DetuveIk arresteerde
Ik hield aan
Ik hield af
Ik hield weg
Ik nam in verzekerde
bewaring
Ik onthield
Ik onttrok
Ik rekende in
Ik stopte miMi
Mijn caballoKnol
Paard
Ros y gritéIk balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde. El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde. AgitéIk agiteerde
Ik hitste op
Ik roerde
Ik ruide op
Ik schudde
Ik stookte op
Ik wond op la manoDe hand,
saludándole. TampocoEvenmin
Ook niet contestó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf antwoord miMi
Mijn ademánGebaar
Geste
Houding. EntoncesDan
Dus
Toen sepultéIk begroef
Ik bestelde ter aarde
Ik bezorgde een lijk la caraDe kant
De zijde entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las manosDe handen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
me atrevía aIk dorst
Ik durfde levantarBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen la cabezaHoofd
Kop
Krop y mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien. Me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op haberBezitting
Hebben
Zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer de una alucinaciónHallucinatie
Zinsbegoocheling, y
que en el momentoHet ogenblik en queWaarin alzaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Ik beurde
Ik haalde op
Ik hief
Ik richtte op
Ik tilde
Ik trok omhoog
Ik verhief
Ik verhoogde la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn desaparecidoVerdwenen
Vermiste. TemíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikte terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrok terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreesde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bang voor
Ik duchtte
Ik schrikte terug voor
Ik schrok terug voor
Ik schroomde
Ik vreesde
Ik was bang voor destruirVernielen
Vernietigen
Verwoesten aquellaDat
Die
Diegene
visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien maravillosaMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke. MientrasTerwijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la desvanecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervaagde
Ik verdween
Ik vervaagde mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend, subsistiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortleven
Ik zou voortleven "en miMi
Mijn pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje.
PermanecíIk bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, inmóvilBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el momentoHet ogenblik en queWaarin meMe
Mij sacaronZij/ze behaalden
Zij/ze brachten naar buiten
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze haalden
Zij/ze haalden eruit
Zij/ze haalden te voorschijn
Zij/ze haalden uit
Zij/ze haalden van
Zij/ze hoosden
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze ontleenden
Zij/ze putten
Zij/ze schepten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze zetten af de miMi
Mijn ensueñoDroom los
gruñidosGegromd
Geknord de misMi's
Mijn perrosHonden
Rekels
Reuen y la vozInspraak
Stem
Stemgeluid del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, que meMe
Mij hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak. ¿SabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten quéWat
Welke decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei esaDat
Die vozInspraak
Stem
Stemgeluid? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank,
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid? Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, decía:
-(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei¿De dóndeWaar
Waarheen demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels vienesJij/je komt
Jij/je komt mee?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, taraTarra de LiebreHaas, talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren textualmenteLetterlijk
Woordelijk las palabrasBewoordingen
Woorden que oíIk hoorde
Ik vernam
Ik verstond pronunciarSpreken
Uiten
Uitspreken, a modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze de
bienvenidaWelkom
Welkome
Welkomst-, en las orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen del lagoMeer
Plas
Waterplas TemescalTeme=
Ben bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees!, haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe cincuenta50
Vijftig y siete7
Zeven añosJaren. Y
jamásNimmer
Nooit otrasAnder
Andere
Nog één palabrasBewoordingen
Woorden meMe
Mij habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoederen
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid. AbríIk begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende los ojosKijkers
Ogen.
ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag anteSuède
Ten overstaan van
Voor miMi
Mijn a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de elevadaBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur, de miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien hosca y duraBeklijf!
Blijf aan!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai, de sólidasDegelijk
Degelijke
Deugdelijk
Deugdelijke
Flink
Flinke
Gedegen
Gevestigd
Gevestigde
Hecht
Hechte
Solide
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Vast
Vaste
mandíbulasKakementen
Kaken y frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde huidizaVergankelijk
Vergankelijke
Vluchtig
Vluchtige. Me dejéIk gaf me over
Ik verwaarloosde me
Ik werd terneergeslagen
Ik wijdde me aan
iets caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que bajéIk daalde
Ik daalde af
Ik gaf korting
Ik ging naar beneden
Ik ging naar beneden
uitstappen
Ik kortte
Ik liet neer
Ik sloeg af
Ik stapte af
Ik stapte uit
Ik trok af
Ik verlaagde
Ik verzakte
Ik zakte
Ik zakte weg
Ik zonk, del caballoKnol
Paard
Ros, y loDe
Hem
Het
U únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! es queDat komt omdat
Want
al cabo deNa
Na verloop van unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n instantesMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen estrechabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte
Ik reikte misMi's
Mijn manosHanden entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u mientrasTerwijl llorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weende
Ik bejammerde
Ik betreurde
Ik beweende
Ik huilde
Ik kreet
Ik schreide
Ik weende. LeHaar
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
abrazadoOmarmd
Omhelsd
Omvademd.
El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank devolvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hergaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heruitzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reproduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze retourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergold
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees terug misMi's
Mijn efusiones. MeMe
Mij arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien suspicazAchterdochtig
Achterdochtige
Argwanend
Argwanende
Wantrouwig
Wantrouwige, y se alejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich van de
miMi
Mijn. CorríIk holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over élHem
Hij, meMe
Mij aferréIk ankerde
Ik bond in
Ik enterde
Ik greep stevig vast
Ik haalde in
Ik rolde op
Ik wierp het anker
uit a susHaar
Hun
Uw
Zijn manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei y volví aIk ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar sollozarSnikken.
AnteSuède
Ten overstaan van
Voor aquelDat
Die recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir, la vozInspraak
Stem
Stemgeluid del ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als quebrarseAfbreken
Breken
Doorbreken
Schenden
Stukbreken
Verbreken, y corrieronZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten lágrimasTranen por susHaar
Hun
Uw
Zijn
mejillasKonen
Wangen. MientrasTerwijl los muchachosJongens
Knapen
Knullen leHaar
Hem
Het
U observabanZij/ze bemerkten
Zij/ze keken toe
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze namen waar
Zij/ze observeerden
Zij/ze sloegen gade
Zij/ze zagen toe, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen risitas, élHem
Hij prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door:
-DeseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste estrecharloReiken entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen misMi's
Mijn brazosArmen, cubrirloBedek het de besosKussen
Kussens
Zoenen. Y élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de esoDat
Die
Zulks.
EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un brutoBeestachtig
Beestachtige
Bestiaal
Bestiale
Brute
Bruto
Brutus
Bruut
Onbewerkt
Onbewerkte
Onscherp
Onscherpe
Redeloos dier
Ruw
Ruwe, un perfectoIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide brutoBeestachtig
Beestachtige
Bestiaal
Bestiale
Brute
Bruto
Brutus
Bruut
Onbewerkt
Onbewerkte
Onscherp
Onscherpe
Redeloos dier
Ruw
Ruwe. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el tipoDrukletter
Soort
Type másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus antipáticoOnaardig
Onaardige
Onsympathiek
Onsympathieke que uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! imaginarseZich voorstellen. Se
llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde... ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels se llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd genoemd? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me acuerdoIk denk terug
Ik herdenk
Ik herinner me de suHaar
Hun
Uw
Zijn verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam. PeroDoch
Echter
Maar leHaar
Hem
Het
U
llamabanZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de suHaar
Hun
Uw
Zijn antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude profesiónBedrijf
Beroep
Broodwinning
Professie, y loDe
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conservadoBehouden
Besproken
Bewaard
Geboekt
Geborgen
Geconserveerd
Gereserveerd
Onderhouden
Opengehouden
Overgehouden
Vrijgehouden. Y por estoDaarom
Hierom
la tribuGeslacht
Stam
Volksstam que fundóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fundeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondvestte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde se llamaHeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt genoemd la tribuGeslacht
Stam
Volksstam de los ChóferesBestuurders
Conducteurs
Chauffeurs
Voerlieden
Voerlui
Voermannen
Wagenbestuurders.
EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was -un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject, violentoAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Ik doe geweld aan
Ik forceer
Ik rand aan
Ik verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse eEn injustoOnrechtvaardig
Onrechtvaardige
Onredelijk
Onredelijke. JamásNimmer
Nooit heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan por quéWaarom la pestePest
escarlataScharlaken
Scharlakenrood leHaar
Hem
Het
U perdonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaf. Viéndole, parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als como siAlsof, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots nuestrasOnze
Van ons risibles leccionesLessen de
filosofíaFilosofie
Wijsbegeerte, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid en el universoHeelal
Schepping
Universum. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen automóvilesAuto's
Automobielen,
motoresMotoren
Motors y combustiblesBrandbaar
Brandbare
Brandstoffen
Stookmaterialen eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte de decirOpgeven
Spreken
Zeggen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red jactarse deZich beroemen op
Zich laten voorstaan op las jugarretasStreken indioBlauw
Blauwe
Indiaan
Indiaans
Indiaanse
Indisch
Indische
Indium
Indiër de
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet víctimasDupes
Getroffenen
Slachtoffers a susHaar
Hun
Uw
Zijn antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude patronosBazen
Beschermheiligen
Beschermheren
Meesters
Patronen
Patroons
Schutspatronen
Schutspatroons
Sponsoren
Sponsors
Werkgevers y contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je lesHen
Hun
U robabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plunderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergreep zich aan
Ik beroofde
Ik bestal
Ik maakte buit
Ik plunderde
Ik roofde
Ik stal
Ik stroopte
Ik vergreep me aan y engañabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduvelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde om de
tuin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlakte
Ik bedotte
Ik bedroog
Ik beduvelde
Ik leidde om de
tuin
Ik misleidde
Ik nam beet
Ik smokkelde
Ik verlakte. En
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind temaDucht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Ik ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
Is u bang voor!
Onderwerp
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Stof
Thema
Vreest u! susHaar
Hun
Uw
Zijn reservasJij zet apart
Jij/je bespreekt
Jij/je boekt
Jij/je houdt open
Jij/je houdt vrij
Jij/je reserveert
Jij/je tekent in
Jij/je zet weg
Reservaten
Reserveringen eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren inagotables, y se vanagloriaba de susHaar
Hun
Uw
Zijn maldadesBoosaardigheden
Ondeugendheden
Schanddaden
Slechtheden. Y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch,
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand salvadoBehouden
Geborgen
Gered
Zemelen, mientras queTerwijl millonesMiljoenen y milesDuizenden de millonesMiljoenen de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten mejoresBest
Beste
Beter
Betere
Jij/je maakt beter
Jij/je overtreft
Jij/je verbetert
Jij/je veredelt que élHem
Hij
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht.
LeHaar
Hem
Het
U seguíIk bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs suHaar
Hun
Uw
Zijn campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds conocíIk kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist a suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon.
¡Y aquelloDat
Die
Diegene
Zulks síJa
Jawel
Wel
Zich que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was asombrosoVerbazingwekkend
Verbazingwekkende y penosoSmartelijk
Smartelijke! ReconocíIk erkende
Ik gaf toe
Ik herkende
Ik honoreerde
Ik identificeerde
Ik onderkende a la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
Warden, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon del banqueroBankdirecteur
Bankier John Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden. SíJa
Jawel
Wel
Zich, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was ella mismaHaarzelf, vestidaAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Omkleed
de haraposFlarden
Lappen
Lompen
Lorren
Todden
Vodden
Vodjes y cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel de cicatricesJij/je heelt
Littekenen
Littekens
Wondtekenen
Wondtekens, conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen encallecidas ,y deformadasMisvormd
Verdraaid
Vervormd
Vervormde
Verwrongen por los trabajosArbeiden
Bewerkingen
Emplooien
Karweien
Verwerkingen
Werken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus duros5-pesetamunten
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai, la queDat
Die
Wie
Zij die estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat inclinadaGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine encimaBovendien
Er bovenop del fuegoVuur del campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp y cocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte
Ik bakte
Ik kookte la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele pinche de cocinaKeukenhulp. ¡Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden, nacidaGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen la pompaBlaas
Luister
Praal
Pracht
Vertoon y la opulenciaWeelderigheid del
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk barónBaron de las finanzasFinanciën
Geldmiddelen que el mundoAardrijk
Wereld conocieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist!
SuHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader, Philip Saxon, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs suHaar
Hun
Uw
Zijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden presidentePreses
President
Voorzitter de los magnatesMagnaten de la
industriaBedrijf
Industrie
Nijverheid. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te ningunaGeen enkel
Geen enkele dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling, de haberBezitting
Hebben
Zijn tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden un hijoKind
Zoon, eseDat
Die hijoKind
Zoon leHaar
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen, del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze que un retoñoLoot
Scheut
Spruit
Uitloper
Uitspruitsel regio heredaBeërf!
Erf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beërft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft la coronaHet kroonwiel. PeroDoch
Echter
Maar sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden aquellaDat
Die
Diegene hijaDochter, florBloei
Bloem
Bloesem perfectaIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
de la graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding y la culturaBeschaving
Bouw
Cultuur
Teelt
Verbouwing de nuestraOns
Onze
Van ons viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten civilizaciónBeschaven
Beschaving
Civiliseren. AlNaar de
Naar het casarseIn het huwelijk treden
Trouwen con ellaDaarmee, John Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden,
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent riquísimoOverheerlijk
Overheerlijke, recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde de Philip Saxon la investiduraBeleggen
Belegging
Inhuldigen
Investeren
Investering
Investituur de suHaar
Hun
Uw
Zijn títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel y suHaar
Hun
Uw
Zijn funciónAmbt
Baan
Betrekking
Functie
Funktie
Plaats
Werkkring, a lo queDat wat
Wat élHem
Hij
añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe el títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel de Primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke MinistroBewindsman
Minister del ControlBeheersing
Controle
Check-up
Supervisie
Toezicht
Verificatie InternacionalInternationaal
Internationale de los PueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen; y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
gobernadoBestuurd
De scepter gezwaaid
Geheerst
Geregeerd, de hechoFeitelijk
Inderdaad, el mundoAardrijk
Wereld duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende añosJaren. ¿HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had Vesta amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk a suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man? ¿HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig por élHem
Hij esaDat
Die locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid cantadaGezongen por los poetasDichters? LoDe
Hem
Het
U dudoIk dub
Ik sta in dubio
Ik twijfel. FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was, anteSuède
Ten overstaan van
Voor
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, un matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat políticoPoliticus
Politiek
Politieke
Staatsman, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los queWie
Zij die se hacíanMen maakte
Zij/ze raakten
Zij/ze werden en las viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten cortesCoupons
Hofhoudingen
Hofsteden
Hoven
Jij/je breekt af
Jij/je hakt
Jij/je houwt
Jij/je kapt
Jij/je knipt
Jij/je onthoofdt
Jij/je plukt
Jij/je plukt af
Jij/je rukt af
Jij/je schakelt uit
Jij/je scheert
Jij/je scheurt weg
Jij/je slaat het hoofd
af
Jij/je snerpt
Jij/je snijdt
Jij/je snijdt door
Jij/je snoeit
Jij/je verricht sectie
Residenties
Sneden
Sneeën
Snitten.
¡Y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was aquellaDat
Die
Diegene mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon la queDat
Die
Wie
Zij die cocinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte
Ik bereidde
Ik kookte el guisoGerecht
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht en una viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Plaatijzer
Trommel
Trommeltje suciaGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige de
hollínRoet! ¡Y el humoDamp
Rook acreBijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gure
Guur
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snerpend
Snerpende
Zure
Zuur que revoloteabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fladderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze flirtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scharrelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wapperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
scharrel
Ik fladderde
Ik flirtte
Ik scharrelde
Ik wapperde
Ik was aan de
scharrel alNaar de
Naar het vientoWind irritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed teniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze irriteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbitterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Ik deed teniet
Ik irriteerde
Ik prikkelde
Ik verbitterde
Ik vernietigde
Ik vertoornde
Ik vuurde aan
Ik wekte op y enrojecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte rood
Ik maakte rood susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen maravillososMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke!
SuHaar
Hun
Uw
Zijn historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal' eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige. Igual queEvenals
Zoals el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder y que yo mismoIkzelf, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand contadoAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los
escasísimos supervivientesOverlevenden de la pestePest. Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had construidoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden, en una de las colinasHeuvelen
Heuvels
que dominanZij/ze bedwingen
Zij/ze beheersen
Zij/ze domineren
Zij/ze overheersen
Zij/ze schitteren uit
Zij/ze voeren de boventoon la bahía de San FranciscoBaai van san francisco, un soberbioBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse palacio de veranoZomerpaleis rodeadoBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan de un parquePark
Plantsoen
Warande
inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid. Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden envióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds a suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon en cuantoZodra se declaróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde la plagaBezoeking
Onheil
Overvloed (fig.)
Plaag
Slag. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n guardianesBewaarders
Bewakers
Gardiaans
Gardianen
Hoeders
Wachters
armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los, dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes impedíanZij/ze beletten
Zij/ze blokkeerden
Zij/ze verhinderden
Zij/ze verhoedden
Zij/ze voorkwamen a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el mundoAardrijk
Wereld la entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht a la propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed, y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
penetrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doordrong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorgrondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong door tot
het diepst van de ziel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong door tot
op merg en been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was vinnig
Ik begreep
Ik bevatte
Ik doordrong
Ik doorgrondde
Ik doorzag
Ik drong binnen
Ik drong door
Ik drong door tot
het diepst van de ziel
Ik drong door tot
op merg en been
Ik drong in
Ik trok door
Ik was vinnig en ellaHaar
Ze
Zij, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren víveresLevensmiddelen
Middelen van bestaan
Proviand
Victualiën, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden previamenteEerst
Vooraf desinfectadoGedesinfecteerd
Ontsmet
cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam.
La pestePest entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, y matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af a los guardianesBewaarders
Bewakers
Gardiaans
Gardianen
Hoeders
Wachters en susHaar
Hun
Uw
Zijn puestosAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambten
Banen
Betrekkingen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkramen
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaatsen
Posten
Stalletjes
Stands
Wachtposten
Werkkringen y a los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed en
susHaar
Hun
Uw
Zijn tareasHuiswerken
Karweien
Klussen
Opgaven
Taken, y barrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegde schoon a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht de intendentesIntendanten
Meiers
Opzichters
Rentmeesters
Zaalchefs y servidoresServers, o, al menosAlthans
Tenminste, a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquellosDie
Diegene
de susHaar
Hun
Uw
Zijn miembrosLedematen
Leden
Lidmaten que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ir aGaan naar morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde. De este modoDermate
Even
Zo
Zodanig
Zozeer, Vesta acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke personaMens
Personage
Persoon vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u! en el osario de suHaar
Hun
Uw
Zijn palacioPaleis.
El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen. Volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar la propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed alNaar de
Naar het
caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde de dos2
Do's
Twee
Tweede mesesMaanden, y encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds a la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, en un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne pabellónExpositieruimte
Koepel
Pabellón
Paviljoen
Tuinhuis
Tuinhuisje
Zomerhuisje del parquePark
Plantsoen
Warande dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin se
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had instaladoAangebracht
Aangelegd
Gefit
Gesticht
Gevestigd
Geïnstalleerd
Ingericht
Opgericht.
AsustadaGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt a la vistaBij de hand de aquelDat
Die brutoBeestachtig
Beestachtige
Bestiaal
Bestiale
Brute
Bruto
Brutus
Bruut
Onbewerkt
Onbewerkte
Onscherp
Onscherpe
Redeloos dier
Ruw
Ruwe, la muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht huyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vluchtte, escondiéndoseBesloten liggend
Onderduikend
Zich verbergend
Zich verscholen houdend entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los
árbolesBomen
Masten. ErróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een fout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiste zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat ernaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwierf de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! otroAnder
Andere
Nog een
Nog één duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el díaDag
Etmaal y todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la nocheAvond
Nacht, aquellaDat
Die
Diegene jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte piesPoten
Voeten y cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde nuncaNimmer
Nooit la durezaDe hardheid de las piedrasHagels
Stenen niEn niet
Evenmin
Noch el
roceBeroeren
Beroert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt langs
Ik beroer
Ik strijk
Ik strijk langs
Strijken
Strijkt u langs!
Strijkt u! sangrientoBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige de las espinasDoornen
Doorns
Graten
Jij/je ontgraat
Visgraten. El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder la persiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achtervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde, y la capturóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks del amanecerAanbreken
Dagen
Dageraad
Krieken
Licht worden.
Se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd a golpearlaBonken
Bonzen
Hengsten
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Opvallen
Slaan. MeMe
Mij entendéisJullie begrijpen
Jullie beseffen
Jullie bevatten
Jullie snappen
Jullie vatten
Jullie verstaan
Jullie voelen aan, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere? GolpeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel op
Ik bonkte
Ik bonsde
Ik hengstte
Ik hieuw
Ik klapte
Ik klopte
Ik mepte
Ik sloeg
Ik viel op a la frágilBreekbaar
Breekbare
Broos
Broze
Fragiel
Fragiele
Kwetsbaar
Zwak
Zwakke mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn
enormesEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische puñosKnuisten
Manchetten
Vuisten. QueríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou que, en` adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!, ellaHaar
Ze
Zij leHaar
Hem
Het
U obedecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde
Ik gehoorzaamde en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. PretendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze claimde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aanspraak op
Ik claimde
Ik maakte aanspraak op que a partir deVanaf
entoncesDan
Dus
Toen fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg suHaar
Hun
Uw
Zijn esclavaSlavin. EllaHaar
Ze
Zij recogeríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnenhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ophalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou oprapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verzamelen
Ik zou binnenhalen
Ik zou ophalen
Ik zou oprapen
Ik zou rapen
Ik zou verzamelen la leñaBrandhout paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el fuegoVuur, cocinaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bereiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou koken
Ik zou bereiden
Ik zou koken, y se ocuparía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bezighouden
met los
trabajosArbeiden
Bewerkingen
Emplooien
Karweien
Verwerkingen
Werken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus vilesGemeen
Gemene
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Schunnig
Schunnige
Vuig
Vuige. EllaHaar
Ze
Zij, que en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sabidoBekend
Bekende
Gekend
Gesmaakt
Geweten
Vertrouwd
Vertrouwde lo queDat wat
Wat eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was ejercerUitoefenen
Werkzaam zijn un trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
manualHand-
Handleiding
Handmatig
Handmatige. Y ellaHaar
Ze
Zij obedecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde. SoportóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg suHaar
Hun
Uw
Zijn amorAffectie
Liefde
Min y se convirtió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd suHaar
Hun
Uw
Zijn criadaDienares
Dienstbode
Dienstmaagd
Dienstmeisje
Gefokt
Kamenier
Kamenierster
Kamermeisje
Meid
Opgefokt
Opgevoed
Soubrette. MientrasTerwijl, élHem
Hij, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un
auténticoAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, descansabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rustte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep
Ik lag begraven
Ik liet rusten
Ik ontspande
Ik pauzeerde
Ik rustte
Ik rustte uit
Ik sliep todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el díaDag
Etmaal, dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes a suHaar
Hun
Uw
Zijn esclavaSlavin, y vigilabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in de
gaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte
Ik hield in de
gaten
Ik lette op
Ik waakte que las
ejecutaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht ter dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze executeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde terecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Ik bracht ter dood
Ik executeerde
Ik kwam na
Ik leefde na
Ik stelde terecht
Ik verrichtte
Ik vervulde
Ik voerde uit
Ik voltrok. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! de ocuparse deZich bezighouden met cazarBejagen
Jacht maken op
Jagen
Najagen
Voortdrijven y pescarVissen, aquelDat
Die vagoDakloze
Ik dool
Ik dool rond
Ik drentel
Ik dwaal
Ik dwaal rond
Ik flaneer
Ik hang rond
Ik kuier
Ik slenter
Ik waar
Ik zwerf
Landloper
Onbestemd
Onbestemde
Onnauwkeurig
Onnauwkeurige
Vaag
Vage
Vagebond
Vrachtzoeker
Wollig
Wollige
Zwerver estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el
santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale díaDag
Etmaal.
CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas asintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde ja
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei ja, y declaróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde, dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één dos2
Do's
Twee
Tweede muchachosJongens
Knapen
Knullen:
-AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was justamenteExact
Juist
Precies
Scherp
Vlak el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder. YoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U conocíIk kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist antes deAlvorens te
Voor suHaar
Hun
Uw
Zijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
de loDe
Hem
Het
U comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! distraerseAfleiden
Verstrooien, construíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze construeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette ineen
Ik bouwde
Ik construeerde
Ik legde aan
Ik maakte
Ik zette ineen mecanismosMachinerieën
Mechanismen
Mechanismes
Werken que funcionabanZij/ze deden het
Zij/ze functioneerden
Zij/ze gingen in zijn
werk
Zij/ze werkten solosAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Solo's
Verlaten. MiMi
Mijn padrePater
Vader se casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn hijaDochter. LesHen
Hun
U dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende palizas a ambosAlle twee de
Allebei
Beide, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts a míMe
Mij, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde yoEgo
Ik muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el
mundoAardrijk
Wereld tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest obedecerleGehoorzamen. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una bestiaBeest
Dier asquerosaWeerzinwekkend
Weerzinwekkende. CuandoAls
Tijdens
Wanneer se estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat muriendoDoodgaand
Overlijdend
Stervend
Verscheidend
Versmachtend, meMe
Mij
acerquéIk bracht naderbij demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste a élHem
Hij, y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan un tremendoBuitengewone
Buitengewoon
Enorm
Enorme
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzettend
Ontzettende
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke paloMast
Paal
Stok que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend alNaar de
Naar het alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u! de la manoDe hand y,
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat a puntoPrecies goed de rompermeAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken la cabezaHoofd
Kop
Krop.
A esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir retrospectivoRetrospectief
Retrospectieve
Terugziend
Terugziende, CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas se frotóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreef in suHaar
Hun
Uw
Zijn redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde cráneoSchedel como siAlsof leHaar
Hem
Het
U
dolieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed pijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zeer
Ik deed pijn
Ik deed zeer todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch, mientrasTerwijl los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één dos2
Do's
Twee
Tweede niñosJongens
Kinderen leHaar
Hem
Het
U mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
op
Zij/ze zagen toe con interésBelangstellend y el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten, conDoor
Met
Per
Samen met la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
alzadaGebeurd
Geheven
Getild
Omhooggetrokken
Opgehaald
Opgericht
Verheven
Verhoogd alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht, se musitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prevelde
Ik mompelde
Ik prevelde a sí mismoZichzelf quiénWie sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! quéWat
Welke cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken relativasBetrekkelijk
Betrekkelijke
Relatief
Relatieve a Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden, la
squaw que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had fundadoGebaseerd
Gefundeerd
Gegrond
Gegrondvest
Gesticht
Gevestigd la tribuGeslacht
Stam
Volksstam de los ChóferesBestuurders
Conducteurs
Chauffeurs
Voerlieden
Voerlui
Voermannen
Wagenbestuurders.
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan, hijitos prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude-, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst de la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen. El
ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was, ayerGister
Gisteren todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch, lo queDat wat
Wat se llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd genoemd un criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed. SíJa
Jawel
Wel
Zich, un criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed. Es decirDat wil zeggen
Namelijk, se pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te ver
in figuurlijke zin la
vidaHachje
Leven obedeciendoGehoorzamend, agachandoBuigend la cabezaHoofd
Kop
Krop y haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend reverenciasBuigingen
Nijgingen
Reverences
Strijkages anteSuède
Ten overstaan van
Voor la queDat
Die
Wie
Zij die ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand
convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en suHaar
Hun
Uw
Zijn esclavaSlavin. EllaHaar
Ze
Zij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin de la vidaHachje
Leven, por nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten y por matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat. De
suHaar
Hun
Uw
Zijn manecita blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte y rosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze pendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing
Ik hing la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval de millonesMiljoenen de seresWezenlijkheden
Wezens humanosHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke, y dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes a
cientosHonderden de criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el punto de vistaGezichtspunt
Standpunt socialMaatschappelijk
Maatschappelijke
Sociaal
Sociale, alNaar de
Naar het ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens los díasDagen
Etmalen que
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren precedidoVoor geweest
Voorafgegaan a la pestePest escarlataScharlaken
Scharlakenrood, el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus leveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Ik rijs
Licht
Lichte
Rijst u! contactoAanraking
Contact
Ik contacteer
Voeling conDoor
Met
Per
Samen met un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ellaHaar
Ze
Zij una mancillaBevlek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontluistert
Onteer!
Ontluister! imborrable. SíJa
Jawel
Wel
Zich, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken en otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden.
RecuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir haberBezitting
Hebben
Zijn vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere díaDag
Etmaal a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe Goldwyn, la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één magnateMagnaat, en el
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin subía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Ik beklom
Ik besteeg
Ik ging naar boven
Ik klom
Ik rees
Ik stapte in
Ik steeg la plataformaHet chassis de embarqueGaat u aan boord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan boord
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Ik ga aan boord
Ik stap in
Instappen
Stapt u in! de suHaar
Hun
Uw
Zijn dirigibleBestuurbaar
Bestuurbare.
Se leHaar
Hem
Het
U cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer la sombrillaParaplu (costa rica en
cuba)
Parasol
Scherm
Zonnescherm. La recogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde un criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed, que tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast la malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent! de presentarleHet te presenteren
directamenteDirect
Rechtstreeks a ellaHaar
Ze
Zij el objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp; síJa
Jawel
Wel
Zich, a ellaHaar
Ze
Zij directamenteDirect
Rechtstreeks, a la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon todopoderosaAlmachtig
Almachtige
EllaHaar
Ze
Zij retrocedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deinsde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging achteruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug como siAlsof hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden en frente aTegenover
Vergeleken met
Versus un leprosoLepralijder
Leproos
Melaats
Melaatse, eEn hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk a suHaar
Hun
Uw
Zijn secretarioScriba
Secretaris
Secretarisvogel, que
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se separabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde de ellaHaar
Ze
Zij, para queOpdat
Zodat tomaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan la sombrillaParaplu (costa rica en
cuba)
Parasol
Scherm
Zonnescherm y se la entregaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe. OrdenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts que se
leHaar
Hem
Het
U tomaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik accepteerde
Ik dronk
Ik gebruikte
Ik kreeg binnen
Ik nam
Ik nam aan
Ik nam af
Ik nam in
Ik nuttigde
Ik ontving
Ik pakte
Ik raapte op
Ik slikte in
Ik sloeg in
Ik snoof op
Ik vatte
Ik vatte aan el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam alNaar de
Naar het audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed y. que se leHaar
Hem
Het
U despidieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monsterde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
Ik dankte af
Ik monsterde af
Ik ontsloeg
Ik stuurde uit
Ik stuurde weg
Ik verstuurde
Ik verzond
Ik zond af
Ik zond weg inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo. Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
Warden eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig. Y el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder leHaar
Hem
Het
U dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende palizas hasta queTot
Totdat aceptóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn suHaar
Hun
Uw
Zijn sirvientaDienster
Dienstmeisje..
'Bill... AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir suHaar
Hun
Uw
Zijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam... Bill, el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un bribónBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef repulsivo, un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn vilGemeen
Gemene
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Schunnig
Schunnige
Vuig
Vuige
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los vilesGemeen
Gemene
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Schunnig
Schunnige
Vuig
Vuige, desprovisto deOntdaan van toda clase deAllerhande
Allerlei
Van elke soort culturaBeschaving
Bouw
Cultuur
Teelt
Verbouwing y de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle delicadezaAngstvalligheid
Fijngevoeligheid
Kiesheid
Nauwgezetheid conDoor
Met
Per
Samen met las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen. Y a
élHem
Hij pertenecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam toe aan la maravillaDoe bewondering opwekken!
Goudsbloem
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bewondering opwekken
Tuingoudsbloem
Wonder de las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen, Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden. SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn éstasDeze cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken sutilesFijn
Fijne
Spitsvondig
Spitsvondige
Subtiel
Subtiele que se osJe
Jullie
escapanZij/ze ontgaan
Zij/ze ontkomen
Zij/ze ontsnappen, hijitos míosVan mij. Ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl vosotrosGijlieden
Je
Jullie tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, y vuestraJullie
Uw
Van jullie naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats primitivaAanvangs-
Aanvankelijk
Aanvankelijke
Begin-
Primitief
Primitieve. ¡Vesta paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! aquelDat
Die hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent! EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was escandalosoAanstotelijk
Aanstotelijke
Ergerlijk
Ergerlijke
Scandaleus
Scandaleuze
Schandelijk
Schandelijke...
'¿Por quéWaarom, me preguntoIk vraag me af, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me tocaríaIk zou een hoofddeksel
opzetten
Ik zou me het
hoofd bedekken
Ik zou me kappen
Ik zou mijn haar
kammen a míMe
Mij en suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval? A míMe
Mij me hubieraIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand convenidoAfgesproken
Akkoord
Betaamd
Een schikking getroffen
Gelegen gekomen
Gepast
Geschikt
Gevoegd
Goed
Het eens geweest
In orde
Oké
Overeengekomen
Uitgekomen
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt. YoEgo
Ik eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent cultoBeschaafd
Beschaafde
Cult
Cultus
Dienst
Eredienst
Geleerd
Geleerde
Godsdienstoefening
Kerkdienst
Knap
Knappe
Ontwikkeld
Ontwikkelde
Verering
Verheerlijken
Verheerlijking
Welgemanierd
Welgemanierde
Welopgevoed
Welopgevoede
Wellevend
Wellevende, educadoBeschaafd
Beschaafde
Gedresseerd
Gekweekt
Grootgebracht
Opgeleid
Opgevoed
Welopgevoed
Welopgevoede y honorableAchtbaar
Achtbare
Achtenswaardig
Achtenswaardige, profesorDocent
Leraar
Professor de una universidadAcademie
Algemeenheid
Universeelheid
Universiteit
importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds osJe
Jullie loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid en estaDeze
Dit tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land.
'En el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd de suHaar
Hun
Uw
Zijn grandezaGrootsheid, Vesta se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer por encima deAan
Boven
Over míMe
Mij que niEn niet
Evenmin
Noch
siquieraAlthans se hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand dignado observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen miMi
Mijn existenciaBestaan
Existentie
Zijn. PeroDoch
Echter
Maar después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over la pestePest escarlataScharlaken
Scharlakenrood yoEgo
Ik
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ellaHaar
Ze
Zij un granGroot
Grote partidoAanhang
Achterban
Afbreken
Afgebroken
Delen
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getogen
Kamp
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Opsplitsen
Opstappen
Partij
Splitsen
Starten
Stem
Tijgen
Verdeeld
Verdelen
Vertrekken
Vertrokken
Wedstrijd
Weggaan
Weggegaan. ¡Y, en vez deIn plaats van
In stede van esoDat
Die
Zulks, vedBekijk!
Kijk!
Zie! en quéWat
Welke abismoAfgrond de degradaciónDegraderen
Verlagen
cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer! Y ellaHaar
Ze
Zij me hubieraIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve; síJa
Jawel
Wel
Zich, me hubieraIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve, estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker.
'LoDe
Hem
Het
U estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl el espantosoVerschrikkelijk
Verschrikkelijke cataclismoCataclysme
Grote natuurramp que nos(Aan) ons
Ons reunióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concentreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapelde opeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde meMe
Mij permitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde conocerlaBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten de
cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks, interrogarOndervragen susHaar
Hun
Uw
Zijn hermososFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon ojosKijkers
Ogen, conversarConverseren
Praten con ellaDaarmee, tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden en las míasVan mij, amarlaBeminnen
Houden van
Liefhebben
y saberKennen
Smaken
Weten que ellaHaar
Ze
Zij tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar por míMe
Mij los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen. MeMe
Mij preferíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf de voorkeur
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf voorkeur aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prefereerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou liever
Ik deed liever
Ik gaf de voorkeur
aan
Ik gaf voorkeur aan
Ik prefereerde
Ik trok voor
Ik verkoos
Ik wilde liever
Ik wou liever alNaar de
Naar het ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder,
esoDat
Die
Zulks estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere. ¿Por quéWaarom la pestePest, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had destruidoVernield
Vernietigd
Verwoest a tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele millonesMiljoenen de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
perdonadoBegenadigd
Vergeven precisamenteJuist
Net a aquélDat
Die?
'CiertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!, mientrasTerwijl el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder estaba ausenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet verstek gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik liet verstek gaan
Ik ontbrak
Ik was absent
Ik was afwezig, pescandoVissend, habiéndomeHet met iemand aan
de stok krijgend
Me gedragend
Me met iemand metend quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden yoEgo
Ik
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten con ellaDaarmee, meMe
Mij suplicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af que loDe
Hem
Het
U mataraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
Ik bracht om
Ik doodde
Ik maakte dood
Ik slachtte
Ik slachtte af. MeMe
Mij loDe
Hem
Het
U rogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan, conDoor
Met
Per
Samen met lágrimasTranen en los ojosKijkers
Ogen. PeroDoch
Echter
Maar el
miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware y temibleGevreesd
Gevreesde, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me atreví aIk dorst
Ik durfde intentarloAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen. Al cabo deNa
Na verloop van algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige díasDagen
Etmalen leHaar
Hem
Het
U ofrecíIk bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
miMi
Mijn caballoKnol
Paard
Ros, miMi
Mijn poney y misMi's
Mijn perrosHonden
Rekels
Reuen siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals consentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koesterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens
Ik bedierf
Ik duldde
Ik gaf toe
Ik koesterde
Ik stemde toe
Ik troetelde
Ik vertroetelde
Ik verwende
Ik vond goed
Ik was het eens en cedermeAfstaan
Toegeven
Wijken a Vesta. Se rió en misMi's
Mijn naricesNeuzen y se
negóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loochende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkende a elloDat
Het conDoor
Met
Per
Samen met insolenciaBrutaalheid
Onbeschaamdheid
Overmoed
Vermetelheid. MeMe
Mij contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde que, en los viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden, élHem
Hij habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden un criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed,
fangoSlib que pisabanZij/ze betraden
Zij/ze liepen onder de
voet
Zij/ze prakten
Zij/ze stampten aan
Zij/ze trapten in
Zij/ze trapten op
Zij/ze vertrapten los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik y las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken se habíaninvertido. ÉlHem
Hij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was propietarioBezitter
Eigenaar
Houder de la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon del mundoAardrijk
Wereld, que leHaar
Hem
Het
U preparabaHij maakte klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
Ik bereidde
Ik bereidde toe
Ik bereidde voor
Ik leidde op
Ik maakte aan
Ik maakte klaar la comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal
y cuidaba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behartigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekommerde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg zorg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezorgd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgde
Ik behartigde
Ik bekommerde me
Ik droeg zorg
Ik verzorgde
Ik was bezorgd
Ik zorgde los hijosKinderen
Zonen
Zoons que leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend.
'-¡TúGe
Gij
Je
Jij tuvisteJij/je had
Jij/je hield
Jij/je hield bij
Jij/je hield erop na
Jij/je hield vast tuJe
Jouw horaTijd
Uur, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind! -meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei-. HoyHeden
Vandaag tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast yoEgo
Ik la míaVan mij. ¡Y teJe
Jou aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij
disgustaBedroef!
Erger!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert en absolutoGeenszins! El pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit, acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit de verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk; y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast ningunaGeen enkel
Geen enkele intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin de
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar élHem
Hij.
'AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je meMe
Mij hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conDoor
Met
Per
Samen met esasDie mismasEigen
Zelf
Zelfde
Zelve palabrasBewoordingen
Woorden, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
terriblementeVerschrikkelijk vulgarAlledaags
Alledaagse
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Grof
Grove
Ordinair
Ordinaire
Plat
Platte
Vulgair
Vulgaire, y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte de decirOpgeven
Spreken
Zeggen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te proferirSpreken
Uiten
Uitspreken espantososVerschrikkelijk
Verschrikkelijke juramentosVloeken. AñadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals me sorprendíaIk was verrast guiñándole el ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op! a suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, meMe
Mij retorceríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou twijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verbuigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdraaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verwringen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wringen
Ik zou twijnen
Ik zou verbuigen
Ik zou verdraaien
Ik zou vertrekken
Ik zou verwringen
Ik zou wringen el pescuezoNek y que a ellaHaar
Ze
Zij la
golpearíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bonken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bonzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hengsten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou klappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kloppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opvallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou slaan
Ik zou bonken
Ik zou bonzen
Ik zou hengsten
Ik zou houwen
Ik zou klappen
Ik zou kloppen
Ik zou meppen
Ik zou opvallen
Ik zou slaan hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs dejarlaHen laten
Laten lisiadaGebrekkig
Gebrekkige
Verminkt
Verminkte ¿QuéWat
Welke podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren yoEgo
Ik? YoEgo
Ik teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast miedoAngst
Beduchtheid
Vrees, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl élHem
Hij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware.
'La mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve nocheAvond
Nacht del -díaDag
Etmaal que descubríIk ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit el campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp del ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder, Vesta y yoEgo
Ik
tuvimosWij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast una largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde conversaciónConversatie
Gesprek acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van muchísimas cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken queridasBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefjes
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelieven del viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten mundoAardrijk
Wereld
desaparecidoVerdwenen
Vermiste. Hablamos deWij/we behandelden
Wij/we behandelen
Wij/we bepraatten
Wij/we bepraten
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we discuteerden
Wij/we discuteren
Wij/we wisselden van gedachten
Wij/we wisselen van gedachten librosBoeken y de poesíaDichtkunst
Gedicht
Poëzie. El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder nos(Aan) ons
Ons escuchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
Ik beluisterde
Ik hoorde aan
Ik hoorde toe
Ik luisterde
Ik luisterde toe, haciendo muecasGekke bekken trekkend
Grimassen makend y
soltandoLoslatend
Losmakend risitas. LeHaar
Hem
Het
U aburríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelde
Ik verveelde eEn irritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed teniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze irriteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbitterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Ik deed teniet
Ik irriteerde
Ik prikkelde
Ik verbitterde
Ik vernietigde
Ik vertoornde
Ik vuurde aan
Ik wekte op oírHoren
Vernemen
Verstaan hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken que ignorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze negeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist niet
Ik negeerde
Ik wist niet y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte de
comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan.
'AcabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit por interrumpirnosInterrumperen
Onderbreken
Schorsen, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
-TeJe
Jou presentoIk belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen, profesorDocent
Leraar
Professor Smith, a Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden, que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de
Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden el magnateMagnaat. AquellaDat
Die
Diegene bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid arroganteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Onbescheiden
Verwaand
Verwaande y regiaRegia esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans miMi
Mijn squaw. DelanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer tuyoVan jou,
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar quitarmeAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen los mocasinesMocassins. ¡MujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon! ¡AprisaSnel! EnseñaBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Instrueer!
Laat zien!
Leer!
Onderwijs!
School!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs! alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Smith loDe
Hem
Het
U bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart que teJe
Jou heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
amaestradoAfgericht
Gedresseerd
Getemd.
'ViIk bekeek
Ik keek
Ik zag que a la desdichada leHaar
Hem
Het
U rechinabanZij/ze knarsten
Zij/ze piepten los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes, y que un ruborBlos
Kleur
Rood de rabiaBen boos op!
Ben boos!
Ben kwaad op!
Ben kwaad!
Dolheid
Drift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornt
Hondsdolheid
Razernij
Toorn!
Woede leHaar
Hem
Het
U subíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in de
trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
Ik beklom
Ik besteeg
Ik bracht naar boven
Ik droeg naar boven
Ik ging naar boven
Ik ging omhoog
Ik ging op
Ik klom
Ik kwam op
Ik rees
Ik stapte in
Ik stapte in de
trein
Ik steeg
Ik stond op
Ik verrees
Ik wies alNaar de
Naar het
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet.
'El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder se arremangóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde op y alzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde suHaar
Hun
Uw
Zijn puñoKnuist
Manchet
Vuist nudosoKnobbelig
Knobbelige
Knoestig
Knoestige
Kwastig
Kwastige, disponiéndose aZich gereedmakend
Zich klaarmakend golpearBonken
Bonzen
Hengsten
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Opvallen
Slaan. TuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees y me puse en pieIk ging staan
Ik stond op, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! alejarmeVerwijderen
Verwijderen van
Weghouden van y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank presenciarAanwezig zijn bij
Bijwonen
Getuige zijn van
Tegenwoordig zijn bij aquelloDat
Die
Diegene
Zulks. PeroDoch
Echter
Maar el verdugoBeul se echó a reírHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon te lachen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot in de
lach
y meMe
Mij amenazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigde tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook a míMe
Mij de una palizaPak slaag en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la reglaLiniaal
Regel siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me quedabaIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! admirarBevreemden
Bewonderen
Verbazen
Verwonderen el
espectáculoKijkspel
Schandaal
Schouwspel
Show
Spektakel
Vertoning.
'ObligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht por la fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!, me quedéIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij la hogueraBrandstapel del campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het
lagoMeer
Plas
Waterplas TemescalTeme=
Ben bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees!, y viIk bekeek
Ik keek
Ik zag a Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden arrodillarseKnielen
Neerknielen delante deVoor
Vóór aquellaDat
Die
Diegene bestiaBeest
Dier humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke,
gesticulanteZij/ze gesticuleren
Zij/ze maken gebaren y peludaBehaard
Behaarde
Biggenkruid
Gewoon biggenkruid
Harig
Harige
Ruig
Ruige
Ruigharig
Ruigharige
Schurftvis
Vervloekte tong, y quitarleVerwijderen alNaar de
Naar het gorilaGorilla, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, los dosAlle twee de
Allebei
Beide mocasinesMocassins.
'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, hijitos, vosotrosGijlieden
Je
Jullie noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan estoDeze
Dit, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten envueltosGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt por el
salvajismo y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habéisJullie hebben
Jullie zijn conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! del pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere...
'El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als comérselaOpeten conDoor
Met
Per
Samen met los ojosKijkers
Ogen mientrasTerwijl ellaHaar
Ze
Zij se afanabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobde zich af en aquellaDat
Die
Diegene tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
inmundaSmerig
Weerzinwekkend
Weerzinwekkende.
'-Esta mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon ---dijo el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder- estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! domadaGetemd a látigoZweep y bridaBreidel
Teugel
Toom, profesorDocent
Leraar
Professor Smith. A vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat tozudaHalsstarrig
Halsstarrige
Hardnekkig
Hardnekkige
Koppig
Koppige
Stijfhoofdig
Stijfhoofdige
Verbeten
Verstokt
Verstokte. SíJa
Jawel
Wel
Zich, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat tozudaHalsstarrig
Halsstarrige
Hardnekkig
Hardnekkige
Koppig
Koppige
Stijfhoofdig
Stijfhoofdige
Verbeten
Verstokt
Verstokte. PeroDoch
Echter
Maar un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende puñetazoVuistslag o una bofetadaOorveeg bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart aplicadaAangewend
Doorgevoerd
In toepassing gebracht
Toegepast
en la mejillaKoon
Wang la ponen(Zij) doen
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen op gang
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze krijgen aan de
praat
Zij/ze leggen
Zij/ze leggen neer
Zij/ze leggen op
Zij/ze plaatsen
Zij/ze schakelen in
Zij/ze steken
Zij/ze stellen
Zij/ze stoppen
Zij/ze trekken aan
Zij/ze vlijen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sumisaOnderworpen y dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un corderito.
'CiertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere díaDag
Etmaal, el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder meMe
Mij habló deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze discuteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde van gedachten esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze:
'-Aquí hay queMen moet rehacerloHerstellen
Opnieuw maken
Overdoen
Overmaken
Repareren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, profesorDocent
Leraar
Professor. Nos(Aan) ons
Ons toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan! a nosotrosOns
We
Wij multiplicarMultipliceren
Vermenigvuldigen
Verveelvoudigen y repoblarHerbebossen
Weer beplanten
Weer bevolken la
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land. TúGe
Gij
Je
Jij' noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, y yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast ningunaGeen enkel
Geen enkele intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin de prestarteLenen
Uitlenen la míaVan mij. EstoDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el
paraísoGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Paradijs
Trans terrenalAarden
Aards
Aardse. PeroDoch
Echter
Maar soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende tipoDrukletter
Soort
Type. ¡EscúchameAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren, profesorDocent
Leraar
Professor Smith!
'MeMe
Mij mostróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit conDoor
Met
Per
Samen met el dedoTeen
Vinger suHaar
Hun
Uw
Zijn últimoAchterste
Jongstleden
Laatste retoñoLoot
Scheut
Spruit
Uitloper
Uitspruitsel, que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood un añoJaar.
'-Es chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje -prosiguióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door-. TeJe
Jou la doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen por mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend que tendrás queJij/je zal behoren
Jij/je zal dienen
Jij/je zal horen
Jij/je zal moeten esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op a que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
crecidoAangegroeid
Aangewassen
Gedijd
Gegroeid
Gewassen
Toegenomen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat. BuenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teJe
Jou parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!? AquíAlhier
Hier todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle somosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort, y, si hubieraIndien men ze heeft una
jerarquíaGraad
Hiërarchie
Maté
Rangorde
Trap, sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn yoEgo
Ik el sapoHozemond
Pad
Zeeduivel másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la charcaGrote plas
Grote poel. PeroDoch
Echter
Maar yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un tipoDrukletter
Soort
Type intratable, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank! AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, profesorDocent
Leraar
Professor Smith, teJe
Jou hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit el honorEer
Hulde el grandísimo honorEer
Hulde, de darteAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen por prometidaBeloofd
Bruid
Meisje
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd a
miMi
Mijn hijaDochter, hijaDochter de Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden... De todos modosAlleszins
Op alle manieren
Op alle wijzen, es una lástimaHelaas
Jammer
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Tot onze spijt, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teJe
Jou parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!? que Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
Warden noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! aquíAlhier
Hier, en un rincónHoek, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! presenciarloAanwezig zijn bij
Bijwonen
Getuige zijn van
Tegenwoordig zijn bij.
'PermanecíIk bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef, angustiadísimo, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak de un mesMaand en el campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp del ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder.
Me quedéIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el díaDag
Etmaal en queWaarin, cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker de vermeBekijken
Kijken
Zien, y cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld de la malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten influenciaBeïnvloeden
Invloed
que a suHaar
Hun
Uw
Zijn juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis yoEgo
Ik ejercíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was werkzaam
Ik oefende uit
Ik was werkzaam sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! Vesta, consideróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog oportunoDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende prescindirAfzien van
Ontberen de míMe
Mij.
'ConDoor
Met
Per
Samen met esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp, meMe
Mij contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el queDat
Die
Hij die
Wie noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! la cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak, que, el añoJaar anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere,
mientrasTerwijl vagabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze flaneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slenterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwierf
Ik doolde
Ik doolde rond
Ik drentelde
Ik dwaalde
Ik dwaalde rond
Ik flaneerde
Ik hing rond
Ik kuierde
Ik slenterde
Ik waarde
Ik zwierf por las colinasHeuvelen
Heuvels de ContraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus CostaKust
Kustlijn
Zeekust, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had percibidoAangevoeld
Bemerkt
Geld geïnd
Gemerkt
Gewaar geworden
Ontvangen
Opgemerkt
Vermoed
Vernomen
Waargenomen humoDamp
Rook de una hogueraBrandstapel.
'TuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast un sobresaltoIk doe schrikken
Ik jaag schrik aan
Ik overval
Ik rand aan
Ik schrik op
Ik spring in het
oog
Ik verontrust
Ik verschrik
Ontroering
Ontsteltenis
Schrik. ¡AquelloDat
Die
Diegene
Zulks significabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Ik beduidde
Ik betekende
Ik stond voor que, por aquellaDat
Die
Diegene parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde, existíanZij/ze bestonden otrasAnder
Andere
Nog één
criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels humanasHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke! ¡Y, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens un mesMaand enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand ocultadoOntveinsd
Verborgen
Verheeld
Verscholen
Verstopt aquellaDat
Die
Diegene noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle,
invalorable!
'Me puseIk deed aan
Ik deed op
Ik kleedde me aan
Ik smeerde
Ik smeerde in
Ik stelde me aan
Ik trok aan
Ik werd en caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet, conDoor
Met
Per
Samen met misMi's
Mijn dos2
Do's
Twee
Tweede perrosHonden
Rekels
Reuen y misMi's
Mijn dos2
Do's
Twee
Tweede caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen, a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via las
colinasHeuvelen
Heuvels de ContraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus CostaKust
Kustlijn
Zeekust, dirigiéndomeMe omkerend
Me richtend tot
Omdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor los estrechosBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Kanalen
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Nauwen
Smal
Smalle
Strak
Strakke
Straten
Zee-engten
Zee-engtes
Zeestraten de Carquinez.
'DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la cimaHoogtepunt
Kruin
Neus
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje de las colinasHeuvelen
Heuvels noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank viIk bekeek
Ik keek
Ik zag ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei humoDamp
Rook. PeroDoch
Echter
Maar en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel, en suHaar
Hun
Uw
Zijn baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard, en
PuertoHaven CotaWapenrok, descubríIk ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit un barquito de aceroStaal amarrado aVastgebonden aan
Vastgemaakt aan la orillaBand
Boord
Kant
Korst
Kust
Oever
Rand
Stootkant
Wal
Waterkant
Zoom. EmbarquéIk ging aan boord
Ik stapte in en élDaaraan
Erin conDoor
Met
Per
Samen met misMi's
Mijn
animalesBeesten
Dieren. Un trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje de telaDoek
Lijnwaad
Linnen
Stof
Weefsel que encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond casualmenteToevallig meMe
Mij sirvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst de velaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt
Kaars
Omsluier!
Sluier!
Waak!
Zeil
Zeilen, y una brisaBriesje
Zuchtje del surZuidelijk meMe
Mij
empujóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs las ruinasBouwvallen
Muurleeuwenbek
Puinhopen
Ravages
Ruïnen
Ruïnes de VallejoVallejo.
'AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, en los alrededoresBuitenwijken
Omgeving
Omstreken de la ciudadPlaats
Stad, encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond los rastrosOverblijfselen
Overblijfsels
Rommelmarkten
Sporen
Vlooienmarkten indudablesOngetwijfeld
Ongetwijfelde
Ontwijfelbaar
Ontwijfelbare de un
campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp recientementeOnlangs
Recentelijk abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke. NumerosasMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke conchasHuisjes
Kinkhoorns
Kutten
Schalen
Schelpen
Slakkenhuizen
Vulva's de veneraAanbid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanbidt
Syrische wijnruit meMe
Mij explicaronZij/ze beduidden
Zij/ze legden uit
Zij/ze lichtten toe
Zij/ze maakten duidelijk
Zij/ze verhelderden
Zij/ze verklaarden
Zij/ze zetten uiteen por
quéWat
Welke aquellosDie
Diegene que las habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over ellosHen
Ze
Zij habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los estrechosBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Kanalen
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Nauwen
Smal
Smalle
Strak
Strakke
Straten
Zee-engten
Zee-engtes
Zeestraten.
'Se tratabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd behandeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gehanteerd, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals supeIk kende
Ik smaakte
Ik wist posteriormenteDaarna
Later, de la tribuGeslacht
Stam
Volksstam de los Santa RosaSanta rosa, y seguíIk bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort susHaar
Hun
Uw
Zijn
huellasAfdrukken
Jij/je betreedt
Jij/je loopt onder de
voet
Jij/je stampt aan
Jij/je vertrapt
Sporen
Voetafdrukken
Voetsporen por el antiguo -Aloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude senderoPaadje
Pad que seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort la líneaLijn
Linaceae
Linie
Regel
Schreef
Streep
Toer
Vlasfamilie del ferrocarrilSpoorweg, a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via las marismasMoerassen
que se extiendenZij/ze rekken zich
Zij/ze rekken zich uit
Zij/ze strekken zich uit hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el valleDal
Valle
Vallei de Sonoma. - 'DescubríIk ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit el campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp de los Santa RosaSanta rosa en
la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten fábricaFabriek de ladrillosBakstenen
Bouwstenen
Klinkers
Stenen
Stukken
Tichels de Glen Ellen. EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren en totalAlgeheel
Algehele
Alles bij elkaar
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gezamenlijk bedrag
Heel
Hele
In het geheel genomen
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle dieciocho18
Achttien personasMensen
Personages
Personen. Dos2
Do's
Twee
Tweede eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren viejosBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten:
un talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke Jones, exEx banqueroBankdirecteur
Bankier, y un talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke HarrisonHarrison, usurero retiradoIngetrokken
Teruggetrokken
Uitgehaald
Verwijderd, que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven por mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon a
la exEx intendenteIntendant
Meier
Opzichter
Rentmeester
Zaalchef del manicomioGekkenhuis
Krankzinnigengesticht de NapaNapa, a la queDat
Die
Wie
Zij die habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen. EsaDat
Die mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
supervivienteOverlevende entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen todos losAlle habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters de la ciudadPlaats
Stad de NapaNapa y de las pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne ciudadesPlaatsen
Steden y los
pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen de aquelDat
Die populosoBevolkt
Bevolkte valleDal
Valle
Vallei.
'LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tres3
Drie hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten. jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille: CardiffCardiff y Hole, antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude granjeros, y
Wainwright, un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent del vulgo, exEx jornaleroDagloner.
'Los tres3
Drie, mientrasTerwijl errabanZij/ze doolden
Zij/ze doolden rond
Zij/ze dwaalden
Zij/ze dwaalden rond
Zij/ze maakten een fout
Zij/ze vergisten zich
Zij/ze waarden
Zij/ze zaten ernaast
Zij/ze zwierven, habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon. Hole, un brutoBeestachtig
Beestachtige
Bestiaal
Bestiale
Brute
Bruto
Brutus
Bruut
Onbewerkt
Onbewerkte
Onscherp
Onscherpe
Redeloos dier
Ruw
Ruwe analfabetoAnalfabeet,
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dado conAangetroffen
Gehaald
Geraakt
Geteisterd
Getroffen
Ingeslagen
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe Isadora, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden, la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen de CaliforniaCalifornisch
Californische
Californië que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren escapadoOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapt a la pestePest escarlataScharlaken
Scharlakenrood. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una cantanteZanger
admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke, universalmente célebreAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde, y se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld de giraDraai om!
Draai rond!
Draai!
Endosseer!
Gireer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze endosseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Keer je om!
Keer om!
Keer!
Rondreis
Sla af!
Tour
Wend! en San FranciscoSan francisco cuandoAls
Tijdens
Wanneer estallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berstte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borst open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong el
azoteGesel
Geselt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geselt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze striemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teistert
Ik gesel
Ik striem
Ik teister
Striemt u!
Teistert u!. MeMe
Mij contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens horasTijden
Uren y horasTijden
Uren suHaar
Hun
Uw
Zijn aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel! hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el momentoHet ogenblik en queWaarin fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was recogidaBinnengehaald
Geraapt
Lediging
Lichting
Opgehaald
Opgeraapt
Ruiming
Teruggetrokken
Verzameld, y
sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker salvadaBehouden
Geborgen
Gered de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden, por Hole en el bosqueBos
Woud de MendocinoMendocino. Se convirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde zich, y pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
alternativasAfwisselingen
Alternatief
Alternatieve
Alternatieven
Keuzen
Keuzes teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast a elloDat
Het, en la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de aquelDat
Die hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware suHaar
Hun
Uw
Zijn exteriorAan de buitenkant
Buiten-
Buitenkant
Buitenste
Buitenzijde
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige y a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots suHaar
Hun
Uw
Zijn ignoranciaDomheid
Onwetendheid,
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd y buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que Isadora eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke con élDaarmee que Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
Warden conDoor
Met
Per
Samen met el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder.
'Las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen de CardiffCardiff y de Wainwright eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, robustasFerm
Ferme
Fors
Forse
Hecht
Hechte
Krachtig
Krachtige
Potig
Potige
Robuust
Robuuste
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Stoer
Stoere
Struis
Struise y de
sólidaDegelijk
Degelijke
Deugdelijk
Deugdelijke
Flink
Flinke
Gedegen
Gevestigd
Gevestigde
Hecht
Hechte
Solide
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Vast
Vaste armazónAnker
Armatuur
Chassis
Frame
Onderstel
Wagenstel, acostumbradasGewend geweest
Gewoon geweest a los trabajosArbeiden
Bewerkingen
Emplooien
Karweien
Verwerkingen
Werken manualesHandleidingen
Handmatig
Handmatige; eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige el tipoDrukletter
Soort
Type adecuadoAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws existenciaBestaan
Existentie
Zijn que vivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden: 'AñadidBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe!, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! completarAanvullen
Afmaken
Bijwerken
Completeren
Voleinden el totalAlgeheel
Algehele
Alles bij elkaar
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gezamenlijk bedrag
Heel
Hele
In het geheel genomen
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, a dos2
Do's
Twee
Tweede idiotasIdioten
Zwakzinnigen escapadosOntgaan
Ontkomen
Ontsnappennen
Ontsnapt del
manicomioGekkenhuis
Krankzinnigengesticht de NapaNapa, a seis6
Zes niñosJongens
Kinderen, nacidosGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over la formaciónAangaan
Formatie
Formeren
Opleiding
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Scholing
Vormen
Vorming de la coloniaKeulen
Kolonie
Nederzetting
Volksplanting, y,
finalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, a Bertha.
'Bertha eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, una granGroot
Grote mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas, pese(Het) weegt
Bepaalt u het gewicht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt af
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Is u zwaar!
Weegt u af!
Weegt u! a los sarcasmosSarcasmen
conDoor
Met
Per
Samen met que tuJe
Jouw padrePater
Vader la abrumabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedolf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overstelpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpletterde
Ik bedolf
Ik overstelpte
Ik verpletterde incesantemente. La tornéIk bracht in de
oorspronkelijke staat terug
Ik gaf terug
Ik ging terug
Ik keerde terug
Ik zond terug por mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me arrepentíIk had berouw
Ik had spijt
Ik kwam tot inkeer. FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
vuestraJullie
Uw
Van jullie abuelaGrootmoeder
Oma, Edwin y CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts la tuyaOosterse levensboom
Thuja
Van jou
Westerse levensboom, Hu-Hu. TuJe
Jouw abuelaGrootmoeder
Oma maternaVan moeders kant, CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
de LiebreHaas, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl tuJe
Jouw padrePater
Vader, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el primogénitoEerstgeborene de Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden y el ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder, se casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
conDoor
Met
Per
Samen met VeraPokhout
Rand
Wal
Waterkant
Zoom, nuestraOns
Onze
Van ons hijaDochter mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere.
'Me convertíIk veranderde me, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, en el decimonoveno19e
Negentiende miembroLedemaat
Lid
Lidmaat de la tribuGeslacht
Stam
Volksstam de los Santa RosaSanta rosa. La
tribuGeslacht
Stam
Volksstam aumentó(Het) nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over miMi
Mijn, conDoor
Met
Per
Samen met otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één dos2
Do's
Twee
Tweede miembrosLedematen
Leden
Lidmaten. El primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was Mongerson. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
descendienteAfdaling
Afstammeling
Nakomeling
Nazaat de los MagnatesMagnaten. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds osJe
Jullie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb hablado deBehandeld
Bepraat
Besproken
Gediscuteerd
Van gedachten gewisseld élHem
Hij. TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen en aviónToestel
Vliegmachine
Vliegtuig, vagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doolde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwaalde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze flaneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slenterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwierf duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
ocho8
Acht añosJaren por las soledadesEenzaamheden
Verlatenheden de la Columbia británicaBrits-columbia, antes deAlvorens te
Voor dirigirseOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
Zich richten tot haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el surZuid
Zuidelijk
Zuiden y
encontrarnosAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden. EsperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit doce12
Twaalf añosJaren hasta queTot
Totdat Mary, miMi
Mijn segunda2e
Tweede hijaDochter, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was núbil y pudieronZij/ze konden
Zij/ze mochten
casarseIn het huwelijk treden
Trouwen.
'El segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was Johnson, que fundóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fundeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondvestte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde la tribuGeslacht
Stam
Volksstam de UtahUtah. ProcedíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsproot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afkomstig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte
Ik ging voort
Ik kwam voort
Ik ontsproot
Ik stamde af
Ik was afkomstig
Ik was het gevolg
van
Ik werkte de la provinciaGewest
Gouw
Provincie de
UtahUtah, un paísLand muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde de ésteDeze
Dit, más alláLangs
Voorbij de los grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime desiertosEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernissen
Woestenijen
Woestijnen, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a
CaliforniaCalifornisch
Californische
Californië sinoDoch
Echter
Maar veintisiete27
Zevenentwintig añosJaren después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over la pestePest escarlataScharlaken
Scharlakenrood.
'En todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el paísLand de UtahUtah, nos(Aan) ons
Ons dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habían-quedado, que élHem
Hij supieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que tres3
Drie
supervivientesOverlevenden. Los tres3
Drie eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren varonesGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens muchosVeel
Vele
Zeer
Zere añosJaren, aquellosDie
Diegene tres3
Drie hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten cazaronZij/ze bejaagden
Zij/ze bejoegen
Zij/ze dreven voort
Zij/ze jaagden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen
Zij/ze joegen na
Zij/ze maakten jacht op y
vivieronZij/ze leefden
Zij/ze woonden juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd hasta queTot
Totdat, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte, cansadosAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld de suHaar
Hun
Uw
Zijn soledadEenzaamheid
Verlatenheid y deseososVerlangend
Verlangende de procrearseFokken, para queOpdat
Zodat
la razaRas humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank desaparecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween
Ik verdween de nuestroOns
Onze
Van ons planetaPlaneet
Zwerfster, se encaminaronZij/ze begaven zich
Zij/ze begaven zich op
weg
Zij/ze stelden zich in
Zij/ze waren gericht haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el oesteWesten, ronRum la
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting de encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen vivasJij/je leeft
Jij/je woont
Levend
Levende
Levendig
Levendige en CaliforniaCalifornisch
Californische
Californië.
'Johnson fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que salio indemneOnaangetast
Onaangetaste
Ongeschonden del GranGroot
Grote DesiertoEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernis
Woestenij
Woestijn, en el queWaarin murieronZij/ze gingen dood
Zij/ze overleden
Zij/ze stierven
Zij/ze verscheidden
Zij/ze versmachtten susHaar
Hun
Uw
Zijn
dos2
Do's
Twee
Tweede compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast cuarenta40
Veertig y seis6
Zes añosJaren cuandoAls
Tijdens
Wanneer se unióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot zich aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigde zich a nosotrosOns
We
Wij. Se casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde conDoor
Met
Per
Samen met la tercera3e
Derde
Terts
hijaDochter de Hole eEn Isadora, y suHaar
Hun
Uw
Zijn hijoKind
Zoon mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere se casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde conDoor
Met
Per
Samen met tuJe
Jouw tíaTante, CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la tercera3e
Derde
Terts
hijaDochter del ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder y de Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden.
'Johnson eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent rebosanteOverstromend
Overstromende de fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht! y de iniciativaInitiatief
Ondernemingslust. Se separóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde de los Santa
RosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! montarBegaan
Berijden
Bestijgen
Binnengaan
Binnenlopen
Ingaan
Instappen
Klimmen
Kloppen (eiwit, room)
Monteren
Naar boven gaan
Opgaan
Opzetten
Rijden
Rijzen
Stijgen
Zetten suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm y formóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde, en San JoséSan jose
San josé, una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws tribuGeslacht
Stam
Volksstam, la de los UtahUtah. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch una tribuGeslacht
Stam
Volksstam muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, de sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend siete7
Zeven miembrosLedematen
Leden
Lidmaten. Johnson haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds; peroDoch
Echter
Maar susHaar
Hun
Uw
Zijn descendientesAfdalingen
Afstammelingen
Nakomelingen
Nazaten
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is heredadoBeërfd
Geërfd suHaar
Hun
Uw
Zijn inteligenciaBegrip
Benul
Besef
Bevattingsvermogen
Intelligentie
Inzicht
Knapheid
Snuggerheid
Verstand y suHaar
Hun
Uw
Zijn energíaArbeidsvermogen
Energie
Fut
Spirit
Veerkracht
Wilskracht. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cabeBehoor iemand toe!
Ben mogelijk!
Ben natuurlijk!
Bevat!
Heb plaats!
Heb toegang!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft toegang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is natuurlijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt te beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt ten deel
Kom iemand toe!
Laat toe!
Neem aan!
Omvat!
Ontvang!
Pas!
Val te beurt!
Val ten deel! dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling que ellosHen
Ze
Zij y susHaar
Hun
Uw
Zijn
descendientesAfdalingen
Afstammelingen
Nakomelingen
Nazaten se veránZij/ze zullen blijken
Zij/ze zullen duidelijk zijn
Zij/ze zullen elkaar bezoeken
Zij/ze zullen elkaar ontmoeten
Zij/ze zullen zich laten
zien . llamadosAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde a desempeñarBekleden
Beslaan
Bezetten
Bezig houden
In beslag nemen
Vervullen un papelEen papier importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware en la recivilización del
universoHeelal
Schepping
Universum.
'AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! de estasDeze
Dezen tres3
Drie tribusGeslachten
Stammen
Volksstammen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één dos2
Do's
Twee
Tweede agrupamientos humanosHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke:
la tribuGeslacht
Stam
Volksstam de Los AngelitosEngeltjes y la de Los Carmelitos. EstaDeze
Dit últimaAchterste
Jongstleden
Laatste fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was fundadaGebaseerd
Gefundeerd
Gegrond
Gegrondvest
Gesticht
Gevestigd por un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde López, descendienteAfdaling
Afstammeling
Nakomeling
Nazaat de los antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude mexicanosMexicaans
Mexicaanse
Mexicanen, que teniaLintworm la pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer oscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere y que
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden vaqueroCowboy
Koehoeder
Spijkerbroek de ranchoHut
Kamp
Menage
Soldatenkost
Veeboerderij, y por una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden sirvientaDienster
Dienstmeisje en el GranGroot
Grote HotelHotel del
MonteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos topamosWij/we treffen elkaar toevallig
Wij/we troffen elkaar toevallig conDoor
Met
Per
Samen met ellosHen
Ze
Zij sinoDoch
Echter
Maar al cabo deNa
Na verloop van siete7
Zeven añosJaren, en ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak en quéWat
Welke habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
venidoGekomen
Meegekomen a explorarExamineren
Exploreren
Nagaan
Nakijken
Nauwkeurig onderzoeken
Onderzoeken
Uitvissen
Uitzoeken
Verkennen
Vorsen estaDeze
Dit regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek. VivíanZij/ze leefden
Zij/ze woonden muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus alNaar de
Naar het surZuid
Zuidelijk
Zuiden, en un hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon paísLand dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere calorHitte
Smoorhitte
Warmte.
'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep, hijosKinderen
Zonen
Zoons míosVan mij, que la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast hoyHeden
Vandaag másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de trescientos300
Driehonderd o cuatrocientos400
Vierhonderd
habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters. Desde queSinds Johnson cruzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over el GranGroot
Grote DesiertoEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
Wildernis
Woestenij
Woestijn, procedente deAfkomstig uit UtahUtah, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei signo de vidaLevensteken, niEn niet
Evenmin
Noch del esteOosten- niEn niet
Evenmin
Noch de ningunaGeen enkel
Geen enkele otraAnder
Andere
Nog een
Nog één parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde.
'HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is desaparecidoVerdwenen
Vermiste el mundoAardrijk
Wereld magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende y poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk que yoEgo
Ik conocíIk kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist en los díasDagen
Etmalen de miMi
Mijn
infanciaJeugd
Kinderjaren
Kindsheid y de miMi
Mijn juventudJeugd
Jeugdigheid. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden aniquiladoOnbruikbaar gemaakt
Teniet gedaan
Tot niets herleid
Vernietigd
Weggecijferd. HoyHeden
Vandaag, yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste suHaar
Hun
Uw
Zijn perviviente de la
pestePest escarlataScharlaken
Scharlakenrood, y solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend yoEgo
Ik conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet las maravillasGoudsbloemen
Jij/je doet bewondering opwekken
Tuingoudsbloemen
Wonderen del lejanoAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere. El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon del planetaPlaneet
Zwerfster, dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, el marZee y el cieloHemel
Lucht, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was un
verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke DiosGod
Godheid, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar suHaar
Hun
Uw
Zijn primitivoAanvangs-
Aanvankelijk
Aanvankelijke
Begin-
Primitief
Primitieve estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de salvajismo y buscaAfhalen
Ga halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Kijk uit!
Ophalen
Opzoeken
Snor!
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zie uit!
Zoek op!
Zoek!
Zoeken suHaar
Hun
Uw
Zijn subsistenciaLevensonderhoud
siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend los cursosBeursnoteringen
Cursussen
Gaans
Gangen
Koersen
Leergangen
Leerjaren
Lopen
Noteringen
Prijsnoteringen
Routen
Routes
Schooljaren
Tracés
Trajecten
Verlopen de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!.
'PeroDoch
Echter
Maar se multiplicaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert zich aprisaSnel. TuJe
Jouw hermanaZus
Zuster, CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas, tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cuatro4
Vier hijosKinderen
Zonen
Zoons. EstamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend un nuevoNieuw
Nieuwe saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
lucht
Ik spring in het
oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor la civilizaciónBeschaven
Beschaving
Civiliseren. El objetivoAls voorwerp beschouwd
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Honk
Objectief
Objectieve
Zakelijk
Zakelijke estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, inclusoZelfs
lejísimo, peroDoch
Echter
Maar se alcanzaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal achterhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bereiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reiken tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verwerven ineluctablemente. Dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te un centenarHonderdtal de generacionesGeneraties
Geslachten, nuestrosOnze
Van ons
descendientesAfdalingen
Afstammelingen
Nakomelingen
Nazaten, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste numerososMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke en nuestraOns
Onze
Van ons tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, cruzaránZij/ze zullen doorkruisen
Zij/ze zullen kruisen
Zij/ze zullen oversteken las sierrasBergketens
Gebergten
Gebergtes
Jij/je zaagt
Zagen, y, generaciónGeneratie
Geslacht a
generaciónGeneratie
Geslacht, se extenderánMen zal uitspreiden
Zij/ze zullen zich rekken
Zij/ze zullen zich uitrekken
Zij/ze zullen zich uitstrekken haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind por el granGroot
Grote continenteBevattend
Bevattende
Continent
Ingetogen
Inhoudend
Inhoudende
Kuis
Kuise
Vasteland
Werelddeel americanoAmerikaan
Amerikaans
Amerikaanse
Noord-amerikaan.
'PasaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal langsgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal langskomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oversteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verstrijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorbijgaan muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd de aquíAlhier
Hier a entoncesDan
Dus
Toen. HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder,
desesperadamenteWanhopig muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder. ¡OjaláHopelijk hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sobrevividoOverleefd algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander científicoWetenschappelijk
Wetenschappelijke
Wetenschapper, algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander físicoFysicus
Fysiek
Fysieke
Lichaams-
Lichamelijk
Lichamelijke
Lijf-
Natuurkundige
Natuurlijk
Natuurlijke o
químicoChemicus
Chemisch
Chemische
Scheikundig
Scheikundige! ¡QuéWat
Welke preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! nosotrosOns
We
Wij! PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, y hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la
cienciaWetenschap.
'El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had empezadoAangebroken
Aangesneden
Aangevangen
Begonnen
Ingegaan a trabajarArbeiden
Bewerken
Werken nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer el hierroEl hierro
Ferro
Het ijzer. ÉlHem
Hij fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el queDat
Die
Hij die
Wie construyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze construeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette ineen la
fraguaSmederij
Smeedwerkplaats
Smidse que hoyHeden
Vandaag utilizamosWij/we benutten
Wij/we gebruiken
Wij/we gebruikten
Wij/we namen te baat
Wij/we namen waar
Wij/we nemen te baat
Wij/we nemen waar
Wij/we passen toe
Wij/we pasten toe. MasDoch
Echter
Maar
Plus, por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un perezosoLangzaam
Langzame
Lui
Luiaard
Lusteloos
Lusteloze
Traag
Trage que limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds susHaar
Hun
Uw
Zijn esfuerzosBelastingen
Inspanningen
Krachten
Krachtinspanningen
Moeiten
Pogingen,
y que, a suHaar
Hun
Uw
Zijn muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden, se llevó consigoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde mee todo lo queHoeveel ook sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist de mecánicaMechanica
Mechanisch
Mechanische y del arteKunst de trabajarArbeiden
Bewerken
Werken los
metalesMetalen. YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond
Ik voelde aan nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de esasDie cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken. YoEgo
Ik eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de letrasHandschriften
Karakters
Letteren
Letters
Liedteksten
Songteksten, nada másNiet meer; un humanistaHumanistisch
Humanistische.
Y los demásDe anderen supervivientesOverlevenden carecíanZij/ze hadden niet
Zij/ze misten de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle instrucciónAanwijzing
Bijbrengen
Consigne
Instructie
Instrueren
Leren
Scholen. El ChóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had logradoBehaald
Bereikt
Doorgekomen
Erin geslaagd
Gelukt
Gereikt tot
Geslaagd
Geslaagd in
Geslaagd voor
Ingehaald
Klaargespeeld otrasAnder
Andere
Nog één
dos2
Do's
Twee
Tweede operacionesBewerkingen
Ingrepen
Operaties, que conocemosWij/we kennen
Wij/we leren kennen
Wij/we maken kennis
Wij/we weten
Wij/we zijn bekend met graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen a élHem
Hij: la fabricaciónAanmaak
Aanmaken
Fabricage
Fabricatie
Fabriceren
Maken
Productie
Vervaardigen
Vervaardiging, .por medio deDoor
Met
Per fermentaciónFermentatie
Fermenteren
Gisten
Gisting
Werken, del
alcoholAlcohol
Alcoholische drank
Drank
Sterke drank y de las bebidasDranken
Drankjes
Gebruikt
Gedronken fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware, y el cultivoAankweken
Aanplanting
Bebouwen
Bebouwing
Beschaven
Beschaving
Bewerken
Bewerking
Bouw
Cultuur
Gewas
Ik bebouw
Ik beschaaf
Ik bewerk
Ik kweek
Ik kweek aan
Ik plant aan
Ik teel
Ik verbouw
Kweken
Teelt
Telen
Verbouwen
Verbouwing del tabacoEchte tabak
Tabak. Se valía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte gebruik van estosDeze
Dezen conocimientosBekendheden
Cognossementen
Deskundigheden
Kennissen
Kundes
Verstanden
Wetens paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
emborracharseDronken worden, y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was en un accesoAangeven
Aankomen
Aanreiken
Arriveren
Binnengaan
Doorbrengen
Entree
Intrede
Naderen
Toegang
Verdrijven de embriaguezBeschonkenheid
Dronkenschap
Duizeligheid
Roes
Zatheid que matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af a Vesta Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen Warden. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig convencidoOvertuigd
Overtuigde de estoDeze
Dit, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al élHem
Hij siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend afirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde que suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand ahogadoGesmoord
Neergeslagen
Onderdrukt
Patstelling
Verdronken
Verkropt
Verstikt
alNaar de
Naar het caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen en el lagoMeer
Plas
Waterplas TemescalTeme=
Ben bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees!.
'Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, queridosBemind
Beminden
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Geliefden
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefsten
Lieve
Lieven
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waarden
Waardevol
Waardevolle hijitos; permitidmeBelet niet!
Gedoog!
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof! que osJe
Jullie déBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u! algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden. OsJe
Jullie irá(Het) zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals lesHen
Hun
U sacáisJullie behalen
Jullie brengen naar buiten
Jullie doen af
Jullie doen uit
Jullie halen
Jullie halen eruit
Jullie halen te voorschijn
Jullie halen uit
Jullie halen van
Jullie hozen
Jullie krijgen uit
Jullie leggen af
Jullie ontlenen
Jullie putten
Jullie scheppen
Jullie trekken uit
Jullie zetten af provechoBaat
Belang
Gewin
Nut
Profijt
Verdienste
Voordeel
Winst paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! vuestraJullie
Uw
Van jullie vidaHachje
Leven.
'AnteSuède
Ten overstaan van
Voor todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, desconfiad deWantrouw! los charlatanesBedriegers
Charlatans
Kwakzalvers
Praatjesmakers y de los brujosDuivelskunstenaars
Heksenmeesters
Tovenaars
Tovenaren
Toveraars
Toveraren que se llamanZij/ze heten
Zij/ze worden genoemd a síJa
Jawel
Wel
Zich mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
médicosArtsen
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Medici
Medisch
Medische. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats genteLieden
Lui
Mensen
Volk extremadamenteUitermate peligrosaGevaarlijk
Gevaarlijke
Hachelijk
Hachelijke
Link
Linke, que envilece y deshonra, en nuestroOns
Onze
Van ons pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
mundoAardrijk
Wereld, una profesiónBedrijf
Beroep
Broodwinning
Professie que en otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele de todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
'VeoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie a miMi
Mijn alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom que la supersticiónBijgeloof
Bijgelovigheid, en susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden, consigueBehaal!
Bereik!
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Krijg!
Maak buit!
Reik tot!
Slaag erin om!
Verkrijg!
Vervolg!
Verwerf! díaDag
Etmaal a díaDag
Etmaal nuevosNieuw
Nieuwe
progresosProgressies
Voortgangen
Vooruitgangen
Vorderingen. Y esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte irá(Het) zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven empeorandoSlechter makend
Verergerend
Verslechterend, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer degradadoGedegradeerd
Verlaagd. EstosDeze
Dezen falsosFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Verkeerd
Verkeerde
médicosArtsen
Dokters
Doktoren
Geneesheren
Medici
Medisch
Medische sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn, osJe
Jullie loDe
Hem
Het
U aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n malditosVervloekt
Vervloekte ladronesDieven
Stelers, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n maleantesBoeven
Schurken infernalesHels
Helse que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
un objetivoAls voorwerp beschouwd
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Honk
Objectief
Objectieve
Zakelijk
Zakelijke: atraparosBeetkrijgen
Beetnemen
Betrappen
Pakken
Te pakken krijgen
Vangen
Vastpakken
Vatten en suHaar
Hun
Uw
Zijn poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen y sacaronZij/ze behaalden
Zij/ze brachten naar buiten
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze haalden
Zij/ze haalden eruit
Zij/ze haalden te voorschijn
Zij/ze haalden uit
Zij/ze haalden van
Zij/ze hoosden
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze ontleenden
Zij/ze putten
Zij/ze schepten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze zetten af todo lo queHoeveel ook poseéisJullie beheersen
Jullie bezitten
Jullie hebben
Jullie houden erop na
Jullie kennen grondig
Jullie zijn rijk.
'FijaosLet op!
Richt je op!, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld, en eseDat
Die jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille de ojosKijkers
Ogen desigualesHobbelig
Hobbelige
Oneffen
Ongelijk
Ongelijke
Verschillend
Verschillende, que conocemosWij/we kennen
Wij/we leren kennen
Wij/we maken kennis
Wij/we weten
Wij/we zijn bekend met por el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del 'El BizcoScheel
Schele'. VendeBakert u in!
Bakert u!
Doe over!
Doe weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omwikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omzwachtelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Ik baker
Ik baker in
Ik omwikkel
Ik omzwachtel
Ik verbind
Ik zwachtel
Ik zwachtel in
Omwikkelt u!
Omzwachtelt u!
Tap!
Verbindt u!
Verhandel!
Verkoop!
Vervreemd!
Zwachtelt u in!
Zwachtelt u! a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el mundoAardrijk
Wereld encantamientosBetoveringen
Opgetogenheden
Verrukkingen y sortilegios contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus las enfermedadesAandoeningen
Kwalen
Ziekten
Ziektes,
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vuelveDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk! nuncaNimmer
Nooit de vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze de susHaar
Hun
Uw
Zijn expedicionesExpedities. LlegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf! inclusoZelfs alNaar de
Naar het extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde de prometerBeloven
Toezeggen
Uitloven
Verzeggen el
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd a cambio deIk wissel van buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende carneVlees y buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende pielesBonten
Dierenvellen
Doppen
Huid
Huiden
Leren
Pelzen
Schalen
Schillen
Schorsen
Vachten
Vellen. A los queWie
Zij die se permitenZij/ze permitteren zich
Zij/ze veroorloven zich
Zij/ze worden toegestaan contradecirleAanvechten
Bestrijden
Betwisten
In tegenspraak zijn met
Tegenspreken
Tegenwerpen y.
proclamarseAfkondigen
Proclameren
Uitvaardigen
Verkondigen abiertamenteOpenlijk enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u, lesHen
Hun
U mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel! lo queDat wat
Wat élHem
Hij llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur 'bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden'.
'YoEgo
Ik, que fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was el profesorDocent
Leraar
Professor Smith, JamesJames Howard Smith, declaroIk beken
Ik betuig
Ik declareer
Ik erken
Ik geef aan
Ik geef toe
Ik leg een verklaring
af
Ik verklaar que se vanagloria y
mienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gewag van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeldt
Ik maak gewag van
Ik noem
Ik vermeld
Lieg!
Maakt u gewag van!
Noemt u!
Vermeldt u! descaradamenteBrutaal
Schaamteloos. Se loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk en plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle. ¿Por quéWaarom, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden el bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden? PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt que conmigoMet mij
Met mij mee noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank valen(Zij) kosten
(Zij) zijn goed
Zij/ze kosten
Zij/ze lonen
Zij/ze zijn waard susHaar
Hun
Uw
Zijn
payasadas. PeroDoch
Echter
Maar túGe
Gij
Je
Jij, CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de LiebreHaas, te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
iemand aan de stok
Jij/je meet je met
iemand hundidoGedeprimeerd
Gedeprimeerde
Ondergeduwd
Terneergeslagen
Verzonken tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer en la supersticiónBijgeloof
Bijgelovigheid que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht
te despertarasJij/je ontwaakte
Jij/je werd wakker y te encontrarasJij/je bevond je
Jij/je maakte het
Jij/je was gesteld a tuJe
Jouw ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant el bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden moriríasJij/je zou doodgaan
Jij/je zou overlijden
Jij/je zou sterven
Jij/je zou verscheiden
Jij/je zou versmachten sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel a dudasAarzelingen
Geweifels
Haperingen
Jij/je dubt
Jij/je staat in dubio
Jij/je twijfelt
Twijfels
Weifelingen. Y
moriríasJij/je zou doodgaan
Jij/je zou overlijden
Jij/je zou sterven
Jij/je zou verscheiden
Jij/je zou versmachten, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl eseDat
Die bastón-tenga poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere, sinoDoch
Echter
Maar porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats sinoDoch
Echter
Maar un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, de espírituGeest
Geestgesteldheid crédulo y sumidoBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt en tinieblasDonker
Donkerte
Duister
Duisterheid
Duisternis
Obscuriteit.
'Es precisoHet is nodig destruirVernielen
Vernietigen
Verwoesten a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esosDie explotadores de la credulidad públicaAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige reencontrarHervinden
Herwinnen esosDie inventosUitvindingen útilesBevorderlijk
Bevorderlijke
Bruikbaar
Bruikbare
Dienstig
Dienstige
Geschikt
Geschikte
Nuttig
Nuttige que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen. Por estoDaarom
Hierom, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! -ayudaronZij/ze baatten
Zij/ze hielpen
Zij/ze stonden bij
Zij/ze stonden ter zijde en estaDeze
Dit
tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb de decirosJullie zeggen ciertasGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken que vosotrosGijlieden
Je
Jullie, hijitos, repetiréisJullie zullen doornemen
Jullie zullen herhalen
Jullie zullen nazeggen
Jullie zullen nog eens
zeggen a vuestraJullie
Uw
Van jullie vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt a vuestrosJullie
Van jullie hijosKinderen
Zonen
Zoons
cuandoAls
Tijdens
Wanneer los tengáisJullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |