-SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
Dick desesperadoGewanhoopt
Wanhopig
Wanhopige
-. ¡Por miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
osJe
Jullie
juro queIk zweer dat osJe
Jullie
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
por
completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
! SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
: hacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
loDe
Hem
Het
U
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
por perdonarmeBegenadigen
Vergeven
. ¡VedBekijk!
Kijk!
Zie!
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar
encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
a
Joanna!

-NuncaNimmer
Nooit
supuse queIk veronderstelde dat loDe
Hem
Het
U
hubieraisJullie hadden
Jullie waren
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
intencionadamente -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
ellaHaar
Ze
Zij
-. PeroDoch
Echter
Maar
voy aIk ga naar
vengarmeWraak nemen
Wreken
cruelmenteWreed. Voy aIk ga naar revelarleLaten zien
Onthullen
Ontwikkelen
Openbaren
un secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
a milady SheltonShelton... A la queDat
Die
Wie
Zij die
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de serloGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
,
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
una reverenciaBuiging
Nijging
Reverence
Strijkage
-. Joanna -continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
-, creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
, por miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
, que tuJe
Jouw
galánKnappe jonge man esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
; peroDoch
Echter
Maar
permítemeBelet niet!
Gedoog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!
que teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
francamenteEerlijk
Ronduit
: esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el bobalicón de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
corazónHart
Klokhuis
de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
InglaterraEngeland. ¡AndaGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom nou!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
... que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
con élDaarmee cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
teJe
Jou
vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
en
gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
! Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, chiquillosKlein
Kleine
locosDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
, besadmeKus!
Zoen!
primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
a Me
Mij
para queOpdat
Zodat
osJe
Jullie
traigaBezorgt u!
Brengt u aan!
Brengt u mee!
Brengt u!
Draagt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Ik bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
Neemt u mee!
buena suerteFortuin
Fortuinlijkheid
Lot
y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

mostrarosLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
amablesAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
conmigoMet mij
Met mij mee
; despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
besaosKus elkaar!
Zoen elkaar!
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por un minutoMinuut y niEn niet
Evenmin
Noch
un segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, vamonos los tres3
Drie
a Holywood. VayámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
aprisaSnel comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
podamosLaten we kunnen
Laten we mogen
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl

meMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que estosDeze
Dezen
bosquesBossen
Wouden
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
, y sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
excesivamenteOverdadig
Overmatig
Uitermate
fríosAfgekoeld
Kil
Kille
Koud
Koude
.

-PeroDoch
Echter
Maar
¿esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
que miMi
Mijn
Dick teJe
Jou
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
el amorAffectie
Liefde
Min
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Joanna, colgándose del brazoArm de
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, tontaDom
Domme
Dwaas
Valse karetschildpad
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Alicia-. FuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
yoEgo
Ik
quienDie
Wie
se loDe
Hem
Het
U
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
a élHem
Hij
; leHaar
Hem
Het
U
propuseIk bood
Ik bood aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
que nos casáramosWij/we traden in het
 huwelijk
Wij/we trouwden
;
peroDoch
Echter
Maar
élHem
Hij
meMe
Mij
contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
que fuera aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
casarmeIn de echt verbinden
Trouwen
Uithuwelijken
conDoor
Met
Per
Samen met
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de misMi's
Mijn
igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
. ÉsasDie fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
susHaar
Hun
Uw
Zijn
palabrasBewoordingen
Woorden
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
,
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
teJe
Jou
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
francoBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frank
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige
que galanteGalant
Galante
. PeroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, chiquillosKlein
Kleine
, tengamosLaten we bijhouden
Laten we erop nahouden
Laten we hebben
Laten we houden
Laten we vasthouden
Wij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
y
pongámonosLaten we aandoen
Laten we aantrekken
Laten we insmeren
Laten we opdoen
Laten we smeren
Laten we worden
Laten we zich aankleden
Laten we zich aanstellen
en marchaIngeschakeld. ¿Volveremos aWij zullen weer
Wij/we zullen teruggaan naar
Wij/we zullen terugkeren naar
Wij/we zullen terugkomen naar
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por la cañada o marcharemosWij/we zullen lopen
Wij/we zullen marcheren
en líneaOnline rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
a
Holywood?

-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
miMi
Mijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
sobre unBovenop een
Op een
caballoKnol
Paard
Ros
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Dick-, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
en estosDeze
Dezen
últimosAchterste
Jongstleden
Laatste
díasDagen
Etmalen

meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
vapuleado tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
cruelmenteWreed, de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
uOf otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, que miMi
Mijn
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
élHem
Hij
un puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere

cardenalBlauwe plek
Kardinaal
. PeroDoch
Echter
Maar
¿quéWat
Welke
osJe
Jullie
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
a vosotrasGijlieden
Je
Jullie
? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
misMi's
Mijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen
, en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la
alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
 been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!
de la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
, habríamosWij/we zouden hebben
Wij/we zouden zijn
dado un rodeoOmgereden para nadaVooral niet. De aquíAlhier
Hier
a Holywood, en líneaOnline rectaDirect
Directe
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Recht
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
tres3
Drie
millasMijlen; la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
las nueve9
Negen
; la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
loDe
Hem
Het
U
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije

duraBeklijf!
Blijf aan!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
por ellaHaar
Ze
Zij
, y la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
... ¿QuéWat
Welke
osJe
Jullie
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
marcháramosWij/we liepen
Wij/we marcheerden
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
?

-De acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze
-exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Alicia.

PeroDoch
Echter
Maar
Joanna se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
a apretarAandraaien
Aandrukken
Dringen
Drukken
Drukken op
Knellen
Persen
Pressen
el brazoArm a Dick.

AtravesaronZij/ze doorkruisten
Zij/ze gingen door
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze kwamen door
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen af
Zij/ze liepen over
Zij/ze maakten door
Zij/ze staken over
Zij/ze trokken door
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, los clarosDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Opklaringen
Tussenruimten
Tussenruimtes
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
y desnudosBloot
Blote
Naakt
Naakte
Onbedekt
Onbedekte
Onopgesmukt
Onopgesmukte
sotosHakhouten y descendieronZij/ze daalden
Zij/ze daalden af
Zij/ze daalden neer
Zij/ze gingen naar beneden
Zij/ze stamden af
Zij/ze stapten uit
Zij/ze zonken
por los caminosBanen
Routen
Routes
Wegen
cubiertosBedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Eetgereis
Gedekt
Onderdaken
Somber
Sombere
Toegedekt

de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
de inviernoWinter; Dick y Joanna marchabanZij/ze liepen
Zij/ze marcheerden
cogidosAangegrepen
Aangevat
Afgeplukt
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Gegaan halen
Gegrepen
Gehaald
Genomen
Gepakt
Geplukt
Getokkeld
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen
de la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
, sumidosBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt
en un paraísoGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Paradijs
Trans
de deliciasGenietingen
Genoten
Heerlijkheden
Lekkernijen
, y suHaar
Hun
Uw
Zijn
atolondradaOnbesuisd
Onbesuisde
Onbezonnen
Overijld
Overijlde
Roekeloos
Roekeloze
compañeraCollega, olvidadasAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
susHaar
Hun
Uw
Zijn
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
,
lesHen
Hun
U
seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
o dos2
Do's
Twee
Tweede
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
, oraBid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bidt
burlándoseBespottend
Gekscherend
Honend
Schertsend
Spottend
Uitlachend
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, oraBid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bidt
pintándoles los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

seductoresVerleidelijk
Verleidelijke
cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten
de loDe
Hem
Het
U
felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
que viviríanZij/ze zouden leven
Zij/ze zouden wonen
en el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige
.

TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
se oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
en la lejaníaVerschiet
Verte
del bosqueBos
Woud
a los jinetesRuiters de Tunstall continuandoAanhoudend
Doorgaand
Verder gaand
Verder gaand met
Vervolgend
Voortgaand
Voortzettend
vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
eEn
incesantemente suHaar
Hun
Uw
Zijn
persecuciónAchtervolgen
Achtervolging
Najagen
Vervolgen
Vervolging
, y, de cuando en cuandoAf en toe
Bij tijd en wijlen
Bij wijlen
Nu en dan
Van tijd tot tijd
, los gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
y el chocarAanstoot geven
Botsen
Choqueren
Klappen
Kloppen
Kwetsen
Opvallen
Slaan
de los acerosStalen
anunciabanZij/ze adverteerden
Zij/ze annonceerden
Zij/ze dienden aan
Zij/ze kondigden aan
Zij/ze maakten bekend
el encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
conDoor
Met
Per
Samen met
los enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
.

PeroDoch
Echter
Maar
en estosDeze
Dezen
tres3
Drie
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
, criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los sobresaltosOntroeringen
Schrikken
de la guerraKrijg
Oorlog
y curtidosAtjars
Gelooid
Getaand
Tafelzuren
por los
múltiplesDiverse
Multipel
Multipele
Veelvoudig
Veelvoudige
Vele
peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
despertarOpwekken
Wakker maken
Wakker worden
Wekken
el miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
niEn niet
Evenmin
Noch
la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
. ContentosBevredigingen
Genoegdoeningen
Tevreden
Tevredenheden
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane

alNaar de
Naar het
observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen
que los ruidosGeluiden
Kabalen
Levens
Rumoeren
iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
alejándoseZich verwijderend van cada vezElke keer
Steeds
Telkens
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, se entregaronZij/ze aanvaardden
Zij/ze gaven zich over
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen gevangen
conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
a
disfrutarGenieten
Genieten van
del placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
del momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, marchandoLopend
Marcherend
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Alicia, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cortejoAanhang
Gevolg
Ik maak het hof
Ik scharrel
Ik vrij
Scharrelen
Vrijen
nupcial, y niEn niet
Evenmin
Noch

la agreste soledadEenzaamheid
Verlatenheid
del bosqueBos
Woud
niEn niet
Evenmin
Noch
el fríoDe koude de la nocheAvond
Nacht
glacialIjzig
Ijzige
bastabanZij/ze reikten toe
Zij/ze voldeden
Zij/ze volstonden
Zij/ze waren genoeg
Zij/ze waren toereikend
Zij/ze waren voldoende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ensombrecerVerduisteren o
interrumpirInterrumperen
Onderbreken
Schorsen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
felicidadGeluk.

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
loDe
Hem
Het
U
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
de un cerroGewone hulst
Groene hulst
Heuvel
Hoogte
Hulst
Scherpe hulst
Verheffing
Verhevenheid
Verhoging
divisaronZij/ze bespeurden
Zij/ze merkten op
Zij/ze onderkenden
Zij/ze onderscheidden
al fondoAan het eind
Naar de bodem
el valleDal
Valle
Vallei
de Holywood. BrillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden
las grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime

ventanasRamen
Vensters
de la abadíaAbdij del bosqueBos
Woud
, iluminadasAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht
por antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
y ciriosWaskaarsen; se elevabanZij/ze bereikten een hoge
 positie
Zij/ze stegen
Zij/ze stegen op
Zij/ze verhieven zich
susHaar
Hun
Uw
Zijn
altosAlten
Altos
Altviolen
Hoge
Hoog
Hoogten
Hoogtes
Lang
Lange
Oudste
Oudsten
Stops
Verheven

pináculosPinakels
Toppunten
y chapiteles clarísimos y silenciososGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende
, y la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
de oroE175
Goud
Ik bid
que leHaar
Hem
Het
U
servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst
de remateAfmaken
Afwerken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Ik maak af
Ik werk af
Ik werk uit
Maak af
Maakt u af!
Pinakel
Uitwerken
Werkt u af!
Werkt u uit!
relucíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glinsterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in het
 oog
Ik blonk
Ik glinsterde
Ik glom
Ik schitterde
Ik viel in het
 oog

alegrementeOp vrolijke wijze
Vrolijk
a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
. En torno deOm ... heen la abadíaAbdij, en los clarosDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Opklaringen
Tussenruimten
Tussenruimtes
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
de la selvaOerwoud, ardíanZij/ze blaakten
Zij/ze brandden
Zij/ze gloeiden
Zij/ze waren aan
las
hoguerasBrandstapels de los campamentosCampings
Kampeerterreinen
Kampementen
Kampen
Legerkampen
Tentenkampen
, se apiñabanZij/ze drongen bijeen numerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke
chozas, y en el centroEl centro
Het midden
de aquelDat
Die
cuadroBed
Bloembed
Bloemperk
Chassis
Doek
Frame
Kader
Perk
Schema
Schilderij
Schildering
Schilderstuk
Tabel
Tuinbed
Vierkant

tendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
Ik breidde uit
Ik hield op
Ik ontvouwde
Ik rekte
Ik spreidde
Ik spreidde uit
Ik stak uit
Ik strekte
Ik strekte uit
suHaar
Hun
Uw
Zijn
curvaBocht
Buig krom!
Buig!
Curve
Gebogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Krom
Krom!
Kromme
Verbuig!
el heladoHet ijs río.

-Ik lach
Rivier
Stroom
¡Por la misaEucharistieviering
Mis
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Dick-. TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
estanE=
En
acampadosGekampeerd
Gelegerd
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de lordLord Foxham.
Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
que el mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
extraviadoGedaan dwalen
Van de weg afgebracht
Verlegd
Weggemaakt
. TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
tendremosWij zullen hebben
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen erop nahouden
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen houden
Wij/we zullen vasthouden
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
sir DanielDaniël.

PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
las tropasBenden
Bendes
Grauwen
Hopen
Krijgsvolk
Legerafdelingen
Scharen
Troepen
de lordLord Foxham seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
acampadasGekampeerd
Gelegerd
en la largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
isleta de Holywood,
estoDeze
Dit
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
debido aDankzij
Door
Met
Om
Uit
Vanwege
Verschuldigd geweest aan
Voor
Wegens
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
distintaAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere
de la queDat
Die
Wie
Zij die
suponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veronderstelde
Ik meende
Ik nam aan
Ik onderstelde
Ik stelde
Ik vermoedde
Ik veronderstelde
Dick. En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
emprendidoEen ambt aanvaard
In dienst getreden
Ondernomen
la
marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Shoreby; peroDoch
Echter
Maar
, antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
llegaranZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
a la mitadHelft del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, un segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede

mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
lesHen
Hun
U
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
alNaar de
Naar het
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
, transmitiéndoles la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de que regresaran aZij/ze keerden terug naar
Zij/ze kwamen terug naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn

campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
de la mañanaMorgen
Ochtend
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cerrarlesAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
el pasoEl paso a los fugitivosHaastig voorbijgaand
Voortvluchtig
Voortvluchtige
de LancasterLancaster y estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks
del principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
de YorkGekookte ham
York
Yorkham
.

PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
Richard de GloucesterGloucester, terminadaAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
la batallaDe wielbasis y quebrantadosIngetrapt
Verbrijzeld
Vermorzeld
Verpletterd
susHaar
Hun
Uw
Zijn
enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
en
aquellaDat
Die
Diegene
comarcaGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
, hallábase yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en marchaIngeschakeld paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
reunirseBijeenkomen
Lid worden
Samenkomen
Toetreden
Vergaderen
Zich aansluiten
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanoBroeder
Broer
Frater
; y pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
del
regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht
de los soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
de lordLord Foxham, el propioEigen Crookback echabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
Ik begon handel te
 drijven met
Ik gooide
Ik gooide erop
Ik had aandeel in
Ik jaagde weg
Ik joeg weg
Ik keilde
Ik kondigde aan
Ik kreeg
Ik legde op
Ik liet aan het
 lot over
Ik maakte bekend
Ik maakte vast
Ik nam
Ik schatte
Ik schonk in
Ik sloeg uit
Ik smeet
Ik speelde een partijtje
Ik speelde uit
Ik sprak uit
Ik stortte
Ik strooide
Ik stuurde weg
Ik tankte
Ik trad op in
Ik uitte
Ik voegde toe
Ik voerde op
Ik wedde
Ik wedijverde
Ik wierp
Ik zegde
Ik zei
Ik zette buiten de
 deur
Ik zond weg
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
a tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
la
puertaDeur
Poort
Portier
de la abadíaAbdij. En honorEer
Hulde
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
augustoAugust
Augustus
Clown
visitanteBezoeker
Bezoekster
, brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden
iluminadasAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht
las
ventanasRamen
Vensters
, y alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
Dick conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amadaBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
y la amigaAmicaal
Amicale
Bevriend
Bevriende
Vriendin
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el séquitoAanhang
Gevolg
del duqueHertog eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
obsequiadoGetrakteerd
Onthaald
Vergast
Vrijgehouden

en el refectorioEetzaal
Refectorium
Refter
conDoor
Met
Per
Samen met
el esplendorPracht que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
propioEigen de aquelDat
Die
poderosísimo y suntuosoPraalziek
Praalzieke
Prachtig
Prachtige
Prachtlievend
Prachtlievende
Weelderig
Weelderige
monasterioKlooster.

Frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
ellosHen
Ze
Zij
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
conducidoAutogereden
Bestuurd
Gebracht
Gechauffeerd
Geleid
Gereden
Gestuurd
Gevoerd
Vervoerd
Dick, por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
con mucho gustoDolgraag
Volgaarne
Zielsgraag
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
. MedioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling

enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
de fatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis
, estaba sentadoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gezeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik was gezeten
Ik zat
GloucesterGloucester, apoyandoOndersteunend
Rugsteunend
Schragend
Stavend
Steunend
Stuttend
en una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
el pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
y terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
, teniendoBijhoudend
Erop nahoudend
Hebbend
Houdend
Vasthoudend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse
, en honorífico lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
, a lordLord Foxham, convaleciente y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat

curadoBehandeld
Belegen
Gecureerd
Genezen
Oud
Oude
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
herida.

-Bezeerd
Blessure
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuur
Verwond
Verwonding
Wond
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
GloucesterGloucester-. ¿MeMe
Mij
traéisJullie bezorgen
Jullie brengen
Jullie brengen aan
Jullie brengen mee
Jullie dragen aan
Jullie nemen mee
la cabezaHoofd
Kop
Krop
de sir DanielDaniël?

-Milord duqueHertog -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Dick resueltamente, peroDoch
Echter
Maar
sintiendoAanvoelend
Gevoelend
Gewaarwordend
Merkend
Voelend
oprimírsele(Aan)drukken
Onderdrukken
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen
el corazónHart
Klokhuis
-, niEn niet
Evenmin
Noch

siquieraAlthans heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
de regresarTerugbrengen
Terugkeren
Terugkomen
Wederkeren
Wederkomen
Weeromkomen
conDoor
Met
Per
Samen met
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de miMi
Mijn
mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering
. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
derrotadoTe gronde gericht
Verkwist
Vernield
Vernietigd
Verslagen
, y
apeloIk appelleer
Ik doe een beroep
 op
Ik ga in appel
Ik ga in beroep
a vuestraJullie
Uw
Van jullie
indulgenciaAflaat
Inschikkelijkheid
Strafontheffing
Toegeeflijkheid
. MiróleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
GloucesterGloucester, fruncidoGefronst
Geplooid
Gerimpeld
Samengeperst
el formidableFormidabel
Formidabele
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzaglijk
Ontzaglijke
entrecejoFronsing
Rimpeling
Ruimte tussen de wenkbrauwen
.

-Cincuenta50
Vijftig
lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
osJe
Jullie
diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!
,66
Zes
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
.

-Milord duqueHertog -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
-, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
llevéIk berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
cincuenta50
Vijftig
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de armas.

-Jij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
esoDat
Die
Zulks
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
GloucesterGloucester-. ÉlHem
Hij
meMe
Mij
pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
cincuenta50
Vijftig
lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
.

-PerdonadBegenadig!
Vergeef!
, excelenciaExcellentie -contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Catesby conDoor
Met
Per
Samen met
granGroot
Grote
suavidadZachtheid-. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over una
persecuciónAchtervolgen
Achtervolging
Najagen
Vervolgen
Vervolging
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
dimosWij/we brachten op
Wij/we brachten toe
Wij/we gaven
Wij/we gaven aan
Wij/we kenden toe
Wij/we verleenden
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que los jinetesRuiters.

-EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
GloucesterGloucester, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
-: SheltonShelton, podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
marcharosLopen
Marcheren
.

-DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
lordLord Foxham-. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
un encargoAanvraag
Aanvragen
Bestellen
Bestelling
Ik belast met
Ik bestel
Ik draag op
Ik geef opdracht
Ik vraag aan
Opdragen
Order
míoMijne
Van mij
. AcasoToeval
Toevalligheid
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

realizaciónBewerkstelligen
Doorvoeren
Gebeuren
Geschieden
Realiseren
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken
Verwezenlijking
Voorkomen
Voorvallen
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
. DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
, master SheltonShelton, ¿encontrasteisJullie bevonden
Jullie kwamen tegen
Jullie ontmoetten
Jullie traden tegemoet
Jullie troffen
Jullie troffen aan
Jullie vonden
a la doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
?

-Con la ayuda deMet behulp van los santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos
, aquíAlhier
Hier
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
, en estaDeze
Dit
casa.

-Familie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
¿De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk
? Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
, milord duqueHertog -resumióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excerpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resumeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte samen
lordLord Foxham-, conDoor
Met
Per
Samen met
vuestraJullie
Uw
Van jullie
venia, mañanaMorgen
Ochtend
,
antes deAlvorens te
Voor
ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen
en marchaIngeschakeld el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
, propongoIk bied
Ik bied aan
Ik draag voor
Ik loof uit
Ik sla voor
Ik stel voor
una bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
hidalgoEdelman
Hidalgo
Ridder
...

-JovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
... -interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste
Catesby.

66
Zes
Técnicamente, considerábase incluidoBetrokken
Bevat
Inbegrepen
Incluis
Inclusief
Ingesloten
Met inbegrip van
Omvat
Tot en met
en el términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
'lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
' un númeroEen nummer, un tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
inciertoOnzeker
Onzekere
, de soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
de
infanteríaInfanterie
Voetvolk
que iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
unidosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd
a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de armas.

-Jij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
¿CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen
, sir WilliamWillem? -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
lordLord Foxham.

-Yo mismoIkzelf, por susHaar
Hun
Uw
Zijn
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
serviciosBedieningen
Bedieningsgelden
Diensten
Dienstverleningen
Eetserviezen
Erediensten
Godsdienstoefeningen
Kerkdiensten
Services
Serviezen
Toiletten
, leHaar
Hem
Het
U
arméIk bewapende
Ik wapende
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
-explicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhelderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Zij/hij/u legde uit
GloucesterGloucester-. Dos vecesTwee keer
Tweemaal

meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
, niEn niet
Evenmin
Noch
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
brazoArm, sinoDoch
Echter
Maar
el férreoIjzeren
espírituGeest
Geestgesteldheid
que necesitan(Zij) hebben nodig
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se elevaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een hoge
 positie bereiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verheffen
, lordLord Foxham. MozoKnecht
Kruier
Pakjesdrager
Sjouwer
Witkiel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pelearKampen
Ruzie maken
Strijd voeren
Strijden
Vechten
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

bravamente en una refriegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft
Wrijf!
; peroDoch
Echter
Maar
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
el corazónHart
Klokhuis
de capónGesneden haan
Kapoen
. ¡De todos modosAlleszins
Op alle manieren
Op alle wijzen
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de
casarseIn het huwelijk treden
Trouwen
, casadloHuwelijk uit!
Trouw!
Verbind in de echt!
, en el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de María SantísimaHeilige maagd, y terminadBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Loop af!
Maak af!
Maak uit!
Sluit af!
Voleindig!
de una vezIn één keer!

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un bravoBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Stoutmoedig
Stoutmoedige
muchachoJongen
Knaap
Knul
..., loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
lordLord Foxham-. AlegraosVerheug je!, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, sir Richard. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

arregladoAangericht
Gearrangeerd
Gemaakt
Geordend
Geregeld
Gerepareerd
Geruimd
Geschikt
Hersteld
In orde gemaakt
Ingericht
Opgeknapt
Opgeruimd
Terechtgebracht
Verholpen
Versteld
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
conDoor
Met
Per
Samen met
master Hamley, y mañanaMorgen
Ochtend
os casaréisJullie zullen in het
 huwelijk treden
Jullie zullen trouwen
.

Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
Dick juzgóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak recht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonniste
prudenteBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
 maken
; peroDoch
Echter
Maar
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
del refectorioEetzaal
Refectorium
Refter

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de apearseAfstappen
Uitstappen
a la puertaDeur
Poort
Portier
, subióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
las escalerasLadders
Opgangen
Trap
Trappen
de cuatro4
Vier
en cuatro4
Vier
,
y abriéndose pasoZich een weg banend por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los servidoresServers de la abadíaAbdij, se arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit
, hincandoDoend steunen
Stekend
Zettend
una rodillaKnie en
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, a los piesPoten
Voeten
del duque.

-Hertog
¡VictoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
, milord! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
.

Y antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
Dick hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
alNaar de
Naar het
aposentoAppartement
Flat
que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
de lordLord Foxham, leHaar
Hem
Het
U

tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
destinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
, se oíanZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
las aclamacionesAcclamaties
Bijvallen
Toejuichingen
de las tropasBenden
Bendes
Grauwen
Hopen
Krijgsvolk
Legerafdelingen
Scharen
Troepen
reunidasGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld
en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
a las hoguerasBrandstapels,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
aquelDat
Die
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
díaDag
Etmaal
, a menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de veinte20
Twintig
millasMijlen, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
asestadoDe blik gericht
Geprobeerd schade aan te
 richten
Gericht
Gesteld
un segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot

demoledorVerwoestend
Verwoestende
alNaar de
Naar het
poderíoMacht de LancasterLancaster.

La venganzaWraak de Dick

A la mañanaMorgen
Ochtend
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
, Dick se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
salieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
 weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
el solSol
Zon
, y elegantementeElegant
ataviadoOpgetooid
Uitgedost
, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
a la ayudaDe hulp del roperoGarderobe
Kleedkamer
Vestiaire
de lordLord Foxham, y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
obtenidoBehaald
Buitgemaakt
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
Verkregen
Verworven
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen
de Joanna, salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
un largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
 wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
calmarBedaren
Geruststellen
Kalmeren
suHaar
Hun
Uw
Zijn
impacienciaOngeduld
Reuzenbalsemien
Springzaad
.

Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
 aan
a dar vueltasOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
que, a la pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
del albaAanbreken van de dag
Albe
Dageraad
Misgewaad
Ochtendgloren
Wit
Witte
de
aquelDat
Die
día de inviernoWinterdag, estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
armándose alNaar de
Naar het
rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering
de las antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
; peroDoch
Echter
Maar

gradualmenteGeleidelijk fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
alejándoseZich verwijderend van haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
y, al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
por completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
al otro lado deAan de overkant van
Over
Over ... heen
Overheen
las
avanzadasGeanticipeerd
Gevorderd
Voortbewogen
Vooruitgegaan
Vooruitgekomen
, marchandoLopend
Marcherend
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
por el bosqueBos
Woud
heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude
, esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
la salida del solZonsopgang.

Plácidos y dichososBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuken
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
susHaar
Hun
Uw
Zijn
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
valimiento conDoor
Met
Per
Samen met
el duqueHertog noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U

considerabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
Ik beschouwde
Ik beschouwde als
Ik ging na
Ik hield rekening met
Ik overwoog
dignoWaardig
Waardige
de entristecerleBedroeven
Beproeven
Grieven
Smarten
el corazónHart
Klokhuis
; teniendoBijhoudend
Erop nahoudend
Hebbend
Houdend
Vasthoudend
a Joanna por esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
y a lordLord Foxham
por protectorBegunstiger
Beschermend
Beschermende
Beschermer
Beschermheer
Beschermheilige
Patroon
Schutspatroon
Sponsor
Veiligheids-
, contemplabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloerde
Ik beschouwde
Ik koekeloerde
venturosamente suHaar
Hun
Uw
Zijn
porvenirToekomende tijd
Toekomst
Verschiet
y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Ik bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
que leHaar
Hem
Het
U

apesadumbrase.

MientrasTerwijl asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
caminabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde
Ik liep
Ik schreed
Ik stapte
Ik trad
Ik wandelde
y meditabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mediteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze peinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zon op
Ik bedacht
Ik dacht na
Ik mediteerde
Ik overdacht
Ik peinsde
Ik wikte
Ik zon
Ik zon op
, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
haciéndoseRakend
Wordend
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
solemnePlechtig
Plechtige
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige
de la mañanaMorgen
Ochtend
;
coloreabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleurde
Ik kleurde
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
el solSol
Zon
el ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
de orienteGeleidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oriënteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Ik geleid
Ik leid
Ik leid rond
Ik oriënteer
Ik werk in
Ik wijs de weg
Leidt u rond!
Leidt u!
Oosten
Oriënteert u!
Werkt u in!
Wijst u de weg!
, y un vientecillo cortanteScherp
Scherpe
Snijdend
Snijdende
Snijder
soplabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woei
Ik blies
Ik blies uit
Ik gaf in
Ik inspireerde
Ik waaide
Ik woei
sobre laOp de
Op het
heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
.
VolvíaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
; peroDoch
Echter
Maar
alNaar de
Naar het
volverseOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
, se fijóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte zich op
suHaar
Hun
Uw
Zijn
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
en una figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor!
que se ocultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dook onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield zich schuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde zich
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
un
árbol.

-Boom
Mast
¡AltoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
! -gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
-. ¿QuiénWie vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
?

AvanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorderde
la figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor!
y agitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruide op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wond op
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
contestarAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden
. VestíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Ik kleedde
Ik kleedde aan
Ik omkleedde
Ik stond
de peregrinoBedevaartganger
Pelgrim
Reuzenhaai
, bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
la capuchaCapuchon,
cubriéndoleHet bedekkend el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
.

PeroDoch
Echter
Maar
al instanteAanstonds
Zo
Dick reconocióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkende
a sir DanielDaniël.

AdelantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vooruit
a grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
élHem
Hij
desenvainandoTrekkend
Uit de schede trekkend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
y sir DanielDaniël, llevándoseMeenemend
Overweg kunnend
la
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
alNaar de
Naar het
pechoBoezem
Borst
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
empuñarGrijpen
Krijgen
Vastpakken
un armaBewapen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewapent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wapent
Wapen
Wapen!
ocultaClandestien
Clandestiene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Occult
Occulte
Ontveins!
Verberg!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verheel!
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verschuil!
Verstop!
Verstopt
Verstopte
, esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
con firmezaStevig que llegaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef
.

-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, Dick -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-. ¿QuéWat
Welke
te proponesJij/je bent van plan
Jij/je bent voornemens
Jij/je hebt voor
Jij/je stelt je voor
? ¿HacesBossen
Bundels
Jij neemt
Jij/je bedrijft
Jij/je brengt uit
Jij/je doet
Jij/je maakt
Jij/je maakt aan
Jij/je richt uit
Jij/je voert uit
la guerraKrijg
Oorlog
alNaar de
Naar het
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
?

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
yoEgo
Ik
la guerraKrijg
Oorlog
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
vuestraJullie
Uw
Van jullie
vidaHachje
Leven
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el muchachoJongen
Knaap
Knul
-. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
yoEgo
Ik
vuestroJullie
Uw
Van jullie
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind

lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
hasta queTot
Totdat
quisisteisJullie beminden
Jullie hadden lief
Jullie hielden van
Jullie wilden
Jullie wouden
quitarmeAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen
la míaVan mij; peroDoch
Echter
Maar
la habéisJullie hebben
Jullie zijn
codiciadoBegeerd
Geaasd op
Gedorst naar
hartoIk erger
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Zat
Zatte
ansiosamente.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
... obrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ageerde
Ik deed
Ik ging te werk
Ik ging voort
Ik handelde
Ik trad op
Ik was bezig
Ik werkte
en defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren
propiaEigen -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
-. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, muchachoJongen
Knaap
Knul
, las noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen
de

la batallaDe wielbasis y la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de vuestroJullie
Uw
Van jullie
diabloBoze
Drommel
Duivel
jorobadoBultenaar
Gebocheld
Gebochelde
en misMi's
Mijn
propiosEigen bosquesBossen
Wouden
meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen

sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie
. Voy aIk ga naar Holywood paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
acogermeAannemen
Accepteren
Ontvangen
Opnemen
Opvangen
a sagradoEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
; luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, me iréIk zal afgaan
Ik zal me verwijderen
Ik zal vertrekken
Ik zal weggaan
alNaar de
Naar het
otro ladoOverkant
Overzijde
del marZee,
conDoor
Met
Per
Samen met
lo queDat wat
Wat
puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
llevarmeAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
encimaBovendien
Er bovenop
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
comenzarAanbinden
Aanbreken
Aanvangen
Beginnen
Beginnen met
Ingaan
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
la vidaHachje
Leven
en BorgoñaBourgondië
Bourgondiëwijn
o en FranciaFrankrijk.

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vayáis aJullie gaan naar Holywood -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Dick.

-¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
? ¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
?

-MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
, sir DanielDaniël; esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la del díaDag
Etmaal
de miMi
Mijn
bodaBruiloft
Bruiloftsfeest
Trouwpartij
-repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
Dick-, y eseDat
Die
solSol
Zon
que
comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
a levantarseGaan staan
Opstaan
Verrijzen
Wakker worden
alumbraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aansteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal belichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorlichten
el díaDag
Etmaal
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
de miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
. La vuestraJullie
Uw
Van jullie
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
doblemente
merecedoraWaardig
Waardige
de castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging
: por la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de miMi
Mijn
padrePater
Vader
y por vuestrosJullie
Van jullie
manejosBedieningen contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
Me
Mij
. PeroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik

tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
faltasAfwezigheden
Euvelen
Euvels
Fouten
Gebreken
Gemissen
Jij/je bent absent
Jij/je bent afwezig
Jij/je ontbreekt
Jij/je scheelt
Manco's
Mankementen
Tekorten
Tekortkomingen
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ocasionadoAangedaan
Aangericht
Belegd
Berokkend
Gehouden
Gesticht
Teweeggebracht
Uitgeschreven
Veroorzaakt
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, y en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
díaDag
Etmaal
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
juezRechter
Richter
niEn niet
Evenmin
Noch
verdugoBeul. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
fueseisJullie begaven je
Jullie gebeurden
Jullie gingen
Jullie hadden plaats
Jullie karden
Jullie liepen
Jullie liepen van stapel
Jullie reden
Jullie verliepen
Jullie voeren
Jullie vonden plaats
Jullie waren
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
diabloBoze
Drommel
Duivel
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
de ponerosAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
la manoDe hand
encimaBovendien
Er bovenop
, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
fueraisJullie begaven je
Jullie gebeurden
Jullie gingen
Jullie hadden plaats
Jullie karden
Jullie liepen
Jullie liepen van stapel
Jullie reden
Jullie verliepen
Jullie voeren
Jullie vonden plaats
Jullie waren
, por Me
Mij
, podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
marcharLopen
Marcheren
adondeWaar
Waarheen
quisieraisJullie beminden
Jullie hadden lief
Jullie hielden van
Jullie wilden
Jullie wouden
. BuscadGa halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Kijk uit!
Snor!
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
el perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
de DiosGod
Godheid
;
el míoMijne
Van mij
loDe
Hem
Het
U
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
. PeroDoch
Echter
Maar
esoDat
Die
Zulks
de que vayáis aJullie gaan naar Holywood esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
. PertenezcoIk behoor
Ik behoor toe
Ik behoor toe aan
Ik behoor tot
Ik kom toe aan

alNaar de
Naar het
ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
de YorkGekookte ham
York
Yorkham
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de permitirGedogen
Niet beletten
Permitteren
Toelaten
Toestaan
Vergunnen
Veroorloven
que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
un espíaBeloer!
Bespied!
Bespieden
Bespieder
Bespioneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spioneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspiedt
Pottenkijker
Pottenkijkster
Spied!
Spion
Spioneer!
Spionne
Verspied!
Verspieder
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
filasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
. TenedloHeb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd!
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, por
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
daisJullie brengen op
Jullie brengen toe
Jullie geven
Jullie geven aan
Jullie kennen toe
Jullie verlenen
un pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, levantoIk beur
Ik haal op
Ik hef
Ik hef op
Ik kook op
Ik richt op
Ik sla op
Ik til
Ik til op
Ik verhef
Ik vestig
Ik zet neer
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
y llamoIk bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
a la avanzadaGeanticipeerd
Gevorderd
Voortbewogen
Vooruitgegaan
Vooruitgekomen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
para queOpdat
Zodat
osJe
Jullie

haganBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet u!
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
prisioneroGevangen
Gevangene
.

-TeJe
Jou
estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit
burlandoBedriegend
Foppend
Teleurstellend
Verschalkend
de Me
Mij
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
sir DanielDaniël-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
salvaciónBehoud
Behouden
Bergen
Heil
Redden
Redding
Verlossing
Zaligheid
fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
Holywood.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
esoDat
Die
Zulks
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Dick-. OsJe
Jullie
permitoIk belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el oesteWesten o haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el
surZuid
Zuidelijk
Zuiden
: haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el norteNoorden noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
permitiréIk zal gedogen
Ik zal niet beletten
Ik zal permitteren
Ik zal toelaten
Ik zal toestaan
Ik zal vergunnen
Ik zal veroorloven
. Holywood estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
vosGe
Gij
Je
Jij
. MarchaosGa weg! y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

intentéisJullie beproeven
Jullie hebben voor
Jullie passen
Jullie passen aan
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie proberen uit
Jullie stellen je voor
Jullie toetsen
Jullie trachten
Jullie zijn van plan
Jullie zijn voornemens
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
. PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
en cuantoZodra os hayáisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
 iemand aan de stok
Jullie meten je met
 iemand
alejadoVerwijderd
Verwijderd van
Weggehouden van
, avisaréIk zal melden
Ik zal waarschuwen
a todos losAlle puestosAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambten
Banen
Betrekkingen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkramen
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaatsen
Posten
Stalletjes
Stands
Wachtposten
Werkkringen
de avanzadaGeanticipeerd
Gevorderd
Voortbewogen
Vooruitgegaan
Vooruitgekomen

del ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
, y talOf zo vigilanciaBewaking
Toezicht
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
todos losAlle peregrinosBedevaartgangers
Pelgrims
Reuzenhaaien
, que de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
osJe
Jullie
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al

fueraisJullie begaven je
Jullie gebeurden
Jullie gingen
Jullie hadden plaats
Jullie karden
Jullie liepen
Jullie liepen van stapel
Jullie reden
Jullie verliepen
Jullie voeren
Jullie vonden plaats
Jullie waren
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
diabloBoze
Drommel
Duivel
, veríaisJullie zouden bekijken
Jullie zouden kijken
Jullie zouden zien
el desastrosoDesastreus
Desastreuze
resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond
de vuestroJullie
Uw
Van jullie
intentoIk ben van plan
Ik ben voornemens
Ik beproef
Ik heb voor
Ik pas
Ik pas aan
Ik poog
Ik probeer
Ik probeer uit
Ik stel me voor
Ik toets
Ik tracht
Poging
.

-MeMe
Mij
sentenciasArresten
Jij/je bestemt voor
Jij/je doet een uitspraak
Jij/je spreekt uit
Jij/je vonnist
Sententies
Sententiën
Spreuken
Vonnissen
Zinspreuken
a muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
conDoor
Met
Per
Samen met
aireLucht sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere
sir DanielDaniël.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
sentencioIk bestem voor
Ik doe een uitspraak
Ik spreek uit
Ik vonnis
a muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
-repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
Dick-. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
es queDat komt omdat
Want
se osJe
Jullie
antoja medirAfmeten
Meten
Opmeten
Opnemen
Uitmeten
vuestroJullie
Uw
Van jullie
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
conDoor
Met
Per
Samen met
el
míoMijne
Van mij
, venidKom mee!
Kom!
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
; y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
que estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
deslealOntrouw
Ontrouwe
a miMi
Mijn
partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
, aceptaréIk zal aannemen
Ik zal accepteren
Ik zal ontvangen
el retoDreigende taal
Ik daag uit
Ik lok uit
Ik provoceer
Ik tart
Ik tart uit
Ik terg
Uitdaging

francamenteEerlijk
Ronduit
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
reservasJij zet apart
Jij/je bespreekt
Jij/je boekt
Jij/je houdt open
Jij/je houdt vrij
Jij/je reserveert
Jij/je tekent in
Jij/je zet weg
Reservaten
Reserveringen
; me batiréIk zal kampen
Ik zal strijd voeren
Ik zal strijden
Ik zal vechten
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
vosGe
Gij
Je
Jij
fiandoBorg blijvend voor
Borg zijnd voor
In vertrouwen mededelend
Op krediet verkopend
Toevertrouwend
en misMi's
Mijn
solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
, y a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
llamaréIk zal aanbellen
Ik zal aanroepen
Ik zal bellen
Ik zal benoemen
Ik zal heten
Ik zal kloppen
Ik zal luiden
Ik zal noemen
Ik zal opbellen
Ik zal oproepen
Ik zal praaien
Ik zal roepen
Ik zal schellen
Ik zal telefoneren
Ik zal uitmaken voor

para queOpdat
Zodat
meMe
Mij
ayudeBaat u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
Staat u bij!
Staat u ter zijde!
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
vengaréIk zal wraak nemen
Ik zal wreken
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de miMi
Mijn
padrePater
Vader
, conDoor
Met
Per
Samen met
la concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!
tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
sir DanielDaniël-, Ge
Gij
Je
Jij
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
una largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
miMi
Mijn
dagaDagge
Dolk
.

-SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
en el cieloHemel
Lucht
confíoIk heb vertrouwen in
Ik vertrouw
Ik vertrouw toe
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Dick, arrojandoErin gooiend
Gooiend
Smijtend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend
la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
sobre laOp de
Op het
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
-. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
a
elloDat
Het
osJe
Jullie
obligaDring op!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Noodzaak!
Verplicht!
vuestroJullie
Uw
Van jullie
hadoLot
Noodlot
adversoNoodlijdend
Noodlijdende
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenliggend
Tegenliggende
Tegenovergesteld
Tegenovergestelde
Tegenstaand
Tegenstaande
Tegenstrijdig
Tegenstrijdige
, venidKom mee!
Kom!
, y conDoor
Met
Per
Samen met
la ayudaDe hulp del TodopoderosoAlmachtig
Almachtige
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
que
de vuestrosJullie
Van jullie
huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken
haganBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet u!
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij
las zorrasMoervossen
Vossen
Wijfjesvossen
.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
probarteAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
, Dick -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
conDoor
Met
Per
Samen met
inquietaBeducht
Beduchte
Bekommerd
Bekommerde
Bezorgd
Bezorgde
Druk
Drukke
Gejaagd
Gejaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Ongerust
Ongeruste
Onrustig
Onrustige
Rusteloos
Rusteloze
Verontrust!
Verschrik!
Woelig
Woelige
Zorgelijk
Zorgelijke
sonrisaGlimlach
Glimlachen
-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
derramarGieten
Plengen
Schenken
Storten
Vergieten
tuJe
Jouw
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
.

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, entoncesDan
Dus
Toen
, marchaosGa weg! antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
-advirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde
SheltonShelton-. Dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te

cinco5
Vijf
minutosMinuten llamaréIk zal aanbellen
Ik zal aanroepen
Ik zal bellen
Ik zal benoemen
Ik zal heten
Ik zal kloppen
Ik zal luiden
Ik zal noemen
Ik zal opbellen
Ik zal oproepen
Ik zal praaien
Ik zal roepen
Ik zal schellen
Ik zal telefoneren
Ik zal uitmaken voor
alNaar de
Naar het
puesto de avanzadaVoorpost. EmpiezoIk begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik snijd aan
Ik vang aan
a darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

demasiadaAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Teveel
Uiterst
Uiterste
pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estuvieranZij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
cambiadosAfgewisseld
Gedenatureerd
Gekenterd
Geruild
Gevarieerd
Gewerkt
Gewisseld
Veranderd
Verkeerd
Vermaakt
los papelesPapieren
Rollen
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
ratoPoos
Poosje
Tijdje
que yoEgo
Ik
estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten
atadoAangesloten
Bosje
Gebonden
Geknoopt
Gestrikt
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden

de piesPoten
Voeten
y manosHanden.

-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, Dick, me marcharéIk zal weggaan -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
sir DanielDaniël-. La próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
que nos encontremosWij/we bevinden ons
Wij/we komen elkaar tegen
Wij/we maken het
Wij/we treffen elkaar
Wij/we zijn gesteld
,
te arrepentirás deJij/je zal berouw hebben
 van
haberteBezitting
Hebben
Zijn
mostradoGelaten zien
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
conmigoMet mij
Met mij mee
.

Y sir DanielDaniël dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
y comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a alejarseZich verwijderen van por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los árbolesBomen
Masten
.

Dick se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
observándole, presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
de los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
extrañosBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
y opuestosGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergesteld
sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen
, mientrasTerwijl
sir DanielDaniël marchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheerde
Ik liep
Ik marcheerde
, rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
y cautelosamente, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
de cuando en cuandoAf en toe
Bij tijd en wijlen
Bij wijlen
Nu en dan
Van tijd tot tijd
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen

una perversaPervers
Perverse
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de reojo aVan opzij aquelDat
Die
muchachoJongen
Knaap
Knul
que leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdonadoBegenadigd
Vergeven
la vidaHachje
Leven
y de quienWiens noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

se fiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde in vertrouwen
 mede
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
del todoGeheel.

HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
, a un ladoOpzij! del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
marchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheerde
Ik liep
Ik marcheerde
, un espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
matorralDoornbos
Ruigte
alfombrado de
verdeGroen
Groene
hiedraKlimop, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
en mitadHelft del inviernoWinter impenetrableOnbegrijpelijk
Onbegrijpelijke
Ondoordringbaar
Ondoordringbare
Ondoorgrondelijk
Ondoorgrondelijke
Ontoegankelijk
Ontoegankelijke
a la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
.

AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, vibróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vibreerde
un arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
musicalMuzikaal
Muzikale
Van de toonkunst
. VolóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloog una flechaPijl
Scheut
, y conDoor
Met
Per
Samen met
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
,
roncoHees
Hese
Ik knor
Ik ronk
Ik snork
Ik snurk
Rauw
Rauwe
Schor
Schorre
gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw
de agoníaAgonie
Doodsstrijd
Stervensnood
y de iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak
, el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
de Tunstall alzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden y cayó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel van brucesJij/je borstelt
Jij/je maakt schoon
Jij/je schuiert
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!

la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
.

CorrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
Dick y loDe
Hem
Het
U
levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
se contraíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromp ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kronkelde ineen
con desesperaciónVertwijfeld
Wanhopig
, y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suHaar
Hun
Uw
Zijn

cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
se agitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wuifde en violentasAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Jij/je doet geweld aan
Jij/je forceert
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
convulsiones.

-Krampen
Stuipen
Stuiptrekkingen
¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
negraZwart
Zwarte
la flechaPijl
Scheut
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
sin alientoAdemloos
Amechtig
Buiten adem
.

-NegraZwart
Zwarte
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Dick, gravementeErnstig.

Antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken
niEn niet
Evenmin
Noch
una palabraBewoording
Woord
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, una horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
contracciónContractie
Ineenkrimpen
Ineenkronkelen
Oplopen
de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer

sacudióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrikte
alNaar de
Naar het
heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond
de piesPoten
Voeten
a cabezaHoofd
Kop
Krop
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen
de los brazosArmen de Dick, que loDe
Hem
Het
U
sosteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Ik beweerde
Ik droeg
Ik onderhield
Ik ondersteunde
Ik ruggensteunde
Ik schoorde
Ik schraagde
Ik verzekerde
, y
conDoor
Met
Per
Samen met
la extremadaUiterste violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid
de aquellaDat
Die
Diegene
angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst
, volóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloog suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

El jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
leHaar
Hem
Het
U
tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit
suavementeZacht
Zachtjes
de espaldasAchterover sobre laOp de
Op het
nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
y rezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bad por aquellaDat
Die
Diegene
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel

pecadora, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la horaTijd
Uur
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, y, mientrasTerwijl susHaar
Hun
Uw
Zijn
preces se elevabanZij/ze bereikten een hoge
 positie
Zij/ze stegen
Zij/ze stegen op
Zij/ze verhieven zich
,
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
el solSol
Zon
y comenzaronZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
susHaar
Hun
Uw
Zijn
trinosTrillers los petirrojosRoodborsten
Roodborstjes
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
la hidraHydra
Waterslang
.

AlNaar de
Naar het
ponerseAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen
nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
el jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, se hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
conDoor
Met
Per
Samen met
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, arrodilladoGedaan knielen a pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige

pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
élHem
Hij
, y aunKattenklauw
Nog
Zelfs
con la cabeza descubiertaBlootshoofds, esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Dick a que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
el reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet

venidoGekomen
Meegekomen
terminaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik liep af
Ik maakte af
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik voleindigde
suHaar
Hun
Uw
Zijn
plegaria. LargoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
duróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stand
éstaDeze
Dit
. BajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
, cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
conDoor
Met
Per
Samen met
las
manosHanden, rezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bad
Ik bad
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
de granGroot
Grote
agitaciónAgitatie
Agiteren
Onrust
Ophitsen
Opruien
Opstoken
Opwinden
Roeren
Schudden
. Por el arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
que yacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Ik lag
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
sobre laOp de
Op het

nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
, juzgóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak recht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonniste
Dick que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
que el arquero que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
a sir DanielDaniël.

Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
y mostróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
el semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
de EllisEllis Duckworth.

-Richard -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
gravementeErnstig-, osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
. VosGe
Gij
Je
Jij
tomasteisJullie accepteerden
Jullie dronken
Jullie gebruikten
Jullie kregen binnen
Jullie namen
Jullie namen aan
Jullie namen af
Jullie namen in
Jullie nuttigden
Jullie ontvingen
Jullie pakten
Jullie raapten op
Jullie slikten in
Jullie sloegen in
Jullie snoven op
Jullie vatten
Jullie vatten aan
el mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, el del perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
; yoEgo
Ik

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
el peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
, y ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
de miMi
Mijn
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
. RezadBid! por Me
Mij
.

Y leHaar
Hem
Het
U
estrechóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte fuertementeKrachtig
Stevig
la manoDe hand.

-CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
-contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Richard-, por vosGe
Gij
Je
Jij
rezaréIk zal bidden, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
misMi's
Mijn
rezosGebeden serán(Zij) zullen zijn
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen plaatshebben
Zij/ze zullen plaatsvinden
Zij/ze zullen zijn
atendidosAandacht geschonken
Acht geslagen op
Bediend
Geholpen
Gelet op
Gepast op
Opgelet
Opgepast
.
PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
habéisJullie hebben
Jullie zijn
buscadoAfgehaald
Gegaan halen
Gehaald
Gesnord
Gezocht
Opgehaald
Opgezocht
Uitgekeken
Uitgezien
venganzaWraak y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
amargoBitter
Bittere
Bitterheid
halláisJullie bevinden
Jullie nemen waar
Jullie ontmoeten
Jullie treffen
Jullie treffen aan
Jullie vinden
Jullie zien
suHaar
Hun
Uw
Zijn
saborSmaak, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que la
habéisJullie hebben
Jullie zijn
logradoBehaald
Bereikt
Doorgekomen
Erin geslaagd
Gelukt
Gereikt tot
Geslaagd
Geslaagd in
Geslaagd voor
Ingehaald
Klaargespeeld
, reflexionadBedenk!
Denk na!
Overdenk!
Wik!
Zin op!
Zin!
: ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
perdonarBegenadigen
Vergeven
a los demásDe anderen? Hatch... murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
, ¡el pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele

infelizOngelukkig
Ongelukkige
! ¡CualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
yoEgo
Ik
por salvarleBehouden
Bergen
Redden
la vidaHachje
Leven
! Por lo que toca aAangaande sir DanielDaniël, ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds

yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cadáverKadaver
Kreng
Lijk
. En cuantoZodra alNaar de
Naar het
clérigoGeestelijke, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
en algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
influirBeïnvloeden
Invloed hebben op
en vosGe
Gij
Je
Jij
, desearíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ambiëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aspireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dingen naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou haken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou najagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nastreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou snakken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou streven naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trek hebben
 in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wensen
Ik zou ambiëren
Ik zou aspireren
Ik zou begeren
Ik zou dingen naar
Ik zou haken naar
Ik zou hunkeren
Ik zou najagen
Ik zou nastreven
Ik zou smachten
Ik zou smachten naar
Ik zou snakken naar
Ik zou streven naar
Ik zou trek hebben
 in
Ik zou verkiezen
Ik zou verlangen
Ik zou wensen

que leHaar
Hem
Het
U
dejaraisJullie leenden
Jullie legateerden
Jullie leverden op
Jullie lieten
Jullie lieten achter
Jullie lieten begaan
Jullie lieten in de
 steek
Jullie lieten los
Jullie lieten na
Jullie lieten over
Jullie lieten schieten
Jullie stonden toe
Jullie verlaatten je van
Jullie verlieten
Jullie vermaakten
Jullie vertrouwden toe
Jullie verzuimden
marcharLopen
Marcheren
en pazQuitte.

Una llamarada pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
por los ojosKijkers
Ogen
de EllisEllis Duckworth.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
-, el diabloBoze
Drommel
Duivel
estaDeze
Dit
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
aferradoGeankerd
Geënterd
Het anker uitgeworpen
Ingebonden
Ingehaald
Opgerold
Stevig vastgegrepen
dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
Me
Mij
. PeroDoch
Echter
Maar
estadBen!
Bevind je!
Lig!
Zit!
tranquiloBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
volaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vliegen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
la FlechaPijl
Scheut
NegraZwart
Zwarte
... HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden
disueltaOpgelost la hermandadBroederschap. Los queWie
Zij die
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen
llegaránZij/ze zullen aangeven
Zij/ze zullen aankomen
Zij/ze zullen aanlanden
Zij/ze zullen aanreiken
Zij/ze zullen arriveren
Zij/ze zullen doorbrengen
Zij/ze zullen verdrijven
a plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige

y tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
madurezRijpheid
Rijpheid van oordeel
, hasta queTot
Totdat
el cieloHemel
Lucht
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
que caiganGeraakt u!
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Vallen
Verschiet u!
Vervalt u!
Zij/ze geraken
Zij/ze laten vallen
Zij/ze vallen
Zij/ze vallen af
Zij/ze vallen neer
Zij/ze verschieten
Zij/ze vervallen
en misMi's
Mijn
manosHanden; en cuantoZodra a vosGe
Gij
Je
Jij
,
acudidGa af op!
Ga naar!
Kom af op!
Loop toe!
Schiet toe!
Snel toe!
adondeWaar
Waarheen
osJe
Jullie
llameBelt u aan!
Belt u op!
Belt u!
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Ik bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
Klopt u!
Luidt u!
Maakt u uit voor!
Noemt u!
Praait u!
Roept u aan!
Roept u op!
Roept u!
Schelt u!
Telefoneert u!
vuestraJullie
Uw
Van jullie
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
fortunaFortuna y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
os acordéisJullie denken terug
Jullie herdenken
Jullie herinneren je
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de EllisEllis.

ConclusiónAfleiden
Besluit
Besluiten
Beëindiging
Concluderen
Conclusie
Eind
Einde
End
Gevolgtrekking
Voleinding


A eso deCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
las nueve9
Negen
de la mañanaMorgen
Ochtend
, conducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde
lordLord Foxham a suHaar
Hun
Uw
Zijn
pupilaOogappel
Pupil
, vestidaAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Omkleed
estaDeze
Dit
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
correspondía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde bij
Ik hoorde bij
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sexoGeslacht
Kunne
Seks
Sekse
y seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
de Alicia Risingham, a la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
de Holywood,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Richard Crookback, fruncidoGefronst
Geplooid
Gerimpeld
Samengeperst
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
el entrecejoFronsing
Rimpeling
Ruimte tussen de wenkbrauwen
por las inquietudesBeduchtheden
Bezorgdheden
Ongerustheden
, se cruzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed de weg
 af
en suHaar
Hun
Uw
Zijn

caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
y se detuvo.

-Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
éstaDeze
Dit
la doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
lordLord Foxham huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
contestadoBeantwoord
Geantwoord
Geantwoord op
Verantwoord

afirmativamenteBevestigend, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
-: HermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
, levantadBeur!
Haal op!
Hef op
Hef op!
Hef!
Kook op!
Richt op!
Sla op!
Til op!
Til!
Verhef!
Vestig!
Zet neer!
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
para queOpdat
Zodat
puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
yoEgo
Ik

contemplarBeschouwen
Koekeloeren
vuestraJullie
Uw
Van jullie
bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid
.

La miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
conDoor
Met
Per
Samen met
agriaWrang
Wrange
Zure
Zuur
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
.

-SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
alNaar de
Naar het
caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde
-, y, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
meMe
Mij
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
, conDoor
Met
Per
Samen met
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
doteBegiftigt u!
Bruidsschat
Gave
Geeft u mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiftigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft mee
Huwelijksgift
Ik begiftig
Ik geef mee
. ¿QuéWat
Welke
osJe
Jullie
pareceríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er uitzien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er uitzien
 als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou het uiterlijk
 hebben van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou staan tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toeschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorkomen
Ik zou er uitzien
Ik zou er uitzien
 als
Ik zou het uiterlijk
 hebben van
Ik zou lijken
Ik zou overkomen
Ik zou schijnen
Ik zou staan tegenover
Ik zou toeschijnen
Ik zou vinden
Ik zou voorkomen
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie

ofrecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
yoEgo
Ik
un magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
casamientoTrouwpartij comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
corresponde aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort bij
Hoor bij!
vuestroJullie
Uw
Van jullie
belloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
y a vuestraJullie
Uw
Van jullie

alcurniaAfstamming?

-Milord duqueHertog -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
Joanna-, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
desagradableOnaangenaam
Onaangename
a vuestraJullie
Uw
Van jullie
excelenciaExcellentie,
preferiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou de voorkeur
 geven aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liever doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liever willen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou prefereren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorkeur geven
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortrekken
Ik zou de voorkeur
 geven aan
Ik zou liever doen
Ik zou liever willen
Ik zou prefereren
Ik zou verkiezen
Ik zou voorkeur geven
 aan
Ik zou voortrekken
casarmeIn de echt verbinden
Trouwen
Uithuwelijken
conDoor
Met
Per
Samen met
sir Richard.

-¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
élHem
Hij
conDoor
Met
Per
Samen met
asperezaScherpte-. CasaosTreed in het huwelijk!
Trouw!
conDoor
Met
Per
Samen met
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que yoEgo
Ik
osJe
Jullie
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
, y antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger


de estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
élHem
Hij
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
milord y vosGe
Gij
Je
Jij
milady. PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, permitidmeBelet niet!
Gedoog!
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!
que osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
francamenteEerlijk
Ronduit
, sir
Richard moriráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doodgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overlijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal sterven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verscheiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal versmachten
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
haberBezitting
Hebben
Zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
nuncaNimmer
Nooit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que sir Richard.

-Nada másNiet meer leHaar
Hem
Het
U
pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
, milord, que morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
la esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
de sir Richard -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde

Joanna.

-VedBekijk!
Kijk!
Zie!
lo queDat wat
Wat
hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie
, milord -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
entoncesDan
Dus
Toen
GloucesterGloucester volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
a lordLord Foxham-. BuenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
. El muchachoJongen
Knaap
Knul
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
por susHaar
Hun
Uw
Zijn
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
serviciosBedieningen
Bedieningsgelden
Diensten
Dienstverleningen
Eetserviezen
Erediensten
Godsdienstoefeningen
Kerkdiensten
Services
Serviezen
Toiletten
leHaar
Hem
Het
U
ofrecíIk bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
miMi
Mijn
favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
, prefirióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf de voorkeur
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voorkeur aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prefereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou liever
el
perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
de un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
marineroJanmaat
Op zeemanswijze
Varensgezel
Zeeman
Zeevaarder
borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
se loDe
Hem
Het
U
advertíIk bemerkte
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik waarschuwde
; peroDoch
Echter
Maar
élHem
Hij
siguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
tercoHalsstarrig
Halsstarrige
Hardnekkig
Hardnekkige
Koppig
Koppige
Stijfhoofdig
Stijfhoofdige
Verbeten
Verstokt
Verstokte
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
estupidezDomheid
Stompzinnigheid
.
'AquíAlhier
Hier
murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
vuestroJullie
Uw
Van jullie
favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
', leHaar
Hem
Het
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
, y élHem
Hij
, milord, conDoor
Met
Per
Samen met
el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
aplomoAplomb
Gewicht
Zelfbewustheid
Zelfverzekerdheid
y aireLucht impertinenteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte
:
'YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
quienDie
Wie
loDe
Hem
Het
U
pierdoIk geef op
Ik loop mis
Ik mis
Ik raak kwijt
Ik verbeur
Ik verkwist
Ik verlies
Ik verspeel
', meMe
Mij
respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
. ¡AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
, por la cruz!

-Draagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
¿EsoDat
Die
Zulks
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
? -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Alicia-. ¡PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
muy bienBest
Heel goed
Prima
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
, cazadorJacht- de leones!

-Leeuwen
¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
éstaDeze
Dit
? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
el duqueHertog.

-Una prisioneraGevangen
Gevangene
de sir Richard -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
lordLord Foxham-; la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
Alicia Risingham.

-Cuidad deBehartig!
Bekommer je!
Ben bezorgd!
Draag zorg!
Verzorg!
Zorg!
que se caseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
conDoor
Met
Per
Samen met
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de quienWiens podamosLaten we kunnen
Laten we mogen
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
segurosAssuranties
Assurantiën
Behouden
Geborgen
Safe
Safes
Veilig
Veilige
Verzekering
Verzekeringen
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el duqueHertog.

-HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
yoEgo
Ik
pensado enGedacht aan
Nagedacht over
miMi
Mijn
parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
Hamley, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
del agradoBehagen
Genoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik maak naar de
 zin
Ik sta aan
Ik vind prettig
Ik zin
Liefheid
Voorkomendheid
Vriendelijkheid
Welbehagen
Welgevallen
Zin
de vuestraJullie
Uw
Van jullie
excelenciaExcellentie -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats

lordLord Foxham-. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
prestadoGeleend
Uitgeleend
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
serviciosBedieningen
Bedieningsgelden
Diensten
Dienstverleningen
Eetserviezen
Erediensten
Godsdienstoefeningen
Kerkdiensten
Services
Serviezen
Toiletten
a nuestraOns
Onze
Van ons
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
.

-MeMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
GloucesterGloucester-. CasadlosHuwelijk uit!
Trouw!
Verbind in de echt!
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
. DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
, hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
:
¿queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
casarosIn de echt verbinden
Trouwen
Uithuwelijken
?

-Milord duqueHertog -contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Alicia-, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
rectoDirect
Directe
Endeldarm
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Rectum
Recht
Rechtdoor
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
y bien hechoDoorbakken...

Y alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
aquíAlhier
Hier
, presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
de granGroot
Grote
consternación, se leHaar
Hem
Het
U
ahogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstikte
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
en la gargantaKeel
Keelgat
Strot
.

-RectoDirect
Directe
Endeldarm
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Rectum
Recht
Rechtdoor
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
y bien hechoDoorbakken esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
míaVan mij -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
GloucesterGloucester, conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
-. YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke

jorobadoBultenaar
Gebocheld
Gebochelde
de miMi
Mijn
partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan
; todos losAlle demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
singularmente bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
formadosAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd
. SeñorasDames
Jonkvrouwen
Mevrouwen
Vrouwen
y vosGe
Gij
Je
Jij
,
milord -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
conDoor
Met
Per
Samen met
súbitoPlotseling
Plotselinge
cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
, adoptandoAannemend
Adopterend
Zich eigen makend
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
aireLucht de graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
cortesíaBeleefdheid
Compliment
Hoffelijkheid
Plichtpleging
Welgemanierdheid
Wellevendheid
-, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
juzguéisJullie beoordelen
Jullie berechten
Jullie oordelen
Jullie spreken recht
Jullie veroordelen
Jullie vonnissen

muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
descortésHonds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
. En tiempo de guerraOorlogstijd, un capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
disponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
de susHaar
Hun
Uw
Zijn

horasTijden
Uren
.

Y conDoor
Met
Per
Samen met
un gentilAanzienlijk
Aanzienlijke
Aardig
Aardige
Heidens
Heidense
Piekfijn
Piekfijne
Vlot
Vlotte
Voornaam
Voorname
Zwierig
Zwierige
saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut
, desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtaan
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
oficiales.

-Ambtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officieren
Officiers
Officiële
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet
Alicia-. ¡EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
perdidaGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Schadepost
Verbeurd
Verkwist
Verlies
Verloren
Vermissing
Verspeeld
Vervlogen
!

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
conocéisJullie kennen
Jullie leren kennen
Jullie maken kennis
Jullie weten
Jullie zijn bekend met
-repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
 zijn plaats
lordLord Foxham-. Eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
élHem
Hij
una niñería. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
niEn niet
Evenmin
Noch
se acuerdaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert zich

siquieraAlthans de vuestrasJullie
Van jullie
palabrasBewoordingen
Woorden
.

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
entoncesDan
Dus
Toen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
florBloei
Bloem
Bloesem
de la caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij
-observóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Alicia.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, sinoDoch
Echter
Maar
que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
otrasAnder
Andere
Nog één
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
en quéWat
Welke
pensarDenken -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
lordLord Foxham-. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons

entretengamosLaten we amuseren
Laten we onderhouden
Laten we opvrolijken
Laten we vermaken
Wij/we amuseren
Wij/we onderhouden
Wij/we vermaken
Wij/we vrolijken op
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.

En el presbiterioCollege van ouderlingen
College van priesters en
 bisschop
Kerkenraad
Presbyterium
Priesterkoor
hallaronZij/ze bevonden
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen
a Dick esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
de unosVan zo´n cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds

quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
unidosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd
élHem
Hij
y Joanna. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
salieronEr kwamen tevoorschijn
Zij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
de la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
, felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
, peroDoch
Echter
Maar
conDoor
Met
Per
Samen met
serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
continenteBevattend
Bevattende
Continent
Ingetogen
Inhoudend
Inhoudende
Kuis
Kuise
Vasteland
Werelddeel
,
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
alNaar de
Naar het
aireLucht heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude
y a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
del solSol
Zon
, las largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
filasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
de soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
ascendíanZij/ze avanceerden
Zij/ze beklommen
Zij/ze bestegen
Zij/ze gingen naar boven
Zij/ze gingen over
Zij/ze klommen
Zij/ze klommen in rang
 op
Zij/ze maakten promotie
Zij/ze rezen
Zij/ze rukten op
Zij/ze stegen
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
por la
carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg
; yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
ondeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze golfde
Ik golfde
, desplegadaOntplooid
Ontward
Ontwikkeld
alNaar de
Naar het
vientoWind, la banderaBanier
Dundoek
Standaard
Vaan
Vaandel
Veldteken
Vendel
Vlag
Wimpel
del duqueHertog de GloucesterGloucester, y comenzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik begon met
Ik bond aan
Ik brak aan
Ik ging in
Ik ving aan

a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
la abadíaAbdij entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
un grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm
de lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
; detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
ellaHaar
Ze
Zij
, rodeadaBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
de caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters

cubiertosBedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Eetgereis
Gedekt
Onderdaken
Somber
Sombere
Toegedekt
de aceroStaal, el audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige
, malvadoBooswicht
Pervers
Perverse
Snoodaard
Verdorven
y ambiciosísimo jorobadoBultenaar
Gebocheld
Gebochelde
marchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheerde
Ik liep
Ik marcheerde
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
reinadoBoven anderen uitgestoken
Geheerst
Geregeerd

y el eternoEeuwig
Eeuwige
recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
infameBelastert u!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Ik belaster
Ik roddel
Ik spreek kwaad
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Roddelt u!
Schunnig
Schunnige
Spreekt u kwaad!
Vuig
Vuige
reputaciónReputatie.

PeroDoch
Echter
Maar
el cortejoAanhang
Gevolg
Ik maak het hof
Ik scharrel
Ik vrij
Scharrelen
Vrijen
nupcial tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
opuestoGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergelegen
Tegenovergesteld
de la direcciónDe stuurversnelling que seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort
el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
, y
se sentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich
alNaar de
Naar het
ratoPoos
Poosje
Tijdje
a desayunarOntbijten alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
y sobriamente. LesHen
Hun
U
sirvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
el hermanoBroeder
Broer
Frater
cillerero, que
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
ocupóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
suHaar
Hun
Uw
Zijn
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
en la mesaLa mesa. Hamley, olvidadosAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
susHaar
Hun
Uw
Zijn
celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a cortejarHet hof maken
Scharrelen
Vrijen
a la
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
refractariaHittebestendig
Hittebestendige
Alicia. Y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
el sonarDe neus snuiten
Geluid maken
Klinken
Zijn neus snuiten
de las trompetasAulostomidae
Trompetvissen
y el chocarAanstoot geven
Botsen
Choqueren
Klappen
Kloppen
Kwetsen
Opvallen
Slaan
de las armadurasAnkers
Armaturen
Vakwerken
de los
soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
y de los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
, que pasabanZij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken
continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend
, Dick y Joanna, sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het

otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, se cogíanZij/ze bemachtigden
Zij/ze gingen halen
Zij/ze grepen
Zij/ze grepen aan
Zij/ze grepen vast
Zij/ze haalden
Zij/ze namen
Zij/ze namen beet
Zij/ze pakten
Zij/ze pakten beet
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze raapten op
Zij/ze tokkelden
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
las manosDe handen tiernamente y se mirabanZij/ze bekeken zich
Zij/ze beschouwden zich
Zij/ze keken elkaar aan
Zij/ze spiegelden zich
a los ojosKijkers
Ogen
conDoor
Met
Per
Samen met
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
crecienteHalvemaan
Maansikkel
Sikkel
Wassende maan
amorAffectie
Liefde
Min
.

DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof
y la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
de aquellaDat
Die
Diegene
épocaPeriode
Tijd(perk)
Tijdperk
Tijdsgewricht
turbulentaLevendig
Levendige
huyeron deZij/ze vluchtten voor suHaar
Hun
Uw
Zijn

ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
. VivieronZij/ze leefden
Zij/ze woonden
, alejadosVerwijderd
Verwijderd van
Weggehouden van
de sobresaltosOntroeringen
Schrikken
, en la verdeGroen
Groene
floresta dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amorAffectie
Liefde
Min
.

EntretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang
, dos2
Do's
Twee
Tweede
ancianosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
gozabanZij/ze genoten
Zij/ze genoten van
Zij/ze verheugden zich in
Zij/ze verlustigden zich in
de sendasPaden pensionesKosthuizen
Pensioenen
Pensions
en plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige
pazPaz
Vrede
y prosperidadBloei
Geluk
Prosperiteit
Voorspoed
Welstand
Welvaart
Welvarendheid
, y
quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
conDoor
Met
Per
Samen met
demasiadaAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Teveel
Uiterst
Uiterste
abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid
de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
y de cervezaBier, en la aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek
de Tunstall. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één

habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
marinoIk leg in
Ik maak in
Ik marineer
Marien
Mariene
Zee-
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
y continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
Tom. El otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, que
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
oficiosAmbachten
Ambten
Banen
Beroepen
Betrekkingen
Functies
Handwerken
Plaatsen
Stielen
Vakken
Werkkringen
, se inclinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neeg
al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la prácticaBeoefenen
Handig
Handige
Oefening
Praktijk
Praktisch
Praktische
de la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
, y

murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
religiosamente, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de hermanoBroeder
Broer
Frater
Honestus, en la cercanaAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
abadíaAbdij. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig

pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Lawless salirseLekken conDoor
Met
Per
Samen met
la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
y morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
fraileBroeder
Kloosterbroeder
Kloosterling
Monnik
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->