626 En diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend estoDeze
Dit, el velozSnel
Snelle AquilesAchilles levantóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer y degolló una blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte ovejaOoi
Schaap
Schaap (vrouwelijk); susHaar
Hun
Uw
Zijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten la desollaronZij/ze stroopten af
Zij/ze vilden y prepararonZij/ze bereidden
Zij/ze bereidden toe
Zij/ze bereidden voor
Zij/ze leidden op
Zij/ze maakten aan
Zij/ze maakten klaar bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was debidoBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Juist
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest; la descuartizaronZij/ze vierendeelden conDoor
Met
Per
Samen met arteKunst,
y, cogiendoAangrijpend
Aanvattend
Afplukkend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Door vast te pakken
Gaand halen
Grijpend
Halend
Nemend
Oprapend
Pakkend
Plukkend
Tokkelend
Vastgrijpend
Vastpakkend
Vattend conDoor
Met
Per
Samen met pinchosBrochettes
Canapés
Hapjes
Loogkruiden
Spiesen
Stekels
Tapa's
Tapas los pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks, los asaronZij/ze braadden
Zij/ze brandden
Zij/ze roosterden cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam y los retiraron del fuegoZij/ze haalden van het
vuur.
AutomedonteAutomedon repartióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde panBrood
Mik
Pan en hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon cestasManden, y AquilesAchilles distribuyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde la carneVlees. EllosHen
Ze
Zij
alargaronZij/ze brachten door
Zij/ze droegen af
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gaven over
Zij/ze legden uit
Zij/ze maakten langer
Zij/ze overhandigden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze reikten toe
Zij/ze rekten
Zij/ze rekten uit
Zij/ze stelden ter hand
Zij/ze trokken door
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verdreven
Zij/ze verlengden la diestraBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Rechtshandige
Vaardig
Vaardige a los manjaresEtenswaren
Gerechten
Spijzen que tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer; y, cuandoAls
Tijdens
Wanneer hubieronZij/ze hadden
Zij/ze waren satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane el
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten y de beberDrinken
Gebruiken, Príamo Dardánida admiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewonderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwonderde la estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur y el aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen de AquilesAchilles,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende el héroeHeld
Heros parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als un diosGod
Godheid; y, a suHaar
Hun
Uw
Zijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt, AquilesAchilles admiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewonderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwonderde a Príamo Dardánida, contemplandoBeschouwend
Koekeloerend
suHaar
Hun
Uw
Zijn nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet y escuchandoAanhorend
Beluisterend
Luisterend
Toehorend
Toeluisterend susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden. Y, cuandoAls
Tijdens
Wanneer se hubieronZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand deleitadoBekoord
Genot verschaft aan
Verheugd,
mirándoseZich bekijkend
Zich beschouwend
Zich spiegelend el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke a un diosGod
Godheid, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke:
635 -MándameBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te tardanzaAchterblijven
Dralen
Duren
Nablijven
Talmen
Treuzelen
Uitstel, a la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge alumnoLeerling de Zeus, para queOpdat
Zodat,
acostándonosGaand liggen
Gaand slapen
Naar bed gaand
Ons ter ruste begevend, gocemosLaten we genieten
Laten we genieten van
Laten we zich verheugen
in
Laten we zich verlustigen
in
Wij/we genieten
Wij/we genieten van
Wij/we verheugen ons in
Wij/we verlustigen ons in del dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap. MisMi's
Mijn ojosKijkers
Ogen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende desde queSinds miMi
Mijn hijoKind
Zoon
murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte a tusJe
Jouw manosHanden, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend gimoIk kerm
Ik klaag
Ik zucht y devoroIk verslind innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze congojasAngsten
Droefenissen
Noden
Smarten
Vertwijfelingen,
revolcándome por el estiércolCompost
Mest en el recintoAfgesloten ruimte del patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb probadoAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal y
rociadoBedropen
Begoten
Besprenkeld
Besprenkelde
Besproeid
Besproeide
Gesprenkeld
Gesproeid conDoor
Met
Per
Samen met el negroHet donkere
Het zwarte vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn la gargantaKeel
Keelgat
Strot, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit entoncesDan
Dus
Toen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had probadoAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt.
643 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei. AquilesAchilles mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel a susHaar
Hun
Uw
Zijn compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten y a las esclavasSlavinnen que pusieranZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer camasBedden
Legersteden
Slaapkamers
Slaapplaatsen
Sponden debajoBeneden
Eronder
Onder
del pórticoOverdekte zuilengang
Portaal
Portiek
Voordeur
Zuilengang, las proveyesenZij/ze bevoorraadden
Zij/ze brachten in orde
Zij/ze proviandeerden
Zij/ze spekten
Zij/ze voorzagen van de hermososFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon cobertores de púrpuraPaars
Purper, extendiesenZij/ze breidden uit
Zij/ze gaven af
Zij/ze hielden op
Zij/ze maakten wijder
Zij/ze ontvouwden
Zij/ze rekten
Zij/ze smeerden uit
Zij/ze spreidden
Zij/ze spreidden uit
Zij/ze staken uit
Zij/ze strekten
Zij/ze strekten uit
Zij/ze verbreidden
Zij/ze vergrootten
Zij/ze verspreidden sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! ellosHen
Ze
Zij
tapetes y dejasenZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden encimaBovendien
Er bovenop afelpadas túnicasTunica's
Tunieken paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! abrigarseBehoeden
Beschermen
Beschutten. Las esclavasSlavinnen salieronEr kwamen tevoorschijn
Zij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit de la
tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen en susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden, y aderezaronZij/ze bereidden
Zij/ze bereidden toe
Zij/ze bereidden voor
Zij/ze herstelden
Zij/ze kruidden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze maakten aan (sla,
saus)
Zij/ze maakten gereed
Zij/ze repareerden
Zij/ze verhielpen
Zij/ze versierden
Zij/ze verstelden diligentementeIjverig dos2
Do's
Twee
Tweede lechosBedden
Bedjes
Legersteden
Sponden. Y
AquilesAchilles, el de los piesPoten
Voeten ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte, chanceándose, dijo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen Príamo:
650 -AcuéstateBegeef je ter ruste!
Ga liggen!
Ga naar bed!
Ga slapen! fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt que algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere de los caudillosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Opperhoofden
aqueos vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon, a consultarmeConsulteren
Raadplegen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn proyectosBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Plannen
Projecten; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere de ellosHen
Ze
Zij loDe
Hem
Het
U vieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens la velozSnel
Snelle y obscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere nocheAvond
Nacht, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen decirloOpgeven
Spreken
Zeggen en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet a AgamenónAgamemnon, pastorDominee
Geestelijke
Herder
Pastoor
Pastor
Predikant
Priester
Voorganger
Zielzorger de
pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen, y quizásMisschien se diferina la entregaAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afgifte
Afleveren
Aflevering
Bestel!
Bestellen
Betaal uit!
Bezorg!
Bezorgen
Breng door!
Doorbrengen
Geef aan!
Geef af!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert toe
Inleveren
Inlevering
Lever af!
Lever in!
Lever!
Leveren
Levering
Overdracht
Overgeven
Overhandig!
Overhandigen
Overleg!
Overleggen
Reik aan!
Stel ter hand!
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijf!
Verdrijven
Voer toe! del cadáverKadaver
Kreng
Lijk. MasDoch
Echter
Maar
Plus, eaBoe, hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken y dimeZeg eens
Zeg me eens con sinceridadOprecht
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens cuántosHoelang
Hoeveel díasDagen
Etmalen quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren honrasJij/je eert
Jij/je huldigt
Jij/je vereert alNaar de
Naar het divinoGoddelijk
Goddelijke HéctorHektor, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!, mientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer,
permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven yo mismoIkzelf quietoBedaard
Bedaarde
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille y contenerAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht.
659 RespondióleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke a un diosGod
Godheid:
660 -SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt que yoEgo
Ik puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! celebrarCelebreren
Opdragen
Vieren los funeralesBegrafenissen del divinoGoddelijk
Goddelijke HéctorHektor, haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend lo queDat wat
Wat
voy aIk ga naar decirteOpgeven
Spreken
Zeggen, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge AquilesAchilles, meMe
Mij dejaríasJij/je zou achterlaten
Jij/je zou in de
steek laten
Jij/je zou je verlaten
van
Jij/je zou laten
Jij/je zou laten begaan
Jij/je zou laten schieten
Jij/je zou legateren
Jij/je zou lenen
Jij/je zou loslaten
Jij/je zou nalaten
Jij/je zou opleveren
Jij/je zou overlaten
Jij/je zou toestaan
Jij/je zou toevertrouwen
Jij/je zou verlaten
Jij/je zou vermaken
Jij/je zou verzuimen complacidoBevredigd
Gepaaid
Tegemoetgekomen aan
Tevreden gesteld
Voldaan. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet que vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden encerradosOpgesloten
Vastgezet en
la ciudadPlaats
Stad; y la leñaBrandhout hay queMen moet traerlaHet brengen de lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg, del monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!, y los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens nueve9
Negen díasDagen
Etmalen to lloraremosWij/we zullen bejammeren
Wij/we zullen betreuren
Wij/we zullen bewenen
Wij/we zullen huilen
Wij/we zullen krijten
Wij/we zullen schreien
Wij/we zullen wenen en el palacioPaleis, el décimo10e
Tiende to sepultaremosWij/we zullen begraven
Wij/we zullen een lijk
bezorgen
Wij/we zullen ter aarde
bestellen y el
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam celebraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal celebreren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vieren el banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij fúnebreRouw-, el undécimo11e
Elfde leHaar
Hem
Het
U erigiremosWij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen oprichten
Wij/we zullen opslaan
Wij/we zullen vestigen un túmuloKatafalk y el
duodécimo12e
Twaalfde volveremos aWij zullen weer
Wij/we zullen teruggaan naar
Wij/we zullen terugkeren naar
Wij/we zullen terugkomen naar pelearKampen
Ruzie maken
Strijd voeren
Strijden
Vechten, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn.
668 ContestóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde el divinoGoddelijk
Goddelijke AquilesAchilles, el de los piesPoten
Voeten ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte:
669 -Se haráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal worden
Men zal maken comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals disponesJij/je beschikt
Jij/je beschikt over
Jij/je beveelt
Jij/je disponeert
Jij/je maakt klaar
Jij/je plaatst
Jij/je rangschikt
Jij/je voltooit, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude Príamo, y suspenderéIk zal afslaan
Ik zal afwijzen
Ik zal nee zeggen
tegen
Ik zal onderbreken
Ik zal verwerpen
Ik zal weigeren
Ik zal wraken la guerraKrijg
Oorlog tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
meMe
Mij pidesJij/je bedelt
Jij/je bestelt
Jij/je roept in
Jij/je verlangt
Jij/je verzoekt
Jij/je vraagt
Jij/je vraagt aan
Jij/je vraagt om.
671 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend, estrechóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte por el puñoDe manchet la diestraBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Rechtshandige
Vaardig
Vaardige del ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sintieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
en suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel temorAngst
Beduchtheid
Vrees algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere. El heraldoHeraut
Voorbode y Príamo, prudentesBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige ambosAlle twee de
Allebei
Beide, se acostaronZij/ze begaven zich ter
ruste
Zij/ze gingen liggen
Zij/ze gingen naar bed
Zij/ze gingen slapen, a11í en el
vestíbuloAntichambre
Foyer
Gang
Hal
Vestibule
Wachtkamer
Zaal de la mansiónHerberg
Herenhuis
Onderdak
Verblijf. AquilesAchilles durmióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep uit en el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot de la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak, sólidamenteStevig
construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden, y a suHaar
Hun
Uw
Zijn ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant descansóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep Briseide, la de hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon mejillasKonen
Wangen.
677 Las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder deidadesGodheden y los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten que combatenZij/ze bestrijden
Zij/ze kampen
Zij/ze nemen het op
tegen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd en carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens durmieronZij/ze brachten onder narcose
Zij/ze maften
Zij/ze pitten
Zij/ze sliepen
Zij/ze sliepen uit todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la
nocheAvond
Nacht, vencidosBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen del dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap; peroDoch
Echter
Maar ésteDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se apoderóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich meester del benéfico Hermes, que
meditabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mediteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze peinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon op
Ik bedacht
Ik dacht na
Ik mediteerde
Ik overdacht
Ik peinsde
Ik wikte
Ik zon
Ik zon op cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je sacaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou eruit halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou halen uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou halen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hozen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar buiten
brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontlenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou putten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou scheppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te voorschijn
halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitdoen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uithalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittrekken
Ik zou afdoen
Ik zou afleggen
Ik zou afzetten
Ik zou behalen
Ik zou eruit halen
Ik zou halen
Ik zou halen uit
Ik zou halen van
Ik zou hozen
Ik zou naar buiten
brengen
Ik zou ontlenen
Ik zou putten
Ik zou scheppen
Ik zou te voorschijn
halen
Ik zou uitdoen
Ik zou uithalen
Ik zou uitkrijgen
Ik zou uittrekken del recintoAfgesloten ruimte de las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Príamo sin queZonder dat loDe
Hem
Het
U advirtiesenZij/ze bemerkten
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze namen waar
Zij/ze waarschuwden los
sagradosEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale guardianesBewaarders
Bewakers
Gardiaans
Gardianen
Hoeders
Wachters de las puertasDeuren
Poorten
Portieren. EEn, inclinándoseBuigend
Een buiging makend
Nijgend sobre laOp de
Op het cabezaHoofd
Kop
Krop del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
683 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teJe
Jou inquietaBeducht
Beduchte
Bekommerd
Bekommerde
Bezorgd
Bezorgde
Druk
Drukke
Gejaagd
Gejaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Ongerust
Ongeruste
Onrustig
Onrustige
Rusteloos
Rusteloze
Verontrust!
Verschrik!
Woelig
Woelige
Zorgelijk
Zorgelijke el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel cuandoAls
Tijdens
Wanneer duermesJij/je brengt onder narcose
Jij/je maft
Jij/je pit
Jij/je slaapt
Jij/je slaapt uit asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van los
enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige, después queNadat AquilesAchilles teJe
Jou haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is respetadoGerespecteerd
Geëerbiedigd
Respect gehad voor. AcabasJij/je besluit
Jij/je beëindigt
Jij/je eindigt
Jij/je gebruikt op
Jij/je maakt af
Jij/je maakt op
Jij/je maakt uit
Jij/je sluit af
Jij/je teert op
Jij/je verbruikt
Jij/je verdoet
Jij/je verklungelt
Jij/je verkwist
Jij/je vermorst
Jij/je verspilt
Jij/je voleindigt
Jij/je werkt af
Jij/je werkt uit de rescatarRedden a tuJe
Jouw hijoKind
Zoon, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige; peroDoch
Echter
Maar los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één hijosKinderen
Zonen
Zoons que a11á se quedaronZij/ze bleven
Zij/ze bleven achter
Zij/ze bleven over
Zij/ze resteerden
Zij/ze restten
Zij/ze toefden
Zij/ze verbleven
Zij/ze werden tendrían queZij/ze zouden behoren
Zij/ze zouden dienen
Zij/ze zouden horen
Zij/ze zouden moeten darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen tres vecesDrie keer
Driemaal
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! redimirteAfkopen
Loskopen
Vrijkopen vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals llegaranZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven a descubrirteOntdekken
Uitvinden
Uitvorsen AgamenónAgamemnon Atrida y los aqueos todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
689 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei. El ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar temorAngst
Beduchtheid
Vrees y despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker alNaar de
Naar het heraldoHeraut
Voorbode. Hermes uncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigde op caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen y
mulasMuilezels, y actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet continuoAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende los guió por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht sin queZonder dat nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand to advirtieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde
Ik bemerkte
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik waarschuwde.
692 MasDoch
Echter
Maar
Plus, alNaar de
Naar het llégar alNaar de
Naar het vadoDoorwaadbare plaats
Voorde
Wed del vorraaginoso Janto, ríoIk lach
Rivier
Stroom de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende que el
inmortal Zeus habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had engrendrado, Hermes se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich alNaar de
Naar het vastoGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde OlimpoOlympus. La AuroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren de
azafranado veloFloers
Ik omsluier
Ik sluier
Ik waak
Sluier
Voile se esparcíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in rook
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte zich buiten por todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, cuandoAls
Tijdens
Wanneer ellosHen
Ze
Zij, gimiendoKermend
Klagend
Zuchtend y lamentándoseJammerend
Klagend,
guiabanZij/ze geleidden
Zij/ze leidden
Zij/ze leidden rond
Zij/ze wezen de weg los corceles haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor la ciudadPlaats
Stad, y lesHen
Hun
U seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort las mulasMuilezels conDoor
Met
Per
Samen met el cadáverKadaver
Kreng
Lijk. NingúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent niEn niet
Evenmin
Noch mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon cinturaLeest
Middel
Taille los vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que CasandraCassandra, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke a la
áurea Afrodita; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, subiendo aBeklimmend
Bestijgend
Instappend
Klimmend
Naar boven gaand
Rijzend
Stijgend PérgamoPergamon, distinguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in de
smiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg in het
oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte onderscheid tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaarde el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen y en élDaaraan
Erin a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader y alNaar de
Naar het
heraldoHeraut
Voorbode, pregoneroBekendmakend
Bekendmakende
Omroeper
Openbaarmakend
Openbaarmakende de la ciudadPlaats
Stad, y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin a HéctorHektor, tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken en un lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde que las mulasMuilezels
conducíanZij/ze bestuurden
Zij/ze brachten
Zij/ze chauffeerden
Zij/ze geleidden
Zij/ze leidden
Zij/ze reden
Zij/ze reden auto
Zij/ze stuurden
Zij/ze vervoerden
Zij/ze voerden. En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet prorrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baande zich met
geweld een weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam onstuimig te
voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich en sollozosSnikken y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was clamandoHeftig roepend
Roepend om
Schreeuwend por todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la ciudadPlaats
Stad:
704 -VenidKom mee!
Kom! a verEens kijken
Even kijken a HéctorHektor, troyanosTrojaanse paarden
Trojanen y troyanas, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals otrasAnder
Andere
Nog één vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten os alegrasteisJullie verheugden je de que
volvieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige del combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el regocijoIk maak blij
Ik maak opgewekt
Ik maak verheugd
Ik maak vrolijk de la ciudadPlaats
Stad y de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam.
707 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei, y ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent niEn niet
Evenmin
Noch mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, en la ciudadPlaats
Stad. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sintieronZij/ze gevoelden
Zij/ze merkten
Zij/ze voelden
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar
intolerableOntoelaatbaar
Ontoelaatbare congojaAngst
Droefenis
Nood
Smart
Verdriet
Vertwijfeling y fueron aZij/ze gingen naar juntarseAansluiten
Samenkomen
Zich aaneensluiten
Zich verenigen cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat las puertasDeuren
Poorten
Portieren conDoor
Met
Per
Samen met el queDat
Die
Hij die
Wie lesHen
Hun
U traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee el cadáverKadaver
Kreng
Lijk.
La esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief y la veneranda madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding, echándoseAlles in de war
sturend
Beginnend
Broeds wordend
Gaand liggen
Nemend
Springend
Weddend
Wedijverend
Zich door zijn toorn
latend meeslepen
Zich stortend
Zich werpend
Zich wijdend las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke sobre elOp de
Op het carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen de
hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon ruedasJij/je draait
Jij/je filmt
Jij/je neemt op
Jij/je rijdt
Jij/je rolt
Raderen
Wielen y tocandoAankomend
Aanrakend
Aanroerend
Aanzittend
Beroerend
Gaand
Kleppend
Klinkend
Overgaand
Rakend
Slaand
Spelend
Toucherend
Uitvoerend
Voorspelend conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden la cabezaHoofd
Kop
Krop de HéctorHektor, se arrancabanZij/ze rukten zich los los
cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid; y la turbaBreng van zijn stuk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt van zijn
stuk
Turf las rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend. Y hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren permanecidoGebleven
Gerest
Geresteerd
Getoefd
Overgebleven
Verbleven delante deVoor
Vóór las puertasDeuren
Poorten
Portieren
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el díaDag
Etmaal, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la puesta del solZonsondergang, derramandoGietend
Plengend
Schenkend
Stortend
Vergietend lágrimasTranen por Hector, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank lesHen
Hun
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen:
716 -HaceosRaak!
Word! a un ladoOpzij! para queOpdat
Zodat yoEgo
Ik pase(Het) gaat over
Brengt u door!
Gaat u langs!
Gaat u over!
Gaat u voorbij!
Gebeurt u!
Geeft u aan!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Komt u langs!
Komt u om!
Komt u verder!
Laat u door!
Overkomt u!
Passeert u!
Reikt u aan!
Steekt u over!
Verdrijft u!
Vergaat u!
Verloopt u!
Verstrijkt u! conDoor
Met
Per
Samen met las mulasMuilezels; y, una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer to hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! conducidoAutogereden
Bestuurd
Gebracht
Gechauffeerd
Geleid
Gereden
Gestuurd
Gevoerd
Vervoerd alNaar de
Naar het
palacioPaleis, os hartaréisJullie zullen je oververzadigen de llantoHuilen.
718 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak; y ellosHen
Ze
Zij, apartándoseScheidend
Uit de weg gaand
Zich terugtrekkend
Zich verwijderend, dejaronZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden que pasaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen. DentroBinnen
Daarbinnen
Erin yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds del
magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende palacioPaleis, pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer el cadáverKadaver
Kreng
Lijk en torneadoGedraaid lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde a hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen a suHaar
Hun
Uw
Zijn alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
cantoresVoorzangers
Zangers que preludiaban el treno: éstosDeze cantabanZij/ze zongen dolientesPijnlijk
Pijnlijke querellas, y las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
respondíanZij/ze antwoordden
Zij/ze antwoordden op
Zij/ze beantwoordden
Zij/ze reageerden
Zij/ze verantwoordden
Zij/ze waren aansprakelijk
Zij/ze waren verantwoordelijk conDoor
Met
Per
Samen met gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht. Y en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van ellasHen
Ze
Zij AndrómacaAndromache, la de níveosSneeuwwit
Sneeuwwitte brazosArmen, que
sosteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Ik beweerde
Ik droeg
Ik onderhield
Ik ondersteunde
Ik ruggensteunde
Ik schoorde
Ik schraagde
Ik verzekerde conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen la cabezaHoofd
Kop
Krop de HéctorHektor, matadorBolleboos
Matador
Stierenvechter de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende comienzoAanhef
Aanvang
Begin
Ik begin
Ik begin met
Ik bind aan
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan a las
lamentacionesKlaagliederen exclamandoEen kreet slakend
Uitkermend
Uitkraaiend
Uitroepend:
725 -¡MaridoEchtgenoot
Gemaal
Man! SalisteJij/je ging buiten
Jij/je ging naar buiten
Jij/je ging op weg
Jij/je ging uit
Jij/je ging weg
Jij/je kwam er mee
weg
Jij/je kwam uit
Jij/je liep uit
Jij/je reed af
Jij/je reed uit
Jij/je reed weg
Jij/je stapte op
Jij/je stapte uit
Jij/je startte
Jij/je steeg uit
Jij/je toog
Jij/je trad uit
Jij/je verscheen
Jij/je vertrok
Jij/je voer uit de la vidaHachje
Leven cuandoAls
Tijdens
Wanneer aúnNog
Nog altijd
Nog steeds erasDelen
Dorsvloeren
Era's
Jaartellingen
Jij/je gebeurde
Jij/je had plaats
Jij/je vond plaats
Jij/je was
Tijdrekeningen jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, y meMe
Mij dejasJij/je laat
Jij/je laat achter
Jij/je laat begaan
Jij/je laat in de
steek
Jij/je laat los
Jij/je laat na
Jij/je laat over
Jij/je laat schieten
Jij/je leent
Jij/je legateert
Jij/je levert op
Jij/je staat toe
Jij/je verlaat
Jij/je verlaat je van
Jij/je vermaakt
Jij/je vertrouwt toe
Jij/je verzuimt
Laat je viudaOester
Weduwe en el palacioPaleis.
El hijoKind
Zoon que nosotrosOns
We
Wij ¡infelicesOngelukkig
Ongelukkige! hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn engendradoBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Verwekt
Voortgebracht esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch infanteInfanterist
Kind
Knaap
Koningskind
Prins y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank creo queIk denk dat llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
a la mocedad; antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn la ciudadPlaats
Stad arruinadaGeruïneerd
Verwoest desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit suHaar
Hun
Uw
Zijn cumbreBergtop
Kruin, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht túGe
Gij
Je
Jij que
erasDelen
Dorsvloeren
Era's
Jaartellingen
Jij/je gebeurde
Jij/je had plaats
Jij/je vond plaats
Jij/je was
Tijdrekeningen suHaar
Hun
Uw
Zijn defensorVerdediger, el queDat
Die
Hij die
Wie la salvabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde
Ik behield
Ik borg
Ik redde, el queDat
Die
Hij die
Wie protegíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveiligde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in veiligheid
Ik behoedde
Ik beschermde
Ik beschutte
Ik beveiligde
Ik bracht in veiligheid a las venerablesAanbiddelijk
Aanbiddelijke
Eerbiedwaardig
Eerbiedwaardige matronasMatronen
Matrones
Verloskundigen y a los
tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte infantesInfanteristen
Kinderen
Knapen
Koningskinderen
Prinsen. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast se las llevaránZij/ze zullen aanhebben
Zij/ze zullen berekenen
Zij/ze zullen bijeenbrengen
Zij/ze zullen brengen
Zij/ze zullen dragen
Zij/ze zullen in rekening
brengen
Zij/ze zullen medebrengen
Zij/ze zullen meebrengen
Zij/ze zullen meenemen
Zij/ze zullen ophebben
Zij/ze zullen vervoeren
Zij/ze zullen voorhebben
Zij/ze zullen wegbrengen en las cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen y a míMe
Mij conDoor
Met
Per
Samen met ellasHen
Ze
Zij. Y túGe
Gij
Je
Jij, hijoKind
Zoon
míoMijne
Van mij, o meMe
Mij seguirásJij/je zal aanblijven
Jij/je zal bewandelen
Jij/je zal bijhouden
Jij/je zal doorgaan
Jij/je zal opvolgen
Jij/je zal volgen
Jij/je zal voortvloeien
Jij/je zal voortzetten y tendrás queJij/je zal behoren
Jij/je zal dienen
Jij/je zal horen
Jij/je zal moeten ocuparteBekleden
Beslaan
Betrekken
Bewaren
Bewonen
Bezetten
Bezig houden
Bezighouden
In beslag nemen
Vervullen en oficiosAmbachten
Ambten
Banen
Beroepen
Betrekkingen
Functies
Handwerken
Plaatsen
Stielen
Vakken
Werkkringen vilesGemeen
Gemene
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Schunnig
Schunnige
Vuig
Vuige, trabajandoArbeidend
Bewerkend
Werkend en provecho deTen bate van un
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige; o algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander aqueoAchaeus to cogerá(Het) zal pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afplukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beetnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beetpakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bemachtigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal grijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tokkelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vastgrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vatten de la manoDe hand y to arrojaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitgooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitsmijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwerpen de loDe
Hem
Het
U altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven de una torreToren,
¡muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden horrenda!, irritadoAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl HéctorHektor leHaar
Hem
Het
U mataraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
Ik bracht om
Ik doodde
Ik maakte dood
Ik slachtte
Ik slachtte af el hermanoBroeder
Broer
Frater, el padrePater
Vader o el hijoKind
Zoon; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere aqueos mordieronZij/ze beitsten
Zij/ze beten
Zij/ze hapten
Zij/ze knauwden la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land a manosHanden de HéctorHektor. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte tuJe
Jouw padrePater
Vader en la
funestaFunest
Funeste batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis, y por estoDaarom
Hierom leHaar
Hem
Het
U lloranZij/ze bejammeren
Zij/ze betreuren
Zij/ze bewenen
Zij/ze huilen
Zij/ze krijten
Zij/ze schreien
Zij/ze wenen todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en la ciudadPlaats
Stad. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge HéctorHektor! HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt causadoAangedaan
Aangericht
Berokkend
Gedaan
Gelaten
Gelaten doen
Gemaakt
Gesticht
Teweeggebracht
Veroorzaakt a tusJe
Jouw
padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders llantoHuilen y dolorPijn
Smart
Wee
Zeer indeciblesOnzegbaar
Onzegbare, peroDoch
Echter
Maar a míMe
Mij meMe
Mij aguardanZij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af las penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus gravesBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Jij/je slaat aan
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware. Ni siquieraZelfs niet
pudisteJij/je kon
Jij/je mocht, antes deAlvorens te
Voor morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten, tendermeKolenwagen
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Tender
Uitbreiden
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken los brazosArmen desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde, niEn niet
Evenmin
Noch hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren saludablesGeneeskrachtig
Geneeskrachtige
Gezond
Gezonde
Heilzaam
Heilzame
advertenciasAankondigingen
Aanmaningen
Aansporingen
Advertenties
Annonces
Opmerkingen
Vermanen
Vermaningen
Waarschuwingen que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was recordadoHerdacht
Herinnerd
Nog geweten
Onthouden siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend, de nocheAvond
Nacht y de díaOverdag, conDoor
Met
Per
Samen met lágrimasTranen en los ojosKijkers
Ogen.
746 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend, y las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen gimieronZij/ze kermden
Zij/ze klaagden
Zij/ze zuchtten. Y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen ellasHen
Ze
Zij, Hécuba empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a suHaar
Hun
Uw
Zijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt el
funeralBegrafenis lamentoIk bejammer
Ik betreur
Ik heb spijt van:
748 -¡HéctorHektor, el hijoKind
Zoon másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve de miMi
Mijn corazónHart
Klokhuis! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt dudarseDubben
In dubio staan
Twijfelen de que en vidaHachje
Leven
fuerasJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was caroDierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Geacht
Geachte
Geliefd
Geliefde
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle a los diosesGoden
Godheden, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se olvidaronZij/ze leerden af
Zij/ze vergaten
Zij/ze verleerden de tiJe
Jou en el fatalFataal
Fatale
Funest
Funeste
Noodlottig
Noodlottige
Slecht
Slechte
Vreselijk
Vreselijke tranceTrance de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. AquilesAchilles,
el de los piesPoten
Voeten ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte, a los demásDe anderen hijosKinderen
Zonen
Zoons míosVan mij que logróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar cogerAangrijpen
Aanvatten
Afplukken
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Gaan halen
Grijpen
Halen
Nemen
Oprapen
Pakken
Plukken
Tokkelen
Vastgrijpen
Vatten vendiólosHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervreemdde alNaar de
Naar het otro ladoOverkant
Overzijde del
marZee estérilBar
Barre
Kiemvrij
Kiemvrije
Onvruchtbaar
Onvruchtbare
Steriel
Steriele
Vruchteloos
Vruchteloze, en SamosSamos, Imbros o LemnosLemnos
Limnos, de escarpadaSteil
Steile costaKust
Kustlijn
Zeekust; a tiJe
Jou, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over arrancarteAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren el
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel conDoor
Met
Per
Samen met el bronceHet brons de largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde puntaA point
Bit
Landhoofd
Neus
Piek
Precies goed
Punt
Spits
Tip
Top
Topje, loDe
Hem
Het
U arrastrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleurde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voort
Ik sleepte
Ik sleurde mee
Ik trok
Ik trok voort muchasVeel
Vele
Zeer
Zere vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil del sepulcroGraf
Groeve de suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot Patroclo, a quienDie
Wie matasteJij/je bracht om
Jij/je doodde
Jij/je maakte dood
Jij/je slachtte
Jij/je slachtte af, masDoch
Echter
Maar
Plus noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por estoDaarom
Hierom resucitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed herleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op a suHaar
Hun
Uw
Zijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans yacesJij/je ligt
en el palacioPaleis, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse como siAlsof acabarasJij/je besloot
Jij/je beëindigde
Jij/je eindigde
Jij/je gebruikte op
Jij/je maakte af
Jij/je maakte op
Jij/je maakte uit
Jij/je sloot af
Jij/je teerde op
Jij/je verbruikte
Jij/je verdeed
Jij/je verklungelde
Jij/je verkwistte
Jij/je vermorste
Jij/je verspilde
Jij/je voleindigde
Jij/je werkte af
Jij/je werkte uit de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten y semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke alNaar de
Naar het que ApoloApollo
Apollon, el del
argénteo arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang, mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn suavesMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele flechasPijlen
Scheuten.
760 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak, derramandoGietend
Plengend
Schenkend
Stortend
Vergietend lágrimasTranen, y excitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in vervoering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maande aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond op en todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle vehemente llantoHuilen. Y HelenaHeleen fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
la tercera3e
Derde
Terts en darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen principioAanhef
Aanvang
Begin
Beginsel
Grondbeginsel
Hors d'oeuvre
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan
Principe
Voorgerecht alNaar de
Naar het funeralBegrafenis lamentoIk bejammer
Ik betreur
Ik heb spijt van:
762 -¡HéctorHektor, el cuñadoSchoonbroer
Zwager másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de miMi
Mijn corazónHart
Klokhuis! MiMi
Mijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man, el deiforme AlejandroAlex
Alexander
Sander,
meMe
Mij trajo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar TroyaTroje, ¡ojaláHopelijk me hubieraIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger!; y en los veinte20
Twintig añosJaren que van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
transcurridosOmgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken desde queSinds vineIk kwam
Ik kwam mee y abandonéIk abandonneerde
Ik liet in de
steek
Ik liet varen
Ik stopte ermee
Ik verliet la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland, jamásNimmer
Nooit heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan de to bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater una palabraBewoording
Woord
ofensivaOffensief o groseraBrutaal
Brutale
Grof
Grove
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals en el palacioPaleis meMe
Mij increpaba algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere de los cuñadosSchoonbroers
Zwagers, de las cuñadasSchoonzussen
o de las esposasEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen de aquéllosDie, o la suegraSchoonmoeder -puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende el suegroSchoonpapa
Schoonvader fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend cariñosoVriendelijk
Vriendelijke comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un
padrePater
Vader-, conteníasJij/je bedwong
Jij/je behelsde
Jij/je beteugelde
Jij/je betoomde
Jij/je bevatte
Jij/je hield
Jij/je hield af
Jij/je hield in
Jij/je hield in toom
Jij/je hield weg
Jij/je impliceerde
Jij/je onthield
Jij/je onttrok
Jij/je toomde in
Jij/je vervatte suHaar
Hun
Uw
Zijn enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid aquietándolos conDoor
Met
Per
Samen met tuJe
Jouw afabilidadMinzaamheid y tusJe
Jouw suavesMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele palabrasBewoordingen
Woorden. ConDoor
Met
Per
Samen met el
corazónHart
Klokhuis afligidoBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige lloroBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Ik bejammer
Ik betreur
Ik beween
Ik huil
Ik krijt
Ik schrei
Ik ween
Krijten
Schreien
Wenen a la vezTegelijk por tiJe
Jou y por míMe
Mij, desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige; que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben en la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
TroyaTroje quienDie
Wie meMe
Mij seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt benévoloAardig
Aardige
Gewillig
Gewillige
Goedwillig
Goedwillige
Vriendelijk
Vriendelijke
Welgezind
Welgezinde
Welwillend
Welwillende niEn niet
Evenmin
Noch amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle meMe
Mij detestanZij/ze haten
Zij/ze hebben een afschuw
van
Zij/ze hebben een weerzin
tegen
Zij/ze verafschuwen
Zij/ze verfoeien.
776 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend, y la inmensaInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid muchedumbreDrom
Menigte
Schare prorrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baande zich met
geweld een weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam onstuimig te
voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich en gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht. Y el
anciamo Príamo dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei alNaar de
Naar het puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam:
778 -AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, troyanosTrojaanse paarden
Trojanen, traedBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Neem mee! leñaBrandhout a la ciudadPlaats
Stad y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank temáisJullie duchten
Jullie schrikken terug voor
Jullie schromen
Jullie vrezen
Jullie zijn bang voor ningunaGeen enkel
Geen enkele emboscadaHinderlaag por parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de los argivos; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende AquilesAchilles, alNaar de
Naar het despedirmeAfdanken
Afmonsteren
Afzenden
Ontslaan
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden en las negrasZwart
Zwarte navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen, meMe
Mij prometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei toe noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank causarnosAandoen
Aanrichten
Berokkenen
Doen
Laten
Laten doen
Maken
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade hasta queTot
Totdat llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u! la duodécima12e
Twaalfde auroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren.
782 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast la genteLieden
Lui
Mensen
Volk del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, unciendoBespannend
Inspannend
Optuigend
Spannend
Tuigend
Voorspannend a los carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens bueyesNoordzeekrabben
Ossen
Runderen y mulasMuilezels, se
reunióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concentreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend la ciudadPlaats
Stad. Por espacio deGedurende nueve9
Negen díasDagen
Etmalen acarrearonZij/ze brachten met zich
mee
Zij/ze sleepten mee
Zij/ze transporteerden per kar
Zij/ze veroorzaakten
Zij/ze vervoerden
Zij/ze voerden aan
Zij/ze voerden mee abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige leñaBrandhout; y, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
por décima10e
Tiende
Tiende deel
Tiende van een graad vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt apuntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan la auroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren, que traeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee! la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting a los mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-, sacaronZij/ze behaalden
Zij/ze brachten naar buiten
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze haalden
Zij/ze haalden eruit
Zij/ze haalden te voorschijn
Zij/ze haalden uit
Zij/ze haalden van
Zij/ze hoosden
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze ontleenden
Zij/ze putten
Zij/ze schepten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze zetten af llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend el
cadáverKadaver
Kreng
Lijk del audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige HéctorHektor, loDe
Hem
Het
U pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer en lo altoEr bovenop de la piraBrandstapel
Houtmijt
Mijt y leHaar
Hem
Het
U prendieronZij/ze staken op fuegoVuur.
788 MasDoch
Echter
Maar
Plus, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que se descubrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit la hijaDochter de la mañanaMorgen
Ochtend, la AuroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren de rosáceos dedosTenen
Vingeren
Vingers,
congregóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaderde el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam en torno deOm ... heen la piraBrandstapel
Houtmijt
Mijt del ilustreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze illustreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraanschouwelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlucht
Ik illustreer
Ik veraanschouwelijk
Ik verlucht
Illustreert u!
Veraanschouwelijkt u!
Verlucht u! HéctorHektor. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle acudieronZij/ze gingen af op
Zij/ze gingen naar
Zij/ze kwamen af op
Zij/ze liepen toe
Zij/ze schoten toe
Zij/ze snelden toe y
se hubieronZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand reunidoGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld, apagaronZij/ze bliezen uit
Zij/ze blusten
Zij/ze blusten uit
Zij/ze deden uit
Zij/ze doofden
Zij/ze doofden uit
Zij/ze maakten uit
Zij/ze schakelden uit
Zij/ze zetten uit conDoor
Met
Per
Samen met negroNeger
Zwart
Zwarte vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de la piraBrandstapel
Houtmijt
Mijt a que la violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid del
fuegoVuur habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had alcanzadoAchterhaald
Behaald
Bereikend
Bereikende
Bereikt
Buitgemaakt
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Verworven; y seguidamenteAanstonds
Vervolgens los hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen y los amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, gimiendoKermend
Klagend
Zuchtend y
corriéndoles las lágrimasTranen por las mejillasKonen
Wangen, recogieronZij/ze haalden binnen
Zij/ze haalden op
Zij/ze raapten
Zij/ze raapten op
Zij/ze verzamelden los blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken y los colocaronZij/ze brachten onder
Zij/ze deden
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze plaatsten
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten neer
Zij/ze zetten uit
en una urnaStembus
Urn de oroE175
Goud
Ik bid, envueltosGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt en finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere veloFloers
Ik omsluier
Ik sluier
Ik waak
Sluier
Voile de púrpuraPaars
Purper. DepositaronZij/ze deponeerden
Zij/ze gaven af
Zij/ze gaven in bewaring
Zij/ze legden in la urnaStembus
Urn en el hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put,
que cubrieronZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe conDoor
Met
Per
Samen met muchasVeel
Vele
Zeer
Zere y grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime piedrasHagels
Stenen, y erigieronZij/ze richtten op
Zij/ze sloegen op
Zij/ze vestigden
Zij/ze zetten neer el túmuloKatafalk. Habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
centinelasSchildwachten
Schildwachts
Wachten por todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn sorprendidosBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals los aqueos, de hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon grebasScheenplaten,
los acometíanZij/ze randden aan
Zij/ze vielen aan. LevantadoGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven el túmuloKatafalk, volviéronse; y, reunidosGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens en el palacioPaleis del
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Príamo, alumnoLeerling de Zeus, celebraronZij/ze celebreerden
Zij/ze droegen op
Zij/ze vierden un espléndidoGoedgeefs
Goedgeefse
Prachtig
Prachtige
Royaal
Royale
Schitterend
Schitterende
Vrijgevig
Vrijgevige banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij fúnebreRouw-.
804 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit las honrasJij/je eert
Jij/je huldigt
Jij/je vereert de HéctorHektor, domador de caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen.
FINBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding DE ILÍADAIlias
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |