LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
FERAPONT (en la puertaDeur
Poort
Portier, impaciente)-Doet u het geduld
verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig! Se loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds una decenaTiental de vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten, Andréi Serguéievich.
ANDRÉI- ¡En primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst, para tiVoor jou noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats Andréi
Serguéievich, sinoDoch
Echter
Maar SuHaar
Hun
Uw
Zijn SeñoríaGeachte heer
Heerschap
Heerschappij!
FERAPONT- Los bomberosBrandweer
Brandweerlieden
Brandweermannen
Spuitgasten, SuHaar
Hun
Uw
Zijn SeñoríaGeachte heer
Heerschap
Heerschappij, piden(Zij) vragen
Zij/ze bedelen
Zij/ze bestellen
Zij/ze roepen in
Zij/ze verlangen
Zij/ze verzoeken
Zij/ze vragen
Zij/ze vragen aan
Zij/ze vragen om
que se lesHen
Hun
U dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan por el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven alNaar de
Naar het ríoIk lach
Rivier
Stroom. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking conDoor
Met
Per
Samen met las cubasBakken
Kuipen
Teilen
Tobben
Tobbes, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un
tormentoFolteren
Kwellen
Kwelling
Marteling
Penitentie
Temptatie.
ANDRÉI- EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. DilesGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg! que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. (Ferapont
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat.) EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la coronillaAkkerhoningklaver
Kroonkruid
Kruin
Ramaria flava. ¿DóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! Olga?
OLGA sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! de detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin del biomboScherm
Schut.
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb venidoGekomen
Meegekomen a verteBekijken
Kijken
Zien a tiJe
Jou, dameBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! la llaveDe sleutel del armarioKast, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen la míaVan mij. TúGe
Gij
Je
Jij tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast una llavecita pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
Olga leHaar
Hem
Het
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! la llaveDe sleutel, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te decirOpgeven
Spreken
Zeggen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!; Irina se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert a suHaar
Hun
Uw
Zijn
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over el biomboScherm
Schut; pausaPauze
Rust.
ANDRÉI- ¡QuéWat
Welke incendioBrand
Ik steek in brand
Vuurzee másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische! AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
empezadoAangebroken
Aangesneden
Aangevangen
Begonnen
Ingegaan a cederAfstaan
Toegeven
Wijken. DiabloBoze
Drommel
Duivel, eseDat
Die Ferapont meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sacadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Behaald
Eruit gehaald
Gehaald
Gehaald uit
Gehaald van
Gehoosd
Geput
Geschept
Naar buiten gebracht
Ontleend
Te voorschijn gehaald
Uitgedaan
Uitgehaald
Uitgekregen
Uitgetrokken
de quicio; leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk una estupidezDomheid
Stompzinnigheid... SuHaar
Hun
Uw
Zijn SeñoríaGeachte heer
Heerschap
Heerschappij...
(PausaPauze
Rust.) ¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, Olia? (PausaPauze
Rust.)
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur de dejarseTerneergeslagen worden
Zich aan iets wijden
Zich overgeven
Zich verwaarlozen de estupidecesDomheden
Stompzinnigheden y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen
de morrosSnuiten sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere. TúGe
Gij
Je
Jij, Masha, estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit aquíAlhier
Hier,
A. CHÉJOV
túGe
Gij
Je
Jij tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook, Irina; magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende, vamos aWij/we gaan naar ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
en claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere, de una vezIn één keer paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend. ¿QuéWat
Welke tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus míMe
Mij? ¿QuéWat
Welke?
OLGA- DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!, Andriusha. MañanaMorgen
Ochtend nos explicaremosWij/we zullen begrijpen
Wij/we zullen ons nader
verklaren
Wij/we zullen ons rekenschap
geven van iets
Wij/we zullen onze mening
te kennen geven.
(InquietándoseOnrustig wordend.) ¡QuéWat
Welke nocheAvond
Nacht másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus espantosaVerschrikkelijk
Verschrikkelijke!
ANDRÉI (muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer confuso)-Bedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank te inquietesJij/je wordt onrustig. OsJe
Jullie loDe
Hem
Het
U preguntoIk vraag
conDoor
Met
Per
Samen met la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!: ¿quéWat
Welke tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus míMe
Mij?
DecidloGeef op!
Spreek!
Zeg! francamenteEerlijk
Ronduit.
VozInspraak
Stem
Stemgeluid de Vershinin: "¡Tram-tam-tam!"
MASHA (se levantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker; en voz alta)-Hardop
Luid ¡Tra-ta-tá! (A Olga.)
AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, OlíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rook
Ik geurde
Ik rook que DiosGod
Godheid teJe
Jou guardeBehoedt u!
Bergt u op!
Bewaakt u!
Bewaar
Bewaart u!
Heeft u de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoedt u!
Ik behoed
Ik berg op
Ik bewaak
Ik bewaar
Ik heb de wacht
Ik hoed
Ik let op
Ik pas op
Ik waak over
Let u op!
Past u op!
Waakt u over!. (VaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin del biomboScherm
Schut,
besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! a Irina.) DuermeBreng onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Maf!
Pit!
Slaap uit!
Slaap! tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille... AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, Andréi. VeteBen duidelijk!
Blijk!
Ga af!
Ga weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit over
Ik spreek mijn veto
uit
Ik spreek mijn veto
uit over
Laat je zien!
Spreekt u uw veto
uit over!
Spreekt u uw veto
uit!
Vertrek!
Verwijder je!,
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn fatigadasAfgebeuld
Afgejakkerd... te explicarásJij/je zal begrijpen
Jij/je zal je nader
verklaren
Jij/je zal je rekenschap
geven van iets
Jij/je zal jouw mening
te kennen geven mañanaMorgen
Ochtend... (Se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat.)
OLGA- SíJa
Jawel
Wel
Zich, Andriusha, dejémosloLaten we achterlaten
Laten we in de
steek laten
Laten we laten
Laten we laten begaan
Laten we laten schieten
Laten we legateren
Laten we lenen
Laten we loslaten
Laten we nalaten
Laten we opleveren
Laten we overlaten
Laten we toestaan
Laten we toevertrouwen
Laten we verlaten
Laten we vermaken
Laten we verzuimen
Laten we zich verlaten
van
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leveren op
Wij/we staan toe
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mañanaMorgen
Ochtend... (Se
retiraHaal uit!
Haal weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Trek in!
Trek terug!
Verwijder! detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over .suHaar
Hun
Uw
Zijn biomboScherm
Schut.) EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur de dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen.
ANDRÉI- DiréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend lo queDat wat
Wat pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht decirosJullie zeggen y meMe
Mij
iréIk zal gaan
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen. Ahora mismoAanstonds
Dadelijk
Komt eraan
Meteen
Nu
Nu meteen
Onmiddellijk
Op dit moment
Op staande voet
Subiet
Zo meteen
Zo-even nog... En primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst, tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus Natasha, miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon; loDe
Hem
Het
U vengoIk kom
Ik kom mee
Ik neem wraak
Ik wreek observandoBemerkend
Gadeslaand
Merkend
Observerend
Opmerkend
Toekijkend
Toeziend
Waarnemend
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve díaDag
Etmaal de miMi
Mijn bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij. Natasha esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una personaMens
Personage
Persoon
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd, francaBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige y nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele, aquíAlhier
Hier tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
miMi
Mijn opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze. YoEgo
Ik amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon y estimo aIk heb het hoog
zitten miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, ¿comprendéisJullie begrijpen
Jullie beseffen
Jullie bevatten
Jullie omvatten
Jullie snappen
Jullie vatten
Jullie verstaan?,
la estimoIk acht
Ik acht hoog
Ik begroot
Ik draag achting toe
Ik heb achting voor
Ik hecht aan
Ik houd van
Ik mag
Ik schat
Ik stel op prijs
Ik taxeer
Ik waardeer, y exijoIk eis
Ik eis op
Ik reken
Ik schrijf voor
Ik vereis
Ik verg
Ik verlang
Ik vorder que los demásDe anderen tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
la estimenAcht u hoog!
Acht u!
Begroot u!
Draagt u achting toe!
Hecht u aan!
Heeft u achting voor!
Houdt u van!
Mag u!
Schat u!
Stelt u op prijs!
Taxeert u!
Waardeert u!
Zij/ze achten
Zij/ze achten hoog
Zij/ze begroten
Zij/ze dragen achting toe
Zij/ze hebben achting voor
Zij/ze hechten aan
Zij/ze houden van
Zij/ze mogen
Zij/ze schatten
Zij/ze stellen op prijs
Zij/ze taxeren
Zij/ze waarderen. RepitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una, personaMens
Personage
Persoon honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke y nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele,
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle vuestrosJullie
Van jullie descontentosOntevreden, perdonadBegenadig!
Vergeef!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que caprichosBevliegingen
Buien
Capriccio's
Grillen
Kuren
Nukken
Spelingen... (PausaPauze
Rust.) En segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel, parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige conmigoMet mij
Met mij mee porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats profesorDocent
Leraar
Professor
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me dedico aIk wijd me aan la cienciaWetenschap. PeroDoch
Echter
Maar estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
empleadoAangewend
Ambtenaar
Beambte
Bediende
Benut
Doorgevoerd
Employé
Gebruikt
In toepassing gebracht
Kantoorbediende
Personeelslid
Toegepast
Werknemer
Winkelbediende en la AdministraciónAdministratie
Administratiegebouw
Administratiekantoor
Administreren
Beheer
Beheren
Besturen
Bestuur
Management
Regie
Staatsadministratie
Staatsmonopolie
Toedienen
Toediening del zemstvo, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
miembroLedemaat
Lid
Lidmaat de la AdministraciónAdministratie
Administratiegebouw
Administratiekantoor
Administreren
Beheer
Beheren
Besturen
Bestuur
Management
Regie
Staatsadministratie
Staatsmonopolie
Toedienen
Toediening y consideroIk beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg que el
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig prestoBehendig
Behendige
Bereid
Bereide
Dadelijk
Ik leen
Ik leen uit
Onverwijld
Snel
Snelle
Terstond
Vlug
Vlugge
Voortvarend
Voortvarende esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sagradoEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale y eminenteAanzienlijk
Aanzienlijke
Eminent
Eminente
Uitstekend
Uitstekende
Vooraanstaand
Vooraanstaande
Voortreffelijk
Voortreffelijke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn a la cienciaWetenschap. SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats miembroLedemaat
Lid
Lidmaat de la AdministraciónAdministratie
Administratiegebouw
Administratiekantoor
Administreren
Beheer
Beheren
Besturen
Bestuur
Management
Regie
Staatsadministratie
Staatsmonopolie
Toedienen
Toediening
del zemstvo y meMe
Mij enorgullezcoIk maak trots de elloDat
Het, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen saberloKennen
Smaken
Weten... (PausaPauze
Rust.) En tercer3e
Derde lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel... AúnNog
Nog altijd
Nog steeds heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de decirOpgeven
Spreken
Zeggen... HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb hipotecadoEen hypotheek genomen op
Met een hypotheek belast la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te haberosBezitting
Hebben
Zijn pedidoAangevraagd
Aanvraag
Aanvragen
Bedelen
Besteld
Bestellen
Bestelling
Gebedeld
Gevraagd
Gevraagd om
Ingeroepen
Inroepen
Order
Verlangd
Verlangen
Verzocht
Verzoeken
Vragen
consentimientoBederven
Dulden
Goedkeuring
Goedvinden
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen... En estoDeze
Dit heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb obradoBezig geweest
Geageerd
Gedaan
Gehandeld
Gewerkt
Opgetreden
Te werk gegaan
Voortgegaan malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, síJa
Jawel
Wel
Zich, y ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
que se meMe
Mij perdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!. MeMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn impelidoAangedreven
Gedreven
Opgejaagd
Voortgedreven a hacerloDoen
Laten
Maken asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
las deudasSchulden... Treinta30
Dertig y cinco5
Vijf mil1000
Duizend rublosRoebels... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen
a las cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten, hace tiempoAllang
Sinds lang
Vanouds que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van el juegoDe speling,
peroDoch
Echter
Maar loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware de cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant puedoIk kan
Ik mag decirOpgeven
Spreken
Zeggen en
justificaciónRechtvaardigen
Rechtvaardiging
Staven
Verantwoording míaVan mij es queDat komt omdat
Want vosotrasGijlieden
Je
Jullie soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn chicasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisjes y recibísJullie accepteren
Jullie begroeten
Jullie genieten
Jullie krijgen
Jullie nemen aan
Jullie ontvangen
Jullie toucheren
una pensiónEmeritaat
Kosthuis
Pensioen
Pension, mientras queTerwijl yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast ... ningunaGeen enkel
Geen enkele
gananciaAanwinst
Acquisitie
Baat
Behalen
Belang
Buit
Gewin
Profijt
Prooi
Verdienen
Verkrijging
Verwerving
Voordeel
Winnen
Winst, por decirlo asíBij wijze van spreken
Om zo te zeggen
Zogezegd ... (PausaPauze
Rust.)
KULIGUIN (a la puerta)-Deur
Poort
Portier ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! aquíAlhier
Hier Masha?
(AlarmadoGealarmeerd
Op de been gebracht
Schrik aangejaagd
Te wapen geroepen
Verontrust
Verschrikt.) ¿PeroDoch
Echter
Maar dóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!? QuéWat
Welke raroEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame... (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!.)
ANDRÉI- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij escuchanZij/ze beluisteren
Zij/ze horen aan
Zij/ze horen toe
Zij/ze luisteren
Zij/ze luisteren toe. Natasha esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una personaMens
Personage
Persoon
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke,. (CaminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel! por la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen,
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt.) CuandoAls
Tijdens
Wanneer me caséIk trad in het
huwelijk
Ik trouwde creía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat
Ik dacht dat seríamosWij/we zouden gebeuren
Wij/we zouden plaatshebben
Wij/we zouden plaatsvinden
Wij/we zouden zijn
felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke. . . que todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle seríamosWij/we zouden gebeuren
Wij/we zouden plaatshebben
Wij/we zouden plaatsvinden
Wij/we zouden zijn felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke... PeroDoch
Echter
Maar, DiosGod
Godheid
A. CHÉJOV
míoMijne
Van mij... (LloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!.) QueridasBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefjes
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelieven hermanasZussen
Zusters míasVan mij, queridasBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefjes
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelieven
hermanasZussen
Zusters, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij creáisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij creáisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen... (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!.)
KULIGUIN (a la puertaDeur
Poort
Portier, alarmado)-Gealarmeerd
Op de been gebracht
Schrik aangejaagd
Te wapen geroepen
Verontrust
Verschrikt ¿DóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
Masha? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! aquíAlhier
Hier Masha? QuéWat
Welke cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus raraEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame.
(Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!.)
TocanZij/ze beroeren
Zij/ze gaan
Zij/ze gaan over
Zij/ze kleppen
Zij/ze klinken
Zij/ze komen aan
Zij/ze raken
Zij/ze raken aan
Zij/ze roeren aan
Zij/ze slaan
Zij/ze spelen
Zij/ze spelen voor
Zij/ze toucheren
Zij/ze voeren uit
Zij/ze zitten aan a rebatoIk weerleg, la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze.
IRINA (desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin del biombo)-Scherm
Schut¡Olia! ¿QuiénWie daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem?
OLGA- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus IvánIvan Románich. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte.
IRINA- ¡QuéWat
Welke nocheAvond
Nacht másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus intranquila! (PausaPauze
Rust.) ¡Olia!
(AsomaBegin je te vertonen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint zich te
vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont voor een
opening
Kom te voorschijn!
Vertoon voor een opening! la cabezaHoofd
Kop
Krop por detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin del biomboScherm
Schut.) ¿LoDe
Hem
Het
U hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan?
Se llevanMen brengt
Zij/ze kunnen overweg
Zij/ze nemen mee la brigadaBrigade
Brigadier de aquíAlhier
Hier, la trasladanZij/ze brengen over
Zij/ze plaatsen over
Zij/ze verleggen
Zij/ze verplaatsen
Zij/ze zetten om noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! dóndeWaar
Waarheen,
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg.
OLGA- EstoDeze
Dit sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn rumoresGeruchten
Praatjes, nada másNiet meer.
IRINA- EntoncesDan
Dus
Toen nos quedaremosWij/we zullen achterblijven
Wij/we zullen blijven
Wij/we zullen overblijven
Wij/we zullen resten
Wij/we zullen resteren
Wij/we zullen toeven
Wij/we zullen verblijven
Wij/we zullen worden solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten... ¡Olia!
OLGA- ¿EhHallo
Hé
Hé daar
Zeg?
IRINA- QueridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief, miMi
Mijn buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende hermanaZus
Zuster, respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect alNaar de
Naar het barónBaron,
leHaar
Hem
Het
U estimoIk acht
Ik acht hoog
Ik begroot
Ik draag achting toe
Ik heb achting voor
Ik hecht aan
Ik houd van
Ik mag
Ik schat
Ik stel op prijs
Ik taxeer
Ik waardeer, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, me casaréIk zal in het
huwelijk treden
Ik zal trouwen
con élDaarmee, estoy de acuerdoIk ben ermee eens
Ik ben het eens
Ik ben het er
mee eens, peroDoch
Echter
Maar ¡vámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen a MoscúMoskou!
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
TeJe
Jou loDe
Hem
Het
U suplicoIk smeek
Ik smeek af, ¡vámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen! ¡NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand en el mundoAardrijk
Wereld
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que MoscúMoskou! ¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen! ¡Olia! ¡VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen!
TelónGordijn
A. CHÉJOV
ACTOActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet CUARTO4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
El viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de los Prozórov. LargaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
avenidaAvenue
Dreef
Laan
Promenade
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelplaats
Wandelweg de abetosBalsemsparren
Canadabalsems
Sparren
Sparrenbomen
Zilversparren, en cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet el ríoIk lach
Rivier
Stroom. AlNaar de
Naar het
otro ladoOverkant
Overzijde del ríoDel rio, un bosqueBos
Woud. A la derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse, la terrazaTerras
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!; en la terrazaTerras, sobre unaOp een mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank, botellasFlessen y
vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen; se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet que acabanZij/ze besluiten
Zij/ze beëindigen
Zij/ze eindigen
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken af
Zij/ze maken op
Zij/ze maken uit
Zij/ze sluiten af
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verdoen
Zij/ze verklungelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vermorsen
Zij/ze verspillen
Zij/ze voleindigen
Zij/ze werken af
Zij/ze werken uit de beberDrinken
Gebruiken champañaChampagne
Mousserende wijn. MediodíaMiddag
Noen
Twaalf uur 's middags.
De vez en cuandoAf en toe
Van tijd tot tijd, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n transeúntesVoorbijgangers van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u! alNaar de
Naar het ríoIk lach
Rivier
Stroom, por el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin; pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n cinco5
Vijf
soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug. CHEBUTIKIN, de excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet, está sentado enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit op
Zit op!
un sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel, en el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin, esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op que leHaar
Hem
Het
U llamenBelt u aan!
Belt u op!
Belt u!
Benoemt u!
Heet u!
Klopt u!
Luidt u!
Maakt u uit voor!
Noemt u!
Praait u!
Roept u aan!
Roept u op!
Roept u!
Schelt u!
Telefoneert u!
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren; lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
gorraMuts de platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs y bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache. IRINA, KULIGUIN -conDoor
Met
Per
Samen met
una condecoraciónOnderscheiding alNaar de
Naar het cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te bigoteBaarddraad
Knevel
Snor- y
TUSENBACH, de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet en la terrazaTerras, se despiden deZij/ze zeggen gedag
FEDÓTIK y RODE, que bajanZij/ze dalen
Zij/ze dalen af
Zij/ze gaan naar beneden
Zij/ze gaan naar beneden
uitstappen
Zij/ze geven korting
Zij/ze korten
Zij/ze laten neer
Zij/ze slaan af
Zij/ze stappen af
Zij/ze stappen uit
Zij/ze trekken af
Zij/ze verlagen
Zij/ze verzakken
Zij/ze zakken
Zij/ze zakken weg
Zij/ze zinken los peldañosOpstapjes
Opstappen
Treden
Treeplanken
Trees
Treeën de la
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve; los dosAlle twee de
Allebei
Beide oficialesAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële llevan(Zij) dragen
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren uniformeEenvormig
Tenue
Uniform de campañaActie
Campagne
Veldtocht.
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
TUSENBACH (besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! a Fedótik)- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ustedGij
U muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu,
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn vividoGeleefd
Gewoond comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals excelentesBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden. (BesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! a
Rode.) Otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer... ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind!
IRINA- ¡HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus verBekijken
Kijken
Zien!
FEDÓTIK- HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus verBekijken
Kijken
Zien, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; ¡adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel! ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volveremosWij/we zullen draaien
Wij/we zullen keren
Wij/we zullen omdraaien
Wij/we zullen ronddraaien
Wij/we zullen teruggaan
Wij/we zullen terugkeren
Wij/we zullen terugkomen
Wij/we zullen teruglopen
Wij/we zullen terugtrekken
Wij/we zullen wederkeren
Wij/we zullen wederkomen
Wij/we zullen weer gaan
Wij/we zullen weeromkomen
Wij/we zullen wenden
Wij/we zullen wentelen
Wij/we zullen zwenken
a vernosBekijken
Kijken
Zien!
KULIGUIN- ¡QuiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!! (Se secaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt zich af
Men droogt los ojosKijkers
Ogen, se sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht.)
HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs yoEgo
Ik me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring a llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen.
IRINA- AlgúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander díaDag
Etmaal volveremos aWij zullen weer
Wij/we zullen teruggaan naar
Wij/we zullen terugkeren naar
Wij/we zullen terugkomen naar encontrarnosAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden.
FEDÓTIK- ¿Dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te diez10
Tien o quince15
Vijftien añosJaren? MasDoch
Echter
Maar
Plus
entoncesDan
Dus
Toen apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood nos(Aan) ons
Ons reconoceremosWij/we zullen erkennen
Wij/we zullen herkennen
Wij/we zullen honoreren
Wij/we zullen identificeren
Wij/we zullen onderkennen
Wij/we zullen toegeven, nos(Aan) ons
Ons saludaremosWij/we zullen begroeten
Wij/we zullen groeten
fríamenteKoud... (La fotografíaFoto
Fotografeer!
Fotografie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiekt
Kiek
Kiek!
Kiekje
Opname.) NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se muevanZij/ze bewegen
Zij/ze bewegen zich
Zij/ze verroeren zich...
Otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer, la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste.
RODE (abrazandoOmarmend
Omhelzend
Omvademend a Tusenbach)- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volveremos aWij zullen weer
Wij/we zullen teruggaan naar
Wij/we zullen terugkeren naar
Wij/we zullen terugkomen naar
vemosWij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien... (BesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! la manoDe hand a Irina.) GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen por todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle,
¡por todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle!
FEDÓTIK (contrariado)-Gedwarsboomd
Gehinderd
Tegengewerkt PeroDoch
Echter
Maar ¡quietoBedaard
Bedaarde
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille!
TUSENBACH- Quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
Wil u! DiosGod
Godheid que nos veamosWij/we bezoeken elkaar
Wij/we blijken
Wij/we laten ons zien
Wij/we ontmoeten elkaar
Wij/we zijn duidelijk. De
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle modosKerktoonladders
Manieren
Modaliteiten
Toonaarden
Wijzen, escríbannosComponeert u!
Schept u!
Schrijft u neer!
Schrijft u uit!
Schrijft u!
Zij/ze componeren
Zij/ze scheppen
Zij/ze schrijven
Zij/ze schrijven neer
Zij/ze schrijven uit. EscribanComponeert u!
Schept u!
Schrijft u neer!
Schrijft u uit!
Schrijft u!
Zij/ze componeren
Zij/ze scheppen
Zij/ze schrijven
Zij/ze schrijven neer
Zij/ze schrijven uit sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming.
RODE (contemplandoBeschouwend
Koekeloerend el jardín)-Gaard
Gaarde
Hof
Tuin ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, árbolesBomen
Masten! (GritaBalk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw!.)
¡Hop-hop! (PausaPauze
Rust.) ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, ecoEcho
Nagalm
Naklank
Weerklank!
A. CHÉJOV
KULIGUIN- QuiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!, a lo mejorMisschien se casanMen verenigt
Zij/ze treden in het
huwelijk
Zij/ze trouwen allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds,
en PoloniaPolen. SuHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon polacaPools
Poolse, alNaar de
Naar het abrazarleOmarmen
Omhelzen
Omvademen leHaar
Hem
Het
U diráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen:
"Kochany"66
Zes (Se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht.)
FEDÓTIK (mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend el reloj)-De klok Nos quedaWij over hebben menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd de
una horaTijd
Uur. De nuestraOns
Onze
Van ons bateríaAccu
Batterij
Doorroeren
Drummer
Drumstel
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan, únicamenteAlleen
Uitsluitend SOLIÓNI
irá(Het) zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven en gabarraLichter
Wouw; nosotrosOns
We
Wij iremosWij zullen gaan
Wij/we zullen gaan
Wij/we zullen karren
Wij/we zullen lopen
Wij/we zullen ons begeven
Wij/we zullen rijden
Wij/we zullen van stapel
lopen
Wij/we zullen varen
Wij/we zullen verlopen conDoor
Met
Per
Samen met la tropaBende
Gepeupel
Grauw
Hoop
Legerafdeling
Plebs
Schaar. HoyHeden
Vandaag se
ponen(Zij) doen
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen op gang
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze krijgen aan de
praat
Zij/ze leggen
Zij/ze leggen neer
Zij/ze leggen op
Zij/ze plaatsen
Zij/ze schakelen in
Zij/ze steken
Zij/ze stellen
Zij/ze stoppen
Zij/ze trekken aan
Zij/ze vlijen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer en marchaIngeschakeld tres3
Drie bateríasAccu's
Batterijen
Drummers
Drumstellen en formaciónAangaan
Formatie
Formeren
Opleiding
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Scholing
Vormen
Vorming divisionaria;
mañanaMorgen
Ochtend, otrasAnder
Andere
Nog één tres3
Drie, y entoncesDan
Dus
Toen quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven la
ciudadPlaats
Stad silenciosaGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende y tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille.
TUSENBACH- Y conDoor
Met
Per
Samen met un tedio espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke.
RODE- PeroDoch
Echter
Maar, ¿dóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! María Serguéievna?
KULIGUIN- Masha estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin.
FEDÓTIK- HabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn que despedirse deGedag zeggen ellaHaar
Ze
Zij.
RODE- AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, hay queMen moet irseAfgaan
Vertrekken
Weggaan
Zich verwijderen; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, voy aIk ga naar llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen...
(AbrazaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Omarm!
Omhels!
Omvadem! rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug a Tusenbach y a Kuliguin, besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei a Irina.) HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere aquíAlhier
Hier un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd inolvidableOnvergetelijk
Onvergetelijke...
FEDÓTIK (A Kuliguin)- EstoDeze
Dit, en recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir... Un
cuadernito, conDoor
Met
Per
Samen met lápizPotlood... IremosWij zullen gaan
Wij/we zullen gaan
Wij/we zullen karren
Wij/we zullen lopen
Wij/we zullen ons begeven
Wij/we zullen rijden
Wij/we zullen van stapel
lopen
Wij/we zullen varen
Wij/we zullen verlopen alNaar de
Naar het ríoIk lach
Rivier
Stroom por aquíAlhier
Hier. . . (Se
alejanZij/ze houden weg van
Zij/ze verwijderen
Zij/ze verwijderen van, volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend la cabezaHoofd
Kop
Krop.)
RODE (grita)-Balk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw! ¡Hop-hop!
KULIGUIN (grita)-Balk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw! ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel!
66
Zes AmorAffectie
Liefde
Min míoMijne
Van mij (en polacoPool
Pools
Poolse).
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
En el fondoEigenlijk
Strikt genomen de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel, Fedótik y Rode se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld
conDoor
Met
Per
Samen met MASHA y se despidenZij/ze nemen afscheid
Zij/ze nemen afscheid van
Zij/ze verlaten
Zij/ze zeggen vaarwel
Zij/ze zeggen vaarwel tegen; Masha se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
conDoor
Met
Per
Samen met ellosHen
Ze
Zij.
IRINA- Se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven... (Se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft en el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste peldañoOpstap
Opstapje
Trede
Tree
Treeplank de
la terrazaTerras.)
CHEBUTIKIN- Se lesHen
Hun
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd despedirse deGedag zeggen
míMe
Mij.
IRINA- ¿Y ustedGij
U quéWat
Welke?
CHEBUTIKIN- PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yoEgo
Ik tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
en ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze. PeroDoch
Echter
Maar lesHen
Hun
U veréIk zal bekijken
Ik zal kijken
Ik zal zien prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast; partoBaren
Bevallen
Bevalling
Ik breek af
Ik deel
Ik ga op weg
Ik ga weg
Ik splits
Ik splits op
Ik stap op
Ik start
Ik tijg
Ik verdeel
Ik vertrek
Kraam
Teweegbrengen
Verlossing
Voortbrengen mañanaMorgen
Ochtend.
SíJa
Jawel
Wel
Zich... MeMe
Mij queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt aúnNog
Nog altijd
Nog steeds un breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte díaDag
Etmaal. Dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te un
añoJaar meMe
Mij dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen el retiroEmeritaat
Ik haal uit
Ik haal weg
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder, volveréIk zal draaien
Ik zal keren
Ik zal omdraaien
Ik zal ronddraaien
Ik zal teruggaan
Ik zal terugkeren
Ik zal terugkomen
Ik zal teruglopen
Ik zal terugtrekken
Ik zal wederkeren
Ik zal wederkomen
Ik zal weer gaan
Ik zal weeromkomen
Ik zal wenden
Ik zal wentelen
Ik zal zwenken aquíAlhier
Hier y viviréIk zal leven
Ik zal wonen el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de
miMi
Mijn vidaHachje
Leven a suHaar
Hun
Uw
Zijn ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la pensiónEmeritaat
Kosthuis
Pensioen
Pension, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un añito... (MeteDoe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Leg in!
Leg!
Plaats!
Steek in!
Steek!
Stel!
Stop
Stop!
Zet! un periódicoDagblad
Krant
Periodiek
Periodieke en el bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak y sacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af!
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één.) VendréIk zal komen
Ik zal meekomen aquíAlhier
Hier, al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij ustedesGij
U, y cambiaréIk zal afwisselen
Ik zal denatureren
Ik zal kenteren
Ik zal ruilen
Ik zal variëren
Ik zal veranderen
Ik zal verkeren
Ik zal vermaken
Ik zal werken
Ik zal wisselen radicalmenteRadicaal
de vidaHachje
Leven. Me convertiré enIk zal worden una personaMens
Personage
Persoon
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer tranquilitaKalm
Kalme
Rustig
Rustige, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer compla... ciente100
Honderd, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer decentita...
IRINA- SíJa
Jawel
Wel
Zich, debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
hebben
Ik zou verplicht zijn
om te
Ik zou verschuldigd zijn ustedGij
U cambiar deWisselen van vidaHachje
Leven, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
míoMijne
Van mij. Debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
hebben
Ik zou verplicht zijn
om te
Ik zou verschuldigd zijn hacerloDoen
Laten
Maken, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg.
CHEBUTIKIN- SíJa
Jawel
Wel
Zich. Me doyIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de elloDat
Het. (CantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zingt
Zing! a
mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! vozInspraak
Stem
Stemgeluid.) Ta-rará... bum-bón... sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit en un
mojón...
A. CHÉJOV
KULIGUIN- ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ustedGij
U incorregibleOnverbeterlijk
Onverbeterlijke, IvánIvan Románich!
¡IncorregibleOnverbeterlijk
Onverbeterlijke!
CHEBUTIKIN- Debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
hebben
Ik zou verplicht zijn
om te
Ik zou verschuldigd zijn ponermeAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden.
EntoncesDan
Dus
Toen meMe
Mij corregiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bijsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou corrigeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nakijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verbeteren
Ik zou bijsturen
Ik zou corrigeren
Ik zou nakijken
Ik zou verbeteren.
IRINA- Fiódor se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand afeitadoGeschoren el bigoteBaarddraad
Knevel
Snor. ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag
mirarleAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien!
KULIGUIN- ¿Por quéWaarom?
CHEBUTIKIN- De buena ganaDolgraag
Gaarne
Graag
Met genoegen
Volgaarne
Zielsgraag diría aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen tegen
Ik zou zeggen tegen quéWat
Welke se pareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans suHaar
Hun
Uw
Zijn fisonomíaAangezicht
Gelaatstrekken, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag.
KULIGUIN- ¡QuéWat
Welke leHaar
Hem
Het
U vamos aWij/we gaan naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren! EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el modus vivendi. NuestroOns
Onze
Van ons directorBestuurder
Directeur
Leider
Manager
Regisseur se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand afeitadoGeschoren
el bigoteBaarddraad
Knevel
Snor, yoEgo
Ik tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook meMe
Mij loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb afeitadoGeschoren alNaar de
Naar het serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
nombradoAangesteld
Benoemd
Geheten
Genoemd
Uitgemaakt voor inspectorControleur
Inspecteur
Opzichter
Supervisor
Verificateur. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin! a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand, peroDoch
Echter
Maar a míMe
Mij
meMe
Mij daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! lo mismoDito
Hetzelfde
Idem. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane. TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer bigoteBaarddraad
Knevel
Snor como siAlsof noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer... (Se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft.)
En el fondoEigenlijk
Strikt genomen de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel, pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan ANDRÉI llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend
en un cochecito a una criaturita dormidaGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen.
IRINA- IvánIvan Románich, miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende IvánIvan Románich,
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit terriblementeVerschrikkelijk preocupadaBenauwd
Bezorgd
Bezorgde
Ongerust gemaakt
Verontrust
Zorgen gebaard. UstedGij
U ayerGister
Gisteren estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
en el bulevarBoulevard
Singel; dígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar, ¿quéWat
Welke pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds?
CHEBUTIKIN- ¿QuéWat
Welke pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek? NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!. TonteríasDomheden
Gekheden. (LeeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest
Lees!
el periódicoDagblad
Krant
Periodiek
Periodieke.) ¡QuéWat
Welke másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!!
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
KULIGUIN- Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen , alNaar de
Naar het parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen, Solióni y el barónBaron
se encontraronZij/ze bevonden zich
Zij/ze kwamen elkaar tegen
Zij/ze maakten het
Zij/ze troffen elkaar
Zij/ze waren gesteld ayerGister
Gisteren en el bulevarBoulevard
Singel, cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks del teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen...
TUSENBACH- ¡DéjenloLaat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Leent u!
Legateert u!
Levert u op!
Staat u toe!
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Vermaakt u!
Vertrouwt u toe!
Verzuimt u!
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen! BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds... (HaceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand y entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.)
KULIGUIN- CercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks del teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen... Solióni comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a
meterseErgens in stappen
Zich mengen conDoor
Met
Per
Samen met el barónBaron y ésteDeze
Dit, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen aguantarDulden
Tegenhouden
Uithouden
Verdragen
Weerstaan másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus,
leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat ofensivo...
CHEBUTIKIN- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn tonteríasDomheden
Gekheden.
KULIGUIN- Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer, en noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se quéWat
Welke seminarioKweekschool
Seminar
Seminarie
Werkcollege, un
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, alNaar de
Naar het pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet de una composiciónBijeenvoegen
Componeren
Compositie
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten escribióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit en rusoRus
Russisch
Russische,
conDoor
Met
Per
Samen met caracteresGeaardheden
Karakters cirílicosCyrillisch
Cyrillische: “tonteríaDomheid
Dwaasheid
Flauwekul
Gekheid
Nonsens
Onzin
Zever
Zotteklap
Zottenpraat' y el alumnoLeerling leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las
"renixa", creyendo queDenkend dat estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven en latínLatijn. (Se
ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!.) ¿DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! risaGelach
Lach
Lachen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank? EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sorprendenteVerbazend
Verbazende
Verbazingwekkend
Verrassend
Verrassende
Verwonderlijk
Verwonderlijke. Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen que Solióni
está enamorado deBen verliefd op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verliefd op Irina y que, alNaar de
Naar het parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen, odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat
alNaar de
Naar het barónBaron... Se comprendeBegrijpt men. Irina esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs se pareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op a Masha; estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
pensativaNadenkend
Nadenkende
Peinzend
Peinzende, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend que túGe
Gij
Je
Jij, Irina, tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast un
carácterAard
Geaardheid
Karakter másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook Masha tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende carácterAard
Geaardheid
Karakter. YoEgo
Ik la amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon, a Masha.
En el fondoEigenlijk
Strikt genomen del jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin, fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel, resuenaGalm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze galmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resoneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklinkt
Resoneer!
Weergalm!
Weerklink! el
gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw de: "¡Aú! ¡Hop, hop! "
IRINA (se estremece)-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huivert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt plotseling een
schok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilt HoyHeden
Vandaag parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle meMe
Mij asustaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schrikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Laat schrikken!
Schrik op!
Schrik!
Verontrust!
Verschrik!.
(PausaPauze
Rust.) YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds loDe
Hem
Het
U tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid, y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
A. CHÉJOV
del almuerzoIk gebruik het middagmaal
Ik lunch
Lunch
Lunchen mandaréIk zal aanvoeren
Ik zal bevelen
Ik zal commanderen
Ik zal gelasten
Ik zal het bevel
voeren
Ik zal sommeren
Ik zal verordenen
Ik zal voorschrijven el equipajeBagage. MañanaMorgen
Ochtend el barónBaron
y yoEgo
Ik nos casamosWij/we traden in het
huwelijk
Wij/we treden in het
huwelijk
Wij/we trouwden
Wij/we trouwen; mañanaMorgen
Ochtend mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve partiremosWij zullen verdelen
Wij/we zullen afbreken
Wij/we zullen delen
Wij/we zullen op weg
gaan
Wij/we zullen opsplitsen
Wij/we zullen opstappen
Wij/we zullen splitsen
Wij/we zullen starten
Wij/we zullen tijgen
Wij/we zullen verdelen
Wij/we zullen vertrekken
Wij/we zullen weggaan haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la fábricaFabriek de ladrillosBakstenen
Bouwstenen
Klinkers
Stenen
Stukken
Tichels y pasado mañanaOvermorgen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten en
la escuelaKunstrichting
Leerschool
School; comenzaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanbinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanbreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beginnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beginnen met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ingaan una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws vidaHachje
Leven. DiosGod
Godheid noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejará(Het) zal laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
steek laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal legateren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal loslaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nalaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opleveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toevertrouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzuimen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verlaten
van
de ayudarmeBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan. CuandoAls
Tijdens
Wanneer aprobéIk beaamde
Ik billijkte
Ik keurde goed
Ik stemde toe el examenExamen
Keuring
Nauwkeurig onderzoek
Onderzoek
Proefwerk
Tentamen de
maestraInstructrice
Juffrouw
Lerares
Onderwijzeres
Schooljuffrouw, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs lloréIk bejammerde
Ik betreurde
Ik beweende
Ik huilde
Ik kreet
Ik schreide
Ik weende de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde, de felicidadGeluk... (PausaPauze
Rust.)
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans vendráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meekomen el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! recogerAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen el equipajeBagage...
KULIGUIN- EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, peroDoch
Echter
Maar todo estoDit alles
meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen, peroDoch
Echter
Maar cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
seriaErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige, pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige. De todos modosAlleszins
Op alle manieren
Op alle wijzen, teJe
Jou deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht loDe
Hem
Het
U mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever, conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel.
CHEBUTIKIN (enternecido)-Vertederd NiñaKind
Meisje
Wicht, miMi
Mijn buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende niñaKind
Meisje
Wicht...
MiMi
Mijn niñaKind
Meisje
Wicht de oroE175
Goud
Ik bid... HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven ustedGij
U muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
maneraManier
Trant
Wijze de alcanzarlaAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven. Me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden rezagadoAchterblijvend
Achterblijvende
Achterblijver
Vertraagd
Vertraagde,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals pájaroVogel de pasoTussen haakjes
À propos que, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt volarVliegen.
¡PeroDoch
Echter
Maar ustedesGij
U, hijasDochters míasVan mij, vuelenVliegt u!
Zij/ze vliegen, vuelenVliegt u!
Zij/ze vliegen y que DiosGod
Godheid
las guardeBehoedt u!
Bergt u op!
Bewaakt u!
Bewaar
Bewaart u!
Heeft u de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoedt u!
Ik behoed
Ik berg op
Ik bewaak
Ik bewaar
Ik heb de wacht
Ik hoed
Ik let op
Ik pas op
Ik waak over
Let u op!
Past u op!
Waakt u over!! (PausaPauze
Rust.) HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte Fiódor, Ilich cortándoseLatend knippen
Schiftend
el bigoteBaarddraad
Knevel
Snor.
KULIGUIN- ¡BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen la lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Plaatijzer
Trommel
Trommeltje! (SuspirandoHunkerend
Kreunend
Reikhalzend
Smachtend
Verlangend
Zuchtend
Zuchtend naar.)
HoyHeden
Vandaag se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich los militaresJij/je zal oorlogvoeren
Jij/je zal strijden
Militair
Militaire
Militairen y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle volverá aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal teruggaan naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkeren naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkomen naar loDe
Hem
Het
U de antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger.
DiganGeeft u op!
Spreekt u!
Zegt u!
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen lo queDat wat
Wat quieran(Zij/u) willen
Bemint u!
Heeft u lief!
Houdt u van!
Wil u!
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen. Masha esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende,
honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke, yoEgo
Ik la quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere y doy gracias aIk bedank
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken miMi
Mijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland. El destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland de las personasMensen
Personages
Personen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer diversoMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende...
En contribucionesBelastingen
Bijdragen
Bijdrages estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! empleadoAangewend
Ambtenaar
Beambte
Bediende
Benut
Doorgevoerd
Employé
Gebruikt
In toepassing gebracht
Kantoorbediende
Personeelslid
Toegepast
Werknemer
Winkelbediende un talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke Koziriov.
EstudiábamosWij/we bestudeerden
Wij/we gingen school
Wij/we leerden
Wij/we maakten studie van
Wij/we studeerden
Wij/we studeerden in juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek de la quinta5e
Aanmonstering
Kwint
Rekrutering
Vijfde claseAard
Klas
Klasse
Les
Lestijd
Soort
Stand del
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
gimnasioFitnesscentrum
Fitnessclub
Fitnessstudio porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan de ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze el ut consecutivum. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het en la
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus negraZwart
Zwarte miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer leHaar
Hem
Het
U veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie leHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg: “HolaHallo, ut consecutivum'. “SíJa
Jawel
Wel
Zich -meMe
Mij respondeAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Ben aansprakelijk!
Ben verantwoordelijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verantwoordelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Reageer!
Verantwoord!-, precisamenteJuist
Net
consecutivum'... y toseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoest
Hoest!. En cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel, yoEgo
Ik heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tenido suerteGeboft
Geluk gehad
Gezwijnd
Het getroffen todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle miMi
Mijn vidaHachje
Leven, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke, inclusoZelfs heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
condecorado conDoor
Met
Per
Samen met la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde de San Estanislao de segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats yoEgo
Ik quienDie
Wie enseña aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert aan
Leer aan! otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
eseDat
Die ut consecutivum. ClaroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere, yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent inteligenteBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige,
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus inteligenteBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige que muchosVeel
Vele
Zeer
Zere otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één, peroDoch
Echter
Maar la felicidadHet geluk
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op! estoDeze
Dit...
Se oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg tocarAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beroeren
Gaan
Kleppen
Klinken
Overgaan
Raken
Slaan
Spelen
Toucheren
Uitvoeren
Voorspelen alNaar de
Naar het pianoKlavier
Piano La plegaria de una virgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere en el
interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
IRINA- Mañana por la tardeMorgenavond yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank oiréIk zal horen
Ik zal vernemen
Ik zal verstaan estaDeze
Dit Plegaria
niEn niet
Evenmin
Noch me encontraré conIk zal aantreffen
Ik zal ontmoeten
Ik zal tegemoet treden
Ik zal tegenkomen
Ik zal treffen Protopópov... (PausaPauze
Rust.) AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans,
Protopópov estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, en el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal, hoyHeden
Vandaag tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
venidoGekomen
Meegekomen...
KULIGUIN- ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven aúnNog
Nog altijd
Nog steeds la directoraDirectrice?
IRINA- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank. HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn mandadoAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven llamarlaAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor. ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals supieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
cuánHoe difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware meMe
Mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats vivirLeven
Wonen aquíAlhier
Hier solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te Olia!... EllaHaar
Ze
Zij viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
en el gimnasioFitnesscentrum
Fitnessclub
Fitnessstudio; comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la directoraDirectrice, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! ocupadaBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el díaDag
Etmaal, y yoEgo
Ik estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten, me aburroIk verveel me, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! quéWat
Welke hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren, y meMe
Mij resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg! odiosaGehaat
Gehate hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la habitaBen gevestigd!
Bewoon!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gevestigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont in
Huis!
Resideer!
Woon in!
Woon!
A. CHÉJOV
ción en queWaarin vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige... AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! reservadoBesproken
Geboekt
Gereserveerd
Gereserveerde
Ingetekend
Opengehouden
Vrijgehouden
Weggezet ir aGaan naar MoscúMoskou, pacienciaGeduld
Lijdzaamheid. EstoDeze
Dit significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ésteDeze
Dit miMi
Mijn destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland. QuéWat
Welke leHaar
Hem
Het
U vamos aWij/we gaan naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren.
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin divinaGoddelijk
Goddelijke, éstaDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid.
Nikolái Lvóvich meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pedidoAangevraagd
Aanvraag
Aanvragen
Bedelen
Besteld
Bestellen
Bestelling
Gebedeld
Gevraagd
Gevraagd om
Ingeroepen
Inroepen
Order
Verlangd
Verlangen
Verzocht
Verzoeken
Vragen la manoDe hand... PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb reflexionadoBedacht
Bezadigd
Bezadigde
Gewikt
Gezonnen
Gezonnen op
Nagedacht
Overdacht y me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende personaMens
Personage
Persoon, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs sorprendeBetrap!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrast
Snap!
Tref!
Verbaas!
Verras! que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu...
De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen que meMe
Mij habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden alasVlerken
Vleugelen
Vleugels en
el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel, me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus gozosa y de
nuevoNieuw
Nieuwe meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten de trabajarArbeiden
Bewerken
Werken, trabajarArbeiden
Bewerken
Werken. .
. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend que ayerGister
Gisteren ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats como siAlsof sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! miMi
Mijn
hubiera quedado(Het) zou zijn geworden suspendidoAfgeslagen
Afgewezen
Geannuleerd
Geannuleerde
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Onderbroken
Vervallen
Verworpen un misterioGeheim
Mysterie
Raadsel...
CHEBUTIKIN- “Renixa'. TonteríasDomheden
Gekheden.
NATASHA (a la ventana)-Raam
Venster ¡La directoraDirectrice!
KULIGUIN- HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven la directoraDirectrice. VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen.
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! conDoor
Met
Per
Samen met Irina en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
CHEBUTIKIN (leeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest
Lees! el periódicoDagblad
Krant
Periodiek
Periodieke y canturrea)-Brom!
Gons!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gonst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suizelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoemt
Raas!
Snor!
Suis!
Suizel!
Tuit!
Zoem! Ta-ra-rá...
bum-bón sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit en un mojón...
MASHA se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert; en el fondoEigenlijk
Strikt genomen de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel,
ANDRÉI pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan conDoor
Met
Per
Samen met el cochecito.
MASHA- AquíAlhier
Hier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! repantigado, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane...
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
CHEBUTIKIN- ¿Y quéWat
Welke?
MASHA (se sienta)-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!... (PausaPauze
Rust.) ¿AmabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van ustedGij
U a
miMi
Mijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding?
CHEBUTIKIN- MuchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere.
MASHA- ¿Y ellaHaar
Ze
Zij a ustedGij
U?
CHEBUTIKIN (después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over una pausa)-Pauze
Rust EstoDeze
Dit yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U
recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir.
MASHA- ¿El míoMijne
Van mij estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! aquíAlhier
Hier? AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd,
nuestraOns
Onze
Van ons cocineraKeukenmeid
Kokkin Marfa llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde a suHaar
Hun
Uw
Zijn guardiaBewaking
Bewaring
Garde
Hoede
Lijfwacht
Point-guard
Wacht municipalGemeentelijk
Gemeentelijke
Plaatselijk
Plaatselijke
Stedelijk
Stedelijke:
"el míoMijne
Van mij". ¿El míoMijne
Van mij estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! aquíAlhier
Hier?
CHEBUTIKIN- TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank.
MASHA- CuandoAls
Tijdens
Wanneer uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen la felicidadHet geluk en momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
fugacesVan korte duur
Vergankelijk
Vergankelijke
Vluchtig
Vluchtige, a pedacitosStukjes, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo la pierde(Het) verliest
Geef op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Loop mis!
Mis!
Raak kwijt!
Verbeur!
Verkwist!
Verlies!
Verspeel!, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik, se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai, malignoBoosaardig
Boosaardige
Hatelijk
Hatelijke
Kwaadaardig
Kwaadaardige
Maligne
Snode
Snood
Te kwader trouw
Vals
Valse. (Señalándose el pechoBoezem
Borst.)
AquíAlhier
Hier tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast un avisperoWespennest... (MirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend a suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater
Andréi, que pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan conDoor
Met
Per
Samen met el cochecito.) AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! nuestroOns
Onze
Van ons Andréi,
nuestroOns
Onze
Van ons hermanoBroeder
Broer
Frater... Todas lasAlle esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen se
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen. Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer, milesDuizenden de personasMensen
Personages
Personen levantabanZij/ze beurden
Zij/ze haalden op
Zij/ze hieven
Zij/ze hieven op
Zij/ze kookten op
Zij/ze richtten op
Zij/ze sloegen op
Zij/ze tilden
Zij/ze tilden op
Zij/ze verhieven
Zij/ze vestigden
Zij/ze zetten neer
una campanaAfzuigkap
Klok
Stolp; se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand gastadoBesteed
Geld uitgegeven aan
Gespendeerd
Uitgegeven
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
Verteerd muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken y
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere dineroGeld
Poen, peroDoch
Echter
Maar de súbitoPlotseling
Plotselinge, la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer y se
rompióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrak. De súbitoPlotseling
Plotselinge, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. Lo mismoDito
Hetzelfde
Idem haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen
conDoor
Met
Per
Samen met Andréi
ANDRÉI- ¿CuándoNu eens ... dan
weer
Wanneer, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte , habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid en
estaDeze
Dit casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!? ¡QuéWat
Welke ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer!
A. CHÉJOV
CHEBUTIKIN- ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast.(MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! el relojDe klok) MiMi
Mijn relojHorloge
Klok
Uurwerk
Wekker esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten, es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit los queWie
Zij die dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen las horas…Tijden
Uren(Da cuerdaHaal nauwer aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt nauwer aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Rek uit!
Span!
Strek!
Wind op! alNaar de
Naar het relojHorloge
Klok
Uurwerk
Wekker,
y ésteDeze
Dit suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus!) Las bateríasAccu's
Batterijen
Drummers
Drumstellen primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, segunda2e
Tweede y quinta5e
Aanmonstering
Kwint
Rekrutering
Vijfde
partenZij/ze breken af
Zij/ze delen
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan weg
Zij/ze splitsen
Zij/ze splitsen op
Zij/ze stappen op
Zij/ze starten
Zij/ze tijgen
Zij/ze verdelen
Zij/ze vertrekken a la una en puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot. (PausaPauze
Rust) YoEgo
Ik me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me mañanaMorgen
Ochtend.
ANDRÉI- ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend?
CHEBUTIKIN- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!. QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht vuelvaDraait u om!
Draait u rond!
Draait u!
Gaat u terug!
Gaat u weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
Keert u terug!
Keert u weder!
Keert u!
Komt u terug!
Komt u weder!
Komt u weerom!
Loopt u terug!
Trekt u terug!
Wendt u!
Wentelt u!
Zwenkt u! dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
un añoJaar. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al el diabloBoze
Drommel
Duivel loDe
Hem
Het
U sabe…da lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
Se oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg tocarAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beroeren
Gaan
Kleppen
Klinken
Overgaan
Raken
Slaan
Spelen
Toucheren
Uitvoeren
Voorspelen el arpaHarp y el violínViolist
Violiste
Viool en algún lugarErgens
Hier of daar lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde.
ANDRÉI- La ciudadPlaats
Stad quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven desiertaEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten. Será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn como siAlsof
leHaar
Hem
Het
U pusieranZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer una tapaderaDekmantel
Deksel
Gevlekte griet.(PausaPauze
Rust.) AyerGister
Gisteren ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen; todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle hablan deZij/ze behandelen
Zij/ze bepraten
Zij/ze bespreken
Zij/ze discuteren
Zij/ze wisselen van gedachten elloDat
Het y yoEgo
Ik niEn niet
Evenmin
Noch me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand
enteradoAangekondigd
In kennis gesteld
Medegedeeld
Meegedeeld
Vernomen
Verwittigd
CHEBUTIKIN- NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!. TonteríasDomheden
Gekheden. Solióni empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a
meterseErgens in stappen
Zich mengen conDoor
Met
Per
Samen met el barónBaron y ésteDeze
Dit se exaltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in vervoering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheerlijkte y leHaar
Hem
Het
U insultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze affronteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschimpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schimpte; alNaar de
Naar het
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, Solióni se vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a retarloProvoceren
Tarten
Tergen
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten en dueloDuel
Ik doe pijn
Ik doe zeer
Rouw
Tweegevecht.(MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
el relojDe klok.) YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur, meMe
Mij parece…A las doce12
Twaalf y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!,
en el bosqueBos
Woud del EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden, en eseDat
Die que desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit aquíAlhier
Hier se
veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Vé
Verloop!
Zie!, alNaar de
Naar het otro ladoOverkant
Overzijde del río…Del rio¡Pof-paf! (Se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht.) Solióni se
imaginaBedenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeeldt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Stel je voor!
Verbeeld je!
Vermoed! que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats Lérmontov, y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs escribeComponeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Schep!
Schrijf neer!
Schrijf uit!
Schrijf! poesíasDichtkunsten
Gedichten.
BromasAardigheidjes
Bakken
Grapjes
Grappen
Moppen
Paalwormen
Schertsen aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, ésteDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds suHaar
Hun
Uw
Zijn tercer3e
Derde dueloDuel
Ik doe pijn
Ik doe zeer
Rouw
Tweegevecht.
MASHA- ¿El tercer3e
Derde dueloDuel
Ik doe pijn
Ik doe zeer
Rouw
Tweegevecht de quiénWie?
CHEBUTIKIN- De Solióni.
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
MASHA- ¿Y el barónBaron?
CHEBUTIKIN- Y el barónBaron, ¿quéWat
Welke? (PausaPauze
Rust)
MASHA- TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se meMe
Mij confundeBeschaam!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verlegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwisselt
Maak verlegen!
Overtuig!
Vermeng!
Vernietig!
Versla!
Verwar!
Verwissel! en la cabeza…De
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle modosKerktoonladders
Manieren
Modaliteiten
Toonaarden
Wijzen, yoEgo
Ik digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se debeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplicht permitirGedogen
Niet beletten
Permitteren
Toelaten
Toestaan
Vergunnen
Veroorloven. Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
herirBezeren
Kwetsen
Verwonden
Wonden alNaar de
Naar het barónBaron o inclusoZelfs matarleDoden.
CHEBUTIKIN- El barónBaron esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende personaMens
Personage
Persoon,
peroDoch
Echter
Maar ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! lo mismoDito
Hetzelfde
Idem un barónBaron más o menosMeer of minder
Ongeveer?
¡DéjenlesLaat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Leent u!
Legateert u!
Levert u op!
Staat u toe!
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Vermaakt u!
Vertrouwt u toe!
Verzuimt u!
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen! ¡DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! lo mismoDito
Hetzelfde
Idem! (Se oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg gritarBalken
Blaten
Brullen
Gieren
Grommen
Hinniken
Joelen
Loeien
Roepen
Schreeuwen
Uitjouwen alNaar de
Naar het otro ladoOverkant
Overzijde del
jardín: “Gaard
Gaarde
Hof
Tuin¡Aú! ¡Hop-hop!') EsperarásJij/je zal afwachten
Jij/je zal bedacht zijn
op
Jij/je zal hopen
Jij/je zal te wachten
staan
Jij/je zal verwachten
Jij/je zal vooruitzien
Jij/je zal voorzien
Jij/je zal wachten
Jij/je zal wachten op. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats Skvortsov
quienDie
Wie gritaBalk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw!, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los padrinosDoopgetuigen
Doopheffers
Peetooms
Peetvaders
Peten
Peters. EsperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit! en una barcaBark
Hulk
Pink
Schuit.
(PausaPauze
Rust)
ANDRÉI- A miMi
Mijn juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer participar enMeedoen aan un dueloDuel
Ik doe pijn
Ik doe zeer
Rouw
Tweegevecht
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals asistir aAanwezig zijn
Aanwezig zijn bij
Bezoeken
Bijwonen élHem
Hij, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt en calidadAard
Allooi
Eigenschap
Kwaliteit de médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel inmoral.
CHEBUTIKIN- SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend loDe
Hem
Het
U parece…Nosotros noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
existimosWij/we bestaan
Wij/we bestonden, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mundoAardrijk
Wereld; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existimosWij/we bestaan
Wij/we bestonden,
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que existimos…Wij/we bestaan
Wij/we bestonden¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! lo mismoDito
Hetzelfde
Idem?
MASHA- TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el díaDag
Etmaal se loDe
Hem
Het
U pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken hablandoConverserend
Pratend
Sprekend, hablando…Converserend
Pratend
Sprekend(
DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan) VivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden en un climaKlimaat dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
cuando menosAlthans loDe
Hem
Het
U esperamosWij wachten
Wij/we hoopten
Wij/we hopen
Wij/we staan te wachten
Wij/we stonden te wachten
Wij/we verwachten
Wij/we verwachtten
Wij/we voorzagen
Wij/we voorzien
Wij/we wachten
Wij/we wachten af
Wij/we wachten op
Wij/we wachtten
Wij/we wachtten af
Wij/we wachtten op
Wij/we waren bedacht op
Wij/we zagen vooruit
Wij/we zien vooruit
Wij/we zijn bedacht op puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!, y
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds hay queMen moet aguantarDulden
Tegenhouden
Uithouden
Verdragen
Weerstaan esasDie conversaciones…Conversaties
Gesprekken(Se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt)
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entraréIk zal binnengaan
Ik zal binnenkomen
Ik zal binnenlopen
Ik zal binnenrijden
Ik zal ingaan
Ik zal inkomen
Ik zal inrijden
Ik zal naar binnen
gaan en estaDeze
Dit casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedo…Cuando
vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek! Vershinin, díganmelo…Geeft u op!
Spreekt u!
Zegt u!
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen(CaminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel! por el paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg)
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds vuelanZij/ze vliegen las avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld de pasoTussen haakjes
À propos, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds vuelan…Zij/ze vliegen(MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
A. CHÉJOV
el cieloHemel
Lucht) SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn cisnesZwanen o gansos…Queridos pájarosVogelen
Vogels míoMijne
Van mij,
felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke pájaros…Vogelen
Vogels(Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!)
ANDRÉI- NuestraOns
Onze
Van ons casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven desiertaEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten. Se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich los
oficialesAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële, se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat ustedGij
U, miMi
Mijn hermanaZus
Zuster se casaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in het
huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Men verenigt y yoEgo
Ik meMe
Mij
quedaréIk zal afspreken
Ik zal blijven
Ik zal in een
bepaalde toestand raken
Ik zal me bevinden
Ik zal passen
Ik zal staan
Ik zal zijn soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten aquíAlhier
Hier.
CHEBUTIKIN- ¿Y suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon?
FERAPONT entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! conDoor
Met
Per
Samen met unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n papelesPapieren
Rollen.
ANDRÉI- La mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke, seriaErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige,
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende, peroDoch
Echter
Maar al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand en ellaHaar
Ze
Zij algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat que la
rebajaAfslag
Herleiding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermindert
Inkrimping
Korting
Rabat
Reductie
Uitverkoop
Verlaag!
Verminder!
Zetting a la condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde de animalBeest
Dier mezquinoBenepen
Enghartig
Enghartige
Gierig
Gierige
Kleingeestig
Kleingeestige
Vrekkig
Vrekkige, ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte,
huraño. En todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke. LeHaar
Hem
Het
U habloIk converseer
Ik praat
Ik spreek
a ustedGij
U comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a un amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke personaMens
Personage
Persoon
a la queDat
Die
Wie
Zij die puedoIk kan
Ik mag abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel. YoEgo
Ik amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon a Natasha,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid; peroDoch
Echter
Maar a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens ellaHaar
Ze
Zij meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! extraordinariamenteBuitengewoon
vulgarAlledaags
Alledaagse
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Grof
Grove
Ordinair
Ordinaire
Plat
Platte
Vulgair
Vulgaire, y entoncesDan
Dus
Toen me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me desconcertadoIn de war gebracht
Onthutst
Onthutste
Verbijsterd
Verbijsterde,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta por quéWaarom la amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer o, por loDe
Hem
Het
U
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd, la heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
CHEBUTIKIN (Se levanta)-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker YoEgo
Ik, hermanoBroeder
Broer
Frater, mañanaMorgen
Ochtend
me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me; quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volvamos aLaten we teruggaan naar
Laten we terugkeren naar
Laten we terugkomen naar
Wij/we gaan terug naar
Wij/we keren terug naar
Wij/we komen terug naar vernosBekijken
Kijken
Zien nuncaNimmer
Nooit másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus;
escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, miMi
Mijn consejoAdvies
Raad
Raadgeving. MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!, ponteDoe aan!
Doe op!
Kleed je aan!
Smeer in!
Smeer!
Stel je aan!
Trek aan!
Word! el gorroBaret
Kapje
Muts
Pet
Petje, tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
el bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache y márchate…Márchate y caminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel!, caminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken la cabezaHoofd
Kop
Krop. CuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg teJe
Jou
vayasJij/je begeeft je
Jij/je gaat
Jij/je kart
Jij/je loopt
Jij/je loopt van stapel
Jij/je rijdt
Jij/je vaart
Jij/je verloopt, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever.
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
SOLIÓNI pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan por el fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel conDoor
Met
Per
Samen met DOS2
Do's
Twee
Tweede
OFICIALESAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële; alNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien a Chebutikin, se leHaar
Hem
Het
U acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij; los
oficialesAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële prosiguenZij/ze gaan door suHaar
Hun
Uw
Zijn caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.
SOLIÓNI- ¡DoctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur! SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds las doce12
Twaalf y
mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!.(SaludaBegroet!
Groet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groet
Saluda a Andréi. )
CHEBUTIKIN- Ahora mismoAanstonds
Dadelijk
Komt eraan
Meteen
Nu
Nu meteen
Onmiddellijk
Op dit moment
Op staande voet
Subiet
Zo meteen
Zo-even nog. MeMe
Mij tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast hartoIk erger
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Zat
Zatte yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ustedesGij
U. (A Andréi.) SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals alguienEen of ander
Een zeker
Iemand pregunta porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt naar
Vraag naar!
míMe
Mij, Andriusha, dirásJij/je zal opgeven
Jij/je zal spreken
Jij/je zal zeggen que en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
vuelvo…Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik herhaal
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk(SuspiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zucht naar
Hunker!
Kreun!
Reikhals!
Smacht!
Verlang!
Zucht naar!
Zucht!.)¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht, ayAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht, ayAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht!
SOLIÓNI- “SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te darleGeef het tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd a soltarLos te laten un gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw, leHaar
Hem
Het
U
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast el osoBeer
Ik durf
Ik waag abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen.' (CaminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel! al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij Chebutikin.)
¿De quéWat
Welke se estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! ustedGij
U quejandoBedroevend, viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten?
CHEBUTIKIN- ¡Bah!
SOLIÓNI- ¿QuéWat
Welke talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke la saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid?
CHEBUTIKIN (irritado)-Aangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una guitarraEisnijder
Vioolrog destemplada.
SOLIÓNI- ViejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten, teJe
Jou intranquilizas en vanoTevergeefs. MeMe
Mij
contentaré conDoor
Met
Per
Samen met pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak: leHaar
Hem
Het
U pegaréIk zal aanbakken
Ik zal aanzetten
Ik zal afranselen
Ik zal aftuigen
Ik zal beuken
Ik zal hechten
Ik zal houwen
Ik zal klappen
Ik zal kloppen
Ik zal lijmen
Ik zal meppen
Ik zal plakken
Ik zal slaan
Ik zal vastnaaien
Ik zal vastplakken un tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus como siAlsof
dispararaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde
Ik pafte
Ik schoot
Ik vuurde contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus una perdizKorhoen
Patrijs. (SacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af! un frascoFlacon
Fles
Flesje y se perfumaMen parfumeert
las manosDe handen.) HoyHeden
Vandaag me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand echadoAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Aankondigen
Beginnen
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Gooien
Ingeschonken
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Opleggen
Opvoeren
Schatten
Smijten
Springen
Storten
Strooien
Tanken
Toegevoegd
Uiten
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastgemaakt
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen a las manosDe handen un
frascoFlacon
Fles
Flesje enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige de perfumeAroma
Aromatiseert u!
Boeket
Geur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aromatiseert
Ik aromatiseer
Odeur
Parfum y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds huelenZij/ze geuren
Zij/ze rieken
Zij/ze ruiken. MeMe
Mij huelen aZij/ze rieken naar
Zij/ze ruiken naar
cadáverKadaver
Kreng
Lijk.(PausaPauze
Rust.) Ya…Al
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds¿RecuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog! esosDie versosDichtregels
Rijmregels
Versregels
Verzen? “Y élHem
Hij,
A. CHÉJOV
rebeldeOpstandig
Opstandige
Rebels, buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken la tempestadNoodweer
Storm
Stormwind
Verschrikkelijk weer, como siAlsof en las tempestadesNoodweren
Stormen
Stormwinden
se encontraraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld la paz'7
CHEBUTIKIN- SíJa
Jawel
Wel
Zich. “SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te darleGeef het tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd a soltarLos te laten un
gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw, leHaar
Hem
Het
U tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast un osoBeer
Ik durf
Ik waag abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen' (Se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat conDoor
Met
Per
Samen met Solióni.)
Se oyenZij/ze horen
Zij/ze vernemen
Zij/ze verstaan gritos: “Kreten
Roepen
Schreeuwen¡Hop!¡Aú!'; ANDRÉI y
FERAPONT entranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in.
FERAPONT- Hay queMen moet firmarOnderschrijven
Ondertekenen
Tekenen estosDeze
Dezen papelesPapieren
Rollen.
ANDRÉI (nerviosamente)- ¡DéjameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! en pazQuitte! ¡DéjameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!!
¡TeJe
Jou loDe
Hem
Het
U suplicoIk smeek
Ik smeek af! (Se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat empujandoDouwend
Dringend
Duwend
Stotend el cochecito)
FERAPONT- Los papelesPapieren
Rollen sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! estoDeze
Dit, para queOpdat
Zodat
los firmenOnderschrijft u!
Ondertekent u!
Tekent u!
Zij/ze onderschrijven
Zij/ze ondertekenen
Zij/ze tekenen.(Se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel)
EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in IRINA y TUSENBACH, que lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! un sombreroHoed
de pajaRietje
Stro; KULIGUIN cruzaDoorkruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Kruis!
Steek over! la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend:
¡Aú, Masha, aú!
TUSENBACH-Según meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!, éstaDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
personaMens
Personage
Persoon de la ciudadPlaats
Stad que se alegraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich de que los militaresJij/je zal oorlogvoeren
Jij/je zal strijden
Militair
Militaire
Militairen
se marchenZij/ze gaan weg.
IRINA- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats comprensibleBegrijpelijk
Begrijpelijke
Bevattelijk
Bevattelijke
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Uitgesproken
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
Zuiver
Zuivere (PausaPauze
Rust.) NuestraOns
Onze
Van ons ciudadPlaats
Stad
quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven desiertaEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans.
TUSENBACH- QueridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief, en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet vuelvoIk draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik herhaal
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk.
77
Zeven De la poesia La velaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Kaars
Omsluier!
Sluier!
Waak!
Zeil
Zeilen, de Lermontov.
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
IRINA- ¿A dóndeWaar
Waarheen vasJij gaat
Jij/je begeeft je
Jij/je gaat
Jij/je kart
Jij/je loopt
Jij/je loopt van stapel
Jij/je rijdt
Jij/je vaart
Jij/je verloopt?
TUSENBACH- Tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet ir aGaan naar la ciudadPlaats
Stad, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
a despedirAfdanken
Afmonsteren
Afzenden
Ontslaan
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden a unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n camaradasGezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners.
IRINA- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdad…Echt waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid Nikolái, ¿por quéWaarom estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
distraídoAfgeleid
Afgetrokken
Verstrooid
Verstrooide hoyHeden
Vandaag? (PausaPauze
Rust.)¿QuéWat
Welke ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand ayerGister
Gisteren juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het
teatroSchouwburg
Theater
Toneel
Toneelwezen?
TUSENBACH (ConDoor
Met
Per
Samen met un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de impacienciaOngeduld
Reuzenbalsemien
Springzaad)DentroBinnen
Daarbinnen
Erin
de una horaTijd
Uur volveréIk zal draaien
Ik zal keren
Ik zal omdraaien
Ik zal ronddraaien
Ik zal teruggaan
Ik zal terugkeren
Ik zal terugkomen
Ik zal teruglopen
Ik zal terugtrekken
Ik zal wederkeren
Ik zal wederkomen
Ik zal weer gaan
Ik zal weeromkomen
Ik zal wenden
Ik zal wentelen
Ik zal zwenken y estaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer contigoBij jou
Met jou.
(LeHaar
Hem
Het
U besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! la manoDe hand.) TesoroSchat mío…Mijne
Van mij(Mirándola fijamenteBeslist
Zeker
a la caraDe kant
De zijde.) HaceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cinco5
Vijf añosJaren que teJe
Jou amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
loDe
Hem
Het
U creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap; cada díaDagelijks
Elke dag meMe
Mij parecesJij/je hebt het uiterlijk
van
Jij/je komt over
Jij/je komt voor
Jij/je lijkt
Jij/je schijnt
Jij/je schijnt toe
Jij/je staat tegenover
Jij/je vindt
Jij/je ziet er uit
Jij/je ziet er uit
als másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon.
¡QuéWat
Welke cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus maravillososMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke, admirablesBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke! ¡QuéWat
Welke
ojosKijkers
Ogen! MañanaMorgen
Ochtend teJe
Jou llevaréIk zal aanhebben
Ik zal berekenen
Ik zal bijeenbrengen
Ik zal brengen
Ik zal dragen
Ik zal in rekening
brengen
Ik zal medebrengen
Ik zal meebrengen
Ik zal meenemen
Ik zal ophebben
Ik zal vervoeren
Ik zal voorhebben
Ik zal wegbrengen de aquíAlhier
Hier, trabajaremosWij zullen bewerken
Wij/we zullen arbeiden
Wij/we zullen bewerken
Wij/we zullen werken, seremosWij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen plaatshebben
Wij/we zullen plaatsvinden
Wij/we zullen zijn
ricosFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende, misMi's
Mijn sueñosDromen
Slapen cobraránZij/ze zullen innen
Zij/ze zullen ontvangen
Zij/ze zullen verdienen vidaHachje
Leven. SerásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke.
SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend que, verásJe zult zien
Jij/je zal bekijken
Jij/je zal kijken
Jij/je zal zien, verásJe zult zien
Jij/je zal bekijken
Jij/je zal kijken
Jij/je zal zien: ¡túGe
Gij
Je
Jij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij amasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van!
IRINA- ¡EstoDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van miMi
Mijn voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin! SeréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn tuJe
Jouw
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, teJe
Jou seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe, sumisaOnderworpen; peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand amorAffectie
Liefde
Min, quéWat
Welke
puedoIk kan
Ik mag hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren. (LloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!.)NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve nuncaNimmer
Nooit en miMi
Mijn vidaHachje
Leven.
OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb soñadoGedroomd
Gemijmerd tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer conDoor
Met
Per
Samen met el amorAffectie
Liefde
Min, haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd que sueño conIk droom over élHem
Hij, díaDag
Etmaal y nocheAvond
Nacht, peroDoch
Echter
Maar miMi
Mijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un pianoKlavier
Piano de muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende
y cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen. (PausaPauze
Rust.) TienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
intranquila.
TUSENBACH- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dormidoGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la nocheAvond
Nacht.
NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand en miMi
Mijn vidaHachje
Leven tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke que puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! asus
A. CHÉJOV
tarmeTar y únicamenteAlleen
Uitsluitend esaDat
Die llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel perdidaGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Schadepost
Verbeurd
Verkwist
Verlies
Verloren
Vermissing
Verspeeld
Vervlogen meMe
Mij desgarraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt vaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheurt
Scheur door!
Scheur vaneen!
Verscheur! el
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel y meMe
Mij impide(Het) verhindert
Belet!
Blokkeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blokkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Verhinder!
Verhoed!
Voorkom! dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen. DimeZeg eens
Zeg me eens algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat. (PausaPauze
Rust.) DimeZeg eens
Zeg me eens
alguna cosaIets
Wat
IRINA- ¿QuéWat
Welke? ¿QuéWat
Welke heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de decirOpgeven
Spreken
Zeggen? ¿QuéWat
Welke?
TUSENBACH- Alguna cosaIets
Wat.
IRINA- ¡BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!! ¡BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!! (PausaPauze
Rust.)
TUSENBACH- QuéWat
Welke niñerías, que pequeñecesKleinheden
Minheden, de
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus niEn niet
Evenmin
Noch másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens, adquierenZij/ze behalen
Zij/ze kopen
Zij/ze kopen aan
Zij/ze krijgen
Zij/ze maken buit
Zij/ze verkrijgen
Zij/ze verwerven significadoBeduid
Betekend
Betekenis
Gestaan voor
Portee
Significantie
Zin.
SiguesJij volgt
Jij/je bewandelt
Jij/je blijft aan
Jij/je gaat door
Jij/je houdt bij
Jij/je vloeit voort
Jij/je volgt
Jij/je volgt op
Jij/je zet voort riéndote deUitlachend ellasHen
Ze
Zij, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, las considerasJij/je beschouwt
Jij/je beschouwt als
Jij/je gaat na
Jij/je houdt rekening met
Jij/je overweegt
pequeñecesKleinheden
Minheden, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch te sientesJij/je gaat zitten
Jij/je neemt plaats
Jij/je voelt je
Jij/je zet
Jij/je zet je lanzadoGebraakt
Gedaan horen
Gegooid
Gekeild
Gelanceerd
Geworpen
Ontketend
Ontkiemd
Overgegeven
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgeschreven
Uitgespeeld
Uitgestoten
Van stapel gelaten lopen
Weggeslingerd
Weggeworpen y
te dasJij/je doet je voor
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft je gewonnen
Jij/je geeft je over
Jij/je groeit
Jij/je komt voor
Jij/je ontstaat cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! detenerteAanhouden
Afhouden
Arresteren
In verzekerde bewaring nemen
Inrekenen
Onthouden
Onttrekken
Ophouden met
Stoppen
Weghouden.
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hablemos deLaten we behandelen
Laten we bepraten
Laten we bespreken
Laten we discuteren
Laten we van gedachten
wisselen
Wij/we behandelen
Wij/we bepraten
Wij/we bespreken
Wij/we discuteren
Wij/we wisselen van gedachten esoDat
Die
Zulks! EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke. Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
como siAlsof por primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt en la vidaHachje
Leven vieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag estosDeze
Dezen
abetosBalsemsparren
Canadabalsems
Sparren
Sparrenbomen
Zilversparren, estosDeze
Dezen arcesAhornen
Ahorns
Esdoorns
Veder-esdoorns
Vederesdoorns, estosDeze
Dezen abedulesBerken
Berkenbomen, y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle meMe
Mij miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
con curiosidadNieuwsgierig y esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!. ¡QuéWat
Welke bellosFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn estosDeze
Dezen árbolesBomen
Masten
y quéWat
Welke hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
hebben
Ik zou verplicht zijn
om te
Ik zou verschuldigd zijn de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn, en esenciaEssence
Essentie
Kern
Wezen
Wezenlijkheid, la
vidaHachje
Leven a suHaar
Hun
Uw
Zijn ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant! (Se oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg gritarBalken
Blaten
Brullen
Gieren
Grommen
Hinniken
Joelen
Loeien
Roepen
Schreeuwen
Uitjouwen: "¡Aú! ¡Hop-hop!") TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
que irmeGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur... MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!, eseDat
Die árbolBoom
Mast se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand secadoAfdrogen
Afgedroogd
Afgeveegd
Afgewist
Afvegen
Afwissen
Drogen
Drooggemaakt
Droogmaken
Gedroogd
Geveegd
Gewist
Uitdrogen
Uitgedroogd
Vegen
Wissen;
sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, cuandoAls
Tijdens
Wanneer haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt vientoWind se balanceaBalanceer!
Doe schommelen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet schommelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hobbelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat balanceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schommelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wipt
Hobbel!
Laat balanceren!
Schommel!
Wieg!
Wiegel!
Wip!, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één. Del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals mueroIk ga dood
Ik overlijd
Ik sterf
Ik verscheid
Ik versmacht,
de una maneraManier
Trant
Wijze uOf otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, seguiréIk zal aanblijven
Ik zal bewandelen
Ik zal bijhouden
Ik zal doorgaan
Ik zal opvolgen
Ik zal volgen
Ik zal voortvloeien
Ik zal voortzetten participandoDeelnemend
Meedoend de la
vidaHachje
Leven. AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief míaVan mij... (LeHaar
Hem
Het
U besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen! las manosDe handen.) TusJe
Jouw
papelesPapieren
Rollen, esosDie que meMe
Mij hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend, los tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast en la mesaLa mesa,
debajoBeneden
Eronder
Onder del calendarioAlmanak
Kalender.
IRINA- IréIk zal gaan
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen contigoBij jou
Met jou.
LAS TRES3
Drie HERMANASZussen
Zusters
TUSENBACH (alarmado)-Gealarmeerd
Op de been gebracht
Schrik aangejaagd
Te wapen geroepen
Verontrust
Verschrikt ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank! (Se alejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich van rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug;
en la avenidaAvenue
Dreef
Laan
Promenade
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelplaats
Wandelweg, se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt.) ¡Irina!
IRINA- ¿QuéWat
Welke?
TUSENBACH (sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te saberKennen
Smaken
Weten quéWat
Welke decir)-Opgeven
Spreken
Zeggen HoyHeden
Vandaag noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis. DiGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg! que meMe
Mij loDe
Hem
Het
U preparenBereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar!
Zij bereiden
Zij/ze bereiden
Zij/ze bereiden toe
Zij/ze bereiden voor
Zij/ze leiden op
Zij/ze maken aan
Zij/ze maken klaar... (Se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug.)
Irina se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt pensativaNadenkend
Nadenkende
Peinzend
Peinzende; luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel y se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft en una mecedoraSchommelstoel. Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
ANDRÉI conDoor
Met
Per
Samen met el cochecito, apareceDaag op!
Draaf op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Kom te voorschijn!
Kom uit!
Verschijn! FERAPONT.
FERAPONT- Andréi Sergueich, estosDeze
Dezen papelesPapieren
Rollen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn míosVan mij, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn oficialesAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële. YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb inventadoBedacht
Bekokstoofd
Uitgedacht
Uitgekiend
Uitgevonden
Verzonnen.
ANDRÉI- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, dóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! miMi
Mijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, dóndeWaar
Waarheen se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen! YoEgo
Ik eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke, ingeniosoAd rem
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Snedig
Snedige
Vernuftig
Vernuftige
Vindingrijk
Vindingrijke, soñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mijmerde
Ik droomde
Ik mijmerde y
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht con eleganciaElegant
Gracieus, el presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen! y el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige meMe
Mij
brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden conDoor
Met
Per
Samen met el resplendor de la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting. ¿Por
quéWat
Welke, apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood empezamosWij beginnen
Wij/we beginnen
Wij/we begonnen
Wij/we braken aan
Wij/we breken aan
Wij/we gaan in
Wij/we gingen in
Wij/we sneden aan
Wij/we snijden aan
Wij/we vangen aan
Wij/we vingen aan a vivirLeven
Wonen, nos volvemosWij/we draaien om
Wij/we draaien rond
Wij/we keren om
Wij/we keren ons om aburridosSaai
Verveeld
Vervelend
Vervelende,
grisesGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze, vulgaresAlledaags
Alledaagse
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Grof
Grove
Ordinair
Ordinaire
Plat
Platte
Vulgair
Vulgaire, perezososLangzaam
Langzame
Lui
Luiaards
Lusteloos
Lusteloze
Traag
Trage, indiferentesLauw
Lauwe
Onverschillig
Onverschillige, inútilesIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze,
desdichados?... NuestraOns
Onze
Van ons ciudadPlaats
Stad existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt doscientos200
Tweehonderd añosJaren, vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen en ellaHaar
Ze
Zij cien100
Honderd mil1000
Duizend habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters,
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen a los
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is habidoGehad
Geweest, niEn niet
Evenmin
Noch en el presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen! niEn niet
Evenmin
Noch en el pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere,
un héroeHeld
Heros, un hombre de cienciaGeleerde
Wetenschapper, un artistaArtiest
Artieste
Kunstenaar
Kunstenares, un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent destacadoBenadrukt
Beroemd
Beroemde
Gedetacheerd
Prominent
Prominente
Scherp gedaan uitkomen
Scherp uitgekomen, que despertaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
Ik maakte wakker
Ik wekte
Ik wekte op
Ik werd wakker la envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst o el
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht ferviente de imitarleImiteren
Nabootsen
Nadoen... SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend comenZij/ze bikken
Zij/ze eten
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gebruiken het middagmaal
Zij/ze lunchen
Zij/ze nuttigen
Zij/ze vreten, bebenZij/ze drinken
Zij/ze gebruiken,
A. CHÉJOV
duermenZij/ze brengen onder narcose
Zij/ze maffen
Zij/ze pitten
Zij/ze slapen
Zij/ze slapen uit, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se muerenZij/ze gaan dood... nacenZij/ze ontluiken
Zij/ze ontstaan
Zij/ze spruiten
Zij/ze worden geboren otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
comenZij/ze bikken
Zij/ze eten
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gebruiken het middagmaal
Zij/ze lunchen
Zij/ze nuttigen
Zij/ze vreten, bebenZij/ze drinken
Zij/ze gebruiken, duermenZij/ze brengen onder narcose
Zij/ze maffen
Zij/ze pitten
Zij/ze slapen
Zij/ze slapen uit; paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entontecer de
aburrimientoVerveling, procuranZij/ze beijveren zich
Zij/ze doen moeite
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen
Zij/ze reiken uit
Zij/ze streven
Zij/ze trachten
Zij/ze verschaffen
Zij/ze verstrekken
Zij/ze zoeken
Zij/ze zorgen dat darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken a la vidaHachje
Leven conDoor
Met
Per
Samen met la
repugnanteWeerzinwekkend
Weerzinwekkende maledicenciaRoddel, el vodkaWodka, las cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten, los
litigios; las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen engañanZij/ze bedotten
Zij/ze bedriegen
Zij/ze beduvelen
Zij/ze leiden om de
tuin
Zij/ze misleiden
Zij/ze nemen beet
Zij/ze smokkelen
Zij/ze verlakken a los maridosEchtgenoten
Gemaals
Gemalen
Manneke
Manneken
Mannen y los maridosEchtgenoten
Gemaals
Gemalen
Manneke
Manneken
Mannen
mientenMaakt u gewag van!
Noemt u!
Vermeldt u!
Zij/ze liegen
Zij/ze maken gewag van
Zij/ze noemen
Zij/ze vermelden, simulandoSimulerend
Veinzend
Voorgevend que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
oyenZij/ze horen
Zij/ze vernemen
Zij/ze verstaan nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!; una putrefactaRot
Rotte influenciaBeïnvloeden
Invloed oprimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kropt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropt
Krop op!
Onderdruk!
Verdring!
Verdruk!
Verkrop! a los
niñosJongens
Kinderen, se extingueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft uit en ellosHen
Ze
Zij la chispaDe vonk divinaGoddelijk
Goddelijke y los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
se convierten enZij/ze worden cadáveresKadavers
Krengen
Lijken tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer lamentablesBetreurenswaardig
Betreurenswaardige,
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer parecidosEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals susHaar
Hun
Uw
Zijn padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders... (A
Ferapont, irritadoAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd.) ¿QuéWat
Welke quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt?
FERAPONT- ¿QuéWat
Welke? Hay queMen moet firmarOnderschrijven
Ondertekenen
Tekenen estosDeze
Dezen papelesPapieren
Rollen.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |