Por loDe
Hem
Het
U
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pisoteadaAangestampt
Onder de voet gelopen
Vertrapt
y apretadaAangedraaid
Aangedrukt
Aangedrukte
Gedrongen
Gedrukt
Gedrukt op
Gekneld
Geperst
Geprest
que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
del rastroOverblijfsel
Rommelmarkt
Spoor
Vlooienmarkt
, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
los perseguidoresAchtervolgers
Vervolgers

granGroot
Grote
ventajaBaat
Belang
Nut
Voordeel
Winst
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los perseguidosAchtervolgd
Nagejaagd
Vervolgd
. AvanzabanZij/ze anticipeerden
Zij/ze bewogen voort
Zij/ze gingen vooruit
Zij/ze kwamen vooruit
Zij/ze vorderden
, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, a troteDraaft u!
Dribbelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dribbelt
Ik draaf
Ik dribbel
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
, batiendoDoorroerend
Houwend
Klappend
Kloppend
Meppend
Omroerend
Roerend
Slaand

alternativamenteAfwisselend sobre elOp de
Op het
sordoDoof
Dove
pavimentoBestrating
Plaveisel
Wegdek
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
doscientos200
Tweehonderd
cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen
, y el chocarAanstoot geven
Botsen
Choqueren
Klappen
Kloppen
Kwetsen
Opvallen
Slaan
de las
armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
y el .: resoplido de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
resonabanZij/ze galmden
Zij/ze resoneerden
Zij/ze weergalmden
Zij/ze weerklonken
conDoor
Met
Per
Samen met
clamorGeschreeuw
Lawaai
de guerraKrijg
Oorlog
en el abovedado y
silenciosoGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende
bosqueBos
Woud
.

LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, el anchoBrede
Breed
Breedte
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde
rastroOverblijfsel
Rommelmarkt
Spoor
Vlooienmarkt
que dejaban(Zij) lieten
Zij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden
los perseguidosAchtervolgd
Nagejaagd
Vervolgd
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
alNaar de
Naar het
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
de Holywood; se
perdióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
reaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug sobre laOp de
Op het
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
holladaAangestampt
Betreden
Onder de voet gelopen
Vertrapt
, del otroAnder
Andere
Nog een
Nog één

ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, Dick vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
con sorpresaBevreemd
Verbaasd
Verrast
Verwonderd
, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
estrechoBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Ik reik
Kanaal
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Smal
Smalle
Straat
Strak
Strakke
Zee-engte
Zeestraat
y que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
apisonadoAangestampt
Aangetrapt
. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
,
aprovechándoseProfiterend
Voordeel trekkend uit
Winst makend
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, sir DanielDaniël habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
empezadoAangebroken
Aangesneden
Aangevangen
Begonnen
Ingegaan
a diseminarUitspreiden
Verdelen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
.

En todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
una direcciónEen stuurversnelling que otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
, continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Dick suHaar
Hun
Uw
Zijn

persecuciónAchtervolgen
Achtervolging
Najagen
Vervolgen
Vervolging
por la rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
huellaAanstampen
Afdruk
Betreden
Betreed!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt onder de
 voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrapt
Loop onder de voet!
Spoor
Stamp aan!
Vertrap!
Vertrappen
Voetafdruk
Voetspoor
, la queDat
Die
Wie
Zij die
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una horaTijd
Uur
de marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan
leHaar
Hem
Het
U
llevó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
eEn intrincado del bosqueBos
Woud
; allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
se dividíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Ik brak af
Ik deelde
Ik splitste
Ik splitste op
Ik verdeelde
de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
bombaBom
Pomp
que estallaBarst open!
Barst uit!
Barst!
Berst open!
Berst!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barst open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barst uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berst open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontploft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Ontplof!
Scheur!
Spring!
, en dos2
Do's
Twee
Tweede

docenasDozijnen de rastrosOverblijfselen
Overblijfsels
Rommelmarkten
Sporen
Vlooienmarkten
que seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
las másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
opuestasGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergesteld
direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen
.

Tiró deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan la bridaBreidel
Teugel
Toom
Dick, perdidaGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Schadepost
Verbeurd
Verkwist
Verlies
Verloren
Vermissing
Verspeeld
Vervlogen
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
. El cortoIk breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
día de inviernoWinterdag tocabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan
Ik beroerde
Ik ging
Ik ging over
Ik klepte
Ik klonk
Ik kwam aan
Ik raakte
Ik raakte aan
Ik roerde aan
Ik sloeg
Ik speelde
Ik speelde voor
Ik toucheerde
Ik voerde uit
Ik zat aan
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
; el solSol
Zon
, opacaDoorschijnend
Doorschijnende
Ondoorschijnend
Ondoorschijnende
y rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
rayoBliksem
Hemelvuur
Ik kras
Ik schraap
Ik schrab
Ik schrap
Ik trek
Ik trek een streep
Ik wrijf los
Spaak
Straal
, flotabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dobberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlotte
Ik dobberde
Ik dreef
Ik vlotte
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la espesuraDikte de
desnudosBloot
Blote
Naakt
Naakte
Onbedekt
Onbedekte
Onopgesmukt
Onopgesmukte
matorralesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes
; las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
se prolongabanZij/ze duurden lang
Zij/ze werden gerekt
Zij/ze werden verlengd
a la distanciaAfstand
Eind
End
de una millaMijl sobre laOp de
Op het
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
; la
heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst
mordíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knauwde
Ik beet
Ik beitste
Ik hapte
Ik knauwde
cruelmenteWreed en las puntasA point
Landhoofden
Neuzen
Pieken
Precies goed
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
de los dedosTenen
Vingeren
Vingers
, y el alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
y el vaporDamp
Stoom
Stoomboot
Wasem
de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
se
elevabanZij/ze bevorderden
Zij/ze dienden in
Zij/ze hieven op
Zij/ze richtten op
Zij/ze tilden
Zij/ze verhieven
Zij/ze verhoogden
Zij/ze voerden op
, formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
nubesWolken.

-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
nos(Aan) ons
Ons
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen
en astuciaArglist
Boosaardigheid
Hinderlaag
Valstrik
-confesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Dick-. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, tendremos queWij/we zullen behoren
Wij/we zullen dienen
Wij/we zullen horen
Wij/we zullen moeten

marcharLopen
Marcheren
a Holywood. TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks
que Tunstall... o, al menosAlthans
Tenminste
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
por la
posiciónAandoen
Aannemen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Houding
Inschakelen
Leggen
Menen
Neerleggen
Neerzetten
Onderstellen
Opbrengen
Opleggen
Plaats
Plaatsen
Positie
Stand
Steken
Stellen
Stoppen
Vermoeden
Veronderstellen
Vlijen
Zetten
del solSol
Zon
.

TorcieronZij/ze sloegen af
Zij/ze twijnden
Zij/ze verbogen
Zij/ze verdraaiden
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwrongen
Zij/ze wrongen
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse
, volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
la espaldaRug alNaar de
Naar het
rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
broquel del solSol
Zon
y
dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend
campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
traviesaBalk
Biel
Biels
Dwarsligger
Onderlegger
Ondeugend
Ondeugende
Ribbe
Stout
Stoute
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la abadíaAbdij. PeroDoch
Echter
Maar
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
cambiadoAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ellosHen
Ze
Zij
: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
marcharLopen
Marcheren
a buen pasoHaastig
Snel
Vlot
por un senderoPaadje
Pad
apisonadoAangestampt
Aangetrapt
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
por los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
,
niEn niet
Evenmin
Noch
aquelDat
Die
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
lesHen
Hun
U
conducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde
a una metaDoel
Doet u!
Finish
Goal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Ik doe
Ik leg
Ik leg in
Ik plaats
Ik steek
Ik steek in
Ik stel
Ik stop
Ik zet
Legt u in!
Legt u!
Mikpunt
Plaats
Plaatst u!
Steekt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trefpunt
Zet u!
. Tenían que(Zij) moesten
Zij/ze behoorden
Zij/ze dienden
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
labrarBeitelen
Bewerken
Slijpen
Verwerken
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
lentamenteLangzaam a travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed

del obstáculoBelemmering de la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
, parándoseBlijvend staan
Halt houdend
Stoppend
Tot stilstand komend
Vastlopend
continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
decidirBeslissen
Besluiten
Uitmaken
Zich voornemen
el rumboKoers
Kompasstreek
Streek
Windstreek
y hundiéndoseBezwijkend
Neerdalend
Vergaand
Verzinkend
Wegzinkend
Zich neerlatend
Zich verdiepend
Zinkend
a
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en los blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
montonesBergen
Boelen
Drommen
Hoopjes
Hopen
Massa's
Menigten
Menigtes
Scharen
Stapels
Troepen
. ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
el solSol
Zon
lesHen
Hun
U
abandonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
; se desvanecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in rook
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte bewusteloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel flauw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in zwijm
el resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering

de occidenteAvondland
Westen
Westerse wereld
y alNaar de
Naar het
ratoPoos
Poosje
Tijdje
vagabanZij/ze doolden
Zij/ze doolden rond
Zij/ze drentelden
Zij/ze dwaalden
Zij/ze dwaalden rond
Zij/ze flaneerden
Zij/ze hingen rond
Zij/ze kuierden
Zij/ze slenterden
Zij/ze waarden
Zij/ze zwierven
, a la aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las negrasZwart
Zwarte
sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
las
pálidasBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren
.

ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, alumbraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aansteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou belichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorlichten
Ik zou aansteken
Ik zou belichten
Ik zou beschijnen
Ik zou verlichten
Ik zou voorlichten
la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
la cimaHoogtepunt
Kruin
Neus
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
de las montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
y podríanZij/ze zouden kunnen
Zij/ze zouden mogen
reemprenderHervatten la
marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, entretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
alNaar de
Naar het
azarToeval
Toevalligheid
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
alejarlesVerwijderen
Verwijderen van
Weghouden van
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
rutaRoute
Spoor
Tracé
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

nada másNiet meer que acamparKamperen
Legeren
y esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
.

Se colocaronZij/ze trokken aan centinelasSchildwachten
Schildwachts
Wachten
; se limpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze louterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuiverde
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
un trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje
de terrenoGebied
Terrein
, y trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
intentosPogingen
ardióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan
en el centroEl centro
Het midden
una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
hogueraBrandstapel. Los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
se sentaronZij/ze gingen zitten
Zij/ze namen plaats
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten zich
en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
alNaar de
Naar het
selvático
hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
, repartiéndose las provisionesBeschikkingen
Besluiten
Leveringen
Maatregelen
Maatregels
Provianderingen
Provisie
Voorraad
Voorzieningen
Voorzorgen
que llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden
y pasándoseHeel ver weg gaand
 in ruimtelijke zin
Te ver gaand in
 figuurlijke zin
la botellaFles de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, y Dick,
escogiendoKiezend
Selecterend
Uitkiezend
Uitlezend
Uitpikkend
Uitzoekend
Verkiezend
loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
de aquellaDat
Die
Diegene
toscaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Tufsteen
y escasaDun
Gering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame
vianda, se loDe
Hem
Het
U
llevó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
la sobrinaNicht de lordLord
Risingham, que estadaGelegen
Geweest
Gezeten
Zich bevonden
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
de la soldadesca, recostadaAchterover gelaten buigen
Achterover gelaten leunen
Achterover gelaten rusten
Gelaten steunen
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
un árbolBoom
Mast
.

LeHaar
Hem
Het
U
servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst
de asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
la mantaDeken
Duivelsrog
Plaid
Rog
de un caballoKnol
Paard
Ros
, se envolvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht met zich
 mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelde in
Ik bakerde
Ik bakerde in
Ik bracht met me
 mee
Ik impliceerde
Ik pakte
Ik pakte in
Ik rolde op
Ik sloot in
Ik strengelde
Ik verpakte
Ik wikkelde
Ik wond
Ik zwachtelde in
en otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
y contemplabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloerde
Ik beschouwde
Ik koekeloerde

atentamenteAandachtig
Hoogachtend
la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
alumbradaAangestoken
Belicht
Beschenen
Verlicht
Voorgelicht
por el fuegoVuur. AlNaar de
Naar het
ofrecerleAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
Dick el alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer
, ellaHaar
Ze
Zij
se
estremecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed beven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed schudden
, como siAlsof despertaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
Ik maakte wakker
Ik wekte
Ik wekte op
Ik werd wakker
de un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
, y loDe
Hem
Het
U
rechazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verduwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nee tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nee tegen
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Dick-: permitidmeBelet niet!
Gedoog!
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!
suplicarosAfsmeken
Smeken
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
castiguéisJullie bestraffen
Jullie straffen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cruelmenteWreed. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
en
quéWat
Welke
osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
; verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
es queDat komt omdat
Want
osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen
conmigoMet mij
Met mij mee
, peroDoch
Echter
Maar
conDoor
Met
Per
Samen met
amistosaAmicaal
Amicale
Vriendelijk
Vriendelijke
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
; ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

que osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
expuestoBelicht
Blootgelegd
Blootgesteld
Geriskeerd
Gewaagd
Geëtaleerd
Geëxposeerd
Kans gelopen
Op het spel gezet
Risico gelopen
Tentoongespreid
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgekraamd
Uitgestald
Verklaard
a las inclemencias de la nocheAvond
Nacht
, peroDoch
Echter
Maar
la precipitaciónNeerslag conDoor
Met
Per
Samen met
que me veoIk ben duidelijk
Ik blijk
Ik laat me zien

obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
a procederAfkomstig zijn
Afstammen
Het gevolg zijn van
Ontspruiten
Voortgaan
Voortkomen
Werken
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
por objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp
la protecciónBegunstiging
Behoeden
Beschermen
Bescherming
Beschutten
Beveiligen
Schild
Toeverlaat
de quienWiens noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
que vosGe
Gij
Je
Jij
niEn niet
Evenmin
Noch
se
hallaBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Neem waar!
Ontmoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
Zie!
en menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
amparoBeschermen
Bescherming
Beschutten
Beschutting
Ik bescherm
Ik beschut
. Cuando menosAlthans, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
castiguéisJullie bestraffen
Jullie straffen
vosGe
Gij
Je
Jij
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
y comedBik!
Eet!
Gebruik het middagmaal!
Gebruik!
Lunch!
Nuttig!
Vreet!
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

por apetitoEetlust
Graagte
Honger
Hongerigheid
Trek
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
las fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
comeréIk zal bikken
Ik zal eten
Ik zal gebruiken
Ik zal het middagmaal
 gebruiken
Ik zal lunchen
Ik zal nuttigen
Ik zal vreten
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
que vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
de las manosDe handen que mataronZij/ze brachten om
Zij/ze doodden
Zij/ze maakten dood
Zij/ze slachtten
Zij/ze slachtten af
a miMi
Mijn
tíoKerel
Oom
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
ella.

-Haar
Ze
Zij
¡SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Dick-, por la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
osJe
Jullie
juro queIk zweer dat misMi's
Mijn
manosHanden noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
tocaronZij/ze beroerden
Zij/ze gingen
Zij/ze gingen over
Zij/ze klepten
Zij/ze klonken
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze raakten
Zij/ze raakten aan
Zij/ze roerden aan
Zij/ze sloegen
Zij/ze speelden
Zij/ze speelden voor
Zij/ze toucheerden
Zij/ze voerden uit
Zij/ze zaten aan
!

-JuradmeBezweer!
Leg een eed af!
Vloek!
Zweer!
que viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
-repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
ellaHaar
Ze
Zij
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
engañaronZij/ze bedotten
Zij/ze bedrogen
Zij/ze beduvelden
Zij/ze leidden om de
 tuin
Zij/ze misleidden
Zij/ze namen beet
Zij/ze smokkelden
Zij/ze verlakten
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Dick-. La compasiónMededogen
Medelijden
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
meMe
Mij
obligaDring op!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Noodzaak!
Verplicht!
a herirosBezeren
Kwetsen
Verwonden
Wonden
. En el
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
de miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
leHaar
Hem
Het
U
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
muerto.

-Afgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
¡Y meMe
Mij
pedísJullie bedelen
Jullie bestellen
Jullie roepen in
Jullie verlangen
Jullie verzoeken
Jullie vragen
Jullie vragen aan
Jullie vragen om
que comaBikt u!
Coma
Eet u!
Gebruikt u het middagmaal!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luncht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreet
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Komma
Luncht u!
Nuttigt u!
Vreet u!
! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
ellaHaar
Ze
Zij
-. ¡Y osJe
Jullie
llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
! ConDoor
Met
Per
Samen met
el asesinatoMoord
Moorden
Sluipmoord
Vermoorden
de miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

tíoKerel
Oom
, os ganasteisJullie verkregen voor je la dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
de caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
. De noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haberBezitting
Hebben
Zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
yoEgo
Ik
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
neciaDol
Dolle
Dom
Domme
Dwaas
Dwaze
Onverstandig
Onverstandige
Zot
Zotte
y traidoraDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke
a la vezTegelijk,
que osJe
Jullie
salvéIk behield
Ik borg
Ik redde
la vidaHachje
Leven
en casa deAan
Bij
Ten huize van
vuestroJullie
Uw
Van jullie
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
, seríaisJullie zouden gebeuren
Jullie zouden plaatshebben
Jullie zouden plaatsvinden
Jullie zouden zijn
vosGe
Gij
Je
Jij
el queDat
Die
Hij die
Wie
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
, y
élHem
Hij
... élHem
Hij
que valíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was waard
Ik kostte
Ik loonde
Ik was waard
Waarde
por una docenaDozijn comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
vosGe
Gij
Je
Jij
... élHem
Hij
estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que cumplirGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
de hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
que vuestroJullie
Uw
Van jullie
tíoKerel
Oom
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
en el
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Dick-. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
élHem
Hij
vivieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
juroIk bezweer
Ik leg een eed
 af
Ik vloek
Ik zweer
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
que sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
miMi
Mijn
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
, meMe
Mij

elogiaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lof toezwaaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou loven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou prijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou roemen
Ik zou lof toezwaaien
Ik zou loven
Ik zou prijzen
Ik zou roemen
en vez deIn plaats van
In stede van
censurarmeAfkeuren
Beknorren
Berispen
Censureren
Gispen
Keuren
Laken
Terechtwijzen
Verwijten
Wraken
.

-YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
sir DanielDaniël -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
ellaHaar
Ze
Zij
-. OsJe
Jullie
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
en la barricadaBarricade
Versperring
. Por vosGe
Gij
Je
Jij
(dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
) se

desplomabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed de loodrechte
 stand verliezen
Ik deed de loodrechte
 stand verliezen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
; vosGe
Gij
Je
Jij
, quienDie
Wie
ganóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze won
la batallaDe wielbasis. Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
: quienDie
Wie
matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
a miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
tíoKerel
Oom
lordLord
Risingham fuisteisJullie begaven je
Jullie gebeurden
Jullie gingen
Jullie hadden plaats
Jullie karden
Jullie liepen
Jullie liepen van stapel
Jullie reden
Jullie verliepen
Jullie voeren
Jullie vonden plaats
Jullie waren
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
vosGe
Gij
Je
Jij
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
como siAlsof conDoor
Met
Per
Samen met
vuestrasJullie
Van jullie
propiasEigen manosHanden loDe
Hem
Het
U
hubieraisJullie hadden
Jullie waren

estranguladoGechookt
Geworgd
Gewurgd
. ¡Y quisieraisJullie beminden
Jullie hadden lief
Jullie hielden van
Jullie wilden
Jullie wouden
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que comieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat
Ik at
Ik bikte
Ik gebruikte
Ik gebruikte het middagmaal
Ik lunchte
Ik nuttigde
Ik vrat
conDoor
Met
Per
Samen met
vosGe
Gij
Je
Jij
... cuandoAls
Tijdens
Wanneer
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
las manosmanchadas conDoor
Met
Per
Samen met
el crimenMisdaad
Misdrijf
! PeroDoch
Echter
Maar
sir DanielDaniël haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury
vuestraJullie
Uw
Van jullie
ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen
. ¡ÉlHem
Hij
meMe
Mij
vengaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wraak nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wreken
!

El desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
Dick quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
sumidoBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
aflicciónBedroefdheid
Bedroeven
Beproeven
Beproeving
Droefheid
Grieven
Hartzeer
Smart
Smarten
Treurigheid
Verdriet
. Volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
menteGeest
Verstand
el recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
de
Arblaster y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
un gemido:

-Gekermd
Geklaagd
Gezucht
Kermen
Klagen
Zuchten
¿TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
culpableDader
Schuldig
Schuldige
meMe
Mij
creéisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen
?... ¿VosGe
Gij
Je
Jij
, que meMe
Mij
defendisteisJullie kwamen op voor
Jullie verdedigden
Jullie verweerden
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
;... vosGe
Gij
Je
Jij
, que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
la amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
de
Joanna?

-¿QuéWat
Welke
teníais queJullie behoorden
Jullie dienden
Jullie hoorden
Jullie moesten
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
en la batallaDe wielbasis? -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
ellaHaar
Ze
Zij
-. ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pertenecéis aJullie behoren
Jullie behoren toe
Jullie behoren tot
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un muchachoJongen
Knaap
Knul
... sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen
y cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
el gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering
del juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
y la prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
!
¿Por quéWaarom peleabaisJullie kampten
Jullie maakten ruzie
Jullie streden
Jullie vochten
Jullie voerden strijd
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
? ¡Por el gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
, pardiez!

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Dick-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
. PeroDoch
Echter
Maar
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
marchanZij/ze lopen
Zij/ze marcheren
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat
de InglaterraEngeland,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!
en un partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
, forzoso es queDat komt omdat
Want
peleeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Ik kamp
Ik maak ruzie
Ik strijd
Ik vecht
Ik voer strijd
Kampt u!
Maakt u ruzie!
Strijdt u!
Vecht u!
Voert u strijd!
en el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
.

-Los queWie
Zij die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debieranZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
 schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
 te
Zij/ze waren verschuldigd
desenvainarTrekken
Uit de schede trekken
la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
la damisela-. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

peleáisJullie kampen
Jullie maken ruzie
Jullie strijden
Jullie vechten
Jullie voeren strijd
alNaar de
Naar het
azarToeval
Toevalligheid
, ¿quéWat
Welke
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un matarife? La guerraKrijg
Oorlog
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que por la
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
que la inspiraBeziel!
Boezem in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireert
Inspireer!
, y vosGe
Gij
Je
Jij
la habéisJullie hebben
Jullie zijn
deshonrado.

-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el infortunadoOngelukkig
Ongelukkige
Dick-, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
, en parteDeels
Ten dele
, miMi
Mijn
errorAbuis
Afwijking
Dwaling
Fout
Vergissing
Verschil
. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste

aprisaSnel; heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
obradoBezig geweest
Geageerd
Gedaan
Gehandeld
Gewerkt
Opgetreden
Te werk gegaan
Voortgegaan
antes deAlvorens te
Voor
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
. A estasDeze
Dezen
horasTijden
Uren
llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
robadoBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan
un barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
... creyendoDenkend
Gelovend
Houdend voor
Menend
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
un
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
juroIk bezweer
Ik leg een eed
 af
Ik vloek
Ik zweer
..., y con elloDaarmee noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
la causaDe oorzaak de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
inocentesOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
y
de la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
de un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
, hoyHeden
Vandaag
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
, meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
apuñaladoDolksteken gegeven aan
Met een dolk doodgestoken
Met een dolk doorgestoken
Met een dolk neergestoken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una dagaDagge
Dolk
.
Y en cuantoZodra a loDe
Hem
Het
U
de esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
, loDe
Hem
Het
U
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que me propuseIk had voor
Ik stelde me voor
Ik was van plan
Ik was voornemens
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
ganarBehalen
Verdienen
Winnen
honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
, conquistarVeroveren famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
casarmeIn de echt verbinden
Trouwen
Uithuwelijken
... y, ¡vedBekijk!
Kijk!
Zie!
!, lo queDat wat
Wat
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
acarrearAanvoeren
Meeslepen
Meevoeren
Met zich meebrengen
Per kar transporteren
Veroorzaken
Vervoeren
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de vuestroJullie
Uw
Van jullie
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle

parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
, que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bondadosoGoedaardig
Goedaardige
Vriendelijk
Vriendelijke
Zachtaardig
Zachtaardige
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
. Y, además deBehalve
Benevens
Buiten
Naast
Ongerekend
esoDat
Die
Zulks
, ¡quéWat
Welke
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
yoEgo
Ik
cuántasHoelang
Hoeveel
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
! PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
,
¡ayAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
!, puedoIk kan
Ik mag
haberBezitting
Hebben
Zijn
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
a YorkGekookte ham
York
Yorkham
en el tronoTroon y serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
ésaDat
Die
la peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
y la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
de
InglaterraEngeland. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
! BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
miMi
Mijn
pecadoGezondigd
Zonde gedaan
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sirvoIk bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
yoEgo
Ik
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la vidaHachje
Leven
del mundoAardrijk
Wereld
. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

expiaciónBoeten
Verzoening
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
estaDeze
Dit
aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen
peoresErger
Ergere
Slechter
Slechtere
malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
, ingresaréIk zal opnemen
Ik zal toelaten tot
Ik zal toetreden tot
en un
claustroKloostergang
Kruisgang
. Renunciaré aIk zal afstappen van
Ik zal afzien van
Joanna y a la profesiónBedrijf
Beroep
Broodwinning
Professie
de las armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
. SeréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn
fraileBroeder
Kloosterbroeder
Kloosterling
Monnik
y rezaréIk zal bidden todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven

por el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
de vuestroJullie
Uw
Van jullie
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
tíoKerel
Oom
.

A Dick leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
, alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de extremaBuitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Oliesel
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiterst
Uiterste
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
humillaciónDeemoediging
Krenking
Vernederen
Vernedering
Verootmoedigen
y arrepentimientoBerouw
Boetvaardigheid
Inkeer
Wroeging
, que la
damisela se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
reídoGelachen.

LevantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
el abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen
semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que ellaHaar
Ze
Zij
leHaar
Hem
Het
U
mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe
, a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de la hogueraBrandstapel, conDoor
Met
Per
Samen met
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere

expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
, peroDoch
Echter
Maar
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
adustaBar
Barre
Droefgeestig
Droefgeestige
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Melancholiek
Melancholieke
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Weemoedig
Weemoedige
Zwaar
Zwaarmoedig
Zwaarmoedige
Zware
.

-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
, creyendo queDenkend dat la risaGelach
Lach
Lachen
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog


de susHaar
Hun
Uw
Zijn
oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
, peroDoch
Echter
Maar
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
, alNaar de
Naar het
verBekijken
Kijken
Zien
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cambiadaAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt
; expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
, haberleHet te hebben ablandadoWeek gemaakt
Zacht gemaakt

el corazónHart
Klokhuis
-, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaréisJullie zullen je bevinden
Jullie zullen liggen
Jullie zullen zijn
Jullie zullen zitten
satisfechaBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
conDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
? Renuncio aIk stap af van
Ik zie af van
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
repararHerstellen
Maken
Repareren
Verhelpen
Verstellen
el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
que
llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
; leHaar
Hem
Het
U
aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
del cieloHemel
Lucht
a lordLord Risingham. Y todo estoDit alles el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
díaDag
Etmaal
en queWaarin
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen
la dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
de caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
y en queWaarin me considerabaIk beschouwde me el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
hidalgoEdelman
Hidalgo
Ridder
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!

la tierra.

-Aardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, chiquilloKlein
Kleine
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
ellaHaar
Ze
Zij
-. ¡BuenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
muchachoJongen
Knaap
Knul
!

Y entoncesDan
Dus
Toen
, conDoor
Met
Per
Samen met
granGroot
Grote
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
de Dick, enjugándose primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, tiernamente, las lágrimasTranen
que corríanZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten
por susHaar
Hun
Uw
Zijn
mejillasKonen
Wangen
, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
obedeciendoGehoorzamend a repentinoPlotseling
Plotselinge
impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing
, leHaar
Hem
Het
U
echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
ambosAlle twee de
Allebei
Beide

brazosArmen alNaar de
Naar het
cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
, atrajoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lachte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkerde
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Ja
Jawel
Wel
Zich
suHaar
Hun
Uw
Zijn
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
y leHaar
Hem
Het
U
besóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende
. Una lastimosa turbaciónBenardheid
Hinder
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid
se apoderóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich meester del
ingenuoArgeloos
Argeloze
Eenvoudig
Eenvoudige
Naïef
Naïeve
Naïeveling
Ongekunsteld
Ongekunstelde
Onnozel
Onnozele
Dick.

-PeroDoch
Echter
Maar
venidKom mee!
Kom!
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
ellaHaar
Ze
Zij
conDoor
Met
Per
Samen met
granGroot
Grote
animaciónAanmoedigen
Aanmoediging
Aanporren
Aansporen
Aanvuren
Aanwakkeren
Aanzetten
Bemoedigen
Bemoediging
Drukte
Levendigheid
Opleven
Prikkelen
Stimuleren
Verlevendigen
-; vosGe
Gij
Je
Jij
que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
, tenéis queJullie behoren
Jullie dienen
Jullie horen
Jullie moeten
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
.
¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cenáisJullie dineren
Jullie eten
Jullie eten 's avonds
Jullie gebruiken het avondmaal
Jullie souperen
?

-QueridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Risingham -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Dick, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
sinoDoch
Echter
Maar
cuidarBewaken
Bezorgd zijn
Ervoor zorgen
Opletten
Oppassen
Passen op
Verplegen
Verzorgen
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
Zorgen voor
, antes que nadaAllereerst, de miMi
Mijn

prisioneraGevangen
Gevangene
; peroDoch
Echter
Maar
, a decirOpgeven
Spreken
Zeggen
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, la penitenciaBoete
Penitentie
que me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
impuestoAangeslagen
Belast
Belasting
Belasting geheven op
Gedicteerd
Geforceerd
Geïmponeerd
Heffing
Indruk gemaakt op
Opgedrongen
Opgelegd
Opgemaakt
Rechten
Veraccijnsd
meMe
Mij
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
rechazarAfslaan
Afstemmen
Afstoten
Afwijzen
Nee zeggen tegen
Verdringen
Verduwen
Verwerpen
Wegdringen
Wegduwen
Wegstoten
Weigeren
Wraken
conDoor
Met
Per
Samen met

desagradoIk choqueer
Ik geef aanstoot
Ik kwets
hasta la vistaDag
Tot weerziens
Tot ziens
de la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
. MejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, que ayunaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vastte
Ik vastte
y rezaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bad
Ik bad
.

-LlamadmeBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Klop!
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schel!
Telefoneer!
Alicia -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
ellaHaar
Ze
Zij
-. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
somosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
? Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
venidKom mee!
Kom!
: voy aIk ga naar

acompañarosAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
en la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
: bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk
por bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk
, sorboIk resorbeer
Ik slorp op
Ik slurp
Ik slurp op
Slok
por sorboIk resorbeer
Ik slorp op
Ik slurp
Ik slurp op
Slok
. De modo queZodat siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
coméisJullie bikken
Jullie eten
Jullie gebruiken
Jullie gebruiken het middagmaal
Jullie lunchen
Jullie nuttigen
Jullie vreten
,
tampocoEvenmin
Ook niet
yoEgo
Ik
; peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie
de firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
, cenaréIk zal 's avonds
 eten
Ik zal dineren
Ik zal eten
Ik zal het avondmaal
 gebruiken
Ik zal souperen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un labriego.

Y poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
manosHanden a la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
, ellaHaar
Ze
Zij
comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a despacharAfdoen
Afhandelen
Afwikkelen
Afzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden
la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
; Dick,
que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
un estómagoMaag excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, leHaar
Hem
Het
U
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
, al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
conDoor
Met
Per
Samen met
granGroot
Grote
repugnanciaAfkeer
Misselijkheid
Walg
Walging
Weeheid
Weerzin
, peroDoch
Echter
Maar

animándoseDurvend
Geanimeerd wordend
Moed vattend
Oplevend
gradualmenteGeleidelijk, conDoor
Met
Per
Samen met
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking
y apetitoEetlust
Graagte
Honger
Hongerigheid
Trek
, hasta queTot
Totdat
, al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, olvidándoseAflerend
Vergetend
Verlerend
de atender aAcht slaan op
Behartigen
Letten op
Opletten
Oppassen
Passen op
Verzorgen

suHaar
Hun
Uw
Zijn
modeloIk boetseer
Ik modelleer
Ik vorm
Mal
Mannequin
Maquette
Model
Origineel
Toonbeeld
Voorbeeld
, reparóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstelde
con crecesDubbel en dwars
Met woeker
Overvloedig
Rijkelijk
las pérdidasGebreken
Gemissen
Nadelen
Schaden
Schades
Verliezen
de aquelDat
Die
día de trabajoWerkdag y excitaciónAansporing
Aanwakkeren
Aanzetting
Opgewondenheid
Opwekking
Opwinden
Opwinding
Prikkelen
Prikkeling
Verhitten
.

-CazadorJacht- de leonesLeeuwen --dijo ellaHaar
Ze
Zij
, al fin-Eindelijk
Per saldo
Ten slotte
, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
admiráisJullie bevreemden
Jullie bewonderen
Jullie verbazen
Jullie verwonderen
a una doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
vestidaAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Omkleed
conDoor
Met
Per
Samen met
jubón de
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
?

AltaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
andabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging
Ik ging te voet
Ik ging voort
Ik legde af
Ik liep
Ik nam deel aan
Ik wandelde (snel)
Ik werkte
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
por el cieloHemel
Lucht
la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
, y loDe
Hem
Het
U
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
esperabanZij/ze hoopten
Zij/ze stonden te wachten
Zij/ze verwachtten
Zij/ze voorzagen
Zij/ze wachtten
Zij/ze wachtten af
Zij/ze wachtten op
Zij/ze waren bedacht op
Zij/ze zagen vooruit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
que descansasenZij/ze lagen begraven
Zij/ze lieten rusten
Zij/ze ontspanden
Zij/ze pauzeerden
Zij/ze rustten
Zij/ze rustten uit
Zij/ze sliepen
los
fatigadosAfgebeuld
Afgejakkerd
caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
. A suHaar
Hun
Uw
Zijn
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
, el contritoBerouwvol
Berouwvolle
Boetvaardig
Boetvaardige
peroDoch
Echter
Maar
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
repletoIk maak geheel vol
Ik vul geheel
Overvol
Overvolle
Richard, observóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
que ellaHaar
Ze
Zij
leHaar
Hem
Het
U
mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
 op
Ik zag toe

conDoor
Met
Per
Samen met
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
coqueteríaFlirten
Koketteren
Koketterie
Versieren
.

-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
... -balbucióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelde
, sorprendidoBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el inesperadoOnverwacht
Onverwachte
cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manerasManier
Manieren
Trant
Wijze
Wijzen
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
-interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste
ellaHaar
Ze
Zij
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
de que loDe
Hem
Het
U
neguéisJullie loochenen
Jullie ontkennen
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Joanna; peroDoch
Echter
Maar

decidGeef op!
Spreek!
Zeg!
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
cazadorJacht- de leonesLeeuwen, miradmeBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
... ¿tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
feaLelijk
Lelijke
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
? ¡HabladConverseer!
Praat!
Spreek!
! Y leHaar
Hem
Het
U
miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
conDoor
Met
Per
Samen met
dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoederen
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid
ojosKijkers
Ogen
.

-En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
pequeñitaKleintje... -comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Dick.

Volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
interrumpirleInterrumperen
Onderbreken
Schorsen
ellaHaar
Ze
Zij
; estaDeze
Dit
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
conDoor
Met
Per
Samen met
risaGelach
Lach
Lachen
sonoraSchoonklinkend
Schoonklinkende
Sonora
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende
que completóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij
la confusiónVerwardheid
Verwarring
y la
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
del joven.

-Jeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
¡PequeñitaKleintje! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
-. ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
! SedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
francoBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frank
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige
: soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
una enanaDwerg o pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
;
peroDoch
Echter
Maar
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
elloDat
Het
... ¡vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, decídmelo! A pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, pasablemente hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
de mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
,
¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
?

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
; extremadamenteUitermate hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
el apuradoBenard
Benarde
Gênant
Gênante
Leeggedronken
Opgebruikt
Opgedronken
Opgemaakt
Opgeteerd
Penibel
Penibele
Pijnlijk
Pijnlijke
Uitgedronken
Van verlegenheid getuigend
Verbruikt
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend

desesperadosGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige
esfuerzosBelastingen
Inspanningen
Krachten
Krachtinspanningen
Moeiten
Pogingen
por aparecerOpdagen
Opdraven
Te voorschijn komen
Uitkomen
Verschijnen
sereno.

-Bedaard
Bedaarde
Helder
Heldere
Ik stel gerust
Kalm
Kalme
Nachtwacht
Onbezorgd
Onbezorgde
Sereen
Serene
¿Y creéis queJullie denken dat un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
se daríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou groeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich gewonnen
 geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich overgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich voordoen
por muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
casándoseIn het huwelijk tredend
Trouwend
conmigoMet mij
Met mij mee
? -prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door ellaHaar
Ze
Zij
. ¡
OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, por completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
!

-LlamadmeBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Klop!
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schel!
Telefoneer!
Alicia.

-Alicia -repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens
sir Richard.

-Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
, cazadorJacht- de leonesLeeuwen -continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
ellaHaar
Ze
Zij
-, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
vosGe
Gij
Je
Jij
matasteisJullie brachten om
Jullie doodden
Jullie maakten dood
Jullie slachtten
Jullie slachtten af
a miMi
Mijn
tíoKerel
Oom
, y meMe
Mij

dejasteisJullie leenden
Jullie legateerden
Jullie leverden op
Jullie lieten
Jullie lieten achter
Jullie lieten begaan
Jullie lieten in de
 steek
Jullie lieten los
Jullie lieten na
Jullie lieten over
Jullie lieten schieten
Jullie stonden toe
Jullie verlaatten je van
Jullie verlieten
Jullie vermaakten
Jullie vertrouwden toe
Jullie verzuimden
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
amparoBeschermen
Bescherming
Beschutten
Beschutting
Ik bescherm
Ik beschut
en el mundoAardrijk
Wereld
, meMe
Mij
debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
 schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
 te
Jullie zijn verschuldigd
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de honorEer
Hulde
, toda clase deAllerhande
Allerlei
Van elke soort

reparacionesSchadevergoedingen, ¿verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
?

-VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Dick-. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
, en el fondoEigenlijk
Strikt genomen
de miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij

consideroIk beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que parcialmenteGedeeltelijk
Partieel
Partijdig
culpableDader
Schuldig
Schuldige
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de eseDie z'n
Diens
Van die
caballero.

-Heer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
¿PretendéisJullie claimen
Jullie maken aanspraak op
burlarmeBedriegen
Foppen
Teleurstellen
Verschalken
evadiéndoosOntduikend
Ontkomend
Ontsnappend
Ontvluchtend
Ontwijkend
? -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
ellaHaar
Ze
Zij
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
mandáisJullie bevelen
Jullie commanderen
Jullie gelasten
Jullie schrijven voor
Jullie sommeren
Jullie verordenen
Jullie voeren aan
Jullie voeren het bevel
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
me volveréIk zal me omkeren
Ik zal omdraaien
Ik zal omkeren
Ik zal ronddraaien
monjeKloosterbroeder
Kloosterling
Monnik
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde

Richard.

-EntoncesDan
Dus
Toen
, en cuantoZodra afectaDoe aan!
Grijp aan!
Heb schadelijke gevolgen voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft schadelijke gevolgen
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Liefhebbend
Liefhebbende
Schaad!
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Tref!
Verknocht
Verknochte
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
honorEer
Hulde
, ¿meMe
Mij
pertenecéisJullie behoren
Jullie behoren toe
Jullie behoren toe aan
Jullie behoren tot
Jullie komen toe aan
? -concluyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een gevolgtrekking
ellaHaar
Ze
Zij
.

-Por lo que toca aAangaande miMi
Mijn
honorEer
Hulde
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, supongoIk denk dat
Ik meen
Ik neem aan
Ik onderstel
Ik stel
Ik vermoed
Ik veronderstel
... -comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a decirOpgeven
Spreken
Zeggen
el joven.

-Jeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
! -interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste
ellaHaar
Ze
Zij
-. EstáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de argucias. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de honorEer
Hulde
,
¿meMe
Mij
pertenecéisJullie behoren
Jullie behoren toe
Jullie behoren toe aan
Jullie behoren tot
Jullie komen toe aan
hasta queTot
Totdat
hayáisJullie hebben
Jullie zijn
reparadoGemaakt
Gerepareerd
Hersteld
Verholpen
Versteld
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
que habéisJullie hebben
Jullie zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
?

-AnteSuède
Ten overstaan van
Voor
el honorEer
Hulde
, Ja
Jawel
Wel
Zich
.

-OídmeHoor!
Verneem!
Versta!
entoncesDan
Dus
Toen
-prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door ellaHaar
Ze
Zij
-. Creo queIk denk dat haríaisJullie zouden aanmaken
Jullie zouden bedrijven
Jullie zouden doen
Jullie zouden maken
Jullie zouden uitbrengen
Jullie zouden uitrichten
Jullie zouden uitvoeren
un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
fraileBroeder
Kloosterbroeder
Kloosterling
Monnik
, y puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
puedoIk kan
Ik mag

disponer deBeschikken over vosGe
Gij
Je
Jij
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
plazca(Het) behaagt
Behaagt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Ik behaag
, estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
dispuestaBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a tomarosAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
por maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
. ¡NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de
palabrasBewoordingen
Woorden
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
ellaHaar
Ze
Zij
-. Sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
inútilIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
consideradBeschouw als!
Beschouw!
Ga na!
Houd rekening met!
Overweeg!
cuánHoe justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
es queDat komt omdat
Want
vosGe
Gij
Je
Jij
,
que meMe
Mij
habéisJullie hebben
Jullie zijn
privadoBeroofd
Besloten
Particulier
Particuliere
Privé-
Uitgeplunderd
de hogarHaard
Huiselijke haard
Huiselijke kring
Huishouden
Tehuis
Thuis
, meMe
Mij
proporcionéisJullie bezorgen
Jullie brengen in orde
Jullie fourneren
Jullie maken evenredig
Jullie meten af
Jullie verschaffen
Jullie wegen af
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. Y en cuantoZodra a Joanna, creedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!
, ellaHaar
Ze
Zij

será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
en alabarLof toezwaaien
Loven
Prijzen
Roemen
el cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
somosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
amigasAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendinnen
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
,
¿quéWat
Welke
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
conDoor
Met
Per
Samen met
cuálWat
Welk
Welke
de las dos2
Do's
Twee
Tweede
os casáisJullie treden in het
 huwelijk
Jullie trouwen
? NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
absolutamenteVolstrekt.

-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
entoncesDan
Dus
Toen
Dick-, entraréIk zal binnengaan
Ik zal binnenkomen
Ik zal binnenlopen
Ik zal binnenrijden
Ik zal ingaan
Ik zal inkomen
Ik zal inrijden
Ik zal naar binnen
 gaan
en un claustroKloostergang
Kruisgang
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
vosGe
Gij
Je
Jij
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
ordenáisJullie bestellen
Jullie bevelen
Jullie gelasten
Jullie ruimen op
Jullie schrijven voor
Jullie sommeren
Jullie verordenen
; peroDoch
Echter
Maar
casarmeIn de echt verbinden
Trouwen
Uithuwelijken

conDoor
Met
Per
Samen met
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
personaMens
Personage
Persoon
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
Joanna Sedley esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
nuncaNimmer
Nooit
,
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
se empeñenBeleent u!
Leent u tegen een
 onderpand!
Verpandt u!
Zij/ze belenen
Zij/ze lenen tegen een
 onderpand
Zij/ze verpanden
en obligarmeDwingen
Forceren
Noodzaken
Opdringen
Verplichten
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
o el caprichoBevlieging
Bui
Capriccio
Gril
Kuur
Nuk
Speling
de una damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
.
PerdonadmeBegenadig!
Vergeef!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
conDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid
osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
misMi's
Mijn
sincerosEerlijk
Eerlijke
Oprecht
Oprechte
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
, peroDoch
Echter
Maar
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el sumoIk addeer
Ik begraaf
Ik doe verzinken
Ik nuttig
Ik stop onder water
Ik tel bij
Ik tel op
Ik verstop in de
 grond

atrevimientoBrutaalheid
Gedurfdheid
Onbeschaamdheid
de una doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
a un pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
recursoAppel
Beroep
Hulpbron
Hulpmiddel
Medium
Middel
Rechtsmiddel
Redmiddel
Regres
Remedie
Toevlucht
que mostrarseZich laten zien
Zich vertonen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus


atrevidoAangemoedigd
Brutaal
Brutale
Gewaagd
Gewaagde
Stoutmoedig
Stoutmoedige
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
.

-Dick -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
ellaHaar
Ze
Zij
-, chiquilloKlein
Kleine
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, tenéis queJullie behoren
Jullie dienen
Jullie horen
Jullie moeten
darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
un besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen
por esasDie palabrasBewoordingen
Woorden
que
acabáisJullie besluiten
Jullie beëindigen
Jullie eindigen
Jullie gebruiken op
Jullie maken af
Jullie maken op
Jullie maken uit
Jullie sluiten af
Jullie teren op
Jullie verbruiken
Jullie verdoen
Jullie verklungelen
Jullie verkwisten
Jullie vermorsen
Jullie verspillen
Jullie voleindigen
Jullie werken af
Jullie werken uit
de pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
temáisJullie duchten
Jullie schrikken terug voor
Jullie schromen
Jullie vrezen
Jullie zijn bang voor
, meMe
Mij
besaréisJullie zullen kussen
Jullie zullen zoenen
en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de Joanna, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
estemosLaten we liggen
Laten we zich bevinden
Laten we zijn
Laten we zitten
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten

juntasAaneengevoegd
Besturen
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
Vergaderingen
Voegen
Zittingen
, yoEgo
Ik
leHaar
Hem
Het
U
devolveré aIk zal terugbrengen naar
Ik zal teruggeven aan
ellaHaar
Ze
Zij
el besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen
y leHaar
Hem
Het
U
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
que se loDe
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
robadoBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan
. Y en cuantoZodra a lo queDat wat
Wat
meMe
Mij

debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
 schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
 te
Jullie zijn verschuldigd
, bobito, meMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estabaisJullie bevonden je
Jullie lagen
Jullie waren
Jullie zaten
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
en la granGroot
Grote
batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis
, y que aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
llegaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
el jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur

del partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
de YorkGekookte ham
York
Yorkham
a sentarseGaan zitten
Plaatsnemen
Zetten
Zich zetten
en el tronoTroon, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seríaisJullie zouden gebeuren
Jullie zouden plaatshebben
Jullie zouden plaatsvinden
Jullie zouden zijn
vosGe
Gij
Je
Jij
quienDie
Wie
loDe
Hem
Het
U
hubieraisJullie hadden
Jullie waren
sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
en élDaaraan
Erin
. PeroDoch
Echter
Maar

lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, cariñosoVriendelijk
Vriendelijke
y honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
, yoEgo
Ik
os aseguroIk verzeker jullie que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
esoDat
Die
Zulks
loDe
Hem
Het
U
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik

fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige
de envidiarBenijden
Jaloers zijn op
Misgunnen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
que poseyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk
Joanna, osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
envidiaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou benijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou jaloers zijn
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou misgunnen
Ik zou benijden
Ik zou jaloers zijn
 op
Ik zou misgunnen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vuestroJullie
Uw
Van jullie

amorAffectie
Liefde
Min
.

NocheAvond
Nacht
en el bosqueBos
Woud

(conclusiónAfleiden
Besluit
Besluiten
Beëindiging
Concluderen
Conclusie
Eind
Einde
End
Gevolgtrekking
Voleinding
): Dick y Joanna

Habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
reducidoGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd
piensoIk denk y descansadoBegraven gelegen
Gelaten rusten
Gepauzeerd
Gerust
Geslapen
Ontspannen
Uitgerust
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
fatigasJij/je beult af
Jij/je jakkert af
Kortademigheden
Vermoeidheden
Vermoeienissen
. A la
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de Dick, se apagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
conDoor
Met
Per
Samen met
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
el fuegoVuur, y mientrasTerwijl susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
montabanZij/ze begingen
Zij/ze bereden
Zij/ze bestegen
Zij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar boven
Zij/ze gingen op
Zij/ze klommen
Zij/ze klopten (eiwit, room)
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze monteerden
Zij/ze reden
Zij/ze rezen
Zij/ze stapten in
Zij/ze stegen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten op
, perezososLangzaam
Langzame
Lui
Luiaards
Lusteloos
Lusteloze
Traag
Trage
, una
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
sillasRuggen
Stoelen
Zadels
Zalen
Zetels
, élHem
Hij
, recordandoHerdenkend
Herinnerend
Nog wetend
Onthoudend
, algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
, una precauciónVoorzorg muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
propiaEigen en la vidaHachje
Leven
de
la selvaOerwoud, escogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koos uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit
un elevadoBevorderd
Getild
Hoog
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
robleEik
Eikenboom
Zomereik
y ágilmente se encaramóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp aan een
 hoge betrekking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pousseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la horquillaDe vork másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
. PudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht

desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
divisarBespeuren
Onderkennen
Onderscheiden
Opmerken
, a la claraHet eiwit luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
, una granGroot
Grote
extensiónAfgeven
Bestek
Grootte
Omvang
Ontvouwen
Ophouden
Register
Rekken
Rol
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitbreiding
Uitgebreidheid
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Verspreiden
de bosqueBos
Woud
cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
. AlNaar de
Naar het

sudoesteZuidwest, proyectándose negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el horizonteBodemhorizont
Gezichtseinder
Horizon
Kim
, se elevabanZij/ze bereikten een hoge
 positie
Zij/ze stegen
Zij/ze stegen op
Zij/ze verhieven zich
aquellosDie
Diegene
montaraces terrenosGebieden
Terreinen

cubiertosBedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Eetgereis
Gedekt
Onderdaken
Somber
Sombere
Toegedekt
de brezosHeiden
Heides
Struikheides
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
Joanna y élHem
Hij
se encontraron conZij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
la terrorífica apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
del leprosoLepralijder
Leproos
Melaats
Melaatse
.
Y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, precisamenteJuist
Net
, divisóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde
un puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
que el ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!
de una agujaEen naald.

Se reprochóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees terecht
entoncesDan
Dus
Toen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
olvidoIk leer af
Ik vergeet
Ik verleer
Vergetelheid
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
, el resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
de
una hogueraBrandstapel encendidaAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
en el campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
de sir DanielDaniël, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y se
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
dirigidoBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd
a talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
; y, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
, por ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
conceptoBegrip
Concept
Denkbeeld
Gedachte
Idee
Mening
Oordeel
Opzicht
Spreuk
Vernuftig
Vernuftige
debieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
haberBezitting
Hebben
Zijn
anunciadoAangediend
Aangekondigd
Bekend gemaakt
Geadverteerd
Geannonceerd
suHaar
Hun
Uw
Zijn

proximidadNabijheid
Proximiteit
encendiendoAandoend
Aanmakend
Aanstekend
Aanzettend
Belichtend
Brandend
Doend ontbranden
Het licht aandoend
Het licht aanstekend
Ontstekend
Stokend
Verbrandend
Verlichtend
Voorlichtend
él mismoHemzelf hogueraBrandstapel algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd

preciosoKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
. El caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
rectoDirect
Directe
Endeldarm
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Rectum
Recht
Rechtdoor
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a aquellasDie
Diegene
alturasHoogten
Hoogtes
Verhevenheden
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
dos2
Do's
Twee
Tweede
millasMijlen de longitudLengte
Lengtegraad
; peroDoch
Echter
Maar

loDe
Hem
Het
U
atravesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok door
Ik doorkruiste
Ik ging door
Ik ging over
Ik ging te boven
Ik kwam door
Ik legde af
Ik liep af
Ik liep over
Ik maakte door
Ik stak over
Ik trok door
una escarpadaSteil
Steile
y hondaDiep
Diepe
cañada, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podíanZij/ze konden
Zij/ze mochten
cruzarDoorkruisen
Kruisen
Oversteken
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
a caballoBereden. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, leHaar
Hem
Het
U
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
a Dick loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
prácticoHandig
Handige
Praktisch
Praktische
abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
eEn intentarAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen
la
aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
a pieLopend
Te voet
.

Diez10
Tien
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
cuidandoBewakend
Bezorgd zijnd
Ervoor zorgend
Oplettend
Oppassend
Passend op
Verplegend
Verzorgend
Zich bekommerend
Zorg dragend
Zorgend
Zorgend voor
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
; se convinieronZij/ze betaamden
Zij/ze kwamen gelegen
Zij/ze kwamen overeen
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze pasten
Zij/ze schikten
Zij/ze spraken af
Zij/ze troffen een schikking
Zij/ze voegden
Zij/ze waren het eens
señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens
conDoor
Met
Per
Samen met
las queWie
Zij die
se
comunicaríanZij/ze zouden aansluiten
Zij/ze zouden berichten
Zij/ze zouden communiceren
Zij/ze zouden mededelen
Zij/ze zouden meedelen
Zij/ze zouden overbrengen
Zij/ze zouden uitbrengen
Zij/ze zouden verbinden
Zij/ze zouden voortzeggen
en caso deIn het geval necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak
. Y Dick partióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
, alNaar de
Naar het
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
de los demásDe anderen, llevando aMeenemend naar
Meenemend voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
a
Alicia, que marchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheerde
Ik liep
Ik marcheerde
conDoor
Met
Per
Samen met
resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
.

Los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
despojadoAfgestroopt
Beroofd
Uitgeplunderd
Uitgeschud
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
pesadasAfgewogen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Zwaar
Zwaar geweest
Zware
armadurasAnkers
Armaturen
Vakwerken
y dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
,
marchandoLopend
Marcherend
animosos sobre laOp de
Op het
heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
a la grataGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
. El descensoAfdalen
Afdaling
Afstammen
Dalen
Degradatie
Neerdalen
Uitstappen
Zinken
a la cañada,
por cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek
, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
y el hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
, una susurranteZij/ze fluisteren
Zij/ze lekken uit
Zij/ze mompelen
Zij/ze murmelen
Zij/ze ritselen
Zij/ze ruisen
corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende
, se efectuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit en
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
y conDoor
Met
Per
Samen met
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
; y una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
en el ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
opuestoGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergelegen
Tegenovergesteld
, hallándoseZich bevindend
Zich terugvindend
Zijnd
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
millaMijl del
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
Dick habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
el resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
de la hogueraBrandstapel, hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
el grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten

antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
del ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag
.

En el vastoGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
del bosqueBos
Woud
se percibíanZij/ze bemerkten
Zij/ze inden geld
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontvingen
Zij/ze vermoedden
Zij/ze vernamen
Zij/ze voelden aan
Zij/ze werden gewaar
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
los menoresJonger
Jongere
Jongeren
Jongsten
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
ruidosGeluiden
Kabalen
Levens
Rumoeren
, y Alicia, que
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
finísimo el oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
, levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
el dedoTeen
Vinger
en señalSein
Signaal
Spoor
Teken
de alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
 been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!
y se inclinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

siguieronZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ejemploExempel
Toonbeeld
Voorbeeld
; peroDoch
Echter
Maar
, aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
del gemirKermen
Klagen
Zuchten
del obstruidoBelemmerd
Obstructie gevoerd
Opgestopt
Verstopt
arroyoBeek
Beekje
Eenbaansweg
Goot
Hoofdweg
Kreek
Rijweg
Riviertje
Straat
Straatweg
Stroompje
Vliet
Wetering
que acababanZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze gebruikten op
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten op
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze teerden op
Zij/ze verbruikten
Zij/ze verdeden
Zij/ze verklungelden
Zij/ze verkwistten
Zij/ze vermorsten
Zij/ze verspilden
Zij/ze voleindigden
Zij/ze werkten af
Zij/ze werkten uit
de cruzarDoorkruisen
Kruisen
Oversteken
y de
los gruñidosGegromd
Geknord
de una zorraMoervos
Vos
Wijfjesvos
a muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
millasMijlen de distanciaAfstand
Eind
End
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la selvaOerwoud, el aguzadoAangespoord
Aangezet
Een punt geslepen aan
Geprikkeld
Geslepen
Gewet
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan

de Dick noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
percibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inde geld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
niEn niet
Evenmin
Noch
el rumorGemurmel
Geroezemoes
Gerucht
Praatje
de un suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht
.

-Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
-murmuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze morde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak kwaad
Alicia-, estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
de haberBezitting
Hebben
Zijn
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
chocarAanstoot geven
Botsen
Choqueren
Klappen
Kloppen
Kwetsen
Opvallen
Slaan
de arneses.

-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
Dick, que temíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikte terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreesde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bang voor
Ik duchtte
Ik schrikte terug voor
Ik schrok terug voor
Ik schroomde
Ik vreesde
Ik was bang voor
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a la damisela que a diez10
Tien
fornidosGespierd
Gespierde
Grofgebouwd
Grofgebouwde
Krachtig
Krachtige
guerrerosKrijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgshelden
Krijgslieden
Krijgsmannen
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaten
Strijdlustig
Strijdlustige
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank


quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
yoEgo
Ik
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
equivocadaIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Vergist
Verkeerd
Verkeerde
Verward
Verwisseld
, peroDoch
Echter
Maar
el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
procederAfkomstig zijn
Afstammen
Het gevolg zijn van
Ontspruiten
Voortgaan
Voortkomen
Werken
de cualquieraWat dan ook
Wie dan ook


de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
campamentosCampings
Kampeerterreinen
Kampementen
Kampen
Legerkampen
Tentenkampen
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
de alláDaar. VeníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
de la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
oesteWesten -afirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
ellaHaar
Ze
Zij
.

-Será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
lo queDat wat
Wat
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
, y sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
lo queDat wat
Wat
DiosGod
Godheid
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
. No hagamos casoLaten we geen aandacht
 schenken
Laten we negeren
Laten we onder tafel
 schuiven
Laten we passeren
Laten we wegcijferen
Wij/we cijferen weg
Wij/we negeren
Wij/we passeren
Wij/we schenken geen aandacht
Wij/we schuiven onder tafel
y avancemosLaten we anticiperen
Laten we voortbewegen
Laten we vooruitgaan
Laten we vooruitkomen
Laten we vorderen
Wij/we anticiperen
Wij/we bewegen voort
Wij/we gaan vooruit
Wij/we komen vooruit
Wij/we vorderen
conDoor
Met
Per
Samen met
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
darlesAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u!
. ¡ArribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
 verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
... yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
descansadoBegraven gelegen
Gelaten rusten
Gepauzeerd
Gerust
Geslapen
Ontspannen
Uitgerust
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
!

A medida queNaarmate avanzabanZij/ze anticipeerden
Zij/ze bewogen voort
Zij/ze gingen vooruit
Zij/ze kwamen vooruit
Zij/ze vorderden
, aparecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Ik daagde op
Ik draafde op
Ik kwam te voorschijn
Ik kwam uit
Ik verscheen
la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
pisoteadaAangestampt
Onder de voet gelopen
Vertrapt
y cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel
de huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
 voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen

de los cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen
de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
, y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
que se acercabanZij/ze kwamen dichterbij
Zij/ze naderden
Zij/ze waren in aantocht
alNaar de
Naar het
campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
de una
considerableAanmerkelijk
Aanmerkelijke
Aanzienlijk
Aanzienlijke
Belangrijk
Belangrijke
Geruim
Geruime
Gevoelig
Gevoelige
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
montadosBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
.

AlNaar de
Naar het
ratoPoos
Poosje
Tijdje
divisabanZij/ze bespeurden
Zij/ze merkten op
Zij/ze onderkenden
Zij/ze onderscheidden
el humoDamp
Rook
elevándoseEen hoge positie bereikend
Opstijgend
Stijgend
Zich verheffend
por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los árbolesBomen
Masten
, coloreadoGekleurd
Gekleurde
de rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde

inferiorBeneden-
Geringer
Geringere
Inferieur
Inferieure
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minderwaardig
Minderwaardige
Ondergeschikt
Ondergeschikte
y esparciendoBestrooiend
Uitspreidend
Verdelend
Verspreidend
brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale
chispasSpranken
Vonken
.

ObedeciendoGehoorzamend las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
de Dick, comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
a desplegarseZich ontplooien
Zich ontvouwen
Zich uitvouwen
Zich verspreiden
, arrastrándoseKruipend
furtivamente entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la espesuraDikte, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
rodearBegrijpen
Omgaan
Omgeven
Omgeven met
Omringen
Rondgaan
por todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
el campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
.

Y colocandoDoend
Door te plaatsen
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Onderbrengend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Uitzettend
Verplaatsend
Vlijend
Zettend
a Alicia trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
el troncoBoomstam
Romp
Stam
de un corpulentoCorpulent
Corpulente
Gezet
Gezette
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
robleEik
Eikenboom
Zomereik
, se deslizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gleed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glipte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof op
él mismoHemzelf en líneaOnline
rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
brillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glansde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde
Ik blonk
Ik glansde
Ik scheen
Ik schitterde
el fuegoVuur.

Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
un claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
del bosqueBos
Woud
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
abarcóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam te veel
 tegelijk op zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
el escenarioSchouwtoneel
Setting
Toneel
del campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
.
Habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
encendidoAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontsteking
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
el fuegoVuur sobre unBovenop een
Op een
montecillo cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
de brezosHeiden
Heides
Struikheides
, rodeadoBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
de malezaDoornbos
Ruigte
por tres3
Drie

ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
, y estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
, en aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
,. llameandoLangzaam brandend
Sissend
con fuerzaHard y bufando recioKrachtig
Krachtige
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
. AlrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
se
hallabanZij/ze bevonden
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen
sentadasAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
una docenaDozijn de personasMensen
Personages
Personen
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
envueltasGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt
en abrigosBeschermingen
Beschuttingen
Beveiligingen
Jassen
Mantels
Overjassen
o capotesCapes
Kapmantels
; peroDoch
Echter
Maar
, por másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

que en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
se vieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk
la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
apisonadaAangestampt
Aangetrapt
como siAlsof por allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
un
regimientoBesturen
Heersen
Regeren
Regiment
, en vanoTevergeefs buscóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Dick conDoor
Met
Per
Samen met
la vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
caballoKnol
Paard
Ros
. LeHaar
Hem
Het
U
asaltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel aan
el terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

presentimientoGissen
Voorgevoel
Voorzien
de que leHaar
Hem
Het
U
hubiesenZij/ze hadden
Zij/ze waren
adelantadoBespoedigd
Geaccelereerd
Geleend
Gepasseerd
Ingehaald
Teruggezet
Uitgeleend
Uitgeschoven
Uitgestoken
Verbeterd
Veredeld
Verhaast
Vermeerderd
Versneld
Vervroegd
Voorbijgereden
Voorbijgevaren
Voorgegaan
Voorgelopen
Voorgeschoten
Vooruitbetaald
Vooruitgezet
. Al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
reconocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
Dick en un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
, conDoor
Met
Per
Samen met
celada de aceroStaal, que se calentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte opgewonden
Men verwarmde
las manosDe handen a la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur
, a suHaar
Hun
Uw
Zijn
antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind

y actualmenteMomenteel
Nou
Nu
Tegenwoordig
Thans
benévoloAardig
Aardige
Gewillig
Gewillige
Goedwillig
Goedwillige
Vriendelijk
Vriendelijke
Welgezind
Welgezinde
Welwillend
Welwillende
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
Bennet Hatch; y en otrasAnder
Andere
Nog één
dos2
Do's
Twee
Tweede
personasMensen
Personages
Personen
, sentadasAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
, reconocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots
suHaar
Hun
Uw
Zijn
masculinoMannelijk
Mannelijke
disfrazVerkleding, a Joanna Sedley y a la esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
de sir
DanielDaniël.

BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
-pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht-, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
pierdaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Ik geef op
Ik loop mis
Ik mis
Ik raak kwijt
Ik verbeur
Ik verkwist
Ik verlies
Ik verspeel
Loopt u mis!
Mist u!
Raakt u kwijt!
Verbeurt u!
Verkwist u!
Verliest
Verliest u!
Verspeelt u!
misMi's
Mijn
caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf
recobrarHerwinnen
Terugkrijgen
a miMi
Mijn
Joanna, ¿por quéWaarom
quejarmeBedroeven?

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde
extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
del campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
un débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
silbidoFluiten
Gefluit
Gieren
Piepen
Sissen
anunciandoAandienend
Aankondigend
Adverterend
Annoncerend
Bekend makend
que susHaar
Hun
Uw
Zijn

hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
reunidoGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld
y que el cercoCercus eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
.

Bennet, alNaar de
Naar het
oírloHoren
Vernemen
Verstaan
, se puso en pieHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
de un saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
 lucht
Ik spring in het
 oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
 hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
; peroDoch
Echter
Maar
antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
de echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen

manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
a las armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
, leHaar
Hem
Het
U
gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Dick:

-Bennet, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
Bennet, ríndeteGeef je over!. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
harásJij/je zal aanmaken
Jij/je zal bedrijven
Jij/je zal doen
Jij/je zal maken
Jij/je zal uitbrengen
Jij/je zal uitrichten
Jij/je zal uitvoeren
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que comprometerBlameren
Compromitteren
In gevaar brengen
In opspraak brengen
In verlegenheid brengen
Verbinden
Verplichten
Verplichten tot
inútilmente vidasHachjes
Levens

humanasHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
resistes.

-Jij/je bent weerspannig
Jij/je doorstaat
Jij/je slaat achteruit
Jij/je spartelt tegen
Jij/je streeft tegen
Jij/je verdraagt
Jij/je verzet je
Jij/je weerstaat
¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
master SheltonShelton! ¡Por santa BárbaraSanta barbara! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Hatch-. ¿RendirmeGeven? ¡MuchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
pedísJullie bedelen
Jullie bestellen
Jullie roepen in
Jullie verlangen
Jullie verzoeken
Jullie vragen
Jullie vragen aan
Jullie vragen om
!
¿ConDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
contáisJullie berekenen
Jullie calculeren
Jullie debiteren
Jullie lezen voor
Jullie rekenen
Jullie rekenen uit
Jullie tellen
Jullie tellen af
Jullie tellen neer
Jullie verhalen
Jullie vertellen
?

-TeJe
Jou
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
, Bennet, que somosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
superioresBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure
en númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
y osJe
Jullie
tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
cercadosHagen
Heggen
-insistióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardde

Dick-. CésarCaesar y CarlomagnoKarel de grote, en un casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, pediríanZij/ze zouden aanvragen
Zij/ze zouden bedelen
Zij/ze zouden bestellen
Zij/ze zouden inroepen
Zij/ze zouden verlangen
Zij/ze zouden verzoeken
Zij/ze zouden vragen
Zij/ze zouden vragen om
cuartelKazerne. TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
cuarenta40
Veertig
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, que, a
un silbidoFluiten
Gefluit
Gieren
Piepen
Sissen
míoMijne
Van mij
, conDoor
Met
Per
Samen met
una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
descargaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontscheept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft af
Laad af!
Laad uit!
Los!
Ontlaad!
Ontscheep!
Reageer af!
Schiet af!
Schrijf af!
de flechasPijlen
Scheuten
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de vosotrosGijlieden
Je
Jullie
.

-Master Dick -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Bennet-, lo sientoHet spijt me muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
; peroDoch
Echter
Maar
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de cumplirGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn
. ¡Que los
santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos
osJe
Jullie
ayudenBaat u!
Helpt u!
Staat u bij!
Staat u ter zijde!
Zij/ze baten
Zij/ze helpen
Zij/ze staan bij
Zij/ze staan ter zijde
!

Y llevándoseMeenemend
Overweg kunnend
a los labiosLippen una trompetilla, dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
el toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
de alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
 been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!
.

SucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
de confusiónVerwardheid
Verwarring
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
mientrasTerwijl Dick, temiendoBang zijnd voor
Duchtend
Schromend
Terugschrikkend voor
Vrezend
por las damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen
, vacilabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aarzelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorvoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waggelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wankelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weifelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiebelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwichtte
Ik aarzelde
Ik dubde
Ik schoorvoette
Ik schroomde
Ik waggelde
Ik wankelde
Ik weifelde
Ik wiebelde
Ik zwichtte

en darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de dispararPaffen
Schieten
Vuren
, la reducidaGereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekrompen
Vereenvoudigd
cuadrillaBende
Compagnie
Helper van de stierenvechter
Ploeg
Quadrille
Rot
Troep
Vendel
de Hatch se lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
arcosArcaden
Arcades
Bogen
Handbogen
Rondingen
Strijkstokken
Togen
Zuilengangen
y formóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
un
cuadroBed
Bloembed
Bloemperk
Chassis
Doek
Frame
Kader
Perk
Schema
Schilderij
Schildering
Schilderstuk
Tabel
Tuinbed
Vierkant
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
preparándose paraZich klaarmakend voor
Zich voorbereidend op
una ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed
resistenciaDoorstaan
Muiten
Rebelleren
Resistentie
Tegenspartelen
Tegenstreven
Verdragen
Verzet
Weerstaan
Weerstand
.

En la precipitaciónNeerslag del cambio deIk wissel van sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
de todosAller-
Ieders
, Joanna saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
 lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
 hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
y, velozSnel
Snelle
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

una saetaPijl
Scheut
, corrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
galán.

-Knappe jonge man
¡AquíAlhier
Hier
, Dick! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
, cogiéndole una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u
.

PeroDoch
Echter
Maar
Dick continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
indecisoBesluiteloos
Besluiteloze
Onzeker
Onzekere
Wankel
Wankelbaar
Wankelbare
Wankele
Wankelmoedig
Wankelmoedige
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
avezado a las másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cruelesBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige

necesidadesBehoeften
Behoeftes
Noden
Noodzaken
de la guerraKrijg
Oorlog
, y la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
del peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
que corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte
la ancianaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
lady Brackley

detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arresteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in verzekerde
 bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
propiosEigen hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
comenzabanZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
a impacientarseHet geduld verliezen
Ongeduldig worden
.

AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
leHaar
Hem
Het
U
llamaronZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
; otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
, por propioEigen impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing
, comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
a dispararPaffen
Schieten
Vuren
, y a la

primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
descargaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontscheept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft af
Laad af!
Laad uit!
Los!
Ontlaad!
Ontscheep!
Reageer af!
Schiet af!
Schrijf af!
mordióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knauwde
el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof
el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
Bennet. EntoncesDan
Dus
Toen
reaccionóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde Dick.

AdelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
-. ¡DisparadPaf!
Schiet!
Vuur!
, muchachosJongens
Knapen
Knullen
, y manteneosOnderhoud je! a cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
! ¡InglaterraEngeland y YorkGekookte ham
York
Yorkham
!

En eseDat
Die
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en el hondoDiep
Diepe
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
de la nocheAvond
Nacht
se elevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte een hoge
 positie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief zich
de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
el sordoDoof
Dove
machacarFijnstampen
Stampen
de
los cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen
de caballoKnol
Paard
Ros
sobre laOp de
Op het
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
, y conDoor
Met
Per
Samen met
increíbleOnaannemelijk
Onaannemelijke
Ongelofelijk
Ongelofelijke
rapidezSnelheid fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
acercándoseDichterbij komend
In aantocht zijnd
Naderend
y creciendoAangroeiend
Aanwassend
Gedijend
Groeiend
Toenemend
Wassend
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
. Al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
respondíanZij/ze antwoordden
Zij/ze antwoordden op
Zij/ze beantwoordden
Zij/ze reageerden
Zij/ze verantwoordden
Zij/ze waren aansprakelijk
Zij/ze waren verantwoordelijk
las trompetasAulostomidae
Trompetvissen
, repitiendoDoornemend
Herhalend
Nazeggend
Nog eens zeggend
una y otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
, a la llamadaDe zogenaamde de
Hatch.

Replegaos, replegaos! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Dick-. ¡Replegaos haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Me
Mij
! ¡Replegaos paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
salvarBehouden
Bergen
Redden
la
vidaHachje
Leven
!

PeroDoch
Echter
Maar
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, a pieLopend
Te voet
, esparcidosBestrooid
Uitgespreid
Verdeeld
Verspreid
Verspreide
, sorprendidosBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
contabanZij/ze berekenden
Zij/ze calculeerden
Zij/ze debiteerden
Zij/ze lazen voor
Zij/ze rekenden
Zij/ze rekenden uit
Zij/ze telden
Zij/ze telden af
Zij/ze telden neer
Zij/ze verhaalden
Zij/ze vertelden
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
conDoor
Met
Per
Samen met
un fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte

triunfoIk heb succes
Ik zegevier
Triomf
Troef
Zege
Zegepraal
, en vez deIn plaats van
In stede van
replegarse comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
a cederAfstaan
Toegeven
Wijken
terrenoGebied
Terrein
separadamenteAfzonderlijk y permanecíanZij/ze bleven
Zij/ze bleven over
Zij/ze resteerden
Zij/ze restten
Zij/ze toefden
Zij/ze verbleven

vacilantesAarzelend
Aarzelende
o se internabanZij/ze drongen binnen, dispersosAfgescheiden
Afgezonderd
Gescheiden
Geschift
Kleurschifting veroorzaakt
, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la malezaDoornbos
Ruigte
.

Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke
jinetesRuiters, cargandoBeladend
Belastend
Berekenend
Bestormend
Ergerend
Geiend
In rekening brengend
Inladend
Ladend
Opgeiend
Tegenstaand
Vermoeiend
Vervelend
por las abiertasBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
alamedas y metiendoDoend
Door te stoppen
Leggend
Leggend in
Plaatsend
Stekend
Stekend in
Stellend
Stoppend
Zettend

furiosamente susHaar
Hun
Uw
Zijn
corceles por la espesuraDikte, algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
rezagadosAchterblijvend
Achterblijvende
Achterblijvers
Vertraagd
Vertraagde
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
abatidosBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen
o alanceados; la
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de los queWie
Zij die
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
alNaar de
Naar het
mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering
de Dick habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
desaparecidoVerdwenen
Vermiste
alNaar de
Naar het
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
rumorGemurmel
Geroezemoes
Gerucht
Praatje
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
.

Dick se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
, reconociendoErkennend
Herkennend
Honorerend
Identificerend
Onderkennend
Toegevend
los frutosOpbrengsten
Vruchten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
precipitadoGedaan neerslaan
Haastig
Haastige
eEn
imprudenteOnvoorzichtig
Onvoorzichtige
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
. Sir DanielDaniël habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
la hogueraBrandstapel encendidaAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
por susHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
y se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand

alejadoVerwijderd
Verwijderd van
Weggehouden van
conDoor
Met
Per
Samen met
la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
atacarAangrijpen
Aantasten
Aanvallen
Attaqueren
Tackelen
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
perseguidoresAchtervolgers
Vervolgers
o paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cogerlosPakken por
retaguardiaAchterhoede, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se aventurabanZij/ze dorsten te
Zij/ze durfden te
Zij/ze waagden
a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
el asaltoAanvallen
Bestormen
Ik bestorm
Ik overval
Ik rand aan
Ik val aan
Overvallen
. Se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
conducidoAutogereden
Bestuurd
Gebracht
Gechauffeerd
Geleid
Gereden
Gestuurd
Gevoerd
Vervoerd
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
sagazPienter
Pientere
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Schrander
Schrandere
Snugger
Snuggere
Spits
Spitse
Vernuftig
Vernuftige
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
,
mientras queTerwijl la conductaGedrag
Houding
Wandel
de Dick eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
la de un chiquilloKlein
Kleine
vehemente eEn inexpertoOnervaren. Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
se
hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bevond
Ik nam waar
Ik ontmoette
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
Ik zag
élHem
Hij
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amadaBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, estrechándole fuertementeKrachtig
Stevig
la manoDe hand, peroDoch
Echter
Maar
por loDe
Hem
Het
U

demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
, soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
, dispersosAfgescheiden
Afgezonderd
Gescheiden
Geschift
Kleurschifting veroorzaakt
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la nocheAvond
Nacht
en la inmensidadEnormiteit del
bosqueBos
Woud
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
puñadoHandvol de alfileresDuinreigersbek
Gewone reigersbek
Gewone reigersbek s.s.
Kleverige reigersbek
Naalden
Reigersbek
Spelden
en un pajar.

-Hooiberg
¡Que los santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos
meMe
Mij
iluminenBelicht u!
Illumineert u!
Licht u voor!
Steekt u aan!
Verlicht u!
Zij/ze belichten
Zij/ze illumineren
Zij/ze lichten voor
Zij/ze steken aan
Zij/ze verlichten
! -pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht-. ¡SuerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que meMe
Mij
armaronZij/ze bewapenden
Zij/ze wapenden
Zij/ze zetten in elkaar
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
por loDe
Hem
Het
U
de estaDeze
Dit

mañanaMorgen
Ochtend
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
loDe
Hem
Het
U
de ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
meMe
Mij
honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
!

SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
soltarLoslaten
Losmaken
a Joanna, echó a correrHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon te hollen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette het op
 een lopen
.

RompíanZij/ze braken
Zij/ze braken af
Zij/ze braken door
Zij/ze braken stuk
Zij/ze maakten kapot
Zij/ze schonden
Zij/ze verbraken
el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
de la nocheAvond
Nacht
los gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de Tunstall, galopandoGalopperend de un
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
caza aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt op
Jaag op!
los fugitivosHaastig voorbijgaand
Voortvluchtig
Voortvluchtige
. AudazmenteBrutaal Dick se metióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte ergens in
por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la malezaDoornbos
Ruigte
,
corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend
en líneaOnline rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
conDoor
Met
Per
Samen met
la rapidezSnelheid de un gamoDamhert.

LA claridadDuidelijkheid
Evidentie
Helderheid
Licht
Luminositeit
Schijnsel
Verstaanbaarheid
de plataE174
Zilver
de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
sobre laOp de
Op het
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
aumentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker
Ik deed toenemen
Ik groeide
Ik groeide aan
Ik nam toe
Ik steeg
Ik vergrootte
Ik verhoogde
Ik vermeerderde
Ik wakkerde aan
Ik werd sterker
por contrasteAfsteken
Contrast
Contrasteert u!
Contrasteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze contrasteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalibreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieert
Ijken
Ijkt u!
Ik contrasteer
Ik ijk
Ik kalibreer
Ik steek af
Ik verifieer
Kalibreert u!
Kalibreren
Steekt u af!
Tegenbeeld
Tegenstelling
Verifieert u!
Verifiëren
Verschil
la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid
de los
matorralesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes
, y la extremadaUiterste dispersiónAfscheiden
Afzonderen
Dispersie
Scheiden
Schiften
Verstrooiing
de los vencidosBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen
llevaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor
Ik nam mee naar
Ik nam mee voor
los perseguidoresAchtervolgers
Vervolgers
por los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

divergentesDivergent
Divergente
Divergerend
Divergerende
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verschillend
Verschillende
senderosPaadjes
Paden
. De aquíAlhier
Hier
que, alNaar de
Naar het
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
ratoPoos
Poosje
Tijdje
, pudieranZij/ze konden
Zij/ze mochten
pararseBlijven staan
Halt houden
Stoppen
Tot stilstand komen
Vastlopen
Dick y Joanna en un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel

dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
quedabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
ocultosClandestien
Clandestiene
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
, y oyeranZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
los rumoresGeruchten
Praatjes
de la persecuciónAchtervolgen
Achtervolging
Najagen
Vervolgen
Vervolging

extendiéndoseZich rekkend
Zich uitrekkend
Zich uitstrekkend
en todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Richtingen
, peroDoch
Echter
Maar
desvaneciéndoseBewusteloos rakend
Bezwijmend
Flauwvallend
In rook opgaand
In zwijm vallend
Verdwijnend
a la distanciaAfstand
Eind
End
.

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
siquieraAlthans hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
la precauciónVoorzorg de conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden
agrupadaGegroepeerd
Gegroepeerde
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de reservaBespreek!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Houd open!
Houd vrij!
Reservaat
Reserve
Reserveer!
Reservering
Teken in!
Zet apart
Zet weg!
exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet

Dick, con amargura-Bitter
Verbitterd
, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
haberlesZe te hebben devueltoGereproduceerd
Geretourneerd
Hergeven
Heruitgezonden
Terugbezorgd
Teruggebracht
Teruggegeven
Teruggestuurd
Teruggewezen
Vergolden
Weergegeven
el golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
. En finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
, viviendoLevend
Wonend
se aprendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert aan
Leer aan!
Leer!
;
la próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
irá(Het) zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
, ¡por la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
!

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, Dick -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Joanna-, ¿quéWat
Welke
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
? YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
.

La miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
élHem
Hij
, y, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
... allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
... Joanna Matchann, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
antañoEertijds
Voorheen
Vroeger
, en calzonesBroeken
Kniebroeken
y
jubón. PeroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
la ConocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
; ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
conDoor
Met
Per
Samen met
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
desgarbadaDrukkend
Drukkende
Log
Logge
Plomp
Plompe
Zwaar
Zware
ropaKleding
Kleren
, sonreíaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlachte
Ik glimlachte
ellaHaar
Ze
Zij
,
resplandeciente de amorAffectie
Liefde
Min
, y sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
que el corazónHart
Klokhuis
se leHaar
Hem
Het
U
inundabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dook
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dook onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
Ik dook
Ik dook onder
Ik zonk
de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
.

AmorAffectie
Liefde
Min
míoMijne
Van mij
-leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
perdonasJij/je begenadigt
Jij/je vergeeft
los desatinos de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
atolondradoOnbesuisd
Onbesuisde
Onbezonnen
Overijld
Overijlde
Roekeloos
Roekeloze
, ¿quéWat
Welke
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

importarmeBedragen
Belopen
Erg zijn
Importeren
Invoeren
Ter zake doen
Uitmaken
Van belang zijn
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
? VayamosLaten we gaan
Laten we karren
Laten we lopen
Laten we rijden
Laten we van stapel
 lopen
Laten we varen
Laten we verlopen
Laten we zich begeven
Laten wij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
directamenteDirect
Rechtstreeks
a Holywood; allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
tuJe
Jouw
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
tutorConservator
Curator
Trustee
Verzorger
Voogd
y miMi
Mijn
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever

amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, lordLord Foxham. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
nos casaremosWij/we zullen in het
 huwelijk treden
Wij/we zullen trouwen
, y pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
o ricosFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
, famososAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheden
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
o desconocidosOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
, ¿quéWat
Welke

importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
? En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
díaDag
Etmaal
, amorAffectie
Liefde
Min
míoMijne
Van mij
, me ganéIk verkreeg voor me la dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
de caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
; grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
elogiaronZij/ze loofden
Zij/ze prezen
Zij/ze roemden
Zij/ze zwaaiden lof toe

miMi
Mijn
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
; me creíIk dacht dat ze
 zijn
el masDoch
Echter
Maar
Plus
bizarroBizar
Bizarre
guerreroGuerrero
Krijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgsheld
Krijgsman
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaat
Strijdlustig
Strijdlustige
en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
extensiónAfgeven
Bestek
Grootte
Omvang
Ontvouwen
Ophouden
Register
Rekken
Rol
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitbreiding
Uitgebreidheid
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Verspreiden
del reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat
de InglaterraEngeland.
DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
perdíIk gaf op
Ik liep mis
Ik miste
Ik raakte kwijt
Ik verbeurde
Ik verkwistte
Ik verloor
Ik verspeelde
, primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, miMi
Mijn
valimiento conDoor
Met
Per
Samen met
el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
una palizaPak slaag y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
misMi's
Mijn
soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
. ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
miMi
Mijn
engreimientoVerwaandheid, grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
miMi
Mijn
caídaAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
! PeroDoch
Echter
Maar
,
amorAffectie
Liefde
Min
míoMijne
Van mij
, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
meMe
Mij
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
...; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
meMe
Mij
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
y nos casamosWij/we traden in het
 huwelijk
Wij/we treden in het
 huwelijk
Wij/we trouwden
Wij/we trouwen
, meMe
Mij
despojaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afstropen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beroven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitplunderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitschudden
Ik zou afstropen
Ik zou beroven
Ik zou uitplunderen
Ik zou uitschudden
de misMi's
Mijn


honoresHulden de caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
importarmeBedragen
Belopen
Erg zijn
Importeren
Invoeren
Ter zake doen
Uitmaken
Van belang zijn
un ardite.

-¡Dick míoMijne
Van mij
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
ellaHaar
Ze
Zij
-. ¿TeJe
Jou
armaronZij/ze bewapenden
Zij/ze wapenden
Zij/ze zetten in elkaar
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
?

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
, amorAffectie
Liefde
Min
míoMijne
Van mij
: Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
miMi
Mijn
lady -contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
cariñosamente-, o loDe
Hem
Het
U
serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn
mañanaMorgen
Ochtend
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger

del mediodíaMiddag
Noen
Twaalf uur 's middags
. ¿VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
?

-LoDe
Hem
Het
U
seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn
, Dick, y conDoor
Met
Per
Samen met
la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
ella.

-Haar
Ze
Zij
¿De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
? ¡YoEgo
Ik
creí queIk dacht dat ibais aJullie gingen naar serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
fraileBroeder
Kloosterbroeder
Kloosterling
Monnik
! -sonó(Het) klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoot zijn neus
una vozInspraak
Stem
Stemgeluid
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
oídos.

-Gehoord
Vernomen
Verstaan
¡Alicia! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Joanna.

-La mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
la damisela adelantándoseVoor zijnd
Voorafgaand
Vooruit stekend
-. Alicia, a quienDie
Wie
dejasteJij/je leende
Jij/je legateerde
Jij/je leverde op
Jij/je liet
Jij/je liet achter
Jij/je liet begaan
Jij/je liet in de
 steek
Jij/je liet los
Jij/je liet na
Jij/je liet over
Jij/je liet schieten
Jij/je stond toe
Jij/je verlaatte je van
Jij/je verliet
Jij/je vermaakte
Jij/je vertrouwde toe
Jij/je verzuimde
por muertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht
y a
quienDie
Wie
hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
tuJe
Jouw
cazadorJacht- de leonesLeeuwen, volviéndola de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
a la vidaHachje
Leven
; y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
estoDeze
Dit
, sinoDoch
Echter
Maar
que
haciéndoleErin makend tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
el amorAffectie
Liefde
Min
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
saberKennen
Smaken
Weten
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
-gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Joanna-. ¡Dick!

-¡Dick! -remedó Alicia-. ¡Dick en personaMens
Personage
Persoon
! ¡Ja
Jawel
Wel
Zich
, galanteGalant
Galante
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, abandonáisJullie abandonneren
Jullie laten in de
 steek
Jullie laten varen
Jullie stoppen ermee
Jullie verlaten
a las pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele

damiselas en los trancesTrances apuradosBenard
Benarde
Gênant
Gênante
Leeggedronken
Opgebruikt
Opgedronken
Opgemaakt
Opgeteerd
Penibel
Penibele
Pijnlijk
Pijnlijke
Uitgedronken
Van verlegenheid getuigend
Verbruikt
! -prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
-. Las dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
 steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat

plantadasAangeplant
Geplant
Gepoot
detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
los roblesEiken
Eikenbomen
Zomereiken
. ConDoor
Met
Per
Samen met
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
la épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
de la hidalguía.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->