EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
de muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
del juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen
que se
traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
Cassy paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
aterrarAngst inboezemen a Legree y alejarVerwijderen
Verwijderen van
Weghouden van
de élHem
Hij
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de
visitarAfgaan
Bezoeken
Opzoeken
el desvánVliering
Zolder
. AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
se hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
élHem
Hij
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks

que intentarAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, de nocheAvond
Nacht
, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
Cassy
almacenandoBergend
Herbergend
Opslaand
en el desvánVliering
Zolder
provisionesBeschikkingen
Besluiten
Leveringen
Maatregelen
Maatregels
Provianderingen
Provisie
Voorraad
Voorzieningen
Voorzorgen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
una largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde

temporadaJaargetij
Jaargetijde
Seizoen
y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
trasladadoOmgezet
Overgebracht
Overgeplaatst
Verlegd
Verplaatst
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
ropaKleding
Kleren
suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
y de
Emelina. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
loDe
Hem
Het
U
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
, esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
conDoor
Met
Per
Samen met
calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!

una oportunidadGelegenheid
Kans
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llevar aMeenemen naar
Meenemen voor
efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
el planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
de fugaDrijf op de vlucht!
Fuga
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft op de
 vlucht
Lek
que
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
meditadoBedacht
Gemediteerd
Gepeinsd
Gewikt
Gezonnen
Gezonnen op
Nagedacht
Overdacht
.

Llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, el díaDag
Etmaal
de la ejecuciónExecuteren
Executie
Gerechtelijke verkoop
Nakomen
Naleven
Opvoering
Terechtstellen
Terechtstelling
Uitvoeren
Uitvoering
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
Volvoering
del planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
. La nocheAvond
Nacht

se acercabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht
. Legree habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
.
EllaHaar
Ze
Zij
y Emelina, juntasAaneengevoegd
Besturen
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
Vergaderingen
Voegen
Zittingen
en la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
de la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
, estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten

preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend
dos2
Do's
Twee
Tweede
pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
envoltoriosVerpakkingen.

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
haríanZij/ze zouden aanmaken
Zij/ze zouden bedrijven
Zij/ze zouden doen
Zij/ze zouden maken
Zij/ze zouden uitbrengen
Zij/ze zouden uitrichten
Zij/ze zouden uitvoeren
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste

bultoBaal
Bult
Buste
Gedaante
Gestalte
Kist
Kussensloop
Omvang
Opzwelling
Pak
Standbeeld
y nos(Aan) ons
Ons
molestaríanZij/ze zouden belemmeren
Zij/ze zouden ergeren
Zij/ze zouden hinderen
Zij/ze zouden last hebben
 van
Zij/ze zouden lastig vallen
Zij/ze zouden lijden aan
Zij/ze zouden storen
Zij/ze zouden verstoren
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Cassy-. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
listasBanden
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderellen
Cedels
Ceinturen
Ceintuurs
Celen
Deelnemerslijsten
Gerede
Gereed
Keuzelijsten
Klaar
Klare
Lijsten
Loonstaten
Menu's
Presentielijsten
Rap
Rappe
Repen
Rollen
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaarten
Staten
Strepen
Stroken
Tabellen
Vlug
Vlugge
Wapenbalken
y el
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
apremiaBen urgent!
Dring!
Haast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is urgent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet tot haast
 aan
Jacht!
Zet tot haast aan!
, ¡conqueDus ponteDoe aan!
Doe op!
Kleed je aan!
Smeer in!
Smeer!
Stel je aan!
Trek aan!
Word!
el sombreroHoed y en marchaIngeschakeld!

-PeroDoch
Echter
Maar
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
a estasDeze
Dezen
horasTijden
Uren
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
vernosBekijken
Kijken
Zien
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei

Emelina.

-SeguramenteBeslist
Vast
Zeker
que Ja
Jawel
Wel
Zich
, y en miMi
Mijn
planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
que nos(Aan) ons
Ons
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
y
que nos(Aan) ons
Ons
persiganAchtervolgt u!
Jaagt u na!
Vervolgt u!
Zij/ze achtervolgen
Zij/ze jagen na
Zij/ze vervolgen
-leHaar
Hem
Het
U
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Cassy-. El proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project
que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el queDat
Die
Hij die
Wie
voy aIk ga naar decirteOpgeven
Spreken
Zeggen
: saldremosWij/we zullen afrijden
Wij/we zullen buitengaan
Wij/we zullen er mee
 weg komen
Wij/we zullen naar buiten
 gaan
Wij/we zullen op weg
 gaan
Wij/we zullen opstappen
Wij/we zullen starten
Wij/we zullen tijgen
Wij/we zullen uitgaan
Wij/we zullen uitkomen
Wij/we zullen uitlopen
Wij/we zullen uitrijden
Wij/we zullen uitstappen
Wij/we zullen uitstijgen
Wij/we zullen uittreden
Wij/we zullen uitvaren
Wij/we zullen verschijnen
Wij/we zullen vertrekken
Wij/we zullen weggaan
Wij/we zullen wegrijden
por la puertaDeur
Poort
Portier
falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
y nos(Aan) ons
Ons

dirigiremosWij/we zullen adresseren
Wij/we zullen besturen
Wij/we zullen chaufferen
Wij/we zullen dirigeren
Wij/we zullen mennen
Wij/we zullen richten
Wij/we zullen rijden
Wij/we zullen sturen
Wij/we zullen vervoeren
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
los bohíos. Sambo y Quimbo hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de
vernosBekijken
Kijken
Zien
y seguirnosAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
, y entoncesDan
Dus
Toen
nos(Aan) ons
Ons
entraremosWij/we zullen binnengaan
Wij/we zullen binnenkomen
Wij/we zullen binnenlopen
Wij/we zullen binnenrijden
Wij/we zullen ingaan
Wij/we zullen inkomen
Wij/we zullen inrijden
Wij/we zullen naar binnen
 gaan
a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
correrHardlopen
Hollen
Racen
Rennen
Snellen
Sprinten
Stromen

en la ciénaga. EntoncesDan
Dus
Toen
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
darnosAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
, necesitaránZij/ze zullen behoeven
Zij/ze zullen hoeven
Zij/ze zullen nodig hebben
Zij/ze zullen toe zijn
 aan
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken

atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
soltarLoslaten
Losmaken
los perrosHonden
Rekels
Reuen
y darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
 been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!
y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
a
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
en movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
. AprovecharemosWij/we zullen baten
Wij/we zullen benutten
Wij/we zullen gebruik maken
Wij/we zullen gebruik maken
 van
Wij/we zullen gebruiken
Wij/we zullen helpen
Wij/we zullen profiteren
Wij/we zullen van nut
 zijn
eseDat
Die

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken
alNaar de
Naar het
arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering
que pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
por detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
y
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
nuestroOns
Onze
Van ons
punto de partidaAanknopingspunt
Beginpunt
Uitgangspunt
marchandoLopend
Marcherend
por el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve

cauceBedding
Rivierbedding
Stroombed
Stroombedding
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
los perrosHonden
Rekels
Reuen
perderánZij/ze zullen kwijtraken
Zij/ze zullen mislopen
Zij/ze zullen missen
Zij/ze zullen opgeven
Zij/ze zullen verbeuren
Zij/ze zullen verkwisten
Zij/ze zullen verliezen
Zij/ze zullen verspelen
nuestroOns
Onze
Van ons
rastroOverblijfsel
Rommelmarkt
Spoor
Vlooienmarkt
. Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer

que hayamosLaten we hebben
Laten we zijn
Wij/we hebben
Wij/we zijn
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
la puertaDeur
Poort
Portier
falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin

salimosWij/we gaan buiten
Wij/we gaan naar buiten
Wij/we gaan op weg
Wij/we gaan uit
Wij/we gaan weg
Wij/we gingen buiten
Wij/we gingen naar buiten
Wij/we gingen op weg
Wij/we gingen uit
Wij/we gingen weg
Wij/we komen er mee
 weg
Wij/we komen uit
Wij/we kwamen er mee
 weg
Wij/we kwamen uit
Wij/we liepen uit
Wij/we lopen uit
Wij/we reden af
Wij/we reden uit
Wij/we reden weg
Wij/we rijden af
Wij/we rijden uit
Wij/we rijden weg
Wij/we stappen op
Wij/we stappen uit
Wij/we stapten op
Wij/we stapten uit
Wij/we starten
Wij/we startten
Wij/we stegen uit
Wij/we stijgen uit
Wij/we tijgen
Wij/we togen
Wij/we traden uit
Wij/we treden uit
Wij/we varen uit
Wij/we verschenen
Wij/we verschijnen
Wij/we vertrekken
Wij/we vertrokken
Wij/we voeren uit
, entraremosWij/we zullen binnengaan
Wij/we zullen binnenkomen
Wij/we zullen binnenlopen
Wij/we zullen binnenrijden
Wij/we zullen ingaan
Wij/we zullen inkomen
Wij/we zullen inrijden
Wij/we zullen naar binnen
 gaan
en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
en eseDat
Die

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, y nos refugiaremos enWij/we zullen de wijk
 nemen naar
Wij/we zullen een toevlucht
 zoeken in
el desvánVliering
Zolder
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
loDe
Hem
Het
U
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
para queOpdat
Zodat
podamosLaten we kunnen
Laten we mogen
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien
vivirLeven
Wonen
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
una temporadaJaargetij
Jaargetijde
Seizoen
.
Legree habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
de revolverOmroeren
Roeren
cieloHemel
Lucht
y tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
buscarnosAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se leHaar
Hem
Het
U
huyaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Ik loop weg
Ik ontsnap
Ik vlucht
Loopt u weg!
Ontsnapt u!
Vlucht u!
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
; dispondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beschikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beschikken over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal disponeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal klaarmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rangschikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voltooien
una
partidaAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan
en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
, a la cualWaaraan convidará a los vecinosAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buren
Buurlieden
Buurlui
Buurmannen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburen
Naburig
Naburige
de las
inmediaciones; registraránZij/ze zullen aantekenen
Zij/ze zullen afzoeken
Zij/ze zullen boeken
Zij/ze zullen doorzoeken
Zij/ze zullen fouilleren
Zij/ze zullen opschrijven
Zij/ze zullen registreren
Zij/ze zullen vastleggen
la ciénaga y entretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
nosotrasOns
We
Wij
,
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
tranquilasBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
, en el desvánVliering
Zolder
, esperaremosWij/we zullen afwachten
Wij/we zullen bedacht zijn
 op
Wij/we zullen hopen
Wij/we zullen te wachten
 staan
Wij/we zullen verwachten
Wij/we zullen vooruitzien
Wij/we zullen voorzien
Wij/we zullen wachten
Wij/we zullen wachten op
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
propicia
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
escaparnosOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
alNaar de
Naar het
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
renunciadoAfgezien
Afstand gedaan van
Opgegeven
Uitgevallen

a buscarnosAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

SalieronEr kwamen tevoorschijn
Zij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
las fugitivasHaastig voorbijgaand
Voortvluchtig
Voortvluchtige
por la puertaDeur
Poort
Portier
falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
la nocheAvond
Nacht
iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
echándoseAlles in de war
 sturend
Beginnend
Broeds wordend
Gaand liggen
Nemend
Springend
Weddend
Wedijverend
Zich door zijn toorn
 latend meeslepen
Zich stortend
Zich werpend
Zich wijdend
encimaBovendien
Er bovenop
.

Antes deAlvorens te
Voor
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a los bohíos, torcieronZij/ze sloegen af
Zij/ze twijnden
Zij/ze verbogen
Zij/ze verdraaiden
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwrongen
Zij/ze wrongen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.
dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend
la ciénaga, que por aquellaDat
Die
Diegene
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
distaba
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
de los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden
cultivadosAangekweekt
Aangeplant
Bebouwd
Beschaafd
Bewerkt
Gekweekt
Geteeld
Verbouwd
; peroDoch
Echter
Maar
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven

a susHaar
Hun
Uw
Zijn
linderos cuandoAls
Tijdens
Wanneer
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Cassy habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
previstoBedacht geweest op
Gegist
Verwacht
Vooruitgezien
Voorzien
Voorziene
, oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden

una vozInspraak
Stem
Stemgeluid
a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
que lesHen
Hun
U
mandabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
Ik beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel
detenerseAfslaan
Blijven staan
Halt houden
Stilhouden
Stilstaan
Stoppen
.

EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
Legree, que, viniendoKomend
Meekomend
de regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
, las
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
columbradoVermoed desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
espoleadoAangespoord
De sporen gegeven
Geprikkeld
suHaar
Hun
Uw
Zijn
caballoKnol
Paard
Ros

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
alcanzarlasAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
, lanzandoBrakend
Doend horen
Gooiend
Keilend
Lancerend
Ontketenend
Ontkiemend
Overgevend
Uitkomend
Uitlopend
Uitschrijvend
Uitspelend
Uitstotend
Van stapel latend lopen
Wegslingerend
Wegwerpend
Werpend
imprecacionesVerwensingen y juramentosVloeken.

Emelina, de condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
enérgicaEnergiek
Energieke
que Cassy, se
sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
desfallecerBezwijken y soltándole el brazoArm, leHaar
Hem
Het
U
dijo:

-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, Cassy; yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
! ¡Voy aIk ga naar desmayarme!

-De moed verliezen
Een flauwte doen krijgen
In zwijm doen vallen
Versagen
¡ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
vacilesJij/je aarzelt
Jij/je dubt
Jij/je schoorvoet
Jij/je schroomt
Jij/je waggelt
Jij/je wankelt
Jij/je weifelt
Jij/je wiebelt
Jij/je zwicht
aquíAlhier
Hier
teJe
Jou
matoIk breng om
Ik dood
Ik maak dood
Ik slacht
Ik slacht af
! -leHaar
Hem
Het
U
replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Cassy, sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend

un puñalDolk que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
escondidoEscondido
Ontveinsd
Verborgen
Verheeld
Verscholen
Verstopt
y haciéndoloErin makend brillarBlinken
Glanzen
Glimmen
Schijnen
Schitteren
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
susHaar
Hun
Uw
Zijn

ojosKijkers
Ogen
.

EsaDat
Die
amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
surtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tevoorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag van voorraden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze welde op
efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
, y las fugitivasHaastig voorbijgaand
Voortvluchtig
Voortvluchtige
lograronZij/ze behaalden
Zij/ze bereikten
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen door
Zij/ze reikten tot
Zij/ze slaagden
Zij/ze slaagden erin
Zij/ze slaagden in
Zij/ze slaagden voor
Zij/ze speelden klaar
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven

a la ciénaga, internarseBinnendringen en ellaHaar
Ze
Zij
y esconderseBesloten liggen
Onderduiken
Zich verbergen
Zich verscholen houden
en los juncales
antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
Legree pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
impedirlo.

-Beletten
Blokkeren
Verhinderen
Verhoeden
Voorkomen
¡BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-. ¡EstánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
en la ratoneraRattenval y de ahíVandaar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se meMe
Mij

escapanZij/ze ontgaan
Zij/ze ontkomen
Zij/ze ontsnappen
! ¡Bribonas! ¡Se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
de acordarAccorderen
Goedvinden
Herinneren aan
Het eens zijn
Overeenkomen
Stemmen
Toegeven
Toestemmen
Verzoenen
de Me
Mij
! ... ¡Hao! ¡AcáAlhier
Daar
Hier
!,
¡Sambo, Quimbo, todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
a grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
,
dirigiéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
Zich richtend tot
alNaar de
Naar het
galopeGalop
Galoppeert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze galoppeert
Ik galoppeer
a los bohíos, adondeWaar
Waarheen
llegabanZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
en aquelDat
Die

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
todos losAlle esclavosSlaven de la dotaciónBegiftigen
Meegeven
de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
del trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
-.
HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dos2
Do's
Twee
Tweede
fugadosOp de vlucht gedreven en el pantanoBroek
Drasland
Moer
Moeras
y prometoIk beloof
Ik loof uit
Ik verzeg
Ik zeg toe
cinco5
Vijf
dólaresDollars
de gratificación alNaar de
Naar het
que lesHen
Hun
U
echeBegint u handel te
 drijven met!
Gooi
Gooit u erop!
Gooit u!
Heeft u aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
 deur
Ik begin handel te
 drijven met
Ik gooi
Ik gooi erop
Ik heb aandeel in
Ik jaag weg
Ik keil
Ik kondig aan
Ik krijg
Ik laat aan het
 lot over
Ik leg op
Ik maak bekend
Ik maak vast
Ik neem
Ik schat
Ik schenk in
Ik sla uit
Ik smijt
Ik speel een partijtje
Ik speel uit
Ik spreek uit
Ik stort
Ik strooi
Ik stuur weg
Ik tank
Ik treed op in
Ik uit
Ik voeg toe
Ik voer op
Ik wed
Ik wedijver
Ik werp
Ik zeg
Ik zend weg
Ik zet buiten de
 deur
Jaagt u weg!
Keilt u!
Kondigt u aan!
Krijgt u!
Laat u aan het
 lot over!
Legt u op!
Maakt u bekend!
Maakt u vast!
Neemt u!
Schat u!
Schenkt u in!
Slaat u uit!
Smijt u!
Speelt u een partijtje!
Speelt u uit!
Spreekt u uit!
Stort u!
Strooit u!
Stuurt u weg!
Tankt u!
Treedt u op in!
Uit u!
Voegt u toe!
Voert u op!
Wedijvert u!
Wedt u!
Werpt u!
Zegt u!
Zendt u weg!
Zet u buiten de
 deur!
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
. ¡AcáAlhier
Daar
Hier
los perrosHonden
Rekels
Reuen
!
¡SoltadLaat los!
Maak los!
a "TigreOcelot
Tijger
', a "FuriaFurie
Wraakgodin
" y a los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
!

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

La animaciónAanmoedigen
Aanmoediging
Aanporren
Aansporen
Aanvuren
Aanwakkeren
Aanzetten
Bemoedigen
Bemoediging
Drukte
Levendigheid
Opleven
Prikkelen
Stimuleren
Verlevendigen
que siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
a estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was

extraordinariaBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon
. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
esclavosSlaven acudieronZij/ze gingen af op
Zij/ze gingen naar
Zij/ze kwamen af op
Zij/ze liepen toe
Zij/ze schoten toe
Zij/ze snelden toe
apresuradamente a
ofrecerseAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
, acicateados por el premioBeloning
Ik bekroon
Ik ken een prijs
 toe
Premie
Prijs
; otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
corríanZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten
en buscaOp zoek
de teas paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
alumbrarseAangeschoten raken
Licht in het hoofd
 raken
en las espesurasDikten
Diktes
de la ciénaga; otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één

soltaronZij/ze lieten los
Zij/ze maakten los
los perrosHonden
Rekels
Reuen
, cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
ayudabanZij/ze baatten
Zij/ze hielpen
Zij/ze stonden bij
Zij/ze stonden ter zijde
a
aumentarAangroeien
Aanwakkeren
Doen toenemen
Groeien
Sterker worden
Stijgen
Toenemen
Vergroten
Verhogen
Vermeerderen
la algazara.

ConDoor
Met
Per
Samen met
gritería salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
, acompañadaBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
de ferocesGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed
y
destemplados ladridos, y alNaar de
Naar het
fulgorFlikkering
Glans
Schittering
de las teas de resinaHars, se
precipitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed neerslaan aquellaDat
Die
Diegene
turbaBreng van zijn stuk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt van zijn
 stuk
Turf
en desenfrenadaBandeloos
Bandeloze
Ongebreideld
Ongebreidelde
Ongeremd
Ongeremde
Teugelloos
Teugelloze
Tomeloos
Tomeloze
carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la
ciénaga, seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
a cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie!
distanciaAfstand
Eind
End
por los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
de la
viviendaWoning. QuedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
y los bohíos
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
desiertosEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernissen
Woestenijen
Woestijnen
, mientrasTerwijl Cassy y Emelina se
deslizabanZij/ze schoven door por el cauceBedding
Rivierbedding
Stroombed
Stroombedding
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
del arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la traseraAchter- de
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
y llegadasAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomsten
Doorgebracht
Einden
Eindes
Gearriveerd
Verdreven
a la puertaDeur
Poort
Portier
falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
,
entrabanZij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar binnen
Zij/ze kwamen binnen
Zij/ze kwamen in
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze reden binnen
Zij/ze reden in
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
en ella.

-Haar
Ze
Zij
¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
la caceríaJachtpartij! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Emelina-. ¡EscondámonosLaten we besloten liggen
Laten we onderduiken
Laten we zich verbergen
Laten we zich verscholen
 houden

prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, por DiosGod
Godheid
!

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid
-leHaar
Hem
Het
U
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Cassy-; estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
entretenidosAardig
Aardige
Geamuseerd
Onderhouden
Opgevrolijkt
Vermaakt

todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
conDoor
Met
Per
Samen met
la fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
que lesHen
Hun
U
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
proporcionadoAfgemeten
Afgewogen
Bezorgd
Evenredig gemaakt
Gefourneerd
In orde gebracht
Verschaft
y
podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
tornarIn de oorspronkelijke staat
 terugbrengen
Teruggaan
Teruggeven
Terugkeren
Terugzenden
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
conDoor
Met
Per
Samen met
calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
. EntretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
-añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe

sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend
una llavecita-, hagámonosLaten we raken
Laten we worden
conDoor
Met
Per
Samen met
fondosAchtergronden
Bodems
Diepten
Dieptes
Fonds
Fondsen
Gronden
Kapitaal
Kapitalen
Kernen
Ondergronden
Onderrokken
Voedingsbodems
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
gastosKosten
Onkosten
Uitgaven
de
viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
.

Cassy abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
el escritorioBureau
Schrijfbureau
Schrijftafel
y sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
de élHem
Hij
un fajoBos
Bundel
Wis
de billetesBiljetten
Kaartjes
Tickets
Vervoersbewijzen
,
que contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde
rápidamente.

-Ras
Schielijk
Snel
Vlug
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
ustedGij
U
esoDat
Die
Zulks
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Emelina.

-¿Y por quéWaarom? -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Cassy-. ¿PreferiríasJij/je zou de voorkeur
 geven aan
Jij/je zou liever doen
Jij/je zou liever willen
Jij/je zou prefereren
Jij/je zou verkiezen
Jij/je zou voorkeur geven
 aan
Jij/je zou voortrekken
que nos(Aan) ons
Ons

muriésemos deWij/we stierven aan hambreHonger en los pantanosBroeken
Draslanden
Moerassen
Moeren
a tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
lo queDat wat
Wat
nece

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

sitamos paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a los EstadosBorderellen
Constellaties
Gelegen
Gesteldheden
Geweest
Gezeten
Lijsten
Loonstaten
Rijken
Situaties
Situatiën
Standen
Staten
Tabellen
Toestanden
Zich bevonden
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
? El dineroGeld
Poen
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U


puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
, muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
.

Y se guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over
en el senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
los billetesBiljetten
Kaartjes
Tickets
Vervoersbewijzen
de Banco.

-Bank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank
¡Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
robarBeroven
Bestelen
Buitmaken
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
Zich vergrijpen aan
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Emelina en vozInspraak
Stem
Stemgeluid
bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
, conDoor
Met
Per
Samen met
una especieAangelegenheid
Soort

de angustia.

-Angst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst
¡RobarBeroven
Bestelen
Buitmaken
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
Zich vergrijpen aan
! -repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
Cassy conDoor
Met
Per
Samen met
risaGelach
Lach
Lachen
desdeñosa-. Los queWie
Zij die

robanZij/ze beroven
Zij/ze bestelen
Zij/ze maken buit
Zij/ze plunderen
Zij/ze roven
Zij/ze stelen
Zij/ze stropen
Zij/ze vergrijpen zich aan
los cuerposCorpora
Corpsen
Korpsen
Legerkorpsen
Lichamen
Lijven
y las almasGeesten
Gemoederen
Zielen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
echarnosAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
en caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
.
Cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
de estosDeze
Dezen
billetesBiljetten
Kaartjes
Tickets
Vervoersbewijzen
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
robadoBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan
a criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels

infelicesOngelukkig
Ongelukkige
, muertasAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht
de hambreHonger y de fatigasJij/je beult af
Jij/je jakkert af
Kortademigheden
Vermoeidheden
Vermoeienissen
. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de
atreverseBestaan
Brutaal worden
Durven
Onbeschaamd worden
Wagen
élHem
Hij
a hablarmeConverseren
Praten
Spreken
de roboBeroven
Bestelen
Buitmaken
Diefstal
Ik beroof
Ik besteel
Ik maak buit
Ik plunder
Ik roof
Ik steel
Ik stroop
Ik vergrijp me aan
Ontvreemding
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
? PeroDoch
Echter
Maar
, venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
; mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
que
subamosLaten we beklimmen
Laten we bestijgen
Laten we in de
 trein stappen
Laten we instappen
Laten we klimmen
Laten we naar boven
 brengen
Laten we naar boven
 dragen
Laten we naar boven
 gaan
Laten we omhoog gaan
Laten we opgaan
Laten we opkomen
Laten we opstaan
Laten we rijzen
Laten we stijgen
Laten we verrijzen
Laten we wassen
Wij/we beklimmen
Wij/we bestijgen
Wij/we brengen naar boven
Wij/we dragen naar boven
Wij/we gaan naar boven
Wij/we gaan omhoog
Wij/we gaan op
Wij/we klimmen
Wij/we komen op
Wij/we rijzen
Wij/we staan op
Wij/we stappen in
Wij/we stappen in de
 trein
Wij/we stijgen
Wij/we verrijzen
Wij/we wassen
alNaar de
Naar het
desvánVliering
Zolder
; allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte

de velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen
y variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
librosBoeken paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
. PuedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten

seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
irán aZij/ze zullen gaan naar buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
. AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se lesHen
Hun
U

ocurriera(Het) gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen
, simularíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou simuleren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou veinzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorgeven
Ik zou simuleren
Ik zou veinzen
Ik zou voorgeven
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
un duendeAardmannetje
Geest
Kabouter
Kobold
Magische aantrekkingskracht
Trol
.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
Emelina entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
en el desvánVliering
Zolder
, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
una enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische

arcaArk
Kist
Schrijn
vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
tendidaGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
de manera queZó dat la aberturaBeginnen
Gaping
Graveren
Opendoen
Openen
Opening
Openmaken
caíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
Ik geraakte
Ik liet vallen
Ik verschoot
Ik verviel
Ik viel
Ik viel af
Ik viel neer
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la
paredMuur
Wand
. Cassy encendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed het licht
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ontbranden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak het licht
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
una lamparilla y se colocaronZij/ze trokken aan en ellaHaar
Ze
Zij
,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
Cassy habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
guardadoBehoed
Bewaakt
Bewaard
De wacht gehad
Gehoed
Gelet op
Gepast op
Gewaakt over
Opgeborgen
dos2
Do's
Twee
Tweede
colchonesMatrassen y algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige

almohadasHoofdkussens
Kussens
Oorkussens
. En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
cajónBak
Grote lade
Kist
Lade
Schrijn
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
se encerrabanZij/ze sloten op
Zij/ze zetten vast
velasJij/je omsluiert
Jij/je sluiert
Jij/je waakt
Kaarsen
Zeilen
,
provisionesBeschikkingen
Besluiten
Leveringen
Maatregelen
Maatregels
Provianderingen
Provisie
Voorraad
Voorzieningen
Voorzorgen
de bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
y todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la ropaKleding
Kleren
necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
un viaje.

-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
¡Y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
colgandoHangend
Ophangend
Opknopend
la lamparilla en un ganchoHaak-.
EstaDeze
Dit
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
nuestraOns
Onze
Van ons
moradaPaars
Paarse
Pimpelpaars
Pimpelpaarse
Violet
Violetkleurig
Violetkleurige
Violette
. ¿QuéWat
Welke
teJe
Jou
parece?

-(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
¿EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
ustedGij
U
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vendránZij/ze zullen komen
Zij/ze zullen meekomen
aquí?.

-Alhier
Hier
¡QuisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
verBekijken
Kijken
Zien
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
a SimónHuurrijtuig
Simon
Vigilante
Legree! -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
Cassy-.
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
! ¡CuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
de aquíAlhier
Hier
se creeráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal denken dat
 ze zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

dichoso! ¡Los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
, por suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, preferiríanZij/ze zouden de voorkeur
 geven aan
Zij/ze zouden liever doen
Zij/ze zouden liever willen
Zij/ze zouden prefereren
Zij/ze zouden verkiezen
Zij/ze zouden voorkeur geven
 aan
Zij/ze zouden voortrekken
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
fusiladosDoodgeschoten
Gefusilleerd

que entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
aquíAlhier
Hier
!

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

AlgoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
tranquilizadaBedaard
Gekalmeerd
Gerust gesteld
Gestild
, Emelina se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
 iets
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
sobre unaOp een
almohada.

-Hoofdkussen
Kussen
Oorkussen
¿QuéWat
Welke
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
ustedGij
U
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
amenazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigde
conDoor
Met
Per
Samen met

matarmeAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
?

-QuiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
impedirBeletten
Blokkeren
Verhinderen
Verhoeden
Voorkomen
que te desmayasesJij/je bezwijmde
Jij/je raakte bewusteloos
Jij/je viel flauw
Jij/je viel in zwijm
y loDe
Hem
Het
U
conseguíIk behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
,
Emelina, es precisoHet is nodig mostrarseZich laten zien
Zich vertonen
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
aflojarBetalen
Losdraaien
Minder worden
Slap maken
Verslappen
Verslappen in ijver
Verzwakken
, sucedaErft u van!
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Ik erf van
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom af
Ik overkom
Ik stam af
Ik val voor
Ik volg op
Komt u af!
Overkomt u!
Stamt u af!
Valt u voor!
Volgt u op!

lo queDat wat
Wat
sucedaErft u van!
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Ik erf van
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom af
Ik overkom
Ik stam af
Ik val voor
Ik volg op
Komt u af!
Overkomt u!
Stamt u af!
Valt u voor!
Volgt u op!
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
conDoor
Met
Per
Samen met
los desmayosDuizeligheden
Flauwten
Flauwtes
Treurwilgen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit
. ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

teJe
Jou
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
estaríamosWij/we zouden liggen
Wij/we zouden ons bevinden
Wij/we zouden zijn
Wij/we zouden zitten
en manosHanden de eseDie z'n
Diens
Van die

miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
!

Emelina se estremecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg plotseling een
 schok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
.

AmbasBeide quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
silenciosasGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende
por un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
. Cassy
tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
un libroBoek
Ik bevrijd
francésFrans
Franse
Franse taal
Fransman
. Emelina, vencidaBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen
por el cansancioVermoeidheid, se
adormecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in slaap
 vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaap
. De repenteIneens
Opeens
Plotseling
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
despertadaGewekt
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
por clamoresGeschreeuwen, gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
,
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
y ladridos de perrosHonden
Rekels
Reuen
. Estremeciose
involuntariamenteOnvrijwillig y lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
un gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw
ahogado.

-Gesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstelling
Verdronken
Verkropt
Verstikt
¡Es queDat komt omdat
Want
vuelveDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk!
la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Cassy conDoor
Met
Per
Samen met
sangre fría-Flegma.
¡NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
debemosWij moeten
Wij/we behoren te
Wij/we dienen
Wij/we hebben te danken
Wij/we horen
Wij/we moeten
Wij/we staan in de
 schuld
Wij/we zijn schuldig
Wij/we zijn verplicht om
 te
Wij/we zijn verschuldigd
temerBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen
! MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
por eseDat
Die
agujeroGat
Oog
. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
los vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
alláDaar
abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
? SimónHuurrijtuig
Simon
Vigilante
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
renunciado aAfgestapt van
Afgezien van
la persecuciónAchtervolgen
Achtervolging
Najagen
Vervolgen
Vervolging
por estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
;
¡miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
de barroDrek
Ik bezem
Ik veeg
Ik veeg aan
Ik veeg op
Ik veeg schoon
Klei
Mee-eter
Modder
Puistje
Slib
Slijk
Slik
el caballoKnol
Paard
Ros
y quéWat
Welke
cansadosAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld

estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
los perrosHonden
Rekels
Reuen
! ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡MiMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
ustedGij
U

proseguirDoorgaan la partidaAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan
cuantasHoeveel ook
Van allen
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
, peroDoch
Echter
Maar
la cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand

escapado!

-Ontgaan
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapt
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hableConverseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Ik converseer
Ik praat
Ik spreek
Praat u!
Spreekt u!
ustedGij
U
, por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Emelina-. ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
nos(Aan) ons
Ons

oyera!

-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
oyenZij/ze horen
Zij/ze vernemen
Zij/ze verstaan
alguna cosaIets
Wat
tendránZij/ze zullen bijhouden
Zij/ze zullen erop nahouden
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen houden
Zij/ze zullen vasthouden
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint
de subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen

aquíAlhier
Hier
! -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Cassy-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
; podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
que queramosLaten we beminnen
Laten we houden van
Laten we liefhebben
Laten we willen
Wij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen
.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

PocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
minutosMinuten despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
la nocheAvond
Nacht
tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
sobre laOp de
Op het
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
suHaar
Hun
Uw
Zijn

mantoDeken
Jas
Mantel
Manto
de silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
. Legree, maldiciendoVervloekend suHaar
Hun
Uw
Zijn
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
y
prometiéndose la venganzaWraak paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el díaDag
Etmaal
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
, se acostóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich ter
 ruste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar bed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging slapen
.

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

CAPITULOIk capituleer
Ik geef me over
4040
Veertig


EL MARTIR

LA fugaDrijf op de vlucht!
Fuga
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft op de
 vlucht
Lek
de Cassy y Emelina llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
la irritaciónIrritatie de Legree
a los mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen
extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
de violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
, y suHaar
Hun
Uw
Zijn
furiaFurie
Wraakgodin
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
a
descargarseAfladen
Afreageren
Afschieten
Afschrijven
Downloaden
Lossen
Ontladen
Ontschepen
Uitladen
sobre laOp de
Op het
indefensaWeerloos
Weerloze
cabezaHoofd
Kop
Krop
de Tom.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
inadvertidaOnopgemerkt
Onopgemerkte
la satisfacciónBevrediging
Genoegdoening
conDoor
Met
Per
Samen met
que
Tom se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
enteradoAangekondigd
In kennis gesteld
Medegedeeld
Meegedeeld
Vernomen
Verwittigd
de la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de la fugaDrijf op de vlucht!
Fuga
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft op de
 vlucht
Lek
, niEn niet
Evenmin
Noch
dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
verBekijken
Kijken
Zien

que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
evitadoGemeden
Ontweken
Uit de weg gegaan
Vermeden
Voorkomen
tomar parteDeelnemen en la batidaDoorgeroerd
Drijfjacht
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjacht
Omgeroerd
.

Legree, alNaar de
Naar het
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
burladoBedrogen
Gefopt
Teleurgesteld
Verschalkt
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
caceríaJachtpartij nocturnaNacht-
Nachtactief
Nachtactieve
Nachtelijk
Nachtelijke
, sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar

avivarseAanwakkeren en suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el odioHaat
Ik haat
que sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
esclavo.

-Slaaf
¡LoDe
Hem
Het
U
aborrezcoIk haat
Ik heb een afkeer
 van
Ik heb een afschuw
 van
Ik heb een hekel
 aan
Ik heb een weerzin
 tegen
Ik minacht
Ik verafschuw
Ik verfoei
Ik versmaad
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Legree aquellaDat
Die
Diegene
nocheAvond
Nacht
, sentándoseGaand zitten
Plaatsnemend
Zettend
Zich zettend

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
-. ¡LoDe
Hem
Het
U
aborrezcoIk haat
Ik heb een afkeer
 van
Ik heb een afschuw
 van
Ik heb een hekel
 aan
Ik heb een weerzin
 tegen
Ik minacht
Ik verafschuw
Ik verfoei
Ik versmaad
! ¿Y acasoToeval
Toevalligheid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed

míaVan mij? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
con élDaarmee lo queDat wat
Wat
me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta
la gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
? ¿QuiénWie
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
impedírmeloBeletten
Blokkeren
Verhinderen
Verhoeden
Voorkomen
?

Y agitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruide op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond op
suHaar
Hun
Uw
Zijn
puñoKnuist
Manchet
Vuist
cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende
como siAlsof hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle

romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken
un objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp
invisibleOnzichtbaar
Onzichtbare
.

PeroDoch
Echter
Maar
Tom eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un esclavoSlaaf fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe
y de granGroot
Grote
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
; y a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots

que Legree leHaar
Hem
Het
U
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
un odioHaat
Ik haat
violentoAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Ik doe geweld aan
Ik forceer
Ik rand aan
Ik verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
, esaDat
Die
consideraciónBeraad
Beschouwen
Nagaan
Overwegen
Overweging
loDe
Hem
Het
U

contenía(Het) bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervatte
Ik bedwong
Ik behelsde
Ik beteugelde
Ik betoomde
Ik bevatte
Ik hield
Ik hield af
Ik hield in
Ik hield in toom
Ik hield weg
Ik impliceerde
Ik onthield
Ik onttrok
Ik toomde in
Ik vervatte
.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

A la mañanaMorgen
Ochtend
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
resolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste op reprimirseBedwingen
Beteugelen
Betomen
In toom houden
Intomen
Onderdrukken
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
y juntarAaneenvoegen
Bijeenbrengen
Bijeenvoegen
Ineenzetten
Samenbrengen
Samenstellen
Samenvoegen
Verenigen

algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
vecinosAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buren
Buurlieden
Buurlui
Buurmannen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburen
Naburig
Naburige
conDoor
Met
Per
Samen met
fusilesGeweren
Jij/je fusilleert
Jij/je schiet dood
y perrosHonden
Rekels
Reuen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cercar los pantanosBroeken
Draslanden
Moerassen
Moeren

Y estrecharReiken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
el círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje
que rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde
a las fugitivasHaastig voorbijgaand
Voortvluchtig
Voortvluchtige
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

conseguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond
favorableBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde
, pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken

en talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, obligaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dwingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou forceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou noodzaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opdringen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplichten
Ik zou dwingen
Ik zou forceren
Ik zou noodzaken
Ik zou opdringen
Ik zou verplichten
a Tom a comparecerVerschijnen anteSuède
Ten overstaan van
Voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn

presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
. A talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
rechinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knarste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze piepte
los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes
y sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar

hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
por susHaar
Hun
Uw
Zijn
venasAderen
Aders
Geestdriften
Nerven
Pittigheden
Sappigheden
Spirits
Vlammen
Vuren
. LoDe
Hem
Het
U
haríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Ik zou aanmaken
Ik zou bedrijven
Ik zou doen
Ik zou maken
Ik zou uitbrengen
Ik zou uitrichten
Ik zou uitvoeren
cederAfstaan
Toegeven
Wijken
por medio deDoor
Met
Per

susHaar
Hun
Uw
Zijn
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
o bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
... CiertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
una palabraBewoording
Woord

horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
a la cualWaaraan dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
suHaar
Hun
Uw
Zijn
asentimientoGoedkeuring
Instemming
Toestemming
el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
de Legree.

-La caceríaJachtpartij va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar repetirseDoornemen
Herhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen
hoyHeden
Vandaag
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Cassy al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
.
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
conDoor
Met
Per
Samen met
Emelina, mientrasTerwijl atisbabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begluurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op de
 uitkijk
Ik begluurde
Ik bespiedde
Ik bespioneerde
Ik stond op de
 uitkijk
por una rendijaSpleet de
la ventanaRaam
Venster
.

Cassy, conDoor
Met
Per
Samen met
el oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
pegadoAangebakken
Aangezet
Afgeranseld
Afgetuigd
Gebeukt
Gehecht
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gelijmd
Gemept
Geplakt
Geslagen
Vastgenaaid
Vastgeplakt
a dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
rendijaSpleet, oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
las
conversacionesConversaties
Gesprekken
de aquellaDat
Die
Diegene
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
.

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fuera porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Ik ging halen
Ik haalde
tiJe
Jou
, criaturaCreatuur
Schepsel
-siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
Cassy-, haríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Ik zou aanmaken
Ik zou bedrijven
Ik zou doen
Ik zou maken
Ik zou uitbrengen
Ik zou uitrichten
Ik zou uitvoeren

caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
a esaDat
Die
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
y estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten
agradecidaBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad
alNaar de
Naar het
que meMe
Mij
mataraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
Ik bracht om
Ik doodde
Ik maakte dood
Ik slachtte
Ik slachtte af
de un
tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, ¿paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
yoEgo
Ik
la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
? ¿Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
acasoToeval
Toevalligheid

devolvermeHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven
miMi
Mijn
hermanita, o volvermeDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
lo queDat wat
Wat
era?

-Deel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Cassy! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
nos(Aan) ons
Ons
permiteBelet niet!
Gedoog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!
alcanzarAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
la
libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
, quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
leHaar
Hem
Het
U
devuelvaBezorgt u terug!
Brengt u terug!
Geeft u terug!
Geeft u weer!
Hergeeft u!
Heruitzendt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hergeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heruitzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reproduceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze retourneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terug
Ik bezorg terug
Ik breng terug
Ik geef terug
Ik geef weer
Ik hergeef
Ik heruitzend
Ik reproduceer
Ik retourneer
Ik stuur terug
Ik vergeld
Ik wijs terug
Reproduceert u!
Retourneert u!
Stuurt u terug!
Vergeldt u!
Wijst u terug!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanaZus
Zuster
; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se la devuelveBezorg terug!
Breng terug!
Geef terug!
Geef weer!
Hergeef!
Heruitzend!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hergeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heruitzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reproduceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze retourneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terug
Reproduceer!
Retourneer!
Stuur terug!
Vergeld!
Wijs terug!
,
yoEgo
Ik
seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ustedGij
U
una segunda2e
Tweede
hermanaZus
Zuster
.

La caceríaJachtpartij duróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stand
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
horasTijden
Uren
, peroDoch
Echter
Maar
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
infructuosa,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
comprenderán(U) zult begrijpen
Zij/ze zullen begrijpen
Zij/ze zullen beseffen
Zij/ze zullen bevatten
Zij/ze zullen omvatten
Zij/ze zullen snappen
Zij/ze zullen vatten
Zij/ze zullen verstaan
nuestrosOnze
Van ons
lectoresLectoren
Lectors
.

-AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, Quimbo -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Legree, dejándoseTerneergeslagen wordend
Zich aan iets wijdend
Zich overgevend
Zich verwaarlozend
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
en un
sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel
en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
-, vas aJij/je gaat naar traermeAanbrengen
Aandragen
Bezorgen
Brengen
Meebrengen
Meenemen
aquíAlhier
Hier
a Tom en
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
. EseDat
Die
animalBeest
Dier
loDe
Hem
Het
U
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de decírmeloOpgeven
Spreken
Zeggen
o leHaar
Hem
Het
U

arrancoIk breek af
Ik breng op gang
Ik ga op weg
Ik ga weg
Ik haal uit
Ik krijg aan de
 praat
Ik ontlok
Ik pluk
Ik pluk af
Ik rijt
Ik ruk af
Ik ruk uit
Ik scheur
Ik scheur weg
Ik stap op
Ik start
Ik tap
Ik tijg
Ik trek
Ik trek te voorschijn
Ik trek uit
Ik vertrek
Ik zet aan
suHaar
Hun
Uw
Zijn
negroNeger
Zwart
Zwarte
pellejoDierenvel
Huid
Pels
Vacht
Vel
.

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

AlNaar de
Naar het
recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
que leHaar
Hem
Het
U
llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Quimbo, Tom se preparóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich op
Men bereidde

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot
a la defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enteradoAangekondigd
In kennis gesteld
Medegedeeld
Meegedeeld
Vernomen
Verwittigd
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
del
planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
de Cassy comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
del lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
en queWaarin en aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip

estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
ocultasClandestien
Clandestiene
Jij/je ontveinst
Jij/je verbergt
Jij/je verheelt
Jij/je verschuilt
Jij/je verstopt
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
las prófugas.

-BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, Tom -leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Legree cuandoAls
Tijdens
Wanneer
ésteDeze
Dit
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
-: ¿sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet

Ge
Gij
Je
Jij
que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a matarteAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
?

PronuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Legree estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
conDoor
Met
Per
Samen met
los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes

apretadosAangedraaid
Aangedrukt
Aangedrukte
Gedrongen
Gedrukt
Gedrukt op
Gekneld
Geperst
Geprest
, por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los cualesWie
Zij die
salieronEr kwamen tevoorschijn
Zij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
un silbidoFluiten
Gefluit
Gieren
Piepen
Sissen

de la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
de una serpienteSerpent
Slang
.

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
, amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
-leHaar
Hem
Het
U
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Tom imperturbableOnverstoorbaar
Onverstoorbare
.

-Y loDe
Hem
Het
U
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
-siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
Legree, conDoor
Met
Per
Samen met
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
-, a
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que meMe
Mij
digasJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
todo lo queHoeveel ook sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
sobre laOp de
Op het
huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen
de las
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
.

-SéBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
, amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
; peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
decirloOpgeven
Spreken
Zeggen
. PuedoIk kan
Ik mag
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
, peroDoch
Echter
Maar

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
hablarConverseren
Praten
Spreken
.

Legree dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
un fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
resoplido, asióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
a Tom por el brazoArm
y acercándole la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
a la caraDe kant
De zijde
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
tocárselaEen hoofddeksel opzetten
Elkaar aan te raken
Zich het hoofd bedekken
Zich kappen
Zijn haar kammen
conDoor
Met
Per
Samen met
los labiosLippen,
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
:

-OyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
, crees queJij/je denkt dat porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
teJe
Jou
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdonadoBegenadigd
Vergeven
otrasAnder
Andere
Nog één
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
, que
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
voy aIk ga naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
, peroDoch
Echter
Maar
teJe
Jou
engañasJij/je bedot
Jij/je bedriegt
Jij/je beduvelt
Jij/je leidt om de
 tuin
Jij/je misleidt
Jij/je neemt beet
Jij/je smokkelt
Jij/je verlakt
. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit

decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a matarteAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
conDoor
Met
Per
Samen met
la tuyaOosterse levensboom
Thuja
Van jou
Westerse levensboom
;
peroDoch
Echter
Maar
estaDeze
Dit
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
y, o bajasAchteruitgangen
Debacles
Gemeen
Gemene
Jij/je daalt
Jij/je daalt af
Jij/je gaat naar beneden
Jij/je gaat naar beneden
 uitstappen
Jij/je geeft korting
Jij/je kort
Jij/je laat neer
Jij/je slaat af
Jij/je stapt af
Jij/je stapt uit
Jij/je trekt af
Jij/je verlaagt
Jij/je verzakt
Jij/je zakt
Jij/je zakt weg
Jij/je zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Ondergangen
Verflauwingen
Verminderingen
Vervallen
Zwaar
Zware
la cabezaHoofd
Kop
Krop
o teJe
Jou
matoIk breng om
Ik dood
Ik maak dood
Ik slacht
Ik slacht af
.
¡EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
!

Tom levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
los ojosKijkers
Ogen
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
y respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
:

-SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ustedGij
U
estuviese(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
, afligidoBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige
o
moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
, y yoEgo
Ik
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
aliviarloLenigen
Opluchten
Verlichten
Verzachten
, me sacrificaría porIk zou me opofferen
 voor
ustedGij
U
.
Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
salvarBehouden
Bergen
Redden
suHaar
Hun
Uw
Zijn
preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
derramandoGietend
Plengend
Schenkend
Stortend
Vergietend
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
que contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, la derramaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou storten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergieten
Ik zou gieten
Ik zou plengen
Ik zou schenken
Ik zou storten
Ik zou vergieten


LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

alegrementeOp vrolijke wijze
Vrolijk
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
SalvadorHeiland
Redder
Verlosser
Zaligmaker
derramóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergoot
la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
por miMi
Mijn
. PeroDoch
Echter
Maar
,
por DiosGod
Godheid
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cargueBelaadt u!
Belast u!
Berekent u!
Bestormt u!
Brengt u in rekening!
Ergert u!
Geit u op!
Geit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Ik belaad
Ik belast
Ik bereken
Ik bestorm
Ik breng in rekening
Ik erger
Ik gei
Ik gei op
Ik laad
Ik laad in
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Laadt u in!
Laadt u!
Staat u tegen!
Vermoeit u!
Verveelt u!
ustedGij
U
suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
conDoor
Met
Per
Samen met
el granGroot
Grote
pecadoGezondigd
Zonde gedaan

que intentaBen van plan!
Ben voornemens!
Beproef!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voornemens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Pas aan!
Pas!
Poog!
Probeer uit!
Probeer!
Stel je voor!
Toets!
Tracht!
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
saldráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal er mee
 weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar buiten
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op weg
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegrijden
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
perjudicadoBenadeeld
Gedeerd
Geschaad
que yoEgo
Ik
; ustedGij
U

podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
atormentarmeFolteren
Kwellen
Op de pijnbank leggen
Verdriet doen aan
, y susHaar
Hun
Uw
Zijn
miseriasEllenden
Ellendes
Misères
Narigheden
Noden
Schamelheden
acabaránZij/ze zullen afmaken
Zij/ze zullen afsluiten
Zij/ze zullen afwerken
Zij/ze zullen besluiten
Zij/ze zullen beëindigen
Zij/ze zullen eindigen
Zij/ze zullen opgebruiken
Zij/ze zullen opmaken
Zij/ze zullen opteren
Zij/ze zullen uitmaken
Zij/ze zullen uitwerken
Zij/ze zullen verbruiken
Zij/ze zullen verdoen
Zij/ze zullen verklungelen
Zij/ze zullen verkwisten
Zij/ze zullen vermorsen
Zij/ze zullen verspillen
Zij/ze zullen voleindigen
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
;
peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ustedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se arrepienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft berouw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft spijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tot inkeer
, las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u
nuncaNimmer
Nooit
tendránZij/ze zullen bijhouden
Zij/ze zullen erop nahouden
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen houden
Zij/ze zullen vasthouden

términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
.

EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
arranque deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt van
Ik start als
Ik trek van
Start u als!
Trekt u van!
compasiónMededogen
Medelijden
, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a una melodíaDeun
Deuntje
Melodie
Wijs
Wijsje

de músicaMuziek celeste, oídaGehoord
Vernomen
Verstaan
en medioMiddenin del estrépitoLawaai de una
tempestadNoodweer
Storm
Stormwind
Verschrikkelijk weer
, suspendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nee tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nee tegen
por un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
de Legree.
MiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
a Tom conDoor
Met
Per
Samen met
ademánGebaar
Geste
Houding
huraño, y el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
que se
oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
el andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
del viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
relojHorloge
Klok
Uurwerk
Wekker
, que descontabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Ik hield in
Ik kortte
Ik telde af
Ik trok af
lentamenteLangzaam los
últimosAchterste
Jongstleden
Laatste
segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden
concedidosToegekend
Verschaft
a aquellaDat
Die
Diegene
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
endurecidaGehard
Gestaald
Getemperd
Hardgeworden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

arrepentirseBerouw hebben
Spijt hebben
Tot inkeer komen
y pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om
perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
.

PeroDoch
Echter
Maar
el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
duróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un minutoMinuut: la irresolución,
la hesitaciónAarzeling, la estupefacción de Legree cesaronZij/ze hielden op
Zij/ze lieten af
Zij/ze scheden uit
Zij/ze scheidden uit
Zij/ze stopten
Zij/ze weken
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
;
el espírituGeest
Geestgesteldheid
del malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
recobrarHerwinnen
Terugkrijgen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
imperioImperium
Keizerrijk
Rijk

conDoor
Met
Per
Samen met
una violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
siete7
Zeven
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
intensaFel
Felle
Hard
Harde
Hevig
Hevige
Intens
Intense
Intensief
Intensieve
Luid
Luide
Sterk
Sterke
.

Y Legree, ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
de iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak
, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
tremendoBuitengewone
Buitengewoon
Enorm
Enorme
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzettend
Ontzettende
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
a Tom,
que leHaar
Hem
Het
U
derribóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopte
alNaar de
Naar het
sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
.

Los relatosRelazen
Verhalen
de crueldadesWreedheden ofendenZij/ze beledigen
Zij/ze grieven
Zij/ze krenken
Zij/ze verongelijken
los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
eEn indignanZij/ze verontwaardigen.
Se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
horriblesAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
contarseAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

loDe
Hem
Het
U
sufrenZij/ze doorstaan
Zij/ze dragen
Zij/ze lijden
Zij/ze ondergaan
Zij/ze ondervinden
Zij/ze staan uit
Zij/ze velen
Zij/ze verdragen
los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
niEn niet
Evenmin
Noch
los sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
.

-EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
, amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Sambo conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde
a pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn

suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
por la resignaciónBerusting
Geduld
Gelatenheid
del mártir.

-Bloedgetuige
Martelaar
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te cansesJij/je wordt moe! ¡SigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
, sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
hasta queTot
Totdat
se rindaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over! -aullabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blèrde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bulderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Ik blèrde
Ik brulde
Ik brulde uit
Ik bulderde
Ik gilde
Ik huilde
Ik jankte
Ik riep

Legree-. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de sacarleEruit halen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
gota de sangreHerfstadonis siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

confiesaBeken!
Biecht op!
Biecht!
Erken!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
.

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
Tom perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
el conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten
, Legree se marchéIk liep
Ik marcheerde
,
mandandoAanvoerend
Bevelend
Commanderend
Gelastend
Het bevel voerend
Sommerend
Verordenend
Voorschrijvend
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que cesaranZij/ze hielden op
Zij/ze lieten af
Zij/ze scheden uit
Zij/ze scheidden uit
Zij/ze stopten
Zij/ze weken
los golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
inútilesIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende

que Tom habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
.

PeroDoch
Echter
Maar
ésteDeze
Dit
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
.

-Tom -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Quimbo-, hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
contigoBij jou
Met jou
.

-OsJe
Jullie
perdonoIk begenadig
Ik vergeef
de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
corazónHart
Klokhuis
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Tom conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid

desmayadaBewusteloos
Bewusteloze
De moed verloren
Een flauwte gedaan krijgen
In zwijm gedaan vallen
Versaagd
.

-Tom, ¿quiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eseDat
Die
JesúsJezus que teJe
Jou
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
resignaciónBerusting
Geduld
Gelatenheid
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg

Sambo.

ReanimóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bij el moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
alNaar de
Naar het
oírHoren
Vernemen
Verstaan
talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
palabrasBewoordingen
Woorden
, y conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid

desfallecidaBezweken, peroDoch
Echter
Maar
en frasesFrasen
Frases
Volzinnen
Zinnen
Zinsneden
enérgicasEnergiek
Energieke
, hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
un breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal
de
la vidaHachje
Leven
y pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid
del SalvadorHeiland
Redder
Verlosser
Zaligmaker
, enuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoordde
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
sentenciasArresten
Jij/je bestemt voor
Jij/je doet een uitspraak
Jij/je spreekt uit
Jij/je vonnist
Sententies
Sententiën
Spreuken
Vonnissen
Zinspreuken

y explicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Zij/hij/u legde uit
susHaar
Hun
Uw
Zijn
doctrinasDoctrines
Geloofsleren
Leren
. Sintiéronse conmovidosAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde
aquellosDie
Diegene

dos2
Do's
Twee
Tweede
salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
derramarGieten
Plengen
Schenken
Storten
Vergieten
lágrimas.

-Tranen
¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
nuncaNimmer
Nooit
talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Sambo-.
¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
JesúsJezus, tenHeb
Heb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd!
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
de nosotros!

-Ons
We
Wij
¡InfelicesOngelukkig
Ongelukkige
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Tom-. ¡DoyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
por bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
empleadosAangewend
Ambtenaars
Ambtenaren
Beambten
Bedienden
Bediendes
Benut
Doorgevoerd
Employés
Gebruikt
In toepassing gebracht
Kantoorbedienden
Kantoorbediendes
Personeelsleden
Toegepast
Werknemers
Winkelbedienden
Winkelbediendes
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

misMi's
Mijn
doloresPijnen
Smarten
Weeën
conDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
de haberosBezitting
Hebben
Zijn
acercadoNaderbij gebracht a CristoCrucifix
Christus
! ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
!
¡DadmeBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
estasDeze
Dezen
dos2
Do's
Twee
Tweede
almasGeesten
Gemoederen
Zielen
! ¡YoEgo
Ik
teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
!

Y DiosGod
Godheid
concedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
a Tom lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
pedía(Hij) vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om
.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

CAPITULOIk capituleer
Ik geef me over
41

EL AMITO

Dos2
Do's
Twee
Tweede
díasDagen
Etmalen
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
los sucesosBelevenissen
Evenementen
Feiten
Gebeurden
Gebeurtenissen
Voorgevallenen
que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
referidoBericht
Geciteerd
Gemeld
Genoemd
Gerefereerd
Verhaald
Verslag uitgebracht
Verslagen
Verteld
, un
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, montadoBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
en un cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon
que él mismoHemzelf guiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees de weg
Ik geleidde
Ik leidde
Ik leidde rond
Ik wees de weg
,
entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
en la fincaBezitting
Boerderij
Buiten
Buitenverblijf
Goed
Landgoed
Landhuis
Villa
de Legree, se apeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
de un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
 lucht
Ik spring in het
 oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
 hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
, y preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg

por el dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon
.

EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
GeorgeGeorge Shelby, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
explicarBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren
cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier

presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
en la haciendaHaciënda de Legree nos(Aan) ons
Ons
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
forzoso volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken

atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
en el cursoBeursnotering
Cursus
Gaan
Gang
Ik behandel
Ik studeer
Ik volg
Koers
Leergang
Leerjaar
Loop
Notering
Prijsnotering
Route
Schooljaar
Tracé
Traject
Verloop
de nuestraOns
Onze
Van ons
narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling
.

AquellaDat
Die
Diegene
cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
de miss OfeliaOphelia a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Shelby tardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelde

mesesMaanden en llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Tom en
las remotasOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
Ver
Verre
comarcasGebieden
Gewesten
Landstreken
Regio's
Regionen
Streken
de Río RojoRed river
Rode rivier
.

La señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Shelby leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
conDoor
Met
Per
Samen met
el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
, peroDoch
Echter
Maar

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
en aquellosDie
Diegene
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
la
enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte
graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
pasandoAangevend
Aanreikend
Doorbrengend
Doorlatend
Gebeurend
Halend door
Inhalend
Langsgaand
Langskomend
Omkomend
Overgaand
Overkomend
Overstekend
Passerend
Verdrijvend
Vergaand
Verlopend
Verstrijkend
Voorbijgaand
entoncesDan
Dus
Toen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
la
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
sujetaBevestig!
Bevestigd
Bind vast!
Fixeer!
Gefixeerd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Maak vast!
Vastgebonden
Vastgemaakt
Vastgezet
Verstevig!
Verstevigd
Zet vast!
a la cabeceraHoofdeind de suHaar
Hun
Uw
Zijn
lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
. GeorgeGeorge, que en el
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
transcurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken
desde queSinds loDe
Hem
Het
U
vimosWij/we bekeken
Wij/we keken
Wij/we zagen
por últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
se
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en un altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
y fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
muchachoJongen
Knaap
Knul
, ayudabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde
a suHaar
Hun
Uw
Zijn


HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
en la asistenciaAssistentie
Bijstand
Hulp
Liggen
Service
Toedoen
Toeverlaat
Zijn
Zitten
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Shelby comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en la
direcciónAdres
Adresseren
Besturen
Besturing
Chaufferen
Directie
Dirigeren
Koers
Leiding
Mennen
Regie
Richten
Richting
Rijden
Sturen
Stuurversnelling
Vervoeren
de los negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.

MurióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Shelby, y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
GeorgeGeorge pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
,
se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
en caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el remotoOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
Ver
Verre
Río RojoRed river
Rode rivier
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals

susHaar
Hun
Uw
Zijn
informesBerichten
Informaties
Inlichtingen
Jij/je bericht
Jij/je brengt over
Jij/je brengt verslag uit
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je informeert
Jij/je kondigt aan
Jij/je licht in
Jij/je licht voor
Jij/je meldt
Jij/je refereert
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verslaat
Jij/je verwittigt
Terechtwijzingen
Verslagen
Verwittigingen
, se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Tom.

Legree recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
a GeorgeGeorge en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
.

-HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
sabidoBekend
Bekende
Gekend
Gesmaakt
Geweten
Vertrouwd
Vertrouwde
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
- que compróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed boodschappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kocht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kocht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schafte aan
ustedGij
U
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander

tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
en Nueva Orleáns un esclavoSlaaf llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
Tom. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden

propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed
de miMi
Mijn
padrePater
Vader
, y veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
a verEens kijken
Even kijken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ustedGij
U
queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
revendérmeloWeder verkopen.

-EfectivamenteInderdaad, compréIk deed boodschappen
Ik kocht
Ik kocht aan
Ik kocht in
Ik nam af
Ik nam over
Ik schafte aan
un negroNeger
Zwart
Zwarte
conDoor
Met
Per
Samen met
eseDat
Die
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
.
¡Bonito(Atlantische) boniet
Aardig
Aardige
Atlantische boniet
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Bonito
Bonito (vis)
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
! ¡El negroHet donkere
Het zwarte
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
insolenteBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
perroHond
Rekel
Reu
y
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
rebeldeOpstandig
Opstandige
Rebels
que en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
! Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
empeñadoBeleend
Geleend tegen een onderpand
Koppig
Koppige
Verpand
en
morirseDoodgaan
Sterven
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se saldrá(Het) zal eruit gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lekken
conDoor
Met
Per
Samen met
la suya.

-Van haar
Van hem
Van hen
Van u
¿DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
? QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
verloBekijken
Kijken
Zien
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
GeorgeGeorge
acaloradamenteVerhit.

-EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
en el cobertizoAfdak
Barak
Keet
Luifel
Markies
Schutdak
Zonnescherm
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
un negritoNegertje.

Legree dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
un puntapiéSchop
Trap
alNaar de
Naar het
muchachoJongen
Knaap
Knul
y lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de susHaar
Hun
Uw
Zijn

habitualesGewone
Gewoon
Habitués
Stamgasten
juramentosVloeken. GeorgeGeorge, entretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
, corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el cobertizoAfdak
Barak
Keet
Luifel
Markies
Schutdak
Zonnescherm
.

Tom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
padecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik doorstond
Ik duldde
Ik leed
Ik leed aan
Ik onderging
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
en élDaaraan
Erin
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

desaparecidoVerdwenen
Vermiste
. LlevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
dos2
Do's
Twee
Tweede
díasDagen
Etmalen
tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
, inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
, sumidoBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt
en
una especieAangelegenheid
Soort
de letargoDoffe onverschilligheid
Lethargie
Schijndood
Zinverdoving
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
la reciaKrachtig
Krachtige
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
constituciónConstitutie
Grondwet
Samenstellen
Uitmaken
Vormen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
sujetabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
Ik bevestigde
Ik bond vast
Ik fixeerde
Ik maakte vast
Ik verstevigde
Ik zette vast
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
el espírituGeest
Geestgesteldheid
.

GeorgeGeorge se sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde zich de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
afectadoAangedaan
Aangegrepen
Aanstellerig
Aanstellerige
Betrokken
Gekunsteld
Gekunstelde
Gemaakt
Gemaakte
Geschaad
Getroffen
Gewrongen
Schadelijke gevolgen gehad voor
alNaar de
Naar het
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en el
cobertizoAfdak
Barak
Keet
Luifel
Markies
Schutdak
Zonnescherm
, que creyó queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat la penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
leHaar
Hem
Het
U
ahogabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstikte
Ik onderdrukte
Ik sloeg neer
Ik smoorde
Ik verdronk
Ik verkropte
Ik verstikte
y que perdíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
Ik gaf op
Ik liep mis
Ik miste
Ik raakte kwijt
Ik verbeurde
Ik verkwistte
Ik verloor
Ik verspeelde
la
cabezaHoofd
Kop
Krop
.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
estoDeze
Dit
? -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
arrodillándoseKnielend
Neerknielend
a la
cabeceraHoofdeind de Tom-. ¡TíoKerel
Oom
Tom, tíoKerel
Oom
Tom, miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Tom, miMi
Mijn

pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
! ¡DespiértateOntwaak!
Word wakker!
! ¡MírameBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
!

El timbreBel
Klok
Rinkelbel
Schel
Timbre
Toonkleur
de la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de GeorgeGeorge debióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
de llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
alNaar de
Naar het
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
de
Tom, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
un movimiento de cabezaHoofdbeweging, se dibujóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
en
susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen una sonrisaGlimlach
Glimlachen
y algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una plegaria parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden

de suHaar
Hun
Uw
Zijn
boca.

-Bek
Mond
Monding
Opening
Snater
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
tíoKerel
Oom
Tom! ¡SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
yoEgo
Ik
, el niñoEl niño GeorgeGeorge, tuJe
Jouw

amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, Tom! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
conoces?

-Jij/je bent bekend met
Jij/je kent
Jij/je leert kennen
Jij/je maakt kennis
Jij/je weet
¡El niñoEl niño GeorgeGeorge! ¡El niñoEl niño GeorgeGeorge! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Tom conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid

débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
, entreabriendoHalf openend los ojosKijkers
Ogen
. Parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
asombradoBevreemd
Verbaasd
Verbaasde
Verwonderd
.

-HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
venidoGekomen
Meegekomen
a comprarteAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen
y a llevarteAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
a casa.

-Familie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, niñoJongen
Kind
GeorgeGeorge, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
! El SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is

concedidoToegekend
Verschaft
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
y va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar llevarmeAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
.

GeorgeGeorge, atónitoSprakeloos
Sprakeloze
Verbaasd
Verbaasde
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
solemnePlechtig
Plechtige
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige
de Tom, guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over

silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

Tom leHaar
Hem
Het
U
apretóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze preste
la manoDe hand.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
diga aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt tegen
Ik zeg tegen
Zegt u tegen!
Cloe cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen
; sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn

horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ellaHaar
Ze
Zij
. DígaleGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld

y que me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
ido aGegaan naar la GloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
. ¿Y misMi's
Mijn
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hijosKinderen
Zonen
Zoons
? ¿Y la
pequeñitaKleintje?

En aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
asomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon zich te
 vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde voor een
 opening
Legree por la puertaDeur
Poort
Portier
del
cobertizoAfdak
Barak
Keet
Luifel
Markies
Schutdak
Zonnescherm
, miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
adentroBinnen
Binnenwaarts
Naar binnen
con indiferenciaOnverschillig y se alejó.

-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich van
¡ViejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
SatanásLucifer
Satan
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
GeorgeGeorge indignadoVerontwaardigd-. MeMe
Mij
consuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroost
Troost!
Vertroost!

la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
de que muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
leHaar
Hem
Het
U
dará(Het) zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlenen
el diabloBoze
Drommel
Duivel
suHaar
Hun
Uw
Zijn

merecido.

-Toegekomen
Verdiend
Waard geweest
Waardig geweest
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hableConverseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Ik converseer
Ik praat
Ik spreek
Praat u!
Spreekt u!
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
! -leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Tom-, EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige

criaturaCreatuur
Schepsel
. ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
pensar enDenken aan
Nadenken over
la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que leHaar
Hem
Het
U
esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!
!

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

En aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
la llamarada de vidaHachje
Leven
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

avivadoAangewakkerd en Tom la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de GeorgeGeorge se extinguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf uit, y el
moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
en un profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
sopor, vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
de la
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
.

Una levísima sonrisaGlimlach
Glimlachen
se dibujóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen, y se durmióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaap

en el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
eternoEeuwig
Eeuwige
. GeorgeGeorge leHaar
Hem
Het
U
contemplóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloerde
en religiosoGelovig
Gelovige
Godsdienstig
Godsdienstige
Religieus
Religieuze
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.
El lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
en queWaarin estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
leHaar
Hem
Het
U
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
. CerróleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
los ojosKijkers
Ogen
, y alNaar de
Naar het

levantarleErvan op te heffen del sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
a Legree de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
élHem
Hij
conDoor
Met
Per
Samen met
el
semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
ceñudo. La escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
refrenadoBedwongen
Beteugeld
Betoomd
In toom gehouden
Ingetoomd

los impulsosAandriften
Impulsen
Opwellingen
Stuwingen
juvenilesJeugdig
Jeugdige
del muchachoJongen
Knaap
Knul
, peroDoch
Echter
Maar
la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de
Legree leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
una profanaciónHeiligschennis
Ontheiligen
Ontwijden
Profaneren
Schenden
Verontheiligen
y un agravio.

Contúvose conDoor
Met
Per
Samen met
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
pensó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na over
despedirse deGedag zeggen élHem
Hij

conDoor
Met
Per
Samen met
las menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
palabrasBewoordingen
Woorden
posiblesBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
. ClavandoInslaand
Spijkerend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ojosKijkers
Ogen
en
Legree, se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
a decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
, señalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
.

-YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sacadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Behaald
Eruit gehaald
Gehaald
Gehaald uit
Gehaald van
Gehoosd
Geput
Geschept
Naar buiten gebracht
Ontleend
Te voorschijn gehaald
Uitgedaan
Uitgehaald
Uitgekregen
Uitgetrokken
ustedGij
U
todo lo queHoeveel ook podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
de élHem
Hij
.
¿CuántoHoelang
Hoeveel
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
pagarleBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
? QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
llevármeloAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen

y enterrarloBedelven
Begraven
Kuilen
Overstelpen
Verpletteren
decorosamente.

-YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vendoIk baker
Ik baker in
Ik doe over
Ik doe weg
Ik omwikkel
Ik omzwachtel
Ik tap
Ik verbind
Ik verhandel
Ik verkoop
Ik vervreemd
Ik zwachtel
Ik zwachtel in
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Legree conDoor
Met
Per
Samen met
acritudZuurheid-;
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
ustedGij
U
llevárseloMeenemen
Overweg kunnen
y enterrarloBedelven
Begraven
Kuilen
Overstelpen
Verpletteren
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
y dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin

quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
.

-MuchachosJongens
Knapen
Knullen
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
GeorgeGeorge a dos2
Do's
Twee
Tweede
o tres3
Drie
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
que
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
contemplandoBeschouwend
Koekeloerend
el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
-; ayudadmeBaat!
Help!
Sta bij!
Sta ter zijde!
a llevarloBreng hem alNaar de
Naar het

cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon
y traedmeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Neem mee!
una azada.

GeorgeGeorge extendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidde
suHaar
Hun
Uw
Zijn
abrigo de pielesBontjas
Bontmantel
Pelswerk
en el pisoDe onderste richel (?) del cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon

y colocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
encimaBovendien
Er bovenop
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
de Tom conDoor
Met
Per
Samen met
el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
,
levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
el asientoDe zitting paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
dejarleLaten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
 tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim
. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se
volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
, fijóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde vast
los ojosKijkers
Ogen
en Legree y leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-DaréIk zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
crimenMisdaad
Misdrijf
a los tribunalesBalies
Gerechten
Gerechtsgebouwen
Rechtbanken
Tribunalen
.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

-HágaloDoe het -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Legree desdeñosamente-. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen

probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
ustedGij
U
suHaar
Hun
Uw
Zijn
acusaciónAanduiden
Aangifte
Aanklacht
Aanklagen
Aanwijzen
Beschuldigen
Beschuldiging
Betichten
Telastlegging
Tenlastelegging
Tonen
Verraden
? ¿DóndeWaar
Waarheen
hallaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontmoeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal treffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal waarnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien
ustedGij
U
testigosGetuigen que
la confirmenBeaamt u!
Bekrachtigt u!
Bevestigt u!
Erkent u!
Staaft u!
Stemt u toe!
Vormt u!
Zegt u ja!
Zij/ze beamen
Zij/ze bekrachtigen
Zij/ze bevestigen
Zij/ze erkennen
Zij/ze staven
Zij/ze stemmen toe
Zij/ze vormen
Zij/ze zeggen ja
?

GeorgeGeorge comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
desafíoDuel
Ik daag uit
Ik lok uit
Ik provoceer
Ik tart
Ik tart uit
Ik terg
Ik trotseer
Provoceren
Tarten
Tergen
Trotseren
Tweegevecht
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
que atestiguaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze certificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze getuigde
Ik certificeerde
Ik getuigde
el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
, y en ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
tribunalBalie
Gerecht
Gerechtsgebouw
Rechtbank
Tribunaal

de los EstadosBorderellen
Constellaties
Gelegen
Gesteldheden
Geweest
Gezeten
Lijsten
Loonstaten
Rijken
Situaties
Situatiën
Standen
Staten
Tabellen
Toestanden
Zich bevonden
del SurZuidelijk tiene valorHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
la declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring
de
una personaMens
Personage
Persoon
de colorKleur.

-Y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, ¡tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
por un negroNeger
Zwart
Zwarte
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
! exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet

desdeñosamente Legree.

EstasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
produjeronZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten op
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze brachten voort
Zij/ze deden aan
Zij/ze leverden op
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
Zij/ze wierpen af
en GeorgeGeorge el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking

que una chispaEen vonk en un polvorín. ArrojóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
Legree conDoor
Met
Per
Samen met

terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
ímpetuBezieldheid
Enthousiasme
Heftigheid
Onstuimigheid
y loDe
Hem
Het
U
derribóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopte
de un puñetazoVuistslag, pisoteándoloAanstampend
Onder de voet lopend
Vertrappend

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
cansarseMoe worden.

HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
a quienesDie
Personen
Wie
se les haceMen maakt erbij un granGroot
Grote
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

abofeteándolosMeppend; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
concibenZij/ze bevatten
Zij/ze ontvangen
Zij/ze vormen een begrip
Zij/ze worden zwanger
el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el
que lesHen
Hun
U
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
morderBeitsen
Bijten
Happen
Knauwen
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
. Legree pertenecía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
eseDat
Die
númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer

de cobardesLafaards. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
es queDat komt omdat
Want
, levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend
sacudiéndoseHeen en weer geschud
 wordend
Heen en weer schuddend
el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof

de la ropaKleding
Kleren
, siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
conDoor
Met
Per
Samen met
los ojosKijkers
Ogen
el carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen
en queWaarin se ibaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich

GeorgeGeorge conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
cargaBelaad!
Beladen
Belast!
Belasten
Bereken!
Berekenen
Bestorm!
Bestormen
Breng in rekening!
Cargo
Erger!
Ergeren
Gei op!
Gei!
Geien
Goederen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Inladen
Laad in!
Laad!
Laden
Lading
Last
Opgeien
Scheepslading
Servituut
Sta tegen!
Tegenstaan
Vermoei!
Vermoeien
Verveel!
Vervelen
Vracht
Vulling
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
hasta queTot
Totdat
leHaar
Hem
Het
U

huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
.

Antes deAlvorens te
Voor
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en la plantaciónAanplanten
Plantage
Planten
Poten
, GeorgeGeorge habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

distinguidoBespeurd
In de smiezen gekregen
In het oog gekregen
Onderkend
Onderscheid gemaakt tussen
Onderscheiden
Ontwaard
un cerroGewone hulst
Groene hulst
Heuvel
Hoogte
Hulst
Scherpe hulst
Verheffing
Verhevenheid
Verhoging
arenoso sombreadoGearceerd
Geschaduwd
por algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige

árbolesBomen
Masten
; allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, cavóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spitte om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woelde
la fosa.

-Graf
Holte
¿QuitamosWij verwijderen
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we gaven op
Wij/we gaven prijs
Wij/we geven op
Wij/we geven prijs
Wij/we haalden af
Wij/we haalden weg
Wij/we halen af
Wij/we halen weg
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we laten weg
Wij/we legden af
Wij/we leggen af
Wij/we lieten weg
Wij/we namen weg
Wij/we nemen weg
Wij/we rissen
Wij/we risten
Wij/we ritsen
Wij/we ritsten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we verwijderden
Wij/we verwijderen
Wij/we zetten af
la capaDe laag, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
? -preguntaronZij/ze vraagden
Zij/ze vroegen
los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten

después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
concluidaAfgeleid
Besloten
Een gevolgtrekking gemaakt
Geconcludeerd
aquellaDat
Die
Diegene
operaciónBewerking
Ingreep
Operatie
Opereren
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, enterradleBedelf!
Begraaf!
Kuil!
Overstelp!
Verpletter!
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que puedoIk kan
Ik mag
darteAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
, miMi
Mijn

pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Tom, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
negaréIk zal loochenen
Ik zal ontkennen
.

HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

ColocaronZij/ze brachten onder
Zij/ze deden
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze plaatsten
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten neer
Zij/ze zetten uit
el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
en el hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put
, y los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
loDe
Hem
Het
U

enterraronZij/ze bedolven
Zij/ze begroeven
Zij/ze kuilden
Zij/ze overstelpten
Zij/ze verpletterden
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
. LlenaronZij/ze completeerden
Zij/ze dempten
Zij/ze maakten vol
Zij/ze schonken vol
Zij/ze spekten
Zij/ze stopten
Zij/ze voleindden
Zij/ze vulden
Zij/ze vulden aan
Zij/ze vulden in
Zij/ze werkten bij
de tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
la fosaGraf
Holte
y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
la
cubrieronZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe
de céspedGazon
Grasmat
Grasperk
Grasveld
.

-YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
irosGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
, muchachosJongens
Knapen
Knullen
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
GeorgeGeorge dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
una
monedaGeldstuk
Mundstuk
Munt
Muntstuk
Penning
a cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
de ellosHen
Ze
Zij
.

PeroDoch
Echter
Maar
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
rehusaronZij/ze keurden af
Zij/ze sloegen af
Zij/ze vertikten
Zij/ze verwierpen
Zij/ze weigerden
Zij/ze wezen af
Zij/ze wezen terug
Zij/ze wraakten
Zij/ze zegden nee tegen
Zij/ze zeiden nee tegen
tomarla.

-Aannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
comprarnosAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
uno.

-1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
¡ConDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
lealtadTrouw leHaar
Hem
Het
U
serviríamosWij/we zouden aankaarten
Wij/we zouden bedienen
Wij/we zouden deugen
Wij/we zouden dienen
Wij/we zouden een dienst
 bewijzen
Wij/we zouden geschikt zijn
Wij/we zouden helpen
Wij/we zouden opdienen
Wij/we zouden serveren
Wij/we zouden van dienst
 zijn
! -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

-AquíAlhier
Hier
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
oprimidosAdellijk
Adellijke
Benauwd
Benauwde
Broeierig
Broeierige
Drukkend
Drukkende
Goor
Gore
Gortig
Gortige
Muf
Muffe
Onderdrukt
Opgekropt
Oud
Oudbakken
Oude
Smoezelig
Smoezelige
Verdrongen
Verdrukt
Verkropt
Verstikkend
Verstikkende
Zwoel
Zwoele
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
-; cómprenosDoet u boodschappen!
Koopt u aan!
Koopt u in!
Koopt u!
Neemt u af!
Neemt u over!
Schaft u aan!
Zij/ze doen boodschappen
Zij/ze kopen
Zij/ze kopen aan
Zij/ze kopen in
Zij/ze nemen af
Zij/ze nemen over
Zij/ze schaffen aan

ustedGij
U
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
GeorgeGeorge despidiéndoseAfscheid nemend
Afscheid nemend van
Vaarwel zeggend
Vaarwel zeggend tegen
Verlatend

conDoor
Met
Per
Samen met
granGroot
Grote
sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
-; meMe
Mij
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
.

Y los pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
se alejaronZij/ze verwijderden zich van silenciososGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende
y tristesAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
.

-YoEgo
Ik
teJe
Jou
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
por testigoGetuige, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
, DiosGod
Godheid
eternoEeuwig
Eeuwige
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet

GeorgeGeorge arrodillándoseKnielend
Neerknielend
sobre laOp de
Op het
tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
-, yoEgo
Ik

teJe
Jou
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
por testigoGetuige de que desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant

a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
leHaar
Hem
Het
U
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
liberarAfscheiden
Bevrijden
Van een verplichting ontslaan
Vrij maken
Vrijstellen
a miMi
Mijn
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
de la
maldiciónVervloeking
Verwensing
de la esclavitudSlavernij.

LA CABAÑAHut
Stulp
DEL TÍOKerel
Oom
TOM

CAPITULOIk capituleer
Ik geef me over
42

UNA HISTORIAGeschiedenis
Historie
Verhaal
AUTENTICA DE APARECIDOSOpgedaagd
Opgedraafd
Te voorschijn gekomen
Uitgekomen
Verschenen


AVIVÁRONSE por eseDat
Die
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
los recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs
de
fantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen
y aparecidosOpgedaagd
Opgedraafd
Te voorschijn gekomen
Uitgekomen
Verschenen
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
de Legree. Se
susurrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritselde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Ik fluisterde
Ik lekte uit
Ik mompelde
Ik murmelde
Ik ritselde
Ik ruiste
que en las tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit
de la nocheAvond
Nacht
se sentíanZij/ze voelden zich pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
en
la escaleraLadder
Opgang
Trap
del desvánVliering
Zolder
y se veíanZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk
vagarDolen
Drentelen
Dwalen
Flaneren
Kuieren
Ronddolen
Ronddwalen
Rondhangen
Slenteren
Waren
Zwerven
sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
por la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.

LlegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
a oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
de Legree los rumoresGeruchten
Praatjes
que corríanZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten
, y
que leHaar
Hem
Het
U
causabanZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten doen
Zij/ze maakten
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor
por el cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
que se ponlaDoe erop
en ocultárselosOnderduiken
Zich schuilhouden
Zich verbergen
Zich verschuilen
.

Al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de Tom, fue porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
la nocheAvond
Nacht
alNaar de
Naar het

lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
una borracheraDrinkgelag
Dronkenschap
Roes
Zwelgpartij
formidableFormidabel
Formidabele
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzaglijk
Ontzaglijke
. VolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
y se encerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
.

Legree creyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
asegurarseEr zich van verzekeren
Zich verzekeren
echandoAan het lot overlatend
Aandeel hebbend in
Aankondigend
Beginnend handel te drijven
 met
Bekend makend
Buiten de deur zettend
Door te gooien
Een partijtje spelend
Erop gooiend
Gooiend
Inschenkend
Keilend
Krijgend
Nemend
Opleggend
Optredend in
Opvoerend
Schattend
Smijtend
Stortend
Strooiend
Tankend
Toevoegend
Uitend
Uitslaand
Uitspelend
Uitsprekend
Vastmakend
Weddend
Wedijverend
Wegjagend
Wegsturend
Wegzendend
Werpend
Zeggend
llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel
a la puertaDeur
Poort
Portier
,
cerrandoAfsluitend
Dichtdoend
Dichtmakend
Op slot doend
Sluitend
Toedoend
las ventanasRamen
Vensters
, poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
una lamparilla encendidaAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
a
la cabeceraHoofdeind de la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
y un parEen paar de pistolasPistolen alNaar de
Naar het
alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u!
de la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
.

ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
rendidoGegeven se durmióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaap
, peroDoch
Echter
Maar
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
un
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en queWaarin creyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat


HARRIET BEECHER STOWEHarriet beecher stowe

espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
, un espírituGeest
Geestgesteldheid
o algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

ultraterreno. Despertáse a mediasHalf. ComprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
que algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat

entrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
Ik ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
; que abríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
Ik begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende
la puertaDeur
Poort
Portier
poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
;
peroDoch
Echter
Maar
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
impedidoBelet
Geblokkeerd
Verhinderd
Verhoed
Voorkomen
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
.

Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
logróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar
darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen
vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
en la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
de un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
 lucht
Ik spring in het
 oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
 hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
. A la
pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
una sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
. Acercáse
éstaDeze
Dit
a la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
y élHem
Hij
sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
el contactoAanraking
Contact
Ik contacteer
Voeling
de una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst
, y
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
una vozInspraak
Stem
Stemgeluid
lúgubreAkelig
Akelige
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Vervelend
Vervelende
que leHaar
Hem
Het
U
decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
: "¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
!" Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

aterradoAngst ingeboezemd. DesplomóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed de loodrechte
 stand verliezen
sobre laOp de
Op het
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
, privado de sentidoBewusteloos.

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
esaDat
Die
nocheAvond
Nacht
se entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam gevangen
a la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken

desenfrenadamente. PocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
corrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
por el paísLand la
noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
gravementeErnstig enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
y moribundoDode
Stervend
Stervende
Zieltogend
Zieltogende
.
CausabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Ik berokkende
Ik bracht teweeg
Ik deed
Ik deed aan
Ik liet
Ik liet doen
Ik maakte
Ik richtte aan
Ik stichtte
Ik veroorzaakte
horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
acercarseDichterbij komen
In aantocht zijn
Naderen
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
lecho de muerteDoodsbed. SusHaar
Hun
Uw
Zijn

postrimerías fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
espantosasVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
. GritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Ik balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde
, aullabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blèrde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bulderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Ik blèrde
Ik brulde
Ik brulde uit
Ik bulderde
Ik gilde
Ik huilde
Ik jankte
Ik riep
, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

visionesDroombeelden
Droomgezichten
Verschijningen
Visioenen
espantosasVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
descripciónBeschrijven
Beschrijving
Schildering
Tafereel
helabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevroor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bekoelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bevriezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroor
Ik bevroor
Ik deed bekoelen
Ik deed bevriezen
Ik vroor
la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
. Por
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
coincidenciaOvereenkomen
Overeenstemmen
Samenvallen
, la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
nocheAvond
Nacht
que Legree tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
esaDat
Die

visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien
, hallóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
, por la mañanaMorgen
Ochtend
, la puertaDeur
Poort
Portier
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, y
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
haberBezitting
Hebben
Zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
deslizarseGlibberen
Glijden
Glippen
Opschuiven
Schuiven
Uitglijden
en las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen

de la nocheAvond
Nacht
dos2
Do's
Twee
Tweede
espectrosKleurenbeelden
Spectra
Spectrums
blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
por la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
de árbolesBomen
Masten
que
conducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde
alNaar de
Naar het
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
...

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->