CAPITULOIk capituleer
Ik geef me over XIV
EL JURADOBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury SE MANTIENEHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt zich
Men houdt FIRMEBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig terminó(Het) eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde Fetiukovitch suHaar
Hun
Uw
Zijn discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog. El entusiasmoEnthousiasme
Geestdrift
Ik beziel
Ik enthousiasmeer
Uitbundigheid de susHaar
Hun
Uw
Zijn oyentes noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast límitesGrenzen
Limieten
Perken.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had que pensar enDenken aan
Nadenken over reprimirloBedwingen
Beteugelen
Betomen
In toom houden
Intomen
Onderdrukken
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen. Las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen llorabanZij/ze bejammerden
Zij/ze betreurden
Zij/ze beweenden
Zij/ze huilden
Zij/ze kreten
Zij/ze schreiden
Zij/ze weenden; tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook derramabanZij/ze goten
Zij/ze plengden
Zij/ze schonken
Zij/ze stortten
Zij/ze vergoten lágrimasTranen
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen ellosHen
Ze
Zij los dignatariosWaardigheidsbekleders. El presidentePreses
President
Voorzitter se resignóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte zich y esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren sonarDe neus snuiten
Geluid maken
Klinken
Zijn neus snuiten la campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid. AnteSuède
Ten overstaan van
Voor estaDeze
Dit actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand, una de las damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen comentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte opmerkingen:
-InterrumpirInterrumperen
Onderbreken
Schorsen estaDeze
Dit explosiónExplosie
Ontploffing
Uitbarsting de entusiasmoEnthousiasme
Geestdrift
Ik beziel
Ik enthousiasmeer
Uitbundigheid habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden una profanaciónHeiligschennis
Ontheiligen
Ontwijden
Profaneren
Schenden
Verontheiligen.
InclusoZelfs el oradorRedenaar estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat sinceramenteOprecht emocionadoOntroerd.
EntoncesDan
Dus
Toen se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker HipólitoHippolytos Kirillovitch paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! replicarAntwoorden
Repliceren. Se concentraronZij/ze concentreerden zich en élDaaraan
Erin miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien
de odio.
-Haat
Ik haat¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je se atreve aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durft contestarAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden? -murmuraronZij/ze bromden
Zij/ze kabbelden
Zij/ze klaterden
Zij/ze kletsten
Zij/ze mompelden
Zij/ze morden
Zij/ze mummelden
Zij/ze murmelden
Zij/ze ruisten
Zij/ze spraken kwaad las damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen.
PeroDoch
Echter
Maar niEn niet
Evenmin
Noch estosDeze
Dezen rumoresGeruchten
Praatjes niEn niet
Evenmin
Noch los de todas lasAlle damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen del mundoAardrijk
Wereld, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te excluirAfwijzen
Buitensluiten
Uitsluiten
Verwerpen a suHaar
Hun
Uw
Zijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw,
habríanZij/ze zouden hebben
Zij/ze zouden zijn podidoGekund
Gemogen contenerAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden alNaar de
Naar het fiscalFiscaal
Fiscale. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale y temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde de emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel. SusHaar
Hun
Uw
Zijn primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
palabrasBewoordingen
Woorden fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren incomprensiblesOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke. JadeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijgde
Ik hijgde, se leHaar
Hem
Het
U trababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond (saus)
Ik bond (saus) la lenguaSchar
Taal
Tong, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conseguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf
expresarseZich uitdrukken con claridadDuidelijk
Evident
Helder
Licht
Lumineus
Verstaanbaar. PeroDoch
Echter
Maar esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte. MeMe
Mij limitaréIk zal begrenzen
Ik zal beknotten
Ik zal beperken
Ik zal beperkingen opleggen
aan a citarAanhalen
Alluderen
Citeren
Een toespeling maken
Noemen
Toespelen
Zinspelen algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
de susHaar
Hun
Uw
Zijn párrafos.
-Alinea's
Artikelen
Artikels
Paragrafen...Se meMe
Mij acusaBeschuldig!
Beticht!
Duid aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Klaag aan!
Toon!
Verraad!
Wijs aan! de que en miMi
Mijn discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere de novelaRoman; ¿peroDoch
Echter
Maar acasoToeval
Toevalligheid noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pecaDoe zonde!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondigt
Sproet
Zomersproet
Zondig! de
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem el informeBericht
Bericht u!
Brengt u over!
Brengt u verslag uit!
Deelt u mede!
Deelt u mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bericht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt verslag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze informeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze refereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Ik bericht
Ik breng over
Ik breng verslag uit
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik informeer
Ik kondig aan
Ik licht in
Ik licht voor
Ik meld
Ik refereer
Ik stel in kennis
Ik versla
Ik verwittig
Informatie
Informeert u!
Inlichting
Kondigt u aan!
Licht u in!
Licht u voor!
Meldt u!
Refereert u!
Stelt u in kennis!
Terechtwijzing
Verslaat u!
Verslag
Verwittiging
Verwittigt u! del abogadoAdvocaat
Bepleit
Gepleit
Opgekomen voor
Pleitbezorger
Raadsman
Verdedigd
Verdediger
Voorspreker
Zaakbezorger defensorVerdediger? SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend leHaar
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is faltadoAbsent geweest
Afwezig geweest
Gescheeld
Ontbroken hablarConverseren
Praten
Spreken en versoDichtregel
Rijmregel
Vers
Versregel. Fiodor
Pavlovitch, mientrasTerwijl esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit! a suHaar
Hun
Uw
Zijn amadaBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve, rasgaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt
Rijt!
Scheur! el sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! y loDe
Hem
Het
U arrojaGooi uit!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Smijt uit!
Smijt!
Werp uit! alNaar de
Naar het sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem. La defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren inclusoZelfs
citaAanhaling
Afspraak
Afspraakje
Alludeer!
Citaat
Citeer!
Haal aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alludeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze citeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een toespeling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelt
Maak een toespeling!
Noem!
Rendez-vous
Speel toe!
Zinspeel! las palabrasBewoordingen
Woorden que el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten pronunciaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Spreek uit!
Spreek!
Uit! en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estoDeze
Dit un poemaDichtwerk
Gedicht
Vers?
¿QuéWat
Welke pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit! hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand de que sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af el dineroGeld
Poen? ¿QuiénWie oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond lo queDat wat
Wat dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei? Y eseDat
Die imbécilDom
Domme
Imbeciel
Imbeciele
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele de
Smerdiakov convertidó en una especieAangelegenheid
Soort de héroeHeld
Heros románticoRomantisch
Romantische que odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat a la sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging por suHaar
Hun
Uw
Zijn
condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde de hijoKind
Zoon ilegítimo, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un poemaDichtwerk
Gedicht
Vers a loDe
Hem
Het
U Byron? El casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak del hijoKind
Zoon que entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! en
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader y loDe
Hem
Het
U mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te matarloDoden, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds una novelaRoman niEn niet
Evenmin
Noch un poemaDichtwerk
Gedicht
Vers, sinoDoch
Echter
Maar un enigmaPuzzel
Raadsel
planteadoGepland
Gesteld
Ingesteld
Opgeworpen
Voorgesteld por una esfingePijlstaartvlinder
Sfinx, que tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht niEn niet
Evenmin
Noch ella mismaHaarzelf puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt resolverOplossen. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht.
¿Se puedeMen kan admitirAannemen
Accepteren
Ontvangen
Toegeven
Toelaten
Toestaan que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt un criminalCrimineel
Criminele
Misdadig
Misdadige
Misdadiger
Snode
Snood
Strafrechtelijk
Strafrechtelijke habiendoHebbend
Zijnd cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting un crimenMisdaad
Misdrijf? DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
de haberBezitting
Hebben
Zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que nuestraOns
Onze
Van ons tribunaKoorhek
Loge
Loggia
Oksaal
Tribune
Veranda debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn la escuelaKunstrichting
Leerschool
School de la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid y de las ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen sanasFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Jij/je geneest
Jij/je heelt
Jij/je wordt beter
Valide, la
defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren afirmaBetuig!
Bevestig!
Beweer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Stel!
Verzeker! que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend por prejuicioPrejudicie
Vooringenomenheid
Vooroordeel
Vooropgezette mening se puedeMen kan calificarKwalificeren de parricidio el asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden de un
padrePater
Vader. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el parricidio esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un prejuicioPrejudicie
Vooringenomenheid
Vooroordeel
Vooropgezette mening, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook hijoKind
Zoon puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt preguntar aVragen aan suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader por
quéWat
Welke tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast el deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn de quererloBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen, ¿quéWat
Welke será deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebehoren la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin y de las basesBasen
Bases
Basis-
Basissen
Gronden
Grondslagen
Grondvlakken
Jij/je baseert
Jij/je grondt de la sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging? El
parricida esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el 'azufreSolfer
Sulfer
Zwavel' de los mercaderesHandelaars
Handelaren
Kooplieden
Kooplui moscovitas. La defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is desnaturalizadoGedenatureerd las
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele tradicionesOverleveringen
Tradities de la justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid rusaRussin
Russisch
Russische, únicamenteAlleen
Uitsluitend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven la absoluciónAbsolutie
Absolveren
Vrijspraak
Vrijspreken de
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se puedeMen kan perdonarBegenadigen
Vergeven. El defensorVerdediger nos(Aan) ons
Ons pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag! que colmemosLaten we overlopen
Laten we overtreffen
Wij/we lopen over
Wij/we overlopen
Wij/we overtreffen de clemenciaClementie
Genade alNaar de
Naar het
criminalCrimineel
Criminele
Misdadig
Misdadige
Misdadiger
Snode
Snood
Strafrechtelijk
Strafrechtelijke, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef!, y nos(Aan) ons
Ons aseguraAssureer!
Betuig!
Bevestig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Maak vast!
Stel veilig!
Verstevig!
Verzeker!
Zet vast! que prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast veríamosWij/we zouden bekijken
Wij/we zouden kijken
Wij/we zouden zien el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind procederAfkomstig zijn
Afstammen
Het gevolg zijn van
Ontspruiten
Voortgaan
Voortkomen
Werken. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer modestoBescheiden
Discreet
Discrete
Eenvoudig
Eenvoudige
Ingetogen
Modesto
Simpel
Simpele
Zedig
Zedige alNaar de
Naar het contentarse conTevreden zijn met
Zich tevredenstellen met pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om la
absoluciónAbsolutie
Absolveren
Vrijspraak
Vrijspreken del acusadoAangeduid
Aangeklaagd
Aangeklaagde
Aangewezen
Beklaagde
Beschuldigd
Beschuldigde
Beticht
Getoond
Verraden
Verweerder. PodíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht haberBezitting
Hebben
Zijn solicitadoGesolliciteerd
Gevraagd la creaciónOprichting
Schepping de un fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! inmortalizarVereeuwigen
las hazañasHuzarenstukjes de los parricidas y presentarlasAanbieden
Belichten
Blootstellen
Etaleren
Indienen
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Vertonen
Voorstellen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ejemploExempel
Toonbeeld
Voorbeeld de la juventudJeugd
Jeugdigheid actualAanwezig
Aanwezige
Actueel
Actuele
Eigentijds
Eigentijdse
Huidig
Huidige
Present
Presente
Tegenwoordig
Tegenwoordige. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Fetiukovitch haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is rectificadoDoor herhaalde destillatie gezuiverd
Gelijkgericht
Gereviseerd
Op smaak gebracht el EvangelioEvangelie y la religiónGeloof
Geloofsleer
Godsdienst
Religie
Vroomheid. ' ¡TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist misticismoMysticisme! SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend yoEgo
Ik
poseoIk beheers
Ik ben rijk
Ik bezit
Ik heb
Ik houd erop na
Ik ken grondig la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid del cristianismoChristendom, de acuerdo conIn overeenstemming met el análisisAnalyse
Analysen
Analyses
Ontbinding
Ontbindingen
Ontleding
Ontledingen, la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand y las ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen sanasFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Jij/je geneest
Jij/je heelt
Jij/je wordt beter
Valide.'
InclusoZelfs nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is presentadoAangeboden
Belicht
Blootgesteld
Gepresenteerd
Geschonken
Geëtaleerd
Ingediend
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgestald
Vertoond
Voorgesteld una falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde image de CristoCrucifix
Christus. 'TeJe
Jou mediránZij/ze zullen afmeten
Zij/ze zullen meten
Zij/ze zullen opmeten
Zij/ze zullen opnemen
Zij/ze zullen uitmeten conDoor
Met
Per
Samen met la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve medidaAfgemeten
Afmeten
Gemeten
Grootte
Maat
Maatregel
Maté
Meten
Opgemeten
Opgenomen
Opmeten
Opnemen
Uitgemeten
Uitmeten
que midasJij/je meet
Jij/je meet af
Jij/je meet op
Jij/je meet uit
Jij/je neemt op túGe
Gij
Je
Jij. ' A estoDeze
Dit leHaar
Hem
Het
U llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur élHem
Hij proclamarAfkondigen
Proclameren
Uitvaardigen
Verkondigen la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is leídoBelezen
Gelezen el EvangelioEvangelie el díaDag
Etmaal antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
de pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken suHaar
Hun
Uw
Zijn discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! exhibirBlootstellen
Etaleren
Exposeren
Tentoonstellen
Uitbrengen
Uitstallen una interpretaciónDuiden
Interpretatie
Interpreteren
Toneelopleiding
Uitleggen
Verklaren
Vertaling
Vertolken
Vertolking originalApart
Aparte
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele y brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende en el
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is podidoGekund
Gemogen producirAandoen
Aanrichten
Afwerpen
Berokkenen
Opbrengen
Opleveren
Produceren
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
Voortbrengen. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, CristoCrucifix
Christus nos(Aan) ons
Ons prohíbeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbiedt
Verbied!
procederAfkomstig zijn
Afstammen
Het gevolg zijn van
Ontspruiten
Voortgaan
Voortkomen
Werken de este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer que induceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze induceert
Induceer! a la maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid. Lo queDat wat
Wat nos(Aan) ons
Ons ordenaBestel!
Beveel!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Ruim op!
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden! que hagamosLaten we aanmaken
Laten we bedrijven
Laten we doen
Laten we maken
Laten we uitbrengen
Laten we uitrichten
Laten we uitvoeren
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
devolverHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte por malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, sinoDoch
Echter
Maar ofrecerAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen la mejillaKoon
Wang y perdonarBegenadigen
Vergeven a los queWie
Zij die nos(Aan) ons
Ons ofendenZij/ze beledigen
Zij/ze grieven
Zij/ze krenken
Zij/ze verongelijken. EstoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats loDe
Hem
Het
U
que nos(Aan) ons
Ons enseñaBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Instrueer!
Laat zien!
Leer!
Onderwijs!
School!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs! DiosGod
Godheid y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt un prejuicioPrejudicie
Vooringenomenheid
Vooroordeel
Vooropgezette mening prohibirVerbieden a los hijosKinderen
Zonen
Zoons que matenBrengt u om!
Doodt u!
Maakt u dood!
Slacht u af!
Slacht u!
Zij/ze brengen om
Zij/ze doden
Zij/ze maken dood
Zij/ze slachten
Zij/ze slachten af a susHaar
Hun
Uw
Zijn padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders.
Guardémonos deLaten we zich hoeden
voor corregirBijsturen
Corrigeren
Nakijken
Verbeteren desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la tribunaKoorhek
Loge
Loggia
Oksaal
Tribune
Veranda el EvangelioEvangelie de DiosGod
Godheid, alNaar de
Naar het que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Fetiukovitch soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur 'el CrucificadoGekruisigd
Gekruist que amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten', enfrentándoseGeconfronteerd wordend met
Te staan komend voor conDoor
Met
Per
Samen met todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la RusiaRusland ortodoxaFijn
Fijne
Orthodox
Orthodoxe
Rechtzinnig
Rechtzinnige
Vrome
Vroom que, cuandoAls
Tijdens
Wanneer loDe
Hem
Het
U invocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Roep aan!
Roep!, proclamaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proclameert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaardigt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkondigt
Kondig af!
Proclameer!
Vaardig uit!
Verkondig!: '¡TúGe
Gij
Je
Jij ere nuestroOns
Onze
Van ons DiosGod
Godheid!'...
En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip intervinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intervenieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tussenbeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan el presidentePreses
President
Voorzitter paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! rogarAanvragen
Inroepen
Smeken
Verzoeken
Vragen alNaar de
Naar het oradorRedenaar que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank exageraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chargeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overdreef
Ik chargeerde
Ik dikte aan
Ik overdreef, que
permanecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Ik bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef en los justosAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige límitesGrenzen
Limieten
Perken, etcEnzovoorts., comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals todos losAlle presidentesPresessen
Presidenten
Presides
Voorzitters suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren en estosDeze
Dezen
casosCasus
Casussen
Gevallen
Naamvallen
Zaken. La salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un marZee tormentosoStormachtig
Stormachtige. El públicoAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke agitábase y proferíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Ik sprak
Ik sprak uit
Ik uitte exclamacionesUitroepen
de indignaciónVerontwaardiging. Fetiukovitch noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde; se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan a llevarseMeenemen
Overweg kunnen las manosDe handen ál
corazónHart
Klokhuis y a pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken en un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht de hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige palabrasBewoordingen
Woorden llenasAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Jij/je completeert
Jij/je dempt
Jij/je maakt vol
Jij/je schenkt vol
Jij/je spekt
Jij/je stopt
Jij/je voleindt
Jij/je vult
Jij/je vult aan
Jij/je vult in
Jij/je werkt bij
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige de
dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect. De nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer aludióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een toespeling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelde con ironíaIronisch a la psicologíaPsychologie
Zielkunde y a la novelaRoman, y hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag la oportunidadGelegenheid
Kans
de lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen estaDeze
Dit pulla: 'JúpiterJupiter, te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
iemand aan de stok
Jij/je meet je met
iemand equivocadoIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Vergist
Verkeerd
Verkeerde
Verward
Verwisseld, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl teJe
Jou enojasJij/je bedroeft
Jij/je ergert', lo queDat wat
Wat hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit reírLachen alNaar de
Naar het
públicoAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl HipólitoHippolytos Kirillovitch noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast la meMe
Mij nor semejanzaEvenbeeld
Gelijkenis
Overeenkomst conDoor
Met
Per
Samen met JúpiterJupiter. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord a la acusaciónAanduiden
Aangifte
Aanklacht
Aanklagen
Aanwijzen
Beschuldigen
Beschuldiging
Betichten
Telastlegging
Tenlastelegging
Tonen
Verraden de permitirGedogen
Niet beletten
Permitteren
Toelaten
Toestaan
Vergunnen
Veroorloven el parricidio, manifestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet blijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manifesteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte dignamente que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
responderAansprakelijk zijn
Antwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Reageren
Verantwoordelijk zijn
Verantwoorden. RespectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding a loDe
Hem
Het
U de la 'falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling de CristoCrucifix
Christus' y alNaar de
Naar het detalleAardigheidje
Behandelt u in details!
Bijzonderheid
Detail
Haalt u uit de
vorm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt in details
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit de
vorm
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt in het
klein
Ik behandel in details
Ik haal uit de
vorm
Ik verkoop in het
klein
Item
Verkoopt u in het
klein! de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand
dignado llamarleAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor DiosGod
Godheid, sinoDoch
Echter
Maar solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend 'el CrucificadoGekruisigd
Gekruist que amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, lo queDat wat
Wat
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander a la ortodoxiaOrthodoxie, Fetiukovitch contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde dando aUitziend op entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
conDoor
Met
Per
Samen met la creenciaGeloof
Overtuiging de que en aquellaDat
Die
Diegene salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten a salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red de acusacionesAangiften
Aangiftes
Aanklachten
Beschuldigingen
Telastleggingen
Tenlasteleggingen 'que eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren una
amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus un ciudadanoBurger
Staatsburger rectoDirect
Directe
Endeldarm
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Rectum
Recht
Rechtdoor
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse y lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige que...' . PeroDoch
Echter
Maar el presidentePreses
President
Voorzitter cortóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte sectie en este puntoDienaangaande
In dat opzicht
Wat dat betreft
suHaar
Hun
Uw
Zijn réplicaAntwoorden
Repliceren
Repliek y Fetiukovitch se inclinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen murmullos de aprobaciónBeamen
Billijken
Goedkeuren
Goedkeuring
Proeftijd
Toestemmen. A juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis de las
damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen, HipólitoHippolytos Kirillovitch habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden aplastadoGeplet
Uitgerold (van deeg).
A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se leHaar
Hem
Het
U concedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte la palabraBewoording
Woord a Mitia. ÉsteDeze
Dit se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker, peroDoch
Echter
Maar apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven alNaar de
Naar het limiteBegrenst u!
Beknot u!
Beperking
Beperkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt beperkingen op
aan
Ik begrens
Ik beknot
Ik beperk
Ik leg beperkingen op
aan
Legt u beperkingen op
aan! de susHaar
Hun
Uw
Zijn fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden físicasFysici
Fysiek
Fysieke
Lichaams-
Lichamelijk
Lichamelijke
Lijf-
Natuurkundigen
Natuurlijk
Natuurlijke y moralesMoerbeibomen
Moralen
Zedenleren
Zwarte moerbeibomen. La resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing y energíaArbeidsvermogen
Energie
Fut
Spirit
Veerkracht
Wilskracht conDoor
Met
Per
Samen met
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand desvanecidoVerdwenen
Vervaagd casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens aquellaDat
Die
Diegene
jornadaWerkdag parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als haberBezitting
Hebben
Zijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere una crisisCrises
Crisis
Crisissen decisivaBeslissend
Beslissende
Cruciaal
Cruciale
Finaal
Finale que leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs entoncesDan
Dus
Toen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan. HablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke. En susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden se
percibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inde geld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar la resignaciónBerusting
Geduld
Gelatenheid y el abatimientoDepressie
Deprimeren
Neerdrukken
Ontmoedigen
Ontmoediging
Terneerdrukken de la derrota.
-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt te gronde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Nederlaag
Richt te gronde!
Verkwist!
Verniel!
Vernietig!
Versla!¿QuéWat
Welke puedoIk kan
Ik mag decirOpgeven
Spreken
Zeggen, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren del juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury? Se meMe
Mij va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen. SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! míMe
Mij la manoDe hand de
DiosGod
Godheid. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd miMi
Mijn vidaHachje
Leven de desordenBuitensporigheid
Uitspatting
Verwarring
Wanorde
Warboel. Como siAlsof me confesaraIk bekende
Ik biechtte
Ik biechtte op anteSuède
Ten overstaan van
Voor DiosGod
Godheid, osJe
Jullie digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg que
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vertidoGegoten
Geplengd
Geschonken
Gestort
Gestrooid
Gieten
Ingegoten
Ingeschonken
Schenken
Storten
Vergoten la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! de miMi
Mijn padrePater
Vader. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was yoEgo
Ik quienDie
Wie loDe
Hem
Het
U matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af. YoEgo
Ik eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un libertinoBandeloos
Bandeloze
Boemelaar
Brasser
Losbol
Ongebreideld
Ongebreidelde
Teugelloos
Teugelloze
Zwabber
Zwierbol
Zwijn,
peroDoch
Echter
Maar meMe
Mij atraíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkerde
Ik bekoorde
Ik haalde aan
Ik lachte toe
Ik lokte
Ik lokte aan
Ik trok
Ik trok aan
Ik verlekkerde el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend deseéIk ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste corregirmeMe te corrigeren. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vividoGeleefd
Gewoond comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un animalBeest
Dier salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste.
DoyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer fiscalFiscaal
Fiscale. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk de míMe
Mij cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken que yoEgo
Ik ignorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze negeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist niet
Ik negeerde
Ik wist niet; peroDoch
Echter
Maar se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
equivocadoIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Vergist
Verkeerd
Verkeerde
Verward
Verwisseld alNaar de
Naar het afirmarBetuigen
Bevestigen
Beweren
Stellen
Verzekeren que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht a miMi
Mijn padrePater
Vader. DoyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook a miMi
Mijn defensorVerdediger;
suHaar
Hun
Uw
Zijn discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen de emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is debidoBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Juist
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest admitirAannemen
Accepteren
Ontvangen
Toegeven
Toelaten
Toestaan, ni siquieraZelfs niet comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
suposiciónAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen
Veronderstelling, que yoEgo
Ik hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! podidoGekund
Gemogen matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten a miMi
Mijn padrePater
Vader, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
creáisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen a los médicosArtsen
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Medici
Medisch
Medische: conservoIk behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle miMi
Mijn razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand; miMi
Mijn únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte es queDat komt omdat
Want estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals meMe
Mij
perdonáisJullie begenadigen
Jullie vergeven, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals meMe
Mij devolvéisJullie bezorgen terug
Jullie brengen terug
Jullie geven terug
Jullie geven weer
Jullie hergeven
Jullie heruitzenden
Jullie reproduceren
Jullie retourneren
Jullie sturen terug
Jullie vergelden
Jullie wijzen terug la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid, oraréIk zal bidden por vosotrosGijlieden
Je
Jullie y seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever: osJe
Jullie doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
miMi
Mijn palabraBewoording
Woord, osJe
Jullie loDe
Hem
Het
U juroIk bezweer
Ik leg een eed
af
Ik vloek
Ik zweer anteSuède
Ten overstaan van
Voor DiosGod
Godheid. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals meMe
Mij condenáisJullie veroordelen, yo mismoIkzelf romperéIk zal afbreken
Ik zal breken
Ik zal doorbreken
Ik zal kapot maken
Ik zal kapotmaken
Ik zal schenden
Ik zal stukbreken
Ik zal verbreken miMi
Mijn espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard y besaréIk zal kussen
Ik zal zoenen
los pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks. PeroDoch
Echter
Maar perdonadmeBegenadig!
Vergeef!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij privéisJullie beroven
Jullie plunderen uit de DiosGod
Godheid, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl me conozcoIk ken me
Ik word bekend y séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! que
acabaréIk zal afmaken
Ik zal afsluiten
Ik zal afwerken
Ik zal besluiten
Ik zal beëindigen
Ik zal eindigen
Ik zal opgebruiken
Ik zal opmaken
Ik zal opteren
Ik zal uitmaken
Ik zal uitwerken
Ik zal verbruiken
Ik zal verdoen
Ik zal verklungelen
Ik zal verkwisten
Ik zal vermorsen
Ik zal verspillen
Ik zal voleindigen por rebelarmeRebelleren contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus miMi
Mijn destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland... EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit aniquiladoOnbruikbaar gemaakt
Teniet gedaan
Tot niets herleid
Vernietigd
Weggecijferd, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren. ¡PerdónenmeBegenadigt u!
Pardon
Vergeeft u!
Zij/ze begenadigen
Zij/ze vergeven!
Se desplomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de loodrechte
stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel bewusteloos neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel dood neer en suHaar
Hun
Uw
Zijn asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting. SuHaar
Hun
Uw
Zijn vozInspraak
Stem
Stemgeluid se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand quebradoAfgebroken
Breuk
Doorgebroken
Fractie
Gebroken
Geschonden
Stukgebroken
Verbroken; suHaar
Hun
Uw
Zijn últimaAchterste
Jongstleden
Laatste fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden un
murmulloGemompel
Gemurmel
Geprevel
Geroezemoes ininteligible. Acto seguidoVolgende stap, el tribunalBalie
Gerecht
Gerechtsgebouw
Rechtbank
Tribunaal redactóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stileerde las preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury y
pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om las conclusionesBesluiten
Beëindigingen
Conclusies
Einden
Eindes
Enden
Gevolgtrekkingen a las dos2
Do's
Twee
Tweede partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes. MomentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, el juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury se dispuso aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
maken
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! deliberarBeraadslagen
Overleggen. El presidentePreses
President
Voorzitter, que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat extenuadoVerzwakt
Verzwakte, se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan a decirOpgeven
Spreken
Zeggen: 'SeanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn imparciales,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se dejenZij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen influirBeïnvloeden
Invloed hebben op por la elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid de la defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren; peroDoch
Echter
Maar meditenBedenkt u!
Denkt u na!
Mediteert u!
Overdenkt u!
Peinst u!
Wikt u!
Zij/ze bedenken
Zij/ze denken na
Zij/ze mediteren
Zij/ze overdenken
Zij/ze peinzen
Zij/ze wikken
Zij/ze zinnen
Zij/ze zinnen op
Zint u op!
Zint u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart suHaar
Hun
Uw
Zijn decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
olvidenLeert u af!
Vergeet u!
Verleert u!
Zij/ze leren af
Zij/ze vergeten
Zij/ze verleren la altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven misiónAfzenden
Expediëren
Missie
Opdracht
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
Zending que se lesHen
Hun
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is confiadoGoed van vertrouwen
Toevertrouwd
Vertrouwd
Vertrouwen gehad in.'
Se retiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug el juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury y se suspendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nee tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nee tegen la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht. Los concurrentes pudieronZij/ze konden
Zij/ze mochten dar una vueltaKeer om
por el edificioBouwsel
Bouwwerk
Constructie
Gebouw
Perceel, cambiarAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen impresionesAfdrukken
Indrukken
Jij/je belicht
Jij/je maakt indruk op
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt tentoon
Jij/je zet uiteen
Sporen
Voetsporen, restaurarHerstellen
Maken
Repareren
Restaureren
Verhelpen
Verstellen
Weer op de troon
brengen susHaar
Hun
Uw
Zijn fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden en el barBar
Buffet
Café
Tapkast. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!,
alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom la una de la madrugadaVroeg opgestaan
Vroege morgen
Vroege ochtend, peroDoch
Echter
Maar nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich. La tensiónDe spanning nerviosaNerveus
Nerveuze
Zenuwachtig
Zenuwachtige noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank permitíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde
Ik belette niet
Ik gedoogde
Ik liet toe
Ik permitteerde
Ik stond toe
Ik vergunde
Ik veroorloofde
pensar enDenken aan
Nadenken over el descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esperabanZij/ze hoopten
Zij/ze stonden te wachten
Zij/ze verwachtten
Zij/ze voorzagen
Zij/ze wachtten
Zij/ze wachtten af
Zij/ze wachtten op
Zij/ze waren bedacht op
Zij/ze zagen vooruit el veredictoJudicium
Sententie
Uitspraak
Vonnis conDoor
Met
Per
Samen met la ansiedadAngst
Benauwdheid
Spanning de la dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend las
damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten segurasBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige del resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond que esperabanZij/ze hoopten
Zij/ze stonden te wachten
Zij/ze verwachtten
Zij/ze voorzagen
Zij/ze wachtten
Zij/ze wachtten af
Zij/ze wachtten op
Zij/ze waren bedacht op
Zij/ze zagen vooruit con impacienciaOngeduldig febrilKoortsachtig
Koortsachtige. 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cabeBehoor iemand toe!
Ben mogelijk!
Ben natuurlijk!
Bevat!
Heb plaats!
Heb toegang!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft toegang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is natuurlijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt te beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt ten deel
Kom iemand toe!
Laat toe!
Neem aan!
Omvat!
Ontvang!
Pas!
Val te beurt!
Val ten deel!
dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling de que loDe
Hem
Het
U absolveránZij/ze zullen absolveren
Zij/ze zullen de absolutie
geven
Zij/ze zullen vrijspreken', afirmabanZij/ze betuigden
Zij/ze bevestigden
Zij/ze beweerden
Zij/ze stelden
Zij/ze verzekerden. Y se preparaban paraZij/ze bereidden zich voor
op
Zij/ze maakten zich klaar
voor el momentoHet ogenblik emocionanteOntroerend
Ontroerende
del entusiasmoEnthousiasme
Geestdrift
Ik beziel
Ik enthousiasmeer
Uitbundigheid generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren mayoríaGros
Meerderheid
Merendeel los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten que estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten segurosAssuranties
Assurantiën
Behouden
Geborgen
Safe
Safes
Veilig
Veilige
Verzekering
Verzekeringen de la
absoluciónAbsolutie
Absolveren
Vrijspraak
Vrijspreken. AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige se mostrabanZij/ze lieten zich zien
Zij/ze vertoonden zich satisfechosBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane, peroDoch
Echter
Maar otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank disimulabanZij/ze verborgen suHaar
Hun
Uw
Zijn contrariedadTegenslag,
pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit! evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende de que considerabanZij/ze beschouwden
Zij/ze beschouwden als
Zij/ze gingen na
Zij/ze hielden rekening met
Zij/ze overwogen culpableDader
Schuldig
Schuldige alNaar de
Naar het acusadoAangeduid
Aangeklaagd
Aangeklaagde
Aangewezen
Beklaagde
Beschuldigd
Beschuldigde
Beticht
Getoond
Verraden
Verweerder. Fetiukovitch estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker de
suHaar
Hun
Uw
Zijn éxitoAfloop
Einde
Hit
Resultaat
Succes. LeHaar
Hem
Het
U rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde un grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm de admiradoresBewonderaars que loDe
Hem
Het
U felicitabanZij/ze feliciteerden
Zij/ze wensten geluk efusivamente.
-HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand -decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei el famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde abogadoAdvocaat
Bepleit
Gepleit
Opgekomen voor
Pleitbezorger
Raadsman
Verdedigd
Verdediger
Voorspreker
Zaakbezorger, y susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden se divulgaronZij/ze deelden mede
Zij/ze deelden mee
Zij/ze kondigden aan
Zij/ze kondigden af
Zij/ze maakten openbaar
Zij/ze maakten ruchtbaar
Zij/ze publiceerden
Zij/ze stelden in kennis
Zij/ze verwittigden inmediatamente-una
serieReeks
Ris
Rist
Serie
Set de hilosDraden
Garens invisiblesOnzichtbaar
Onzichtbare que unenZij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen samen
Zij/ze verbinden
Zij/ze verenigen
Zij/ze voegen aaneen alNaar de
Naar het defensorVerdediger conDoor
Met
Per
Samen met los miembrosLedematen
Leden
Lidmaten del juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury. EstosDeze
Dezen enlacesAanknopingspunten
Aansluitingen
Hyperlinks
Linken
se establecenZij/ze vestigen zich duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens el discursoOratie
Rede
Redevoering
Speech
Toespraak
Vertoog de la defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren. SéBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! que existenEr bestaan
Zij/ze bestaan, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl los heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig.
PuedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten tranquilosBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille: tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast ganadaBehaald
Gewonnen
Verdiend la causaDe oorzaak.
Un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid y picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige de viruelas, de semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht ceñudo, propietarioBezitter
Eigenaar
Houder de los
alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken de la ciudadPlaats
Stad, se acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm y exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet:
-VeremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien lo queDat wat
Wat decidenZij/ze beslissen
Zij/ze besluiten
Zij/ze maken uit
Zij/ze nemen zich voor esosDie palurdosBoers
Boerse
Lomp
Lompe
Lomperds
Pummels.
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn palurdosBoers
Boerse
Lomp
Lompe
Lomperds
Pummels: hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand cuatro4
Vier funcionariosAmbtenaars
Ambtenaren
Beambten
Functionarissen
Officials.
-SíJa
Jawel
Wel
Zich, cuatro4
Vier funcionariosAmbtenaars
Ambtenaren
Beambten
Functionarissen
Officials -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei un miembroLedemaat
Lid
Lidmaat del Zemstvo.
-OigaHallo
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoort u!
Ik hoor
Ik verneem
Ik versta
Luistert u eens
Verneemt u!
Verstaat u!, Prochor Ivanovitch: ¿conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet! ustedGij
U a Nazarev, eseDat
Die comercianteHandelaar
Koopman
Winkelier
Zakenman alNaar de
Naar het que
concedieronZij/ze kenden toe
Zij/ze verschaften una medallaMedaille
Penning? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los miembrosLedematen
Leden
Lidmaten del jurado.
-Bezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury¿Y quéWat
Welke?
-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una de las lumbrerasDakramen
Patrijspoorten
Ventilatieopeningen de la corporaciónBedrijf
Corporatie
Gilde
Vakvereniging
Vennootschap.
-PeroDoch
Echter
Maar nuncaNimmer
Nooit despega(Het) laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Maak los! los labiosLippen.
-MejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. NingúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei petersburgués puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt darleGeef het leccionesLessen. Tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que doce12
Twaalf hijosKinderen
Zonen
Zoons.
En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de nuestrosOnze
Van ons jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille funcionarios:
-Ambtenaars
Ambtenaren
Beambten
Functionarissen
Officials¿CreenCreëert u!
Maakt u!
Richt u op!
Schept u!
Zij/ze creëren
Zij/ze denken
Zij/ze geloven
Zij/ze houden voor
Zij/ze maken
Zij/ze menen
Zij/ze richten op
Zij/ze scheppen ustedesGij
U posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U absuelvanAbsolveert u!
Geeft u de absolutie!
Spreekt u vrij!
Zij/ze absolveren
Zij/ze geven de absolutie
Zij/ze spreken vrij?
-EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker de que loDe
Hem
Het
U absolveránZij/ze zullen absolveren
Zij/ze zullen de absolutie
geven
Zij/ze zullen vrijspreken -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei otraAnder
Andere
Nog een
Nog één vozInspraak
Stem
Stemgeluid en tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht resuelto.
-Opgelost¡Sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn vergonzosoBeschaamd
Beschaamde
Beschamend
Beschamende
Vernederend
Vernederende que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U absolvieranZij/ze absolveerden
Zij/ze gaven de absolutie
Zij/ze spraken vrij! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet el funcionarioAmbtenaar
Beambte
Functionaris
Official-. AunKattenklauw
Nog
Zelfs admitiendoAannemend
Accepterend
Ontvangend
Toegevend
Toelatend
que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting el homicidioDoodslag, hay queMen moet tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden en cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el padrePater
Vader alNaar de
Naar het que dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat enajenado. PudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht darleGeef het un golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand de
morteroHouwitser
Metselkalk
Mortel
Mortier
Specie
Vijzel, y serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn estoDeze
Dit suficienteVoldoende para queOpdat
Zodat la víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer se desplomaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de loodrechte
stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel bewusteloos neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel dood neer... Creo queIk denk dat haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden un
errorAbuis
Afwijking
Dwaling
Fout
Vergissing
Verschil mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren a Smerdiakov en el asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden una notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan! grotescaGrotesk
Groteske
Potsierlijk
Potsierlijke. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel del defensorVerdediger, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel: 'HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader, ¡peroDoch
Echter
Maar está libreBen vacant!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vacant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaceert
Sta open!
Vaceer!
de culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld, carambaTjonge jonge
Verdorie! '
-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende esoDat
Die
Zulks haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet. La únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke diferenciaBen het oneens!
Differentieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze differentieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het oneens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verschil tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Maak verschil tussen!
Onderscheid
Onderscheid!
Verander!
Verschil es queDat komt omdat
Want noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk 'carambaTjonge jonge
Verdorie'.
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, peroDoch
Echter
Maar leHaar
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is faltadoAbsent geweest
Afwezig geweest
Gescheeld
Ontbroken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige -intervinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intervenieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tussenbeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan un tercero3e
Derde.
-OiganHoort u!
Verneemt u!
Verstaat u!
Zij/ze horen
Zij/ze vernemen
Zij/ze verstaan, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren; en la cuaresmaVastentijd se absolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze absolveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf de absolutie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak vrij a una actrizActrice
Toneelspeelster que leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had cortadoAfbreken
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Afplukken
Afrukken
Doorgesneden
Doorsnijden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Hakken
Het hoofd afgeslagen
Houwen
Kappen
Knippen
Koffie met een beetje
melk
Koffie met melk
Koffie met weinig melk
Onthoofd
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verricht
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitgeschakeld
Uitschakelen
Versneden
Weggescheurd
Wegscheuren el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
a la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de suHaar
Hun
Uw
Zijn amanteGeliefde
Maîtresse
Minnaar
Minnares.
-SíJa
Jawel
Wel
Zich, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U cortóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte sectie del todoGeheel.
-Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort; el casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak es queDat komt omdat
Want habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had empezadoAangebroken
Aangesneden
Aangevangen
Begonnen
Ingegaan.
-Lo queDat wat
Wat haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk de los hijosKinderen
Zonen
Zoons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke.
-Desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet.
-¿Y quéWat
Welke lesHen
Hun
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen loDe
Hem
Het
U del misticismoMysticisme?
-DejenLaat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Leent u!
Legateert u!
Levert u op!
Staat u toe!
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Vermaakt u!
Vertrouwt u toe!
Verzuimt u!
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen en pazQuitte alNaar de
Naar het misticismoMysticisme -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei otraAnder
Andere
Nog een
Nog één vbz-y piensen enDenkt u aan!
Denkt u na over!
Zij/ze denken aan
Zij/ze denken na over lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit! a HipólitoHippolytos
Kirillovitch. SuHaar
Hun
Uw
Zijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat a vengarWraak nemen
Wreken de lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet a Mitia.
-¿PeroDoch
Echter
Maar estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! aquíAlhier
Hier suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon?
-Por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat. EllaHaar
Ze
Zij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la queDat
Die
Wie
Zij die manda enHeers in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert in
Regeer in! la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. ¡Y tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast un genioBeschermgeest
Geest
Genie
Genius!
En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm se comentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte opmerkingen
Ik becommentarieerde
Ik commentarieerde
Ik deelde mee
Ik maakte opmerkingen:
-Tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht loDe
Hem
Het
U absuelvanAbsolveert u!
Geeft u de absolutie!
Spreekt u vrij!
Zij/ze absolveren
Zij/ze geven de absolutie
Zij/ze spreken vrij.
-Tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht. Y mañanaMorgen
Ochtend arrasaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal met de
grond gelijk maken 'La CapitalHoofdstad
Kapitaal
Vermogen' y cogerá(Het) zal pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afplukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beetnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beetpakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bemachtigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal grijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tokkelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vastgrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vatten una borracheraDrinkgelag
Dronkenschap
Roes
Zwelgpartij que leHaar
Hem
Het
U duraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beklijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal duren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal standhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voortduren diez10
Tien
díasDagen
Etmalen.
-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke demonioBoze geest
Demon
Duivel.
-Ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl nombraBenoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Maak uit voor!
Noem!
Stel aan! ustedGij
U alNaar de
Naar het demonioBoze geest
Demon
Duivel, observenBemerkt u!
Kijkt u toe!
Merkt u op!
Merkt u!
Neemt u waar!
Observeert u!
Slaat u gade!
Ziet u toe!
Zij/ze bemerken
Zij/ze kijken toe
Zij/ze merken
Zij/ze merken op
Zij/ze nemen waar
Zij/ze observeren
Zij/ze slaan gade
Zij/ze zien toe que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn podidoGekund
Gemogen pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te élHem
Hij. En
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, suHaar
Hun
Uw
Zijn presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij! aquíAlhier
Hier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer indicadaAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Beduid
Een sein gegeven
Een teken gegeven
Gekenmerkt
Gelaten zien
Gemerkt
Geseind
Getekend
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond.
-SeñoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren, la elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se puedeMen kan romperleAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken la cabezaHoofd
Kop
Krop a un
padrePater
Vader impunemente. ¿AdóndeWaarheen iríamos aWij/we zouden gaan naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten?
-El carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen, ¿recuerdanZij/ze herdenken
Zij/ze herinneren
Zij/ze onthouden
Zij/ze weten nog ustedesGij
U?
-SíJa
Jawel
Wel
Zich, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet un carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen de un carretónKar
Loopwagen.
-MañanaMorgen
Ochtend volverá aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal teruggaan naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkeren naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkomen naar serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn carretónKar
Loopwagen el carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig loDe
Hem
Het
U exigenZij/ze eisen
Zij/ze eisen op
Zij/ze rekenen
Zij/ze schrijven voor
Zij/ze vereisen
Zij/ze vergen
Zij/ze verlangen
Zij/ze vorderen las circunstanciasOmstandigheden.
-La genteLieden
Lui
Mensen
Volk se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend desconfiadaGewantrouwd
Wantrouwend
Wantrouwende. ¿Es queDat komt omdat
Want yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid en RusiaRusland?
PeroDoch
Echter
Maar en estoDeze
Dit se oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond la campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid. El juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden deliberandoBeraadslagend
Overleggend una horaTijd
Uur
exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe. El públicoAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar ocuparBekleden
Beslaan
Betrekken
Bewaren
Bewonen
Bezetten
Bezig houden
Bezighouden
In beslag nemen
Vervullen susHaar
Hun
Uw
Zijn puestosAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambten
Banen
Betrekkingen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkramen
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaatsen
Posten
Stalletjes
Stands
Wachtposten
Werkkringen y en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd un silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
absolutoAbsolute
Absoluut
Onvermengd
Onvermengde
Onvoorwaardelijk
Onvoorwaardelijke
Pure
Puur
Volstrekt
Volstrekte
Zuiver
Zuivere. SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend recordaréIk zal herdenken
Ik zal herinneren
Ik zal nog weten
Ik zal onthouden la apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen del juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank citaréIk zal aanhalen
Ik zal alluderen
Ik zal citeren
Ik zal een toespeling
maken
Ik zal noemen
Ik zal toespelen
Ik zal zinspelen todas lasAlle preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige se meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven de la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling. Lo queDat wat
Wat recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord a la
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste, peroDoch
Echter
Maar cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier textoTekst exactoAccuraat
Accurate
Exact
Exacte
Getrouw
Getrouwe
Goed
Goede
Juist
Juiste
Nauwgezet
Nauwgezette
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Precies
Prompt
Prompte
Punctueel
Punctuele
Recht
Rechte
Stipt
Stipte
Trouw
Trouwe
Zorgvuldig
Zorgvuldige heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook. La preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn: '¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht el acusadoAangeduid
Aangeklaagd
Aangeklaagde
Aangewezen
Beklaagde
Beschuldigd
Beschuldigde
Beticht
Getoond
Verraden
Verweerder paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! robarBeroven
Bestelen
Buitmaken
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
Zich vergrijpen aan y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is obradoBezig geweest
Geageerd
Gedaan
Gehandeld
Gewerkt
Opgetreden
Te werk gegaan
Voortgegaan conDoor
Met
Per
Samen met premeditación?' A loDe
Hem
Het
U
que el funcionarioAmbtenaar
Beambte
Functionaris
Official que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was presidentePreses
President
Voorzitter y el miembroLedemaat
Lid
Lidmaat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille del juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere, en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van un silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden:
-SíJa
Jawel
Wel
Zich.
Y la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond a todas lasAlle preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste atenuante.
NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer rigorStijfheid; todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle contaban conZij/ze hadden fiducie in
Zij/ze stelden vertrouwen in
Zij/ze vertrouwden que el juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury mostraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou laten zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tentoonspreiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitwijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wijzen
Ik zou laten zien
Ik zou tentoonspreiden
Ik zou tonen
Ik zou uitwijzen
Ik zou vertonen
Ik zou wijzen por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere indulgenciaAflaat
Inschikkelijkheid
Strafontheffing
Toegeeflijkheid.
ContinuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen. El auditorioAuditorium
Concertzaal, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer los partidariosAanhangers
Adepten
Leden
Lidmaten
Partijgangers
Partijleden de la condenaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelt
Veroordeel! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los de la
absoluciónAbsolutie
Absolveren
Vrijspraak
Vrijspreken, estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten petrificadosGepetrificeerd
Versteend. PeroDoch
Echter
Maar estaDeze
Dit calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust! sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend duróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stand unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se
desencadenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende un espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke tumultoGetier
Herrie
Lawaai
Rel
Roerigheid
Rustverstoring
Spektakel
Tumult. EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer satisfechosBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane,
que inclusoZelfs se frotabanZij/ze wreven in las manosDe handen. Los disconformes dabanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden muestrasAdstructies
Betuigingen
Bewijzen
Blijken
Jij/je laat zien
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst uit
Monsters
Proefstukken
Proeven
Specimens
Specimina
Staaltjes
Stalen
Tekenen
Tekens de abatimientoDepressie
Deprimeren
Neerdrukken
Ontmoedigen
Ontmoediging
Terneerdrukken; se
encogian de hombrosSchouders y murmurabanZij/ze bromden
Zij/ze kabbelden
Zij/ze klaterden
Zij/ze kletsten
Zij/ze mompelden
Zij/ze morden
Zij/ze mummelden
Zij/ze murmelden
Zij/ze ruisten
Zij/ze spraken kwaad sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de lo queDat wat
Wat decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden. La conductaGedrag
Houding
Wandel de
las damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende: creí queIk dacht dat se ibanZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich a amotinar. Primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke se quedaronZij/ze bleven
Zij/ze bleven achter
Zij/ze bleven over
Zij/ze resteerden
Zij/ze restten
Zij/ze toefden
Zij/ze verbleven
Zij/ze werden perplejasBenard
Benarde
In verlegenheid
Ontdaan
Ontdane
Onthutst
Onthutste
Perplex
Perplexe
Verbluft
Verblufte
Verslagen
Verstomd
Verstomde,
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen créditoCredit
Creditzijde
Krediet
Tegoed a susHaar
Hun
Uw
Zijn oídosGehoord
Vernomen
Verstaan. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, empezaron(Zij) begonnen
Zij/ze begonnen
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze sneden aan
Zij/ze vingen aan a proferirSpreken
Uiten
Uitspreken exclamacionesUitroepen. '¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke?' ' ¡EstoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats inaudito!' Se levantabanZij/ze gingen staan
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze werden wakker a iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, creíanZij/ze dachten
Zij/ze geloofden
Zij/ze hielden voor
Zij/ze meenden
que se podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht rectificarAssaisoner
Door herhaalde destillatie zuiveren
Gelijkrichten
Op smaak brengen, empezarAanbreken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer. En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip Mitia se puso en pieHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op y
exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid desgarradaDoorgescheurd
Schaamteloos
Schaamteloze
Vaneengescheurd
Verscheurd y tendiendoOntvouwend
Ophoudend
Rekkend
Spreidend
Strekkend
Uitbreidend
Uitspreidend
Uitstekend
Uitstrekkend los brazosArmen haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor delante:
-Daarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer¡JuroIk bezweer
Ik leg een eed
af
Ik vloek
Ik zweer anteSuède
Ten overstaan van
Voor DiosGod
Godheid y en esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit! del Juicio FinalDag des oordeels
Laatste oordeel, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht a miMi
Mijn padrePater
Vader! ¡Katia, teJe
Jou
perdonoIk begenadig
Ik vergeef! ¡HermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, absolvedAbsolveer!
Geef de absolutie!
Spreek vrij! a la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten: se loDe
Hem
Het
U impidieronZij/ze beletten
Zij/ze blokkeerden
Zij/ze verhinderden
Zij/ze verhoedden
Zij/ze voorkwamen los sollozosSnikken. SuHaar
Hun
Uw
Zijn vozInspraak
Stem
Stemgeluid habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had cambiadoAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt; se diríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bij zichzelf
zeggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gezegd worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich noemen que
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la de otraAnder
Andere
Nog een
Nog één personaMens
Personage
Persoon; teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast un sonidoGeluid
Gerucht
Klank extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke, venidoGekomen
Meegekomen de DiosGod
Godheid sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist dóndeWaar
Waarheen. En las
tribunasKoorhekken
Loges
Loggia's
Oksalen
Tribunes
Veranda's, en uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los rinconesHoeken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus invisiblesOnzichtbaar
Onzichtbare, resonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze galmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resoneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weergalmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerklonk un gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw agudoAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige. El gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Gruchegnka. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had suplicadoAfgesmeekt
Gesmeekt que la dejaranZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer la defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren empezaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan suHaar
Hun
Uw
Zijn informeBericht
Bericht u!
Brengt u over!
Brengt u verslag uit!
Deelt u mede!
Deelt u mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bericht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt verslag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze informeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze refereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Ik bericht
Ik breng over
Ik breng verslag uit
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik informeer
Ik kondig aan
Ik licht in
Ik licht voor
Ik meld
Ik refereer
Ik stel in kennis
Ik versla
Ik verwittig
Informatie
Informeert u!
Inlichting
Kondigt u aan!
Licht u in!
Licht u voor!
Meldt u!
Refereert u!
Stelt u in kennis!
Terechtwijzing
Verslaat u!
Verslag
Verwittiging
Verwittigt u!.
Se llevaronZij/ze konden overweg
Zij/ze namen mee a Mitia. La sentenciaArrest
Bestem voor!
Doe een uitspraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een uitspraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Sententie
Spreek uit!
Spreuk
Vonnis
Vonnis!
Zinspreuk se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
iets paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el díaDag
Etmaal siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende. Los queWie
Zij die tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
se pusieron en pieZij/ze gingen staan
Zij/ze stonden op. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle murmurabanZij/ze bromden
Zij/ze kabbelden
Zij/ze klaterden
Zij/ze kletsten
Zij/ze mompelden
Zij/ze morden
Zij/ze mummelden
Zij/ze murmelden
Zij/ze ruisten
Zij/ze spraken kwaad, peroDoch
Echter
Maar yoEgo
Ik yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank prestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Ik leende
Ik leende uit atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige comentariosCommentaar
Commentaren que se hicieronZij/ze raakten
Zij/ze werden en el pórticoOverdekte zuilengang
Portaal
Portiek
Voordeur
Zuilengang.
-LoDe
Hem
Het
U condenaránZij/ze zullen veroordelen loDe
Hem
Het
U menos aBehalve van veinte20
Twintig añosJaren de trabajosArbeiden
Bewerkingen
Emplooien
Karweien
Verwerkingen
Werken forzadosAangerand
Gedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Geweld aangedaan
Verkracht
Verplicht en las minasJij/je ondergraaft
Jij/je ondermijnt
Mijnen.
-EsoDat
Die
Zulks comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige.
-Los palurdosBoers
Boerse
Lomp
Lompe
Lomperds
Pummels del juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand mantenidoErop nagehouden
Gehouden
Onderhouden firmesBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Jij/je onderschrijft
Jij/je ondertekent
Jij/je tekent
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Vast
Vaste
Veilig
Veilige.
-Y hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn ajustadoAanbesteed
Aangegaan
Afgesloten
Bijgesteld
Gecontracteerd
Gerectificeerd
Rechtgezet
Verbeterd las cuentas aJij/je vertelt aan Mitia.
EPÍLOGOEpiloog
Narede
CAPÍTUI.O PRIMERO1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
PLANESBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Opzetten
Plannen
Plattegronden
Projecten DE EVASIÓNOntduiken
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontvluchten
Ontwijken
A los cinco5
Vijf díasDagen
Etmalen de verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien la causaDe oorzaak contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus Mitia, Aliocha fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de CatalinaCatalina
Katrijn
Ivanovna a las ocho8
Acht de la mañanaMorgen
Ochtend conDoor
Met
Per
Samen met el propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen de llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a un acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze definitivoDefinitief
Definitieve
Onherroepelijk
Onherroepelijke
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Vast
Vaste sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware. AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, leHaar
Hem
Het
U hablanZij/ze converseren
Zij/ze praten
Zij/ze spreken hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet un encargoAanvraag
Aanvragen
Bestellen
Bestelling
Ik belast met
Ik bestel
Ik draag op
Ik geef opdracht
Ik vraag aan
Opdragen
Order. La jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en el
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal en queWaarin hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken recibidoAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen a Gruchegnka. En la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning vecinaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouw
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige yacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Ik lag IvánIvan,
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten. AlNaar de
Naar het darleGeef het el ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag en la audienciaAudiëntie, CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
ordenadoBesteld
Bevolen
Gelast
Gesommeerd
Netjes
Opgeruimd
Opgeruimde
Verordend
Voorgeschreven que loDe
Hem
Het
U trasladaranZij/ze brachten over
Zij/ze plaatsten over
Zij/ze verlegden
Zij/ze verplaatsten
Zij/ze zetten om a suHaar
Hun
Uw
Zijn domicilioDomicilie
Woonplaats, sin queZonder dat leHaar
Hem
Het
U importaranZij/ze bedroegen
Zij/ze beliepen
Zij/ze deden ter zake
Zij/ze importeerden
Zij/ze maakten uit
Zij/ze voerden in
Zij/ze waren erg
Zij/ze waren van belang las murmuraciones que
estaDeze
Dit conductaGedrag
Houding
Wandel habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had de provocarKotsen
Opwekken
Overgeven
Provoceren
Tarten
Tergen
Uitbraken
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten
Veroorzaken. Una de las dos2
Do's
Twee
Tweede parientas que vivían conZij/ze woonden bij ellaHaar
Ze
Zij hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! MoscúMoskou; la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één se hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden. PeroDoch
Echter
Maar aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al se hubieranZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand marchadoGelopen
Gemarcheerd las dos2
Do's
Twee
Tweede, elloDat
Het noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn influidoBeïnvloed
Invloed gehad op en la decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing de CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna de cuidarBewaken
Bezorgd zijn
Ervoor zorgen
Opletten
Oppassen
Passen op
Verplegen
Verzorgen
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
Zorgen voor alNaar de
Naar het enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke nocheAvond
Nacht y díaDag
Etmaal. LoDe
Hem
Het
U
asistíanZij/ze assisteerden
Zij/ze bedeelden
Zij/ze hielpen
Zij/ze hielpen mee
Zij/ze stonden bij
Zij/ze stonden ter zijde
Zij/ze verzorgden
Zij/ze waren aanwezig
Zij/ze waren aanwezig bij
Zij/ze woonden bij los doctoresArtsen
Doctoren
Doctors
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Kerkleraars
Kerkleraren
Medici Varvinski y Herzenstube. El especialistaExpert
Specialist
Vakgeleerde de MoscúMoskou se hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
marchadoGelopen
Gemarcheerd sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen comprometerseCompromitteren
Zich verbinden a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen suHaar
Hun
Uw
Zijn opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij del términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending de la
enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte. Los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één dos2
Do's
Twee
Tweede médicosArtsen
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Medici
Medisch
Medische hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit insinuacionesInsinuaties tranquilizadoras, peroDoch
Echter
Maar se
negabanZij/ze loochenden
Zij/ze ontkenden a expresarBetuigen
Opperen
Uitdrukken
Uiten
Uitspreken
Verwoorden con firmezaStevig susHaar
Hun
Uw
Zijn esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen.
Aliocha visitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik bezocht
Ik ging af
Ik zocht op a suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater dos vecesTwee keer
Tweemaal al díaPer dag; masDoch
Echter
Maar
Plus estaDeze
Dit vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest resolverOplossen un
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je abordarAan komen lopen
Aan land gaan
Aan wal komen
Aanklampen
Aanlanden
Aanpakken
Beginnen met
Landen
Stoten op
Toetreden
Zich stoten aan. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a hacerloDoen
Laten
Maken, por considerarloBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met un deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn ineludibleOnontkoombaar
Onontkoombare.
LlevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden un cuarto de horaKwartier hablandoConverserend
Pratend
Sprekend. CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna, pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale, extenuadaVerzwakt
Verzwakte, presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild de
una inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting enfermizaZiekelijk
Ziekelijke, presentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een voorgevoel
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Ik giste
Ik had een voorgevoel
van
Ik voorzag el objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp de la visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op! de Aliocha.
-No se preocupeMaak u geen zorgen -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, conDoor
Met
Per
Samen met absolutaAbsolute
Absoluut
Onvermengd
Onvermengde
Onvoorwaardelijk
Onvoorwaardelijke
Pure
Puur
Volstrekt
Volstrekte
Zuiver
Zuivere convicciónOvertuiging-. De un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze a
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, IvánIvan lograráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bereiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erin slagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal klaarspelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reiken tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slagen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slagen voor que Dmitri se evadaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontduikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvlucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwijkt. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind infortunadoOngelukkig
Ongelukkige héroeHeld
Heros del honorEer
Hulde y de la
concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust! (noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me refieroIk betref
Ik refereer alNaar de
Naar het condenadoVeroordeeld, sinoDoch
Echter
Maar alNaar de
Naar het enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en estaDeze
Dit casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! y se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand
sacrificadoGeofferd
Opgeofferd por suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater) -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe Katia conDoor
Met
Per
Samen met ojosKijkers
Ogen centelleantes- meMe
Mij confióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had vertrouwen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe, haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd, susHaar
Hun
Uw
Zijn planesBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Opzetten
Plannen
Plattegronden
Projecten de evasiónOntduiken
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontvluchten
Ontwijken. InclusoZelfs haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan. La huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la tercera3e
Derde
Terts etapaEtappe
Overnachtingplaats del viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht del convoyKonvooi a SiberiaSiberië. O seaDat wil zeggen
Dus
Namelijk
Oftewel que aúnNog
Nog altijd
Nog steeds falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd.
IvánIvan Fiodorovitch haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ido aGegaan naar verBekijken
Kijken
Zien alNaar de
Naar het jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur de la tercera3e
Derde
Terts etapaEtappe
Overnachtingplaats. PeroDoch
Echter
Maar todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se sabeMen weet quiénWie
tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden el mandoDe aandrijving del convoyKonvooi: estoDeze
Dit se ocultaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duikt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich schuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt zich hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip. MañanaMorgen
Ochtend veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien ustedGij
U
el planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project detalladoGedetailleerd
Gedetailleerde
In details behandeld
In het klein verkocht
Uit de vorm gehaald de la evasiónOntduiken
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontvluchten
Ontwijken; meMe
Mij loDe
Hem
Het
U dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde IvánIvan el díaDag
Etmaal antes deAlvorens te
Voor verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien la causaDe oorzaak, por lo queDat wat
Wat
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht ocurrirAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Overkomen
Plaatsvinden
Voorkomen
Voorvallen... ¿RecuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog! que estábamosWij/we bevonden ons
Wij/we lagen
Wij/we waren
Wij/we zaten disputandoBedillend
Disputerend
Haarklovend
Het lastig makend
Kiftend
Kijvend
Krakelend
Muggenziftend
Redetwistend
Ruzie makend
Ruziënd
Strijdend
Strijdend voor
Twistend
Vittend aquelDat
Die díaDag
Etmaal que vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn a vernosBekijken
Kijken
Zien y se
encontraronZij/ze bevonden
Zij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden ustedesGij
U en la escaleraLadder
Opgang
Trap? YoEgo
Ik, alNaar de
Naar het verleBekijken
Kijken
Zien a ustedGij
U, leHaar
Hem
Het
U obliguéIk drong op
Ik dwong
Ik forceerde
Ik noodzaakte
Ik verplichtte a volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen, ¿se
acuerdaAccordeer!
Ben het eens!
Geef toe!
Herinner aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accordeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt goed
Kom overeen!
Stem toe!
Stem!
Verzoen!
Vind goed!? Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, ¿sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! us ted por quéWaarom discutíamosWij/we behandelden
Wij/we bepraatten
Wij/we bespraken
Wij/we bestreden
Wij/we betwistten
Wij/we discussieerden
Wij/we discuteerden
Wij/we maakten ruzie
Wij/we spraken tegen
Wij/we vochten aan
Wij/we wisselden van gedachten?
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank.
-YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde. La disputaBedil!
Bedillen
Disputeer!
Disputeren
Haarkloof!
Haarkloven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disputeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haarklooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krakeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het lastig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muggenzift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redetwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vit
Kift!
Kiften
Kijf!
Kijven
Krakeel!
Krakelen
Maak het lastig!
Maak ruzie!
Muggenzift!
Muggenziften
Redetwist!
Redetwisten
Ruzie!
Ruziën
Strijd voor!
Strijd!
Strijden
Twist!
Twisten
Vit!
Vitten estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat relacionadaGecombineerd
Verbonden conDoor
Met
Per
Samen met el planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project de evasiónOntduiken
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontvluchten
Ontwijken de
que leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken. Tres3
Drie díasDagen
Etmalen antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger IvánIvan me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand explicadoBeduid
Duidelijk gemaakt
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Verhelderd
Verklaard loDe
Hem
Het
U esencialEssentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Onmisbaar
Onmisbare del proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project, y
estoDeze
Dit dio lugar aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cesáramosWij/we hielden op
Wij/we lieten af
Wij/we scheden uit
Wij/we scheidden uit
Wij/we stopten
Wij/we weken de discutirAanvechten
Behandelen
Bepraten
Bespreken
Bestrijden
Betwisten
Discussiëren
Discuteren
Ruzie maken
Tegenspreken
Van gedachten wisselen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens aquellosDie
Diegene tres3
Drie díasDagen
Etmalen. LeHaar
Hem
Het
U explicaréIk zal beduiden
Ik zal duidelijk maken
Ik zal toelichten
Ik zal uiteenzetten
Ik zal uitleggen
Ik zal verhelderen
Ik zal verklaren el
motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term. CuandoAls
Tijdens
Wanneer meMe
Mij revelóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze openbaarde que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals condenabanZij/ze veroordeelden a suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater, ésteDeze
Dit huiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontsnappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vluchten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weglopen
Ik zou ontsnappen
Ik zou vluchten
Ik zou weglopen alNaar de
Naar het extranjeroBuitenland
Buitenlander
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde conDoor
Met
Per
Samen met
Agrafena Alejandrovna, yoEgo
Ik me puseIk deed aan
Ik deed op
Ik kleedde me aan
Ik smeerde
Ik smeerde in
Ik stelde me aan
Ik trok aan
Ik werd furiosaDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste. ¿Por quéWaarom? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U puedoIk kan
Ik mag decirOpgeven
Spreken
Zeggen, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl niEn niet
Evenmin
Noch
yoEgo
Ik mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve loDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, la causaDe oorzaak de miMi
Mijn enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet de que esaDat
Die jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille acompañaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelde
Ik accompagneerde
Ik begeleidde
Ik ging mee
Ik liep mee
Ik vergezelde
a Dmitri en suHaar
Hun
Uw
Zijn huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet Katia conDoor
Met
Per
Samen met un temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen de cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid en los labios-MiLabio=
Lip
indignaciónVerontwaardiging contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus esaDat
Die muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen a IvánIvan que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren de ellaHaar
Ze
Zij y, por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende,
que seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort enamoradaHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde de Dmitri. ÉstaDeze
Dit fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was la causaDe oorzaak de nuestroOns
Onze
Van ons primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart. YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
quiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou excusarmeExcuseren
Verontschuldigen
Verschonen niEn niet
Evenmin
Noch darleGeef het explicacionesExplicaties
Ophelderingen
Rekenschappen
Toelichtingen
Uitduidingen
Uiteenzettingen
Uitleggen
Uitleggingen
Verduidelijkingen
Verhelderingen
Verklaringen; meMe
Mij mortificabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestierf (van wild)
Ik bestierf (van wild) que IvánIvan sospechaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Ik verdacht
Ik vermoedde que yoEgo
Ik
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten queriendoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
Willend a eseDat
Die... Sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberleHet te hebben confesadoBekend
Erkend
Gebiecht
Opgebiecht
Toegegeven hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd,
conDoor
Met
Per
Samen met todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle franquezaOpenhartigheid, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou a Dmitri, sinoDoch
Echter
Maar a élHem
Hij y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend a élHem
Hij. MiMi
Mijn animosidadAnimositeit
Vijandigheid contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
esaDat
Die muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was la causaDe oorzaak de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. Tres3
Drie díasDagen
Etmalen despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, precisamenteJuist
Net la nocheAvond
Nacht en queWaarin ustedGij
U
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn aquíAlhier
Hier, IvánIvan meMe
Mij entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe un sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende, advirtiéndome que debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd abrirloOpen het
Openen siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals leHaar
Hem
Het
U ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat. ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds presentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een voorgevoel
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Ik giste
Ik had een voorgevoel
van
Ik voorzag suHaar
Hun
Uw
Zijn enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte! MeMe
Mij explicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Zij/hij/u legde uit que el sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! contenía(Het) bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervatte
Ik bedwong
Ik behelsde
Ik beteugelde
Ik betoomde
Ik bevatte
Ik hield
Ik hield af
Ik hield in
Ik hield in toom
Ik hield weg
Ik impliceerde
Ik onthield
Ik onttrok
Ik toomde in
Ik vervatte el planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project detalladoGedetailleerd
Gedetailleerde
In details behandeld
In het klein verkocht
Uit de vorm gehaald de
la evasiónOntduiken
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontvluchten
Ontwijken, y que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals élHem
Hij moríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
Ik ging dood
Ik overleed
Ik stierf
Ik verscheidde
Ik versmachtte o contraíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep op
Ik liep op una graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte, tendría queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Ik zou behoren
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou moeten salvarBehouden
Bergen
Redden a Mitia
yoEgo
Ik solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten. MeMe
Mij entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook dineroGeld
Poen, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat diez10
Tien mil1000
Duizend rublosRoebels, o seaDat wil zeggen
Dus
Namelijk
Oftewel la cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte que citóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze citeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een toespeling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelde el
fiscalFiscaal
Fiscale en suHaar
Hun
Uw
Zijn informeBericht
Bericht u!
Brengt u over!
Brengt u verslag uit!
Deelt u mede!
Deelt u mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bericht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt verslag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze informeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze refereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Ik bericht
Ik breng over
Ik breng verslag uit
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik informeer
Ik kondig aan
Ik licht in
Ik licht voor
Ik meld
Ik refereer
Ik stel in kennis
Ik versla
Ik verwittig
Informatie
Informeert u!
Inlichting
Kondigt u aan!
Licht u in!
Licht u voor!
Meldt u!
Refereert u!
Stelt u in kennis!
Terechtwijzing
Verslaat u!
Verslag
Verwittiging
Verwittigt u!. MeMe
Mij sorprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraste profundamenteDiepgaand
Grondig que IvánIvan, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots susHaar
Hun
Uw
Zijn celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren y de
creer queDenken dat yoEgo
Ik amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van a Dmitri, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was renunciado aAfgestapt van
Afgezien van salvarBehouden
Bergen
Redden a suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater y se fiara deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had fiducie in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde vertrouwen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde op
míMe
Mij. ¡EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un sacrificioGevaarlijke operatie
Misoffer
Offer
Offerande
Opoffering sublimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sublimeert
Ik sublimeer
Subliem
Sublieme
Sublimeert u!
Verheven
Zielsverheffend
Zielsverheffende! UstedGij
U, Alexei Fiodorovitch, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan la
grandezaGrootsheid de estaDeze
Dit abnega ción. EstuveIk bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat a puntoPrecies goed de arrojarmeGooien
Smijten
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen a susHaar
Hun
Uw
Zijn piesPoten
Voeten, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
comprendíIk begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast que IvánIvan atribuiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanrekenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toedichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toeschrijven
Ik zou aanrekenen
Ik zou toedichten
Ik zou toekennen
Ik zou toeschrijven esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend a miMi
Mijn alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde de
saberKennen
Smaken
Weten que Mitia iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar salvarseZich redden. EntoncesDan
Dus
Toen, la simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent! de que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
injusticiaOnrechtvaardigheid meMe
Mij irritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed teniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze irriteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbitterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde de que, en vez deIn plaats van
In stede van arrojarmeGooien
Smijten
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen a susHaar
Hun
Uw
Zijn piesPoten
Voeten, leHaar
Hem
Het
U hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit una
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel. ¡QuéWat
Welke desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats! ¡QuéWat
Welke carácterAard
Geaardheid
Karakter tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast! YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien ustedGij
U
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals, conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn conductaGedrag
Houding
Wandel, loDe
Hem
Het
U obligoIk dring op
Ik dwing
Ik forceer
Ik noodzaak
Ik verplicht a dejarmeAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van por otraAnder
Andere
Nog een
Nog één conDoor
Met
Per
Samen met la queDat
Die
Wie
Zij die la vidaHachje
Leven leHaar
Hem
Het
U seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus grataGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals meMe
Mij ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand conDoor
Met
Per
Samen met Dmitri... PeroDoch
Echter
Maar estaDeze
Dit vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U podréIk zal kunnen
Ik zal mogen soportarVerdragen. ¡MeMe
Mij mataréIk zal afslachten
Ik zal doden
Ik zal doodmaken
Ik zal ombrengen
Ik zal slachten! AquellaDat
Die
Diegene
nocheAvond
Nacht en queWaarin llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef ustedGij
U y yoEgo
Ik leHaar
Hem
Het
U dije aIk zegde tegen
Ik zei tegen IvánIvan que subieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in de
trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
Ik beklom
Ik besteeg
Ik bracht naar boven
Ik droeg naar boven
Ik ging naar boven
Ik ging omhoog
Ik ging op
Ik klom
Ik kwam op
Ik rees
Ik stapte in
Ik stapte in de
trein
Ik steeg
Ik stond op
Ik verrees
Ik wies, la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien de odioHaat
Ik haat y desprecioIk heb een hekel
aan
Ik minacht
Ik veracht
Ik versmaad
Minachting
Schamperheid
Verachting
Versmading
que suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater meMe
Mij dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde alNaar de
Naar het entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan meMe
Mij produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp af una cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid insufrible. EntoncesDan
Dus
Toen, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ustedGij
U recordará(U) zult onthouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal herdenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal herinneren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nog weten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onthouden, empecéIk begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan a decir aZeggen tegen gritosKreten
Roepen
Schreeuwen que IvánIvan me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand aseguradoBetuigd
Bevestigd
Geassureerd
Vastgemaakt
Vastgezet
Veilig gesteld
Verstevigd
Verzekerd
Verzekerde que el asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
Dmitri. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, loDe
Hem
Het
U calumniabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belasterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
Ik belasterde
Ik roddelde
Ik sprak kwaad conDoor
Met
Per
Samen met el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding de herirloBezeren
Kwetsen
Verwonden
Wonden una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. IvánIvan nuncaNimmer
Nooit
meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak. La violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid de miMi
Mijn carácterAard
Geaardheid
Karakter esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la causaDe oorzaak de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag la detestable
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel que provoquéIk braakte uit
Ik daagde uit
Ik gaf over
Ik kotste
Ik lokte uit
Ik provoceerde
Ik tartte
Ik tartte uit
Ik tergde
Ik veroorzaakte anteSuède
Ten overstaan van
Voor el tribunalBalie
Gerecht
Gerechtsgebouw
Rechtbank
Tribunaal. IvánIvan queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou demostrarmeAantonen
Adstrueren
Bewijzen
Laten zien
Staven
Uitwijzen
Waarmaken la noblezaAdel
Edelen de susHaar
Hun
Uw
Zijn
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen, darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen una pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit! de que, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots creer queDenken dat yoEgo
Ik amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van a suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U perderíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kwijtraken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mislopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou missen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verbeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkwisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verliezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verspelen
Ik zou kwijtraken
Ik zou mislopen
Ik zou missen
Ik zou opgeven
Ik zou verbeuren
Ik zou verkwisten
Ik zou verliezen
Ik zou verspelen por celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren, por venganzaWraak. Y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet la declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring que ustedGij
U yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!... YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats la culpableDader
Schuldig
Schuldige de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. ¡SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend yoEgo
Ik!
EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt que Aliocha oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond de Katia una confésión comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals éstaDeze
Dit, y comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
que CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a eseDat
Die gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap de sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se puedeMen kan tolerarAanzien
Dulden
Pikken
Toelaten
Tolereren
Velen
Verdragen y
en el queWaarin el corazónHart
Klokhuis másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus altivoHooghartig
Hooghartige abdicaAbdiceer!
Abdiqueer!
Doe afstand van!
Doe afstand!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abdiceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abdiqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet afstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet afstand van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt af
Treed af! de suHaar
Hun
Uw
Zijn orgulloTrots y se declaraBeken!
Betuig!
Declareer!
Erken!
Geef aan!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt een verklaring
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Leg een verklaring af!
Verklaar! vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen por el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer.
Aliocha sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que la desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop de Katia teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast un segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al loDe
Hem
Het
U
disimulabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Ik verborg, desde queSinds Mitia habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden condenadoVeroordeeld. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was suHaar
Hun
Uw
Zijn traiciónVerraad en la
audienciaAudiëntie, y Aliocha presentia que que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was suHaar
Hun
Uw
Zijn concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust! lo queDat wat
Wat la impulsabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevorderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan tot
Ik bevorderde
Ik bracht over
Ik dreef aan
Ik stimuleerde
Ik zette aan tot a acusarseAanduiden
Aanklagen
Aanwijzen
Beschuldigen
Betichten
Tonen
Verraden
anteSuède
Ten overstaan van
Voor élHem
Hij comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el pecadorZondaar arrepentidoBerouwvol
Berouwvolle
Boetvaardig
Boetvaardige que lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween! y golpeaBonk!
Bons!
Hengst!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt op
Houw!
Klap!
Klop!
Mep!
Sla!
Val op! el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem conDoor
Met
Per
Samen met la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde. Aliocha
temíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikte terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreesde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bang voor
Ik duchtte
Ik schrikte terug voor
Ik schrok terug voor
Ik schroomde
Ik vreesde
Ik was bang voor esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip y deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste aplacarBevredigen
Tevreden stellen aquelDat
Die dolorPijn
Smart
Wee
Zeer. PeroDoch
Echter
Maar estaDeze
Dit situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor suHaar
Hun
Uw
Zijn cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware. EmpezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen Mitia.
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se inquieteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt onrustig por élHem
Hij -leHaar
Hem
Het
U interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste Katia obstinadamenteKoppig-. SuHaar
Hun
Uw
Zijn resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
pasajeraPassagier; leHaar
Hem
Het
U aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast que aceptaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal accepteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontvangen la proposiciónAanbieden
Aanbieding
Aanbod
Bieden
Bod
Hoofdzin
Propositie
Stelling
Uitloven
Volzin
Voordragen
Voorslaan
Voorslag
Voorstel
Voorstellen
Zin de huirOntsnappen
Vluchten
Weglopen. TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast en cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de
hacerloDoen
Laten
Maken ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans. Tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd suficienteVoldoende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pensarloDenken y decidirseBeslissen
Besluiten
Uitmaken
Zich voornemen. EntoncesDan
Dus
Toen suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanoBroeder
Broer
Frater
IvánIvan estará(Het/hij/zij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zitten curadoBehandeld
Belegen
Gecureerd
Genezen
Oud
Oude y se encargaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op zich
nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zorgen de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, evitándome a míMe
Mij tener queBehoren
Dienen
Horen
Moeten mezclarmeDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren en el
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak. LeHaar
Hem
Het
U repitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! preocuparseZich druk maken
Zich zorgen maken, que Dmitri aceptaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal accepteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontvangen la evasiónOntduiken
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontvluchten
Ontwijken. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
renunciar aAfstappen van
Afzien van esaDat
Die muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la admitiránZij/ze zullen aannemen
Zij/ze zullen accepteren
Zij/ze zullen ontvangen
Zij/ze zullen toegeven
Zij/ze zullen toelaten en el presidio, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie
que huirOntsnappen
Vluchten
Weglopen. A ustedGij
U leHaar
Hem
Het
U respetaEerbiedig!
Heb respect voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteert
Respecteer!, temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees! susHaar
Hun
Uw
Zijn censurasAanmerkingen
Beoordelingen
Berispingen
Censuren
Jij/je beknort
Jij/je berispt
Jij/je censureert
Jij/je gispt
Jij/je keurt
Jij/je keurt af
Jij/je laakt
Jij/je verwijt
Jij/je wijst terecht
Jij/je wraakt
Keuringen
Kritieken
Standjes
Terechtwijzingen. Por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende, debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! permitirleGedogen
Niet beletten
Permitteren
Toelaten
Toestaan
Vergunnen
Veroorloven
generosamenteOvervloedig que huyaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Ik loop weg
Ik ontsnap
Ik vlucht
Loopt u weg!
Ontsnapt u!
Vlucht u!, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl suHaar
Hun
Uw
Zijn sanciónSanctie
Strafmaatregel esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node.
Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei estoDeze
Dit últimoAchterste
Jongstleden
Laatste conDoor
Met
Per
Samen met un tonillo irónicoIronisch
Ironische. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens guardóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden,
sonrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlachte y continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort:
-Habla deBehandel!
Bepraat!
Bespreek!
Discuteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze discuteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt van gedachten
Wissel van gedachten! himnosHymnen
Hymnes
Kerkgezangen
Volksliederen, de soportarVerdragen el pesoHet gewicht de la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje, de ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn... LoDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanoBroeder
Broer
Frater IvánIvan meMe
Mij loDe
Hem
Het
U contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde... ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ustedGij
U supieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist conDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke vehemenciaHeftigheid
Hevigheid
Onstuimigheid
Vuur meMe
Mij loDe
Hem
Het
U explicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Ik beduidde
Ik legde uit
Ik lichtte toe
Ik maakte duidelijk
Ik verhelderde
Ik verklaarde
Ik zette uiteen!
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast Katia comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals arrastradaGesleept
Getrokken
Meegesleurd
Voortgetrokken por un impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing irresistibleOnweerstaanbaar
Onweerstaanbare-. ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ustedGij
U supieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
el efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking que demostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik adstrueerde
Ik bewees
Ik liet zien
Ik maakte waar
Ik staafde
Ik toonde aan
Ik wees uit por eseDat
Die desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige cuandoAls
Tijdens
Wanneer meMe
Mij estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat hablando deBehandelend
Bepratend
Besprekend
Discuterend
Van gedachten wisselend élHem
Hij! Y, acasoToeval
Toevalligheid,
¡hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs quéWat
Welke puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot leHaar
Hem
Het
U odiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haatte
Ik haatte al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens! Y yoEgo
Ik, escuchándolo, loDe
Hem
Het
U veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen y sonreíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlachte
Ik glimlachte
altivamente... ¡SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel vilGemeen
Gemene
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Schunnig
Schunnige
Vuig
Vuige! MíaVan mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld de que se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige. PeroDoch
Echter
Maar el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één,
el condenadoVeroordeeld -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe Katia en un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht de indignaciónVerontwaardiging-, ¿estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid a sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige
de soportarVerdragen el sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart? ¡Los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank saben(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten lo queDat wat
Wat esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen!
SusHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten impregnadasGeïmpregneerd
Geïmpregneerde de odioHaat
Ik haat y de irritaciónIrritatie. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, Katia habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
traicionadoGelaten merken
In de steek gelaten
Verraden a Dmitri. 'Tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht leHaar
Hem
Het
U odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat momentáneamenteEven porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl se sienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich culpableDader
Schuldig
Schuldige anteSuède
Ten overstaan van
Voor
élHem
Hij', se dijoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gezegd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde bij zichzelf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei bij zichzelf Aliocha. Y es queDat komt omdat
Want deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind odioHaat
Ik haat fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was pasajeroInzittende
Passagier. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had percibidoAangevoeld
Bemerkt
Geld geïnd
Gemerkt
Gewaar geworden
Ontvangen
Opgemerkt
Vermoed
Vernomen
Waargenomen un
retoDreigende taal
Ik daag uit
Ik lok uit
Ik provoceer
Ik tart
Ik tart uit
Ik terg
Uitdaging en las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste palabrasBewoordingen
Woorden de Katia. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, fingióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed alsof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fingeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze simuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde voor noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haberloHet te hebben advertidoBemerkt
Gemerkt
Gewaarschuwd
Opgemerkt
Waargenomen.
-LeHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb rogadoAangevraagd
Gesmeekt
Gevraagd
Ingeroepen
Verzocht que vinieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee aquíAlhier
Hier para queOpdat
Zodat meMe
Mij prometaBelooft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt toe
Ik beloof
Ik loof uit
Ik verzeg
Ik zeg toe
Looft u uit!
Verzegt u!
Zegt u toe! convencerloOvertuigen. PeroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans me digoIk noem me
Ik word gezegd
Ik zeg
Ik zeg bij zichzelf
que la huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht le parezcaHet u dunkt a ustedGij
U una vileza, una falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming, un actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet anticristiano.
El acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval de Katia eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was cada vezElke keer
Steeds
Telkens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus provocativo.
-NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de esoDat
Die
Zulks -murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad Aliocha-. ProcuraréIk zal me beijveren
Ik zal moeite doen
Ik zal pogen
Ik zal proberen
Ik zal streven
Ik zal trachten
Ik zal uitreiken
Ik zal verschaffen
Ik zal verstrekken
Ik zal zoeken
Ik zal zorgen dat convencerloOvertuigen... Tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet hacerleDoen
Laten
Maken un
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede de suHaar
Hun
Uw
Zijn parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe resueltamente-. DeseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens! que vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u! ustedGij
U a verleBekijken
Kijken
Zien hoyHeden
Vandaag mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve.
La mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
op
Ik zag toe a los ojosKijkers
Ogen. Katia se estremecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg plotseling een
schok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde, palidecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd bleek a hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit un leveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Ik rijs
Licht
Lichte
Rijst u! movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de
retrocesoAchteruitgaan
Achteruitgang
Terugdeinzen
Teruggaan
Teruggang
Verloop
Vermindering.
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag.
-Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt y debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde Aliocha con firmeza-Stevig. La necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que nuncaNimmer
Nooit. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker de que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn dicho aGezegd tegen ustedGij
U, sabiendoKennend
Smakend
Wetend que estoDeze
Dit tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest
atormentarlaFolteren
Kwellen
Op de pijnbank leggen
Verdriet doen aan. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke, parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! haberBezitting
Hebben
Zijn perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen el juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Houd op!
Laat af!
Scheid uit!
Stop!
Wijk! de llamarlaAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank es queDat komt omdat
Want
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
Wil u! reconciliarse conDoor
Met
Per
Samen met ustedGij
U; lo queDat wat
Wat deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens! esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel verlaBekijken
Kijken
Zien a la puertaDeur
Poort
Portier de suHaar
Hun
Uw
Zijn
habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is cambiadoAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit aquelDat
Die díaDag
Etmaal fatalFataal
Fatale
Funest
Funeste
Noodlottig
Noodlottige
Slecht
Slechte
Vreselijk
Vreselijke: ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta! los erroresAbuizen
Afwijkingen
Dwalingen
Fouten
Vergissingen
Verschillen que
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting conDoor
Met
Per
Samen met ustedGij
U. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens! suHaar
Hun
Uw
Zijn perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis. ' NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se meMe
Mij puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt perdonarBegenadigen
Vergeven', dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt. LoDe
Hem
Het
U
que quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel verlaBekijken
Kijken
Zien en el umbralDorpel
Drempel de suHaar
Hun
Uw
Zijn cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning.
Katia bulbuceó:
-¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! quéWat
Welke decirleOpgeven
Spreken
Zeggen... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit una peticiónAanvraag
Aanvragen
Aanzoek
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Petitie
Rekest
Verlangen
Verzoek
Verzoeken
Verzoekschrift
Vraag
Vragen asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip... SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
embargoAanhaling
Confiscatie
Ik leg embargo op
Inbeslagneming
Verbeurdverklaring, sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que vendríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meekomen
Ik zou komen
Ik zou meekomen ustedGij
U a pedírmeloAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om, que élHem
Hij loDe
Hem
Het
U enviaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou expediëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou sturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou versturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zenden
Ik zou afzenden
Ik zou doen toekomen
Ik zou expediëren
Ik zou opsturen
Ik zou opzenden
Ik zou sturen
Ik zou uitsturen
Ik zou versturen
Ik zou verzenden
Ik zou wegsturen
Ik zou wegzenden
Ik zou zenden para queOpdat
Zodat meMe
Mij loDe
Hem
Het
U pidieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om...
PeroDoch
Echter
Maar... noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven.
-AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al crea queDenkt u dat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat
Ik denk dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt, vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!. PienseDenkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Ik denk que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! arrepentid o
de loDe
Hem
Het
U injustoOnrechtvaardig
Onrechtvaardige
Onredelijk
Onredelijke que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden conDoor
Met
Per
Samen met ustedGij
U. NuncaNimmer
Nooit se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de susHaar
Hun
Uw
Zijn erroresAbuizen
Afwijkingen
Dwalingen
Fouten
Vergissingen
Verschillen. Dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt que
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ustedGij
U noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar verloBekijken
Kijken
Zien, será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn un desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven. FíjeseLet u op!
Richt u zich op! en loDe
Hem
Het
U
que estoDeze
Dit significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!: un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent condenadoVeroordeeld a veinte20
Twintig añosJaren de presidio piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt aúnNog
Nog altijd
Nog steeds en la
felicidadGeluk. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet? TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast en cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe Aliocha en un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht de desafío-que
Dmitri esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze. SusHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn limpiasGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Jij/je loutert
Jij/je maakt schoon
Jij/je poetst
Jij/je reinigt
Jij/je snoeit
Jij/je wrijft op
Jij/je zuivert
Louter
Loutere
Netto-
Opgewreven
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!. Por los muchosVeel
Vele
Zeer
Zere sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten que
leHaar
Hem
Het
U esperanZij/ze hopen
Zij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze voorzien
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af
Zij/ze wachten op
Zij/ze zien vooruit
Zij/ze zijn bedacht op, leHaar
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede que vaya aGaat u naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Ik ga naar verloBekijken
Kijken
Zien. CondúzcaloBestuurt u!
Brengt u!
Chauffeert u!
Geleidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert
Ik bestuur
Ik breng
Ik chauffeer
Ik geleid
Ik leid
Ik rijd
Ik rijd auto
Ik stuur
Ik vervoer
Ik voer
Leidt u!
Rijdt u auto!
Rijdt u!
Stuurt u!
Vervoert u!
Voert u! a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via las tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit. Tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U el
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn de hacerloDoen
Laten
Maken.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |