken ruzie
Wij/we streden
Wij/we strijden
Wij/we vechten
Wij/we vochten
Wij/we voerden strijd
Wij/we voeren strijd
conDoor
Met
Per
Samen met
encontradasAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen
razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden
por una jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, y fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
en
irritarmeAanvuren
Irriteren
Opwekken
Prikkelen
Teniet doen
Verbitteren
Vernietigen
Vertoornen
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ambosAlle twee de
Allebei
Beide
procediéramosWij/we gingen voort
Wij/we kwamen voort
Wij/we ontsproten
Wij/we stamden af
Wij/we waren afkomstig
Wij/we waren het gevolg
 van
Wij/we werkten
de acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se diferiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uiteenlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschillen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuiven
Ik zou aanhouden
Ik zou schelen
Ik zou uiteenlopen
Ik zou uitstellen
Ik zou verdagen
Ik zou verschillen
Ik zou verschuiven
niEn niet
Evenmin
Noch
un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
la ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen

de los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, id aGa naar! comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
para queOpdat
Zodat
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
trabemosLaten we binden (saus)
Wij/we binden (saus)
el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
; cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
afileHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scherpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Ik scherp
Ik slijp
Ik wet
Ik zet aan
Scherpt u!
Slijpt u!
Wet u!
Zet u aan!
la
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
, prepare(Hij) maakt klaar
Bereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leid op
Ik maak aan
Ik maak klaar
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar!
el escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord
, Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!
el pastoAas
Grazen
Ik graas
Ik weid
Voer
Weiden
a los corceles de piesPoten
Voeten
ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
a inspeccioneHerziet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt inspectie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reviseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze visiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet na
Houdt u inspectie!
Ik herzie
Ik houd inspectie
Ik inspecteer
Ik kijk na
Ik reviseer
Ik schouw
Ik visiteer
Ik zie na
Inspecteert u!
Kijkt u na!
Reviseert u!
Schouwt u!
Visiteert u!
Ziet u na!
el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
,
apercibiéndoseGewaarwordend
Merkend
Opmerkend
Waarnemend
Zich klaarmakend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el díaDag
Etmaal
nos(Aan) ons
Ons
pondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aan de
 praat krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inschakelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal leggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op gang
 brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal steken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stoppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vlijen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zetten
a pruebaOp proef
Perfekt
el horrendo
AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
. NiEn niet
Evenmin
Noch
un breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de haberBezitting
Hebben
Zijn
siquieraAlthans, hasta queTot
Totdat
la nocheAvond
Nacht
obligueDringt u op!
Dwingt u!
Forceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Ik dring op
Ik dwing
Ik forceer
Ik noodzaak
Ik verplicht
Noodzaakt u!
Verplicht u!
a los
valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige
a separarseScheiden
Uit elkaar gaan
. La correaDe riem del escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord
que alNaar de
Naar het
combatienteStrijder cubre(Hij) bedekt
Bedek
Bedek!
Beleg!
Bescherm!
Dek toe!
Dek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
, sudaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal transpireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zweten
en
tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
del pechoBoezem
Borst
; el brazoArm se fatigaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afbeulen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afjakkeren
conDoor
Met
Per
Samen met
el manejoBediening
Ik rijd
Rijden
de la lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
sudaránZij/ze zullen transpireren
Zij/ze zullen zweten
los
corceles arrastrandoMeesleurend
Slepend
Trekkend
Voorttrekkend
los pulimentadosGeboend
Gepoetst
Gepolijst
Geschuurd
Gewreven
Gezoet
carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens
. Y aquélDat
Die
que se quedeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
voluntariamenteVrijwillig en
las corvasGebogen
Kniebogen
Knieholten
Knieholtes
Krom
Kromme
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
de la batallaDe wielbasis, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se librará deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontkomen aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijkomen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijlopen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich behoeden
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich hoeden
 voor
los perrosHonden
Rekels
Reuen
y de las
avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld
de rapiña.

394 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
. Los argivos promovíanZij/ze bevorderden
Zij/ze promoveerden
Zij/ze verhoogden
granGroot
Grote
clamoreo, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
las olasBaren
Golven
Gulpen
, movidasBewogen
Druk
Drukke
Geroerd
Veelbewogen
Verroerd

por el NotoIk bemerk
Ik merk
Ik merk op
Ik noteer
Ik schrijf op
Ik stel te boek
Ik teken aan
, batenZij/ze houwen
Zij/ze klappen
Zij/ze kloppen
Zij/ze meppen
Zij/ze roeren
Zij/ze roeren door
Zij/ze roeren om
Zij/ze slaan
un elevadoBevorderd
Getild
Hoog
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
riscoSteile rots que se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit
sobre elOp de
Op het
marZee y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
to dejanU laat
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
 steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen
mientrasTerwijl
soplanZij/ze blazen
Zij/ze blazen uit
Zij/ze geven in
Zij/ze inspireren
Zij/ze waaien
los vientosWinden en contrariasNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegengesteld
Tegengestelde
direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend
, se dispersaronZij/ze scheidden
Zij/ze scheidden af
Zij/ze schiftten
Zij/ze veroorzaakten kleurschifting
Zij/ze zonderden af
por las
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, encendieronZij/ze belichtten
Zij/ze brandden
Zij/ze deden aan
Zij/ze deden het licht
 aan
Zij/ze deden ontbranden
Zij/ze lichtten voor
Zij/ze maakten aan
Zij/ze ontstaken
Zij/ze staken aan
Zij/ze staken het licht
 aan
Zij/ze stookten
Zij/ze verbrandden
Zij/ze verlichtten
Zij/ze zetten aan
lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur
en las tiendasBoetieks
Huiven
Jij/je breidt uit
Jij/je houdt op
Jij/je ontvouwt
Jij/je rekt
Jij/je spreidt
Jij/je spreidt uit
Jij/je steekt uit
Jij/je strekt
Jij/je strekt uit
Kampeertenten
Tenten
Winkels
Zaken
, tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
y ofrecieronZij/ze boden
Zij/ze boden aan
Zij/ze boden te koop
 aan
Zij/ze droegen voor
Zij/ze loofden uit
Zij/ze sloegen voor
Zij/ze stelden voor
sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen
,
quiénesWie a uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
, quiénesWie a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
de los sempiternosEeuwig
Eeuwige
diosesGoden
Godheden
, para queOpdat
Zodat
los librasenZij/ze bevrijdden de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden

y del fatigosoVermoeiend
Vermoeiende
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
. AgamenónAgamemnon, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, inmolóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtofferde
un pingüe bueyNoordzeekrab
Os
Rund
de
cinco5
Vijf
añosJaren alNaar de
Naar het
prepotente Cronión, habiendoHebbend
Zijnd
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
a los principalesBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden

de los aqueos todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
: primeramenteAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst
a NéstorNestor y alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Idomeneo, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
a entrambosAlle twee de
Allebei
Beide

Ayantes y alNaar de
Naar het
hijoKind
Zoon
de Tideo, y en sexto6e
Zesde
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
a Ulises, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
a Zeus en prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
. Espontáneamente
se presentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
MenelaoMenelaos, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
lo queDat wat
Wat
suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanoBroeder
Broer
Frater

estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend
. ColocaronseZij/ze brachten onder
Zij/ze deden
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze plaatsten
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten neer
Zij/ze zetten uit
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
del bueyNoordzeekrab
Os
Rund
y tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
la molaGrammolecuul
Mol
. Y puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
en
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
, el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
AgamenónAgamemnon oróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bad diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

412 -¡Zeus gloriosísimo, máximoGrootste
Maximaal
Maximale
Maximum
Maximum-
, que amontonasJij/je stapelt op las sombríasDonker
Donkere
Somber
Sombere
nubesWolken y vivesJij/je leeft
Jij/je woont
en el éterEther!
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se pongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
el solSol
Zon
niEn niet
Evenmin
Noch
sobrevenga la obscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vaagheid
Vergetelheid
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que yoEgo
Ik
destruyaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoest
Ik verniel
Ik vernietig
Ik verwoest
Vernielt u!
Vernietigt u!
Verwoest u!
el palacioPaleis de
Príamo, entregándolo a las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren
; pegue(Het) plakt
Bakt u aan!
Beukt u!
Hecht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Houwt u!
Ik bak aan
Ik beuk
Ik hecht
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik lijm
Ik mep
Ik naai vast
Ik plak
Ik plak vast
Ik ransel af
Ik sla
Ik tuig af
Ik zet aan
Klapt u!
Klopt u!
Lijmt u!
Mept u!
Naait u vast!
Plakt u vast!
Plakt u!
Ranselt u af!
Slaat u!
Tuigt u af!
Zet u aan!
vorazVernietigend
Vernietigende
Verslindend
Verslindende
fuegoVuur a las puertasDeuren
Poorten
Portieren
; rompa(Het) breekt
Breekt u af!
Breekt u door!
Breekt u stuk!
Breekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Ik breek
Ik breek af
Ik breek door
Ik breek stuk
Ik maak kapot
Ik schend
Ik verbreek
Maakt u kapot!
Schendt u!
Verbreekt u!
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!

la corazaBepantsering
Harnas
Kuras
Pantser
Rusting
de HéctorHektor en suHaar
Hun
Uw
Zijn
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
pechoBoezem
Borst
, y veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
a muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
caídosAfgevallen
Gelaten vallen
Geraakt
Gevallen
Neergevallen
Verschoten
Vervallen
de
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
en el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof
y mordiendoBeitsend
Bijtend
Happend
Knauwend
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
!

419 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
; peroDoch
Echter
Maar
el Cronión noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
accedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens
y, aceptandoAannemend
Accepterend
Ontvangend
los sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen
, preparólesHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

envidiableBenijdenswaardig
Benijdenswaardige
laborArbeiden
Werk
Werken
. HechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
la rogativa y esparcidaBestrooid
Uitgespreid
Verdeeld
Verspreid
Verspreide
la molaGrammolecuul
Mol
, cogieronZij/ze bemachtigden
Zij/ze gingen halen
Zij/ze grepen
Zij/ze grepen aan
Zij/ze grepen vast
Zij/ze haalden
Zij/ze namen
Zij/ze namen beet
Zij/ze pakten
Zij/ze pakten beet
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze raapten op
Zij/ze tokkelden
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
las víctimasDupes
Getroffenen
Slachtoffers
por la
cabezaHoofd
Kop
Krop
, que tiraronZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze gooiden weg
Zij/ze paften
Zij/ze schoten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze trokken
Zij/ze vuurden
Zij/ze wierpen omver
Zij/ze wierpen uit
hacia atrásAchteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
, y las degollaron y desollaronZij/ze stroopten af
Zij/ze vilden
; cortaronZij/ze braken af
Zij/ze hakten
Zij/ze hieuwen
Zij/ze kapten
Zij/ze knipten
Zij/ze onthoofdden
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze rukten af
Zij/ze schakelden uit
Zij/ze scheurden weg
Zij/ze schoren
Zij/ze sloegen het hoofd
 af
Zij/ze sneden
Zij/ze sneden door
Zij/ze snerpten
Zij/ze snoeiden
Zij/ze verrichtten sectie
los muslosBouten
Bovenbenen
Dijen
, y
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
pringarlos conDoor
Met
Per
Samen met
gorduraVet por uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
y otro ladoOverkant
Overzijde
y de cubrirlosBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met
trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken
de carneVlees,
los quemaron(Zij) verbrandden
Zij/ze brandden
Zij/ze brandden af
Zij/ze verbrandden
Zij/ze verschroeiden
conDoor
Met
Per
Samen met
leñaBrandhout sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
; y atravesandoAfleggend
Aflopend
Doorgaand
Doorkomend
Doorkruisend
Doormakend
Doortrekkend
Gaand door
Overgaand
Overlopend
Overstekend
Te boven gaand
las entrañasIngewanden conDoor
Met
Per
Samen met
los asadoresBraadspitten
Grillrestaurants
Speten
Spitten
, las pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
 praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer

alNaar de
Naar het
fuegoVuur. QuemadosAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid
los muslosBouten
Bovenbenen
Dijen
, probaronZij/ze adstrueerden
Zij/ze beproefden
Zij/ze bewezen
Zij/ze bezochten
Zij/ze maakten waar
Zij/ze pasten
Zij/ze pasten aan
Zij/ze probeerden
Zij/ze probeerden uit
Zij/ze proefden
Zij/ze staafden
Zij/ze stelden op de
 proef
Zij/ze toetsten
Zij/ze toonden aan
Zij/ze wezen uit
las entrañasIngewanden; y dividiendoAfbrekend
Delend
Opsplitsend
Splitsend
Verdelend
to restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere
en
pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
, atravesáronlo conDoor
Met
Per
Samen met
pinchosBrochettes
Canapés
Hapjes
Loogkruiden
Spiesen
Stekels
Tapa's
Tapas
, to asaronZij/ze braadden
Zij/ze brandden
Zij/ze roosterden
cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam
y loDe
Hem
Het
U
reRe

tiraronZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze gooiden weg
Zij/ze paften
Zij/ze schoten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze trokken
Zij/ze vuurden
Zij/ze wierpen omver
Zij/ze wierpen uit
del fuegoVuur. TerminadaAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
la faenaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Karwei
Slacht!
Werk
Werk!
y dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
el festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij
, comieronZij/ze aten
Zij/ze bikten
Zij/ze gebruikten
Zij/ze gebruikten het middagmaal
Zij/ze lunchten
Zij/ze nuttigden
Zij/ze vraten
y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
carecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
de
suHaar
Hun
Uw
Zijn
respectivaRespectief
Respectieve
porciónDeel
Gedeelte
Onderdeel
Part
Portie
Stuk
. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
hubieronZij/ze hadden
Zij/ze waren
satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de beberDrinken
Gebruiken
y de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
, NéstorNestor,
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
gerenio, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a decirlesOpgeven
Spreken
Zeggen
:

434-¡Atrida gloriosísimo, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, AgamenónAgamemnon! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
entretengamosLaten we amuseren
Laten we onderhouden
Laten we opvrolijken
Laten we vermaken
Wij/we amuseren
Wij/we onderhouden
Wij/we vermaken
Wij/we vrolijken op
en hablarConverseren
Praten
Spreken
,
niEn niet
Evenmin
Noch
difiramosLaten we aanhouden
Laten we schelen
Laten we uiteenlopen
Laten we uitstellen
Laten we verdagen
Laten we verschillen
Laten we verschuiven
Wij/we houden aan
Wij/we lopen uiteen
Wij/we schelen
Wij/we stellen uit
Wij/we verdagen
Wij/we verschillen
Wij/we verschuiven
por másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
la empresaBedrijf
Industrie
Onderneming
que un diosGod
Godheid
pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
en nuestrasOnze
Van ons
manosHanden. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, eaBoe, los
heraldosHerauten
Voorboden
Voorbodes
de los aqueos, de broncíneas corazasBepantseringen
Harnassen
Kurassen
Pantsers
Rustingen
, pregonenBazuint u rond!
Maakt u openbaar bekend!
Zij/ze bazuinen rond
Zij/ze maken openbaar bekend
que el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
se reúnaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergadert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt lid
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat

los bajeles(Het) gaat omlaag
Daalt u af!
Daalt u!
Gaat u naar beneden
 uitstappen!
Gaat u naar beneden!
Geeft u korting!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Kort u!
Laat u neer!
Slaat u af!
Stapt u af!
Stapt u uit!
Trekt u af!
Verlaagt u!
Verzakt u!
Zakt u weg!
Zakt u!
Zinkt u!
, y nosotrosOns
We
Wij
recorramosLaten we afleggen
Laten we aflopen
Laten we bereizen
Laten we doorgaan
Laten we doorreizen
Laten we doortrekken
Laten we gaan door
Laten we rondreizen
Wij/we bereizen
Wij/we gaan door
Wij/we leggen af
Wij/we lopen af
Wij/we reizen door
Wij/we reizen rond
Wij/we trekken door
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
el espaciosoRuim
Ruime
campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
promoverBevorderen
Promoveren
Verhogen
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant

antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
un vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
.

441 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
; y AgamenónAgamemnon, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
desobedecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde niet. AlNaar de
Naar het
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
dispusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltooide
que
los heraldosHerauten
Voorboden
Voorbodes
de vozInspraak
Stem
Stemgeluid
sonoraSchoonklinkend
Schoonklinkende
Sonora
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende
llamaranZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden
alNaar de
Naar het
combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
a los melenudos aqueos; hízose el
pregón, y ellosHen
Ze
Zij
se reunieronZij/ze kwamen bijeen
Zij/ze kwamen samen
Zij/ze sloten zich aan
Zij/ze traden toe
Zij/ze vergaderden
Zij/ze werden lid
prontamente. El Atrida y los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
, alumnosLeerlingen de Zeus, hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit

formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen
a los guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige
, y los acompañabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelde
Ik accompagneerde
Ik begeleidde
Ik ging mee
Ik liep mee
Ik vergezelde
Atenea, la de ojosKijkers
Ogen
de lechuzaUil, llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend
la
preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
inmortal égidaAegis
Bescherming
Schild
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
envejeceBesterf (van wild)!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besterft (van wild)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in verval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze takelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroudert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gebrekkig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt oud
Laat rijpen!
Raak in verval!
Takel af!
Vergrijs!
Verouder!
Verval!
Word gebrekkig!
Word oud!
y de la cualWaarvan cuelganZij/ze hangen
Zij/ze hangen op
Zij/ze knopen op
cien100
Honderd
áureos borlones, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

labradosBewerkt
Gebeiteld
Geslepen
Verwerkt
y del valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
de cien100
Honderd
bueyesNoordzeekrabben
Ossen
Runderen
cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
. Con ellaDaarmee en la manoDe hand, movíaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde
Ik bewoog
Ik roerde
Ik verroerde
la diosaGodin entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

los aqueos, instigábalos a salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
alNaar de
Naar het
campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
y poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
fortalezaVesting en susHaar
Hun
Uw
Zijn
corazonesHarten
Klokhuizen
para queOpdat
Zodat

pelearanZij/ze kampten
Zij/ze maakten ruzie
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd
y combatieranZij/ze bestreden
Zij/ze kampten
Zij/ze namen het op
 tegen
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten
. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
lesHen
Hun
U
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige
el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
, que
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
en las cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
.

455 CualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
se columbraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Vermoed!
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
el resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
de un incendioBrand
Ik steek in brand
Vuurzee
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
el vorazVernietigend
Vernietigende
Verslindend
Verslindende
fuegoVuur
se propagaGeef af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Plant voort!
Verbreid!
Verspreid!
por vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
selvaOerwoud en la cumbreBergtop
Kruin
de un monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
el brilloGlans
Ik blink
Ik glans
Ik schijn
Ik schitter
de las broncíneas armadurasAnkers
Armaturen
Vakwerken

de los queWie
Zij die
se poníanZij/ze deden aan
Zij/ze deden op
Zij/ze kleedden zich aan
Zij/ze smeerden
Zij/ze smeerden in
Zij/ze stelden zich aan
Zij/ze trokken aan
Zij/ze werden
en marchaIngeschakeld llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
a travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed
del éterEther.

459 De la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que las alígeras avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld
-gansosGanzen, grullasKraanvogels o cisnesZwanen cuellilargos- se posanZij/ze bezinken en
numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke
bandadasBenden
Bendes
y chillandoGillend
Knarsend
Knetterend
Krijsend
Piepend
en la praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland
AsiaAzië, cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
la corrienteDe stroom del CaístroCaí=
Ik geraakte
Ik liet vallen
Ik verschoot
Ik verviel
Ik viel
Ik viel af
Ik viel neer
,
vuelanZij/ze vliegen acáAlhier
Daar
Hier
y alláDaar ufanas de susHaar
Hun
Uw
Zijn
alasVlerken
Vleugelen
Vleugels
, y el campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
resuenaGalm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze galmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resoneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklinkt
Resoneer!
Weergalm!
Weerklink!
; de esta maneraZo las numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke

huestesHue=
Hue
afluíanZij/ze stroomden in de las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
y tiendasBoetieks
Huiven
Jij/je breidt uit
Jij/je houdt op
Jij/je ontvouwt
Jij/je rekt
Jij/je spreidt
Jij/je spreidt uit
Jij/je steekt uit
Jij/je strekt
Jij/je strekt uit
Kampeertenten
Tenten
Winkels
Zaken
a la llanuraPrairie
Vlak
Vlakte
escamandria y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
retumbabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze donderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklonk
Ik donderde
Ik dreunde
Ik weergalmde
Ik weerklonk

horriblementeVerschrikkelijk bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
los piesPoten
Voeten
de los guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige
y de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
. Y los queWie
Zij die
en el floridoBloemrijk
Bloemrijke

pradoBeemd
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland
del Escamandrio llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
a juntarseAansluiten
Samenkomen
Zich aaneensluiten
Zich verenigen
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze
; tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
, cuantasHoeveel ook
Van allen
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
las
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
y Bores que en la primaveraLente
Sleutelbloem
Stengelloze primula
Stengelloze sleutelbloem
Voorjaar
nacenZij/ze ontluiken
Zij/ze ontstaan
Zij/ze spruiten
Zij/ze worden geboren
.

469 ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
enjambresBijenzwermen
Drommen
Jij/je zwermt uit
Zwermen
copiosos de moscasVliegen que en la primaveral estaciónHalte
Jaargetij
Jaargetijde
Seizoen
Statie
Station
Stationsgebouw
vuelanZij/ze vliegen
agrupadasGegroepeerd
Gegroepeerde
por el establoStal del pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la lecheMelk llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
los tarrosPotjes
Potten
, en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
granGroot
Grote
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer

reuniéronse en la llanuraPrairie
Vlak
Vlakte
los melenudos aqueos, deseososVerlangend
Verlangende
de acabarAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen
conDoor
Met
Per
Samen met
los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen
.

474 PoníanlosZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
 praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top
de batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis
fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers
separanZij/ze halen uit elkaar
Zij/ze scheiden
Zij/ze scheiden af
Zij/ze schiften
Zij/ze zonderen af

las cabrasGeiten de grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
rebañosDriften
Kudden
Kuddes
Roedels
Veestapels
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
 de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich
en el pastoAas
Grazen
Ik graas
Ik weid
Voer
Weiden
; y en medioMiddenin aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen
el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk

AgamenónAgamemnon, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
en la cabezaHoofd
Kop
Krop
y en los ojosKijkers
Ogen
a Zeus, que se gozaGeniet van!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigt zich in
Verheug je in!
Verlustig je in!
en lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen

rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen
, en el cinturónCeintuur
Gordel
Riem
Zone
, a AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
, y en el pechoBoezem
Borst
, a Posidón. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en el hato el machoDraadtap
Gast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Mannetje
Manspersoon
Vent
vacunoIk ent in
Ik vaccineer
Rund
Rundvee

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el toroBul
Stier
Toro
Torus
, que sobresaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las vacasKoeien
Runderen
reunidasGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld
, de igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
maneraManier
Trant
Wijze
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit

Zeus que AgamenónAgamemnon fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
aquelDat
Die
díaDag
Etmaal
insigne y eximio entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
héroesHelden
Heroën
.

484 DecidmeGeef op!
Spreek!
Zeg!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, MusasMuzen que poseéisJullie beheersen
Jullie bezitten
Jullie hebben
Jullie houden erop na
Jullie kennen grondig
Jullie zijn rijk
olímpicosOlympisch
Olympische
palaciosPaleizen y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
diosasGodinnen loDe
Hem
Het
U
presenciáisJullie wonen bij
Jullie zijn aanwezig bij
Jullie zijn getuige van
Jullie zijn tegenwoordig bij

y conocéisJullie kennen
Jullie leren kennen
Jullie maken kennis
Jullie weten
Jullie zijn bekend met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, mientras queTerwijl nosotrosOns
We
Wij
oímosWij/we hoorden
Wij/we horen
Wij/we vernamen
Wij/we vernemen
Wij/we verstaan
Wij/we verstonden
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
la famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep
y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
sabemosWij weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten
,
cuálesWelke eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
y príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten
de los dánaos. A la muchedumbreDrom
Menigte
Schare
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen

enumerarlaAftellen
Neertellen
Opsommen
Tellen
niEn niet
Evenmin
Noch
nombrarlaAanstellen
Benoemen
Heten
Noemen
Uitmaken voor
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had
diez10
Tien
lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen
, diez10
Tien
bocasBekken
Monden
Mondingen
Snaters
, vozInspraak
Stem
Stemgeluid
infatigableOnvermoeibaar
Onvermoeibare
y
corazónHart
Klokhuis
de bronceBrons: sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
las MusasMuzen olímpicasOlympisch
Olympische
, hijasDochters de Zeus, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
la égidaAegis
Bescherming
Schild
, podríanZij/ze zouden kunnen
Zij/ze zouden mogen

decirOpgeven
Spreken
Zeggen
cuántosHoelang
Hoeveel
a Ilio fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
. PeroDoch
Echter
Maar
mencionaréIk zal gewag maken
 van
Ik zal melden
Ik zal noemen
Ik zal vermelden
los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
y las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.

494 MandabanZij/ze bevalen
Zij/ze commandeerden
Zij/ze gelastten
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden
Zij/ze voerden aan
Zij/ze voerden het bevel
a los beocios Penéleo, Leito, Arcesilao, Protoenor y Clonio. Los quecultivaban los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden
de Hiria, Áulide pétreaKeihard
Keiharde
Steenachtig
Steenachtige
Stenen
, Esqueno, Escolo, Eteono fragosa, TespíaTe=
Je
Jou
,
Grea y la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
Micaleso, los queWie
Zij die
moraban en Harma, Ilesio y Eritras; los queWie
Zij die
residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden
en
Eleón, HilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spint
Pluksel
Span!
Spin!
, Peteón, Ocálea, Medeón, ciudadPlaats
Stad
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden
, CopasBekers
Bokalen
Borrels
Cups
Drankjes
Drinkbekers
Glaasjes
Glazen
, Eutresis y Tisbe,
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
en palomasDuiven
Houtduiven
Ringduiven
Woudduiven
; los queWie
Zij die
habítaban en Coronea, Haliarto herbosa, PlateaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzilvert
Platea
Verzilver!
y Glisante;
los queWie
Zij die
poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht
ciudadPlaats
Stad
de Hipotebas, la sacra Onquesto, deliciosoHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere

bosqueBos
Woud
de Posidón, y las ciudadesPlaatsen
Steden
de Arne, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
en uvasDruiven
Wijndruiven
, Midea, Nisa divinaGoddelijk
Goddelijke
y

Antedón fronterizaGrens-
Van de grens
: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
estosDeze
Dezen
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
en cincuenta50
Vijftig
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
. En cada unaElk se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand

embarcadoAan boord gegaan
Ingestapt
ciento100
Honderd
veinte20
Twintig
beocios.

511 De los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Aspledón y OrcómenoOrchomenus Minieo eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
AscálafoAscalaphus yYálmeno, hijosKinderen
Zonen
Zoons
de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
y de Astíoque, que los habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dado a luzBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht
en el palacioPaleis de Áctor
AzidaAzide. Astíoque, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
virgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere
ruborosa, subióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
alNaar de
Naar het
pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
 voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer
superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
, y el terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
diosGod
Godheid
se unióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot zich aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde zich

con ellaDaarmee clandestinamenteClandestien. Treinta30
Dertig
cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top
los seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

517 MandabanZij/ze bevalen
Zij/ze commandeerden
Zij/ze gelastten
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden
Zij/ze voerden aan
Zij/ze voerden het bevel
a los foceos Esquedio y Epístrofo, hijosKinderen
Zonen
Zoons
del magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige
Ífito Naubólida.
Los de CiparisoKyparissos, PitónPython pedregosa, CrisaChryse divinaGoddelijk
Goddelijke
, Dáulide y Panopeo; los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en
Anemoria, Jámpolis y la riberaOever del divinal ríoIk lach
Rivier
Stroom
CefisoCephisus; los queWie
Zij die
poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
la ciudadPlaats
Stad
de Lilea
en las fuentesBronnen
Fonteinen
Opdienborden
Schalen
Schotels
Welputten
Wellen
del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
ríoIk lach
Rivier
Stroom
: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
éstosDeze habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
en cuarenta40
Veertig
negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
. Los
caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
ordenabanZij/ze bestelden
Zij/ze bevalen
Zij/ze gelastten
Zij/ze ruimden op
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden
entoncesDan
Dus
Toen
las filasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
de los focios, que en las batallasGevechten
Jij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Kampen
Slagen
Strijden
Veldslagen
combatíanZij/ze bestreden
Zij/ze kampten
Zij/ze namen het op
 tegen
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd
a la
izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse
de los beocios.

527 AcaudillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel
a los locrios que vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden
en Cino, Opunte, Calíaro, BesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen!
, Escarfe,
AugíasAugias amenaLief
Lieve
, Tarfe y Tronio, a orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen
del Boagrio, el ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
Ayante de OileoOileus, menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
,
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
que Ayante Telamonio: eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
bajo deIk haal van cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
corazaBepantsering
Harnas
Kuras
Pantser
Rusting
de linoLijnzaad
Vezelvlas
Vlas
y en el
manejoBediening
Ik rijd
Rijden
de la lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
superabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muntte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde voorbij
Ik blonk uit
Ik ging te boven
Ik kwam te boven
Ik muntte uit
Ik overtrof
Ik overwon
Ik streefde voorbij
a todos losAlle helenos y aqueos. SeguíanloZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
cuarenta40
Veertig
negrasZwart
Zwarte

navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, en las cualesDe welken
Wie
Zij die
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
venidoGekomen
Meegekomen
los locrios que vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a11á de la sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
EubeaEuboea.

536 Los abantes de EubeaEuboea, que respirabanZij/ze ademden
Zij/ze haalden adem
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
y residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden
en CalcisChalkis, EretriaEretria, Histiea,
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
en uvasDruiven
Wijndruiven
, Cerinto marítimaZee-, Dío, ciudadPlaats
Stad
excelsa, Caristo y EstiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt uit (van
 deeg)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Rek uit!
Rol uit (van deeg)!
Strek uit
Strek!
, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

capitaneadosAangevoerd
Bestuurd
Geregeerd
por el magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige
Elefénor Calcodontíada, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
. ConDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke

caudilloAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Opperhoofd
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
los ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
abantes, que dejaban(Zij) lieten
Zij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden
crecerAangroeien
Aanwassen
Gedijen
Groeien
Toenemen
Wassen
la cabelleraHaar en la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
posteriorAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende

de la cabezaHoofd
Kop
Krop
: eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
belicososOorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
y deseabanZij/ze ambieerden
Zij/ze aspireerden
Zij/ze begeerden
Zij/ze dongen naar
Zij/ze haakten naar
Zij/ze hadden trek in
Zij/ze hunkerden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen na
Zij/ze smachtten
Zij/ze smachtten naar
Zij/ze snakten naar
Zij/ze streefden na
Zij/ze streefden naar
Zij/ze verkozen
Zij/ze verlangden
Zij/ze wensten
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
de fresnoEs
Fraxinus
Fresno
Gewone es
las
corazasBepantseringen
Harnassen
Kurassen
Pantsers
Rustingen
en los pechosBoezems
Borsten
de los enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
. SeguíanloZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
cuarenta40
Veertig
negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
.

546 Los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht
ciudadPlaats
Stad
de AtenasAthene y constituíanZij/ze maakten uit
Zij/ze stelden samen
Zij/ze vormden
el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
del
magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige
ErecteoErechtheus, a quienDie
Wie
Atenea, hijaDochter de Zeus, crió -habíaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dado a luzBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht
la fértilVruchtbaar
Vruchtbare

tierray pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
temploBedehuis
Godshuis
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Tempel
de AtenasAthene, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
atenienses ofrecenZij/ze bieden
Zij/ze bieden aan
Zij/ze bieden te koop
 aan
Zij/ze dragen voor
Zij/ze loven uit
Zij/ze slaan voor
Zij/ze stellen voor
todos losAlle añosJaren
sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen
propiciatorios de torosBullen
Stieren
Torussen
y corderosLammeren a la diosaGodin, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
por jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
a Menesteo, hijoKind
Zoon

de Péteo. NingúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
éseDat
Die
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top
de batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
a los
que combatíanZij/ze bestreden
Zij/ze kampten
Zij/ze namen het op
 tegen
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd
en carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
a los peonesPionnen
Pions
armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet
de escudosBorden
Bordjes
Escudo's
Schilden
Uithangborden
; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
NéstorNestor competíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concurreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Ik concurreerde
Ik dong mee
Ik wedijverde

con élDaarmee, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
. Cincuenta50
Vijftig
negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
to seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

557 Ayante habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
de SalaminaSalamina
Salamis
conDoor
Met
Per
Samen met
doce12
Twaalf
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, que colocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
las falangesFalanxen
Kootjes

atenienses.

559 Los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de ArgosArgos
Argus
, TirintoTiryns amurallada, Hermíone y Ásine en profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
golfoGolf
situadasGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd
, Trecén, Eyones y EpidauroEpidaurus, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
en videsDruiven
Druivenbladen
Druivenbladeren
Druivenblaren
Wijnstokken
Wingerden
Wingerds
, y los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
aqueos de EginaAegina
Egina

y Masete, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
acaudilladosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Het bevel gevoerd
por DiomedesDiomedes, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
; Esténelo, hijoKind
Zoon
del famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde

Capaneo, y EuríaloEuryalus, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
a un diosGod
Godheid
, que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
por padrePater
Vader
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Mecisteo Talayónida. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was

jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
DiomedesDiomedes, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
. Ochenta80
Tachtig
negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
los seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

569 Los queWie
Zij die
poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden
ciudadPlaats
Stad
de MicenasMycene, la opulentaWeelderig
Weelderige
CorintoCorintië
Korinthe
y la
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht
Cleonas; los queWie
Zij die
cultivabanZij/ze bebouwden
Zij/ze beschaafden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze kweekten
Zij/ze kweekten aan
Zij/ze plantten aan
Zij/ze teelden
Zij/ze verbouwden
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
en Ornías, Aretírea deleitosa y SiciónSicyon,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
antiguamenteEertijds
Voorheen
Vroeger
reinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak boven anderen
 uit
Adrasto; los queWie
Zij die
residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden
en Hiperesia y Gonoesa excelsa, y los
que habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Pelene, Egio, el Egíalo todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
y la espaciosaRuim
Ruime
HéliceHelix
Propeller
Schroef
Schroefdraad
Schroeflijn
Spiraal
Spiraallijn
: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
éstosDeze habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren

llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
en cien100
Honderd
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
a las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
AgamenónAgamemnon Atrida. MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere
y valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige

varonesGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten
condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
que entoncesDan
Dus
Toen
vestíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Ik kleedde
Ik kleedde aan
Ik omkleedde
Ik stond
el luciente bronceBrons, ufano de sobresalirErbovenuit komen
Uitspringen
Uitstaan
Uitsteken
Vooruitspringen
Vooruitsteken

entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
todos losAlle héroesHelden
Heroën
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
y por mandarAanvoeren
Bevelen
Commanderen
Gelasten
Het bevel voeren
Sommeren
Sturen
Verordenen
Voorschrijven
a mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.

581 Los de la hondaDiep
Diepe
y cavernosa Lacedemonia que residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden
en Faris, EspartaSparta y MesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
,
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
en palomasDuiven
Houtduiven
Ringduiven
Woudduiven
; moraban en Brisías o AugíasAugias amenaLief
Lieve
; poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
las ciudadesPlaatsen
Steden
deAmiclas y HelosBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
marítimaZee-, y habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Laa y Étilo: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
éstosDeze llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
en sesenta60
Zestig

navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
alNaar de
Naar het
mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering
del hermanoBroeder
Broer
Frater
de AgamenónAgamemnon, de MenelaoMenelaos, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
en el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
, y se

armabanZij/ze bewapenden
Zij/ze wapenden
Zij/ze zetten in elkaar
formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
unidadEendracht
Eenheid
Eensgezindheid
Les
Uniteit
Vereniging
aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
. MenelaoMenelaos, impulsadoAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
propioEigen ardorHevige warmte
Hitte
Ijver
Levendigheid
Vurig verlangen
Vuur
, los animabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze animeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monterde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze porde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Ik animeerde
Ik bemoedigde
Ik bezielde
Ik moedigde aan
Ik monterde op
Ik porde aan
Ik prikkelde
Ik spoorde aan
Ik stimuleerde
Ik verlevendigde
Ik vrolijkte op
Ik vuurde aan
Ik wakkerde aan
Ik wekte op
Ik zette aan
a
combatirBestrijden
Het opnemen tegen
Kampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten
y anhelabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegde
Ik hijgde
Ik hunkerde
Ik reikhalsde
Ik smachtte
Ik verlangde
Ik zuchtte
Ik zuchtte naar
Ik zwoegde
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
vengarWraak nemen
Wreken
la huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen
y los gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht
de HelenaHeleen.

591 Los queWie
Zij die
cultivabanZij/ze bebouwden
Zij/ze beschaafden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze kweekten
Zij/ze kweekten aan
Zij/ze plantten aan
Zij/ze teelden
Zij/ze verbouwden
el campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
en PilosPylos, Arene deliciosaHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere
, TríoDrietal
Trio
Trits
, vadoDoorwaadbare plaats
Voorde
Wed
del AlfeoAlpheüs, y la
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht
Epi, y los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Ciparisente, Anfigenia, Pteleo, HelosBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
y DorioDorio
(dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
las MusasMuzen, saliéndole alNaar de
Naar het
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
a Támiris el tracio, loDe
Hem
Het
U
privaronZij/ze beroofden
Zij/ze plunderden uit
de cantarZingen cuandovolvía de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de Éurito el ecalieo; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
jactóse de que saldríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er mee
 weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar buiten
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op weg
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegrijden
Ik zou afrijden
Ik zou buitengaan
Ik zou er mee
 weg komen
Ik zou naar buiten
 gaan
Ik zou op weg
 gaan
Ik zou opstappen
Ik zou starten
Ik zou tijgen
Ik zou uitgaan
Ik zou uitkomen
Ik zou uitlopen
Ik zou uitrijden
Ik zou uitstappen
Ik zou uitstijgen
Ik zou uittreden
Ik zou uitvaren
Ik zou verschijnen
Ik zou vertrekken
Ik zou weggaan
Ik zou wegrijden
vencedorOverwinnaar
Overwinnend
Overwinnende
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al

cantaranZij/ze zongen las propiasEigen MusasMuzen, hijasDochters de Zeus, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
la égidaAegis
Bescherming
Schild
, y ellasHen
Ze
Zij
irritadasAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd
loDe
Hem
Het
U
cegaronZij/ze verblindden,
loDe
Hem
Het
U
privaronZij/ze beroofden
Zij/ze plunderden uit
del divinoGoddelijk
Goddelijke
cantoIk zing
Zangkunst
y leHaar
Hem
Het
U
hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
olvidarAfleren
Vergeten
Verleren
el arteKunst de pulsarAfplukken
Oprapen
Plukken
Tokkelen
la cítaraCiter
Citera
) eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

mandadosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
por NéstorNestor, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
gerenio, y habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
en noventa90
Negentig
cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
.

603 Los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en la ArcadiaArcadië alNaar de
Naar het
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
del altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
de Cilene y cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
la tumbade Épito, paísLand de belicososOorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige
; los de Féneo, OrcómenoOrchomenus, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
en ovejasOoien
Schapen
Schapen (vrouwelijk)
,
Ripe, Estratia y Enispe ventosaLuchtgat
Luchtkoker
Winderig
Winderige
Zuignap
; y los queWie
Zij die
poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
las ciudadesPlaatsen
Steden
de Tegea, Mantinea
deliciosaHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere
, Estínfalo y Parrasia: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
éstosDeze llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
alNaar de
Naar het
mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
AgapenorAgapenor, hijoKind
Zoon
de
Anceo, en sesenta60
Zestig
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
. En cada unaElk de éstasDeze se embarcaronZij/ze gingen aan boord
Zij/ze gingen scheep
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
arcadios
ejercitadosGedrild
Geoefend
en la guerraKrijg
Oorlog
. El mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, AgamenónAgamemnon, lesHen
Hun
U
facilitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergemakkelijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
bancosBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Werkbanken
, para queOpdat
Zodat
atravesaranZij/ze doorkruisten
Zij/ze gingen door
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze kwamen door
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen af
Zij/ze liepen over
Zij/ze maakten door
Zij/ze staken over
Zij/ze trokken door
el vinoso pontoPontus; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
ellosHen
Ze
Zij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se cuidaban deZij/ze bekommerden zich om
Zij/ze droegen zorg voor
las
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
del marZee.

615 Los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Buprasio y en el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
de la divinaGoddelijk
Goddelijke
Élide, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
Hirmina y
Mírsino, la fronterizaGrens-
Van de grens
, por un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
y la rocaGesteente
Rots
Rotsblok
Olenia y Alesio por el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
cuatro4
Vier

caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
y cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
de éstosDeze mandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel
diez10
Tien
veleras navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
tripuladas por muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
epeos.
De dos2
Do's
Twee
Tweede
divisionesDivisies
Legerafdelingen
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
respectivamenteIeder van zijn kant jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren
AnfímacoAmphimachus y Talpio, hijoKind
Zoon
aquélDat
Die
de Ctéato yéste de Éurito y nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons
de ActorAanklager
Acteur
Beschuldiger
Eiser
Klager
Klikspaan
Komediant
Speler
Toneelspeler
Verklikker
; de la tercera3e
Derde
Terts
, el fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
Diores Amarincida, y de la cuarta4e
Kwart
Vierde
,
el deiforme Polixino, hijoKind
Zoon
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Agástenes Augeida.

625 Los de Duliquio y las sagradasEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
islasEilanden Equinas, situadasGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd
alNaar de
Naar het
otro ladoOverkant
Overzijde
del marZee frente aTegenover
Vergeleken met
Versus

la ElideHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat onvermeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat over
Kap af!
Laat onvermeld!
Laat weg!
Schrap!
Sla over!
, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
mandadosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
por Meges Filida, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
a AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
, a quienDie
Wie
engendróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwekte
el jineteRuiter Fileo,
caroDierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Geacht
Geachte
Geliefd
Geliefde
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
a Zeus, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
por haberseHet met iemand aan
 de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten
enemistado conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
emigró aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze emigreerde naar Duliquio. Cuarenta40
Veertig

negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
to seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

631 Ulises acaudillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel
a los cefalenios de ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
altivoHooghartig
Hooghartige
. Los de ítacaIthaka y suHaar
Hun
Uw
Zijn
frondosoBladerrijk
Bladerrijke
Lommerrijk
Lommerrijke

Nérito; los queWie
Zij die
cultivabanZij/ze bebouwden
Zij/ze beschaafden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze kweekten
Zij/ze kweekten aan
Zij/ze plantten aan
Zij/ze teelden
Zij/ze verbouwden
los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden
de Crocilea y de la escarpadaSteil
Steile
Egílipe; los queWie
Zij die

habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Zacinto; los queWie
Zij die
vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden
en SamosSamos y susHaar
Hun
Uw
Zijn
alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken
; los queWie
Zij die
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
en el
continenteBevattend
Bevattende
Continent
Ingetogen
Inhoudend
Inhoudende
Kuis
Kuise
Vasteland
Werelddeel
y los queWie
Zij die
ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden
la orillaBand
Boord
Kant
Korst
Kust
Oever
Rand
Stootkant
Wal
Waterkant
Zoom
opuestaGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergelegen
Tegenovergesteld
: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ellosHen
Ze
Zij
obedecíanZij/ze gehoorzaamden a Ulises, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
a
Zeus en prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
. Doce12
Twaalf
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood
proasBoegen
Voorschepen
Voorstevens
loDe
Hem
Het
U
seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

638 Toante, hijoKind
Zoon
de Andremón, regíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaaide de scepter
Ik bestuurde
Ik heerste
Ik regeerde
Ik zwaaide de scepter
a los etolios que habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Pleurón, Oleno,
Pilene, CalcisChalkis marítimaZee- y Calidón pedregosa. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
existíanZij/ze bestonden los hijosKinderen
Zonen
Zoons
del magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige

Eneo, niEn niet
Evenmin
Noch
ésteDeze
Dit
; y muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
el rubio(Gestreepte) poon
Blond
Blonde
Gestreepte poon
Poon
MeleagroMeleager, diéronse a Toante todos losAlle poderesImperia
Imperiums
Keizerrijken
Machten
Rijken
Vermogens

para queOpdat
Zodat
reinaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak boven anderen
 uit
Ik heerste
Ik regeerde
Ik stak boven anderen
 uit
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los etolios. Cuarenta40
Veertig
negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
los seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

645 MandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel
a los cretenses Idomeneo, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
. Los queWie
Zij die
vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden
en Cnoso,
Gortina amurallada, Licto, MiletoMilete
Miletië
, blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
Licasto, Festo y Ritio, ciudadesPlaatsen
Steden
populosasBevolkt
Bevolkte
, y
los queWie
Zij die
ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden
la islaEiland de CretaKreta
Krijt
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cien100
Honderd
ciudadesPlaatsen
Steden
: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
éstosDeze eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
gobernadosBestuurd
De scepter gezwaaid
Geheerst
Geregeerd
por
Idomeneo, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
, que conDoor
Met
Per
Samen met
Meriones, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
alNaar de
Naar het
homicida Enialio, compartíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Ik deelde

el mandoDe aandrijving. SeguíanloZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
ochenta80
Tachtig
negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
.

653 Tlepólemo Heraclida, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
y altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
de cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
en nueve9
Negen
buquesSchepen a los
fierosWrede
Wreed
rodios que vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden
, divididosAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Opgesplitst
Verdeeld
en tres3
Drie
pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen
, en LindoAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
, Yáliso y Camiro la blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
.
De éstosDeze eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
caudilloAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Opperhoofd
Tlepólemo, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
, a quienDie
Wie
Astioquía concibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde een begrip
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd zwanger
delfornido Heracles, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
el héroeHeld
Heros
se la llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
de Éfira, de la riberaOever del ríoDel rio Seleente,
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
asoladoVernietigd muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
ciudadesPlaatsen
Steden
defendidasOpgekomen voor
Verdedigd
Verweerd
por noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele
mancebos. CuandoAls
Tijdens
Wanneer

Tlepólemo, criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
en el magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
palacioPaleis, huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
a la juventudJeugd
Jeugdigheid
, matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
alNaar de
Naar het
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

tíoKerel
Oom
maternoVan moeders kant de suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
, a Licimnio, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
; y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los demásDe anderen hijosKinderen
Zonen
Zoons
y nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons
del
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
Heracles loDe
Hem
Het
U
amenazaronZij/ze bedreigden
Zij/ze dreigden
, construyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze construeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette ineen
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, reunióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concentreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
y huyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vluchtte
por el pontoPontus.

ErranteZij/ze dolen
Zij/ze dolen rond
Zij/ze dwalen
Zij/ze dwalen rond
Zij/ze maken een fout
Zij/ze vergissen zich
Zij/ze waren
Zij/ze zitten ernaast
Zij/ze zwerven
y sufriendoDoorstaand
Dragend
Lijdend
Ondergaand
Ondervindend
Uitstaand
Velend
Verdragend
penalidades pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a RodasRodos
Stevens
Voorstevens
, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
se establecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde zich conDoor
Met
Per
Samen met
los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
,
que formaronZij/ze formeerden
Zij/ze gingen aan
Zij/ze paradeerden
Zij/ze praalden
Zij/ze prijkten
Zij/ze pronkten
Zij/ze vormden
tres3
Drie
tribusGeslachten
Stammen
Volksstammen
. Se hicieronZij/ze raakten
Zij/ze werden
quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
de Zeus, que reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los diosesGoden
Godheden
y los
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, y el Cronión lesHen
Hun
U
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
riquezaRijkdom.

671 Nireo condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
SimeAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tres3
Drie
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
proporcionadasAfgemeten
Afgewogen
Bezorgd
Evenredig gemaakt
Gefourneerd
In orde gebracht
Verschaft
; Nireo, hijoKind
Zoon
de AglayaAglaea
Aglaia
y
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Cáropo; Nireo, el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
de los dánaos que fueron aZij/ze gingen naar Ilio, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
exceptuamosWij/we zonderden uit
Wij/we zonderen uit
alNaar de
Naar het

eximio Pelida; peroDoch
Echter
Maar
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tímidoBedeesd
Bedeesde
Beschroomd
Beschroomde
Bevangen
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuchter
Schuchtere
Schuw
Schuwe
Timide
Verlegen
Vreesachtig
Vreesachtige
, y pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
que mandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel
.

676 Los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Nísiros, Crápato, CasoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
, CosKos, ciudadPlaats
Stad
de Eurípilo, y las islasEilanden
Calidnas, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
por jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren
a Fidipo y Antifo, hijosKinderen
Zonen
Zoons
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
TésaloTé=
Thee
Theestruik
Heraclida. Treinta30
Dertig

cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top
to seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
.

681 CuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden
el ArgosArgos
Argus
pélásgico, los queWie
Zij die
vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden
en AloAan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor
, Álope y Traquine y
los queWie
Zij die
poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk
la Ftía y la Hélade de lindasAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
, y se llamabanZij/ze heetten
Zij/ze werden genoemd
mirmidones, helenos
y aqueos, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
por capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
a AquilesAchilles y habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
en cincuenta50
Vijftig
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
éstosDeze noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

se cuidabanZij/ze conserveerden zich
Zij/ze ontzagen zich
Zij/ze spaarden hun gezondheid
entoncesDan
Dus
Toen
del combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
horrísono, por noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
quienDie
Wie
los llevara aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
Ik nam mee naar
Ik nam mee voor
la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
: el
divinoGoddelijk
Goddelijke
AquilesAchilles, el de los piesPoten
Voeten
ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
de las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, enojadoBedroefd
Boos
Boze
Geërgerd
Giftig
Giftige
Kwaad
Kwade
Nijdig
Nijdige
Toornig
Toornige
Verstoord
Verstoorde
Vertoornd
Vertoornde
a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens
la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille

Briseide, de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
cabelleraHaar, a la cualWaaraan habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
cautivaBekoor!
Boezem belang in!
Gevangene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Interesseer!
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker!
en Lirneso, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens

de grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
fatigasJij/je beult af
Jij/je jakkert af
Kortademigheden
Vermoeidheden
Vermoeienissen
destruyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoestte
estaDeze
Dit
ciudadPlaats
Stad
y las murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen
de Teba, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
a los
belicososOorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
MinesJij/je ondergraaft
Jij/je ondermijnt
y Epístrofo, hijosKinderen
Zonen
Zoons
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
Eveno Selepíada. Afiigido por elloDat
Het
, se
entregabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe
alNaar de
Naar het
ocioVrije tijd
Vrije tijdsbesteding
; peroDoch
Echter
Maar
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de levantarseGaan staan
Opstaan
Verrijzen
Wakker worden
.

695 Los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in
en Fílace, Píraso floridaBloemrijk
Bloemrijke
Florida
, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
consagradoGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend
a DeméterDemeter;
Itón, criadora de ovejasOoien
Schapen
Schapen (vrouwelijk)
; Antrón marítimaZee- y Pteleo herbosa, fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
acaudilladosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Het bevel gevoerd
por el
aguerrido Protesilao mientrasTerwijl vivióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
entoncesDan
Dus
Toen
teníaloHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
la negraZwart
Zwarte
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
:
matóloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
un dárdanoDardanus cuandoAls
Tijdens
Wanneer
saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
 lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
 hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
de la naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que los demásDe anderen aqueos, y en
Fílace quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
suHaar
Hun
Uw
Zijn
desoladaVerlaten esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
y la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
a medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
acabarAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen
. ConDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
carecíanZij/ze hadden niet
Zij/ze misten

aquéllosDie de jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
echaban de menosZij/ze misten alNaar de
Naar het
que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
tuvieronZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
los ordenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Ik bestelde
Ik beval
Ik gelastte
Ik ruimde op
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
Podarces, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
, hijoKind
Zoon
de Ificlo Filácida, ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
en ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen
, y hermanomenor del animoso Protesilao. ÉsteDeze
Dit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
caudilloAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Opperhoofd
; peroDoch
Echter
Maar
sentíanZij/ze gevoelden
Zij/ze merkten
Zij/ze voelden
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar
soledadEenzaamheid
Verlatenheid
de aquélDie z'n
Diens
Van die
, que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
esforzadoZich ingespannen habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->