El viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
alNaar de
Naar het
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
de la marquesaMarkiezin, peroDoch
Echter
Maar
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
considerandoBeschouwend
Beschouwend als
In aanmerking nemend
Nagaand
Overwegend
Rekening houdend met
suHaar
Hun
Uw
Zijn

procederAfkomstig zijn
Afstammen
Het gevolg zijn van
Ontspruiten
Voortgaan
Voortkomen
Werken
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
del todoGeheel correctoCorrect
Correcte
Goed
Goede
Juist
Juiste
Recht
Rechte
Zuiver
Zuivere
, se creeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat ze
 zijn
obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
una explicaciónExplicatie
Opheldering
Rekenschap
Toelichting
Uitduiding
Uiteenzetting
Uitleg
Uitlegging
Verduidelijking
Verheldering
Verklaring
:

SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
consecuenciaAfloop
Besluit
Consequentie
Gevolg
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortvloeisel
, ¿comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!
? PeroDoch
Echter
Maar
nos(Aan) ons
Ons
ayudanZij/ze baten
Zij/ze helpen
Zij/ze staan bij
Zij/ze staan ter zijde
a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
.

DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
, se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
a la marquesaMarkiezin.

PierrePierre, que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
, leHaar
Hem
Het
U
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
por los hombrosSchouders y loDe
Hem
Het
U
aprietaDraai aan!
Dring!
Druk aan
Druk aan!
Druk op!
Druk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prest
Knel!
Pers!
Pres!
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
Ja
Jawel
Wel
Zich
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

queriendoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
Willend
transmitirseOverbrengen
Overdragen
Uitzenden
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
calorHitte
Smoorhitte
Warmte
viviente.

PasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
un cortoIk breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, una voz de mujerVrouwenstem loDe
Hem
Het
U
interrogaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagt
Ondervraag!
:

¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
?

PierrePierre reconoceErken!
Geef toe!
Herken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkent
Honoreer!
Identificeer!
Onderken!
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de Eve.

Y volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
a ellaHaar
Ze
Zij
se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe
con rapidezSnel. Eve loDe
Hem
Het
U
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
y sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht
.

¿De quéWat
Welke
se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht? -leHaar
Hem
Het
U
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
PierrePierre.

LoDe
Hem
Het
U
encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Ik bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
graciosoAardig
Aardige
Bevallig
Bevallige
Gracieus
Gracieuze
Grappig
Grappige
Lief
Lieve
Sierlijk
Sierlijke
abrazándose a eseDat
Die
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
.

Es queDat komt omdat
Want
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
? -dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
PierrePierre explicandoBeduidend
Duidelijk makend
Toelichtend
Uiteenzettend
Uitleggend
Verhelderend
Verklarend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand
.

¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
! -murmuraBrom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klatert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Kabbel!
Klater!
Klets!
Mompel!
Mor!
Mummel!
Murmel!
Ruis!
Spreek kwaad!
ellaHaar
Ze
Zij
-. YoEgo
Ik
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
leHaar
Hem
Het
U
dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
alNaar de
Naar het
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
... peroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
. ..

Y hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
mendigoBedelaar
Ik bedel
Ik schooi
Schooier
, alNaar de
Naar het
que contemplaBeschouw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Koekeloer!
, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
, conDoor
Met
Per
Samen met
un
sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen
de nostalgiaHeimwee
Nostalgie
Verlangen
y envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst
.

PierrePierre, nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
, se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst
alNaar de
Naar het
otro ladoOverkant
Overzijde
del ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
. De esta maneraZo quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
a ambosAlle twee de
Allebei
Beide

costadosFlanken
Gekost
Iets moeilijk gevonden
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
del viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
flautistaFluitist.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
. . . ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
somosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
nosotrosOns
We
Wij
los queWie
Zij die
necesitamosWij hebben nodig
Wij/we behoefden
Wij/we behoeven
Wij/we hadden nodig
Wij/we hebben nodig
Wij/we hoefden
Wij/we hoeven
Wij/we waren toe aan
Wij/we zijn toe aan
de élHem
Hij
. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
!, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
metermeDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten

en el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
y volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
la vidaHachje
Leven
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
-dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
PierrePierre.

TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
a Me
Mij
meMe
Mij
vendríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meekomen
Ik zou komen
Ik zou meekomen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
esoDat
Die
Zulks
.

¿DejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken
pendientesAanhangig
Aanhangige
Bevertjes
Hangers
Hellingen
Oorbellen
Oorhangers
Oorringen
alláDaar del otro ladoOverkant
Overzijde
?

Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
, peroDoch
Echter
Maar
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
.

MientrasTerwijl ellosHen
Ze
Zij
hablanZij/ze converseren
Zij/ze praten
Zij/ze spreken
, el ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
a rascarseKlauwen
Krabben
Krauwen
Scharrelen
Schrapen
. Primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
discretamenteBescheiden
Discreet
Verstandig
y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
conDoor
Met
Per
Samen met

crecienteHalvemaan
Maansikkel
Sikkel
Wassende maan
energíaArbeidsvermogen
Energie
Fut
Spirit
Veerkracht
Wilskracht
.

NingunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
loDe
Hem
Het
U
notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
de modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
inmediatoAangrenzend
Aangrenzende
Belendend
Belendende
Direct
Directe
Live
Onmiddellijk
Onmiddellijke
Rechtstreeks
Rechtstreekse
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, comentandoBecommentariërend
Commentariërend
Meedelend
Opmerkingen makend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
preocupacionesBezorgdheden
Verblindingen
Vooringenomenheden
, hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn

dejado deGestopt met observarBemerken
Gadeslaan
Merken
Observeren
Opmerken
Toekijken
Toezien
Waarnemen
alNaar de
Naar het
mendigoBedelaar
Ik bedel
Ik schooi
Schooier
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mirarseElkaar aankijken
Zich bekijken
Zich beschouwen
Zich spiegelen
mutuamenteOnderling
Over en weer
Wederkerig
Wederzijds
.

A Me
Mij
meMe
Mij
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
-confiesaBeken!
Biecht op!
Biecht!
Erken!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
PierrePierre-. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
ridículoBelachelijk
Belachelijke
Gek
Gekke
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte
peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag

olvidarmeAfleren
Vergeten
Verleren
...

Y de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
aparenteDoet u alsof!
Fingeert u!
Geeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet alsof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fingeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze simuleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Ik doe alsof
Ik fingeer
Ik geef voor
Ik simuleer
Ik veins
Ik wend voor
Schijnbaar
Schijnbare
Simuleert u!
Veinst u!
Wendt u voor!
, se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht.

¿De quéWat
Welke
se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht? -inquiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoort op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Onderzoek!
Spoor op!
Vors na!
Vraag!
ellaHaar
Ze
Zij
.

De nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. La imaginabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeeldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Ik bedacht
Ik stelde me voor
Ik verbeeldde me
Ik vermoedde
metidaGedaan
Gelegd
Gelegd in
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestoken in
Gestopt
Gezet
dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
sucioGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige
.

Eve se encogeHet krimpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krimpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krimpt ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kronkelt ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelt ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernedert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt verlegen
de hombrosSchouders:

Dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
ésteDeze
Dit
o de otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
...

MeMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que perderíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kwijtraken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mislopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou missen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verbeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkwisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verliezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verspelen
Ik zou kwijtraken
Ik zou mislopen
Ik zou missen
Ik zou opgeven
Ik zou verbeuren
Ik zou verkwisten
Ik zou verliezen
Ik zou verspelen
en el cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
-afirmaBetuig!
Bevestig!
Beweer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Stel!
Verzeker!
PierrePierre mirándola admirativamente.

En eseDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
el mendigoBedelaar
Ik bedel
Ik schooi
Schooier
dejó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte met tocarAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beroeren
Gaan
Kleppen
Klinken
Overgaan
Raken
Slaan
Spelen
Toucheren
Uitvoeren
Voorspelen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
flautaFluit
Fluitist
Fluitiste
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
rascarseKlauwen
Krabben
Krauwen
Scharrelen
Schrapen
conDoor
Met
Per
Samen met
furiaFurie
Wraakgodin
la pantorrillaKuit.

Eve incorporándoseIn dienst tredend
Zich aansluitend
reconoceErken!
Geef toe!
Herken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkent
Honoreer!
Identificeer!
Onderken!
:

RealmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
preferiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou de voorkeur
 geven aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liever doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liever willen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou prefereren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorkeur geven
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voortrekken
Ik zou de voorkeur
 geven aan
Ik zou liever doen
Ik zou liever willen
Ik zou prefereren
Ik zou verkiezen
Ik zou voorkeur geven
 aan
Ik zou voortrekken
que fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

PierrePierre tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe
sonriendoGlimlachend. Y los dosAlle twee de
Allebei
Beide
se alejanZij/ze verwijderen zich van del ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
.

CaminanZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend
una de las avenidasAvenues
Dreven
Lanen
Promenades
Wandeldekken
Wandeldreven
Wandelplaatsen
Wandelwegen
del parquePark
Plantsoen
Warande
. Van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
metrosMeters
Metra
Metro's
Metrums
Versmaten
más alláLangs
Voorbij
se cruzanZij/ze kruisen elkaar
Zij/ze snijden de weg
 af
conDoor
Met
Per
Samen met
dos2
Do's
Twee
Tweede
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
. PierrePierre las examinaControleer!
Check!
Examineer!
Exploreer!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vist uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kijk na!
Lees af!
Onderzoek nauwkeurig!
Onderzoek!
Surveilleer!
Vis uit!
Vors!
Zie toe!
Zoek uit!
conDoor
Met
Per
Samen met
ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!
críticoBedenkelijk
Bedenkelijke
Criticus
Kritisch
Kritische
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
y
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
aseguraAssureer!
Betuig!
Bevestig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Maak vast!
Stel veilig!
Verstevig!
Verzeker!
Zet vast!
:

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
,

Eve noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!
:

¿QuéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
?

EncontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
viva conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Ik woon bij
Woont u bij!
la queDat
Die
Wie
Zij die
ustedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pierdaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Ik geef op
Ik loop mis
Ik mis
Ik raak kwijt
Ik verbeur
Ik verkwist
Ik verlies
Ik verspeel
Loopt u mis!
Mist u!
Raakt u kwijt!
Verbeurt u!
Verkwist u!
Verliest
Verliest u!
Verspeelt u!
en el cambioAfwisselen
Afwisseling
Beursnotering
Denatureren
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik vervang
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kenteren
Koers
Notering
Overgang
Prijsnotering
Ruilen
Variatie
Variëren
Variëteit
Veranderen
Verandering
Verkeren
Vermaken
Werken
Wisselen
Wisselgeld
.

Eve agradeceBedank voor!
Bedank!
Ben dankbaar voor!
Ben dankbaar!
Betuig dank!
Dank!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedankt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt dank
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dankbaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dankbaar voor
la galanteríaGalanterie; peroDoch
Echter
Maar
, casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
, se encuentran conZij/ze komen tegen
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treden tegemoet
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan
una jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
y
bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
.

Eve afirmaBetuig!
Bevestig!
Beweer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Stel!
Verzeker!
convencidaOvertuigd
Overtuigde
:

ÉsaDat
Die
...

PierrePierre niegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loochent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkent
Loochen!
Ontken!
conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
y parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
expresarBetuigen
Opperen
Uitdrukken
Uiten
Uitspreken
Verwoorden
que consideraBeschouw
Beschouw als!
Beschouw!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overweegt
Houd rekening met!
Overweeg!
a Eve de pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
por hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
elecciónKeur
Keus
Keuze
Kiezen
Optie
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
Verkiezing
. Y conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
naturalidadNatuurlijkheid
Vanzelfsprekendheid
la tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
del brazoArm. EllaHaar
Ze
Zij
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
una leveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Ik rijs
Licht
Lichte
Rijst u!
reacciónReactie
Terugslag
Weerslag
,
peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
intentaBen van plan!
Ben voornemens!
Beproef!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voornemens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Pas aan!
Pas!
Poog!
Probeer uit!
Probeer!
Stel je voor!
Toets!
Tracht!
desasirse.

SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
mirarlaAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
, PierrePierre leHaar
Hem
Het
U
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
:

UstedGij
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
.

Eve rectificaBreng op smaak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op smaak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt gelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert door herhaalde
 destillatie
Richt gelijk!
Zuiver door herhaalde destillatie!
sonriendoGlimlachend:

EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
...

PierrePierre, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
mirarlaAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
, insisteDring aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardt
Volhard!
:

-EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
. La muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
leHaar
Hem
Het
U
sientaBoek!
Doe zitten!
Gevoelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik gevoel
Ik merk
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Merkt u!
Stel op!
Stel voorop!
Teken aan!
Voelt u aan!
Voelt u!
Wordt u gewaar!
Zet neer!
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
. ¡Y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, conDoor
Met
Per
Samen met
eseDat
Die
vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed
!...

PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un arregloAanrichten
Afspraak
Akkoord
Arrangeren
Herstellen
Ik arrangeer
Ik breng terecht
Ik herstel
Ik knap op
Ik maak
Ik maak in orde
Ik orden
Ik regel
Ik repareer
Ik richt aan
Ik richt in
Ik ruim
Ik ruim op
Ik schik
Ik verhelp
Ik verstel
Inrichten
Inrichting
Maat
Maatregel
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Regeling
Repareren
Ruimen
Schikken
Schikking
Terechtbrengen
Verbintenis
Verhelpen
Verstellen
Zetting
de entrecasa.

BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, a Me
Mij
meMe
Mij
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
un traje deIk bracht mee van baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
.

QuedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
élHem
Hij
leHaar
Hem
Het
U
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
:

¿VivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde
en la ciudadPlaats
Stad
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
, ¿por quéWaarom?

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
idiotaDom
Idioot
Zwakzinnige
lo queDat wat
Wat
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
pensandoDenkend... --murmura PierrePierre-. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
...

¿QuéWat
Welke
?

PierrePierre enfrentaBied het hoofd aan!
Bied het hoofd!
Confronteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt het hoofd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt het hoofd
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze confronteert
decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
en una especieAangelegenheid
Soort
de impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing
. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
por decirOpgeven
Spreken
Zeggen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
, peroDoch
Echter
Maar
las
palabrasBewoordingen
Woorden
quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
detenidasAangehouden
Afgehouden
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden
a florBloei
Bloem
Bloesem
de labiosLippen.

SuHaar
Hun
Uw
Zijn
semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
se ensombreceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt treurig y mascullaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prevelt binnensmonds
Prevel binnensmonds!
:

NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
.

Eve loDe
Hem
Het
U
contemplaBeschouw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Koekeloer!
conDoor
Met
Per
Samen met
semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
interrogativoOndervragend
Ondervragende
Vragend
Vragende
. PierrePierre se encogeHet krimpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krimpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krimpt ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kronkelt ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelt ineen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernedert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt verlegen
de hombrosSchouders, y, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
,
poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
en otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
, leHaar
Hem
Het
U
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
:

MireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
 op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
 op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe!
... VeaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
a esosDie dos2
Do's
Twee
Tweede
.

Un lujosoLuxueus
Luxueuze
auto, conducidoAutogereden
Bestuurd
Gebracht
Gechauffeerd
Geleid
Gereden
Gestuurd
Gevoerd
Vervoerd
por un chóferBestuurder
Conducteur
Chauffeur
Voerman
Wagenbestuurder
de libreaLivrei, se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
cordónAfzetting
Band
Kordon
Lint
Nestel
Rijgveter
Schoenveter
Touwtje
Veter
de la vereda.

Una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
, desciendeDaal af!
Daal neer!
Daal!
Ga naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Stam af!
Stap uit!
Zink!
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
perritoHondje que conduceBestuur!
Breng!
Chauffeer!
Geleid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert
Leid!
Rijd auto!
Rijd!
Stuur!
Vervoer!
Voer!

de una correaEen riem. La jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
. Sobre laOp de
Op het
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
vereda viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
un obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
que avanza enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert met
Vorder met!

suHaar
Hun
Uw
Zijn
direcciónAdres
Adresseren
Besturen
Besturing
Chaufferen
Directie
Dirigeren
Koers
Leiding
Mennen
Regie
Richten
Richting
Rijden
Sturen
Stuurversnelling
Vervoeren
.

Tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
treinta30
Dertig
añosJaren y lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
un caño de hierroIjzeren alNaar de
Naar het
hombroSchouder.

EsaDat
Die
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster
-compruebaBevind!
Bewijs!
Constateer!
Controleer!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze constateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieert
Stel vast
Stel vast!
Verifieer!
PierrePierre-, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
más o menosMeer of minder
Ongeveer
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
a ustedGij
U
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
.
EseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
más o menosMeer of minder
Ongeveer
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
yoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
.. .

MientrasTerwijl PierrePierre haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
comentarioCommentaar, la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
y el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
se cruzanZij/ze kruisen elkaar
Zij/ze snijden de weg
 af
.

...los dosAlle twee de
Allebei
Beide
se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld
... -continúaGa door
Ga door!
Ga verder met!
Ga verder!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd aan!
Vervolg!
Zet voort!
PierrePierre.
La jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
y el obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
prosiguenZij/ze gaan door suHaar
Hun
Uw
Zijn
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
.
. . .y ni siquieraZelfs niet se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
miradoAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Toegekeken
Toegezien
-concluye(Het) beëindigt
Besluit!
Concludeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concludeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een gevolgtrekking
Leid af!
Maak een gevolgtrekking!
sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel
PierrePierre, volviéndole aHet weer Eve.
Y en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
reanudanZij/ze hervatten el paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
 wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg
.
UN ESTABLECIMIENTOBepalen
Beschikken
Bevelen
Café
Etablissement
Inrichten
Instellen
Oprichten
Oprichting
Stichten
Vaststellen
Vaststelling
Vestigen
Vestiging
Winkel
Zaak
ELEGANTEBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige

EN EL PARQUEPark
Plantsoen
Warande


Un establecimientoBepalen
Beschikken
Bevelen
Café
Etablissement
Inrichten
Instellen
Oprichten
Oprichting
Stichten
Vaststellen
Vaststelling
Vestigen
Vestiging
Winkel
Zaak
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
, especieAangelegenheid
Soort
de barBar
Buffet
Café
Tapkast
alNaar de
Naar het
aire libreBuitenlucht
Frisse lucht
, conDoor
Met
Per
Samen met
ampliasBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
terrazasTerrassen, mesasBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Tafelen
Tafels
Werkbanken
y
sillasRuggen
Stoelen
Zadels
Zalen
Zetels
de bambúBamboe
Indisch riet
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
, pérgolaPergola blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
y pista de baileDansvloer. AlgunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
de las mesasBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Tafelen
Tafels
Werkbanken
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
ocupadasBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld
por
una concurrencia mundanaWerelds
Wereldse
.

La jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
que bajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
del automóvilAuto
Automobiel
, se reúneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergadert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt lid
aquíAlhier
Hier
conDoor
Met
Per
Samen met
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
.

Dos2
Do's
Twee
Tweede
caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
de sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
atadosAangesloten
Bosjes
Gebonden
Geknoopt
Gestrikt
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden
a un palenquePalenque. Una amazonaAmazone
Paardrijdster
desciende deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af van
Stam af van!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
monturaMontuur,
ayudadaBijgestaan
Gebaat
Geholpen
Ter zijde gestaan
por un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
caballerizoStalknecht
Stalmeester
.

PierrePierre y Eve continúanZij/ze gaan door
Zij/ze gaan verder
Zij/ze gaan verder met
Zij/ze gaan voort
Zij/ze houden aan
Zij/ze vervolgen
Zij/ze zetten voort
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
 wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg
y lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
alNaar de
Naar het
establecimientoBepalen
Beschikken
Bevelen
Café
Etablissement
Inrichten
Instellen
Oprichten
Oprichting
Stichten
Vaststellen
Vaststelling
Vestigen
Vestiging
Winkel
Zaak
, PierrePierre proponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor

a suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeraCollega:

¿Nos sentamosWij/we gaan zitten
Wij/we gingen zitten
Wij/we namen plaats
Wij/we nemen plaats
Wij/we zetten
Wij/we zetten ons
un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes
?

Y se dirigenZij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om
Zij/ze richten zich tot
alNaar de
Naar het
barBar
Buffet
Café
Tapkast
, en momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen
que la eleganteBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
amazonaAmazone
Paardrijdster
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
ellosHen
Ze
Zij
. PierrePierre,
siguiéndola conDoor
Met
Per
Samen met
la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
comentaBecommentarieer!
Commentarieer!
Deel mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt opmerkingen
Maak opmerkingen!
:

NuncaNimmer
Nooit
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan
por quéWaarom la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
se disfrazaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkleedt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermomt zich
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
a caballoBereden.

Eve haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
un alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
signoBewijs
Blijk
Merkteken
Teken
Wenk
de aprobaciónBeamen
Billijken
Goedkeuren
Goedkeuring
Proeftijd
Toestemmen
:

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
que yoEgo
Ik
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
leHaar
Hem
Het
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
.

Y agregaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Voeg toe
Voeg toe!
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
a la amazonaAmazone
Paardrijdster
que, por supuestoNatuurlijk
Uiteraard
Vanzelfsprekend
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
oírlaHoren
Vernemen
Verstaan
.

¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, Madeleine?

PierrePierre, turbadoBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Beteuterd
Beteuterde
Van zijn stuk gebracht
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
, balbuceaHakkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stottert
Stamel!
Stotter!
:

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
!, ¿la conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende
? DiscúlpemeExcuseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Ik excuseer
Ik verontschuldig
Ik verschoon
Verontschuldigt u!
Verschoont u!
. . .

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una relaciónBetrekking
Omgang
Opzicht
Relatie
Verband
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
de miMi
Mijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
-explica(Hij) legt uit
Beduid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheldert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Leg uit!
Licht toe!
Maak duidelijk!
Verhelder!
Verklaar!
Zet uiteen!
riendoLachend.

Madeleine se aproxima(Het) nadert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
a un grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm
formadoAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd
por dos2
Do's
Twee
Tweede
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
. Los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se
ponen(Zij) doen
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen op gang
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze krijgen aan de
 praat
Zij/ze leggen
Zij/ze leggen neer
Zij/ze leggen op
Zij/ze plaatsen
Zij/ze schakelen in
Zij/ze steken
Zij/ze stellen
Zij/ze stoppen
Zij/ze trekken aan
Zij/ze vlijen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
y leHaar
Hem
Het
U
besanZij/ze kussen
Zij/ze zoenen
ceremoniosamente la manoDe hand. VistenZij/ze kleden
Zij/ze kleden aan
Zij/ze omkleden
Zij/ze staan
rigurosoRigoureus
Rigoureuze
traje deIk bracht mee van montarBegaan
Berijden
Bestijgen
Binnengaan
Binnenlopen
Ingaan
Instappen
Klimmen
Kloppen (eiwit, room)
Monteren
Naar boven gaan
Opgaan
Opzetten
Rijden
Rijzen
Stijgen
Zetten
; sombreroHoed
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
de copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
, chaquetaBuis
Colbert
Jacquet
Jas
Jasje
Pandjesjas
Vest
entallada, corbataDas
Stropdas
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
galantemente haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website

a la reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
:

SiénteseGaat u zitten!
Neemt u plaats!
Zet u zich!
Zet u!
.

La jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
, pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sombreroHoed sobre laOp de
Op het
mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
, se esponjaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt luchtig
Luffa
Maak luchtig!
Nenwa
Spons
Sponskalebas
Sponskomkommer
Sponsvrucht
los cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid
y dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
conDoor
Met
Per
Samen met

aireLucht frívoloBeuzelachtig
Beuzelachtige
Frivole
Frivool
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Luizig
Luizige
Onbeduidend
Onbeduidende
Onbetekenend
Onbetekenende
Wuft
Wufte
:

¡Esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
el bosqueBos
Woud
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
divinoGoddelijk
Goddelijke
!

PierrePierre sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
atentamenteAandachtig
Hoogachtend
la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
. InquiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoort op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Onderzoek!
Spoor op!
Vors na!
Vraag!
:

¿A ustedGij
U
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
leHaar
Hem
Het
U
besabanZij/ze kusten
Zij/ze zoenden
la manoDe hand?

AlgunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
.

EntoncesDan
Dus
Toen
PierrePierre la invita aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trakteert op
Trakteer op!
sentarseGaan zitten
Plaatsnemen
Zetten
Zich zetten
y remeda la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
y los gestosGebaren
Gestes
de los elegantesBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige
:

SiénteseGaat u zitten!
Neemt u plaats!
Zet u zich!
Zet u!
.

Eve complicadaGecompliceerd
Gecompliceerde
Ingewikkeld
Ingewikkeld gemaakt
Ingewikkelde
Lastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
en la bromaAardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts
, se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft
y conDoor
Met
Per
Samen met
afectaciónAandoen
Aangrijpen
Aanstellerij
Gekunsteldheid
Gemaaktheid
Onnatuurlijkheid
Schaden
Treffen
graciosaAardig
Aardige
Bevallig
Bevallige
Gracieus
Gracieuze
Grappig
Grappige
Lief
Lieve
Sierlijk
Sierlijke
leHaar
Hem
Het
U
tiendeBreid uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houd op!
Ontvouw!
Rek!
Spreid uit!
Spreid!
Steek uit!
Strek uit!
Strek!
la manoDe hand para queOpdat
Zodat

se la beseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Ik kus
Ik zoen
Kust u!
Zoent u!
.

Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una leveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Ik rijs
Licht
Lichte
Rijst u!
vacilaciónAarzelen
Aarzeling
Dubben
Geweifel
Hapering
Schoorvoeten
Schromen
Schroom
Waggelen
Wankelen
Weifelen
Weifeling
Wiebelen
Zwichten
, PierrePierre leHaar
Hem
Het
U
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
la manoDe hand y se la besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen!
, conDoor
Met
Per
Samen met
pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
eleganciaElegantie
Gratie
peroDoch
Echter
Maar

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft
al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
ellaHaar
Ze
Zij
y conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
confiesaBeken!
Biecht op!
Biecht!
Erken!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
:

Va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar costarmeIets moeilijk vinden
Kosten
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
.

Eve leHaar
Hem
Het
U
respondeAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Ben aansprakelijk!
Ben verantwoordelijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verantwoordelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Reageer!
Verantwoord!
, parodiandoParodiërend
Travesterend
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
y los mohines de la amazonaAmazone
Paardrijdster
:

NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de esoDat
Die
Zulks
, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de esoDat
Die
Zulks
, miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, ustedGij
U
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
disposiciónAanleg
Bepaling
Beschikken
Beschikking
Bevelen
Disponeren
Geschiktheid
Gesteldheid
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
Wilsbeschikking
.

Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
PierrePierre noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
conDoor
Met
Per
Samen met
ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint
de continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten
la bromaAardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts
. ObservaBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Merk op!
Merk!
Neem waar
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Zie toe!
severamente la
mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
de los caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, conDoor
Met
Per
Samen met
la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
en el vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
, tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
un aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
abstraídoGeabstraheerd.

Eve loDe
Hem
Het
U
contemplaBeschouw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Koekeloer!
un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
, leHaar
Hem
Het
U
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
:

¿LeHaar
Hem
Het
U
agradaBehaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
 zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Maak naar de zin!
Sta aan!
Vind prettig!
Zin!
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
... peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
que vieneAanstaand aquíAlhier
Hier
.

YoEgo
Ik
veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
conDoor
Met
Per
Samen met
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
frecuenciaFrequentie.

Por ustedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
-rectificaBreng op smaak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op smaak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt gelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert door herhaalde
 destillatie
Richt gelijk!
Zuiver door herhaalde destillatie!
PierrePierre, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten
suHaar
Hun
Uw
Zijn
aireLucht concentradoAaneengesloten
Concentraat
Gebonden
Geconcentreerd
Geconcentreerde
Verdicht
.

Un nuevoNieuw
Nieuwe
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
ellosHen
Ze
Zij
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
comunicativoCommunicatief
Communicatieve
que digamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen
-leHaar
Hem
Het
U
reprochaBeknor!
Berisp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Verwijt!
Wijs terecht!
Eve rompiendoAfbrekend
Brekend
Doorbrekend
Kapot makend
Kapotmakend
Schendend
Stukbrekend
Verbrekend
el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

PierrePierre se vuelve(Het) wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert zich om
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
ellaHaar
Ze
Zij
:

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
... -confiesaBeken!
Biecht op!
Biecht!
Erken!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biecht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
PierrePierre-. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
...

Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
desorientadoGedesoriënteerd. Eve loDe
Hem
Het
U
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
conDoor
Met
Per
Samen met
afectuosaAanhankelijk
Aanhankelijke
Gehecht
Gehechte
Toegenegen
simpatíaMedegevoel
Sympathie
.

...quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
decirleOpgeven
Spreken
Zeggen
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
, peroDoch
Echter
Maar
me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me
vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
en cuantoZodra empiezoIk begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik snijd aan
Ik vang aan
a hablarConverseren
Praten
Spreken
. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
. MireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
 op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
 op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe!
, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld
, la encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
... y buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
..., noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak

conDoor
Met
Per
Samen met
esoDat
Die
Zulks
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
como siAlsof meMe
Mij
faltaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
...

Eve sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht
conDoor
Met
Per
Samen met
dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid
.

Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
piensaDenk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
. PeroDoch
Echter
Maar
dos2
Do's
Twee
Tweede
vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
juvenilesJeugdig
Jeugdige
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
próximasAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
, se loDe
Hem
Het
U
impidenZij/ze beletten
Zij/ze blokkeren
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verhoeden
Zij/ze voorkomen
.

SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
un muchachoJongen
Knaap
Knul
y una muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, indecisosBesluiteloos
Besluiteloze
Onzeker
Onzekere
Wankel
Wankelbaar
Wankelbare
Wankele
Wankelmoedig
Wankelmoedige
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
una mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
desocupadaLeeg
Lege
Vrij
Vrije
Werkloos
Werkloze
.

El muchachoJongen
Knaap
Knul
interrogaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagt
Ondervraag!
:

¿AquíAlhier
Hier
?

SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
teJe
Jou
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
...

¿AlNaar de
Naar het
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
o a miMi
Mijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
?

La muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
de una vacilaciónAarzelen
Aarzeling
Dubben
Geweifel
Hapering
Schoorvoeten
Schromen
Schroom
Waggelen
Wankelen
Weifelen
Weifeling
Wiebelen
Zwichten
, decideBeslis!
Besluit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beslist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt zich voor
Maak uit!
Neem je voor!
ruborizándoseBlozend
Zich schamend
:

A tuJe
Jouw
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
...

Y ocupanZij/ze bekleden
Zij/ze beslaan
Zij/ze betrekken
Zij/ze bewaren
Zij/ze bewonen
Zij/ze bezetten
Zij/ze houden bezig
Zij/ze nemen in beslag
Zij/ze vervullen
la mesaLa mesa, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
en queWaarin estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
PierrePierre y Eve.

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
la muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
resolvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste op
Ik loste op
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ubicaciónLiggen
Lokaliseren
, PierrePierre maquinalmente hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
un ademánGebaar
Geste
Houding
de hacerleDoen
Laten
Maken

sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
.

Una camareraKamerjapon
Kamerjas
Kelnerin
Ochtendjapon
acudeGa af op!
Ga naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt toe
Kom af op!
Loop toe!
Schiet toe!
Snel toe!
y el muchachoJongen
Knaap
Knul
ordenaBestel!
Beveel!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Ruim op!
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
:

Dos2
Do's
Twee
Tweede
oportosPortwijnen flips.

Eve observaBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Merk op!
Merk!
Neem waar
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Zie toe!
a los jóvenesJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedames
Jongeheren
Jongelingen
Pril
Prille
y comentaBecommentarieer!
Commentarieer!
Deel mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt opmerkingen
Maak opmerkingen!
:

MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lindaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
la chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje
.

PierrePierre, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
quitarAfdoen
Afhalen
Afleggen
Afzetten
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen
los ojosKijkers
Ogen
de Eve, sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht
y apruebaBeaam!
Billijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze billijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurt goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt toe
Keur goed!
Stem toe!
.

MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lindaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
.

PeroDoch
Echter
Maar
se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
que piensa enDenk aan!
Denk na over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt na over
Eve. EllaHaar
Ze
Zij
comprendiendoBegrijpend
Beseffend
Bevattend
Omvattend
Snappend
Vattend
Verstaand
se turbaBreng van zijn stuk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt van zijn
 stuk
Turf
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
.

La muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
:

¿En quéWat
Welke
piensasJij/je denkt?

PiensoIk denk -contestaAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Verantwoord!
el muchachoJongen
Knaap
Knul
- que haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
veinte20
Twintig
añosJaren que vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden
en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
ciudadPlaats
Stad
y
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
a puntoPrecies goed de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conocernosBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
.

SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
a Marie noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la invitan aZij/ze trakteren op loDe
Hem
Het
U
de Lucienne...

...esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos encontrásemosWij/we bevonden ons
Wij/we kwamen elkaar tegen
Wij/we maakten het
Wij/we troffen elkaar
Wij/we waren gesteld
nuncaNimmer
Nooit
.
Y al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens
exclamanZij/ze kermen uit
Zij/ze kraaien uit
Zij/ze roepen uit
Zij/ze slaken een kreet
:
¡Y lo queDat wat
Wat
hubiésemosWij/we hadden
Wij/we waren
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
!
La camareraKamerjapon
Kamerjas
Kelnerin
Ochtendjapon
colocaBreng onder!
Doe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet!
dos2
Do's
Twee
Tweede
copasBekers
Bokalen
Borrels
Cups
Drankjes
Drinkbekers
Glaasjes
Glazen
delante deVoor
Vóór
ellosHen
Ze
Zij
. TomanZij/ze accepteren
Zij/ze drinken
Zij/ze gebruiken
Zij/ze krijgen binnen
Zij/ze nemen
Zij/ze nemen aan
Zij/ze nemen af
Zij/ze nemen in
Zij/ze nuttigen
Zij/ze ontvangen
Zij/ze pakken
Zij/ze rapen op
Zij/ze slaan in
Zij/ze slikken in
Zij/ze snuiven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
las copasBekers
Bokalen
Borrels
Cups
Drankjes
Drinkbekers
Glaasjes
Glazen
, puestosAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambten
Banen
Betrekkingen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkramen
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaatsen
Posten
Stalletjes
Stands
Wachtposten
Werkkringen
los ojosKijkers
Ogen
en los
ojosKijkers
Ogen
, chocándoseAanstoot gevend
Botsend
Choquerend
Klappend
Kloppend
Kwetsend
Opvallend
Slaand
en un brindisDronk
Dronken
Heildronk
Heildronken
Tafelrede
Tafelredes
Toast
Toasten
. PeroDoch
Echter
Maar
en eseDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
, las vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
jovencitos se apaganMen dooft
Zij/ze blazen uit
Zij/ze blussen
Zij/ze blussen uit
Zij/ze doen uit
Zij/ze doven
Zij/ze doven uit
Zij/ze maken uit
Zij/ze zetten uit


y sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
las de PierrePierre y Eve las queWie
Zij die
pronuncianZij/ze spreken
Zij/ze spreken uit
Zij/ze uiten
:

Por suHaar
Hun
Uw
Zijn
felicidadGeluk.

Por la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
...

Las vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
de los jovencitos, un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
diferidasAangehouden
Gescheeld
Uiteengelopen
Uitgesteld
Verdaagd
Verschild
Verschoven
, se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
la queDat
Die
Wie
Zij die
reprochaBeknor!
Berisp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Verwijt!
Wijs terecht!
;

EsaDat
Die
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parecíasJij/je had het uiterlijk
 van
Jij/je kwam over
Jij/je kwam voor
Jij/je leek
Jij/je scheen
Jij/je scheen toe
Jij/je stond tegenover
Jij/je vond
Jij/je zag er uit
Jij/je zag er uit
 als
tenermeBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
en cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
...

¿YoEgo
Ik
? -protestaBestrijd!
Bestrijden
Betwist!
Betwisten
Bezwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze protesteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent protest aan
Protest
Protesteer!
Protesteren
Tegenwerping
Teken protest aan!
el muchachoJongen
Knaap
Knul
indignadoVerontwaardigd-. En cuantoZodra teJe
Jou
viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
penséIk dacht: estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
. LoDe
Hem
Het
U


penséIk dacht y loDe
Hem
Het
U
sentíIk gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar
profundamenteDiepgaand
Grondig
.
PierrePierre y Eve se miranZij/ze bekijken zich
Zij/ze beschouwen zich
Zij/ze kijken elkaar aan
Zij/ze spiegelen zich
, escuchanZij/ze beluisteren
Zij/ze horen aan
Zij/ze horen toe
Zij/ze luisteren
Zij/ze luisteren toe
inmóvilesBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
, y se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
que quisieranZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
decirseBij zichzelf zeggen
Gezegd worden
Te zeggen
Zeggen
Zich noemen
las mismasEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
frasesFrasen
Frases
Volzinnen
Zinnen
Zinsneden
de
los jovencitos. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
insinúanZij/ze wekken suggestie un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet
nerviosoNerveus
Nerveuze
Zenuwachtig
Zenuwachtige
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hablarConverseren
Praten
Spreken
.
El muchachoJongen
Knaap
Knul
prosigueGa door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
:

Me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
y decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
que nuncaNimmer
Nooit
, Jeanne. HoyHeden
Vandaag
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige
de levantarBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen
una
montañaBerg
Gebergte
.

El semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
de PierrePierre se animaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat moed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt geanimeerd
y contemplaBeschouw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Koekeloer!
a Eve comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
conDoor
Met
Per
Samen met
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
.

El muchachoJongen
Knaap
Knul
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
la manoDe hand de suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeraCollega.

PierrePierre haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
la manoDe hand de Eve.

TeJe
Jou
adoroIk aanbid
Ik adoreer
Ik verafgood
Ik vereer
, Jeanne -susurraFluister!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritselt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruist
Lek uit!
Mompel!
Murmel!
Ritsel!
Ruis!
el muchachoJongen
Knaap
Knul
.

Se besanZij/ze kussen elkaar
Zij/ze zoenen elkaar
.

PierrePierre y Eve se miranZij/ze bekijken zich
Zij/ze beschouwen zich
Zij/ze kijken elkaar aan
Zij/ze spiegelen zich
profundamenteDiepgaand
Grondig
turbadosBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Beteuterd
Beteuterde
Van zijn stuk gebracht
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
. ÉlHem
Hij
abreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open!
los labiosLippen como siAlsof dijeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
: "¡TeJe
Jou

adoroIk aanbid
Ik adoreer
Ik verafgood
Ik vereer
!"

Eve acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij
el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
alNaar de
Naar het
de PierrePierre. Por un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
la sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming
de que se besaránZij/ze zullen elkaar kussen
Zij/ze zullen elkaar zoenen
.

PeroDoch
Echter
Maar
Eve reaccionaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert
Reageer!
. Se levantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
de la de PierrePierre, y leHaar
Hem
Het
U
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
:

VengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
..., vamos aWij/we gaan naar bailarDansen.

PierrePierre la miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
sorprendidoBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast
.

BailoIk dans muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
...

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
, vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
.

PierrePierre se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, cohibidoGeremd
Geremde
Geïntimideerd
Geïntimideerde
Verlegen
:

Nos(Aan) ons
Ons
van aZij/ze gaan naar verBekijken
Kijken
Zien
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
...

Eve se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
disimuloIk verberg
Inschikkelijkheid
Toegevendheid
Toelaten
Veinzerij
Verdraagzaamheid
:

¿QuiénesWie nos(Aan) ons
Ons
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
verBekijken
Kijken
Zien
?

Y PierrePierre, cayendoAfvallend
Gerakend
Latend vallen
Neervallend
Vallend
Verschietend
Vervallend
en la cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
, ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
. Y tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
a Eve por el brazoArm conDoor
Met
Per
Samen met
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de
timidezAngstvalligheid
Bedeesdheid
Beschroomdheid
Bevangenheid
Schroomvalligheid
Schuchterheid
Schuwheid
Verlegenheid
Vreesachtigheid
.

LleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la pista de baileDansvloer pasandoAangevend
Aanreikend
Doorbrengend
Doorlatend
Gebeurend
Halend door
Inhalend
Langsgaand
Langskomend
Omkomend
Overgaand
Overkomend
Overstekend
Passerend
Verdrijvend
Vergaand
Verlopend
Verstrijkend
Voorbijgaand
por entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las mesasBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Tafelen
Tafels
Werkbanken
.

EllosHen
Ze
Zij
solosAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Solo's
Verlaten
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
los queWie
Zij die
bailanZij/ze dansen. PierrePierre lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
conDoor
Met
Per
Samen met
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
seguridadAplomb
Betrouwbaarheid
Gewicht
Veiligheid
Zekerheid
Zelfbewustheid
Zelfverzekerdheid
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
.

¿QuéWat
Welke
cuentoAnekdote
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Sprookje
Verhaal
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
éseDat
Die
? -compruebaBevind!
Bewijs!
Constateer!
Controleer!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze constateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieert
Stel vast
Stel vast!
Verifieer!
Eve-. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ustedGij
U
bailaDans!
Gevlekte (rode) zeebaars
Gevlekte zeebaars
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
muy bienBest
Heel goed
Prima
.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un elogioIk loof
Ik prijs
Ik roem
Ik zwaai lof toe
Lof
Lofbetuiging
Loftuiting
que oigoIk hoor
Ik verneem
Ik versta
por primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
.

Es queDat komt omdat
Want
necesitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toe aan
Ik behoefde
Ik had nodig
Ik hoefde
Ik was toe aan
bailarDansen conmigoMet mij
Met mij mee
.

MireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
 op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
 op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe!
que sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint
de creerloDenken
Geloven
Houden voor
Menen
.

BailanZij/ze dansen un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
explicarBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren
lo queDat wat
Wat
meMe
Mij
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
-comentaBecommentarieer!
Commentarieer!
Deel mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt opmerkingen
Maak opmerkingen!
de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
PierrePierre-. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que en misMi's
Mijn
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
aquíAlhier
Hier
... bailandoDansend conDoor
Met
Per
Samen met
ustedGij
U
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
pensarDenken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que en
suHaar
Hun
Uw
Zijn
sonrisaGlimlach
Glimlachen
... ¿Será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
?...

¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
?

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
... bailandoDansend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
conDoor
Met
Per
Samen met
ustedGij
U
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
verBekijken
Kijken
Zien
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que a ustedGij
U
... olvidarmeAfleren
Vergeten
Verleren
de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U

demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
...

¿Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
?

EntoncesDan
Dus
Toen
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que la vidaHachje
Leven
. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u!
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
?

AbrácemeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Ik omarm
Ik omhels
Ik omvadem
Omarmt u!
Omhelst u!
Omvademt u!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
-leHaar
Hem
Het
U
susurraFluister!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritselt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruist
Lek uit!
Mompel!
Murmel!
Ritsel!
Ruis!
ellaHaar
Ze
Zij
.

SusHaar
Hun
Uw
Zijn
rostrosAangezichten
Facies
Gelaten
Gezichten
Porems
Toeten
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
. Siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort
bailandoDansend. EllaHaar
Ze
Zij
repiteHerhaal
Herhaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt nog eens
Neem door!
Zeg na!
Zeg nog eens!
:

MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
... másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
...

SúbitamentePlotseling el semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
de PierrePierre se entristeceBedroef!
Beproef!
Grief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smart
Smart!
. Se apartaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit de
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men haalt weg
Men zet apart
de Eve y dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
:

EstamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
una comediaBlijspel
Komedie
. Ni siquieraZelfs niet heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tocadoAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangezeten
Beroerd
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cinturaLeest
Middel
Taille
.

Eve loDe
Hem
Het
U
comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
:

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
-asienteBeaam!
Bevestig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt ja
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik vestig
Ik zet neer
Plaats
Stem toe!
Vestigt u!
Zeg ja!
Zet u neer!
con lentitud-Langzaam
Traag
, cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
bailóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danste soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
...

Y quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

PierrePierre avanzaAnticipeer!
Beweeg voort!
Ga vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Kom vooruit!
Vorder!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
posarlasPoseren
Zitten
en los hombrosSchouders de ellaHaar
Ze
Zij
, peroDoch
Echter
Maar
las deja caerGeef op!
Geef prijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Leg af!
conDoor
Met
Per
Samen met

especieAangelegenheid
Soort
de despecho:

¡CuántoHoelang
Hoeveel
daríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlenen
Ik zou aangeven
Ik zou geven
Ik zou opbrengen
Ik zou toebrengen
Ik zou toekennen
Ik zou verlenen
por acariciarAaien
Liefkozen
Strelen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombrosSchouders! Por sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht
. PeroDoch
Echter
Maar
esoDat
Die
Zulks

tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
loDe
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
. La encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
...

Eve pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
sobre elOp de
Op het
hombroSchouder de PierrePierre.

LoDe
Hem
Het
U
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
a los ojosKijkers
Ogen
.

DaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlenen
Ik zou aangeven
Ik zou geven
Ik zou opbrengen
Ik zou toebrengen
Ik zou toekennen
Ik zou verlenen
miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
por volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
vivirLeven
Wonen
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
y bailarDansen realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk
conDoor
Met
Per
Samen met
ustedGij
U
.

¿SuHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
?

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que nos quedaWij over hebben.

PierrePierre se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeraCollega y la tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
por la cinturaLeest
Middel
Taille
. BailanZij/ze dansen lentamenteLangzaam, caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle

contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
, los ojosKijkers
Ogen
cerradosAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende
.

De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, PierrePierre y Eve se alejanZij/ze verwijderen zich van de la pista de baileDansvloer por la cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd
Laguénésie que, de
súbitoPlotseling
Plotselinge
, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
surgidoGestoven
Opgespat
Verspoten
en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
a ellosHen
Ze
Zij
, en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
que la confitería se esfumaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in rook
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervaagt
lentamenteLangzaam.

PierrePierre y Eve siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort
bailandoDansend sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
advertirBemerken
Merken
Opmerken
Waarnemen
Waarschuwen
lo queDat wat
Wat
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
solosAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Solo's
Verlaten
, en
esaDat
Die
callejuelaStraatje dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
loDe
Hem
Het
U
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que se distingueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt zich
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de comercioBedrijfsvoering
Handel
Ik drijf handel
Ik ga om
Ik handel
Koophandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Transactie
Zaak
al fondoAan het eind
Naar de bodem
.

FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte
, conDoor
Met
Per
Samen met
lentoLangzaam
Langzame
Traag
Trage
ademánGebaar
Geste
Houding
, la parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
cesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Houd op!
Laat af!
Scheid uit!
Stop!
Wijk!
de bailarDansen. AbrenZij/ze beginnen
Zij/ze doen open
Zij/ze graveren
Zij/ze maken open
Zij/ze openen
los ojosKijkers
Ogen
y quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
inmóvilesBewegingloos
Bewegingloze
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Roerloos
Roerloze
Stationair
Stationaire
Stil
Stille
,

Eve, separándoseScheidend un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
, recuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog!
:

Tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
irmeGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
. MeMe
Mij
esperanZij/ze hopen
Zij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze voorzien
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af
Zij/ze wachten op
Zij/ze zien vooruit
Zij/ze zijn bedacht op
.

TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
a Me
Mij
.

SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
en eseDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
miranZij/ze bekijken
Zij/ze blikken
Zij/ze blikken aan
Zij/ze kijken
Zij/ze kijken aan
Zij/ze kijken naar
Zij/ze kijken toe
Zij/ze schouwen
Zij/ze werpen een blik
Zij/ze werpen een blik
 op
Zij/ze zien toe
en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
 oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil
, y reconocenZij/ze erkennen
Zij/ze geven toe
Zij/ze herkennen
Zij/ze honoreren
Zij/ze identificeren
Zij/ze onderkennen
la cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd
Laguénésie.

PierrePierre vuelveDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk!
la cabezaHoofd
Kop
Krop
como siAlsof prestaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Ik leende
Ik leende uit
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid
a un llamadoAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
, y dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
:

A los dosAlle twee de
Allebei
Beide
nos(Aan) ons
Ons
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
...

JuntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
se dirigen aZij/ze klampen aan
Zij/ze kloppen aan bij
Zij/ze spreken aan
Zij/ze spreken toe
la sombríaDonker
Donkere
Somber
Sombere
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de comercioBedrijfsvoering
Handel
Ik drijf handel
Ik ga om
Ik handel
Koophandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Transactie
Zaak
. La músicaMuziek bailable se apagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dooft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Men dooft
y se oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg

resonarGalmen
Resoneren
Weergalmen
Weerklinken
el tintineoIk kletter
Ik klingel
Ik rinkel
Ik tingel
de la campanillaAkkerwinde
Bel
Goudpapaver
Huig
Klok
Luchtbel
Rinkelbel
Schel
Slaapmutsje
Wildemanskruid
de entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
.

LA TRASTIENDAKamer achter de winkel
Winkelkamer


La matronaMatrone
Verloskundige
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
escritorioBureau
Schrijfbureau
Schrijftafel
, los codosEllebogen puestosAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambten
Banen
Betrekkingen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkramen
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaatsen
Posten
Stalletjes
Stands
Wachtposten
Werkkringen
en el enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische
registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
, el mentónKin
apoyadoGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden unidasAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd
.

El gatoDe krik, como de costumbreZoals gewoonlijk, se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
ovillado sobre elOp de
Op het
registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
.

PierrePierre y Eve se aproximanZij/ze naderen
Zij/ze zijn in aantocht
cohibidosGeremd
Geremde
Geïntimideerd
Geïntimideerde
Verlegen
a la matronaMatrone
Verloskundige
. EllaHaar
Ze
Zij
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
:

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
!, hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
... EstánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
conDoor
Met
Per
Samen met
cinco5
Vijf
minutosMinuten de retrasoAchterlopen
Achteruitgaan
Ik ga achteruit
Ik stel uit
Oponthoud
Opschorting
Uitstel
Uitstellen
Verdaging
Verlating
Verlet
Vertraging
.

¿AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos habíamosWij/we gedroegen ons
Wij/we kregen het met
 iemand aan de stok
Wij/we maten ons met
 iemand
equivocadoIncorrect
Incorrecte
Onjuist
Onjuiste
Vergist
Verkeerd
Verkeerde
Verward
Verwisseld
? ¿Nos(Aan) ons
Ons
esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit
? -preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
PierrePierre.

La matronaMatrone
Verloskundige
abreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
voluminosoVolumineus
Volumineuze
registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
en una páginaBladzijde
Pagina
señaladaAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Gelaten zien
Gesignaleerd
Getoond
Gewezen
Opgemerkt
Opmerkzaam gemaakt
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond
conDoor
Met
Per
Samen met
una marcaAanduiden
Aangeven
Aankruisen
Brandmerk
Brandmerk!
Brandmerken
Draai!
Draaien
Duid aan!
Geef aan!
Geef een teken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandmerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruist aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze markeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Kenmerk!
Kenmerken
Kruis aan!
Markeer!
Markeren
Merk
Merk!
Merken
Merkteken
Record
Spoor
Teken!
Tekenen
Zegel
y comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
a
leerLezen conDoor
Met
Per
Samen met
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
profesionalBeroeps-
Professioneel
Professionele
, opacaDoorschijnend
Doorschijnende
Ondoorschijnend
Ondoorschijnende
y monótonaEentonig
Eentonige
Monotone
Monotoon
Saai
:

"-ArtículoArtikel
Benodigdheid
Bijdrage
Geleding
Gelid
Gewricht
Handelsartikel
Knoop
Lid
Lidwoord
Opstel
Stuk
140. - SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
, a consecuencia deTen gevolge van un errorEen fout, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
imputable a la DirecciónDe stuurversnelling, un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
y una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
destinadosBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
, puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen

reclamarEisen
Reclameren
y obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven
autorizaciónAutoriseren
Bevoegdheid
Legaliseren
Licentie
Machtigen
Machtiging
Mandaat
Vergunning
Volmacht
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
ciertasGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
condicionesBepalingen
Conditie
Condities
Conditiën
Jij/je conditioneert
Omstandigheden
Voorwaarden
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
el amorAffectie
Liefde
Min
y vivirLeven
Wonen
la vidaHachje
Leven
en comúnIn het algemeen
Over het algemeen
que indebidamente lesHen
Hun
U
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
frustradaGedaan mislukken
Gefrustreerd
Ontriefd
Teleurgesteld
Verijdeld
".

AlNaar de
Naar het
terminarAflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
lecturaLectuur
Lezen
Lezing
, la matronaMatrone
Verloskundige
levantaBeur!
Haal op!
Hef op!
Hef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Kook op!
Richt op!
Sla op!
Til op!
Til!
Verhef!
Vestig!
Zet neer!
los ojosKijkers
Ogen
y miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via
susHaar
Hun
Uw
Zijn
impertinentesAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte
a la
estupefacta parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
.

ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
estoDeze
Dit
se lesHen
Hun
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
citadoAangehaald
Een toespeling gemaakt
Gealludeerd
Geciteerd
Genoemd
Genoemde
Gezinspeeld
Toegespeeld
.

PierrePierre y Eve cruzanZij/ze doorkruisen
Zij/ze kruisen
Zij/ze steken over
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
y en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
suHaar
Hun
Uw
Zijn
estuporStomverbaasdheid se percibeMen neemt waar suHaar
Hun
Uw
Zijn
granGroot
Grote
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
.

Es decirDat wil zeggen
Namelijk
... -aventuraAvontuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op het
 spel
Lotgeval
Perikel
Riskeer!
Verspeel!
Waag!
Wederwaardigheid
Zet op het spel!
PierrePierre.

¿Desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
?

¡PeroDoch
Echter
Maar
, por DiosGod
Godheid
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
!... -acepta(Het) aanvaardt
Accepteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Neem aan!
Ontvang!
Eve.

La matronaMatrone
Verloskundige
insisteDring aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardt
Volhard!
conDoor
Met
Per
Samen met
una leveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Ik rijs
Licht
Lichte
Rijst u!
impacienciaOngeduld
Reuzenbalsemien
Springzaad
:

LesHen
Hun
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
planteadoGepland
Gesteld
Ingesteld
Opgeworpen
Voorgesteld
una preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
precisaHeb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige
. DebenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
contestarlaAntwoorden
Antwoorden op
Beantwoorden
Verantwoorden
.

PierrePierre lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeraCollega una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
gozosamente interrogativaOndervragend
Ondervragende
Vragend
Vragende
.

Eve contestaAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Verantwoord!
afirmativamenteBevestigend conDoor
Met
Per
Samen met
la cabezaHoofd
Kop
Krop
.

EntoncesDan
Dus
Toen
PierrePierre, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
a la matronaMatrone
Verloskundige
, declaraBeken!
Betuig!
Declareer!
Erken!
Geef aan!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt een verklaring
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Leg een verklaring af!
Verklaar!
:

Por supuestoNatuurlijk
Uiteraard
Vanzelfsprekend
que queremosWij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
... SiendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
, queremosWij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
.

EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
-afirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
la matronaMatrone
Verloskundige
-. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
esoDat
Die
Zulks
complicaCompliceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze compliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ingewikkeld
Maak ingewikkeld!
enormementeBovenmatig
Buitengewoon
Enorm
Immens
Kolossaal
Ontzaglijk
Ontzettend
Reusachtig
Verschrikkelijk
Vreselijk
el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
.

PierrePierre, en un impulsoAandrang
Aandrift
Aandrijven
Bevorderen
Drang
Ik bevorder
Ik breng over
Ik drijf aan
Ik stimuleer
Ik zet aan tot
Impuls
Opwelling
Overbrengen
Stimuleren
Stuwing
, tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
el brazoArm de Eve. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, notandoAantekenend
Bemerkend
Merkend
Noterend
Opmerkend
Opschrijvend
Te boek stellend
la severaBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de la matronaMatrone
Verloskundige
,
se loDe
Hem
Het
U
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
.

En la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
que un funcionarioAmbtenaar
Beambte
Functionaris
Official
del RegistroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
CivilBurgerlijk
Burgerlijke
Civiel
Civiele
, la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
las preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen

reglamentariasReglementair
Reglementaire
.

SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Dumaine, ¿se consideraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt zich
Men beschouwt
ustedGij
U
destinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
?

Ja
Jawel
Wel
Zich
... -contestaAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Verantwoord!
tímidamenteVerlegen PierrePierre.

SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
de Charlier, ¿se consideraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt zich
Men beschouwt
ustedGij
U
destinadaBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
?

RuborizándoseBlozend
Zich schamend
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
casadaGehuwd
Gehuwde
Getrouwd
Getrouwde
In de echt verbonden
Uitgehuwelijkt
, Eve contestaAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Verantwoord!
:

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
...

La matronaMatrone
Verloskundige
se inclinaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een buiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nijgt
entoncesDan
Dus
Toen
sobre elOp de
Op het
registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
y, volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
las páginasBladzijden
Bladzijdes
Pagina's
, mascullaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prevelt binnensmonds
Prevel binnensmonds!
:

Camus... CeraWas... Charlor... Charlier... BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
... diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!
.. . diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!
... doDo... Dumaine... BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
,
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
en reglaLiniaal
Regel
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, legítimamente, el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
destinadoBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
. HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
un

errorAbuis
Afwijking
Dwaling
Fout
Vergissing
Verschil
en las anotacionesAantekeningen
Commentaren
Tekstverklaringen
de los nacimientosGeboorten
Geboortes
.

Eve y PierrePierre se sonríenZij/ze glimlachen felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
y confusosBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beschaamd
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Overtuigd
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
Verlegen gemaakt
Vermengd
Vernietigd
Verslagen
Verward
Verwisseld
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden se juntanMen voegt samen
Zij/ze komen samen
Zij/ze sluiten aan
Zij/ze sluiten zich aaneen
Zij/ze verenigen zich
furtivamente.

Eve se sienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
asombradaBevreemd
Verbaasd
Verbaasde
Verwonderd
. PierrePierre se muestraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
presuntuoso.

La matronaMatrone
Verloskundige
se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
 zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
 de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit
hacia atrásAchteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
y los examinaControleer!
Check!
Examineer!
Exploreer!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vist uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kijk na!
Lees af!
Onderzoek nauwkeurig!
Onderzoek!
Surveilleer!
Vis uit!
Vors!
Zie toe!
Zoek uit!
con atenciónAandachtig
Oplettend
Welwillend
a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via
susHaar
Hun
Uw
Zijn

impertinentesAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte
.

¡LindaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
! -dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
.

Y de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
vuelveDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk!
alNaar de
Naar het
libroBoek
Ik bevrijd
en queWaarin lesHen
Hun
U
leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las el artículoArtikel
Benodigdheid
Bijdrage
Geleding
Gelid
Gewricht
Handelsartikel
Knoop
Lid
Lidwoord
Opstel
Stuk
140. PeroDoch
Echter
Maar
estaDeze
Dit
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
un
resumenExcerperen
Excerpt
Overzicht
Resumé
Resumeren
Samenvatten
Samenvatting
Uittreksel
Zij/ze excerperen
Zij/ze resumeren
Zij/ze vatten samen
:

ÉstasDeze sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
las condicionesBepalingen
Conditie
Condities
Conditiën
Jij/je conditioneert
Omstandigheden
Voorwaarden
que deberánZij/ze zullen behoren te
Zij/ze zullen dienen
Zij/ze zullen horen
Zij/ze zullen in de
 schuld staan
Zij/ze zullen moeten
Zij/ze zullen schuldig zijn
Zij/ze zullen te danken
 hebben
Zij/ze zullen verplicht zijn
 om te
Zij/ze zullen verschuldigd zijn
cumplirGadeslaan
Jarig zijn
Nakomen
Naleven
Observeren
Toekijken
Toezien
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Volbrengen
Voltrekken
Waarnemen
. Regresarán aZij/ze zullen terugkeren naar
Zij/ze zullen terugkomen naar
la vidaHachje
Leven
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
olvidarAfleren
Vergeten
Verleren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de loDe
Hem
Het
U

vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
aquíAlhier
Hier
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
al cabo deNa
Na verloop van
veinticuatro24
Vierentwintig
horasTijden
Uren
consiguenZij/ze behalen
Zij/ze bereiken
Zij/ze halen in
Zij/ze krijgen
Zij/ze maken buit
Zij/ze reiken tot
Zij/ze slagen erin om
Zij/ze verkrijgen
Zij/ze vervolgen
Zij/ze verwerven
amarseElkaar liefhebben sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ningunaGeen enkel
Geen enkele
reservaBespreek!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Houd open!
Houd vrij!
Reservaat
Reserve
Reserveer!
Reservering
Teken in!
Zet apart
Zet weg!
niEn niet
Evenmin
Noch
limitaciónBegrenzen
Begrenzing
Beknotten
Beperken
Beperking
,
tendránZij/ze zullen bijhouden
Zij/ze zullen erop nahouden
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen houden
Zij/ze zullen vasthouden
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
a vivirLeven
Wonen
una completaCompleet
Complete
Completeer!
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Integraal
Integrale
Maak af!
Totaal
Totale
Vol
Voleind!
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Werk bij!
existenciaBestaan
Existentie
Zijn
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
.

DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, señalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
un relojEen klok despertadorWekker:

PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
en veinticuatro24
Vierentwintig
horasTijden
Uren
, es decirDat wil zeggen
Namelijk
, mañanaMorgen
Ochtend
a las diez10
Tien
y treinta30
Dertig
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven
...

Eve y PierrePierre miranZij/ze bekijken
Zij/ze blikken
Zij/ze blikken aan
Zij/ze kijken
Zij/ze kijken aan
Zij/ze kijken naar
Zij/ze kijken toe
Zij/ze schouwen
Zij/ze werpen een blik
Zij/ze werpen een blik
 op
Zij/ze zien toe
con angustiaAngstig
Beklemd
Benauwd
Smartelijk
el despertadorWekker.

...que entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
ustedesGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
 bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt
la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
mínimaGeringst
Geringste
Heel klein stukje
Kleinst
Kleinste
Minimum-
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige
desconfianzaArgwaan
Wantrouwen
... entoncesDan
Dus
Toen
tendrán que(Zij) zullen moeten
Zij/ze zullen behoren
Zij/ze zullen dienen
Zij/ze zullen horen
Zij/ze zullen moeten
venirKomen
Meekomen
a
vermeBekijken
Kijken
Zien
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
y retomaránZij/ze zullen hervatten
Zij/ze zullen weer opnemen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
nosotrosOns
We
Wij
. ¿EntendidoAangevoeld
Begrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Verstaan
Verstandig
Verstandige
?

En PierrePierre y Eve hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
una mezclaEen mengsel de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
y temorAngst
Beduchtheid
Vrees
, que se traduceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet over
Vertaal!
Zet over!
en una tímidaBedeesd
Bedeesde
Beschroomd
Beschroomde
Bevangen
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuchter
Schuchtere
Schuw
Schuwe
Timide
Verlegen
Vreesachtig
Vreesachtige

aquiescencia:

PerfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
.

AquíAlhier
Hier
, la matronaMatrone
Verloskundige
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
y pronunciaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Spreek uit!
Spreek!
Uit!
conDoor
Met
Per
Samen met
solemnidadPlechtigheid
Solemniteit
:

EntoncesDan
Dus
Toen
quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
unidosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd
.

LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, cambiando deWisselend van tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
, lesHen
Hun
U
tiendeBreid uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houd op!
Ontvouw!
Rek!
Spreid uit!
Spreid!
Steek uit!
Strek uit!
Strek!
la manoDe hand conDoor
Met
Per
Samen met
una sonrisaGlimlach
Glimlachen
:

MisMi's
Mijn
felicitacionesFelicitaties.

GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
-respondeAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Ben aansprakelijk!
Ben verantwoordelijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verantwoordelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Reageer!
Verantwoord!
PierrePierre.

HagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
votosGeloften
Geloftes
Stemmen
Stemmingen
por la felicidadHet geluk de ustedesGij
U
.

PierrePierre y Eve se inclinanZij/ze buigen
Zij/ze maken een buiging
Zij/ze nijgen
saludandoBegroetend
Groetend
agradecidosBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad
y, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
, tomadosAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
de la manoDe hand, se dirigenZij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om
Zij/ze richten zich tot

haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la puertaDeur
Poort
Portier
de salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
cohibidosGeremd
Geremde
Geïntimideerd
Geïntimideerde
Verlegen
.

PeroDoch
Echter
Maar
antes deAlvorens te
Voor
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
una dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling
:

DisculpeExcuseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Ik excuseer
Ik verontschuldig
Ik verschoon
Verontschuldigt u!
Verschoont u!
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
.. . PeroDoch
Echter
Maar
, ¿quéWat
Welke
van aZij/ze gaan naar pensarDenken los vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
nos(Aan) ons
Ons
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
regresarTerugbrengen
Terugkeren
Terugkomen
Wederkeren
Wederkomen
Weeromkomen
alláDaar?

¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tendremosWij zullen hebben
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen erop nahouden
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen houden
Wij/we zullen vasthouden
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de fantasmasFantomen
Geesten
Geestverschijningen
Schimmen
Spoken
Verschijningen
? -se inquietaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt onrustig Eve.

La matronaMatrone
Verloskundige
mueveBeweeg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert
Roer!
Verroer!
la cabezaHoofd
Kop
Krop
y cierraDoe dicht!
Doe op slot!
Doe toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Maak dicht!
Sluit af!
Sluit!
el registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen
.

Estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
tranquilosBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
. PondremosWij/we zullen aan de
 praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
 brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en queWaarin ustedesGij
U
murieronZij/ze gingen dood
Zij/ze overleden
Zij/ze stierven
Zij/ze verscheidden
Zij/ze versmachtten
.
NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
los tomará(Het) zal (aan)nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal accepteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afnemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal binnenkrijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal drinken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal innemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inslaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inslikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nuttigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oprapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opsnuiven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pakken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vatten
por seresWezenlijkheden
Wezens
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
.

GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
...

Eve y PierrePierre saludanZij/ze begroeten
Zij/ze groeten
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
. Y partenZij/ze breken af
Zij/ze delen
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan weg
Zij/ze splitsen
Zij/ze splitsen op
Zij/ze stappen op
Zij/ze starten
Zij/ze tijgen
Zij/ze verdelen
Zij/ze vertrekken
, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
unidasAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd
susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden.

EL CALLEJÓNSteeg Y LA PLAZAPlein
Zitplaats


EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
callejónSteeg dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
PierrePierre, alNaar de
Naar het
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
entrevistaBijeenkomst
Gegist
Gesprek
Half gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interviewt
Interview
Interview!
Interviewen
Meeting
Onderhoud
Onduidelijk gezien
Samenkomst
Vergadering
Vermoed
Vluchtig gezien
Vraaggesprek
conDoor
Met
Per
Samen met
la matronaMatrone
Verloskundige
, encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond

alNaar de
Naar het
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
que se leHaar
Hem
Het
U
ofrecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
de cicerone. Al finalTenslotte del callejónSteeg se divisaAfgebroken
Bespeur!
Devies
Gedeeld
Gesplitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Leus
Leuze
Lijfspreuk
Merk op!
Motto
Onderken!
Onderscheid!
Opgesplitst
Parool
Verdeeld
Wapenspreuk
la plazaPlein
Zitplaats
en la cualWaarin se
mezclanZij/ze gooien door elkaar
Zij/ze mengen
Zij/ze mixen
Zij/ze temperen
Zij/ze vermengen
Zij/ze verwarren
los vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige
y los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
.

PróximoAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
a la puertaDeur
Poort
Portier
, sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
en el guardacantón, el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
"a la esperaDe afwachting de
clientesAfnemers
Cliënten
Klanten
". MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
cercanoAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
a élHem
Hij
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
un obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
de unosVan zo´n cuarenta40
Veertig
añosJaren, puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
en cuclillas sobre unaOp een
gradaOpstap
Opstapje
Trede
Tree
Treeplank
.

PierrePierre y Eve salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
entrevistaBijeenkomst
Gegist
Gesprek
Half gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interviewt
Interview
Interview!
Interviewen
Meeting
Onderhoud
Onduidelijk gezien
Samenkomst
Vergadering
Vermoed
Vluchtig gezien
Vraaggesprek
conDoor
Met
Per
Samen met
la matronaMatrone
Verloskundige
y caminanZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
un trechoAfstand
Brokstuk
Fragment
Poos
Traject
.

El viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, que solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
los haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
de espaldasAchterover, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
los reconoceErken!
Geef toe!
Herken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze honoreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze identificeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkent
Honoreer!
Identificeer!
Onderken!
. LevantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend

rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
, lesHen
Hun
U
ofreceBied aan!
Bied te koop aan!
Bied!
Draag voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Loof uit!
Sla voor!
Stel voor!
conDoor
Met
Per
Samen met
exquisitoDelicaat
Delicate
Exquisiet
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Kostelijk
Kostelijke
Subliem
Sublieme
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verrukkelijk
Verrukkelijke
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
:

SeanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
bienvenidosWelkom
Welkome
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
nosotrosOns
We
Wij
.

PierrePierre y Eve se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
iniciaBegin!
Geef de stoot tot!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft de stoot
 tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het initiatief
 tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Neem het initiatief tot!
Wijd in!
una reverenciaBuiging
Nijging
Reverence
Strijkage
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering
, alNaar de
Naar het
reconocerlosErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
,
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
que dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
 steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u!
la reverenciaBuiging
Nijging
Reverence
Strijkage
inacabadaOnafgemaakt
Onafgemaakte
.

¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
! ¿EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
ustedesGij
U
? ¿Tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
reclamaciónBezwaarschrift
Claim
Eis
Eisen
Klacht
Reclameren
que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
?

¿Se acuerdaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert zich
de lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
preguntéIk vraagde
Ik vroeg
? -leHaar
Hem
Het
U
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
PierrePierre-. ¿SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt

a la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
? BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, nosotrosOns
We
Wij
volvemosWij brengen terug
Wij/we draaien
Wij/we draaien om
Wij/we draaien rond
Wij/we gaan terug
Wij/we gaan weer
Wij/we keren
Wij/we keren terug
Wij/we keren weder
Wij/we komen terug
Wij/we komen weder
Wij/we komen weerom
Wij/we lopen terug
Wij/we trekken terug
Wij/we wenden
Wij/we wentelen
Wij/we zwenken
.

Y hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
a Eve del brazoArm.

A susHaar
Hun
Uw
Zijn
espaldasRuggen, el obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
levantaBeur!
Haal op!
Hef op!
Hef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Kook op!
Richt op!
Sla op!
Til op!
Til!
Verhef!
Vestig!
Zet neer!
la cabezaHoofd
Kop
Krop
. Se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe
y se aproxima(Het) nadert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
alNaar de
Naar het
grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm
conDoor
Met
Per
Samen met
una

expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
de interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
y granGroot
Grote
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
.

¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale
? -inquiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoort op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Onderzoek!
Spoor op!
Vors na!
Vraag!
el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
.

NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, loDe
Hem
Het
U
concedeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft
Ken toe!
Verschaf!
el artículoArtikel
Benodigdheid
Bijdrage
Geleding
Gelid
Gewricht
Handelsartikel
Knoop
Lid
Lidwoord
Opstel
Stuk
140 -explica(Hij) legt uit
Beduid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheldert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Leg uit!
Licht toe!
Maak duidelijk!
Verhelder!
Verklaar!
Zet uiteen!
Eve-. NosotrosOns
We
Wij
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
destinadosBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

Los felicitoIk feliciteer
Ik wens geluk
sinceramenteOprecht -se complaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt zich el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
-. Iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
ofrecermeAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
guíaGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
, peroDoch
Echter
Maar
en
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
. ..

Y tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
una risaGelach
Lach
Lachen
comprensivaBegrijpend
Begrijpende
Omvattend
Omvattende
Tolerant
Tolerante
Veel omvattend
:

UstedGij
U
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
necesitaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hoeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal nodig hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toe zijn
 aan
de Me
Mij
..., señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
.

MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
divertidosAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Blij
Blije
Geamuseerd
Grappig
Grappige
Leuk
Leuke
Onderhouden
Opgevrolijkt
Opgewekt
Opgewekte
Vermaakt
Vermakelijk
Vermakelijke
Vrolijk
Vrolijke
, PierrePierre y Eve leHaar
Hem
Het
U
hacen un signoZij/ze duiden aan
Zij/ze geven aan
Zij/ze geven een teken
Zij/ze kenmerken
Zij/ze merken
Zij/ze tekenen
de amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
conDoor
Met
Per
Samen met
la manoDe hand. Y, alNaar de
Naar het
volverseOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
,
se encuentran conZij/ze komen tegen
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treden tegemoet
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan
el obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
que, esperanzado, lesHen
Hun
U
interrogaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagt
Ondervraag!
conDoor
Met
Per
Samen met
toscaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Tufsteen
timidezAngstvalligheid
Bedeesdheid
Beschroomdheid
Bevangenheid
Schroomvalligheid
Schuchterheid
Schuwheid
Verlegenheid
Vreesachtigheid
:

DiscúlpemeExcuseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Ik excuseer
Ik verontschuldig
Ik verschoon
Verontschuldigt u!
Verschoont u!
. . . ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
lo queDat wat
Wat
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
? ¿UstedesGij
U
vuelvenZij/ze draaien
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze gaan terug
Zij/ze gaan weer
Zij/ze keren
Zij/ze keren terug
Zij/ze keren weder
Zij/ze komen terug
Zij/ze komen weder
Zij/ze komen weerom
Zij/ze lopen terug
Zij/ze trekken terug
Zij/ze wenden
Zij/ze wentelen
Zij/ze zwenken
?

AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, camaradaGezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
-contestaAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Verantwoord!
PierrePierre-. ¿Por quéWaarom loDe
Hem
Het
U
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
?

YoEgo
Ik
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
pedirleBestellen
Vragen
, vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, un favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
. . .

SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se puedeMen kan...

BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
... YoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
dieciocho18
Achttien
mesesMaanden. Me
Mij
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
un amanteGeliefde
Maîtresse
Minnaar
Minnares
. BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
,
esoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
... PeroDoch
Echter
Maar
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
por miMi
Mijn
hijaDochter, de ocho8
Acht
añosJaren. El tipoDrukletter
Soort
Type
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ustedGij
U

pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
llevármelaAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
...

¿LeHaar
Hem
Het
U
pegaBak aan!
Beuk!
Hecht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Houw!
Klap!
Klop!
Lijm!
Mep!
Naai vast!
Plak vast!
Plak!
Plaksel
Ransel af!
Sla!
Tuig af!
Zet aan!
? -se dueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt Eve.

A cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
ratoPoos
Poosje
Tijdje
-respondeAntwoord op!
Antwoord!
Beantwoord!
Ben aansprakelijk!
Ben verantwoordelijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verantwoordelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordt
Reageer!
Verantwoord!
el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
-. Y todos losAlle díasDagen
Etmalen
loDe
Hem
Het
U
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
sin queZonder dat puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
...
MiMi
Mijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
loDe
Hem
Het
U
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
agarradaAangegrepen
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Dicht tegen elkaar aan
 geplakt
Gegrepen
Gepakt
Gevat
Opeengepakt
Opeengepakte
Ruzie
Vastgegrepen
Vastgehouden
Vastgepakt
a élHem
Hij
, ¿comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!
?...

PierrePierre leHaar
Hem
Het
U
palmeaApplaudisseer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze applaudisseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze juicht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt touw
Juich toe!
Klap!
Klim touw!
el hombroSchouder amistosamente:

Nos ocuparemos deWij/we zullen ons bezighouden
 met
tuJe
Jouw
chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje
.

¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
?. .. ¿LoDe
Hem
Het
U
van aZij/ze gaan naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
?

Se loDe
Hem
Het
U
prometemosWij/we beloven
Wij/we loven uit
Wij/we verzeggen
Wij/we zeggen toe
-aseguraAssureer!
Betuig!
Bevestig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Maak vast!
Stel veilig!
Verstevig!
Verzeker!
Zet vast!
Eve a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
-. ¿DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
?

En la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
Stanislas, númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
1313
Dertien
. YoEgo
Ik
me llamoIk heet
Ik word genoemd
Astruc. .. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se olvidaránZij/ze zullen afleren
Zij/ze zullen vergeten
Zij/ze zullen verleren
?

TeJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
prometidoBeloofd
Bruidegom
Galant
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd
-leHaar
Hem
Het
U
tranquilizaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stilt
Kalmeer!
Stel gerust!
Stil!
PierrePierre-. YoEgo
Ik
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
. BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast

que irnosGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
, miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
. . .

El obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
emocionadoOntroerd, retrocedeDeins terug!
Ga achteruit!
Ga terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deinst terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat achteruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
conDoor
Met
Per
Samen met
gestosGebaren
Gestes
torpesDrukkend
Drukkende
Grof
Grove
Log
Logge
Plomp
Plompe
Zwaar
Zware
y murmuraBrom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kabbelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klatert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kletst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mummelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Kabbel!
Klater!
Klets!
Mompel!
Mor!
Mummel!
Murmel!
Ruis!
Spreek kwaad!
:

GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
. . ., muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
. .. y que tengan suerteBoft u!
Heeft u geluk!
Treft u het!
Zij/ze boffen
Zij/ze hebben geluk
Zij/ze treffen het
Zij/ze zwijnen
Zwijnt u!
.

Se alejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich van un trechoAfstand
Brokstuk
Fragment
Poos
Traject
y queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
a PierrePierre y Eve conDoor
Met
Per
Samen met
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
de esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
y envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst
.

PierrePierre aprietaDraai aan!
Dring!
Druk aan
Druk aan!
Druk op!
Druk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prest
Knel!
Pers!
Pres!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeraCollega entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
brazosArmen.

EstánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
radiantesRadianten
Stralend
Stralende
de dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
.

¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
se llamaHeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt genoemd
ustedGij
U
? -leHaar
Hem
Het
U
preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
PierrePierre.

Eve. ¿Y ustedGij
U
?

PierrePierre.

Y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, inclinándoseBuigend
Een buiging makend
Nijgend
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
, la besaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoent
Kus!
Zoen!
.

SúbitamentePlotseling las lucesDe lichten se extinguenZij/ze sterven uit. PierrePierre y Eve noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que dos2
Do's
Twee
Tweede
siluetasSchaduwbeelden
Silhouetten
que, a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
,
desaparecenZij/ze verdwijnen completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
.

SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
el obreroArbeider
Arbeiders-
Werker
Werkkracht
Werkman
que agitaAgiteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Hits op!
Roer!
Rui op!
Schud!
Stook op!
Wind op!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
gorraMuts gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
conDoor
Met
Per
Samen met
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
:

¡Que tengan suerteBoft u!
Heeft u geluk!
Treft u het!
Zij/ze boffen
Zij/ze hebben geluk
Zij/ze treffen het
Zij/ze zwijnen
Zwijnt u!
!... ¡Que tengan suerteBoft u!
Heeft u geluk!
Treft u het!
Zij/ze boffen
Zij/ze hebben geluk
Zij/ze treffen het
Zij/ze zwijnen
Zwijnt u!
!...

EL CAMINOBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
DE LOS SUBURBIOSBuitenwijken

Sobre elOp de
Op het
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de las afuerasBuitenwijken
Jij/je ijkt
Jij/je keurt
Jij/je waarmerkt
Omgeving
Omstreken
Rand van de stad
, la ruedaHet wiel de la bicicletaFiets
Rijwiel
Stalen ros
Tweewieler
de PierrePierre, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
continúaGa door
Ga door!
Ga verder met!
Ga verder!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd aan!
Vervolg!
Zet voort!
dando vueltasOmdraaiend
Omkerend
Roerend
Ronddraaiend
Zich omkerend

en el vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
.

PierrePierre, extendidoAfgegeven
Gerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgesmeerd
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Verbreid
Vergroot
Verspreid
Wijder gemaakt
en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
rodeadoBegrepen
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan
por los obrerosArbeiders
Arbeiders-
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen
.

De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
se mueveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert zich
Men roert
y levantaBeur!
Haal op!
Hef op!
Hef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Kook op!
Richt op!
Sla op!
Til op!
Til!
Verhef!
Vestig!
Zet neer!
la cabezaHoofd
Kop
Krop
.

El jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
de los milicianosMilitanten vociferaBoog op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boogt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich voorstaan
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Laat je voorstaan op!
Schreeuw!
:

¡DespejenHeldert u op!
Zij/ze helderen op
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
!

PierrePierre haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
sacadoAfgedaan
Afgehaald
Afgelegd
Afgezet
Behaald
Eruit gehaald
Gehaald
Gehaald uit
Gehaald van
Gehoosd
Geput
Geschept
Naar buiten gebracht
Ontleend
Te voorschijn gehaald
Uitgedaan
Uitgehaald
Uitgekregen
Uitgetrokken
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sopor por estaDeze
Dit
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
. MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
y oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
a uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los obrerosArbeiders
Arbeiders-
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen
que gritaBalk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw!
:

¡AbajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
la miliciaMilitie!

Los dosAlle twee de
Allebei
Beide
milicianosMilitanten de la vanguardiaAanvalsspits
Avant-garde
Voorhoede
aprontan susHaar
Hun
Uw
Zijn
fusilesGeweren
Jij/je fusilleert
Jij/je schiet dood
ametralladorasMachinegeweren
Mitrailleurs
a una señalEen signaal del jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
,
que advierteBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwt
Merk op!
Merk!
Neem waar!
Waarschuw!
:

Por últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
lesHen
Hun
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
: ¡DespejenHeldert u op!
Zij/ze helderen op
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
!

SúbitamentePlotseling PierrePierre tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
concienciaBewustzijn
Geweten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bewust
Maak bewust!
del peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
, se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe
y ordena aBeveel te!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt te
susHaar
Hun
Uw
Zijn
camaradasGezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
:

¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
! ¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
! ¡NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
de estupidecesDomheden
Stompzinnigheden
!

AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
se apresuranZij/ze haasten zich
Zij/ze maken haast
Zij/ze maken spoed
Zij/ze maken voort
Zij/ze spoeden zich
alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom
PierrePierre y loDe
Hem
Het
U
sostienenZij/ze beweren
Zij/ze dragen
Zij/ze onderhouden
Zij/ze ondersteunen
Zij/ze ruggensteunen
Zij/ze schoren
Zij/ze schragen
Zij/ze verzekeren
, mientrasTerwijl otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort

enfrentandoConfronterend
Het hoofd biedend
Het hoofd biedend aan
a los milicianosMilitanten armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet
de piedrasHagels
Stenen
y herramientasGereedschap
Gereedschappen
Gerei
Instrumenten
Middelen
Outillage
Werktuigen
de trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
.

PierrePierre insisteDring aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volhardt
Volhard!
irritadoAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd
:

DespejenHeldert u op!
Zij/ze helderen op
, carambaTjonge jonge
Verdorie
... ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
que lesHen
Hun
U
van aZij/ze gaan naar acribillar?

Con desganaLusteloos, los obrerosArbeiders
Arbeiders-
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen
se apartanMen zet apart
Zij/ze gaan uit de
 weg
Zij/ze scheiden
Zij/ze trekken zich terug
Zij/ze verwijderen zich
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
.

Las piedrasHagels
Stenen
caen deZij/ze vallen van las manosDe handen. Los fusilesGeweren
Jij/je fusilleert
Jij/je schiet dood
ametralladorasMachinegeweren
Mitrailleurs
se bajanZij/ze bukken zich
Zij/ze stappen uit
. Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los obrerosArbeiders
Arbeiders-
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen

recogeHaal binnen!
Haal op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelt
Raap op!
Raap!
Verzamel!
la bicicletaFiets
Rijwiel
Stalen ros
Tweewieler
de PierrePierre.

AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
el jefeAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Hoofd
Leider
Meerdere
Opperhoofd
Superieur
de los milicianosMilitanten ordena aBeveel te!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt te
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
:

¡De frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
, marchenLoopt u!
Marcheert u!
Zij/ze lopen
Zij/ze marcheren
!

El destacamentoAfdeling
Depot
Detachement
Militair depot
Team
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
, se alejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich van, y el ritmoRitme
Tempo
pesadoAfgewogen
Afwegen
Drukkend
Drukkende
Gewogen
Het gewicht bepaald
Lastpost
Log
Logge
Plomp
Plompe
Vermoeiend
Vermoeiende
Vervelend persoon
Wegen
Zwaar
Zwaar geweest
Zware
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan
se extingueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft uit paulatinamente.

EL DORMITORIOSlaapkamer
Slaapzaal
DE EVE

En el dormitorioSlaapkamer
Slaapzaal
de Eve, la manoDe hand de André cubre(Hij) bedekt
Bedek
Bedek!
Beleg!
Bescherm!
Dek toe!
Dek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
conDoor
Met
Per
Samen met
la mantaDeken
Duivelsrog
Plaid
Rog
de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
.

André se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe
con lentitudLangzaam
Traag
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
hábilmenteBekwaam
Handig
compuestaBijeengevoegd
Composiet
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samengesteldbloemige
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la de un maridoEchtgenoot
Gemaal
Man

desconsoladoBedroefd
Mistroostig gemaakt
Ontroostbaar gemaakt
Troosteloos gemaakt
. PeroDoch
Echter
Maar
de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
se demuda. PalideciendoBleek wordend, fijaBepaal!
Bepaald
Bepalend
Bepalende
Bevestig!
Bevestigd
Fixeer!
Gefixeerd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Maak vast!
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Plak vast!
Rek
Rekstok
Star
Starre
Stel vast!
Vast
Vaste
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld
suHaar
Hun
Uw
Zijn
miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
en la
cabeceraHoofdeind del lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
.

Eve haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
un estremecimientoHuiveren
Huivering
Rillen
. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
abreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open!
los ojosKijkers
Ogen
y los clavaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Knots
Sla in!
Wapenstok
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
, que la
miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hipnotizadoGebiologeerd
Gehypnotiseerd
.

Lucette, arrodilladaGedaan knielen alNaar de
Naar het
bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom
de la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde
, tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
la caraDe kant
De zijde
hundidaGedeprimeerd
Gedeprimeerde
Ondergeduwd
Terneergeslagen
Verzonken
en las cobijasJij/je bedekt
Jij/je herbergt
Jij/je huisvest
y sollozaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snikt
Snik!
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn

manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
aprietaDraai aan!
Dring!
Druk aan
Druk aan!
Druk op!
Druk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prest
Knel!
Pers!
Pres!
la de suHaar
Hun
Uw
Zijn
hermanaZus
Zuster
. La miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
de Eve se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
Lucette y de
nuevoNieuw
Nieuwe
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
, mientrasTerwijl susHaar
Hun
Uw
Zijn
labiosLippen esbozanZij/ze ontwerpen
Zij/ze schetsen
Zij/ze stippelen uit
una especieAangelegenheid
Soort
de terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
sonrisaGlimlach
Glimlachen
, que quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!

decirOpgeven
Spreken
Zeggen
: "YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
loDe
Hem
Het
U
vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
muertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht
...".

EL CAMINOBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
DELOSDelos SUBURBIOSBuitenwijken

En la orillaBand
Boord
Kant
Korst
Kust
Oever
Rand
Stootkant
Wal
Waterkant
Zoom
del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
, PierrePierre, de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, se apoya(Het) wordt gesteund
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leunt
en PauloPau. AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
obrerosArbeiders
Arbeiders-
Werkers
Werkkrachten
Werklieden
Werklui
Werkmannen
loDe
Hem
Het
U
rodeanZij/ze begrijpen
Zij/ze gaan om
Zij/ze gaan rond
Zij/ze omgeven
Zij/ze omgeven met
Zij/ze omringen
. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

observanZij/ze bemerken
Zij/ze kijken toe
Zij/ze merken
Zij/ze merken op
Zij/ze nemen waar
Zij/ze observeren
Zij/ze slaan gade
Zij/ze zien toe
a los milicianosMilitanten que van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
desapareciendoVerdwijnend a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
.

PauloPau, conDoor
Met
Per
Samen met
un granGroot
Grote
suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht
de alivioIk lenig
Ik lucht op
Ik verlicht
Ik verzacht
Lenigen
Opluchten
Verlichten
Verzachten
, se vuelve aMen herhaalt PierrePierre:

MeMe
Mij
hicisteJij/je bedreef
Jij/je bracht uit
Jij/je deed
Jij/je maakte
Jij/je maakte aan
Jij/je richtte uit
Jij/je voerde uit
asustarLaten schrikken
Opschrikken
Schrik aanjagen
Schrikken
Verontrusten
Verschrikken
, viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
... Creí queIk dacht dat teJe
Jou
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
...

Los circunstantes experimentanZij/ze beleven
Zij/ze ervaren
Zij/ze experimenteren
Zij/ze maken door
Zij/ze ondervinden
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que estuporStomverbaasdheid, ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
malestarBedruktheid
Naarheid
Onbehaaglijkheid
. EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond
, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer

del peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
que acabanZij/ze besluiten
Zij/ze beëindigen
Zij/ze eindigen
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken af
Zij/ze maken op
Zij/ze maken uit
Zij/ze sluiten af
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verdoen
Zij/ze verklungelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vermorsen
Zij/ze verspillen
Zij/ze voleindigen
Zij/ze werken af
Zij/ze werken uit
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
de la extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
resurrecciónOpstaan
Opstanding
Opwekken
Verrijzen
Verrijzenis
de PierrePierre.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->