243 TalesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke palabrasBewoordingen
Woorden dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei TersitesThersites, zahiriendoBedillend
Haarklovend
Het lastig makend
Muggenziftend
Vittend a AgamenónAgamemnon, pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten. En
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet el divinoGoddelijk
Goddelijke Ulises se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte a suHaar
Hun
Uw
Zijn ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant; y mirándolo conDoor
Met
Per
Samen met torva fazAangezicht, loDe
Hem
Het
U increpó
duramenteHard:
246 -¡TersitesThersites parlero! AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al seasJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats oradorRedenaar facundo, callaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Verzwijg!
Zwijg! y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt túGe
Gij
Je
Jij soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten disputarBedillen
Disputeren
Haarkloven
Het lastig maken
Kiften
Kijven
Krakelen
Muggenziften
Redetwisten
Ruzie maken
Ruziën
Strijden
Strijden voor
Twisten
Vitten
conDoor
Met
Per
Samen met los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank creo queIk denk dat hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere que túGe
Gij
Je
Jij entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn venidoGekomen
Meegekomen a Ilio
conDoor
Met
Per
Samen met los Atridas. Por tantoDaarom
Derhalve, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tomesJij/je accepteert
Jij/je drinkt
Jij/je gebruikt
Jij/je krijgt binnen
Jij/je neemt
Jij/je neemt aan
Jij/je neemt af
Jij/je neemt in
Jij/je nuttigt
Jij/je ontvangt
Jij/je pakt
Jij/je raapt op
Jij/je slaat in
Jij/je slikt in
Jij/je snuift op
Jij/je vat
Jij/je vat aan en bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, niEn niet
Evenmin
Noch los injuriesJij/je beschimpt
Jij/je schimpt, niEn niet
Evenmin
Noch pienses enJij/je denkt aan
Jij/je denkt na over el
regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabemosWij weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten aúnNog
Nog altijd
Nog steeds con certezaZeker cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je estoDeze
Dit acabaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afsluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besluiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beëindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal eindigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verklungelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkwisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermorsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verspillen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voleindigen y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking de los aqueos será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke o desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige. MasDoch
Echter
Maar
Plus túGe
Gij
Je
Jij denuestas alNaar de
Naar het Atrida AgamenónAgamemnon, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl los héroesHelden
Heroën dánaos leHaar
Hem
Het
U
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen muchasVeel
Vele
Zeer
Zere cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken; por estoDaarom
Hierom loDe
Hem
Het
U zahieresJij/je bedilt
Jij/je haarklooft
Jij/je maakt het lastig
Jij/je muggenzift
Jij/je vit. Lo queDat wat
Wat voy aIk ga naar decirOpgeven
Spreken
Zeggen se cumpliráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gadeslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal jarig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nakomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal observeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vervullen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal volbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voltrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal waarnemen: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals vuelvo aIk ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar encontrarteAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
delirandoDwaze taal uitslaand comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conserveBehoudt u!
Bergt u!
Bespreekt u!
Bewaar
Bewaart u!
Boekt u!
Conserveert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Houdt u open!
Houdt u over!
Houdt u vrij!
Ik behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer
Onderhoudt u!
Reserveert u! Ulises la cabezaHoofd
Kop
Krop sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los hombrosSchouders, niEn niet
Evenmin
Noch seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde padrePater
Vader de TelémacoTelemachus, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teJe
Jou echoIk begin handel te
drijven met
Ik gooi
Ik gooi erop
Ik heb aandeel in
Ik jaag weg
Ik keil
Ik kondig aan
Ik krijg
Ik laat aan het
lot over
Ik leg op
Ik maak bekend
Ik maak vast
Ik neem
Ik schat
Ik schenk in
Ik sla uit
Ik smijt
Ik speel een partijtje
Ik speel uit
Ik spreek uit
Ik stort
Ik strooi
Ik stuur weg
Ik tank
Ik treed op in
Ik uit
Ik voeg toe
Ik voer op
Ik wed
Ik wedijver
Ik werp
Ik zeg
Ik zend weg
Ik zet buiten de
deur manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, teJe
Jou despojo(Eetbaar) afval van een
dier
Afstropen
Beroven
Ik beroof
Ik plunder uit
Ik schud uit
Ik stroop af
Rest
Uitplunderen
Uitschudden del vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed (el mantoDeken
Jas
Mantel
Manto y la túnicaTunica
Tuniek
que cubrenZij/ze bedekken
Zij/ze beleggen
Zij/ze beschermen
Zij/ze dekken
Zij/ze dekken toe tusJe
Jouw partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes verendas) y teJe
Jou envíoIk doe toekomen
Ik expedieer
Ik stuur
Ik stuur op
Ik stuur uit
Ik stuur weg
Ik verstuur
Ik verzend
Ik zend
Ik zend af
Ik zend op
Ik zend weg
Zending llorosoHuilerig
Huilerige del ágora a las veleras navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over castigarteBestraffen
Straffen conDoor
Met
Per
Samen met afrentosos azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert.
265 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei, y conDoor
Met
Per
Samen met el cetroRijksstaf
Scepter dioleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende un golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot en la espaldaRug y los hombrosSchouders. TersitesThersites
se encorvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om, mientrasTerwijl una gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige lágrimaTraan caía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van
Ik viel van susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen y un cruento cardenalBlauwe plek
Kardinaal aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen
en suHaar
Hun
Uw
Zijn espaldaRug debajoBeneden
Eronder
Onder del áureo cetroRijksstaf
Scepter. SentóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer, turbadoBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Beteuterd
Beteuterde
Van zijn stuk gebracht
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde y dolorido; miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met aireLucht
de simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele, y se enjugóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiste af las lágrimasTranen. EllosHen
Ze
Zij, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al afligidosBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige, rieronZij/ze lachten conDoor
Met
Per
Samen met gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank faltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
quienDie
Wie dijera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Ik zegde tegen
Ik zei tegen suHaar
Hun
Uw
Zijn vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur:
272 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge diosesGoden
Godheden! MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit Ulises, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden saludablesGeneeskrachtig
Geneeskrachtige
Gezond
Gezonde
Heilzaam
Heilzame, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend la guerraKrijg
Oorlog; peroDoch
Echter
Maar estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats loDe
Hem
Het
U mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ejecutadoGeëxecuteerd
Nagekomen
Nageleefd
Ter dood gebracht
Terechtgesteld
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Voltrokken entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los argivos: hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
callarVerzwijgen
Zwijgen alNaar de
Naar het insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige charlatánBedrieger
Charlatan
Kwakzalver
Praatjesmaker, cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel osadoBoud
Boude
Brutaal
Brutale
Dapper
Dappere
Ferm
Ferme
Gedurfd
Gewaagd
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Moedig
Moedige
Onbevreesd
Onbevreesde
Onvervaard
Onvervaarde
Stout
Stoute
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Vermetel
Vermetele noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U impulsaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanzetten tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevorderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stimuleren en loDe
Hem
Het
U sucesivoOpeenvolgend
Opeenvolgende
Successief
Successieve
Volgend
Volgende a zaherirBedillen
Haarkloven
Het lastig maken
Muggenziften
Vitten
conDoor
Met
Per
Samen met injuriosas palabrasBewoordingen
Woorden a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten.
278 -AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak la multitudDrom
Menigte
Schare. LevantóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer Ulises, asolador de ciudadesPlaatsen
Steden, conDoor
Met
Per
Samen met el cetroRijksstaf
Scepter en la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei (Atenea, la de ojosKijkers
Ogen de lechuzaUil, que, transfigurada en heraldoHeraut
Voorbode, junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij élHem
Hij estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat, im
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen para queOpdat
Zodat todos losAlle aqueos, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste, oyeranZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden suHaar
Hun
Uw
Zijn
discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog y meditaranZij/ze bedachten
Zij/ze dachten na
Zij/ze mediteerden
Zij/ze overdachten
Zij/ze peinsden
Zij/ze wikten
Zij/ze zonnen
Zij/ze zonnen op susHaar
Hun
Uw
Zijn consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden), y benévoloAardig
Aardige
Gewillig
Gewillige
Goedwillig
Goedwillige
Vriendelijk
Vriendelijke
Welgezind
Welgezinde
Welwillend
Welwillende los arengóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak toe diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
284 -¡Atrida! Los aqueos, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen cubrirteBedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken de baldón anteSuède
Ten overstaan van
Voor todos losAlle mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood- de
vozInspraak
Stem
Stemgeluid articuladaGelede
Geleed
Verbonden y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cumplenZij/ze kijken toe
Zij/ze komen na
Zij/ze leven na
Zij/ze nemen waar
Zij/ze observeren
Zij/ze slaan gade
Zij/ze verrichten
Zij/ze vervullen
Zij/ze voeren uit
Zij/ze volbrengen
Zij/ze voltrekken
Zij/ze zien toe
Zij/ze zijn jarig lo queDat wat
Wat teJe
Jou prometieronZij/ze beloofden
Zij/ze loofden uit
Zij/ze verzegden
Zij/ze zegden toe
Zij/ze zeiden toe alNaar de
Naar het venirKomen
Meekomen de ArgosArgos
Argus, criador de caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen:
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank te iríasJij/je zou afgaan
Jij/je zou je verwijderen
Jij/je zou vertrekken
Jij/je zou weggaan sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te destruirVernielen
Vernietigen
Verwoesten la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart murada Ilio. CualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren niñosJongens
Kinderen o viudasOesters
Weduwen
Weduwes, se lamentanZij/ze jammeren
Zij/ze klagen
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n conDoor
Met
Per
Samen met otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één y desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen regresar aTerugkeren naar
Terugkomen naar suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. Y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk, penosoSmartelijk
Smartelijke que hayamos deWij moeten volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
afligidosBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige. CiertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere que cualquieraWat dan ook
Wie dan ook se impacientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest het geduld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ongeduldig alNaar de
Naar het mesMaand de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten separadoAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald de suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Vé
Verloop!
Zie! detenidaAangehouden
Afgehouden
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden suHaar
Hun
Uw
Zijn naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere bancosBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Werkbanken por las borrascasBorra=
Haal door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist uit
Schrap!
Veeg uit!
Wis uit!
Wis! invernalesWinters
Winterse y el marZee
alborotadoIn opstand gebracht
Lawaai gemaakt
Leven gemaakt
Onrust verwekt bij
Verontrust; y nosotrosOns
We
Wij haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds nueve9
Negen añosJaren, conDoor
Met
Per
Samen met el presence, que aquíAlhier
Hier permanecemosWij/we blijven
Wij/we blijven over
Wij/we resten
Wij/we resteren
Wij/we toeven
Wij/we verblijven. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
me enojoIk wind me op, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl los aqueos se impacientenZij/ze verliezen het geduld
Zij/ze worden ongeduldig junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij las cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen; peroDoch
Echter
Maar sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
bochornoso haberBezitting
Hebben
Zijn estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden aquíAlhier
Hier tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd y volvernosDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven nuestroOns
Onze
Van ons propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen.
TenedHeb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd! pacienciaGeduld
Lijdzaamheid, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, y aguardadSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht! un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, para queOpdat
Zodat sepamosLaten we kennen
Laten we smaken
Laten we weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was verídica la
predicciónBeduiden
Voorspellen
Voorspelling
Voorzeggen
Waarzeggen de CalcanteZij/ze calqueren
Zij/ze trekken na
Zij/ze trekken over
Zij/ze volgen slaafs. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart grabadaGegraveerd
Gegrift
Opgenomen la tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast en la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling, y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle vosotrosGijlieden
Je
Jullie, los queWie
Zij die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habéisJullie hebben
Jullie zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden arrebatadosAfgenomen
Afgepakt
Uitgelicht
Uitgenomen
Weggehaald
Weggenomen díaDag
Etmaal trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over díaDag
Etmaal por las parcasKarig
Karige
Schikgodinnen de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden, soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn testigosGetuigen de loDe
Hem
Het
U queocurrió en Áulide cuandoAls
Tijdens
Wanneer se reunieronZij/ze kwamen bijeen
Zij/ze kwamen samen
Zij/ze sloten zich aan
Zij/ze traden toe
Zij/ze vergaderden
Zij/ze werden lid las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen aqueas que cantosZangkunsten malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren de traerAanbrengen
Aandragen
Bezorgen
Brengen
Meebrengen
Meenemen
a Príamo y a los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen. En sacrosHeiligbeenderen
Heiligbenen altaresAltaars
Altaren inmolábamosWij/we offerden
Wij/we slachtofferden hecatombesHecatomben
Hecatombes perfectasIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide a los
inmortales, junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij una fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput y a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem de un hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon plátanoBanaan
Bananenboom
Pisang a cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet manabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloot
Ik liep
Ik stroomde
Ik vloeide
Ik vloot
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! cristalinaKristal-. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds se nos(Aan) ons
Ons ofrecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor un granGroot
Grote portento. Un horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje de rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood espaldaRug,
que el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve OlímpicoOlympisch
Olympische sacaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Ik behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit de debajoBeneden
Eronder
Onder del altarAltaar alNaar de
Naar het plátanoBanaan
Bananenboom
Pisang. En la ramaAfdeling
Branche
Tak
cimera de ésteDeze
Dit hallábanse los hijuelos reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet nacidosGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte de un aveGevogelte
Vogel, que medrososAngstig
Angstige
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Kopschuw
Kopschuwe
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaard
Vervaarde
Vreesachtig
Vreesachtige se
acurrucaban debajo deBeneden
Onder las hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten; eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren ocho8
Acht, y, conDoor
Met
Per
Samen met la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding que los parióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven, nueve9
Negen. El
dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje devoróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslond a los pajarillos, que piabanZij/ze kwetterden
Zij/ze piepten
Zij/ze sjilpten
Zij/ze tjilpten lastimeramente; la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding revoleaba en torno deOm ... heen
susHaar
Hun
Uw
Zijn hijosKinderen
Zonen
Zoons quejándoseAanklagend
Hun beklag doend
Klagend
Zich beklagend
Zijn beklag doend, y aquélDat
Die volvióseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte y la cogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan por el alaDe slingerarm, mientrasTerwijl ellaHaar
Ze
Zij chillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knarste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knetterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze piepte
Ik gilde
Ik knarste
Ik knetterde
Ik krijste
Ik piepte.
Después queNadat el dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt alNaar de
Naar het aveGevogelte
Vogel y a los polluelosKuikens, el diosGod
Godheid que loDe
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
mostradoGelaten zien
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond obróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte en élDaaraan
Erin un prodigioWonder: el hijoKind
Zoon del artero Crono transformóloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed van gedrag
veranderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herschiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om en piedraHagel
Steen, y
nosotrosOns
We
Wij, inmóvilesBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille, admirábamosWij/we bevreemdden
Wij/we bewonderden
Wij/we verbaasden
Wij/we verwonderden lo queDat wat
Wat ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand. De este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer, las grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y
portentosasWonderlijk
Wonderlijke accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten de los diosesGoden
Godheden interrumpieronZij/ze interrumpeerden
Zij/ze onderbraken
Zij/ze schorsten las hecatombesHecatomben
Hecatombes. Y en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet CalcanteZij/ze calqueren
Zij/ze trekken na
Zij/ze trekken over
Zij/ze volgen slaafs,
vaticinando, exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet: '¿Por quéWaarom enmudecéisJullie verstommen, melenudos aqueos? El próvido Zeus esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
quienDie
Wie nos(Aan) ons
Ons muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs! eseDat
Die prodigioWonder grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, tardíoLaat
Late
Tardief
Tardieve
Vergevorderd
Vergevorderde, de lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde cumplimientoAanvulling
Beleefdheid
Compliment
Gadeslaan
Nakomen
Naleven
Observeren
Plichtpleging
Strikte naleving
Toekijken
Toezien
Toppunt
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Vervulling
Volbrengen
Voleinding
Volmaaktheid
Voltrekken
Waarnemen, peroDoch
Echter
Maar cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
jamásNimmer
Nooit pereceráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal creperen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ondergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal sneuvelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verongelukken. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el dragónDragonder
Grote leeuwenbek
Leeuwenbek
Leeuwenbekje devoróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslond a los polluelosKuikens del aveGevogelte
Vogel y alNaar de
Naar het aveGevogelte
Vogel mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve, los cualesWie
Zij die
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren ocho8
Acht, y, conDoor
Met
Per
Samen met la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding que los dio a luzHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven, nueve9
Negen, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig nosotrosOns
We
Wij combatiremosWij/we zullen bestrijden
Wij/we zullen het opnemen
tegen
Wij/we zullen kampen
Wij/we zullen strijd voeren
Wij/we zullen strijden
Wij/we zullen vechten allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer de añosJaren, y alNaar de
Naar het décimo10e
Tiende tomaremosWij/we zullen aannemen
Wij/we zullen aanvatten
Wij/we zullen accepteren
Wij/we zullen afnemen
Wij/we zullen binnenkrijgen
Wij/we zullen drinken
Wij/we zullen gebruiken
Wij/we zullen innemen
Wij/we zullen inslaan
Wij/we zullen inslikken
Wij/we zullen nemen
Wij/we zullen nuttigen
Wij/we zullen ontvangen
Wij/we zullen oprapen
Wij/we zullen opsnuiven
Wij/we zullen pakken
Wij/we zullen vatten la ciudadPlaats
Stad de anchasBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten.' TalDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was lo queDat wat
Wat dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei y
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat cumpliendoGadeslaand
Jarig zijnd
Nakomend
Nalevend
Observerend
Toekijkend
Toeziend
Uitvoerend
Verrichtend
Vervullend
Volbrengend
Voltrekkend
Waarnemend. ¡EaBoe, aqueos de hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon grebasScheenplaten, quedaosBlijf achter!
Blijf over!
Blijf!
Rest!
Resteer!
Toef!
Verblijf!
Word! todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle hasta queTot
Totdat
tomemosLaten we aannemen
Laten we aanvatten
Laten we accepteren
Laten we afnemen
Laten we binnenkrijgen
Laten we drinken
Laten we gebruiken
Laten we innemen
Laten we inslaan
Laten we inslikken
Laten we nemen
Laten we nuttigen
Laten we ontvangen
Laten we oprapen
Laten we opsnuiven
Laten we pakken
Laten we vatten
Wij/we accepteren
Wij/we drinken
Wij/we gebruiken
Wij/we krijgen binnen
Wij/we nemen
Wij/we nemen aan
Wij/we nemen af
Wij/we nemen in
Wij/we nuttigen
Wij/we ontvangen
Wij/we pakken
Wij/we rapen op
Wij/we slaan in
Wij/we slikken in
Wij/we snuiven op
Wij/we vatten
Wij/we vatten aan la granGroot
Grote ciudadPlaats
Stad de Príamo!
333 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak. Los argivos, conDoor
Met
Per
Samen met agudosAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige gritosKreten
Roepen
Schreeuwen que hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit retumbarDonderen
Dreunen
Weergalmen
Weerklinken horriblementeVerschrikkelijk las
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, aplaudieronZij/ze applaudisseerden
Zij/ze betuigden adhesie
Zij/ze juichten toe el discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog del divinoGoddelijk
Goddelijke Ulises. Y NéstorNestor, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter gerenio, los arengóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak toe
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
337 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge diosesGoden
Godheden! HabláisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals niñosJongens
Kinderen chiquitosHeel klein
Jongentjes que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn ejercitadosGedrild
Geoefend en los bélicosOorlogs-
trabajosArbeiden
Bewerkingen
Emplooien
Karweien
Verwerkingen
Werken. ¿QuéWat
Welke es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit nuestrosOnze
Van ons conveniosAfspraken
Akkoorden
Compromis
Compromissen
Middenwegen
Overeenkomsten
Overeenstemmingen
Schikkingen
Tussenvoorstellen
Verbintenissen
Vergelijken y juramentosVloeken? ¿Se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, en humoDamp
Rook los
consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden, los afanesBemoeienissen
Gesjouwen
Hunkeringen
Inspanningen
Jij/je gapt
Jij/je plaagt
Jij/je spant je zeer
in
Jij/je steelt
Jij/je valt lastig
Jij/je verricht lichamelijk arbeid
Jij/je zwoegt
Moeiten
Pogingen
Spanningen
Uitrekkingen
Zuchten de los guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige, los pactosPacten
Verdragen consagradosGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend conDoor
Met
Per
Samen met libaciones de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
y los apretonesHanddrukken de manosHanden en queWaarin confiábamosWij/we hadden vertrouwen in
Wij/we vertrouwden
Wij/we vertrouwden toe? Nos(Aan) ons
Ons entretenemosWij/we amuseren
Wij/we onderhouden
Wij/we vermaken
Wij/we vrolijken op en contenderTwisten
Wedijveren conDoor
Met
Per
Samen met
palabrasBewoordingen
Woorden y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term, y en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn podidoGekund
Gemogen encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden un medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling eficazAfdoend
Afdoende
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Efficiënt
Efficiënte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven nuestroOns
Onze
Van ons intentoIk ben van plan
Ik ben voornemens
Ik beproef
Ik heb voor
Ik pas
Ik pas aan
Ik poog
Ik probeer
Ik probeer uit
Ik stel me voor
Ik toets
Ik tracht
Poging. ¡Atrida! TúGe
Gij
Je
Jij, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend, mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel! conDoor
Met
Per
Samen met firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing a
los argivos en el duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd! y dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que se consuman(Zij) gebruiken
Consumeert u!
Eet u op!
Eet u!
Gebruikt u op!
Maakt u op!
Sloopt u!
Teert u op!
Verbruikt u!
Verorbert u!
Verteert u!
Zij/ze consumeren
Zij/ze eten
Zij/ze eten op
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken op
Zij/ze slopen
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verorberen
Zij/ze verteren uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één o dos2
Do's
Twee
Tweede que en discordanciaDiscordantie
conDoor
Met
Per
Samen met los demásDe anderen aqueos desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank lograranZij/ze behaalden
Zij/ze bereikten
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen door
Zij/ze reikten tot
Zij/ze slaagden
Zij/ze slaagden erin
Zij/ze slaagden in
Zij/ze slaagden voor
Zij/ze speelden klaar suHaar
Hun
Uw
Zijn propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen, regresar aTerugkeren naar
Terugkomen naar ArgosArgos
Argus antes deAlvorens te
Voor
saberKennen
Smaken
Weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde la promesaBelofte
Toezegging
Uitloving de Zeus, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! la égidaAegis
Bescherming
Schild. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yoEgo
Ik os aseguroIk verzeker jullie que el
prepotente Cronida nos(Aan) ons
Ons prestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit suHaar
Hun
Uw
Zijn asentimientoGoedkeuring
Instemming
Toestemming, relampagueandoBliksemend
Flikkerend
Flitsend por el diestroBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant y
haciéndonosRakend
Wordend favorablesBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens, el díaDag
Etmaal en queWaarin los argivos se embarcaronZij/ze gingen aan boord
Zij/ze gingen scheep en las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen de
ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! traer aBrengen naar los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden y el destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland. NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, se déHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid por
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs haberBezitting
Hebben
Zijn dormidoGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen conDoor
Met
Per
Samen met la esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw de un troyanoTrojaan
Trojaans paard y haberBezitting
Hebben
Zijn vengadoGewroken
Wraak genomen la
huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen y los gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht de HelenaHeleen. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer anhelareHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reikhalzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zuchten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zuchten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zwoegen
Ik zal hijgen
Ik zal hunkeren
Ik zal reikhalzen
Ik zal smachten
Ik zal verlangen
Ik zal zuchten
Ik zal zuchten naar
Ik zal zwoegen el regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht, toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan! la negraZwart
Zwarte naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere bancosBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Werkbanken para queOpdat
Zodat delante deVoor
Vóór todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht y cumplaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbrengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik ben jarig
Ik kijk toe
Ik kom na
Ik leef na
Ik neem waar
Ik observeer
Ik sla gade
Ik verricht
Ik vervul
Ik voer uit
Ik volbreng
Ik voltrek
Ik zie toe
Is u jarig!
Kijkt u toe!
Komt u na!
Leeft u na!
Neemt u waar!
Observeert u!
Slaat u gade!
Verricht u!
Vervult u!
Voert u uit!
Volbrengt u!
Voltrekt u!
Ziet u toe! suHaar
Hun
Uw
Zijn destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
dejes deJij/je stopt met pensarDenken tú mismoJezelf y sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort! tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook los consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden que nosotrosOns
We
Wij loDe
Hem
Het
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats despreciable
lo queDat wat
Wat voy aIk ga naar decirteOpgeven
Spreken
Zeggen: Agrupa a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge AgamenónAgamemnon, por tribusGeslachten
Stammen
Volksstammen y
familiasFamilies
Gezinnen
Huisgezinnen
Huizen, para queOpdat
Zodat una tribuGeslacht
Stam
Volksstam ayudeBaat u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
Staat u bij!
Staat u ter zijde! a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één tribuGeslacht
Stam
Volksstam y una familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig loDe
Hem
Het
U
hicieresJij/je zal aanmaken
Jij/je zal bedrijven
Jij/je zal doen
Jij/je zal maken
Jij/je zal uitbrengen
Jij/je zal uitrichten
Jij/je zal uitvoeren y loDe
Hem
Het
U obedecierenZij/ze zullen gehoorzamen los aqueos, sabrásJij/je zal kennen
Jij/je zal smaken
Jij/je zal weten prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast cuálesWelke jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren y soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn cobardesLafaards y
cuálesWelke valerososStoutmoedig
Stoutmoedige, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende pelearánZij/ze zullen kampen
Zij/ze zullen ruzie maken
Zij/ze zullen strijd voeren
Zij/ze zullen strijden
Zij/ze zullen vechten distintamenteHeel anders; y conocerásJij/je zal bekend zijn
met
Jij/je zal kennen
Jij/je zal kennismaken
Jij/je zal leren kennen
Jij/je zal weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten la ciudadPlaats
Stad
por la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin de los diosesGoden
Godheden o por la cobardíaLafheid de tusJe
Jouw hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten y suHaar
Hun
Uw
Zijn impericia en la guerraKrijg
Oorlog.
369 Y, respondiéndole, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst AgamenónAgamemnon leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
370 -De nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude, superasJij/je blinkt uit
Jij/je gaat te boven
Jij/je komt te boven
Jij/je munt uit
Jij/je overtreft
Jij/je overwint
Jij/je streeft voorbij en el ágora a los aqueos todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. OjaláHopelijk, ¡padrePater
Vader Zeus,
Atenea, ApoloApollo
Apollon!, tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had yoEgo
Ik entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los aqueos diez10
Tien consejerosAdviseurs
Assessoren
Assessors
Bijzitters
Consulenten
Mentoren
Mentors
Raadgevers
Raadsheren
Raadsleden
Raadslieden semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke; entoncesDan
Dus
Toen la
ciudadPlaats
Stad del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Príamo sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast tomadaAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven y destruidaVernield
Vernietigd
Verwoest por nuestrasOnze
Van ons manosHanden. PeroDoch
Echter
Maar Zeus
Cronida, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! la égidaAegis
Bescherming
Schild, meMe
Mij envíaDoe toekomen!
Expedieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend! penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden, enredándome en inútilesIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze disputasJij/je bedilt
Jij/je disputeert
Jij/je haarklooft
Jij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt het lastig
Jij/je maakt ruzie
Jij/je muggenzift
Jij/je redetwist
Jij/je ruziet
Jij/je strijdt
Jij/je strijdt voor
Jij/je twist
Jij/je vit y riñasJij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt ruzie
Jij/je ruziet
Ruzies.
AquilesAchilles y yoEgo
Ik peleamosWij/we kampen
Wij/we kampten
Wij/we maakten ruzie
Wij/we maken ruzie
Wij/we streden
Wij/we strijden
Wij/we vechten
Wij/we vochten
Wij/we voerden strijd
Wij/we voeren strijd conDoor
Met
Per
Samen met encontradasAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden por una jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, y fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke en
irritarmeAanvuren
Irriteren
Opwekken
Prikkelen
Teniet doen
Verbitteren
Vernietigen
Vertoornen; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ambosAlle twee de
Allebei
Beide procediéramosWij/we gingen voort
Wij/we kwamen voort
Wij/we ontsproten
Wij/we stamden af
Wij/we waren afkomstig
Wij/we waren het gevolg
van
Wij/we werkten de acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se diferiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uiteenlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschillen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuiven
Ik zou aanhouden
Ik zou schelen
Ik zou uiteenlopen
Ik zou uitstellen
Ik zou verdagen
Ik zou verschillen
Ik zou verschuiven niEn niet
Evenmin
Noch un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip la ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen
de los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, id aGa naar! comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten para queOpdat
Zodat luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo trabemosLaten we binden (saus)
Wij/we binden (saus) el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!; cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen afileHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scherpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Ik scherp
Ik slijp
Ik wet
Ik zet aan
Scherpt u!
Slijpt u!
Wet u!
Zet u aan! la
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!, prepare(Hij) maakt klaar
Bereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leid op
Ik maak aan
Ik maak klaar
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar! el escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord, déBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u! el pastoAas
Grazen
Ik graas
Ik weid
Voer
Weiden a los corceles de piesPoten
Voeten ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte a inspeccioneHerziet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt inspectie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reviseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze visiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet na
Houdt u inspectie!
Ik herzie
Ik houd inspectie
Ik inspecteer
Ik kijk na
Ik reviseer
Ik schouw
Ik visiteer
Ik zie na
Inspecteert u!
Kijkt u na!
Reviseert u!
Schouwt u!
Visiteert u!
Ziet u na! el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen,
apercibiéndoseGewaarwordend
Merkend
Opmerkend
Waarnemend
Zich klaarmakend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el díaDag
Etmaal nos(Aan) ons
Ons pondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aan de
praat krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aandoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inschakelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal leggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op gang
brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal steken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stoppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vlijen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zetten a pruebaOp proef
Perfekt el horrendo
AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om. NiEn niet
Evenmin
Noch un breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de haberBezitting
Hebben
Zijn siquieraAlthans, hasta queTot
Totdat la nocheAvond
Nacht obligueDringt u op!
Dwingt u!
Forceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Ik dring op
Ik dwing
Ik forceer
Ik noodzaak
Ik verplicht
Noodzaakt u!
Verplicht u! a los
valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige a separarseScheiden
Uit elkaar gaan. La correaDe riem del escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord que alNaar de
Naar het combatienteStrijder cubre(Hij) bedekt
Bedek
Bedek!
Beleg!
Bescherm!
Dek toe!
Dek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe, sudaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal transpireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zweten en
tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil del pechoBoezem
Borst; el brazoArm se fatigaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afbeulen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afjakkeren conDoor
Met
Per
Samen met el manejoBediening
Ik rijd
Rijden de la lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts sudaránZij/ze zullen transpireren
Zij/ze zullen zweten los
corceles arrastrandoMeesleurend
Slepend
Trekkend
Voorttrekkend los pulimentadosGeboend
Gepoetst
Gepolijst
Geschuurd
Gewreven
Gezoet carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens. Y aquélDat
Die que se quedeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt voluntariamenteVrijwillig en
las corvasGebogen
Kniebogen
Knieholten
Knieholtes
Krom
Kromme navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg de la batallaDe wielbasis, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se librará deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontkomen aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijkomen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijlopen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich behoeden
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich hoeden
voor los perrosHonden
Rekels
Reuen y de las
avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld de rapiña.
394 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei. Los argivos promovíanZij/ze bevorderden
Zij/ze promoveerden
Zij/ze verhoogden granGroot
Grote clamoreo, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals cuandoAls
Tijdens
Wanneer las olasBaren
Golven
Gulpen, movidasBewogen
Druk
Drukke
Geroerd
Veelbewogen
Verroerd
por el NotoIk bemerk
Ik merk
Ik merk op
Ik noteer
Ik schrijf op
Ik stel te boek
Ik teken aan, batenZij/ze houwen
Zij/ze klappen
Zij/ze kloppen
Zij/ze meppen
Zij/ze roeren
Zij/ze roeren door
Zij/ze roeren om
Zij/ze slaan un elevadoBevorderd
Getild
Hoog
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd riscoSteile rots que se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit sobre elOp de
Op het marZee y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank to dejanU laat
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen mientrasTerwijl
soplanZij/ze blazen
Zij/ze blazen uit
Zij/ze geven in
Zij/ze inspireren
Zij/ze waaien los vientosWinden en contrariasNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegengesteld
Tegengestelde direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend, se dispersaronZij/ze scheidden
Zij/ze scheidden af
Zij/ze schiftten
Zij/ze veroorzaakten kleurschifting
Zij/ze zonderden af por las
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, encendieronZij/ze belichtten
Zij/ze brandden
Zij/ze deden aan
Zij/ze deden het licht
aan
Zij/ze deden ontbranden
Zij/ze lichtten voor
Zij/ze maakten aan
Zij/ze ontstaken
Zij/ze staken aan
Zij/ze staken het licht
aan
Zij/ze stookten
Zij/ze verbrandden
Zij/ze verlichtten
Zij/ze zetten aan lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur en las tiendasBoetieks
Huiven
Jij/je breidt uit
Jij/je houdt op
Jij/je ontvouwt
Jij/je rekt
Jij/je spreidt
Jij/je spreidt uit
Jij/je steekt uit
Jij/je strekt
Jij/je strekt uit
Kampeertenten
Tenten
Winkels
Zaken, tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal y ofrecieronZij/ze boden
Zij/ze boden aan
Zij/ze boden te koop
aan
Zij/ze droegen voor
Zij/ze loofden uit
Zij/ze sloegen voor
Zij/ze stelden voor sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen,
quiénesWie a uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één, quiénesWie a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één de los sempiternosEeuwig
Eeuwige diosesGoden
Godheden, para queOpdat
Zodat los librasenZij/ze bevrijdden de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y del fatigosoVermoeiend
Vermoeiende trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om. AgamenónAgamemnon, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, inmolóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtofferde un pingüe bueyNoordzeekrab
Os
Rund de
cinco5
Vijf añosJaren alNaar de
Naar het prepotente Cronión, habiendoHebbend
Zijnd llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde a suHaar
Hun
Uw
Zijn tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak a los principalesBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
de los aqueos todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle: primeramenteAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst a NéstorNestor y alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Idomeneo, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo a entrambosAlle twee de
Allebei
Beide
Ayantes y alNaar de
Naar het hijoKind
Zoon de Tideo, y en sexto6e
Zesde lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel a Ulises, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort a Zeus en prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid. Espontáneamente
se presentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich MenelaoMenelaos, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist lo queDat wat
Wat suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend. ColocaronseZij/ze brachten onder
Zij/ze deden
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze plaatsten
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten neer
Zij/ze zetten uit todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom del bueyNoordzeekrab
Os
Rund y tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan la molaGrammolecuul
Mol. Y puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring en
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling, el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk AgamenónAgamemnon oróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bad diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
412 -¡Zeus gloriosísimo, máximoGrootste
Maximaal
Maximale
Maximum
Maximum-, que amontonasJij/je stapelt op las sombríasDonker
Donkere
Somber
Sombere nubesWolken y vivesJij/je leeft
Jij/je woont en el éterEther!
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se pongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt el solSol
Zon niEn niet
Evenmin
Noch sobrevenga la obscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vaagheid
Vergetelheid antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que yoEgo
Ik destruyaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoest
Ik verniel
Ik vernietig
Ik verwoest
Vernielt u!
Vernietigt u!
Verwoest u! el palacioPaleis de
Príamo, entregándolo a las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren; pegue(Het) plakt
Bakt u aan!
Beukt u!
Hecht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Houwt u!
Ik bak aan
Ik beuk
Ik hecht
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik lijm
Ik mep
Ik naai vast
Ik plak
Ik plak vast
Ik ransel af
Ik sla
Ik tuig af
Ik zet aan
Klapt u!
Klopt u!
Lijmt u!
Mept u!
Naait u vast!
Plakt u vast!
Plakt u!
Ranselt u af!
Slaat u!
Tuigt u af!
Zet u aan! vorazVernietigend
Vernietigende
Verslindend
Verslindende fuegoVuur a las puertasDeuren
Poorten
Portieren; rompa(Het) breekt
Breekt u af!
Breekt u door!
Breekt u stuk!
Breekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Ik breek
Ik breek af
Ik breek door
Ik breek stuk
Ik maak kapot
Ik schend
Ik verbreek
Maakt u kapot!
Schendt u!
Verbreekt u! conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
la corazaBepantsering
Harnas
Kuras
Pantser
Rusting de HéctorHektor en suHaar
Hun
Uw
Zijn mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve pechoBoezem
Borst, y veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u! a muchosVeel
Vele
Zeer
Zere de susHaar
Hun
Uw
Zijn compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten caídosAfgevallen
Gelaten vallen
Geraakt
Gevallen
Neergevallen
Verschoten
Vervallen de
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle en el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof y mordiendoBeitsend
Bijtend
Happend
Knauwend la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land!
419 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei; peroDoch
Echter
Maar el Cronión noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank accedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens y, aceptandoAannemend
Accepterend
Ontvangend los sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen, preparólesHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
envidiableBenijdenswaardig
Benijdenswaardige laborArbeiden
Werk
Werken. HechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd la rogativa y esparcidaBestrooid
Uitgespreid
Verdeeld
Verspreid
Verspreide la molaGrammolecuul
Mol, cogieronZij/ze bemachtigden
Zij/ze gingen halen
Zij/ze grepen
Zij/ze grepen aan
Zij/ze grepen vast
Zij/ze haalden
Zij/ze namen
Zij/ze namen beet
Zij/ze pakten
Zij/ze pakten beet
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze raapten op
Zij/ze tokkelden
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan las víctimasDupes
Getroffenen
Slachtoffers por la
cabezaHoofd
Kop
Krop, que tiraronZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze gooiden weg
Zij/ze paften
Zij/ze schoten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze trokken
Zij/ze vuurden
Zij/ze wierpen omver
Zij/ze wierpen uit hacia atrásAchteruit
Achterwaarts
Rugwaarts, y las degollaron y desollaronZij/ze stroopten af
Zij/ze vilden; cortaronZij/ze braken af
Zij/ze hakten
Zij/ze hieuwen
Zij/ze kapten
Zij/ze knipten
Zij/ze onthoofdden
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze rukten af
Zij/ze schakelden uit
Zij/ze scheurden weg
Zij/ze schoren
Zij/ze sloegen het hoofd
af
Zij/ze sneden
Zij/ze sneden door
Zij/ze snerpten
Zij/ze snoeiden
Zij/ze verrichtten sectie los muslosBouten
Bovenbenen
Dijen, y
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over pringarlos conDoor
Met
Per
Samen met gorduraVet por uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één y otro ladoOverkant
Overzijde y de cubrirlosBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de carneVlees,
los quemaron(Zij) verbrandden
Zij/ze brandden
Zij/ze brandden af
Zij/ze verbrandden
Zij/ze verschroeiden conDoor
Met
Per
Samen met leñaBrandhout sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten; y atravesandoAfleggend
Aflopend
Doorgaand
Doorkomend
Doorkruisend
Doormakend
Doortrekkend
Gaand door
Overgaand
Overlopend
Overstekend
Te boven gaand las entrañasIngewanden conDoor
Met
Per
Samen met los asadoresBraadspitten
Grillrestaurants
Speten
Spitten, las pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
alNaar de
Naar het fuegoVuur. QuemadosAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid los muslosBouten
Bovenbenen
Dijen, probaronZij/ze adstrueerden
Zij/ze beproefden
Zij/ze bewezen
Zij/ze bezochten
Zij/ze maakten waar
Zij/ze pasten
Zij/ze pasten aan
Zij/ze probeerden
Zij/ze probeerden uit
Zij/ze proefden
Zij/ze staafden
Zij/ze stelden op de
proef
Zij/ze toetsten
Zij/ze toonden aan
Zij/ze wezen uit las entrañasIngewanden; y dividiendoAfbrekend
Delend
Opsplitsend
Splitsend
Verdelend to restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere en
pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, atravesáronlo conDoor
Met
Per
Samen met pinchosBrochettes
Canapés
Hapjes
Loogkruiden
Spiesen
Stekels
Tapa's
Tapas, to asaronZij/ze braadden
Zij/ze brandden
Zij/ze roosterden cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam y loDe
Hem
Het
U reRe
tiraronZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze gooiden weg
Zij/ze paften
Zij/ze schoten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze trokken
Zij/ze vuurden
Zij/ze wierpen omver
Zij/ze wierpen uit del fuegoVuur. TerminadaAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd la faenaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Karwei
Slacht!
Werk
Werk! y dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid el festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij, comieronZij/ze aten
Zij/ze bikten
Zij/ze gebruikten
Zij/ze gebruikten het middagmaal
Zij/ze lunchten
Zij/ze nuttigden
Zij/ze vraten y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand carecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste de
suHaar
Hun
Uw
Zijn respectivaRespectief
Respectieve porciónDeel
Gedeelte
Onderdeel
Part
Portie
Stuk. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer hubieronZij/ze hadden
Zij/ze waren satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht de beberDrinken
Gebruiken y de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten, NéstorNestor,
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter gerenio, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a decirlesOpgeven
Spreken
Zeggen:
434-¡Atrida gloriosísimo, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, AgamenónAgamemnon! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos(Aan) ons
Ons entretengamosLaten we amuseren
Laten we onderhouden
Laten we opvrolijken
Laten we vermaken
Wij/we amuseren
Wij/we onderhouden
Wij/we vermaken
Wij/we vrolijken op en hablarConverseren
Praten
Spreken,
niEn niet
Evenmin
Noch difiramosLaten we aanhouden
Laten we schelen
Laten we uiteenlopen
Laten we uitstellen
Laten we verdagen
Laten we verschillen
Laten we verschuiven
Wij/we houden aan
Wij/we lopen uiteen
Wij/we schelen
Wij/we stellen uit
Wij/we verdagen
Wij/we verschillen
Wij/we verschuiven por másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd la empresaBedrijf
Industrie
Onderneming que un diosGod
Godheid pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer en nuestrasOnze
Van ons manosHanden. MasDoch
Echter
Maar
Plus, eaBoe, los
heraldosHerauten
Voorboden
Voorbodes de los aqueos, de broncíneas corazasBepantseringen
Harnassen
Kurassen
Pantsers
Rustingen, pregonenBazuint u rond!
Maakt u openbaar bekend!
Zij/ze bazuinen rond
Zij/ze maken openbaar bekend que el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht se reúnaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergadert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt lid cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
los bajeles(Het) gaat omlaag
Daalt u af!
Daalt u!
Gaat u naar beneden
uitstappen!
Gaat u naar beneden!
Geeft u korting!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Kort u!
Laat u neer!
Slaat u af!
Stapt u af!
Stapt u uit!
Trekt u af!
Verlaagt u!
Verzakt u!
Zakt u weg!
Zakt u!
Zinkt u!, y nosotrosOns
We
Wij recorramosLaten we afleggen
Laten we aflopen
Laten we bereizen
Laten we doorgaan
Laten we doorreizen
Laten we doortrekken
Laten we gaan door
Laten we rondreizen
Wij/we bereizen
Wij/we gaan door
Wij/we leggen af
Wij/we lopen af
Wij/we reizen door
Wij/we reizen rond
Wij/we trekken door juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd el espaciosoRuim
Ruime campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! promoverBevorderen
Promoveren
Verhogen cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger un vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!.
441 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei; y AgamenónAgamemnon, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank desobedecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde niet. AlNaar de
Naar het momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip dispusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangschikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltooide que
los heraldosHerauten
Voorboden
Voorbodes de vozInspraak
Stem
Stemgeluid sonoraSchoonklinkend
Schoonklinkende
Sonora
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende llamaranZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden alNaar de
Naar het combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd! a los melenudos aqueos; hízose el
pregón, y ellosHen
Ze
Zij se reunieronZij/ze kwamen bijeen
Zij/ze kwamen samen
Zij/ze sloten zich aan
Zij/ze traden toe
Zij/ze vergaderden
Zij/ze werden lid prontamente. El Atrida y los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, alumnosLeerlingen de Zeus, hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen a los guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige, y los acompañabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelde
Ik accompagneerde
Ik begeleidde
Ik ging mee
Ik liep mee
Ik vergezelde Atenea, la de ojosKijkers
Ogen de lechuzaUil, llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend la
preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle inmortal égidaAegis
Bescherming
Schild que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank envejeceBesterf (van wild)!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besterft (van wild)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in verval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze takelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroudert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gebrekkig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt oud
Laat rijpen!
Raak in verval!
Takel af!
Vergrijs!
Verouder!
Verval!
Word gebrekkig!
Word oud! y de la cualWaarvan cuelganZij/ze hangen
Zij/ze hangen op
Zij/ze knopen op cien100
Honderd áureos borlones, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
labradosBewerkt
Gebeiteld
Geslepen
Verwerkt y del valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde de cien100
Honderd bueyesNoordzeekrabben
Ossen
Runderen cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen. Con ellaDaarmee en la manoDe hand, movíaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde
Ik bewoog
Ik roerde
Ik verroerde la diosaGodin entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los aqueos, instigábalos a salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden alNaar de
Naar het campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld y poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer fortalezaVesting en susHaar
Hun
Uw
Zijn corazonesHarten
Klokhuizen para queOpdat
Zodat
pelearanZij/ze kampten
Zij/ze maakten ruzie
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd y combatieranZij/ze bestreden
Zij/ze kampten
Zij/ze namen het op
tegen
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast lesHen
Hun
U fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!, que
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land en las cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen.
455 CualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals se columbraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Vermoed! desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg el resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering de un incendioBrand
Ik steek in brand
Vuurzee, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el vorazVernietigend
Vernietigende
Verslindend
Verslindende fuegoVuur
se propagaGeef af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Plant voort!
Verbreid!
Verspreid! por vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde selvaOerwoud en la cumbreBergtop
Kruin de un monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig el brilloGlans
Ik blink
Ik glans
Ik schijn
Ik schitter de las broncíneas armadurasAnkers
Armaturen
Vakwerken
de los queWie
Zij die se poníanZij/ze deden aan
Zij/ze deden op
Zij/ze kleedden zich aan
Zij/ze smeerden
Zij/ze smeerden in
Zij/ze stelden zich aan
Zij/ze trokken aan
Zij/ze werden en marchaIngeschakeld llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht a travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed del éterEther.
459 De la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval que las alígeras avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld -gansosGanzen, grullasKraanvogels o cisnesZwanen cuellilargos- se posanZij/ze bezinken en
numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke bandadasBenden
Bendes y chillandoGillend
Knarsend
Knetterend
Krijsend
Piepend en la praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland AsiaAzië, cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat la corrienteDe stroom del CaístroCaí=
Ik geraakte
Ik liet vallen
Ik verschoot
Ik verviel
Ik viel
Ik viel af
Ik viel neer,
vuelanZij/ze vliegen acáAlhier
Daar
Hier y alláDaar ufanas de susHaar
Hun
Uw
Zijn alasVlerken
Vleugelen
Vleugels, y el campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld resuenaGalm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze galmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resoneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklinkt
Resoneer!
Weergalm!
Weerklink!; de esta maneraZo las numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke
huestesHue=
Hue afluíanZij/ze stroomden in de las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen y tiendasBoetieks
Huiven
Jij/je breidt uit
Jij/je houdt op
Jij/je ontvouwt
Jij/je rekt
Jij/je spreidt
Jij/je spreidt uit
Jij/je steekt uit
Jij/je strekt
Jij/je strekt uit
Kampeertenten
Tenten
Winkels
Zaken a la llanuraPrairie
Vlak
Vlakte escamandria y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land retumbabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze donderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklonk
Ik donderde
Ik dreunde
Ik weergalmde
Ik weerklonk
horriblementeVerschrikkelijk bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware los piesPoten
Voeten de los guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige y de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen. Y los queWie
Zij die en el floridoBloemrijk
Bloemrijke
pradoBeemd
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland del Escamandrio llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven a juntarseAansluiten
Samenkomen
Zich aaneensluiten
Zich verenigen fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze; tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele, cuantasHoeveel ook
Van allen sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn las
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten y Bores que en la primaveraLente
Sleutelbloem
Stengelloze primula
Stengelloze sleutelbloem
Voorjaar nacenZij/ze ontluiken
Zij/ze ontstaan
Zij/ze spruiten
Zij/ze worden geboren.
469 ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals enjambresBijenzwermen
Drommen
Jij/je zwermt uit
Zwermen copiosos de moscasVliegen que en la primaveral estaciónHalte
Jaargetij
Jaargetijde
Seizoen
Statie
Station
Stationsgebouw vuelanZij/ze vliegen
agrupadasGegroepeerd
Gegroepeerde por el establoStal del pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger, cuandoAls
Tijdens
Wanneer la lecheMelk llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij! los tarrosPotjes
Potten, en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer granGroot
Grote númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
reuniéronse en la llanuraPrairie
Vlak
Vlakte los melenudos aqueos, deseososVerlangend
Verlangende de acabarAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen conDoor
Met
Per
Samen met los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen.
474 PoníanlosZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top de batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los pastoresDominees
Geestelijken
Herders
Pastoors
Pastores
Pastors
Predikanten
Priesters
Voorgangers
Zielzorgers separanZij/ze halen uit elkaar
Zij/ze scheiden
Zij/ze scheiden af
Zij/ze schiften
Zij/ze zonderen af
las cabrasGeiten de grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime rebañosDriften
Kudden
Kuddes
Roedels
Veestapels cuandoAls
Tijdens
Wanneer se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich en el pastoAas
Grazen
Ik graas
Ik weid
Voer
Weiden; y en medioMiddenin aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
AgamenónAgamemnon, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke en la cabezaHoofd
Kop
Krop y en los ojosKijkers
Ogen a Zeus, que se gozaGeniet van!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigt zich in
Verheug je in!
Verlustig je in! en lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen
rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen, en el cinturónCeintuur
Gordel
Riem
Zone, a AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om, y en el pechoBoezem
Borst, a Posidón. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en el hato el machoDraadtap
Gast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Mannetje
Manspersoon
Vent vacunoIk ent in
Ik vaccineer
Rund
Rundvee
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el toroBul
Stier
Toro
Torus, que sobresaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las vacasKoeien
Runderen reunidasGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld, de igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort maneraManier
Trant
Wijze hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Zeus que AgamenónAgamemnon fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg aquelDat
Die díaDag
Etmaal insigne y eximio entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen muchosVeel
Vele
Zeer
Zere héroesHelden
Heroën.
484 DecidmeGeef op!
Spreek!
Zeg! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, MusasMuzen que poseéisJullie beheersen
Jullie bezitten
Jullie hebben
Jullie houden erop na
Jullie kennen grondig
Jullie zijn rijk olímpicosOlympisch
Olympische palaciosPaleizen y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals diosasGodinnen loDe
Hem
Het
U presenciáisJullie wonen bij
Jullie zijn aanwezig bij
Jullie zijn getuige van
Jullie zijn tegenwoordig bij
y conocéisJullie kennen
Jullie leren kennen
Jullie maken kennis
Jullie weten
Jullie zijn bekend met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, mientras queTerwijl nosotrosOns
We
Wij oímosWij/we hoorden
Wij/we horen
Wij/we vernamen
Wij/we vernemen
Wij/we verstaan
Wij/we verstonden tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend la famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere sabemosWij weten
Wij/we kennen
Wij/we smaken
Wij/we weten,
cuálesWelke eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden y príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten de los dánaos. A la muchedumbreDrom
Menigte
Schare noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
enumerarlaAftellen
Neertellen
Opsommen
Tellen niEn niet
Evenmin
Noch nombrarlaAanstellen
Benoemen
Heten
Noemen
Uitmaken voor, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had diez10
Tien lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen, diez10
Tien bocasBekken
Monden
Mondingen
Snaters, vozInspraak
Stem
Stemgeluid infatigableOnvermoeibaar
Onvermoeibare y
corazónHart
Klokhuis de bronceBrons: sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend las MusasMuzen olímpicasOlympisch
Olympische, hijasDochters de Zeus, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! la égidaAegis
Bescherming
Schild, podríanZij/ze zouden kunnen
Zij/ze zouden mogen
decirOpgeven
Spreken
Zeggen cuántosHoelang
Hoeveel a Ilio fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren. PeroDoch
Echter
Maar mencionaréIk zal gewag maken
van
Ik zal melden
Ik zal noemen
Ik zal vermelden los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden y las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
494 MandabanZij/ze bevalen
Zij/ze commandeerden
Zij/ze gelastten
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden
Zij/ze voerden aan
Zij/ze voerden het bevel a los beocios Penéleo, Leito, Arcesilao, Protoenor y Clonio. Los quecultivaban los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden de Hiria, Áulide pétreaKeihard
Keiharde
Steenachtig
Steenachtige
Stenen, Esqueno, Escolo, Eteono fragosa, TespíaTe=
Je
Jou,
Grea y la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde Micaleso, los queWie
Zij die moraban en Harma, Ilesio y Eritras; los queWie
Zij die residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden en
Eleón, HilaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spint
Pluksel
Span!
Spin!, Peteón, Ocálea, Medeón, ciudadPlaats
Stad bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden, CopasBekers
Bokalen
Borrels
Cups
Drankjes
Drinkbekers
Glaasjes
Glazen, Eutresis y Tisbe,
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige en palomasDuiven
Houtduiven
Ringduiven
Woudduiven; los queWie
Zij die habítaban en Coronea, Haliarto herbosa, PlateaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzilvert
Platea
Verzilver! y Glisante;
los queWie
Zij die poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht ciudadPlaats
Stad de Hipotebas, la sacra Onquesto, deliciosoHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere
bosqueBos
Woud de Posidón, y las ciudadesPlaatsen
Steden de Arne, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige en uvasDruiven
Wijndruiven, Midea, Nisa divinaGoddelijk
Goddelijke y
Antedón fronterizaGrens-
Van de grens: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estosDeze
Dezen llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven en cincuenta50
Vijftig navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen. En cada unaElk se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand
embarcadoAan boord gegaan
Ingestapt ciento100
Honderd veinte20
Twintig beocios.
511 De los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Aspledón y OrcómenoOrchomenus Minieo eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden AscálafoAscalaphus yYálmeno, hijosKinderen
Zonen
Zoons de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om y de Astíoque, que los habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dado a luzBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht en el palacioPaleis de Áctor
AzidaAzide. Astíoque, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was virgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere ruborosa, subióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in de
trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies alNaar de
Naar het pisoAanstampen
Appartement
Betreden
Etage
Flat
Ik betreed
Ik loop onder de
voet
Ik prak
Ik stamp aan
Ik trap in
Ik trap op
Ik vertrap
Intrappen
Verdieping
Vertrappen
Vloer superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure, y el terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke diosGod
Godheid se unióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot zich aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde zich
con ellaDaarmee clandestinamenteClandestien. Treinta30
Dertig cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top los seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
517 MandabanZij/ze bevalen
Zij/ze commandeerden
Zij/ze gelastten
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden
Zij/ze voerden aan
Zij/ze voerden het bevel a los foceos Esquedio y Epístrofo, hijosKinderen
Zonen
Zoons del magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige Ífito Naubólida.
Los de CiparisoKyparissos, PitónPython pedregosa, CrisaChryse divinaGoddelijk
Goddelijke, Dáulide y Panopeo; los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en
Anemoria, Jámpolis y la riberaOever del divinal ríoIk lach
Rivier
Stroom CefisoCephisus; los queWie
Zij die poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk la ciudadPlaats
Stad de Lilea
en las fuentesBronnen
Fonteinen
Opdienborden
Schalen
Schotels
Welputten
Wellen del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve ríoIk lach
Rivier
Stroom: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle éstosDeze habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven en cuarenta40
Veertig negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen. Los
caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden ordenabanZij/ze bestelden
Zij/ze bevalen
Zij/ze gelastten
Zij/ze ruimden op
Zij/ze schreven voor
Zij/ze sommeerden
Zij/ze verordenden entoncesDan
Dus
Toen las filasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten de los focios, que en las batallasGevechten
Jij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Kampen
Slagen
Strijden
Veldslagen combatíanZij/ze bestreden
Zij/ze kampten
Zij/ze namen het op
tegen
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd a la
izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse de los beocios.
527 AcaudillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel a los locrios que vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden en Cino, Opunte, Calíaro, BesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen!, Escarfe,
AugíasAugias amenaLief
Lieve, Tarfe y Tronio, a orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen del Boagrio, el ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte Ayante de OileoOileus, menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste,
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste que Ayante Telamonio: eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was bajo deIk haal van cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf, llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde corazaBepantsering
Harnas
Kuras
Pantser
Rusting de linoLijnzaad
Vezelvlas
Vlas y en el
manejoBediening
Ik rijd
Rijden de la lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp! superabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muntte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde voorbij
Ik blonk uit
Ik ging te boven
Ik kwam te boven
Ik muntte uit
Ik overtrof
Ik overwon
Ik streefde voorbij a todos losAlle helenos y aqueos. SeguíanloZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort cuarenta40
Veertig negrasZwart
Zwarte
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, en las cualesDe welken
Wie
Zij die habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren venidoGekomen
Meegekomen los locrios que vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus a11á de la sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale EubeaEuboea.
536 Los abantes de EubeaEuboea, que respirabanZij/ze ademden
Zij/ze haalden adem valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde y residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden en CalcisChalkis, EretriaEretria, Histiea,
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige en uvasDruiven
Wijndruiven, Cerinto marítimaZee-, Dío, ciudadPlaats
Stad excelsa, Caristo y EstiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt uit (van
deeg)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Rek uit!
Rol uit (van deeg)!
Strek uit
Strek!, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
capitaneadosAangevoerd
Bestuurd
Geregeerd por el magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige Elefénor Calcodontíada, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om. ConDoor
Met
Per
Samen met talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
caudilloAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Opperhoofd llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven los ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte abantes, que dejaban(Zij) lieten
Zij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden crecerAangroeien
Aanwassen
Gedijen
Groeien
Toenemen
Wassen la cabelleraHaar en la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde posteriorAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende
de la cabezaHoofd
Kop
Krop: eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren belicososOorlogszuchtig
Oorlogszuchtige y deseabanZij/ze ambieerden
Zij/ze aspireerden
Zij/ze begeerden
Zij/ze dongen naar
Zij/ze haakten naar
Zij/ze hadden trek in
Zij/ze hunkerden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen na
Zij/ze smachtten
Zij/ze smachtten naar
Zij/ze snakten naar
Zij/ze streefden na
Zij/ze streefden naar
Zij/ze verkozen
Zij/ze verlangden
Zij/ze wensten siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen de fresnoEs
Fraxinus
Fresno
Gewone es las
corazasBepantseringen
Harnassen
Kurassen
Pantsers
Rustingen en los pechosBoezems
Borsten de los enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige. SeguíanloZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort cuarenta40
Veertig negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen.
546 Los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht ciudadPlaats
Stad de AtenasAthene y constituíanZij/ze maakten uit
Zij/ze stelden samen
Zij/ze vormden el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam del
magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige ErecteoErechtheus, a quienDie
Wie Atenea, hijaDochter de Zeus, crió -habíaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dado a luzBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht la fértilVruchtbaar
Vruchtbare
tierray pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer en suHaar
Hun
Uw
Zijn ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende temploBedehuis
Godshuis
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Tempel de AtenasAthene, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille atenienses ofrecenZij/ze bieden
Zij/ze bieden aan
Zij/ze bieden te koop
aan
Zij/ze dragen voor
Zij/ze loven uit
Zij/ze slaan voor
Zij/ze stellen voor todos losAlle añosJaren
sacrificiosMisoffers
Offeranden
Offerandes
Offers
Opofferingen propiciatorios de torosBullen
Stieren
Torussen y corderosLammeren a la diosaGodin, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast por jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur a Menesteo, hijoKind
Zoon
de Péteo. NingúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals éseDat
Die ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top de batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig a los
que combatíanZij/ze bestreden
Zij/ze kampten
Zij/ze namen het op
tegen
Zij/ze streden
Zij/ze vochten
Zij/ze voerden strijd en carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a los peonesPionnen
Pions armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet de escudosBorden
Bordjes
Escudo's
Schilden
Uithangborden; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend NéstorNestor competíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concurreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Ik concurreerde
Ik dong mee
Ik wedijverde
con élDaarmee, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude. Cincuenta50
Vijftig negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen to seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
557 Ayante habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan de SalaminaSalamina
Salamis conDoor
Met
Per
Samen met doce12
Twaalf navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, que colocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat las falangesFalanxen
Kootjes
atenienses.
559 Los habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters de ArgosArgos
Argus, TirintoTiryns amurallada, Hermíone y Ásine en profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte golfoGolf
situadasGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd, Trecén, Eyones y EpidauroEpidaurus, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige en videsDruiven
Druivenbladen
Druivenbladeren
Druivenblaren
Wijnstokken
Wingerden
Wingerds, y los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille aqueos de EginaAegina
Egina
y Masete, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren acaudilladosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Het bevel gevoerd por DiomedesDiomedes, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!; Esténelo, hijoKind
Zoon del famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
Capaneo, y EuríaloEuryalus, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort a un diosGod
Godheid, que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast por padrePater
Vader alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Mecisteo Talayónida. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste DiomedesDiomedes, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!. Ochenta80
Tachtig negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen los seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
569 Los queWie
Zij die poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk la bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden ciudadPlaats
Stad de MicenasMycene, la opulentaWeelderig
Weelderige CorintoCorintië
Korinthe y la
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht Cleonas; los queWie
Zij die cultivabanZij/ze bebouwden
Zij/ze beschaafden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze kweekten
Zij/ze kweekten aan
Zij/ze plantten aan
Zij/ze teelden
Zij/ze verbouwden la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land en Ornías, Aretírea deleitosa y SiciónSicyon,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin antiguamenteEertijds
Voorheen
Vroeger reinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak boven anderen
uit Adrasto; los queWie
Zij die residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden en Hiperesia y Gonoesa excelsa, y los
que habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Pelene, Egio, el Egíalo todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y la espaciosaRuim
Ruime HéliceHelix
Propeller
Schroef
Schroefdraad
Schroeflijn
Spiraal
Spiraallijn: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle éstosDeze habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven en cien100
Honderd navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen a las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst AgamenónAgamemnon Atrida. MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere y valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
varonesGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind príncipeKoningszoon
Prins
Vorst que entoncesDan
Dus
Toen vestíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Ik kleedde
Ik kleedde aan
Ik omkleedde
Ik stond el luciente bronceBrons, ufano de sobresalirErbovenuit komen
Uitspringen
Uitstaan
Uitsteken
Vooruitspringen
Vooruitsteken
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen todos losAlle héroesHelden
Heroën por suHaar
Hun
Uw
Zijn valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde y por mandarAanvoeren
Bevelen
Commanderen
Gelasten
Het bevel voeren
Sommeren
Sturen
Verordenen
Voorschrijven a mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten.
581 Los de la hondaDiep
Diepe y cavernosa Lacedemonia que residíanZij/ze resideerden
Zij/ze woonden en Faris, EspartaSparta y MesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank,
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige en palomasDuiven
Houtduiven
Ringduiven
Woudduiven; moraban en Brisías o AugíasAugias amenaLief
Lieve; poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk las ciudadesPlaatsen
Steden deAmiclas y HelosBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb marítimaZee-, y habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Laa y Étilo: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle éstosDeze llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven en sesenta60
Zestig
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen alNaar de
Naar het mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering del hermanoBroeder
Broer
Frater de AgamenónAgamemnon, de MenelaoMenelaos, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige en el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!, y se
armabanZij/ze bewapenden
Zij/ze wapenden
Zij/ze zetten in elkaar formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend unidadEendracht
Eenheid
Eensgezindheid
Les
Uniteit
Vereniging aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!. MenelaoMenelaos, impulsadoAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht por suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen ardorHevige warmte
Hitte
Ijver
Levendigheid
Vurig verlangen
Vuur, los animabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze animeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monterde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze porde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Ik animeerde
Ik bemoedigde
Ik bezielde
Ik moedigde aan
Ik monterde op
Ik porde aan
Ik prikkelde
Ik spoorde aan
Ik stimuleerde
Ik verlevendigde
Ik vrolijkte op
Ik vuurde aan
Ik wakkerde aan
Ik wekte op
Ik zette aan a
combatirBestrijden
Het opnemen tegen
Kampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten y anhelabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegde
Ik hijgde
Ik hunkerde
Ik reikhalsde
Ik smachtte
Ik verlangde
Ik zuchtte
Ik zuchtte naar
Ik zwoegde en suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis vengarWraak nemen
Wreken la huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen y los gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht de HelenaHeleen.
591 Los queWie
Zij die cultivabanZij/ze bebouwden
Zij/ze beschaafden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze kweekten
Zij/ze kweekten aan
Zij/ze plantten aan
Zij/ze teelden
Zij/ze verbouwden el campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld en PilosPylos, Arene deliciosaHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere, TríoDrietal
Trio
Trits, vadoDoorwaadbare plaats
Voorde
Wed del AlfeoAlpheüs, y la
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart edificadaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gesticht Epi, y los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Ciparisente, Anfigenia, Pteleo, HelosBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb y DorioDorio
(dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin las MusasMuzen, saliéndole alNaar de
Naar het caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg a Támiris el tracio, loDe
Hem
Het
U privaronZij/ze beroofden
Zij/ze plunderden uit de cantarZingen cuandovolvía de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de Éurito el ecalieo; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende jactóse de que saldríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er mee
weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar buiten
gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op weg
gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegrijden
Ik zou afrijden
Ik zou buitengaan
Ik zou er mee
weg komen
Ik zou naar buiten
gaan
Ik zou op weg
gaan
Ik zou opstappen
Ik zou starten
Ik zou tijgen
Ik zou uitgaan
Ik zou uitkomen
Ik zou uitlopen
Ik zou uitrijden
Ik zou uitstappen
Ik zou uitstijgen
Ik zou uittreden
Ik zou uitvaren
Ik zou verschijnen
Ik zou vertrekken
Ik zou weggaan
Ik zou wegrijden vencedorOverwinnaar
Overwinnend
Overwinnende, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
cantaranZij/ze zongen las propiasEigen MusasMuzen, hijasDochters de Zeus, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! la égidaAegis
Bescherming
Schild, y ellasHen
Ze
Zij irritadasAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd loDe
Hem
Het
U cegaronZij/ze verblindden,
loDe
Hem
Het
U privaronZij/ze beroofden
Zij/ze plunderden uit del divinoGoddelijk
Goddelijke cantoIk zing
Zangkunst y leHaar
Hem
Het
U hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit olvidarAfleren
Vergeten
Verleren el arteKunst de pulsarAfplukken
Oprapen
Plukken
Tokkelen la cítaraCiter
Citera) eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
mandadosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven por NéstorNestor, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter gerenio, y habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven en noventa90
Negentig cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen.
603 Los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en la ArcadiaArcadië alNaar de
Naar het pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet del altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u! de Cilene y cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat la tumbade Épito, paísLand de belicososOorlogszuchtig
Oorlogszuchtige guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige; los de Féneo, OrcómenoOrchomenus, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige en ovejasOoien
Schapen
Schapen (vrouwelijk),
Ripe, Estratia y Enispe ventosaLuchtgat
Luchtkoker
Winderig
Winderige
Zuignap; y los queWie
Zij die poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk las ciudadesPlaatsen
Steden de Tegea, Mantinea
deliciosaHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere, Estínfalo y Parrasia: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle éstosDeze llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven alNaar de
Naar het mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst AgapenorAgapenor, hijoKind
Zoon de
Anceo, en sesenta60
Zestig navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen. En cada unaElk de éstasDeze se embarcaronZij/ze gingen aan boord
Zij/ze gingen scheep muchosVeel
Vele
Zeer
Zere arcadios
ejercitadosGedrild
Geoefend en la guerraKrijg
Oorlog. El mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, AgamenónAgamemnon, lesHen
Hun
U facilitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergemakkelijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen de
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere bancosBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Werkbanken, para queOpdat
Zodat atravesaranZij/ze doorkruisten
Zij/ze gingen door
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze kwamen door
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen af
Zij/ze liepen over
Zij/ze maakten door
Zij/ze staken over
Zij/ze trokken door el vinoso pontoPontus; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende ellosHen
Ze
Zij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se cuidaban deZij/ze bekommerden zich om
Zij/ze droegen zorg voor las
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken del marZee.
615 Los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Buprasio y en el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de la divinaGoddelijk
Goddelijke Élide, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit Hirmina y
Mírsino, la fronterizaGrens-
Van de grens, por un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant y la rocaGesteente
Rots
Rotsblok Olenia y Alesio por el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast cuatro4
Vier
caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden y cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen de éstosDeze mandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel diez10
Tien veleras navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen tripuladas por muchosVeel
Vele
Zeer
Zere epeos.
De dos2
Do's
Twee
Tweede divisionesDivisies
Legerafdelingen eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren respectivamenteIeder van zijn kant jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren AnfímacoAmphimachus y Talpio, hijoKind
Zoon aquélDat
Die de Ctéato yéste de Éurito y nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons de ActorAanklager
Acteur
Beschuldiger
Eiser
Klager
Klikspaan
Komediant
Speler
Toneelspeler
Verklikker; de la tercera3e
Derde
Terts, el fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware Diores Amarincida, y de la cuarta4e
Kwart
Vierde,
el deiforme Polixino, hijoKind
Zoon del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Agástenes Augeida.
625 Los de Duliquio y las sagradasEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale islasEilanden Equinas, situadasGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd alNaar de
Naar het otro ladoOverkant
Overzijde del marZee frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
la ElideHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat onvermeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat over
Kap af!
Laat onvermeld!
Laat weg!
Schrap!
Sla over!, eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren mandadosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven por Meges Filida, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort a AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om, a quienDie
Wie engendróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwekte el jineteRuiter Fileo,
caroDierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Geacht
Geachte
Geliefd
Geliefde
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle a Zeus, cuandoAls
Tijdens
Wanneer por haberseHet met iemand aan
de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten enemistado conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader emigró aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze emigreerde naar Duliquio. Cuarenta40
Veertig
negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen to seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
631 Ulises acaudillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel a los cefalenios de ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel altivoHooghartig
Hooghartige. Los de ítacaIthaka y suHaar
Hun
Uw
Zijn frondosoBladerrijk
Bladerrijke
Lommerrijk
Lommerrijke
Nérito; los queWie
Zij die cultivabanZij/ze bebouwden
Zij/ze beschaafden
Zij/ze bewerkten
Zij/ze kweekten
Zij/ze kweekten aan
Zij/ze plantten aan
Zij/ze teelden
Zij/ze verbouwden los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden de Crocilea y de la escarpadaSteil
Steile Egílipe; los queWie
Zij die
habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Zacinto; los queWie
Zij die vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden en SamosSamos y susHaar
Hun
Uw
Zijn alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken; los queWie
Zij die estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten en el
continenteBevattend
Bevattende
Continent
Ingetogen
Inhoudend
Inhoudende
Kuis
Kuise
Vasteland
Werelddeel y los queWie
Zij die ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden la orillaBand
Boord
Kant
Korst
Kust
Oever
Rand
Stootkant
Wal
Waterkant
Zoom opuestaGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergelegen
Tegenovergesteld: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ellosHen
Ze
Zij obedecíanZij/ze gehoorzaamden a Ulises, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort a
Zeus en prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid. Doce12
Twaalf navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen de rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood proasBoegen
Voorschepen
Voorstevens loDe
Hem
Het
U seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
638 Toante, hijoKind
Zoon de Andremón, regíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaaide de scepter
Ik bestuurde
Ik heerste
Ik regeerde
Ik zwaaide de scepter a los etolios que habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Pleurón, Oleno,
Pilene, CalcisChalkis marítimaZee- y Calidón pedregosa. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existíanZij/ze bestonden los hijosKinderen
Zonen
Zoons del magnánimoGrootmoedig
Grootmoedige
Eneo, niEn niet
Evenmin
Noch ésteDeze
Dit; y muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook el rubio(Gestreepte) poon
Blond
Blonde
Gestreepte poon
Poon MeleagroMeleager, diéronse a Toante todos losAlle poderesImperia
Imperiums
Keizerrijken
Machten
Rijken
Vermogens
para queOpdat
Zodat reinaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak boven anderen
uit
Ik heerste
Ik regeerde
Ik stak boven anderen
uit sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los etolios. Cuarenta40
Veertig negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen los seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
645 MandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel a los cretenses Idomeneo, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde por suHaar
Hun
Uw
Zijn lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!. Los queWie
Zij die vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden en Cnoso,
Gortina amurallada, Licto, MiletoMilete
Miletië, blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte Licasto, Festo y Ritio, ciudadesPlaatsen
Steden populosasBevolkt
Bevolkte, y
los queWie
Zij die ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden la islaEiland de CretaKreta
Krijt conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn cien100
Honderd ciudadesPlaatsen
Steden: todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle éstosDeze eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren gobernadosBestuurd
De scepter gezwaaid
Geheerst
Geregeerd por
Idomeneo, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde por suHaar
Hun
Uw
Zijn lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!, que conDoor
Met
Per
Samen met Meriones, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort alNaar de
Naar het homicida Enialio, compartíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Ik deelde
el mandoDe aandrijving. SeguíanloZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort ochenta80
Tachtig negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen.
653 Tlepólemo Heraclida, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige y altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven de cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf, condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde en nueve9
Negen buquesSchepen a los
fierosWrede
Wreed rodios que vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden, divididosAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Opgesplitst
Verdeeld en tres3
Drie pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen, en LindoAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi, Yáliso y Camiro la blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte.
De éstosDeze eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was caudilloAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Opperhoofd Tlepólemo, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde por suHaar
Hun
Uw
Zijn lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!, a quienDie
Wie Astioquía concibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde een begrip
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd zwanger delfornido Heracles, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el héroeHeld
Heros se la llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde de Éfira, de la riberaOever del ríoDel rio Seleente,
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn asoladoVernietigd muchasVeel
Vele
Zeer
Zere ciudadesPlaatsen
Steden defendidasOpgekomen voor
Verdedigd
Verweerd por noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele mancebos. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
Tlepólemo, criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed en el magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende palacioPaleis, huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a la juventudJeugd
Jeugdigheid, matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af alNaar de
Naar het ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
tíoKerel
Oom maternoVan moeders kant de suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader, a Licimnio, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om; y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los demásDe anderen hijosKinderen
Zonen
Zoons y nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons del
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware Heracles loDe
Hem
Het
U amenazaronZij/ze bedreigden
Zij/ze dreigden, construyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze construeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette ineen navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, reunióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concentreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde muchaVeel
Vele
Zeer
Zere genteLieden
Lui
Mensen
Volk y huyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vluchtte por el pontoPontus.
ErranteZij/ze dolen
Zij/ze dolen rond
Zij/ze dwalen
Zij/ze dwalen rond
Zij/ze maken een fout
Zij/ze vergissen zich
Zij/ze waren
Zij/ze zitten ernaast
Zij/ze zwerven y sufriendoDoorstaand
Dragend
Lijdend
Ondergaand
Ondervindend
Uitstaand
Velend
Verdragend penalidades pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a RodasRodos
Stevens
Voorstevens, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds se establecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde zich conDoor
Met
Per
Samen met los suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u,
que formaronZij/ze formeerden
Zij/ze gingen aan
Zij/ze paradeerden
Zij/ze praalden
Zij/ze prijkten
Zij/ze pronkten
Zij/ze vormden tres3
Drie tribusGeslachten
Stammen
Volksstammen. Se hicieronZij/ze raakten
Zij/ze werden quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen de Zeus, que reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los diosesGoden
Godheden y los
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, y el Cronión lesHen
Hun
U dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige riquezaRijkdom.
671 Nireo condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit SimeAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals tres3
Drie navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart proporcionadasAfgemeten
Afgewogen
Bezorgd
Evenredig gemaakt
Gefourneerd
In orde gebracht
Verschaft; Nireo, hijoKind
Zoon de AglayaAglaea
Aglaia y
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Cáropo; Nireo, el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon de los dánaos que fueron aZij/ze gingen naar Ilio, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals exceptuamosWij/we zonderden uit
Wij/we zonderen uit alNaar de
Naar het
eximio Pelida; peroDoch
Echter
Maar eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was tímidoBedeesd
Bedeesde
Beschroomd
Beschroomde
Bevangen
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuchter
Schuchtere
Schuw
Schuwe
Timide
Verlegen
Vreesachtig
Vreesachtige, y pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige la genteLieden
Lui
Mensen
Volk que mandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel.
676 Los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Nísiros, Crápato, CasoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak, CosKos, ciudadPlaats
Stad de Eurípilo, y las islasEilanden
Calidnas, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast por jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren a Fidipo y Antifo, hijosKinderen
Zonen
Zoons del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst TésaloTé=
Thee
Theestruik Heraclida. Treinta30
Dertig
cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen en ordenAfgesproken
Akkoord
Goed
In orde
Oké
Top to seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort.
681 CuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen ocupabanZij/ze bekleedden
Zij/ze besloegen
Zij/ze betrokken
Zij/ze bewaarden
Zij/ze bewoonden
Zij/ze bezetten
Zij/ze hielden bezig
Zij/ze namen in beslag
Zij/ze vervulden el ArgosArgos
Argus pélásgico, los queWie
Zij die vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden en AloAan
Bij
Naar
Om
Op
Tegen
Tot
Voor, Álope y Traquine y
los queWie
Zij die poseíanZij/ze beheersten
Zij/ze bezaten
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze kenden grondig
Zij/ze waren rijk la Ftía y la Hélade de lindasAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen, y se llamabanZij/ze heetten
Zij/ze werden genoemd mirmidones, helenos
y aqueos, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast por capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd a AquilesAchilles y habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven en cincuenta50
Vijftig navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen. MasDoch
Echter
Maar
Plus éstosDeze noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
se cuidabanZij/ze conserveerden zich
Zij/ze ontzagen zich
Zij/ze spaarden hun gezondheid entoncesDan
Dus
Toen del combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd! horrísono, por noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden quienDie
Wie los llevara aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
Ik nam mee naar
Ik nam mee voor la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!: el
divinoGoddelijk
Goddelijke AquilesAchilles, el de los piesPoten
Voeten ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit de las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, enojadoBedroefd
Boos
Boze
Geërgerd
Giftig
Giftige
Kwaad
Kwade
Nijdig
Nijdige
Toornig
Toornige
Verstoord
Verstoorde
Vertoornd
Vertoornde a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
Briseide, de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon cabelleraHaar, a la cualWaaraan habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet cautivaBekoor!
Boezem belang in!
Gevangene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Interesseer!
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker! en Lirneso, cuandoAls
Tijdens
Wanneer despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
de grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime fatigasJij/je beult af
Jij/je jakkert af
Kortademigheden
Vermoeidheden
Vermoeienissen destruyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoestte estaDeze
Dit ciudadPlaats
Stad y las murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen de Teba, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden a los
belicososOorlogszuchtig
Oorlogszuchtige MinesJij/je ondergraaft
Jij/je ondermijnt y Epístrofo, hijosKinderen
Zonen
Zoons del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Eveno Selepíada. Afiigido por elloDat
Het, se
entregabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe alNaar de
Naar het ocioVrije tijd
Vrije tijdsbesteding; peroDoch
Echter
Maar prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had de levantarseGaan staan
Opstaan
Verrijzen
Wakker worden.
695 Los queWie
Zij die habitabanZij/ze bewoonden
Zij/ze huisden
Zij/ze resideerden
Zij/ze waren gevestigd
Zij/ze woonden
Zij/ze woonden in en Fílace, Píraso floridaBloemrijk
Bloemrijke
Florida, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel consagradoGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend a DeméterDemeter;
Itón, criadora de ovejasOoien
Schapen
Schapen (vrouwelijk); Antrón marítimaZee- y Pteleo herbosa, fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren acaudilladosAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Het bevel gevoerd por el
aguerrido Protesilao mientrasTerwijl vivióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds entoncesDan
Dus
Toen teníaloHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast en suHaar
Hun
Uw
Zijn senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus la negraZwart
Zwarte tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land:
matóloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af un dárdanoDardanus cuandoAls
Tijdens
Wanneer saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit de la naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que los demásDe anderen aqueos, y en
Fílace quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren suHaar
Hun
Uw
Zijn desoladaVerlaten esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw y la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! a medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling acabarAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen. ConDoor
Met
Per
Samen met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank carecíanZij/ze hadden niet
Zij/ze misten
aquéllosDie de jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al echaban de menosZij/ze misten alNaar de
Naar het que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger tuvieronZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende los ordenabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Ik bestelde
Ik beval
Ik gelastte
Ik ruimde op
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd! Podarces, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om, hijoKind
Zoon de Ificlo Filácida, ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende en ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen, y hermanomenor del animoso Protesilao. ÉsteDeze
Dit eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige. SusHaar
Hun
Uw
Zijn hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te caudilloAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Opperhoofd; peroDoch
Echter
Maar sentíanZij/ze gevoelden
Zij/ze merkten
Zij/ze voelden
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar soledadEenzaamheid
Verlatenheid de aquélDie z'n
Diens
Van die, que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer esforzadoZich ingespannen habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |