GenteLieden
Lui
Mensen
Volk honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had especuladoBespiegelingen gehouden
Gespeculeerd conDoor
Met
Per
Samen met la prostituciónProstitueren
Prostitutie de aquellaDat
Die
Diegene mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen un cien100
Honderd por
cien100
Honderd con ellaDaarmee, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had perseguidoAchtervolgd
Nagejaagd
Vervolgd conDoor
Met
Per
Samen met papelesPapieren
Rollen timbrados los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidá, y que trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee a recogerAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen los frutosOpbrengsten
Vruchten de susHaar
Hun
Uw
Zijn honorablesAchtbaar
Achtbare
Achtenswaardig
Achtenswaardige cálculosBecijferingen
Berekeningen
Gecijfers a la vezTegelijk que los interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes de suHaar
Hun
Uw
Zijn vergonzosoBeschaamd
Beschaamde
Beschamend
Beschamende
Vernederend
Vernederende
créditoCredit
Creditzijde
Krediet
Tegoed.
¡CuántaHoelang
Hoeveel razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden los antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude, que tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten y mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve DiosGod
Godheid paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los mercaderesHandelaars
Handelaren
Kooplieden
Kooplui y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los
ladronesDieven
Stelers!
VestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed, cachemiras, joyasBijouterieën
Juwelen
Kleinoden
Kleinodiën se vendíanZij/ze deden over
Zij/ze deden weg
Zij/ze tapten
Zij/ze verhandelden
Zij/ze verkochten
Zij/ze vervreemdden conDoor
Met
Per
Samen met una rapidezSnelheid increíbleOnaannemelijk
Onaannemelijke
Ongelofelijk
Ongelofelijke. NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquelloDat
Die
Diegene
Zulks meMe
Mij conveníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof een schikking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens
Ik betaamde
Ik kwam gelegen
Ik kwam overeen
Ik kwam uit
Ik paste
Ik schikte
Ik sprak af
Ik trof een schikking
Ik voegde
Ik was het eens, y
seguíIk bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op.
De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast oíIk hoorde
Ik vernam
Ik verstond gritarBalken
Blaten
Brullen
Gieren
Grommen
Hinniken
Joelen
Loeien
Roepen
Schreeuwen
Uitjouwen:
Un volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume, perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt encuadernadoGebonden
Ingebonden, conDoor
Met
Per
Samen met cantosZangkunsten doradosAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakrelen
Plevieren
Pluvieren
Verguld
Vergulde, tituladoEen titel gegeven aan Manors Leccaut. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven en la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke páginaBladzijde
Pagina. Diez10
Tien francosBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Franken
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige.
Doce12
Twaalf --dijo una vozInspraak
Stem
Stemgeluid trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over un silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig.
Quince15
Vijftien --,dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei yoEgo
Ik.
¿Por quéWaarom? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank --podría decirloOpgeven
Spreken
Zeggen. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker por aquelDat
Die algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven.
Quince-15
Vijftien- repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens el tasador.
Treinta30
Dertig --dijo el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke postorBieder en un torsoRomp
Tors
Torso que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als desafiarProvoceren
Tarten
Tergen
Trotseren
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten a que se siguieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde pujando.
AquelloDat
Die
Diegene
Zulks se estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat convirtiendoBekerend
Converterend
Omzettend
Veranderend en una luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!.
¡Treinta30
Dertig y cinco5
Vijf! --grité entoncesDan
Dus
Toen en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht.
Cuarenta40
Veertig.
Cincuenta50
Vijftig. .
Sesenta60
Zestig.
Cien100
Honderd.
ConfiesoIk beken
Ik biecht
Ik biecht op
Ik erken
Ik geef toe que, si hubieraIndien men ze heeft queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle causarAandoen
Aanrichten
Berokkenen
Doen
Laten
Laten doen
Maken
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming, loDe
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven plenamenteVolledig, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over aquellaDat
Die
Diegene
puja se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd un granGroot
Grote silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen, y meMe
Mij miraronZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
op
Zij/ze zagen toe paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! saberKennen
Smaken
Weten quiénWie eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer resueltoOpgelost a poseerBeheersen
Bezitten
Erop nahouden
Grondig kennen
Hebben
Rijk zijn
aquelDat
Die volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume. .
Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que el acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval conDoor
Met
Per
Samen met que pronunciéIk sprak
Ik sprak uit
Ik uitte miMi
Mijn últimaAchterste
Jongstleden
Laatste palabraBewoording
Woord convencióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigde a miMi
Mijn antagonistaTegenspeelster
Tegenspeler
Tegenstander
Tegenstandster: asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que prefirióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf de voorkeur
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voorkeur aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prefereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou liever
abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten una luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen diez10
Tien vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten el precioDe prijs del volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume
eEn, inclinándoseBuigend
Een buiging makend
Nijgend, meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei conDoor
Met
Per
Samen met muchaVeel
Vele
Zeer
Zere amabilidadVriendelijkheid, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!:
Me rindoIk geef me over, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, el libroBoek
Ik bevrijd meMe
Mij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was adjudicado.
TemiendoBang zijnd voor
Duchtend
Schromend
Terugschrikkend voor
Vrezend una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws cabezoneríaKoppigheid, que miMi
Mijn amorAffectie
Liefde
Min propioEigen tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn apoyadoGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund, peroDoch
Echter
Maar que miMi
Mijn bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht ciertamenteGewis
Ongetwijfeld
Wel degelijk
Zeker muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer a malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg! miMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam, mandéIk beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel apartarAfhouden
Afscheiden
Afzonderen
Onthouden
Onttrekken
Opzij schuiven
Scheiden
Schiften
Weghalen
Weghouden
Wegzetten el volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume y bajéIk daalde
Ik daalde af
Ik gaf korting
Ik ging naar beneden
Ik ging naar beneden
uitstappen
Ik kortte
Ik liet neer
Ik sloeg af
Ik stapte af
Ik stapte uit
Ik trok af
Ik verlaagde
Ik verzakte
Ik zakte
Ik zakte weg
Ik zonk. DebíIk behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que pensarDenken a aquellaDat
Die
Diegene genteLieden
Lui
Mensen
Volk, que, testigoGetuige de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker se preguntaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich afvragen conDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had ido aGegaan naar
pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen cien100
Honderd francosBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Franken
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige por un libroBoek
Ik bevrijd que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven en cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website por diez10
Tien o quince15
Vijftien francosBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Franken
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere.
Una horaTijd
Uur despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had mandadoAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven a buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken miMi
Mijn compraAankoop
Aankopen
Aanschaf
Aanschaffen
Aanwinst
Acquisitie
Afname
Afnemen
Boodschap
Buit
Doe boodschappen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet boodschappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft aan
Inkoop
Inkopen
Koop
Koop aan!
Koop in!
Koop!
Kopen
Neem af!
Neem over!
Overname
Overnemen
Prooi
Schaf aan!
Verkrijging
Verwerving.
En la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke páginaBladzijde
Pagina, a plumaPen
Pluim
Veder
Veer y conDoor
Met
Per
Samen met una letraHandschrift
Karakter
Letter
Liedtekst
Songtekst eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat escritaGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven la dedicatoria del donanteDonor del libroBoek
Ik bevrijd.
DichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven dedicatoria poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Ik bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend estasDeze
Dezen palabrasBewoordingen
Woorden:
Manon a Marguerite;
HumildadNederigheid.
Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat firmadaGetekend
Onderschreven
Ondertekend: Armand Duval.
¿QuéWat
Welke quería decirHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelde
Ik bedoelde la palabraBewoording
Woord HumildadNederigheid?
SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals la opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze del talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke Armand Duval, ¿quéWat
Welke superioridadMeerderheid
Overhand
Overmacht
Overwicht
Superioriteit reconocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Ik erkende
Ik gaf toe
Ik herkende
Ik honoreerde
Ik identificeerde
Ik onderkende Manon en Marguerite: la del
desenfrenoBandeloosheid
Teugelloosheid o la del corazónHart
Klokhuis?
La segunda2e
Tweede interpretaciónDuiden
Interpretatie
Interpreteren
Toneelopleiding
Uitleggen
Verklaren
Vertaling
Vertolken
Vertolking eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus verosímilWaarschijnlijk
Waarschijnlijke, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una franquezaOpenhartigheid
impertinenteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn aceptadoAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen Marguerite, pese(Het) weegt
Bepaalt u het gewicht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt af
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Is u zwaar!
Weegt u af!
Weegt u! a la opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze que tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had de síJa
Jawel
Wel
Zich mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve.
SalíIk ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volví aIk ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar ocuparmeBekleden
Beslaan
Betrekken
Bewaren
Bewonen
Bezetten
Bezig houden
Bezighouden
In beslag nemen
Vervullen del libroBoek
Ik bevrijd hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs por la nocheAvond
Nacht, a la horaTijd
Uur de acostarmeIn bed stoppen
Naar bed brengen
Naderbij brengen
Neerleggen
Neervlijen
Op bed leggen.
Manon Lescaut esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk una historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal conmovëdora que me conozcoIk ken me
Ik word bekend alNaar de
Naar het detalleAardigheidje
Behandelt u in details!
Bijzonderheid
Detail
Haalt u uit de
vorm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt in details
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit de
vorm
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt in het
klein
Ik behandel in details
Ik haal uit de
vorm
Ik verkoop in het
klein
Item
Verkoopt u in het
klein!, y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval! en misMi's
Mijn manosHanden eseDat
Die volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume, miMi
Mijn simpatíaMedegevoel
Sympathie por élHem
Hij meMe
Mij sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort! atrayendoAanhalend
Aanlokkend
Aantrekkend
Bekorend
Lokkend
Toelachend
Trekkend
Verlekkerend, loDe
Hem
Het
U abroIk begin
Ik doe open
Ik graveer
Ik maak open
Ik open y por centésima100e
Honderdste vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt revivoIk breng tot nieuw
leven
Ik wek opnieuw tot
leven
conDoor
Met
Per
Samen met la heroínaHeldin
Heroïne del abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! Prévost. Y es queDat komt omdat
Want esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una heroínaHeldin
Heroïne tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke, que meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! haberlaHet te hebben conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde. En
aquellasDie
Diegene nuevasNieuw
Nieuwe circuñstancias la especieAangelegenheid
Soort de comparaciónVergelijken
Vergelijking que se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen ellaHaar
Ze
Zij y Marguerite hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit que la
lecturaLectuur
Lezen
Lezing tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij un aliciente inesperadoOnverwacht
Onverwachte, y a miMi
Mijn indulgenciaAflaat
Inschikkelijkheid
Strafontheffing
Toegeeflijkheid se añadíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot zich aan lá piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat el amorAffectie
Liefde
Min por la
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje a cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier herenciaErfdeel
Erfelijkheid
Erfenis
Erfgoed
Erfrecht
Nalatenschap
Neiging
Overerving debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd yoEgo
Ik el volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume. Manon habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht en un desiertoEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernis
Woestenij
Woestijn, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, peroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook en los brazosArmen del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que la amabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van conDoor
Met
Per
Samen met todas lasAlle energíasArbeidsvermogens
Energieën
Spirits
Veerkrachten de suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel y que, una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer muertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht, leHaar
Hem
Het
U
cavóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spitte om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woelde una fosaGraf
Holte, la regóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arroseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waterde conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn lágrimasTranen y en ellaHaar
Ze
Zij sepultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde ter aarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde een lijk suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis; mientras queTerwijl Marguerite, pecadora
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals Manon y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht convertidaBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht en el senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus de un lujoLuxe
Pracht
Weelde
Weelderigheid suntuosoPraalziek
Praalzieke
Prachtig
Prachtige
Prachtlievend
Prachtlievende
Weelderig
Weelderige, a juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen por lo queDat wat
Wat
yoEgo
Ik habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta, en el lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde de suHaar
Hun
Uw
Zijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, peroDoch
Echter
Maar tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van eseDat
Die desiertoEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernis
Woestenij
Woestijn del corazónHart
Klokhuis, muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
áridoOnbeschaafd
Onbeschaafde
Toeslagmateriaal
Wild
Wilde, muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus vastoGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde, muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus despiadadoMeedogenloos
Meedogenloze
Wrede
Wreed que aquelDat
Die en el queWaarin habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden enterradaBedolven
Begraven
Gekuild
Overstelpt
Verpletterd Manon.
Marguerite, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals supeIk kende
Ik smaakte
Ik wist por ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden que conocíanZij/ze kenden
Zij/ze leerden kennen
Zij/ze maakten kennis
Zij/ze waren bekend met
Zij/ze wisten las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste circunstanciasOmstandigheden de suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a verEens kijken
Even kijken un auténticoAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk consueloIk troost
Ik vertroost
Troost sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld a suHaar
Hun
Uw
Zijn cabeceraHoofdeind duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens los dosAlle twee de
Allebei
Beide mesesMaanden que duróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stand suHaar
Hun
Uw
Zijn lentaLangzaam
Langzame
Traag
Trage y
dolorosaPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke agoníaAgonie
Doodsstrijd
Stervensnood.
De Manon y Marguerite miMi
Mijn pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje se dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich tot luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor las queWie
Zij die yoEgo
Ik conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende y que veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
encaminarseGericht zijn
Zich begeven
Zich instellen
Zich op weg begeven cantandoZingend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor una muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend invariable.
¡PobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals amarlasBeminnen
Houden van
Liefhebben esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un errorEen fout, loDe
Hem
Het
U menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd que podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats compadecerlasBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met.
CompadecemosWij/we beklagen
Wij/we hebben medelijden
Wij/we hebben medelijden met alNaar de
Naar het ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte que nuncaNimmer
Nooit haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta la luz del díaDaglicht, alNaar de
Naar het sordoDoof
Dove que nuncaNimmer
Nooit haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan los acordesAdequaat
Adequate
Akkoorden
Bijpassend
Bijpassende
Muziekakkoorden
Overeenstemmend
Overeenstemmende
Passend
Passende de la
naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen, alNaar de
Naar het mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme que nuncaNimmer
Nooit haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is podidoGekund
Gemogen expresarBetuigen
Opperen
Uitdrukken
Uiten
Uitspreken
Verwoorden la vozInspraak
Stem
Stemgeluid de suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel, y, so pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel de un falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde pudorEerbaarheid
Ingetogenheid
Kuisheid
Zedigheid, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
queremosWij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen compadecerBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met esaDat
Die cegueraBlindheid del corazónHart
Klokhuis, esaDat
Die sorderaDoofheid
Gehoorschade
Slechthorendheid del almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel, esaDat
Die mudezStilzwijgen
Stomheid de la concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!, que
enloquecenZij/ze maken gek a la desgraciadaOngelukkig
Ongelukkige afligidaBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen la hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte de verBekijken
Kijken
Zien el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, de oírHoren
Vernemen
Verstaan alNaar de
Naar het SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer y de hablarConverseren
Praten
Spreken
la lenguaSchar
Taal
Tong puraHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere del amorAffectie
Liefde
Min y de la feFiducie
Geloof
Vertrouwen.
Hugo haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven MarionMarion de Lorme, Musset haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats crito Bernerette, Alexandre Dumas haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven Fernande,
los pensadoresDenkend
Denkende
Denkers y poetasDichters de todosAller-
Ieders los tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn presentado aVoorgesteld aan la cortesanaCourtisane la ofrendaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offert op
Offer op!
Offer! de suHaar
Hun
Uw
Zijn misericordiaBarmhartigheid
Genade, y
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt un granGroot
Grote hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent las haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is rehabilitadoGerenoveerd
Gerenoveerde conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn amorAffectie
Liefde
Min a inclusoZelfs conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals insistoIk dring aan
Ik volhard tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht muchosVeel
Vele
Zeer
Zere de los queWie
Zij die van aZij/ze gaan naar leermeLezen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn dispuestosBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid a rechazarAfslaan
Afstemmen
Afstoten
Afwijzen
Nee zeggen tegen
Verdringen
Verduwen
Verwerpen
Wegdringen
Wegduwen
Wegstoten
Weigeren
Wraken esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind libroBoek
Ik bevrijd, por temorAngst
Beduchtheid
Vrees
a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank verBekijken
Kijken
Zien en élDaaraan
Erin másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una apologíaApologie
Verdediging
Verweerschrift del vicioGebrek
Ondeugd
Slechte gewoonte y de la prostituciónProstitueren
Prostitutie, y sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker la edadLeeftijd
Ouderdom del autorAuteur
Dader
Maker
Schrijver
Schuldige noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
contribuyeDraag bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt bij muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere a disiparDoen optrekken
Doen overgaan
Doen wegtrekken
Verdrijven
Verkwisten
Verspreiden
Wegnemen eseDat
Die temorAngst
Beduchtheid
Vrees. Que los queWie
Zij die piensenDenkt u!
Zij/ze denken asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig se desengañen, y sigan(Zij) volgen
Bewandelt u!
Blijft u aan!
Gaat u door!
Houdt u bij!
Vloeit u voort!
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort leyendoLezend, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één temorAngst
Beduchtheid
Vrees los deteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arresteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in verzekerde
bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Ik arresteerde
Ik hield aan
Ik hield af
Ik hield weg
Ik nam in verzekerde
bewaring
Ik onthield
Ik onttrok
Ik rekende in
Ik stopte.
EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel convencidoOvertuigd
Overtuigde de un principioAanhef
Aanvang
Begin
Beginsel
Grondbeginsel
Hors d'oeuvre
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan
Principe
Voorgerecht, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ésteDeze
Dit: paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon que por suHaar
Hun
Uw
Zijn educaciónDresseren
Grootbrengen
Kweken
Onderwijs
Opleiden
Opleiding
Opvoeden
Opvoeding noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
aprendidoAangeleerd
Geleerd el bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, DiosGod
Godheid abreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend dos2
Do's
Twee
Tweede senderosPaadjes
Paden que la hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar élHem
Hij; esosDie senderosPaadjes
Paden sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
y el amorAffectie
Liefde
Min. SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn diflciles; las queWie
Zij die se decidenMen besluit
Zij/ze beslissen
Zij/ze besluiten
Zij/ze maken uit
Zij/ze nemen zich voor acabanZij/ze besluiten
Zij/ze beëindigen
Zij/ze eindigen
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken af
Zij/ze maken op
Zij/ze maken uit
Zij/ze sluiten af
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verdoen
Zij/ze verklungelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vermorsen
Zij/ze verspillen
Zij/ze voleindigen
Zij/ze werken af
Zij/ze werken uit conDoor
Met
Per
Samen met los piesPoten
Voeten ensangrentadosBebloed
Bebloede
Bloed bevlekt
Bloederig
Bloederige y las manosDe handen desgarradasDoorgescheurd
Schaamteloos
Schaamteloze
Vaneengescheurd
Verscheurd,
peroDoch
Echter
Maar al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens dejanU laat
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen en las zarzasBraambessenstruiken
Bramen del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg los aderezosDressings del vicioGebrek
Ondeugd
Slechte gewoonte, y lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven a términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending conDoor
Met
Per
Samen met esaDat
Die
desnudez que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande anteSuède
Ten overstaan van
Voor el SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer.
Los queWie
Zij die se encuentran conZij/ze komen tegen
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treden tegemoet
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan estasDeze
Dezen intrépidasOnverschrokken viajerasReis- debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd apoyarlasZe te steunen, y decirlesOpgeven
Spreken
Zeggen a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle que se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand
encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen conDoor
Met
Per
Samen met ellasHen
Ze
Zij, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende alNaar de
Naar het publicarloAfkondigen
Openbaar maken
Publiceren
Ruchtbaar maken
Uitgeven indicanZij/ze beduiden
Zij/ze duiden aan
Zij/ze duiden uit
Zij/ze geven aan
Zij/ze geven een sein
Zij/ze geven een teken
Zij/ze kenmerken
Zij/ze laten zien
Zij/ze merken
Zij/ze seinen
Zij/ze spreiden tentoon
Zij/ze tekenen
Zij/ze tonen
Zij/ze vertonen
Zij/ze wijzen
Zij/ze wijzen aan
Zij/ze wijzen uit el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over colocarDoen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten ingenuamenteEenvoudig
Simpel a la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht de la vidaHachje
Leven dos2
Do's
Twee
Tweede postesDeurposten
Palen
Posten
Stijlen, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één conDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit inscripciónAantekenen
Bijboeken
Boeken
Inscriptie
Inschrijven
Inschrijving
Opname
Opschrift
Registreren
Vastleggen: RutaRoute
Spoor
Tracé del
bier, otroAnder
Andere
Nog een
Nog één conDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit advertenciaAankondiging
Aanmaning
Aansporing
Advertentie
Annonce
Bemerken
Merken
Opmerken
Opmerking
Vermaan
Vermaning
Waarnemen
Waarschuwen
Waarschuwing: RutaRoute
Spoor
Tracé del malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, y decir aZeggen tegen los queWie
Zij die se presentanMen presenteert
Zij/ze melden zich
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertonen zich: 'EscogedKies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!'. Hay queMen moet enseñarBijbrengen
Instrueren
Laten zien
Leren
Onderwijzen
Scholen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals CristoCrucifix
Christus, a los. que se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van tentarBekoren
In verzoeking brengen
Verleiden
Verlokken
Verzoeken por los alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken, los caminosBanen
Routen
Routes
Wegen que conducenZij/ze besturen
Zij/ze brengen
Zij/ze chaufferen
Zij/ze geleiden
Zij/ze leiden
Zij/ze rijden
Zij/ze rijden auto
Zij/ze sturen
Zij/ze vervoeren
Zij/ze voeren de la segunda2e
Tweede
rutaRoute
Spoor
Tracé a la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke; y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk hay queMen moet evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que el comienzoAanhef
Aanvang
Begin
Ik begin
Ik begin met
Ik bind aan
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan de estosDeze
Dezen caminosBanen
Routen
Routes
Wegen seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste dolorosoPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke, niEn niet
Evenmin
Noch
parezca(Het) lijkt
Heeft u het uiterlijk
van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Ik heb het uiterlijk
van
Ik kom over
Ik kom voor
Ik lijk
Ik schijn
Ik schijn toe
Ik sta tegenover
Ik vind
Ik zie er uit
Ik zie er uit
als
Komt u over!
Komt u voor!
Lijkt u!
Schijnt u toe!
Schijnt u!
Staat u tegenover!
Vindt u!
Ziet u er uit
als!
Ziet u er uit! demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste impenetrableOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke
Ondoordringbaar
Ondoordringbare
Ondoorgrondelijk
Ondoorgrondelijke
Ontoegankelijk
Ontoegankelijke.
AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! el cristianismoChristendom conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn maravillosaMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke parábola del hijo pródigoParabel van de verloren
zoon paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! aconsejarnosAanraden
Adviseren
Raad geven
Raden la indulgenciaAflaat
Inschikkelijkheid
Strafontheffing
Toegeeflijkheid y
el perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis. JesúsJezus rebosabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was overvloedig aanwezig
Ik was overvloedig aanwezig de amorAffectie
Liefde
Min haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor esasDie almasGeesten
Gemoederen
Zielen heridasBezeerd
Blessuren
Blessures
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuren
Verwond
Verwondingen
Wonden por las pasionesHartstochten
Lijdennen
Lusten
Roezen
Verslavingen
Verwoedheden de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, y leHaar
Hem
Het
U gustabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Ik behaagde
Ik beviel
Ik hield van
Ik proefde
Ik stond aan
Ik vond leuk
Ik zon
curarBehandelen
Cureren
Genezen susHaar
Hun
Uw
Zijn llagasZweren sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend de esasDie mismasEigen
Zelf
Zelfde
Zelve llagasZweren el bálsamoBalsem
Myroxylon pereirae que las sanaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beter worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou genezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou helen
Ik zou beter worden
Ik zou genezen
Ik zou helen. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig decía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Ik zegde tegen
Ik zei tegen MagdalenaCakeje
Madeleine
Magdalena
Magdalena-cakeje: 'MuchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
teJe
Jou será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn perdonadoBegenadigd
Vergeven, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere', sublimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sublimeert
Ik sublimeer
Subliem
Sublieme
Sublimeert u!
Verheven
Zielsverheffend
Zielsverheffende perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis, que despertaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opwekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wakker maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wakker worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wekken
Ik zou opwekken
Ik zou wakker maken
Ik zou wakker worden
Ik zou wekken una feFiducie
Geloof
Vertrouwen sublimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sublimeert
Ik sublimeer
Subliem
Sublieme
Sublimeert u!
Verheven
Zielsverheffend
Zielsverheffende.
¿Por quéWaarom vamos aWij/we gaan naar serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn nosotrosOns
We
Wij másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus rígidosHouterig
Houterige
Star
Starre
Stijf
Stijve
Stram
Stramme
Stug
Stugge que CristoCrucifix
Christus? ¿Por quéWaarom, ateniéndonosOns houdend aan obstinadamenteKoppig a las
opinionesDunken
Dunks
Meningen
Opinies
Visies
Zienswijzen de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mundoAardrijk
Wereld, que se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men el duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai para queOpdat
Zodat loDe
Hem
Het
U creamosLaten we denken
Laten we geloven
Laten we houden voor
Laten we menen
Wij/we creëerden
Wij/we creëren
Wij/we denken
Wij/we geloven
Wij/we houden voor
Wij/we maakten
Wij/we maken
Wij/we menen
Wij/we richten op
Wij/we richtten op
Wij/we scheppen
Wij/we schiepen fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware, vamos aWij/we gaan naar rechazarAfslaan
Afstemmen
Afstoten
Afwijzen
Nee zeggen tegen
Verdringen
Verduwen
Verwerpen
Wegdringen
Wegduwen
Wegstoten
Weigeren
Wraken con élDaarmee a esasDie
almasGeesten
Gemoederen
Zielen sangrantesBloedend
Bloedende muchasVeel
Vele
Zeer
Zere vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten de heridasBezeerd
Blessuren
Blessures
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuren
Verwond
Verwondingen
Wonden por las queWie
Zij die, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten de un enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke, se derramaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt el
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte de suHaar
Hun
Uw
Zijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, en esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit! únicamenteAlleen
Uitsluitend de una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke que las cureBehandelt u!
Cureert u!
Geneest u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Ik behandel
Ik cureer
Ik genees y lesHen
Hun
U devuelvaBezorgt u terug!
Brengt u terug!
Geeft u terug!
Geeft u weer!
Hergeeft u!
Heruitzendt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hergeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heruitzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reproduceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze retourneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terug
Ik bezorg terug
Ik breng terug
Ik geef terug
Ik geef weer
Ik hergeef
Ik heruitzend
Ik reproduceer
Ik retourneer
Ik stuur terug
Ik vergeld
Ik wijs terug
Reproduceert u!
Retourneert u!
Stuurt u terug!
Vergeldt u!
Wijst u terug! la convalecenciaHerstel
del corazónHart
Klokhuis?
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans me dirijo aIk klamp aan
Ik klop aan bij
Ik spreek aan
Ik spreek toe miMi
Mijn generaciónGeneratie
Geslacht, a aquellosDie
Diegene paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quienesDie
Personen
Wie las teoríasTheorieën de Voltaire hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van por suerteBij toeval
Gelukkig
Toevallig
Toevalligerwijze de
existirBestaan, a aquellosDie
Diegene que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik, comprendenZij/ze begrijpen
Zij/ze beseffen
Zij/ze bevatten
Zij/ze omvatten
Zij/ze snappen
Zij/ze vatten
Zij/ze verstaan que la humanidadHumaniteit
Menselijkheid
Mensheid
Menslievendheid se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt quince15
Vijftien añosJaren en
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de susHaar
Hun
Uw
Zijn impulsosAandriften
Impulsen
Opwellingen
Stuwingen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus audacesBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige. La cienciaWetenschap del bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y del malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden adquiridaAangekocht
Behaald
Buitgemaakt
Gekocht
Gekregen
Verkregen
Verworven de una vezIn één keer paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend;
la feFiducie
Geloof
Vertrouwen se reconstruyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reconstrueert
Reconstrueer!, el respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect por las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken santasGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Sacraal
Sacrale nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden devueltoGereproduceerd
Geretourneerd
Hergeven
Heruitgezonden
Terugbezorgd
Teruggebracht
Teruggegeven
Teruggestuurd
Teruggewezen
Vergolden
Weergegeven y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el mundoAardrijk
Wereld noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu del
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, al menosAlthans
Tenminste esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. Los esfuerzosBelastingen
Inspanningen
Krachten
Krachtinspanningen
Moeiten
Pogingen de todosAller-
Ieders los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten inteligentesBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige tiendenZij/ze breiden uit
Zij/ze houden op
Zij/ze ontvouwen
Zij/ze rekken
Zij/ze spreiden
Zij/ze spreiden uit
Zij/ze steken uit
Zij/ze strekken
Zij/ze strekken uit haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, y
todas lasAlle grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime voluntadesLusten
Willen
Zinnen van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen enganchadasGehaakt alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve principioAanhef
Aanvang
Begin
Beginsel
Grondbeginsel
Hors d'oeuvre
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan
Principe
Voorgerecht: ¡seamosLaten we gebeuren
Laten we plaatshebben
Laten we plaatsvinden
Laten we zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende, searnos jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille,
seamosLaten we gebeuren
Laten we plaatshebben
Laten we plaatsvinden
Laten we zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn auténticosAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte! El malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que vanidadDoelloosheid
Ijdelheid
Nutteloosheid
Vergeefsheid
Zelfgenoegzaamheid
Zelfvoldaanheid, tengamosLaten we bijhouden
Laten we erop nahouden
Laten we hebben
Laten we houden
Laten we vasthouden
Wij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast el orgulloTrots del bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
desesperemosLaten we wanhopen
Wij/we wanhopen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank despreciemosLaten we een hekel
hebben aan
Laten we minachten
Laten we verachten
Laten we versmaden
Wij/we hebben een hekel
aan
Wij/we minachten
Wij/we verachten
Wij/we versmaden a la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding, niEn niet
Evenmin
Noch hermanaZus
Zuster, niEn niet
Evenmin
Noch hijaDochter, niEn niet
Evenmin
Noch esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank reduzcamosLaten we herleiden
Laten we inkoken
Laten we inkrimpen
Laten we reduceren
Laten we vereenvoudigen
Laten we zetten
Wij/we herleiden
Wij/we koken in
Wij/we krimpen in
Wij/we reduceren
Wij/we vereenvoudigen
Wij/we zetten
la estima aHeb het hoog zitten!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het hoog
zitten la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin, la indulgenciaAflaat
Inschikkelijkheid
Strafontheffing
Toegeeflijkheid alNaar de
Naar het egoísmoBaatzucht
Egoïsme
Eigenbaat
Zelfzucht. Puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl en el cieloHemel
Lucht hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde por un pecadorZondaar
arrepentidoBerouwvol
Berouwvolle
Boetvaardig
Boetvaardige que por cien100
Honderd justosAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn pecadoGezondigd
Zonde gedaan nuncaNimmer
Nooit, intentemosLaten we aanpassen
Laten we beproeven
Laten we passen
Laten we pogen
Laten we proberen
Laten we toetsen
Laten we trachten
Laten we uitproberen
Laten we van plan
zijn
Laten we voorhebben
Laten we voornemens zijn
Laten we zich voorstellen
Wij/we beproeven
Wij/we hebben voor
Wij/we passen
Wij/we passen aan
Wij/we pogen
Wij/we proberen
Wij/we proberen uit
Wij/we stellen ons voor
Wij/we toetsen
Wij/we trachten
Wij/we zijn van plan
Wij/we zijn voornemens alegrarVerblijden
Verheugen
Verlevendigen
Vieren alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht. El puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
devolvérnosloHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven con crecesDubbel en dwars
Met woeker
Overvloedig
Rijkelijk. VayamosLaten we gaan
Laten we karren
Laten we lopen
Laten we rijden
Laten we van stapel
lopen
Laten we varen
Laten we verlopen
Laten we zich begeven
Laten wij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van por el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg la limosnaAalmoes de nuestroOns
Onze
Van ons perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis a áquellos a
quienesDie
Personen
Wie los deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten terrenalesAarden
Aards
Aardse hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen y que una esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting divinaGoddelijk
Goddelijke puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt salvarBehouden
Bergen
Redden; y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen las viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten
cuandoAls
Tijdens
Wanneer aconsejanZij/ze adviseren
Zij/ze geven raad
Zij/ze raden
Zij/ze raden aan un remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie caseroHokvast
Hokvaste
Huis-
Huisbaas
Huiseigenaar
Huiselijk
Huiselijke
Huisopzichter
Pachter van een huis
Thuis gemaakt
Van het huis
Zelf gemaakt
Zelfgemaakt
Zelfgemaakte, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade tampocoEvenmin
Ook niet va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren.
CiertamenteGewis
Ongetwijfeld
Wel degelijk
Zeker haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen hartoIk erger
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Zat
Zatte presuntuoso por miMi
Mijn parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime resultadosAflopen
Gebleken
Geresulteerd
Gevolgd
Gevolgen
Resultaten
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomsten
Uitvloeiselen
Uitvloeisels
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisels
Zich vertoond de un temaDucht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Ik ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
Is u bang voor!
Onderwerp
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Stof
Thema
Vreest u!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer insignificanteAlledaags
Alledaagse
Onbeduidend
Onbeduidende
Onnozel
Onnozele comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el queDat
Die
Hij die
Wie tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen; peroDoch
Echter
Maar soy deIk behoor
Ik behoor toe
Ik behoor tot
Ik kom uit los queWie
Zij die creen queZij/ze denken dat en las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. El niñoEl niño
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, y contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat alNaar de
Naar het hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent; el cerebroBrein
Hersenen
Hersens esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat, y albergaHerberg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt alNaar de
Naar het pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje; el ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op! esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend un puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot,
y abarcaBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt te veel
tegelijk op zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Neem te veel tegelijk
op je!
Omvat! leguas.
IV
Dos2
Do's
Twee
Tweede díasDagen
Etmalen despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig terminadaAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd. ProdujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp af ciento100
Honderd cincuenta50
Vijftig mil1000
Duizend francosBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Franken
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige.
Los acreedoresCrediteuren
Crediteurs
Eerzaam
Eerzame
Krediet-
Schuldeisers
Verdienstelijk
Verdienstelijke
Waar
Waardig
Waardige
Ware
Waren se repartieronZij/ze deelden rond
Zij/ze deelden uit
Zij/ze distribueerden
Zij/ze gaven rond
Zij/ze reikten uit
Zij/ze verdeelden las dos2
Do's
Twee
Tweede tercerasTertsen partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes, y la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin, compuestaBijeengevoegd
Composiet
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samengesteldbloemige por una hermanaZus
Zuster y un
sobrinoNeef
Oomzegger, heredóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beërfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde el restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk.
La hermanaZus
Zuster abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n ojosKijkers
Ogen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen cuandoAls
Tijdens
Wanneer el agenteAgens
Agent
Broker
Dealer
Effectenmakelaar
Spion
Vertegenwoordiger de negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken leHaar
Hem
Het
U escribióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit diciéndole que
heredabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beërfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde
Ik beërfde
Ik erfde cincuenta50
Vijftig mil1000
Duizend francosBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Franken
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige.
AquellaDat
Die
Diegene jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde seis6
Zes o siete7
Zeven añosJaren sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te verBekijken
Kijken
Zien a suHaar
Hun
Uw
Zijn hermanaZus
Zuster, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had desaparecidoVerdwenen
Vermiste un díaDag
Etmaal sin queZonder dat
llegaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef a saberseKennen
Smaken
Weten, niEn niet
Evenmin
Noch por ellaHaar
Ze
Zij niEn niet
Evenmin
Noch por otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één, el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste detalleAardigheidje
Behandelt u in details!
Bijzonderheid
Detail
Haalt u uit de
vorm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt in details
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit de
vorm
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt in het
klein
Ik behandel in details
Ik haal uit de
vorm
Ik verkoop in het
klein
Item
Verkoopt u in het
klein! sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el momentoHet ogenblik de suHaar
Hun
Uw
Zijn
desapariciónVerdwijnen
Verdwijning.
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid a ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne el asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering de los queWie
Zij die conocíanZij/ze kenden
Zij/ze leerden kennen
Zij/ze maakten kennis
Zij/ze waren bekend met
Zij/ze wisten a Marguerite cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vieron(Zij) zagen
U zag
Zij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen que suHaar
Hun
Uw
Zijn únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke herederaErfgename eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una gordaDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige y hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon campesinaBoerin
Landelijk que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs entoncesDan
Dus
Toen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden de suHaar
Hun
Uw
Zijn
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam.
De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast se encontró conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan una fortunaFortuna hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te saberKennen
Smaken
Weten siquieraAlthans de quéWat
Welke fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput leHaar
Hem
Het
U veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee aquellaDat
Die
Diegene fortunaFortuna
inesperadaOnverwacht
Onverwachte.
VolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals meMe
Mij dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, a susHaar
Hun
Uw
Zijn camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden, llevándoseMeenemend
Overweg kunnend una granGroot
Grote tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid por la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden de suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanaZus
Zuster, compensadaGecompenseerd
Goedgemaakt
Schadeloos gesteld
Vergoed no obstanteDesalniettemin
Desniettegenstaande
Desondanks
Echter
Maar
Niettemin
Toch por la inversiónBeleggen
Besteden
Inversie
Investeren
Investering
Kantelen
Omgooien
Omkeren
Omkering
Omvergooien
Omzetten
Uitgeven
Woordomzetting alNaar de
Naar het cuatro4
Vier y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling por ciento100
Honderd que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren.
EmpezabanZij/ze begonnen
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze sneden aan
Zij/ze vingen aan yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds a olvidarseAfleren
Vergeten
Verleren todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquellasDie
Diegene circunstanciasOmstandigheden, que corrieronZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten de bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater en bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater por ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs, la
ciudadPlaats
Stad madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding del escándaloAanstoot
Ergernis
Schandaal
Verontwaardiging, y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs yo mismoIkzelf estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat olvidandoAflerend
Vergetend
Verlerend la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven en los
acontecimientosEvenementen
Gebeurden
Gebeurtenissen
Gelegenheden
Gevallen
Voorgevallenen, cuandoAls
Tijdens
Wanneer un nuevoNieuw
Nieuwe incidenteIncident meMe
Mij dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la vidaHachje
Leven de Marguerite, y me enteré deIk informeerde me over
detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer conmovedoresAandoenlijk
Aandoenlijke
Emotioneel
Emotionele, que meMe
Mij entraronZij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar binnen
Zij/ze kwamen binnen
Zij/ze kwamen in
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze reden binnen
Zij/ze reden in ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint de escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven aquellaDat
Die
Diegene historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit.
HacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit tres3
Drie o cuatro4
Vier díasDagen
Etmalen que el pisoDe onderste richel (?), vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds de todosAller-
Ieders susHaar
Hun
Uw
Zijn mueblesMeubelen
Meubels
Meubilair vendidosGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan, estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
una mañanaMorgen
Ochtend llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur ronRum a miMi
Mijn puertaDeur
Poort
Portier.
MiMi
Mijn criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed, o por mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever decirOpgeven
Spreken
Zeggen miMi
Mijn porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier, que me servía deIk bediende me van
Ik gebruikte criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed, fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken y meMe
Mij trajoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee una tarjetaBriefkaart
Creditkaart
Kaart
Kaartje
Visitekaartje,
diciéndomeBij zichzelf zeggend
Gezegd wordend
Me noemend
Zeggend que la personaMens
Personage
Persoon que se la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste hablarConverseren
Praten
Spreken conmigoMet mij
Met mij mee. EchéIk begon handel te
drijven met
Ik gooide
Ik gooide erop
Ik had aandeel in
Ik jaagde weg
Ik joeg weg
Ik keilde
Ik kondigde aan
Ik kreeg
Ik legde op
Ik liet aan het
lot over
Ik maakte bekend
Ik maakte vast
Ik nam
Ik schatte
Ik schonk in
Ik sloeg uit
Ik smeet
Ik speelde een partijtje
Ik speelde uit
Ik sprak uit
Ik stortte
Ik strooide
Ik stuurde weg
Ik tankte
Ik trad op in
Ik uitte
Ik voegde toe
Ik voerde op
Ik wedde
Ik wedijverde
Ik wierp
Ik zegde
Ik zei
Ik zette buiten de
deur
Ik zond weg un vistazoVluchtige blik a la tarjetaBriefkaart
Creditkaart
Kaart
Kaartje
Visitekaartje y
leíIk las estasDeze
Dezen dos2
Do's
Twee
Tweede palabrasBewoordingen
Woorden:
Armand Duval
Me puseIk deed aan
Ik deed op
Ik kleedde me aan
Ik smeerde
Ik smeerde in
Ik stelde me aan
Ik trok aan
Ik werd a pensarDenken dóndeWaar
Waarheen habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger eseDat
Die nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam, y me acordéIk dacht terug
Ik herdacht
Ik herinnerde me de la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst del volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume de
Manon Lescaut.
¿QuéWat
Welke podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen de míMe
Mij la personaMens
Personage
Persoon que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend aquelDat
Die libroBoek
Ik bevrijd a Marguerite? MandéIk beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel que pasaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek en
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op.
ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag entoncesDan
Dus
Toen a un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille rubio(Gestreepte) poon
Blond
Blonde
Gestreepte poon
Poon, altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven, pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale, vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed conDoor
Met
Per
Samen met un traje de viajeReiskostuum que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haberseHet met iemand aan
de stok krijgen
Zich gedragen
Zich met iemand meten quitadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen en
variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende díasDagen
Etmalen niEn niet
Evenmin
Noch tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven siquieraAlthans la molestiaBelemmering
Belet
Beletsel
Gêne
Hinder
Last
Ongemak
Overlast
Stoornis
Storing
Verhindering
Verstoring de cepillarloBorstelen
Schuieren alNaar de
Naar het llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt de polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof.
El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Duval, profundamenteDiepgaand
Grondig emocionadoOntroerd, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging por ocultarOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen suHaar
Hun
Uw
Zijn emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel, y conDoor
Met
Per
Samen met lágrimasTranen en los ojosKijkers
Ogen y la vozInspraak
Stem
Stemgeluid temblorosaBevend
Bevende
Trillend
Trillende meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
LeHaar
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede me disculpe porIk verontschuldig me voor estaDeze
Dit visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op! y estaDeze
Dit ropaKleding
Kleren; peroDoch
Echter
Maar, aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! de que entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos preocupamosWij/we maakten ons druk
Wij/we maakten ons zorgen
Wij/we maken ons druk
Wij/we maken ons zorgen
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer de estasDeze
Dezen cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten de verloBekijken
Kijken
Zien a ustedGij
U hoyHeden
Vandaag mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve, que ni siquieraZelfs niet heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
bajándomeMe bukkend
Uitstappend en el hotelHotel, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden miMi
Mijn equipajeBagage, y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb venidoGekomen
Meegekomen corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend a suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, por miedoAngst
Beduchtheid
Vrees de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
encontrarloAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots loDe
Hem
Het
U prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats.
RoguéIk riep in
Ik smeekte
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vroeg
Ik vroeg aan alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Duval que se sentaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het fuegoVuur, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit, a la vezTegelijk que sacabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Ik behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af del bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak un
pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek en el queWaarin ocultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopte un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even suHaar
Hun
Uw
Zijn rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet.
Debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten ustedGij
U preguntándoseZich afvragend --prosiguió suspirandoHunkerend
Kreunend
Reikhalzend
Smachtend
Verlangend
Zuchtend
Zuchtend naar. tristemente-Bedroefd
Jammerlijk
Smartelijk
Treurig- quéWat
Welke quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind visitanteBezoeker
Bezoekster
desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende, a estasDeze
Dezen horasTijden
Uren, conDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit pintaBeschilder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schildert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verft
Pint
Schilder af!
Schilder uit!
Schilder!
Uiterlijk
Verf!, y llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze. SencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel, vengoIk kom
Ik kom mee
Ik neem wraak
Ik wreek a pedirleBestellen
Vragen un granGroot
Grote
favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst.
UstedGij
U diráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit a suHaar
Hun
Uw
Zijn enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige disposiciónAanleg
Bepaling
Beschikken
Beschikking
Bevelen
Disponeren
Geschiktheid
Gesteldheid
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
Wilsbeschikking.
¿AsistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assisteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde bij ustedGij
U a la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping de Marguerite Gautier?
AnteSuède
Ten overstaan van
Voor aquellaDat
Die
Diegene palabraBewoording
Woord, la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven dominarBedwingen
Beheersen
De boventoon voeren
Domineren
Overheersen
Uitschitteren un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware que élHem
Hij, y se
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a llevarseMeenemen
Overweg kunnen las manosDe handen a los ojosKijkers
Ogen.
DeboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld de parecerleEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer ridículoBelachelijk
Belachelijke
Gek
Gekke
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte ----añadió. DiscúlpemeExcuseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Ik excuseer
Ik verontschuldig
Ik verschoon
Verontschuldigt u!
Verschoont u! una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus y créameCreëer!
Denkt u!
Gelooft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houdt u voor!
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik meen
Maak!
Meent u!
Richt op!
Schep! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank olvidaréIk zal afleren
Ik zal vergeten
Ik zal verleren nuncaNimmer
Nooit la
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid conDoor
Met
Per
Samen met que se dignaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toegeeflijk voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich vermurwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaardigt zich escucharmeAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren.
CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter --repliqué--, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst que, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en miMi
Mijn manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei hacerleDoen
Laten
Maken haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de calmarBedaren
Geruststellen
Kalmeren la penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
que ustedGij
U experimenta(Hij) experimenteert
Beleef!
Ervaar!
Experimenteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ervaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze experimenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Maak door!
Ondervind!, dígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet en quéWat
Welke puedoIk kan
Ik mag servirleAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn, y encontraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontmoeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegemoet treden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal treffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vinden ustedGij
U en míMe
Mij un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
dichoso de poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen complacerloBevredigen
Paaien
Tegemoetkomen aan
Tevreden stellen
Voldoen.
El dolorPijn
Smart
Wee
Zeer del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Duval inspirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireerde
Ik bezielde
Ik boezemde in
Ik inspireerde simpatíaMedegevoel
Sympathie, y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat deseand© serleGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome.
EntoncesDan
Dus
Toen meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is compradoAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen ustedGij
U algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat _en la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping de Marguerite?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, un libroBoek
Ik bevrijd.
¿Manon Lescaut?
ExactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe.
tTiene ustedGij
U aúnNog
Nog altijd
Nog steeds eseDat
Die libroBoek
Ik bevrijd? EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en miMi
Mijn dormitorioSlaapkamer
Slaapzaal.
AnteSuède
Ten overstaan van
Voor estaDeze
Dit noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding, Armand Duval parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als quitarseUittrekken un granGroot
Grote pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte de encimaBovendien
Er bovenop y meMe
Mij dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen como siAlsof,
guardandoBehoedend
Bewakend
Bewarend
De wacht hebbend
Door te bewaren
Hoedend
Lettend op
Opbergend
Passend op
Wakend over aquelDat
Die volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume, hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was empezadoAangebroken
Aangesneden
Aangevangen
Begonnen
Ingegaan yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds a hacerleDoen
Laten
Maken un favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst.
Me levantéIk ging staan
Ik stond op
Ik verrees
Ik werd wakker, fui aIk ging naar miMi
Mijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning a cogerAangrijpen
Aanvatten
Afplukken
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Gaan halen
Grijpen
Halen
Nemen
Oprapen
Pakken
Plukken
Tokkelen
Vastgrijpen
Vatten el libroBoek
Ik bevrijd y se loDe
Hem
Het
U entreguéIk bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe.
SíJa
Jawel
Wel
Zich, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ésteDeze
Dit --dijo, mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend la dedicatoria de la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke páginaBladzijde
Pagina y hojeándolo-Bladerend
Doorbladerend
Ombladerend-. SíJa
Jawel
Wel
Zich, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ésteDeze
Dit.
Y dos2
Do's
Twee
Tweede gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige lágrimàs cayeronZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn páginasBladzijden
Bladzijdes
Pagina's.
BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu --dijo, levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend la cabezaHoofd
Kop
Krop haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor míMe
Mij, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te intentarAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen siquieraAlthans ocultarmeOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had lloradoBejammerd
Betreurd
Beweend
Gehuild
Gekreten
Geschreid
Geweend y que
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat a puntoPrecies goed de llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen otraAnder
Andere
Nog een
Nog één vez-Beurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt-, ¿tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind libroBoek
Ik bevrijd?
¿Por quéWaarom?
PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb venidoGekomen
Meegekomen a pedirleBestellen
Vragen que meMe
Mij loDe
Hem
Het
U cedaGeeft u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Ik geef toe
Ik sta af
Ik wijk
Meegeeft
Staat u af!
Wijkt u!.
PerdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u! miMi
Mijn curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid --dije--, peroDoch
Echter
Maar ¿entoncesDan
Dus
Toen fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was ustedGij
U quienDie
Wie se loDe
Hem
Het
U dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op Marguerite Gautier?
Yo mismoIkzelf.
El libroBoek
Ik bevrijd esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u, tómeloAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u!; me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke de poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen devolvérseloTeruggaan.
PeroDoch
Echter
Maar repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
zijn plaats el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Duval un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat desconcertado-In de war gebracht
Onthutst
Onthutste
Verbijsterd
Verbijsterde- loDe
Hem
Het
U menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd que puedoIk kan
Ik mag hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats darleGeef het lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U
costóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond iets moeilijk.
Permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u! que se loDe
Hem
Het
U regaleGeeft u cadeau!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft cadeau
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Ik geef cadeau
Ik schenk
Schenkt u!. El precioDe prijs de un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume en una subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una bagatelaBagatel
Beuzelarij
Futiliteit
Kleinigheid
Wissewasje, y
ni siquieraZelfs niet me acuerdoIk denk terug
Ik herdenk
Ik herinner me de lo queDat wat
Wat meMe
Mij costóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond iets moeilijk.
LeHaar
Hem
Het
U costóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond iets moeilijk cien100
Honderd francosBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Franken
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere --dije, desconcertadoIn de war gebracht
Onthutst
Onthutste
Verbijsterd
Verbijsterde a miMi
Mijn vez-Beurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt-. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je loDe
Hem
Het
U sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! ustedGij
U?
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele: esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs a tiempoBijtijds
Op tijd
Tijdig paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping de Marguerite, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
esta mañanaVanmorgen
Vanochtend. QueríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou a toda costaTegen elke prijs tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden un objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u y fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend a casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! del
subastador a pedirleBestellen
Vragen permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! verBekijken
Kijken
Zien la listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk de los objetosDingen
Mikpunten
Objecten
Onderwerpen
Voorwerpen vendidosGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan y los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen de los compradoresAfnemers
Klanten. ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag
que ustedGij
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had compradoAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind libroBoek
Ik bevrijd, y decidíIk besliste
Ik besloot
Ik maakte uit
Ik nam me voor rogarleAanvragen
Inroepen
Smeken
Verzoeken
Vragen que meMe
Mij loDe
Hem
Het
U cedieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik gaf toe
Ik stond af
Ik week, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al el precioDe prijs que pagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed por élHem
Hij
meMe
Mij hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit temerBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten ustedGij
U tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook ligadoAangesloten
Gebonden
Gelieerd
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden por algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir a la posesiónBezit
Bezitting
Eigendom
Goed
Vermogen de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume.
Y alNaar de
Naar het decirOpgeven
Spreken
Zeggen estoDeze
Dit, Armand parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als evidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend temerBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen que yoEgo
Ik hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde a Marguerite comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde élHem
Hij.
MeMe
Mij ápresuré a tranquilizarloBedaren
Gerust stellen
Kalmeren
Stillen.
SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht a la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster Gautier --le dije-Hangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei-. SuHaar
Hun
Uw
Zijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden meMe
Mij causóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte la impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor que causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend en un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden de una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi conDoor
Met
Per
Samen met quienDie
Wie tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast el placer--'de encontrarseElkaar tegenkomen
Elkaar treffen
Gesteld zijn
Het maken
Zich bevinden. QuiseIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
comprarAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat en suHaar
Hun
Uw
Zijn subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping y meMe
Mij empeñéIk beleende
Ik leende tegen een
onderpand
Ik verpandde en pujar por esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! por quéWaarom, por el placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
rabiarBoos zijn
Boos zijn op
Kwaad zijn
Kwaad zijn op
Toornen a un señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand encarnizado en élDaaraan
Erin y parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als desafiarmeProvoceren
Tarten
Tergen
Trotseren
Uitdagen
Uitlokken
Uittarten a verEens kijken
Even kijken quiénWie se loDe
Hem
Het
U llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que, se
loDe
Hem
Het
U repitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens, el libroBoek
Ik bevrijd estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! a suHaar
Hun
Uw
Zijn disposiciónAanleg
Bepaling
Beschikken
Beschikking
Bevelen
Disponeren
Geschiktheid
Gesteldheid
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
Wilsbeschikking y leHaar
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer que loDe
Hem
Het
U acepteAccepteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Ik accepteer
Ik neem aan
Ik ontvang
Neemt u aan!
Ontvangt u!, para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U obtengaBehaalt u!
Geniet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik behaal
Ik geniet
Ik krijg
Ik maak buit
Ik ontvang
Ik toucheer
Ik verkrijg
Ik verwerf
Krijgt u!
Maakt u buit!
Ontvangt u!
Toucheert u!
Verkrijgt u!
Verwerft u! de míMe
Mij comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U obtuveIk behaalde
Ik genoot
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik ontving
Ik toucheerde
Ik verkreeg
Ik verwierf de un subastador y para queOpdat
Zodat seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen nosotrosOns
We
Wij el compromisoAfspraak
Akkoord
Compromis
Middenweg
Tussenvoorstel
Verbintenis
Vergelijk de un conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
y de unasVan zo´n relacionesBetrekkingen
Jij/je combineert
Jij/je verbindt
Omgangen
Opzichten
Relaties
Verbanden
Verhoudingen
Verstandhoudingen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus íntimasGezellig
Gezellige
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke. .
EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart --me dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei Armand, tendiéndome la manoDe hand y estrechandoReikend la mía-Van mij-. LoDe
Hem
Het
U aceptoIk accepteer
Ik neem aan
Ik ontvang y leHaar
Hem
Het
U estaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten
eternamenteEeuwig agradecidoBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad.
YoEgo
Ik teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint de interrogarOndervragen a Armand acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van Marguerite, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende la dedicatoria del libroBoek
Ik bevrijd, el viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
del jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille y suHaar
Hun
Uw
Zijn deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht de poseerBeheersen
Bezitten
Erop nahouden
Grondig kennen
Hebben
Rijk zijn aquelDat
Die volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume meMe
Mij picabanZij/ze hakten
Zij/ze hakten fijn
Zij/ze jeukten
Zij/ze kriebelden
Zij/ze krieuwelden
Zij/ze pikten
Zij/ze priemden
Zij/ze prikten
Zij/ze snipperden
Zij/ze staken
Zij/ze wriemelden la curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid; peroDoch
Echter
Maar temíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikte terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreesde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bang voor
Ik duchtte
Ik schrikte terug voor
Ik schrok terug voor
Ik schroomde
Ik vreesde
Ik was bang voor que, alNaar de
Naar het interrogarOndervragen a miMi
Mijn
visitanteBezoeker
Bezoekster, parecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had rehusadoAfgekeurd
Afgeslagen
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Teruggewezen
Vertikt
Verworpen suHaar
Hun
Uw
Zijn dineroGeld
Poen sinoDoch
Echter
Maar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse a metermeDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten en susHaar
Hun
Uw
Zijn asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken.
DiríaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen
Ik zou opgeven
Ik zou spreken
Ik zou zeggen que adivinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorspelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarzegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei voor miMi
Mijn deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is leídoBelezen
Gelezen ustedGij
U esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume?
De arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder.
¿QuéWat
Welke haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pensadoGedacht ustedGij
U de las dos2
Do's
Twee
Tweede líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren que escribíIk componeerde
Ik schiep
Ik schreef
Ik schreef neer
Ik schreef uit?
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet que a susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje a quienDie
Wie ustedGij
U dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend loDe
Hem
Het
U comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende me resistía aIk verzette me tegen verBekijken
Kijken
Zien en esasDie líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend un cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen banalAfgezaagd
Afgezaagde
Alledaags
Alledaagse
Banaal
Banale
Gewoontjes
Nietszeggend
Nietszeggende
Plat
Platte.
Y teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast ustedGij
U razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand. AquellaDat
Die
Diegene chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un ángel. TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast --me dijo-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei-, leaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest
Ik lees
Leest u! estaDeze
Dit cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract.
Y meMe
Mij tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit un papelEen papier que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als haberBezitting
Hebben
Zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden leídoBelezen
Gelezen y releídoHerlezen
Overgelezen muchasVeel
Vele
Zeer
Zere vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten.
LoDe
Hem
Het
U abríIk begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende. Decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei loDe
Hem
Het
U siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende:
'QueridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle Armand: HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb recibidoAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen suHaar
Hun
Uw
Zijn cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract, y doy gracias aIk bedank
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken DiosGod
Godheid porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! ustedGij
U bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
SíJa
Jawel
Wel
Zich, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij, yoEgo
Ik estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit enfermaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ziek
Word ziek!
Ziek
Ziek geworden
Zieke, y de una de esasDie enfermedadesAandoeningen
Kwalen
Ziekten
Ziektes que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank perdonanZij/ze begenadigen
Zij/ze vergeven; peroDoch
Echter
Maar
el interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente que aúnNog
Nog altijd
Nog steeds se tomaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert zich
Men neemt ustedGij
U por míMe
Mij disminuyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verflauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt minder
Houd achter!
Loop af!
Neem af!
Slink!
Taan!
Verflauw!
Verlaag!
Verminder!
Vermindert
Word minder! muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere misMi's
Mijn sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank viviréIk zal leven
Ik zal wonen el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd suficienteVoldoende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval de estrecharReiken la manoDe hand que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven la
bondadosaGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract que acaboIk besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik gebruik op
Ik maak af
Ik maak op
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verdoe
Ik verklungel
Ik verkwist
Ik vermors
Ik verspil
Ik voleindig
Ik werk af
Ik werk uit de recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren, y teas palabrasBewoordingen
Woorden meMe
Mij curaríanZij/ze zouden behandelen
Zij/ze zouden cureren
Zij/ze zouden genezen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
curarmeBehandelen
Cureren
Genezen. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U veréIk zal bekijken
Ik zal kijken
Ik zal zien másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit a un pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden y a ustedGij
U loDe
Hem
Het
U separanZij/ze halen uit elkaar
Zij/ze scheiden
Zij/ze scheiden af
Zij/ze schiften
Zij/ze zonderen af de míMe
Mij
centenaresHonderdtallen de leguas. ¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij! SuHaar
Hun
Uw
Zijn Marguerite de antañoEertijds
Voorheen
Vroeger estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer cambiadaAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt, y
quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht es preferibleHet is aan te
bevelen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer verlaBekijken
Kijken
Zien antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que verlaBekijken
Kijken
Zien comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!. MeMe
Mij preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag! ustedGij
U siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U perdonoIk begenadig
Ik vergeef. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle corazónHart
Klokhuis, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende el dañoDe schade que ustedGij
U quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit! del amorAffectie
Liefde
Min que me teníaIk beheerste me
Ik hield me
Ik hield me in
Ik hield me op
de been
Ik hield stil
Ik stond stil
Ik werd gehandhaafd
Ik werd in stand
gehouden
Ik zette me schrap! LlevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer un mesMaand en la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, y tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast en tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
estimaAcht hoog!
Acht!
Achting
Appreciatie
Begroot!
Draag achting toe!
Gegist bestek
Heb achting voor!
Hecht aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze acht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze acht hoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt achting toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hecht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft achting voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taxeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waardeert
Hoogachting
Houd van!
Mag!
Schat!
Schatting
Stel op prijs!
Taxeer!
Waardeer!
Waardering suHaar
Hun
Uw
Zijn aprecioIk acht
Ik acht hoog
Ik apprecieer
Ik begroot
Ik draag achting toe
Ik heb achting voor
Ik hecht aan
Ik houd van
Ik mag
Ik schat
Ik stel op prijs
Ik taxeer
Ik waardeer, que todos losAlle díasDagen
Etmalen escriboIk componeer
Ik schep
Ik schrijf
Ik schrijf neer
Ik schrijf uit el diarioAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagblad
Dagboek
Dagelijks
Dagelijkse
Journaal de miMi
Mijn villaGemeente
Landhuis
Stad
Villa
Zomerhuis
Zomerhuisje desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el momentoHet ogenblik de
nuestraOns
Onze
Van ons separaciónAfscheiden
Afscheiding
Afstand
Afzonderen
Clausuur
Scheiden
Scheiding
Schiften
Schifting hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el momentoHet ogenblik en queWaarin yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals suHaar
Hun
Uw
Zijn interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente por míMe
Mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke, Armand, a suHaar
Hun
Uw
Zijn regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht vaya aGaat u naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Ik ga naar casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de Julie Duprat.
EllaHaar
Ze
Zij leHaar
Hem
Het
U entregaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afleveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bestellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inleveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal leveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overhandigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overleggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ter hand
stellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toevoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbetalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdrijven esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind diarioAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagblad
Dagboek
Dagelijks
Dagelijkse
Journaal. En élDaaraan
Erin encontraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontmoeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegemoet treden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal treffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vinden la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand y la disculpaExcuseer!
Excuus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Verontschuldig!
Verontschuldiging
Verschoning
Verschoon! de lo queDat wat
Wat haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen nosotrosOns
We
Wij. Julie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende conmigoMet mij
Met mij mee; a menudoAf en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds las dos2
Do's
Twee
Tweede juntasAaneengevoegd
Besturen
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
Vergaderingen
Voegen
Zittingen charlamosWij/we babbelden
Wij/we babbelen
Wij/we keuvelden
Wij/we keuvelen
Wij/we kletsen
Wij/we kletsten
Wij/we praatten
Wij/we praten de ustedGij
U.
Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat aquíAlhier
Hier cuandoAls
Tijdens
Wanneer llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef suHaar
Hun
Uw
Zijn cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract, y lloramosWij/we bejammerden
Wij/we bejammeren
Wij/we betreurden
Wij/we betreuren
Wij/we beweenden
Wij/we bewenen
Wij/we huilden
Wij/we huilen
Wij/we kreten
Wij/we krijten
Wij/we schreiden
Wij/we schreien
Wij/we weenden
Wij/we wenen alNaar de
Naar het leerlaLezen.
En caso deIn het geval que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta ustedGij
U noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u, ellaHaar
Ze
Zij queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt encargadaAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Inkoopster
Opdracht gegeven
Opgedragen
Zaakwaarneemster de enviarleAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden estosDeze
Dezen
papelesPapieren
Rollen a suHaar
Hun
Uw
Zijn llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven a FranciaFrankrijk. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij loDe
Hem
Het
U agradezcaBedankt u voor!
Bedankt u!
Betuigt u dank!
Dankt u!
Heeft u te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedankt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt dank
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dankbaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dankbaar voor
Ik bedank
Ik bedank voor
Ik ben dankbaar
Ik ben dankbaar voor
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken
Is u dankbaar voor!
Is u dankbaar!. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken todos losAlle díasDagen
Etmalen sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los
únicosAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke de miMi
Mijn villaGemeente
Landhuis
Stad
Villa
Zomerhuis
Zomerhuisje meMe
Mij haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt un bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische, y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ustedGij
U va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
en suHaar
Hun
Uw
Zijn lecturaLectuur
Lezen
Lezing la disculpaExcuseer!
Excuus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Verontschuldig!
Verontschuldiging
Verschoning
Verschoon! del pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, yoEgo
Ik encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting en ellaHaar
Ze
Zij un continuoAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende alivioIk lenig
Ik lucht op
Ik verlicht
Ik verzacht
Lenigen
Opluchten
Verlichten
Verzachten.
QuisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou dejarleLaten algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat para queOpdat
Zodat me tuvieraIk beheerste me
Ik hield me
Ik hield me in
Ik hield me op
de been
Ik hield stil
Ik stond stil
Ik werd gehandhaafd
Ik werd in stand
gehouden
Ik zette me schrap ustedGij
U siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend en suHaar
Hun
Uw
Zijn recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir, peroDoch
Echter
Maar todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle loDe
Hem
Het
U
que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! embargadoEmbargo gelegd op y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! meMe
Mij perteneceBehoor toe aan!
Behoor toe!
Behoor tot!
Behoor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe aan
Kom toe aan!.
¿ComprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta! ustedGij
U, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij? Voy aIk ga naar morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten, y desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit miMi
Mijn dormitorioSlaapkamer
Slaapzaal oigoIk hoor
Ik verneem
Ik versta andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken por el
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal alNaar de
Naar het vigilanteBewakend
Bewakende
Politieagent
Waakzaam
Waakzame
Wakend
Wakende
Waker que misMi's
Mijn acreedoresCrediteuren
Crediteurs
Eerzaam
Eerzame
Krediet-
Schuldeisers
Verdienstelijk
Verdienstelijke
Waar
Waardig
Waardige
Ware
Waren hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds para queOpdat
Zodat nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand se lleveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan overweg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! niEn niet
Evenmin
Noch meMe
Mij
quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! en caso deIn het geval que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank murieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
Ik ging dood
Ik overleed
Ik stierf
Ik verscheidde
Ik versmachtte. EsperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit que aguardenStaat u te wachten!
Verwacht u!
Wacht u af!
Wacht u!
Zij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
subastarlo.
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, quéWat
Welke despiadadosMeedogenloos
Meedogenloze
Wrede
Wreed sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, me equivocoIk dwaal
Ik maak een fout
Ik vergis me
Ik vergis me in
Ik zit ernaast, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever decirOpgeven
Spreken
Zeggen que DiosGod
Godheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige a inflexibleOnbuigzaam
Onbuigzame.
Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle míoMijne
Van mij, vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek! ustedGij
U a la . subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping y compreDoet u boodschappen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet boodschappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft aan
Ik doe boodschappen
Ik koop
Ik koop aan
Ik koop in
Ik neem af
Ik neem over
Ik schaf aan
Koop
Koopt u aan!
Koopt u in!
Koopt u!
Neemt u af!
Neemt u over!
Schaft u aan! cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
apartaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiftte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonderde af
Ik haalde weg
Ik hield af
Ik hield weg
Ik onthield
Ik onttrok
Ik scheidde
Ik scheidde af
Ik schiftte
Ik schoof opzij
Ik zette weg
Ik zonderde af yoEgo
Ik el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ustedGij
U y se enterasenZij/ze kwamen er achter
Zij/ze stelden zich op
de hoogte van
Zij/ze vernamen, serían(Ze) zouden zijn
Zij/ze zouden gebeuren
Zij/ze zouden plaatshebben
Zij/ze zouden plaatsvinden
Zij/ze zouden zijn capacesBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Kundig
Kundige de denunciarloAan de kaak stellen
Aanbrengen
Aangeven
Aanklagen
Aanzeggen
Afkondigen
Beschuldigen
Betichten
Klikken
Uitvaardigen
Verklikken
Voorspellen por
ocultaciónOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen de objetosDingen
Mikpunten
Objecten
Onderwerpen
Voorwerpen embargadosEmbargo gelegd op.
¡QuéWat
Welke villaGemeente
Landhuis
Stad
Villa
Zomerhuis
Zomerhuisje tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige la queDat
Die
Wie
Zij die dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen!
¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals DiosGod
Godheid permitieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde
Ik belette niet
Ik gedoogde
Ik liet toe
Ik permitteerde
Ik stond toe
Ik vergunde
Ik veroorloofde que volviera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar verloBekijken
Kijken
Zien antes deAlvorens te
Voor morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten! SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals todas lasAlle probabilidadesBewijsbaarheden
Kansen
Waarschijnlijkheden,
adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij; perdónemeBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U escribaComponeert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Ik componeer
Ik schep
Ik schrijf
Ik schrijf neer
Ik schrijf uit
Schept u!
Schrijft u neer!
Schrijft u uit!
Schrijft u! una cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde, peroDoch
Echter
Maar los queWie
Zij die dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que van aZij/ze gaan naar curarmeBehandelen
Cureren
Genezen meMe
Mij agotanZij/ze gebruiken op
Zij/ze putten uit conDoor
Met
Per
Samen met sangríasAderlatingen, y miMi
Mijn manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei se niegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigert om a escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
Marguerite GAUTIER.'
En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste palabrasBewoordingen
Woorden apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren legibles.
DevolvíIk bezorgde terug
Ik bracht terug
Ik gaf terug
Ik gaf weer
Ik hergaf
Ik heruitzond
Ik reproduceerde
Ik retourneerde
Ik stuurde terug
Ik vergold
Ik wees terug la cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract a Armand, que sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de releerlaHerlezen
Overlezen en suHaar
Hun
Uw
Zijn pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had leídoBelezen
Gelezen en
el papelHet papier, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, alNaar de
Naar het recogerlaAfhalen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen, meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
¡QuiénWie podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen pensarDenken jamásNimmer
Nooit que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una entretenidaAardig
Aardige
Geamuseerd
Onderhouden
Opgevrolijkt
Vermaakt la queDat
Die
Wie
Zij die escribióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit estoDeze
Dit!
Y, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer emocionadoOntroerd por susHaar
Hun
Uw
Zijn recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs, contemplóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloerde un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes la escrituraAkte
Bijbel
Componeren
Geschrift
Heilige schrift
Neerschrijven
Rapport
Scheppen
Schrift
Schrijven
Uitschrijven de aquellaDat
Die
Diegene cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract, que acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit por
llevarseMeenemen
Overweg kunnen a los labiosLippen.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer piensoIk denk --prosiguió-- que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht sin queZonder dat hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! podidoGekund
Gemogen verlaBekijken
Kijken
Zien, y que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank volveré aIk zal teruggaan naar
Ik zal terugkeren naar
Ik zal terugkomen naar verlaBekijken
Kijken
Zien
nuncaNimmer
Nooit; cuandoAls
Tijdens
Wanneer piensoIk denk que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet por míMe
Mij lo queDat wat
Wat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet una hermanaZus
Zuster, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij perdonoIk begenadig
Ik vergeef haberlaHet te hebben
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig. ¡MuertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht! ¡MuertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht! ¡Pensando enDenkend aan
Nadenkend over míMe
Mij, escribiendoComponerend
Neerschrijvend
Scheppend
Schrijvend
Uitschrijvend y pronunciandoSprekend
Uitend
Uitsprekend miMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam! ¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Marguerite queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief!
Y Armand, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend riendaBreidel
Teugel
Toom sueltaBekwaam
Bekwame
Driest
Drieste
Enkel
Enkele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Laat los!
Licht
Lichte
Los
Losbandig
Losbandige
Losgelaten
Losgemaakt
Loslaten
Losmaken
Losse
Maak los!
Ongedwongen
Ongegeneerd
Ongegeneerde
Ruim
Ruime
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Uiteengevallen
Vaardig
Vaardige
Vlug
Vlugge
Vrij
Vrije a susHaar
Hun
Uw
Zijn pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes y a susHaar
Hun
Uw
Zijn lágrimasTranen, meMe
Mij tendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
Ik breidde uit
Ik hield op
Ik ontvouwde
Ik rekte
Ik spreidde
Ik spreidde uit
Ik stak uit
Ik strekte
Ik strekte uit la manoDe hand y continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort:
QuienDie
Wie me vieraIk bleek
Ik liet me zien
Ik was duidelijk lamentarmeBejammeren
Betreuren
Spijt hebben van asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig por una muertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke me tomaríaIk zou me permitteren por un niñoJongen
Kind, peroDoch
Echter
Maar es queDat komt omdat
Want nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! cuántoHoelang
Hoeveel heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen a esaDat
Die mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, loDe
Hem
Het
U cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden, loDe
Hem
Het
U buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende y resignadaAfgestaan
Afstand gedaan que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden ellaHaar
Ze
Zij. CreíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was yoEgo
Ik quienDie
Wie tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest perdonarlaBegenadigen
Vergeven, y hoyHeden
Vandaag me veoIk ben duidelijk
Ik blijk
Ik laat me zien indignoIk verontwaardig del perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis que ellaHaar
Ze
Zij meMe
Mij otorgaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze willigt in
Ken toe!
Sta toe!
Verklaar!
Verleen!
Willig in!. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, daríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlenen
Ik zou aangeven
Ik zou geven
Ik zou opbrengen
Ik zou toebrengen
Ik zou toekennen
Ik zou verlenen diez10
Tien
añosJaren de miMi
Mijn vidaHachje
Leven por poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen una horaTijd
Uur a susHaar
Hun
Uw
Zijn piesPoten
Voeten!
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware consolarTroosten
Vertroosten un dolorPijn
Smart
Wee
Zeer que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se conoceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bekend
Men kent
Men kent het, y sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u! simpatíaMedegevoel
Sympathie por aquelDat
Die
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, meMe
Mij confiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had vertrouwen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Ik had vertrouwen in
Ik vertrouwde
Ik vertrouwde toe conDoor
Met
Per
Samen met talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke franquezaOpenhartigheid suHaar
Hun
Uw
Zijn penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet, que creí queIk dacht dat misMi's
Mijn palabrasBewoordingen
Woorden noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U resultarían(Zij) zouden resulteren
Zij/ze zouden blijken
Zij/ze zouden resulteren
Zij/ze zouden uitkomen
Zij/ze zouden uitvallen
Zij/ze zouden volgen
Zij/ze zouden voortkomen
Zij/ze zouden voortspruiten
Zij/ze zouden voortvloeien
Zij/ze zouden zich vertonen indiferentesLauw
Lauwe
Onverschillig
Onverschillige y leHaar
Hem
Het
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei:
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U parientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten o amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden? TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast confianzaVertrouwen, vaya aGaat u naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Ik ga naar verlosBekijken
Kijken
Zien, y ellosHen
Ze
Zij loDe
Hem
Het
U consolaránZij/ze zullen troosten
Zij/ze zullen vertroosten, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que compadecerloBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve --dijo, levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend y paseándose a grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan por miMi
Mijn habitación-Bewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning-, estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit aburriéndolo.
PerdónemeBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me dabaIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de que miMi
Mijn dolorPijn
Smart
Wee
Zeer le importa(Hij) vindt van belang pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige y de que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit importunándoloKwellend
Vervolgend conDoor
Met
Per
Samen met una
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak que niEn niet
Evenmin
Noch puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt niEn niet
Evenmin
Noch debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! interesarleBelang inboezemen
Interesseren nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is interpretadoGeduid
Geïnterpreteerd
Uitgelegd
Verklaard
Vertolkt ustedGij
U bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart misMi's
Mijn palabrasBewoordingen
Woorden. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal a suHaar
Hun
Uw
Zijn disposiciónAanleg
Bepaling
Beschikken
Beschikking
Bevelen
Disponeren
Geschiktheid
Gesteldheid
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
Wilsbeschikking; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend que sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer miMi
Mijn
incapacidadOnvermogen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! calmarBedaren
Geruststellen
Kalmeren suHaar
Hun
Uw
Zijn penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals miMi
Mijn compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm y la de misMi's
Mijn amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen distraerloAfleiden
Verstrooien; en finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals meMe
Mij
necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef! ustedGij
U paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! lo queDat wat
Wat seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt, quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil que sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u! que tendréIk zal bijhouden
Ik zal erop nahouden
Ik zal hebben
Ik zal houden
Ik zal vasthouden un granGroot
Grote placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin en poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen serleGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome.
PerdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis, perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis meMe
Mij dijo-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei-, el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer exacerba las emocionesAandoeningen
Bewogenheden
Emoties
Jij/je ontroert
Ontroeringen
Roerselen
Roersels. DejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! que me quedeIk blijf
Ik blijf achter
Ik blijf over
Ik rest
Ik resteer
Ik toef
Ik verblijf
Ik word unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, el
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige de secarmeAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Drogen
Droogmaken
Uitdrogen
Vegen
Wissen los ojosKijkers
Ogen, para queOpdat
Zodat los mironesBaliekluivers
Nietsnutten de la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se quedenZij/ze blijven
Zij/ze blijven achter
Zij/ze blijven over
Zij/ze resten
Zij/ze resteren
Zij/ze toeven
Zij/ze verblijven
Zij/ze worden mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una
curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mocetón que lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!. AcabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit! ustedGij
U de hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke dándomeGebeurend
Groeiend
Me gewonnen gevend
Me overgevend
Me voordoend
Ontstaand
Voorkomend esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind libroBoek
Ik bevrijd; nuncaNimmer
Nooit sabréIk zal kennen
Ik zal smaken
Ik zal weten
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je agradecerleBedanken
Bedanken voor
Dank betuigen
Dankbaar zijn
Dankbaar zijn voor
Danken
Te danken hebben lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld.
Concediéndome un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de suHaar
Hun
Uw
Zijn amistadVriendschap --dije a Armand-- y diciéndomeBij zichzelf zeggend
Gezegd wordend
Me noemend
Zeggend la causaDe oorzaak de suHaar
Hun
Uw
Zijn penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet.
ContandoAftellend
Berekenend
Calculerend
Debiterend
Neertellend
Rekenend
Tellend
Uitrekenend
Verhalend
Vertellend
Voorlezend los sufrimientosGedulden
Lijdennen
Smarten, se consuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroost
Troost!
Vertroost! uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één.
Tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand; peroDoch
Echter
Maar hoyHeden
Vandaag sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak de llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U diríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen
Ik zou opgeven
Ik zou spreken
Ik zou zeggen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que palabrasBewoordingen
Woorden sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig.
OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één díaDag
Etmaal leHaar
Hem
Het
U haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren partícipeDeelgenoot
Deelnemend
Deelnemende
Deelnemer de estaDeze
Dit historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien ustedGij
U siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals tengo razónIk heb gelijk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! echar de menosMissen a la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans ----añadió, frotándoseInwrijvend los ojosKijkers
Ogen por últimaAchterste
Jongstleden
Laatste vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt y mirándoseZich bekijkend
Zich beschouwend
Zich spiegelend en el espejo-Spiegel-, dígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U parezcoIk heb het uiterlijk
van
Ik kom over
Ik kom voor
Ik lijk
Ik schijn
Ik schijn toe
Ik sta tegenover
Ik vind
Ik zie er uit
Ik zie er uit
als excesivamenteOverdadig
Overmatig
Uitermate necioDol
Dolle
Dom
Domme
Dwaas
Dwaze
Onverstandig
Onverstandige
Zot
Zotte y pemiítame que vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer verloBekijken
Kijken
Zien otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer.
La miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien del jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was bondadosaGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige y dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid; estuveIk bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat a puntoPrecies goed de abrazarloOmarmen
Omhelzen
Omvademen.
En cuantoZodra a élHem
Hij, susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen comenzabanZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer a velarseOmsluieren
Sluieren
Waken de lágrimasTranen; vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag que yoEgo
Ik me dabaIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen y desvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet afvloeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weg
la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien.
VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen --le dije-Hangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei-. ¡AnimoIk animeer
Ik bemoedig
Ik beziel
Ik moedig aan
Ik monter op
Ik por aan
Ik prikkel
Ik spoor aan
Ik stimuleer
Ik verlevendig
Ik vrolijk op
Ik vuur aan
Ik wakker aan
Ik wek op
Ik zet aan!
AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei entoncesDan
Dus
Toen.
HaciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend un esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging inaudito por noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden, huyó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vluchtte voor miMi
Mijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
LevantéIk beurde
Ik haalde op
Ik hief
Ik hief op
Ik kookte op
Ik richtte op
Ik sloeg op
Ik tilde
Ik tilde op
Ik verhief
Ik vestigde
Ik zette neer el visillo de miMi
Mijn ventanaRaam
Venster y loDe
Hem
Het
U viIk bekeek
Ik keek
Ik zag subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen.alNaar de
Naar het cabrioléCabriolet que loDe
Hem
Het
U esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit a la puertaDeur
Poort
Portier; peroDoch
Echter
Maar, en cuantoZodra
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat dentroBinnen
Daarbinnen
Erin, se deshizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af en lágrimasTranen y ocultóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopte suHaar
Hun
Uw
Zijn rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet en el pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek.
V
PasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd sin queZonder dat oyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen Armand, peroDoch
Echter
Maar en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was muchasVeel
Vele
Zeer
Zere ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken de tratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen
de Marguerite.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals loDe
Hem
Het
U hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn notadoAangetekend
Bemerkt
Gemerkt
Genoteerd
Opgemerkt
Opgeschreven
Te boek gesteld ustedesGij
U, peroDoch
Echter
Maar bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! que el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de una personaMens
Personage
Persoon, que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
siéndonosGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde desconocidaOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende o por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste indiferenteLauw
Lauwe
Onverschillig
Onverschillige, se pronuncieHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Ik spreek
Ik spreek uit
Ik uit
Spreekt u uit!
Spreekt u!
Uit u! una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer anteSuède
Ten overstaan van
Voor nosotrosOns
We
Wij, para queOpdat
Zodat alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
de eseDie z'n
Diens
Van die nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam vayan(Zij) gaan
Begeeft u zich!
Gaat u!
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen agrupándose poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan una serieReeks
Ris
Rist
Serie
Set de detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein y oigamosLaten we horen
Laten we vernemen
Laten we verstaan
Wij/we horen
Wij/we vernemen
Wij/we verstaan a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle nuestrosOnze
Van ons amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
hablarConverseren
Praten
Spreken conDoor
Met
Per
Samen met nosotrosOns
We
Wij de algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de lo queDat wat
Wat antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger nuncaNimmer
Nooit habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren conversadoGeconverseerd
Gepraat. EntoncesDan
Dus
Toen descubrimosWij/we ontdekken
Wij/we ontdekten
Wij/we vinden uit
Wij/we vonden uit
Wij/we vorsen uit
Wij/we vorsten uit que esaDat
Die
personaMens
Personage
Persoon casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat tocándonosEen hoofddeksel opzettend
Ons het hoofd bedekkend
Ons kappend
Onze haar kammend, y nos damosWij/we doen ons voor
Wij/we gebeuren
Wij/we geven ons gewonnen
Wij/we geven ons over
Wij/we groeien
Wij/we komen voor
Wij/we ontstaan cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de que pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek muchasVeel
Vele
Zeer
Zere vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten por nuestraOns
Onze
Van ons vidaHachje
Leven sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
notadaAangetekend
Bemerkt
Gemerkt
Genoteerd
Opgemerkt
Opgeschreven
Te boek gesteld; encontramosWij/we bevinden
Wij/we bevonden
Wij/we komen tegen
Wij/we kwamen tegen
Wij/we ontmoeten
Wij/we ontmoetten
Wij/we traden tegemoet
Wij/we treden tegemoet
Wij/we treffen
Wij/we treffen aan
Wij/we troffen
Wij/we troffen aan
Wij/we vinden
Wij/we vonden en los acontecimientosEvenementen
Gebeurden
Gebeurtenissen
Gelegenheden
Gevallen
Voorgevallenen que nos(Aan) ons
Ons cuentanZij/ze berekenen
Zij/ze calculeren
Zij/ze debiteren
Zij/ze lezen voor
Zij/ze rekenen
Zij/ze rekenen uit
Zij/ze tellen
Zij/ze tellen af
Zij/ze tellen neer
Zij/ze verhalen
Zij/ze vertellen una coincidenciaOvereenkomen
Overeenstemmen
Samenvallen y una afinidadAffiniteit
Familiebetrekking
Verwantschap realesDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Realen
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke conDoor
Met
Per
Samen met
ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere acontecimientosEvenementen
Gebeurden
Gebeurtenissen
Gelegenheden
Gevallen
Voorgevallenen de nuestraOns
Onze
Van ons propiaEigen existenciaBestaan
Existentie
Zijn. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was éseDat
Die exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe miMi
Mijn casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding a
Marguerite, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl yoEgo
Ik la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta, me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen con ellaDaarmee y la conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende de vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht y por susHaar
Hun
Uw
Zijn
costumbresGebruiken
Gewoonten
Gewoontes
Usances
Zeden; sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping suHaar
Hun
Uw
Zijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer frecuentementeDikwijls
Vaak
Veelvuldig a misMi's
Mijn oídosGehoord
Vernomen
Verstaan y, en la
circunstanciaOmstandigheid que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk en el capítuloChapiter
Hoofdstuk
Kapittel anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, suHaar
Hun
Uw
Zijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam se hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met una tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte, que crecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies aan miMi
Mijn asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering, aumentandoAangroeiend
Aanwakkerend
Doend toenemen
Groeiend
Sterker wordend
Stijgend
Toenemend
Vergrotend
Verhogend
Vermeerderend miMi
Mijn curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |