El BlackBlack SwanSwan eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una posadaGeposeerd
Gezeten
Herberg
Logement de ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep situadaGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd en High Street, a muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige distanciaAfstand
Eind
End de la estaciónHalte
Jaargetij
Jaargetijde
Seizoen
Statie
Station
Stationsgebouw,
y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille aguardándonos. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had reservadoBesproken
Geboekt
Gereserveerd
Gereserveerde
Ingetekend
Opengehouden
Vrijgehouden
Weggezet una habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning y nuestroOns
Onze
Van ons almuerzoIk gebruik het middagmaal
Ik lunch
Lunch
Lunchen nos(Aan) ons
Ons esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit en la
mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je me alegroIk verheug me de que hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn venidoGekomen
Meegekomen! --dijo fervientemente-Vurig-. Los dosAlle twee de
Allebei
Beide hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer amablesAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke. LesHen
Hun
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg de verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! quéWat
Welke hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren. SusHaar
Hun
Uw
Zijn consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast un valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij.
Por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed, explíquenosBeduidt u!
Legt u uit!
Licht u toe!
Maakt u duidelijk!
Verheldert u!
Verklaart u!
Zet u uiteen!
Zij/ze beduiden
Zij/ze leggen uit
Zij/ze lichten toe
Zij/ze maken duidelijk
Zij/ze verhelderen
Zij/ze verklaren
Zij/ze zetten uiteen lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen.
EsoDat
Die
Zulks haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren, y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon que me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb prometidoBeloofd
Bruidegom
Galant
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking antes deAlvorens te
Voor
las tres3
Drie. MeMe
Mij dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! venirKomen
Meekomen alaSlingerarm
Vlerk
Vleugel ciudadPlaats
Stad esta mañanaVanmorgen
Vanochtend, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige se imaginaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor a quéWat
Welke heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb venidoGekomen
Meegekomen.
OigámosloLaten we horen
Laten we vernemen
Laten we verstaan
Wij/we horen
Wij/we vernemen
Wij/we verstaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle por rigurosoRigoureus
Rigoureuze ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde --dijo Holmes, estirandoStrekkend
Uitrekkend
Uitrollend (van deeg)
Uitstrekkend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el fuegoVuur susHaar
Hun
Uw
Zijn largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde y delgadasDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen y disponiéndose aZich gereedmakend
Zich klaarmakend escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren.
En primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst, puedoIk kan
Ik mag decirOpgeven
Spreken
Zeggen que, en conjuntoComplet
Complex
Ensemble
Geheel
Inrichting
Set
Stel
Stelletje
Troep
Verzameling, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer y la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij tratanZij/ze bejegenen
Zij/ze beredeneren
Zij/ze betitelen
Zij/ze drijven handel
Zij/ze gaan om met
Zij/ze handelen
Zij/ze handelen over
Zij/ze hanteren
Zij/ze hebben in handen
Zij/ze maken in orde
Zij/ze maken uit
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen
Zij/ze schelden uit
Zij/ze spreken aan
Zij/ze trachten
Zij/ze verzorgen
Zij/ze zetten uiteen malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte. Es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid decirloOpgeven
Spreken
Zeggen. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille conDoor
Met
Per
Samen met ellosHen
Ze
Zij.
¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entiendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Snap!
Vat!
Versta!
Voel aan!?
Los motivosAanleidingen
Beweegredenen
Drijfveren
Motieven
Redenen
Termen de suHaar
Hun
Uw
Zijn conductaGedrag
Houding
Wandel. PeroDoch
Echter
Maar se loDe
Hem
Het
U voy aIk ga naar contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand. CuandoAls
Tijdens
Wanneer lleguéIk arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket
meMe
Mij recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde aquíAlhier
Hier y meMe
Mij llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde en suHaar
Hun
Uw
Zijn cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon a Copper Beeches. TalDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals élHem
Hij habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en un sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
preciosoKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle, peroDoch
Echter
Maar la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! en síJa
Jawel
Wel
Zich noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un bloqueBlok
Huizenblok cuadradoCarré
Kwadraat
Ruitje
Vak
Vierkant
Vierkante y grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, encaladoGewit peroDoch
Echter
Maar todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt
por la humedadVochtigheid y la intemperie. A suHaar
Hun
Uw
Zijn alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand bosquesBossen
Wouden por tres3
Drie ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten, y por el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand un campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld en
cuesta(Het) kost
Glooiing
Helling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt iets moeilijk
Kost!
Vind iets moeilijk!, que bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg de SouthamptonSouthampton, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt una curvaBocht
Buig krom!
Buig!
Curve
Gebogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Krom
Krom!
Kromme
Verbuig! a unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n cien100
Honderd yardasYards de la puertaDeur
Poort
Portier
principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind terrenoGebied
Terrein de delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer pertenece aBehoor toe!
Behoor tot!
Behoor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, peroDoch
Echter
Maar los bosquesBossen
Wouden de alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom formanZij/ze formeren
Zij/ze gaan aan
Zij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
Zij/ze vormen parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de las
propiedadesBezittingen
Boerderijen
Eigendommen
Eigendomsrechten
Eigenschappen
Goederen
Landgoederen de lordLord Southerton. Un conjuntoComplet
Complex
Ensemble
Geheel
Inrichting
Set
Stel
Stelletje
Troep
Verzameling de hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt cobrizas plantadasAangeplant
Geplant
Gepoot frente aTegenover
Vergeleken met
Versus la puertaDeur
Poort
Portier delanteraAntecedent
Voor-
Voorgaande
Vooropgaand
Vooropgaande
Voorpand
Voorstuk daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam a la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
'El propioEigen señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer amableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Geliefd
Geliefde
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke como de costumbreZoals gewoonlijk, conducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde el carricoche, y aquellaDat
Die
Diegene tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u! meMe
Mij
presentó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor aan suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon y alNaar de
Naar het niñoJongen
Kind. La conjeturaGis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Vermoed!
Vermoeden que nos(Aan) ons
Ons parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke alláDaar en suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de Baker Street
resultó(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes. La señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon calladaGezwegen
Stil
Stille
Verzwegen y pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale, muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille que suHaar
Hun
Uw
Zijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llegaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aankomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanlanden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal arriveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdrijven a los treinta30
Dertig añosJaren, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el maridoEchtgenoot
Gemaal
Man noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd de cuarenta40
Veertig y
cinco5
Vijf. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb deducido deAfgeleid van susHaar
Hun
Uw
Zijn conversacionesConversaties
Gesprekken que llevan(Zij) dragen
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren casadosGehuwd
Gehuwde
Getrouwd
Getrouwde
In de echt verbonden
Uitgehuwelijkt unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n siete7
Zeven añosJaren, que élHem
Hij eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was viudoWeduwe
Weduwnaar cuandoAls
Tijdens
Wanneer se
casóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbond in de
echt con ellaDaarmee, y que la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke descendenciaAfkomst
Afstamming
Herkomst
Komaf
Nageslacht
Oorsprong que tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was esaDat
Die hijaDochter que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en
Filadelfia. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei confidencialmente que se marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soportabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdroeg
Ik verdroeg a suHaar
Hun
Uw
Zijn madrastraStiefouder.
Dado queAangenomen dat
Aangezien
Gesteld dat
Verondersteld dat la hijaDochter tendríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vasthouden
Ik zou bijhouden
Ik zou erop nahouden
Ik zou hebben
Ik zou houden
Ik zou vasthouden por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste veinte20
Twintig añosJaren, me imaginoIk stel me voor perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt que se sintieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde zich incómodaOncomfortabel
Oncomfortabele
Ongemakkelijk
Ongemakkelijke conDoor
Met
Per
Samen met
la jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw de suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader.
'La señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket meMe
Mij parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer anodinaAlledaags
Alledaagse de menteGeest
Verstand comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij cayóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer niEn niet
Evenmin
Noch bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart niEn niet
Evenmin
Noch malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestond
Ik bestond. Se notaAantekening
Bemerk!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan! a primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht que sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer! devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid por suHaar
Hun
Uw
Zijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man y suHaar
Hun
Uw
Zijn hijito. SusHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen grisesGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
pasabanZij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend del uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, pendienteAanhangig
Aanhangige
Hanger
Helling
Oorbel
Oorhanger
Oorring de susHaar
Hun
Uw
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus mínimosGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimumtemperaturen
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten y anticipándose a ellosHen
Ze
Zij sipodía. ÉlHem
Hij la tratabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejegende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beredeneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betitelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef handel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had in handen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelde over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hanteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schold uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Ik bejegende
Ik beredeneerde
Ik betitelde
Ik dreef handel
Ik ging om met
Ik had in handen
Ik handelde
Ik handelde over
Ik hanteerde
Ik maakte in orde
Ik maakte uit
Ik poogde
Ik probeerde
Ik schold uit
Ik sprak aan
Ik trachtte
Ik verzorgde
Ik zette uiteen con cariñoLiefdevol
Toegewijd
Zorgzaam, a suHaar
Hun
Uw
Zijn maneraManier
Trant
Wijze vocinglera y exuberanteGoed ontwikkeld
Overvloedig
Overvloedige
Weelderig
Weelderige, y en conjuntoComplet
Complex
Ensemble
Geheel
Inrichting
Set
Stel
Stelletje
Troep
Verzameling parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
als una parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke. Y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, estaDeze
Dit mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast una penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet secretaClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Scheid af!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte. A menudoAf en toe
Dikwijls
Gedurig
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt sumidaBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt en profundosDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes, conDoor
Met
Per
Samen met una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze tristísima en el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet. MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de una vezIn één keer la heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sorprendidoBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend. A vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb pensadoGedacht que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el carácterAard
Geaardheid
Karakter de suHaar
Hun
Uw
Zijn hijoKind
Zoon lo queDat wat
Wat la preocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde zorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte ongerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Ik baarde zorgen
Ik benauwde
Ik maakte ongerust
Ik verontrustte, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende jamásNimmer
Nooit en miMi
Mijn vidaHachje
Leven heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde criaturaCreatuur
Schepsel
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus malcriada y conDoor
Met
Per
Samen met peoresErger
Ergere
Slechter
Slechtere instintosAandriften
Instincten. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! suHaar
Hun
Uw
Zijn edadLeeftijd
Ouderdom, conDoor
Met
Per
Samen met una cabezaHoofd
Kop
Krop desproporcionadamente
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime. TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! transcurrirOmkomen
Overgaan
Vergaan
Verlopen
Verstrijken en una alternanciaAlternantie
Alterneren de rabietasWoedeaanvallen salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste eEn intervalosIntervallen
Tussenpozen
Tussenruimten
Tussenruimtes
Tussentijden de negraZwart
Zwarte
melancolíaDroefgeestigheid
Melancholie
Weemoed
Zwaarmoedigheid. SuHaar
Hun
Uw
Zijn únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke conceptoBegrip
Concept
Denkbeeld
Gedachte
Idee
Mening
Oordeel
Opzicht
Spreuk
Vernuftig
Vernuftige de la diversiónAfleiden
Amusement
Amuseren
Onderhouden
Opvrolijken
Schik
Vermaak
Vermaken
Verstrooien parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! consistir enBerusten op
Bestaan uit
Gegrond zijn op
Het gevolg zijn van
Liggen aan
Opgesloten zijn in
Steunen op hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen a cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook criaturaCreatuur
Schepsel másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
que élHem
Hij, y despliegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwikkelt
Ontplooi!
Ontwar!
Ontwikkel! un considerableAanmerkelijk
Aanmerkelijke
Aanzienlijk
Aanzienlijke
Belangrijk
Belangrijke
Geruim
Geruime
Gevoelig
Gevoelige talentoAanleg
Begaafdheid
Gave
Talent paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el acechoBelagen
Beloeren
Bespieden
Bespioneren
Ik belaag
Ik beloer
Ik bespied
Ik bespioneer
Ik spied
Ik spioneer
Ik sta op de
uitkijk
Ik verspied
Spieden
Spioneren
Verspieden y capturaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Krijg beet!
Neem beet!
Pak vast!
Pak!
Vang!
Vat! de ratonesMuizen, pajarillos eEn insectosInsecten. PeroDoch
Echter
Maar
prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hablarConverseren
Praten
Spreken del niñoJongen
Kind, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes, que en realidadRealiteit
Werkelijkheid tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige que verBekijken
Kijken
Zien conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal.
MeMe
Mij gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin! oírHoren
Vernemen
Verstaan todos losAlle detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein --comentó miMi
Mijn amigo-Amicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind-, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals leHaar
Hem
Het
U parecen(Zij) lijken op
Zij/ze hebben het uiterlijk
van
Zij/ze komen over
Zij/ze komen voor
Zij/ze lijken
Zij/ze schijnen
Zij/ze schijnen toe
Zij/ze staan tegenover
Zij/ze vinden
Zij/ze zien er uit
Zij/ze zien er uit
als relevantesRelevant
Relevante como siAlsof noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank.
ProcuraréIk zal me beijveren
Ik zal moeite doen
Ik zal pogen
Ik zal proberen
Ik zal streven
Ik zal trachten
Ik zal uitreiken
Ik zal verschaffen
Ik zal verstrekken
Ik zal zoeken
Ik zal zorgen dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank omitirStilzwijgend voorbijgaan
Weglaten nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid. LoDe
Hem
Het
U únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke desagradableOnaangenaam
Onaangename de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, que meMe
Mij llamó la atenciónHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aandacht
nada másNiet meer llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen y conductaGedrag
Houding
Wandel de los sirvientesBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Knechten
Knechts. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend dos2
Do's
Twee
Tweede, maridoEchtgenoot
Gemaal
Man y mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon. Toller, que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig se
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent toscoBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige y groseroBrutaal
Brutale
Grof
Grove
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Lomperik
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige, conDoor
Met
Per
Samen met peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil y patillasBakkebaard
Bakkebaarden
Watermeloenen grisesGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze, y que huele(Het) ruikt
Geur!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruikt
Riek!
Ruik! constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker a licorLikeur
Sterke drank. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta dos vecesTwee keer
Tweemaal completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte, peroDoch
Echter
Maar el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen. SuHaar
Hun
Uw
Zijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven y fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware, conDoor
Met
Per
Samen met caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle avinagradaAzijnachtig
Azijnachtige
Gedaan verzuren, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer calladaGezwegen
Stil
Stille
Verzwegen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket,
peroDoch
Echter
Maar muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd tratable. SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn una parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer desagradableOnaangenaam
Onaangename, peroDoch
Echter
Maar afortunadamenteGelukkig
Gelukkigerwijs me pasoIk ga heel ver
weg in ruimtelijke zin
Ik ga te ver
in figuurlijke zin la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd en el cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning del niñoJongen
Kind y en el míoMijne
Van mij, que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij otroAnder
Andere
Nog een
Nog één en una esquinaBuitenhoek
Hoek
Straathoek del edificioBouwsel
Bouwwerk
Constructie
Gebouw
Perceel.
'Los dosAlle twee de
Allebei
Beide primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke díasDagen
Etmalen después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over miMi
Mijn llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven a Copper Beeches, miMi
Mijn vidaHachje
Leven transcurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille; alNaar de
Naar het
tercer3e
Derde díaDag
Etmaal, la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket bajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens del desayunoIk ontbijt
Ontbijt
Ontbijten y leHaar
Hem
Het
U susurróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mompelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze murmelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritselde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruiste algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat alNaar de
Naar het oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan a suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man.
'--Oh, síJa
Jawel
Wel
Zich --dijo élHem
Hij, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor mí-Me
Mij-. LeHaar
Hem
Het
U estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer agradecidosBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster HunterHunter, por accederBinnengaan
Goedvinden
Het eens zijn
Toegeven
Toestemmen a
nuestrosOnze
Van ons caprichosBevliegingen
Buien
Capriccio's
Grillen
Kuren
Nukken
Spelingen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot de cortarseLaten knippen
Schiften el peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil. VeamosLaten we bekijken
Laten we kijken
Laten we zien
Wij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je leHaar
Hem
Het
U sientaBoek!
Doe zitten!
Gevoelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik gevoel
Ik merk
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Merkt u!
Stel op!
Stel voorop!
Teken aan!
Voelt u aan!
Voelt u!
Wordt u gewaar!
Zet neer! el vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur eléctricoElektrisch
Elektrische.
LoDe
Hem
Het
U encontraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontmoeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegemoet treden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal treffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vinden extendidoAfgegeven
Gerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgesmeerd
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Verbreid
Vergroot
Verspreid
Wijder gemaakt sobre laOp de
Op het camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde de suHaar
Hun
Uw
Zijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast la bondadGoedheid de ponérseloAandoen
Aantrekken
Insmeren
Opdoen
Smeren
Worden
Zich aankleden
Zich aanstellen se loDe
Hem
Het
U
agradeceremosWij/we zullen bedanken
Wij/we zullen bedanken voor
Wij/we zullen dank betuigen
Wij/we zullen dankbaar zijn
Wij/we zullen dankbaar zijn
voor
Wij/we zullen danken
Wij/we zullen te danken
hebben muchísimoZeer veel.
'El vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed que encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond esperándome teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast una tonalidadTonaliteit azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige. El materialGrondstof
Materiaal
Materieel
Materiële eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, una especieAangelegenheid
Soort de lanaWol crudaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige, peroDoch
Echter
Maar presentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
Ik belichtte
Ik bood aan
Ik bracht uit
Ik diende in
Ik etaleerde
Ik presenteerde
Ik schonk
Ik stalde uit
Ik stelde bloot
Ik stelde tentoon
Ik stelde voor
Ik vertoonde
Ik zette uiteen señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens inequívocas de haberBezitting
Hebben
Zijn sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden usadoAangewend
Afgewerkt
Afgewerkte
Benut
Beschikt over
Gebruikt
Gebruikte
Gedisponeerd
Verbruikt
Verbruikte
Versleten. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever niEn niet
Evenmin
Noch aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al meMe
Mij loDe
Hem
Het
U hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet a la medidaDe maat. TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket
se mostraronZij/ze lieten zich zien
Zij/ze vertoonden zich tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer encantadosAfgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide alNaar de
Naar het vermeBekijken
Kijken
Zien con élDaarmee, que meMe
Mij parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als que exagerabanZij/ze chargeerden
Zij/ze dikten aan
Zij/ze overdreven en suHaar
Hun
Uw
Zijn vehemenciaHeftigheid
Hevigheid
Onstuimigheid
Vuur. Estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
aguardándome en la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, que ocupaBekleed!
Besla!
Betrek!
Bewaar!
Bewoon!
Bezet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervult
Houd bezig!
Neem in beslag!
Vervul! la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde delanteraAntecedent
Voor-
Voorgaande
Vooropgaand
Vooropgaande
Voorpand
Voorstuk de la
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, conDoor
Met
Per
Samen met tres3
Drie ventanalesKerkramen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem. CercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks del ventanalGroot venster
Kerkraam del centroBinnenste
Centreren
Centrum
Ik bepaal de middelas
van
Ik breng tot het
middelpunt
Ik centreer
Middelmaat
Middelpunt
Midden habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren instaladoAangebracht
Aangelegd
Gefit
Gesticht
Gevestigd
Geïnstalleerd
Ingericht
Opgericht una sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel, conDoor
Met
Per
Samen met el
respaldoDrager
Ik rugsteun
Ik steun
Ik teken op de
rugzijde van een papier aan
Leuning
Rugleuning
Steun
Stut haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg. MeMe
Mij pidieronZij/ze bedelden
Zij/ze bestelden
Zij/ze riepen in
Zij/ze verlangden
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vraagden om
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan
Zij/ze vroegen om que me sentaraIk ging zitten
Ik nam plaats
Ik zette
Ik zette me en ellaHaar
Ze
Zij y, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a
pasearAan de wandel zijn
Lopen
Tippelen
Wandelen de un extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één de la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning contándome algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige de los chistesGeestigheden
Jij/je antwoordt
Kwinkslagen
Moppen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus graciososAardig
Aardige
Bevallig
Bevallige
Gracieus
Gracieuze
Grappig
Grappige
Lief
Lieve
Sierlijk
Sierlijke que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
en miMi
Mijn vidaHachje
Leven. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se puedeMen kan imaginarBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen loDe
Hem
Het
U cómicoAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Grappig
Grappige
Koddig
Koddige
Komiek
Komisch
Komische
Leuk
Leuke
Moppig
Moppige
Vermakelijk
Vermakelijke que estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat; me reíIk lachte hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn agotadaAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, la
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket, que evidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast sentido del humorGevoel voor humor, ni siquieraZelfs niet llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a sonreírGlimlachen; se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen en el regazoBoezem
Schoot y una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze de tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid y ansiedadAngst
Benauwdheid
Spanning en el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet. Al cabo deNa
Na verloop van una horaTijd
Uur,
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige más o menosMeer of minder
Ongeveer, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket comentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze becommentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commentarieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte opmerkingen de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was horaTijd
Uur de iniciarBeginnen
De stoot geven tot
Het initiatief nemen tot
Inleiden
Inwijden las tareasHuiswerken
Karweien
Klussen
Opgaven
Taken cotidianasAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagelijks
Dagelijkse y
que debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd cambiarmeAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen de vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed y acudirAfgaan op
Afkomen op
Gaan naar
Toelopen
Toeschieten
Toesnellen alNaar de
Naar het cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning del pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne Edward.
'Dos2
Do's
Twee
Tweede díasDagen
Etmalen despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve representaciónAanbieden
Indienen
Opvoeren
Opvoering
Presenteren
Representatie
Uitbeelden
Uitvoering
Vertegenwoordigen
Vertonen
Voorstellen, en circunstanciasOmstandigheden exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort. Una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus me cambiéIk verkleedde me de vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed, volví aIk ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar sentarmeAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen en la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel y volví aIk ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar partirmeAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan de risaGelach
Lach
Lachen conDoor
Met
Per
Samen met los graciosísimos
chistesGeestigheden
Jij/je antwoordt
Kwinkslagen
Moppen de miMi
Mijn patrónAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Meester
Opperhoofd
Patroon
Sjabloon, que parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! poseerBeheersen
Bezitten
Erop nahouden
Grondig kennen
Hebben
Rijk zijn un repertorioRepertoire inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid y los cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze inimitable. A
continuaciónAanhouden
Doorgaan
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten
Voortzetting, meMe
Mij entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe una novelaRoman de tapasBedekkingen
Borrelhapjes
Canapés
Deksels
Hapjes
Jij/je bedekt
Jij/je belegt
Jij/je dekt
Jij/je dekt toe
Jij/je dicht
Jij/je maakt dicht
Jij/je stopt
Jij/je stopt toe
Jij/je stopt vol
Jij/je verstopt
Kaften
Kappen
Omslagen
Tapa's
Tapas amarillasGeel
Gele y, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over correrHardlopen
Hollen
Racen
Rennen
Snellen
Sprinten
Stromen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat miMi
Mijn sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant, de maneraManier
Trant
Wijze
que miMi
Mijn sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cayeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel neer
Ik geraakte
Ik liet vallen
Ik verschoot
Ik verviel
Ik viel
Ik viel af
Ik viel neer sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las páginasBladzijden
Bladzijdes
Pagina's, meMe
Mij pidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om que leHaar
Hem
Het
U leyeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las
Ik las en voz altaHardop
Luid. LeíIk las duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n diez10
Tien
minutosMinuten, comenzandoAanbindend
Aanbrekend
Aanvangend
Beginnend
Beginnend met
Ingaand en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van un capítuloChapiter
Hoofdstuk
Kapittel, y de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, a mitadHelft de una fraseFrase
Volzin
Zin
Zinsnede, meMe
Mij ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende que loDe
Hem
Het
U dejaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde y
que me cambiaraIk verkleedde me de vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed.
'Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ustedGij
U imaginarseZich voorstellen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes, la curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid que yoEgo
Ik sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij del significadoBeduid
Betekend
Betekenis
Gestaan voor
Portee
Significantie
Zin de estasDeze
Dezen
extravagantesBelachelijk
Belachelijke
Buitenissig
Buitenissige
Buitensporig
Buitensporige
Extravagant
Extravagante
Gek
Gekke
Grillig
Grillige
Lachwekkend
Lachwekkende
Mal
Malle
Ridicule
Ridicuul
Zot
Zotte representacionesOpvoeringen
Representaties
Uitvoeringen. Me diIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de que siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend poníanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid en queWaarin yoEgo
Ik estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was de
espaldasRuggen a la ventanaRaam
Venster, y empecéIk begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan a consumirmeConsumeren
Eten
Opeten
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Slopen
Verbruiken
Verorberen
Verteren de ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint de verBekijken
Kijken
Zien lo queDat wat
Wat ocurríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
hand a misMi's
Mijn espaldasRuggen. Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
meMe
Mij parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten, peroDoch
Echter
Maar prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast se meMe
Mij ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand una maneraManier
Trant
Wijze de conseguirloBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven. Se me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
iemand aan de stok
Ik mat me met
iemand rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken el espejito
de bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak y esoDat
Die
Zulks meMe
Mij dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent! de esconderOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen un pedacitoStukje de espejoSpiegel en el pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek. A la siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak, en
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de una carcajadaSchaterlach, me llevéIk kon overweg
Ik nam mee el pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek a los ojosKijkers
Ogen, y conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mañaAragonese
Bekwaamheid
Bosje
Handigheid
Handvol
Slinkse streek meMe
Mij las arregléIk arrangeerde
Ik bracht terecht
Ik herstelde
Ik knapte op
Ik maakte
Ik maakte in orde
Ik ordende
Ik regelde
Ik repareerde
Ik richtte aan
Ik richtte in
Ik ruimde
Ik ruimde op
Ik schikte
Ik verhielp
Ik verstelde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! verBekijken
Kijken
Zien loDe
Hem
Het
U
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over míMe
Mij. ConfiesoIk beken
Ik biecht
Ik biecht op
Ik erken
Ik geef toe que me sentíIk voelde me decepcionadaTeleurgesteld. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!.
'Al menosAlthans
Tenminste, ésaDat
Die fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was miMi
Mijn primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, alNaar de
Naar het mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer me diIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent paradoAangehouden
Aanhouden
Afgeslagen
Afgezet
Afslaan
Afzetten
Buiten werking gesteld
Gebleven staan
Gedaan ophouden
Gekeerd
Gestopt
Gestuit
Halt gehouden
Keren
Opgehouden
Ophouden
Rechtop
Stilgehouden
Stilgelegd
Stilgestaan
Stilgezet
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stopgezet
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
Werkeloos
Werkeloze
Werkloze en la carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg de SouthamptonSouthampton; un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur, barbudo y conDoor
Met
Per
Samen met un trajeDracht
Gewaad
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
Kostuum
Pak grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze,
que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor míMe
Mij. La carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una víaRijbaan
Rijstrook
Route
Spoor
Spoorweg
Spoorwegrails
Weg importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware, y siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend sueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt
Pleegt haberBezitting
Hebben
Zijn genteLieden
Lui
Mensen
Volk por
ellaHaar
Ze
Zij. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat apoyadoGerugsteund
Geschraagd
Gestaafd
Gesteund
Gestut
Ondersteund en la verjaHek
Hekwerk que rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omgeef met!
Omgeef!
Omring! nuestroOns
Onze
Van ons campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld, y mirabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
op
Ik zag toe conDoor
Met
Per
Samen met muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente. BajéIk daalde
Ik daalde af
Ik gaf korting
Ik ging naar beneden
Ik ging naar beneden
uitstappen
Ik kortte
Ik liet neer
Ik sloeg af
Ik stapte af
Ik stapte uit
Ik trok af
Ik verlaagde
Ik verzakte
Ik zakte
Ik zakte weg
Ik zonk el pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek y encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond los ojosKijkers
Ogen de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket fijosBepaald
Bepalend
Bepalende
Bevestigd
Gefixeerd
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Star
Starre
Vast
Vaste
Vastgemaakt
Vastgeplakt
Vastgesteld en míMe
Mij, conDoor
Met
Per
Samen met una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien sumamenteHoogst
Uiterst
inquisitivaOnderzoekend
Onderzoekende. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, peroDoch
Echter
Maar estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit convencidaOvertuigd
Overtuigde de que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had adivinadoBeduid
Doorzien
Gegist
Geraden
Gewaarzegd
Verwacht
Voorgezegd
Voorspeld
Waargezegd que yoEgo
Ik teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast un espejoSpiegel en la manoDe hand
y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta lo queDat wat
Wat habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over míMe
Mij. Se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker al instanteAanstonds
Zo.
'--Jephro --dijo--, hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand un impertinenteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte en la carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend a la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster HunterHunter.
'--¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster HunterHunter? --preguntó élHem
Hij.
'--No; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand por aquíAlhier
Hier.
'--¡Válgame(Het) loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Ik ben waard
Ik kost
Ik loon
Is u waard!
Kost u!
Loont u! DiosGod
Godheid, quéWat
Welke impertinenciaBrutaliteit
Hondsheid
Vrijpostigheid! TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast la bondadGoedheid de darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking y hacerleDoen
Laten
Maken un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester para queOpdat
Zodat se
vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!.
'--¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank darnosAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen por enteradosAangekondigd
In kennis gesteld
Medegedeeld
Meegedeeld
Verwittigd?
'--No, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; entoncesDan
Dus
Toen leHaar
Hem
Het
U tendríamosWij/we zouden bijhouden
Wij/we zouden erop nahouden
Wij/we zouden hebben
Wij/we zouden houden
Wij/we zouden vasthouden rondandoZich bewegend rondom por aquíAlhier
Hier a todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle horasTijden
Uren. HagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst de darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking eEn
indíquele(Het) geeft aan
Beduidt u!
Duidt u aan!
Duidt u uit!
Geeft u aan!
Geeft u een sein!
Geeft u een teken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Ik beduid
Ik duid aan
Ik duid uit
Ik geef aan
Ik geef een sein
Ik geef een teken
Ik kenmerk
Ik laat zien
Ik merk
Ik sein
Ik spreid tentoon
Ik teken
Ik toon
Ik vertoon
Ik wijs
Ik wijs aan
Ik wijs uit
Kenmerkt u!
Laat u zien!
Merkt u!
Seint u!
Spreidt u tentoon!
Tekent u!
Toont u!
Vertoont u!
Wijst u aan!
Wijst u uit!
Wijst u! que se marcheHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig.
'HiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit lo queDat wat
Wat meMe
Mij pedíanZij/ze bedelden
Zij/ze bestelden
Zij/ze riepen in
Zij/ze verlangden
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vraagden om
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan
Zij/ze vroegen om, y al instanteAanstonds
Zo la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket bajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk la persianaBlind
Jaloezie
Perzische
Rolluik
Store
Zonneblind. EstoDeze
Dit sucedióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt una semanaWeek,
y desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit entoncesDan
Dus
Toen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen en la ventanaRaam
Venster niEn niet
Evenmin
Noch me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring el vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed azulAzul
Azuur
Blauw
Blauwe
Hemelsblauw
Hemelsblauwe
Lazuur, niEn niet
Evenmin
Noch heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de la carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg. --Continúe, por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed --dijo Holmes--. SuHaar
Hun
Uw
Zijn narraciónDebiteren
Verhaal
Verhalen
Vertellen
Vertelling prometeBeloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt toe
Loof uit!
Verzeg!
Zeg toe! ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
interesanteBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante.
MeMe
Mij temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees que leHaar
Hem
Het
U va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije inconexa, y loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke es queDat komt omdat
Want existaBestaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
Ik besta pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige relaciónBetrekking
Omgang
Opzicht
Relatie
Verband
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los
diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende incidentesIncidenten que mencionoIk maak gewag van
Ik meld
Ik noem
Ik vermeld. El primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke díaDag
Etmaal que paséIk bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek en Copper Beeches, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket meMe
Mij llevóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
a un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne cobertizoAfdak
Barak
Keet
Luifel
Markies
Schutdak
Zonnescherm situadoGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat la puertaDeur
Poort
Portier de la cocinaBereid!
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Keuken
Kook!
Kookgelegenheid
Oven. AlNaar de
Naar het acercarnosDichterbij brengen
Naderbij brengen, oíIk hoorde
Ik vernam
Ik verstond un ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer de cadenasBoeien
Ketenen
Ketens
Kettingen
Kluisters
Reeksen y el
sonidoGeluid
Gerucht
Klank de un animalBeest
Dier grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime que se movíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich.
'--Mire por aquíAlhier
Hier --dijo el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket, indicándome una rendijaSpleet entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen dos2
Do's
Twee
Tweede tablas-Borden
Delen
Lijsten
Pat
Planken
Tabellen
Tabletten
Tafelen
Tafels-. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una
preciosidadKostbaarheid?
'MiréIk bekeek
Ik blikte
Ik blikte aan
Ik keek
Ik keek aan
Ik keek naar
Ik keek toe
Ik schouwde
Ik wierp een blik
Ik wierp een blik
op
Ik zag toe por la rendijaSpleet y distinguíIk bespeurde
Ik kreeg in de
smiezen
Ik kreeg in het
oog
Ik maakte onderscheid tussen
Ik onderkende
Ik onderscheidde
Ik ontwaarde dos2
Do's
Twee
Tweede ojosKijkers
Ogen que brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden y una figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor! confusaBedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beschaamd
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Overtuigd
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
Verlegen gemaakt
Vermengd
Vernietigd
Verslagen
Verward
Verwisseld agazapadaGegrepen
Gepakt en la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid.
'--No se asusteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt op --dijo miMi
Mijn patrónAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Meester
Opperhoofd
Patroon
Sjabloon, echándose a reírBeginnend te lachen
In de lach schietend anteSuède
Ten overstaan van
Voor miMi
Mijn sobresalto-Ik doe schrikken
Ik jaag schrik aan
Ik overval
Ik rand aan
Ik schrik op
Ik spring in het
oog
Ik verontrust
Ik verschrik
Ontroering
Ontsteltenis
Schrik-. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend Carlo, miMi
Mijn mastínMastiff
Steenvalk
Waakhond.
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk míoMijne
Van mij, peroDoch
Echter
Maar en realidadRealiteit
Werkelijkheid el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt controlarloAflezen
Controleren
Checken
Erop letten
Nakijken
Surveilleren
Toezien esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten Toller, miMi
Mijn mayordomoHofmeier. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend leHaar
Hem
Het
U
damos de comerWij/we geven te eten
Wij/we spijzigen
Wij/we voederen
Wij/we voeren una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer al díaPer dag, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, de manera queZó dat siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer agresivoAgressief
Agressieve comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop
picanteGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe. Toller loDe
Hem
Het
U dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! sueltoBekwaam
Bekwame
Driest
Drieste
Enkel
Enkele
Ik laat los
Ik maak los
Licht
Lichte
Los
Losbandig
Losbandige
Losse
Ongedwongen
Ongegeneerd
Ongegeneerde
Ruim
Ruime
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Uiteengevallen
Vaardig
Vaardige
Vlug
Vlugge
Vrij
Vrije cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes nocheAvond
Nacht, y que DiosGod
Godheid tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid del intrusoIndringer alNaar de
Naar het que leHaar
Hem
Het
U hinqueDoet u steunen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet steunen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Ik doe steunen
Ik steek
Ik zet
Steekt u!
Zet u! el dienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet van tanden
Ik voorzie van tanden
Tand
Teentje
Teentje (knoflook)
Voorziet u van tanden!. Por
lo queDat wat
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
Wil u!, bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! los piesPoten
Voeten fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! por la nocheAvond
Nacht, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl se jugaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op het
spel zetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verspelen ustedGij
U
la vidaHachje
Leven.
'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over una advertenciaAankondiging
Aanmaning
Aansporing
Advertentie
Annonce
Bemerken
Merken
Opmerken
Opmerking
Vermaan
Vermaning
Waarnemen
Waarschuwen
Waarschuwing sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te fundamentoBasis
Fundament
Grondslag
Ik fundeer, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl dos2
Do's
Twee
Tweede nochesAvonden
Nachten despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se meMe
Mij ocurrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
hand asomarmeTe voorschijn komen
Voor een opening vertonen
Zich beginnen te vertonen a
la ventanaRaam
Venster de miMi
Mijn cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning a eso deCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat las dos2
Do's
Twee
Tweede de la madrugadaVroeg opgestaan
Vroege morgen
Vroege ochtend. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was una hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon nocheAvond
Nacht de lunaMaan
Ruit
Staande spiegel, y el céspedGazon
Grasmat
Grasperk
Grasveld de
delante deVoor
Vóór la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! se veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was duidelijk plateadoVerzilverd
Verzilveren
Zilverachtig
Zilverachtige y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer iluminadoAangestoken
Belicht
Geïllumineerd
Verlicht
Voorgelicht comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de díaOverdag. Me encontrabaIk bevond me
Ik maakte het
Ik was gesteld absortaBekoord
Bekoorde
Betoverd
Betoverde
Een bedrijf overgenomen
Geabsorbeerd
Geresorbeerd
Geslurpt
In beslag genomen
Opgenomen
Opgeslorpt
Opgeslurpt
Verdiept
Verdiepte
Verrukt
Verrukte en la apacibleAangenaam
Aangename
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid de la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel cuandoAls
Tijdens
Wanneer sentíIk gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar que algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat se movíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoog zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroerde zich entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen de las hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt cobrizas. Por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit a
la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel y viIk bekeek
Ik keek
Ik zag lo queDat wat
Wat eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was: un perroHond
Rekel
Reu gigantescoKolossaal
Kolossale
Reusachtig
Reusachtige, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un terneroKalf
Mannelijk kalf
Stierkalf, de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel leonada, carrillosRijstrook
colgantesHang-, hocicoSnuit negroNeger
Zwart
Zwarte y huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y salientes. AtravesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok door lentamenteLangzaam el céspedGazon
Grasmat
Grasperk
Grasveld y desaparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdween en las
sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen del otro ladoOverkant
Overzijde. AquelDat
Die terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke y silenciosoGeruisloos
Geruisloze
Gesloten
Stil
Stilzwijgend
Stilzwijgende
Stille
Waar stilte heerst
Zacht
Zachte
Zwijgend
Zwijgende centinelaSchildwacht
Wacht meMe
Mij provocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tartte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tartte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte un escalofríoHuivering comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank creo queIk denk dat
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht causarmeAandoen
Aanrichten
Berokkenen
Doen
Laten
Laten doen
Maken
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei ladrónDief
Steler.
'Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans voy aIk ga naar contarleAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen una experienciaBelevenis
Ervaring
Ondervinding muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!, me cortéIk liet knippen
Ik schiftte el peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil en LondresLonden, y loDe
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had guardadoBehoed
Bewaakt
Bewaard
De wacht gehad
Gehoed
Gelet op
Gepast op
Gewaakt over
Opgeborgen, hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet un granGroot
Grote rolloGedoe
Gezeur
Rol
Rollade
Rond broodje
Toestand, en el fondoEigenlijk
Strikt genomen de miMi
Mijn baúlHutkoffer
Koffer
Kofferbak. Una nocheAvond
Nacht, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over acostarIn bed stoppen
Naar bed brengen
Naderbij brengen
Neerleggen
Neervlijen
Op bed leggen alNaar de
Naar het niñoJongen
Kind, meMe
Mij
puseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette a inspeccionarHerzien
Inspecteren
Inspectie houden
Nakijken
Nazien
Reviseren
Schouwen
Visiteren los mueblesMeubelen
Meubels
Meubilair de miMi
Mijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning y ordenarBestellen
Bevelen
Gelasten
Opruimen
Sommeren
Verordenen
Voorschrijven misMi's
Mijn cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken. HabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had en el cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
aparadorBuffet
Dressoir, conDoor
Met
Per
Samen met los dosAlle twee de
Allebei
Beide cajonesBakken
Kisten
Laden
Lades
Schrijnen superioresBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure vacíosAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Hol
Holen
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Uitgehaald
Uitgehold
Vacua
Vacuüms
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze y el de abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder cerrado con llaveAfgesloten
Gesloten
Op slot gedaan. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llenadoAangevuld
Aanvullen
Bijgewerkt
Bijwerken
Completeren
Dempen
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol gemaakt
Voleind
Voleinden
Volgemaakt
Volgeschonken
Volmaken
Volschenken
Vullen de ropaKleding
Kleren
los dosAlle twee de
Allebei
Beide primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke cajonesBakken
Kisten
Laden
Lades
Schrijnen y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds me quedabaIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd muchaVeel
Vele
Zeer
Zere por guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over; comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve, me molestabaIk ergerde me
Ik stoorde me noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
utilizarBenutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen el tercer3e
Derde cajónBak
Grote lade
Kist
Lade
Schrijn. PenséIk dacht que quizásMisschien estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende por olvidoIk leer af
Ik vergeet
Ik verleer
Vergetelheid, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que saquéIk behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af miMi
Mijn juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen de llavesAccolades
Moersleutels
Schroefsleutels
Sleutels eEn
intentéIk beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens abrirloOpen het
Openen. La primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel encajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijstte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde aan a la perfecciónPerfectie
Perfektie
Verbeteren
Vervolmaken y el cajónEl cajon se abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij. DentroBinnen
Daarbinnen
Erin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que una
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak, peroDoch
Echter
Maar estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker de que jamásNimmer
Nooit adivinaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beduiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorzien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gissen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou raden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verwachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorspellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorzeggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou waarzeggen
Ik zou beduiden
Ik zou doorzien
Ik zou gissen
Ik zou raden
Ik zou verwachten
Ik zou voorspellen
Ik zou voorzeggen
Ik zou waarzeggen ustedGij
U quéWat
Welke eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was miMi
Mijn mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik de peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil.
'La cogíIk bemachtigde
Ik ging halen
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik haalde
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik plukte
Ik plukte af
Ik raapte op
Ik tokkelde
Ik vatte
Ik vatte aan y la examinéIk controleerde
Ik checkte
Ik examineerde
Ik exploreerde
Ik ging na
Ik keek na
Ik las af
Ik onderzocht
Ik onderzocht nauwkeurig
Ik surveilleerde
Ik viste uit
Ik vorste
Ik zag toe
Ik zocht uit. TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve tonalidadTonaliteit y la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve texturaStructuur
Textuur
Weefsel. PeroDoch
Echter
Maar entoncesDan
Dus
Toen se meMe
Mij hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit patenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt patent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent patent
Ik verkrijg patent
Ik verleen patent
Octrooi
Openbaar
Openbare
Patent
Verkrijgt u patent!
Verleent u patent!
Zichtbaar
Zichtbare la
imposibilidad de aquelloDat
Die
Diegene
Zulks. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten miMi
Mijn peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil guardadoBehoed
Bewaakt
Bewaard
De wacht gehad
Gehoed
Gelet op
Gepast op
Gewaakt over
Opgeborgen en aquelDat
Die cajónBak
Grote lade
Kist
Lade
Schrijn? ConDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen
temblándomeBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend, abríIk begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende miMi
Mijn baúlHutkoffer
Koffer
Kofferbak, volquéIk bracht ten val
Ik gooide om
Ik gooide omver
Ik kantelde
Ik keerde om
Ik sloeg om
Ik stortte uit
Ik viel om suHaar
Hun
Uw
Zijn contenidoAfgehouden
Bedwongen
Behelsd
Beteugeld
Betoomd
Bevat
Gehouden
Geïmpliceerd
In toom gehouden
Ingehouden
Ingetoomd
Inhoud
Onthouden
Onttrokken
Vervat
Weggehouden y saquéIk behaalde
Ik bracht naar buiten
Ik deed af
Ik deed uit
Ik haalde
Ik haalde eruit
Ik haalde te voorschijn
Ik haalde uit
Ik haalde van
Ik hoosde
Ik kreeg uit
Ik legde af
Ik ontleende
Ik putte
Ik schepte
Ik trok uit
Ik zette af del fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste miMi
Mijn propiaEigen cabelleraHaar. ColoquéIk bracht onder
Ik deed
Ik legde
Ik legde neer
Ik plaatste
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik verplaatste
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette neer
Ik zette uit una juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één, y leHaar
Hem
Het
U aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast que eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren idénticasIdentiek
Identieke. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was extraordinarioBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon? Me sentíIk voelde me desconcertadaIn de war gebracht
Onthutst
Onthutste
Verbijsterd
Verbijsterde eEn incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte de
comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan el significadoBeduid
Betekend
Betekenis
Gestaan voor
Portee
Significantie
Zin de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquelloDat
Die
Diegene
Zulks. Volví aIk ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten la misteriosaOccult
Occulte mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik de peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil en el cajónEl cajon y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank lesHen
Hun
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! a los RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende sentíIk gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar que quizásMisschien habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had obradoBezig geweest
Geageerd
Gedaan
Gehandeld
Gewerkt
Opgetreden
Te werk gegaan
Voortgegaan malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte alNaar de
Naar het abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken un cajónBak
Grote lade
Kist
Lade
Schrijn que ellosHen
Ze
Zij habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende.
'ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben podidoGekund
Gemogen notarAantekenen
Bemerken
Merken
Noteren
Opmerken
Opschrijven
Te boek stellen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes, yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats observadora por naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tardé enIk nam tijd om trazarmeAangeven
Aanwijzen
Afschrappen
Aftekenen
Trekken
Voorschrijven en
la cabezaHoofd
Kop
Krop un planoBlauwdruk
Concept
Effen
Kaart
Landkaart
Ontwerp
Opzet
Plan
Plat
Plat vlak
Platte
Plattegrond
Project
Vlak
Vlakke bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije exactoAccuraat
Accurate
Exact
Exacte
Getrouw
Getrouwe
Goed
Goede
Juist
Juiste
Nauwgezet
Nauwgezette
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Precies
Prompt
Prompte
Punctueel
Punctuele
Recht
Rechte
Stipt
Stipte
Trouw
Trouwe
Zorgvuldig
Zorgvuldige de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had un alaEen slingerarm que parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
deshabitadaOnbewoond
Onbewoonde. Frente aTegenover
Vergeleken met
Versus las habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen de los Toller habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had una puertaDeur
Poort
Portier que conducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde
Ik bestuurde
Ik bracht
Ik chauffeerde
Ik geleidde
Ik leidde
Ik reed
Ik reed auto
Ik stuurde
Ik vervoerde
Ik voerde a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind sectorSector, peroDoch
Echter
Maar estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
invariablemente cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende conDoor
Met
Per
Samen met llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, un díaDag
Etmaal, alNaar de
Naar het subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen las escalerasLadders
Opgangen
Trap
Trappen, me encontré conIk kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket que salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit por aquellaDat
Die
Diegene puertaDeur
Poort
Portier conDoor
Met
Per
Samen met las llavesAccolades
Moersleutels
Schroefsleutels
Sleutels en la manoDe hand y una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze en el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet que loDe
Hem
Het
U convertíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om
Ik bekeerde
Ik converteerde
Ik veranderde
Ik zette om
en una personaMens
Personage
Persoon totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal diferenteAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent orondoMollig
Mollige
Opgeblazen
Zelfingenomen y jovialJoviaal
Joviale alNaar de
Naar het que yoEgo
Ik estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk. TraíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee las
mejillasKonen
Wangen enrojecidasRood gemaakt, la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde arrugadaGefrommeld
Gekreukeld
Gekreukt
Rimpelig
Rimpelige
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld por la iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak, y las venasAderen
Aders
Geestdriften
Nerven
Pittigheden
Sappigheden
Spirits
Vlammen
Vuren de las sienesSlapen hinchadasOpgezwollen de furiaFurie
Wraakgodin. CerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af la
puertaDeur
Poort
Portier y pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij míMe
Mij sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien niEn niet
Evenmin
Noch dirigirmeAdresseren
Besturen
Chaufferen
Dirigeren
Mennen
Richten
Rijden
Sturen
Vervoeren la palabraBewoording
Woord.
'EstoDeze
Dit despertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker miMi
Mijn curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que cuandoAls
Tijdens
Wanneer salíIk ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen un paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg conDoor
Met
Per
Samen met el niñoEl niño, me acerquéIk kwam dichterbij
Ik naderde
Ik was in aantocht a un sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el queDat
Die
Hij die
Wie podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht verBekijken
Kijken
Zien las ventanasRamen
Vensters de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind sectorSector de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren cuatro4
Vier en hileraBeurt
File
Gelid
Reeks
Rij
Toerbeurt, tres3
Drie de ellasHen
Ze
Zij simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel
suciasGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige y la cuarta4e
Kwart
Vierde cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende conDoor
Met
Per
Samen met postigosBlinden
Luiken
Vensterblinden. EvidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend, allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand. MientrasTerwijl paseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tippelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
wandel
Ik liep
Ik tippelde
Ik wandelde
Ik was aan de
wandel de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant a
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, dirigiendoAdresserend
Besturend
Chaufferend
Dirigerend
Mennend
Richtend
Rijdend
Sturend
Vervoerend miradasAangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blikken
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijken
Kijkjes
Toegekeken
Toegezien ocasionalesGelegenheids- a las ventanasRamen
Vensters, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor míMe
Mij, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke y jovialJoviaal
Joviale
como de costumbreZoals gewoonlijk.
'--¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! --dijo--. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me considereIk beschouw me un maleducadoSlecht opgevoed por haberBezitting
Hebben
Zijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij ustedGij
U sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te saludarlaBegroeten
Groeten, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat preocupadoBenauwd
Bezorgd
Bezorgde
Ongerust gemaakt
Verontrust
Zorgen gebaard por asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken de negociosAangelegenheden
Affaires
Bedrijven
Dingen
Handel
Handels
Koopmanschappen
Negoties
Neringen
Ondernemingen
Transacties
Transactiën
Zaken.
'--Le aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt --respondí--. Por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere, parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds una serieReeks
Ris
Rist
Serie
Set
completaCompleet
Complete
Completeer!
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Integraal
Integrale
Maak af!
Totaal
Totale
Vol
Voleind!
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Werk bij! de habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen, y una de ellasHen
Ze
Zij cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende a calKalk y cantoIk zing
Zangkunst.
'--Uno de misMi's
Mijn hobbies esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la fotografíaFoto
Fotografeer!
Fotografie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiekt
Kiek
Kiek!
Kiekje
Opname --dijo--, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast instaladoAangebracht
Aangelegd
Gefit
Gesticht
Gevestigd
Geïnstalleerd
Ingericht
Opgericht miMi
Mijn cuarto oscuroDarkroom
Doka. ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!, vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!!
¡QuéWat
Welke jovencita tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer observadora nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen en suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval! ¿QuiénWie loDe
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend? ¿QuiénWie loDe
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend?
'HablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak en tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht de bromaAardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts, peroDoch
Echter
Maar susHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank bromeabanZij/ze gekscheerden
Zij/ze grapten
Zij/ze maakten grappen
Zij/ze schertsten alNaar de
Naar het mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien. LeíIk las en ellosHen
Ze
Zij sospechaAchterdocht
Argwaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Verdenk!
Verdenken
Verdenking
Vermoed!
Vermoeden
Wantrouwen y disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart,
peroDoch
Echter
Maar nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de bromasAardigheidjes
Bakken
Grapjes
Grappen
Moppen
Paalwormen
Schertsen.
'BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el momentoHet ogenblik en queWaarin comprendíIk begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat en aquellasDie
Diegene habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen que
yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten, ardíIk blaakte
Ik brandde
Ik gloeide
Ik was aan en deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten de entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan en ellasHen
Ze
Zij. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se trataba deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
carezcoIk heb niet
Ik mis de ellaHaar
Ze
Zij. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer una especieAangelegenheid
Soort de sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig del deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn... TeníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast la sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming de que de miMi
Mijn entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds se derivaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afleiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aftappen
Ik zou afleiden
Ik zou aftappen algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen que existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat la intuiciónIntuïtie femeninaVrouwelijk
Vrouwelijke; posiblementeMisschien
Mogelijk eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was esoDat
Die
Zulks lo queDat wat
Wat yoEgo
Ik sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar.
En cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak, la sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke, y yoEgo
Ik estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat atentaAandacht geschonken
Aandachtig
Aandachtige
Acht geslagen op
Attent
Attente
Bediend
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Geholpen
Gelet op
Gepast op
Heus
Heuse
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt een aanslag
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrijpt zich aan
Hoffelijk
Hoffelijke
Opgelet
Opgepast
Oplettend
Oplettende
Pleeg een aanslag op!
Rand aan!
Vergrijp je aan!
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame a la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste oportunidadGelegenheid
Kans de traspasarDoorgeven
Overbrengen la puertaDeur
Poort
Portier
prohibidaVerboden. 'La oportunidadGelegenheid
Kans noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs ayerGister
Gisteren. PuedoIk kan
Ik mag decirleOpgeven
Spreken
Zeggen que, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer Toller
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren en esasDie habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen deshabitadasOnbewoond
Onbewoonde, y una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer viIk bekeek
Ik keek
Ik zag a Toller entrandoBinnengaand
Binnenkomend
Binnenlopend
Binnenrijdend
Ingaand
Inkomend
Inrijdend
Naar binnen gaand porlaAan
Door
Door ... heen
Doorheen
Gedurende
In de buurt van
Maal
Met
Om
Op grond van
Over
Per
Sinds
Ten behoeve van
Vanwege
Via
Voor
Voor het geval dat
Wegens puertaDeur
Poort
Portier conDoor
Met
Per
Samen met una granGroot
Grote bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak de lonaZeildoek negraZwart
Zwarte. ÚltimamenteDe laatste tijd
Onlangs, Toller estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bebiendoDrinkend
Gebruikend muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, y ayerGister
Gisteren por la tardeDe middag
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen; y cuandoAls
Tijdens
Wanneer subíIk beklom
Ik besteeg
Ik bracht naar boven
Ik droeg naar boven
Ik ging naar boven
Ik ging omhoog
Ik ging op
Ik klom
Ik kwam op
Ik rees
Ik stapte in
Ik stapte in de
trein
Ik steeg
Ik stond op
Ik verrees
Ik wies las escalerasLadders
Opgangen
Trap
Trappen, encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond la llaveDe sleutel en la puertaDeur
Poort
Portier. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, debióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd olvidarlaAfleren
Vergeten
Verleren
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer y la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket se encontrabanZij/ze bevonden zich
Zij/ze kwamen elkaar tegen
Zij/ze maakten het
Zij/ze troffen elkaar
Zij/ze waren gesteld en la planta bajaBenedenverdieping
Parterre, y el niñoEl niño estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat conDoor
Met
Per
Samen met ellosHen
Ze
Zij, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que disponía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Ik beschikte over una oportunidadGelegenheid
Kans magníficaBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende. Hice girarIk draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik keerde
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig la llaveDe sleutel en la cerraduraAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Slot
Sluiten
Toedoen, abríIk begon
Ik deed open
Ik graveerde
Ik maakte open
Ik opende la puertaDeur
Poort
Portier y
me deslicéIk gleed
Ik gleed uit
Ik glibberde
Ik glipte
Ik schoof
Ik schoof op a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via ellaHaar
Ze
Zij.
'Frente aTegenover
Vergeleken met
Versus míMe
Mij se extendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte zich uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte zich uit un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne pasilloBaan
Gang
Gangpad
Overloop
Rijstrook, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te empapelado y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te alfombraKarpet
Kleed
Tapijt
Vloerkleed, que doblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseerde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verboog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde om
Ik boog
Ik boog door
Ik boog krom
Ik boog om
Ik kromde
Ik plooide
Ik synchroniseerde na
Ik verboog
Ik vouwde
Ik vouwde dubbel
Ik vouwde om en ánguloHoek rectoDirect
Directe
Endeldarm
Haaks
Haakse
Live
Loodrecht
Loodrechte
Rectum
Recht
Rechtdoor
Rechte
Rechthoekig
Rechthoekige
Rechtstreeks
Rechtstreekse
alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde. A la vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking de estaDeze
Dit esquinaBuitenhoek
Hoek
Straathoek habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tres3
Drie puertasDeuren
Poorten
Portieren seguidasAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet; la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke y la tercera3e
Derde
Terts estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
abiertasBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige, y las dos2
Do's
Twee
Tweede daban aZij/ze zagen uit op sendasPaden habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen vacíasAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Jij/je giet
Jij/je giet af
Jij/je haalt uit
Jij/je holt uit
Jij/je ledigt
Jij/je leegt
Jij/je lenst
Jij/je licht
Jij/je ruimt
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze, polvorientasStoffig
Stoffige y desangeladas, una conDoor
Met
Per
Samen met dos2
Do's
Twee
Tweede ventanasRamen
Vensters y
la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend conDoor
Met
Per
Samen met una, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer cubiertasBanden
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslagen
Buitenbanden
Couverten
Daken
Dekken
Donker
Donkere
Enveloppen
Gedekt
Repen
Scheepsdekken
Somber
Sombere
Strippen
Strips
Stroken
Toegedekt
Verdekken
Windselen
Windsels de suciedadViesheid
Viezigheid
Vuil
Vuilheid que la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting crepuscular apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood conseguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf abrirse pasoZich een weg banen a travésBorstwering
Dwarsbalk
Dwarste
Ongeluk
Schuinte
Stutbalk
Tegenspoed
de ellasHen
Ze
Zij. La puertaDeur
Poort
Portier del centroBinnenste
Centreren
Centrum
Ik bepaal de middelas
van
Ik breng tot het
middelpunt
Ik centreer
Middelmaat
Middelpunt
Midden estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende, y atrancada por fueraVan buiten conDoor
Met
Per
Samen met uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los barrotesSpijl
Staaf
Stangen
Staven de una camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde de
hierroIjzer
Ik besla, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject conDoor
Met
Per
Samen met un candadoHangslot a una argolla en la paredMuur
Wand, y el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één atadoAangesloten
Bosje
Gebonden
Geknoopt
Gestrikt
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden conDoor
Met
Per
Samen met
una cuerdaKoord
Koorde
Lijn
Snaar
Snoer
Stemband
Touw
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la cerraduraAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Slot
Sluiten
Toedoen estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende, y la llaveDe sleutel noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. IndudablementeZonder twijfel, estaDeze
Dit puertaDeur
Poort
Portier
atrancada correspondía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde bij
Ik hoorde bij la ventanaRaam
Venster cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende que yoEgo
Ik habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg; y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, por el
resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering que se filtrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeg
Ik filterde
Ik filtreerde
Ik zeefde
Ik zeeg por debajoBeneden
Eronder
Onder, se notaba queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op dat
Ik merkte op dat la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat a oscurasDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere. EvidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
una claraboya que dejaba entrarHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in
Ik liet binnen
Ik liet in la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting por arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog. MientrasTerwijl estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en el pasilloBaan
Gang
Gangpad
Overloop
Rijstrook mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend aquellaDat
Die
Diegene puertaDeur
Poort
Portier
siniestraGemeen
Gemene
Linker
Links
Linkse
Noodlottig
Noodlottige
Onbetrouwbaar
Onbetrouwbare
Ongelukkig
Ongelukkige
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige y preguntándomeMe afvragend quéWat
Welke secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte ocultabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verborg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschool
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopte
Ik ontveinsde
Ik verborg
Ik verheelde
Ik verschool
Ik verschuilde
Ik verstopte, oíIk hoorde
Ik vernam
Ik verstond de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer de pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning y viIk bekeek
Ik keek
Ik zag una
sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem que cruzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruiste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Ik doorkruiste
Ik kruiste
Ik stak over de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één en la pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne rendijaSpleet de luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting que brillabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glansde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde
Ik blonk
Ik glansde
Ik scheen
Ik schitterde bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware la puertaDeur
Poort
Portier. AlNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien
aquelloDat
Die
Diegene
Zulks, se apoderó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich meester
van míMe
Mij un terrorOntzetting
Schrik
Schrikbewind
Schrikkelijkheid
Terreur locoDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige eEn irrazonable, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes. MisMi's
Mijn nerviosNerven
Ribbels
Ribben
Zenuwen, que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten de puntaA point
Bit
Landhoofd
Neus
Piek
Precies goed
Punt
Spits
Tip
Top
Topje,
meMe
Mij fallaronZij/ze faalden de repenteIneens
Opeens
Plotseling, diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg! mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking y eché a correrIk begon te hollen
Ik zette het op
een lopen. CorríIk holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte como siAlsof detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over míMe
Mij hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
espantosaVerschrikkelijk
Verschrikkelijke tratando deBehandelend
Bepratend
Besprekend
Moeite doend
Pogend
Proberend te
Strevend
Trachtend
Zich beijverend
Zoekend agarrarAangrijpen
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Grijpen
Pakken
Vastgrijpen
Vasthouden
Vastpakken
Vatten la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok de miMi
Mijn vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed. AtraveséIk doorkruiste
Ik ging door
Ik ging over
Ik ging te boven
Ik kwam door
Ik legde af
Ik liep af
Ik liep over
Ik maakte door
Ik stak over
Ik trok door el pasilloBaan
Gang
Gangpad
Overloop
Rijstrook, crucéIk doorkruiste
Ik kruiste
Ik stak over la puertaDeur
Poort
Portier y fui aIk ging naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
directamenteDirect
Rechtstreeks en los brazosArmen del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket, que esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg.
'--¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!! --dijo sonriendo-Glimlachend-. ¡AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was ustedGij
U! MeMe
Mij loDe
Hem
Het
U imaginéIk bedacht
Ik stelde me voor
Ik verbeeldde me
Ik vermoedde alNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien la puertaDeur
Poort
Portier abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige.
'--¡EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit asustadísimaHeel schichtig
Schuw
Schuwe! --gemí.
'--¡QueridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster! ¡QueridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster! --no se imaginaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor ustedGij
U conDoor
Met
Per
Samen met quéWat
Welke dulzuraZoetheid
Zoetigheid y amabilidadVriendelijkheid loDe
Hem
Het
U decía-(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei-.
¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat la haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is asustadoGelaten schrikken
Geschrokken
Opgeschrikt
Schrik aangejaagd
Verontrust
Verschrikt, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster?
'PeroDoch
Echter
Maar suHaar
Hun
Uw
Zijn vozInspraak
Stem
Stemgeluid eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste zalameraAanhalig
Aanhalige; se estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat excediendo. Al instanteAanstonds
Zo me puseIk deed aan
Ik deed op
Ik kleedde me aan
Ik smeerde
Ik smeerde in
Ik stelde me aan
Ik trok aan
Ik werd en guardiaBewaking
Bewaring
Garde
Hoede
Lijfwacht
Point-guard
Wacht contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus élHem
Hij.
'--Fui tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer tontaDom
Domme
Dwaas
Valse karetschildpad que me metí enIk bemoeide me met el alaDe slingerarm vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze --respondí--. PeroDoch
Echter
Maar estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer solitarioPatience
Solitairspel
Solo
Teruggetrokken y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer siniestroGemeen
Gemene
Linker
Links
Linkse
Noodlottig
Noodlottige
Onbetrouwbaar
Onbetrouwbare
Ongelukkig
Ongelukkige
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige conDoor
Met
Per
Samen met
estaDeze
Dit luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting mortecinaFlauw
Flauwe
Lijzig
Lijzige
Lome
Loom
Lusteloos
Lusteloze
Slap
Slappe
Slome
Sloom
Traag
Trage
Vadsig
Vadsige que me asustéIk schrok
Ik schrok op y eché a correrIk begon te hollen
Ik zette het op
een lopen. ¡HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds un silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke!
'--¿SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden esoDat
Die
Zulks? --preguntó, mirándomeMe bekijkend
Me beschouwend
Me spiegelend conDoor
Met
Per
Samen met insistenciaAandrang.
'--¿PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende quéWat
Welke se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend? --pregunté a miMi
Mijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt.
'--¿Por quéWaarom creeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u! ustedGij
U que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast cerradaAfgesloten
Dicht
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Gesloten
Op slot gedaan
Toegedaan
Vereend
Vereende estaDeze
Dit puertaDeur
Poort
Portier?
'--Le aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!.
'--Pues para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entrenGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Zij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in los queWie
Zij die noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. ¿EntiendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Snap!
Vat!
Versta!
Voel aan!? --seguía sonriendoGlimlachend de la
maneraManier
Trant
Wijze másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus amistosaAmicaal
Amicale
Vriendelijk
Vriendelijke
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke.
'--Le aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast que de haberloHet te hebben sabidoBekend
Bekende
Gekend
Gesmaakt
Geweten
Vertrouwd
Vertrouwde...
'--Bien, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds loDe
Hem
Het
U sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals vuelve aGa terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Keer terug naar!
Kom terug naar!
Weer ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind umbralDorpel
Drempel... --en un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip, la sonrisaGlimlach
Glimlachen se
endurecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hardde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze temperde hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs convertirse enWorden una muecaGrijns
Grimas de rabiaBen boos op!
Ben boos!
Ben kwaad op!
Ben kwaad!
Dolheid
Drift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornt
Hondsdolheid
Razernij
Toorn!
Woede y meMe
Mij miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe conDoor
Met
Per
Samen met caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle de demonio-Boze geest
Demon
Duivel-... la echaréIk zal aan het
lot overlaten
Ik zal aandeel hebben
in
Ik zal aankondigen
Ik zal beginnen handel
te drijven met
Ik zal bekend maken
Ik zal buiten de
deur zetten
Ik zal een partijtje
spelen
Ik zal erop gooien
Ik zal gooien
Ik zal inschenken
Ik zal keilen
Ik zal krijgen
Ik zal nemen
Ik zal opleggen
Ik zal optreden in
Ik zal opvoeren
Ik zal schatten
Ik zal smijten
Ik zal storten
Ik zal strooien
Ik zal tanken
Ik zal toevoegen
Ik zal uiten
Ik zal uitslaan
Ik zal uitspelen
Ik zal uitspreken
Ik zal vastmaken
Ik zal wedden
Ik zal wedijveren
Ik zal wegjagen
Ik zal wegsturen
Ik zal wegzenden
Ik zal werpen
Ik zal zeggen alNaar de
Naar het mastínMastiff
Steenvalk
Waakhond.
'Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer aterradaAngst ingeboezemd que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! niEn niet
Evenmin
Noch lo queDat wat
Wat hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit. Supongo queIk veronderstel dat salíIk ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs miMi
Mijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning. LoDe
Hem
Het
U
siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende que recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir es queDat komt omdat
Want estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat tiradaGegooid
Gepaft
Geschoten
Getrokken
Gevuurd
Omvergeworpen
Oplage
Uitgegooid
Uitgesmeten
Uitgeworpen
Weggegooid en miMi
Mijn camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, temblandoBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend de piesPoten
Voeten a cabezaHoofd
Kop
Krop. EntoncesDan
Dus
Toen me acordéIk dacht terug
Ik herdacht
Ik herinnerde me de
ustedGij
U, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten viviendoLevend
Wonend allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds sin queZonder dat alguienEen of ander
Een zeker
Iemand meMe
Mij aconsejaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adviseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf raad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried aan
Ik adviseerde
Ik gaf raad
Ik raadde
Ik raadde aan
Ik ried
Ik ried aan. Me dabaIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond miedoAngst
Beduchtheid
Vrees la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!,
el dueñoAanvoerder
Baas
Chef
Eigenaar
Gebieder
Heer
Meester
Patroon, la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el niñoEl niño... TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle meMe
Mij parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
als horriblesAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht ustedGij
U venirKomen
Meekomen aquíAlhier
Hier,
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle iríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich begeven
Ik zou gaan
Ik zou karren
Ik zou lopen
Ik zou me begeven
Ik zou rijden
Ik zou van stapel
lopen
Ik zou varen
Ik zou verlopen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen haberBezitting
Hebben
Zijn huido deGevlucht voor la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, peroDoch
Echter
Maar miMi
Mijn curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals miMi
Mijn
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tardé enIk nam tijd om tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten una decisiónBeslissing
Besluit
Uitspraak
Wijzing: enviarleAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden a ustedGij
U un telegramaTelegram. Me puseIk deed aan
Ik deed op
Ik kleedde me aan
Ik smeerde
Ik smeerde in
Ik stelde me aan
Ik trok aan
Ik werd el sombreroHoed y la capaDe laag, meMe
Mij
acerquéIk bracht naderbij a la oficina de telégrafosTelegraafkantoor, que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! millaMijl de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, y alNaar de
Naar het regresarTerugbrengen
Terugkeren
Terugkomen
Wederkeren
Wederkomen
Weeromkomen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds me sentíaIk voelde me muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. AlNaar de
Naar het acercarmeDichterbij brengen
Naderbij brengen a la puertaDeur
Poort
Portier, meMe
Mij asaltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel aan la terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke sospechaAchterdocht
Argwaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Verdenk!
Verdenken
Verdenking
Vermoed!
Vermoeden
Wantrouwen de que el perroHond
Rekel
Reu estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was sueltoBekwaam
Bekwame
Driest
Drieste
Enkel
Enkele
Ik laat los
Ik maak los
Licht
Lichte
Los
Losbandig
Losbandige
Losse
Ongedwongen
Ongegeneerd
Ongegeneerde
Ruim
Ruime
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Uiteengevallen
Vaardig
Vaardige
Vlug
Vlugge
Vrij
Vrije, peroDoch
Echter
Maar meMe
Mij
acordéIk accordeerde
Ik gaf toe
Ik herinnerde aan
Ik kwam overeen
Ik stemde
Ik stemde toe
Ik verzoende
Ik vond goed
Ik was het eens de que Toller se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand emborrachadoDoordrenkt met alcohol aquelDat
Die díaDag
Etmaal hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig, y sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
personaMens
Personage
Persoon de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere influenciaBeïnvloeden
Invloed sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! aquellaDat
Die
Diegene fieraWild dier
Wrede
Wreed y podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht atreverse aDurven dejarlaHen laten
Laten sueltaBekwaam
Bekwame
Driest
Drieste
Enkel
Enkele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Laat los!
Licht
Lichte
Los
Losbandig
Losbandige
Losgelaten
Losgemaakt
Loslaten
Losmaken
Losse
Maak los!
Ongedwongen
Ongegeneerd
Ongegeneerde
Ruim
Ruime
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Uiteengevallen
Vaardig
Vaardige
Vlug
Vlugge
Vrij
Vrije. EntréIk ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te problemasOpgaven
Problemen
Vraagpunten
Vraagstukken y permanecíIk bleef
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef despiertaGewekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
Maak wakker!
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
Wek op!
Wek!
Word wakker! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! nocheAvond
Nacht de la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde que me dabaIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond el pensar enDenken aan
Nadenken over verleBekijken
Kijken
Zien a
ustedGij
U. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast ningunaGeen enkel
Geen enkele dificultadBelemmer!
Bemoeilijk!
Hinder!
Moeilijkheid
Stoor!
Verstoor! en obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! venirKomen
Meekomen a WinchesterWinchester esta mañanaVanmorgen
Vanochtend, peroDoch
Echter
Maar tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking antes deAlvorens te
Voor las tres3
Drie, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer y la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket van aZij/ze gaan naar salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op! y estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la tardeDe middag, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet cuidarBewaken
Bezorgd zijn
Ervoor zorgen
Opletten
Oppassen
Passen op
Verplegen
Verzorgen
Zich bekommeren
Zorg dragen
Zorgen
Zorgen voor del niñoJongen
Kind. Y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb contadoAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle misMi's
Mijn aventurasAvonturen
Jij/je riskeert
Jij/je verspeelt
Jij/je waagt
Jij/je zet op het
spel
Lotgevallen
Perikelen
Perikels
Wederwaardigheden, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes.
OjaláHopelijk puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! ustedGij
U decirmeOpgeven
Spreken
Zeggen quéWat
Welke significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor! todo estoDit alles y, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk, quéWat
Welke deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren.
Holmes y yoEgo
Ik habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren escuchadoAangehoord
Beluisterd
Geluisterd
Toegehoord
Toegeluisterd hechizadosBegoocheld
Behekst
Betoverd
Gehekst
Getoverd el extraordinarioBijzonder
Bijzondere
Buitengewone
Buitengewoon relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal. AlNaar de
Naar het llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot, miMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind se
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet y empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen zancadas por la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning, conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen en los bolsillosGeldbuidels
Portemonnees
Zakken y una expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze de
profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte seriedadErnst en suHaar
Hun
Uw
Zijn rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet.
¿EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! Toller todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte? --preguntó.
SíJa
Jawel
Wel
Zich. Esta mañanaVanmorgen
Vanochtend oíIk hoorde
Ik vernam
Ik verstond a suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon decirleOpgeven
Spreken
Zeggen a la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! con élDaarmee.
EsoDat
Die
Zulks estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. ¿Y los RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket van aZij/ze gaan naar salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden esta tardeHedenavond
Vanavond
Vanmiddag?
SíJa
Jawel
Wel
Zich.
¿HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander sótanoKelder conDoor
Met
Per
Samen met una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende cerraduraAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Slot
Sluiten
Toedoen?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, la bodegaBodega
Kelder
Ruim
Scheepsruim
Vrachtruim
Wijnhandel
Wijnhuis
Wijnkelder.
MeMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster HunterHunter, que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand comportadoGeduld
Met zich gebracht
Toegelaten
Uitgehouden
Verdragen
Verduurd ustedGij
U comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige y
sensataVerstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze. ¿Se sienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige de realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken una hazañaHuzarenstukje másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U pediríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanvragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bestellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inroepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verzoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vragen om
Ik zou aanvragen
Ik zou bedelen
Ik zou bestellen
Ik zou inroepen
Ik zou verlangen
Ik zou verzoeken
Ik zou vragen
Ik zou vragen om siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la consideraraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
Ik beschouwde
Ik beschouwde als
Ik ging na
Ik hield rekening met
Ik overwoog una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije excepcionalBuitengewone
Buitengewoon
Exceptioneel
Exceptionele.
LoDe
Hem
Het
U intentaréIk zal aanpassen
Ik zal beproeven
Ik zal me voorstellen
Ik zal passen
Ik zal pogen
Ik zal proberen
Ik zal toetsen
Ik zal trachten
Ik zal uitproberen
Ik zal van plan
zijn
Ik zal voorhebben
Ik zal voornemens zijn. ¿De quéWat
Welke se trataHet betreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt behandeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehanteerd?
MiMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind y yoEgo
Ik llegaremosWij/we zullen aangeven
Wij/we zullen aankomen
Wij/we zullen aanlanden
Wij/we zullen aanreiken
Wij/we zullen arriveren
Wij/we zullen doorbrengen
Wij/we zullen verdrijven a Copper Beeches a las siete7
Zeven. A esaDat
Die horaTijd
Uur, los RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg y
Toller, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals tenemos suerteWij/we boffen
Wij/we hebben geluk
Wij/we treffen het
Wij/we zwijnen, seguiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bewandelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opvolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal volgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voortvloeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voortzetten incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe Toller, que podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen la alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ustedGij
U
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht enviarlaAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden a la bodegaBodega
Kelder
Ruim
Scheepsruim
Vrachtruim
Wijnhandel
Wijnhuis
Wijnkelder conDoor
Met
Per
Samen met cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo cerrarlaHet sluiten conDoor
Met
Per
Samen met llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel, nos(Aan) ons
Ons facilitaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bezorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou fourneren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogelijk maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergemakkelijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschaffen
Ik zou bezorgen
Ik zou fourneren
Ik zou mogelijk maken
Ik zou vergemakkelijken
Ik zou verschaffen inmensamenteBovenmatig
Buitengewoon
Immens
Kolossaal
Ontzaglijk
Ontzettend
Reusachtig
Verschrikkelijk
Vreselijk
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken.
LoDe
Hem
Het
U haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren.
¡ExcelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke! En talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak, consideremosLaten we beschouwen
Laten we beschouwen als
Laten we nagaan
Laten we overwegen
Laten we rekening houden
met
Wij/we beschouwen
Wij/we beschouwen als
Wij/we gaan na
Wij/we houden rekening met
Wij/we overwegen detenidamente el asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak. Por supuestoNatuurlijk
Uiteraard
Vanzelfsprekend, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat una
explicaciónExplicatie
Opheldering
Rekenschap
Toelichting
Uitduiding
Uiteenzetting
Uitleg
Uitlegging
Verduidelijking
Verheldering
Verklaring posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke. La hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn llevado aMeegenomen naar
Meegenomen voor ustedGij
U allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! suplantar a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand, y esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind alguienEen of ander
Een zeker
Iemand estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! prisioneroGevangen
Gevangene en
esaDat
Die habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning. HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs aquíAlhier
Hier, resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg! evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende. En cuantoZodra a la identidadIdentiteit de la prisioneraGevangen
Gevangene, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij cabeBehoor iemand toe!
Ben mogelijk!
Ben natuurlijk!
Bevat!
Heb plaats!
Heb toegang!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft toegang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is natuurlijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt te beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt ten deel
Kom iemand toe!
Laat toe!
Neem aan!
Omvat!
Ontvang!
Pas!
Val te beurt!
Val ten deel! dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling de
que se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over la hijaDochter, la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster AliceAlice RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, la queDat
Die
Wie
Zij die leHaar
Hem
Het
U dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden que se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand
marchadoGelopen
Gemarcheerd a AméricaAmerika. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere que la eligieronZij/ze kozen
Zij/ze kozen uit
Zij/ze lazen uit
Zij/ze pikten uit
Zij/ze selecteerden
Zij/ze verkozen
Zij/ze zochten uit a ustedGij
U porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl se pareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op a ellaHaar
Ze
Zij en la estaturaFiguur
Gestalte
Lichaamsbouw
Postuur
Statuur, la figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor! y el
colorKleur del cabelloHaar. A ellaHaar
Ze
Zij se loDe
Hem
Het
U habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren cortadoAfbreken
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Afplukken
Afrukken
Doorgesneden
Doorsnijden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Hakken
Het hoofd afgeslagen
Houwen
Kappen
Knippen
Koffie met een beetje
melk
Koffie met melk
Koffie met weinig melk
Onthoofd
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verricht
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitgeschakeld
Uitschakelen
Versneden
Weggescheurd
Wegscheuren, posiblementeMisschien
Mogelijk con motivo deDoor
Met
Naar aanleiding van
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte, y,
naturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had que sacrificarOfferen
Opofferen
Slachten tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook el suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u. Por una curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige casualidadToevalligheid, encontróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond ustedGij
U suHaar
Hun
Uw
Zijn cabelleraHaar.
El hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de la carreteraAutoweg
Grote weg
Hoofdweg
Snelweg eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind de ellaHaar
Ze
Zij, posiblementeMisschien
Mogelijk suHaar
Hun
Uw
Zijn novioBeminde
Bruidegom
Galant
Geliefde
Jonggehuwde
Lief
Liefste
Verloofde
Vriend; y alNaar de
Naar het verlaBekijken
Kijken
Zien a ustedGij
U, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
parecidaEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen a ellaHaar
Ze
Zij y conDoor
Met
Per
Samen met uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de susHaar
Hun
Uw
Zijn vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed, quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was convencidoOvertuigd
Overtuigde, primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke por susHaar
Hun
Uw
Zijn risasGelachen y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo por suHaar
Hun
Uw
Zijn gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester de
desprecioIk heb een hekel
aan
Ik minacht
Ik veracht
Ik versmaad
Minachting
Schamperheid
Verachting
Versmading, de que la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster RucastleRuca=
Notensla
Raket
Raketkruid
Raketsla
Rucola
Rucola-kers
Schijnraket eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was absolutamenteVolstrekt felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste susHaar
Hun
Uw
Zijn atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden. AlNaar de
Naar het perroHond
Rekel
Reu loDe
Hem
Het
U
sueltan(Zij) laten los
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los por las nochesAvonden
Nachten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! impedirBeletten
Blokkeren
Verhinderen
Verhoeden
Voorkomen que élHem
Hij intenteBeproeft u!
Heeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voornemens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Ik ben van plan
Ik ben voornemens
Ik beproef
Ik heb voor
Ik pas
Ik pas aan
Ik poog
Ik probeer
Ik probeer uit
Ik stel me voor
Ik toets
Ik tracht
Is u van plan!
Is u voornemens!
Past u aan!
Past u!
Poogt u!
Probeert u uit!
Probeert u!
Stelt u zich voor!
Toetst u!
Tracht u! comunicarseCommuniceren con ellaDaarmee. Todo estoDit alles estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere. El
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware del casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el carácterAard
Geaardheid
Karakter del niñoJongen
Kind. --¿QuéWat
Welke demoniosDemonen
Demons
Duivelen
Duivels tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet verBekijken
Kijken
Zien esoDat
Die
Zulks? --exclamé.
QueridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle Watson: usted mismoUzelf, en suHaar
Hun
Uw
Zijn prácticaBeoefenen
Handig
Handige
Oefening
Praktijk
Praktisch
Praktische médicaMedisch
Medische, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! continuamenteAldoor
Bij voortduring
Continue
Permanent
Voortdurend sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend deduccionesAftrekken sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
las tendenciasNeigingen
Richtingen
Stemmingen
Strekkingen
Stromingen
Tendensen
Tendenties
Trends de los niñosJongens
Kinderen, medianteDoor
Door middel van el estudioBeoefening
Eenkamerflat
Etude
Ik bestudeer
Ik ga school
Ik leer
Ik maak studie van
Ik studeer
Ik studeer in
Onderzoek
Schets
Studie
Studio
Uitoefening de los padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta! que el procedimientoAfstammen
Bereidingswijze
Ontspruiten
Procedé
Procedure
Voortgaan
Voortkomen
Werken
Werkwijze inversoAverechts
Averechtse
Invers
Inverse
Omgekeerd
Omgekeerde
Tegengesteld
Tegengestelde
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze válidoFavoriet
Gangbaar
Gangbare
Geldend
Geldende
Geldig
Geldige
Gunsteling
Lieveling
Vigerend
Vigerende? ConDoor
Met
Per
Samen met muchaVeel
Vele
Zeer
Zere frecuenciaFrequentie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb obtenidoBehaald
Buitgemaakt
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
Verkregen
Verworven los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke indiciosAanduidingen
Aanwijzingen
Afdrukken
Sporen
Voetsporen fiablesBetrouwbaar
Betrouwbare sobre elOp de
Op het carácterAard
Geaardheid
Karakter de
los padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders estudiandoBestuderend
Instuderend
Lerend
School gaand
Studerend
Studie makend van a susHaar
Hun
Uw
Zijn hijosKinderen
Zonen
Zoons. El carácterAard
Geaardheid
Karakter de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind niñoJongen
Kind esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats anormalmente cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige, por puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere amorAffectie
Liefde
Min a la
crueldadWreedheid, y tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is heredadoBeërfd
Geërfd de suHaar
Hun
Uw
Zijn sonrienteGlimlachend
Glimlachende padrePater
Vader, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke, como siAlsof loDe
Hem
Het
U heredóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beërfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erfde de suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank presagiaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Verwacht!
Voorzie!
Zie vooruit! nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht que se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het en suHaar
Hun
Uw
Zijn poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen.
EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit convencidaOvertuigd
Overtuigde de que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Holmes --exclamó nuestraOns
Onze
Van ons cliente-Afnemer
Cliënt
Klant
Koper-. MeMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn venidoGekomen
Meegekomen
a la cabezaHoofd
Kop
Krop mil1000
Duizend detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein que meMe
Mij convencenZij/ze overtuigen de que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dado enGehaald
Geraakt
Geteisterd
Getroffen
Ingeslagen el clavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank perdamosLaten we kwijtraken
Laten we mislopen
Laten we missen
Laten we opgeven
Laten we verbeuren
Laten we verkwisten
Laten we verliezen
Laten we verspelen
Wij/we geven op
Wij/we lopen mis
Wij/we missen
Wij/we raken kwijt
Wij/we verbeuren
Wij/we verkwisten
Wij/we verliezen
Wij/we verspelen un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip y
vayamos aLaten we gaan naar
Wij/we gaan naar ayudarBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan a estaDeze
Dit pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon!
DebemosWij moeten
Wij/we behoren te
Wij/we dienen
Wij/we hebben te danken
Wij/we horen
Wij/we moeten
Wij/we staan in de
schuld
Wij/we zijn schuldig
Wij/we zijn verplicht om
te
Wij/we zijn verschuldigd actuarActeren
Ageren
Bezig zijn
Doen
Handelen
Optreden
Procederen
Te werk gaan con prudenciaOmzichtig
Voorzichtig, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl nos enfrentamosWij/we komen te staan
voor
Wij/we kwamen te staan
voor
Wij/we werden geconfronteerd met
Wij/we worden geconfronteerd met conDoor
Met
Per
Samen met un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer astutoArglistig
Arglistige
Doortrapt
Doortrapte
Gewiekst
Gewiekste
Listig
Listige
Slim
Slimme
Uitgeslapen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs las siete7
Zeven. A esaDat
Die horaTijd
Uur estaremosWij/we zullen liggen
Wij/we zullen ons bevinden
Wij/we zullen zijn
Wij/we zullen zitten conDoor
Met
Per
Samen met ustedGij
U, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tardaremosWij/we zullen achterblijven
Wij/we zullen dralen
Wij/we zullen duren
Wij/we zullen lang over
iets doen
Wij/we zullen lang wegblijven
Wij/we zullen nablijven
Wij/we zullen talmen
Wij/we zullen treuzelen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere en resolverOplossen el misterioGeheim
Mysterie
Raadsel.
FielesGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe a nuestraOns
Onze
Van ons palabraBewoording
Woord, llegamosWij/we arriveerden
Wij/we arriveren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaven aan
Wij/we geven aan
Wij/we komen aan
Wij/we kwamen aan
Wij/we landden aan
Wij/we landen aan
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven a Copper Beeches a las siete7
Zeven en puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van nuestroOns
Onze
Van ons carricoche en
un barBar
Buffet
Café
Tapkast del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg. El grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm de hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt, cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten oscurasDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere brillabanZij/ze blonken
Zij/ze glansden
Zij/ze schenen
Zij/ze schitterden comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals metalMetaal bruñidoGepolijst
Polijsten a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting del solSol
Zon
ponienteWesten, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn bastadoGenoeg geweest
Toegereikt
Toereikend geweest
Voldaan
Voldoende geweest
Volstaan paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! identificarIdentificeren
Vereenzelvigen la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al la señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster HunterHunter noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden aguardandoAfwachtend
Te wachten staand
Verwachtend
Wachtend
sonrienteGlimlachend
Glimlachende en el umbralDorpel
Drempel de la puertaDeur
Poort
Portier.
¿LoDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven? --preguntó Holmes.
Se oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel de los sótanosKelders.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |