William Shakespeare -William shakespeare MACBETH

DRAMATIS PERSONAE
DUNCANDuncan, REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de EscociaSchotland

MALCOLM

susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons

DONALBAIN

MACBETH

generalesAlgemeen
Algemene
Generaal
Generaals
Generale
del ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
escocésSchot
Schots
Schotse
Schotse ruit

BANQUO

MACDUFF
LENNOXLennox
ROSSRoss

baronesBaronnen
Barons
escocesesSchots
Schotse
Schotten

ANGUS

MENTETH
CATHNESS

FLEANCE, hijoKind
Zoon
de Banquo
SIWARD, CondeGraaf de NorthumberlandNorthumberland
EL JOVENJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
SIWARD, suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon

HijoKind
Zoon
de Macduff
SEYTON, ayudanteAdjudant
Assistent
Assistente
Helper
Helpster
Hulp
Ordonnansofficier
de Macbeth
LADY MACBETH
LADY MACDUFF
Tres3
Drie
BRUJASBrugge
Heksen
, las HermanasZussen
Zusters
Fatídicas
HÉCATEHekate
OtrasAnder
Andere
Nog één
tres3
Drie
brujasBrugge
Heksen

AparicionesUn CAPITÁNAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
del ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
escocésSchot
Schots
Schotse
Schotse ruit

Un MÉDICOArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
inglésBrit
Brits
Britse
Engels
Engelse
Engelse taal
Engelsman

Un MÉDICOArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
escocésSchot
Schots
Schotse
Schotse ruit

Un PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier


Un ANCIANOBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

Una DAMA de compañíaGezelschapsdame
Hofdame
de Lady Macbeth
ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige
(de Banquo)
ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige
(de Lady Macduff eEn hijosKinderen
Zonen
Zoons
)

NoblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele
, caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
, soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
, criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
, mensajerosAfgezanten
Boden
Bodes
Boodschappers
Gezanten
y
acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
.

LA TRAGEDIATragedie
Treurspel
DE MACBETH

I.i TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters
y relámpagosWeerlichten. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
tres3
Drie
BRUJASBrugge
Heksen
.
BRUJAHeks I.a

¿CuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
volvemos aWij/we gaan terug naar
Wij/we keren terug naar
Wij/we komen terug naar
vemosWij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien
?

¿BajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
lluviaGieten
Regen
Regenen
, rayoBliksem
Hemelvuur
Ik kras
Ik schraap
Ik schrab
Ik schrap
Ik trek
Ik trek een streep
Ik wrijf los
Spaak
Straal
y truenoBoomliguster
Chinese liguster
Donder
Ik bulder
Ik daver
Ik donder
Liguster
Wilde liguster
?
BRUJAHeks 22
Twee
.a

CuandoAls
Tijdens
Wanneer
acabenBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt u!
Gebruikt u op!
Maakt u af!
Maakt u op!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Teert u op!
Verbruikt u!
Verdoet u!
Verklungelt u!
Verkwist u!
Vermorst u!
Verspilt u!
Voleindigt u!
Werkt u af!
Werkt u uit!
Zij/ze besluiten
Zij/ze beëindigen
Zij/ze eindigen
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken af
Zij/ze maken op
Zij/ze maken uit
Zij/ze sluiten af
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verdoen
Zij/ze verklungelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vermorsen
Zij/ze verspillen
Zij/ze voleindigen
Zij/ze werken af
Zij/ze werken uit
bregaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spartelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobt zich af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Spartel!
Spartelen
Tob je af!
Worstel!
Worstelen
y broncaBars
Barse
Honds
Hondse
Nors
Norse
Nurks
Nurkse
Onaardig
Onaardige
Onvriendelijk
Onvriendelijke
Stuurs
Stuurse
Zure
Zuur


y hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
derrotaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt te gronde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslaat
Nederlaag
Richt te gronde!
Verkwist!
Verniel!
Vernietig!
Versla!
y victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
.

BRUJAHeks 33
Drie
.a
Antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer
el solSol
Zon
se pongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
.
BRUJAHeks I.a
¿En quéWat
Welke
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
?
BRUJAHeks 22
Twee
.a
En el yermo.

BRUJAHeks 33
Drie
.a

A Macbeth allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
veremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien
.
BRUJAHeks I.a

¡VoyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
, Graymalkin!
[BRUJAHeks 22
Twee
.a]

LlamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
Paddock.
[BRUJAHeks 33
Drie
.a]

¡En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
!
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle


BelloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
feoLelijk
Lelijke
y feoLelijk
Lelijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
belloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
.

Flota(Het) drijft
Dobber!
Drijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dobbert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlot
Vloot
Vlot!
en brumaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overstelpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselt af
Overstelp!
Ransel af!
y aireLucht espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

I.ii Fragor de combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
el REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
[DUNCANDuncan],
MALCOLM, DONALBAIN, LENNOXLennox y acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
, y
se encuentran conZij/ze komen tegen
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treden tegemoet
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan
un CAPITÁNAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
.
REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eseDat
Die
ensangrentadoBebloed
Bebloede
Bloed bevlekt
Bloederig
Bloederige
? A juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen

podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
darnosAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste
noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen
de la sublevaciónOproer
Opruien
.

MALCOLM
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el oficialAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officier
Officiële
que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dignoWaardig
Waardige

eEn intrépidoOnverschrokken soldadoGelast
Gesoldeerd
Krijgsman
Soldaat
, meMe
Mij
salvóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redde

del cautiverio. -Gevangenschap ¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
, valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
!
CuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
la batallaDe wielbasis
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la dejasteJij/je leende
Jij/je legateerde
Jij/je leverde op
Jij/je liet
Jij/je liet achter
Jij/je liet begaan
Jij/je liet in de
 steek
Jij/je liet los
Jij/je liet na
Jij/je liet over
Jij/je liet schieten
Jij/je stond toe
Jij/je verlaatte je van
Jij/je verliet
Jij/je vermaakte
Jij/je vertrouwde toe
Jij/je verzuimde
.

CAPITÁNAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd

MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
dudosaOnzeker
Onzekere
: comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dos2
Do's
Twee
Tweede

nadadoresZwemmers extenuadosVerzwakt
Verzwakte
que se agarranMen grijpt
Zij/ze grijpen aan
Zij/ze grijpen zich stevig
 vast

eEn impidenZij/ze beletten
Zij/ze blokkeren
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verhoeden
Zij/ze voorkomen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
destrezaBedrevenheid
Handigheid
Slag
Vaardigheid
Vlugheid
. El cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
Macdonald
(que bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de rebeldeOpstandig
Opstandige
Rebels

y para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor
acaparaEigen je toe!
Hamster!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eigent zich toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hamstert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt beslag op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich meester
 van
Koop op!
Leg beslag op!
Maak je meester van!
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
Ja
Jawel
Wel
Zich

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
un enjambreBijenzwerm
Drom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwermt uit
Ik zwerm uit
Zwerm
Zwermt u uit!
de infamias) recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde

de las IslasEilanden del OesteWesten soldadesca irlandesaIers
Ierse
,

y la FortunaFortuna, sonriendo aGlimlachend naar suHaar
Hun
Uw
Zijn
ruinAfkeurenswaardig
Afkeurenswaardige
Gierig
Gierige
Oneerlijk
Oneerlijke
Vrekkig
Vrekkige
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
,
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
la putaHoer
Lichtekooi
Publieke vrouw
de un rebeldeOpstandig
Opstandige
Rebels
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en vanoTevergeefs:
el bravoBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Macbeth (puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
dignoWaardig
Waardige
de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
),
despreciandoEen hekel hebbend aan
Minachtend
Verachtend
Versmadend
a la FortunaFortuna y blandiendoSlingerend
Swingend
Zwaaiend

un aceroEen staal que humeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rookte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smookte
Ik rookte
Ik smookte
de muertesOndergangen
Sterfgevallen
Verscheidenen
sangrientasBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige
,
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
favoritoFavoriet
Gunsteling
Lieveling
del ValorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
se abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende de rij
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
afrontarTegenover elkaar plaatsen alNaar de
Naar het
infameBelastert u!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Ik belaster
Ik roddel
Ik spreek kwaad
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Roddelt u!
Schunnig
Schunnige
Spreekt u kwaad!
Vuig
Vuige

y, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
mediarBemiddelen
Rijmen
adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
niEn niet
Evenmin
Noch
despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
,
loDe
Hem
Het
U
descosióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tornde los
del ombligoNavel a las mandíbulasKakementen
Kaken

y plantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plantte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plantte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pootte
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cabezaHoofd
Kop
Krop
en las almenasKantelen.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, bravoBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Stoutmoedig
Stoutmoedige
parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
, nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
!

CAPITÁNAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd

MasDoch
Echter
Maar
Plus
, así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
el solSol
Zon
comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
a relucirBlinken
Glimmen
Glinsteren
In het oog vallen
Schitteren

estallanZij/ze barsten
Zij/ze barsten open
Zij/ze barsten uit
Zij/ze bersten
Zij/ze bersten open
Zij/ze ontploffen
Zij/ze scheuren
Zij/ze springen
truenosBoomligusters
Donders
Ligusters
y tormentasDonderbuien
Noodweren
Onweren
Stormen
Stormwinden
de naufragioSchipbreuk,
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, de la fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput
que podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
consueloIk troost
Ik vertroost
Troost

brotaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspuit
Kom uit!
Ontkiem!
Spat op!
Stuif!
Verspuit!
el desconsueloIk bedroef
Ik maak mistroostig
Ik maak ontroostbaar
Ik maak troosteloos
. EscuchadBeluister!
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de EscociaSchotland:
apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
la justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid
, armadaBewapend
Gewapend
In elkaar gezet
de bravura,

Comment: Las HébridasHebriden.
Comment: SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
las crónicasChronisch
Chronische
Kronieken
Slepend
Slepende
DuncanDuncan
y Macbeth eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
primosNeven
Priem-
Sullen
.

forzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplichtte
a los raudos irlandesesIeren
Iers
Ierse
a la huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen
,
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noruegoNoor
Noors
Noorse
avistóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde suHaar
Hun
Uw
Zijn
ventajaBaat
Belang
Nut
Voordeel
Winst

y, conDoor
Met
Per
Samen met
arenasArena's
Kampplaatsen
Pisten
Pistes
Strijdperken
Worstelperken
remozadas y refuerzosVersterkingen,
renovóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze renoveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernieuwde
la contiendaConflict
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Ik twist
Ik wedijver
Twist u!
Wedijvert u!
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

Asustaría aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou laten schrikken
Ik zou laten schrikken
nuestrosOnze
Van ons
jefesAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Hoofden
Leiders
Meerderen
Opperhoofden
Superieuren
, Macbeth y Banquo.

CAPITÁNAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd

Ja
Jawel
Wel
Zich
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el gorriónMus alNaar de
Naar het
águilaAdelaar
Arend
o la liebreHaas alNaar de
Naar het
león.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, ambosAlle twee de
Allebei
Beide
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cañonesBuizen
Kanalen
Kanonnen
Kloven
Lopen
Pijpen
Ravijnen
Roeren
Roers
Stelen
Vuurmonden
cebados conDoor
Met
Per
Samen met
dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u!
cargaBelaad!
Beladen
Belast!
Belasten
Bereken!
Berekenen
Bestorm!
Bestormen
Breng in rekening!
Cargo
Erger!
Ergeren
Gei op!
Gei!
Geien
Goederen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belaadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laadt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Inladen
Laad in!
Laad!
Laden
Lading
Last
Opgeien
Scheepslading
Servituut
Sta tegen!
Tegenstaan
Vermoei!
Vermoeien
Verveel!
Vervelen
Vracht
Vulling
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
redoblaron doblemente el contraataque.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queríanZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
bañarseBaden
Een bad nemen
en sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!


o hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
memorableGedenkwaardig
Gedenkwaardige
un nuevoNieuw
Nieuwe
Gólgota,
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
... EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
;
misMi's
Mijn
heridasBezeerd
Blessuren
Blessures
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuren
Verwond
Verwondingen
Wonden
piden(Zij) vragen
Zij/ze bedelen
Zij/ze bestellen
Zij/ze roepen in
Zij/ze verlangen
Zij/ze verzoeken
Zij/ze vragen
Zij/ze vragen aan
Zij/ze vragen om
curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
.
REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

Igual queEvenals
Zoals
tusJe
Jouw
palabrasBewoordingen
Woorden
, ellasHen
Ze
Zij
teJe
Jou
enaltecen:
ambasBeide alientanZij/ze bemoedigen
Zij/ze moedigen aan
Zij/ze stijven
honor. -Eer
Hulde
¡TraedleBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Neem mee!
un médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische
!

[Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
el CAPITÁNAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
.]
EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
RossRoss y ANGUS.

¿QuiénWie llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
aquíAlhier
Hier
?

MALCOLM
El nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
BarónBaron de RossRoss.

LENNOXLennox
¡QuéWat
Welke
premuraHaast
Spoed
leHaar
Hem
Het
U
asomaBegin je te vertonen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint zich te
 vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont voor een
 opening
Kom te voorschijn!
Vertoon voor een opening!
por los ojosKijkers
Ogen
!
SuHaar
Hun
Uw
Zijn
aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el de quienWiens traeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee!
noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen
insólitasOngewone
Ongewoon
Vreemd
Vreemde
Zeldzaam
Zeldzame
.

ROSSRoss
¡DiosGod
Godheid
salveBehoudt u!
Bergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik behoud
Ik berg
Ik red
Redt u!
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
!
REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

NobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
barónBaron, ¿de dóndeWaar
Waarheen
vienesJij/je komt
Jij/je komt mee
?

ROSSRoss
De FifeFife, granGroot
Grote
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
las banderasBanieren
Dundoeken
Standaarden
Standaards
Vaandels
Vanen
Veldtekens
Vendelen
Vendels
Vlaggen
Wimpels

noruegasNoors
Noorse
se mofanZij/ze bespotten
Zij/ze gekscheren
Zij/ze honen
Zij/ze spotten
del cieloHemel
Lucht
y conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
soploBlazen
Ik blaas
Ik blaas uit
Ik geef in
Ik inspireer
Ik waai
Ingeven
Inspireren
Uitblazen
Waaien

escalofrían a nuestraOns
Onze
Van ons
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
.
El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noruegoNoor
Noors
Noorse
, conDoor
Met
Per
Samen met
un aluviónAlluviaal
Alluvium
Holoceen
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten

y el apoyoIk ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Steun
del traidorDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
deslealOntrouw
Ontrouwe
,

Comment: NombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
alternativoAlternatief
Alternatieve
del
CalvarioCalvarieberg
Calvarië
Golgota
Golgotha
Kruisweg
. En sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
, lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de
cadáveresKadavers
Krengen
Lijken
.

el BarónBaron de Cawdor, emprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardde een ambt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in dienst
un aciagoCatastrofaal
Catastrofale
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige
Sinister
Sinistere
ataqueAanranding
Aanslag
Aanval
Attaque
Attaqueert u!
Grijpt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Ik attaqueer
Ik grijp aan
Ik tackel
Ik tast aan
Ik val aan
Offensief
Tackelt u!
Tast u aan!
Valt u aan!
Vlaag

hasta queTot
Totdat
el novioBeminde
Bruidegom
Galant
Geliefde
Jonggehuwde
Lief
Liefste
Verloofde
Vriend
de Belona, conDoor
Met
Per
Samen met
reciaKrachtig
Krachtige
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
armaduraAnker
Armatuur
Vakwerk
,
leHaar
Hem
Het
U
respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
en términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen
igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
,
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
, brazoArm contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
brazoArm,
frenandoAfremmend
In bedwang houdend
Remmend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
indómitoOntembaar
Ontembare
brío y, en conclusiónAfleiden
Besluit
Besluiten
Beëindiging
Concluderen
Conclusie
Eind
Einde
End
Gevolgtrekking
Voleinding
,
la victoriaOverwinning
Victoria
Victorie
Zege
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
nuestraOns
Onze
Van ons
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¡GranGroot
Grote
dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
!
ROSSRoss

Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
Sweno, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de NoruegaNoors
Noorse
Noorwegen
,
suplicaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt af
Smeek af!
Smeek!
la pazLa paz. MasDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
accedimosWij/we gaven toe
Wij/we gingen binnen
Wij/we stemden toe
Wij/we vonden goed
Wij/we waren het eens

alNaar de
Naar het
entierroBegrafenis
Graflegging
Ik bedelf
Ik begraaf
Ik kuil
Ik overstelp
Ik verpletter
Teraardebestelling
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
hasta queTot
Totdat
en Inchcomb
nos(Aan) ons
Ons
pagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed
diez10
Tien
mil1000
Duizend
tálerosDaalders a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
nosotrosOns
We
Wij
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

NuncaNimmer
Nooit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
traicionaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
 steek laten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten merken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verraden
el BarónBaron de Cawdor
miMi
Mijn
íntimoGezellig
Gezellige
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
disponedBeschik over!
Beschik!
Beveel!
Disponeer!
Maak klaar!
Plaats!
Rangschik!
Voltooi!

y saludadBegroet!
Groet!
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel
a Macbeth.

ROSSRoss
MandaréIk zal aanvoeren
Ik zal bevelen
Ik zal commanderen
Ik zal gelasten
Ik zal het bevel
 voeren
Ik zal sommeren
Ik zal verordenen
Ik zal voorschrijven
que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
.
REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

Lo queDat wat
Wat
élHem
Hij
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
pierde(Het) verliest
Geef op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Loop mis!
Mis!
Raak kwijt!
Verbeur!
Verkwist!
Verlies!
Verspeel!
, el nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Macbeth gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

I.iii TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters
. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
las tres3
Drie
BRUJASBrugge
Heksen
.
BRUJAHeks I.a
¿DóndeWaar
Waarheen
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
, hermanaZus
Zuster
?
BRUJAHeks 22
Twee
.a
MatandoAfslachtend
Dodend
Doodmakend
Ombrengend
Slachtend
cerdosBeren
Mannetjesvarkens
Varkens
Varkensvlezen
Zwijnen
.
BRUJAHeks 33
Drie
.a
Y Ge
Gij
Je
Jij
, hermanaZus
Zuster
, ¿dóndeWaar
Waarheen
?

BRUJAHeks I.a
ConDoor
Met
Per
Samen met
castañasEetbare kastanjes
Kastanjes
Paardenkastanjes
Tamme kastanjes
en la faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
, la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
de un naveganteNavigator
Navigerend
Navigerende

masticabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kauwde
Ik kauwde
y masticabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kauwde
Ik kauwde
. 'DameBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
', leHaar
Hem
Het
U
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
.
AtrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
, so brujaHeks!', gritaBalk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw!
la suciaGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige
culona.
SuHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
a AlepoAleppo, capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
del TigreOcelot
Tijger
.
NavegaréIk zal navigeren
Ik zal netsurfen
Ik zal surfen
Ik zal varen
Ik zal websurfen
en un cedazoZeef
y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
rataRat sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
raboGerecht met staart van
 os of stier
Staart
,
yoEgo
Ik
gozaréIk zal genieten
Ik zal genieten van
Ik zal me verheugen
 in
Ik zal me verlustigen
 in
y gozaréIk zal genieten
Ik zal genieten van
Ik zal me verheugen
 in
Ik zal me verlustigen
 in
.

Comment: ReferenciaReferentie
Verwijzing
a Macbeth, que,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed
guerreroGuerrero
Krijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgsheld
Krijgsman
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaat
Strijdlustig
Strijdlustige
, sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
el novioBeminde
Bruidegom
Galant
Geliefde
Jonggehuwde
Lief
Liefste
Verloofde
Vriend

apropiadoAangepast
Geschikt
Geschikte
de la diosaGodin de la guerraKrijg
Oorlog
.

Comment: PequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
islaEiland de la ríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Ik lach
Lacht u!
de
ForthForth, frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
EdimburgoEdinburg
Edinburgh
.

BRUJAHeks 2a
TeJe
Jou
doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
un vientoWind.
BRUJAHeks I.a
LoDe
Hem
Het
U
agradezcoIk bedank
Ik bedank voor
Ik ben dankbaar
Ik ben dankbaar voor
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken
.
BRUJAHeks 33
Drie
.a
YoEgo
Ik
, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.

BRUJAHeks I.a
YoEgo
Ik
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
los demásDe anderen,
y los puertosHavens dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
soplanZij/ze blazen
Zij/ze blazen uit
Zij/ze geven in
Zij/ze inspireren
Zij/ze waaien
,
y los puntosA point
Gegevens
Mespunten
Ogen
Precies goed
Punten
Spikkels
Stippen
Tricots
que la rosaBottelroos
Damascener roos
Roos
Rosa
Roze

de los vientosWinden bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!
.
CualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
pajaRietje
Stro
leHaar
Hem
Het
U
pondréIk zal
Ik zal aan de
 praat krijgen
Ik zal aandoen
Ik zal aantrekken
Ik zal aanzetten
Ik zal doen
Ik zal inschakelen
Ik zal leggen
Ik zal neerleggen
Ik zal neerzetten
Ik zal op gang
 brengen
Ik zal opbrengen
Ik zal opleggen
Ik zal plaatsen
Ik zal steken
Ik zal stellen
Ik zal stoppen
Ik zal vlijen
Ik zal zetten
secoDor
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
;
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
entregarseAannemen
Aanvaarden
Gevangennemen
Zich overgeven
alNaar de
Naar het
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap

niEn niet
Evenmin
Noch
de nocheAvond
Nacht
niEn niet
Evenmin
Noch
de díaOverdag;
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
malditaVervloekt
Vervloekte
.
En penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
un mesMaand y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
mesMaand,
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de menguarAfnemen
Declineren
Minder worden
Slinken
Tanen
Verbuigen
Verflauwen
Verminderen
y caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
;
y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
el barcoBark
Boot
Driemaster
Hulk
Pink
Schip
Schuit
Vaartuig
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se pierdaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verloren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdwaalt
,
loDe
Hem
Het
U
batiránZij/ze zullen doorroeren
Zij/ze zullen houwen
Zij/ze zullen klappen
Zij/ze zullen kloppen
Zij/ze zullen meppen
Zij/ze zullen omroeren
Zij/ze zullen roeren
Zij/ze zullen slaan
las tormentasDonderbuien
Noodweren
Onweren
Stormen
Stormwinden
.
MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
lo queDat wat
Wat
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
.

BRUJAHeks 22
Twee
.a
¡EnséñameBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Instrueer!
Laat zien!
Leer!
Onderwijs!
School!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
, enséñameBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Instrueer!
Laat zien!
Leer!
Onderwijs!
School!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
!

BRUJAHeks I.a
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el pulgarDuim de un pilotoBestuurder
Loods
Piloot
Vliegtuigbestuurder

que naufragóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leed schipbreuk a suHaar
Hun
Uw
Zijn
retornoIk draai om
Ik geef terug
Ik keer om
Ik zend terug
Omdraaien
Omkeren
Return
Teruggeven
Terugzenden
.

TamborBus
Dwergtong
Rol
Trom
Trommel
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
.

BRUJAHeks 33
Drie
.a
¡TamborBus
Dwergtong
Rol
Trom
Trommel
, tamborBus
Dwergtong
Rol
Trom
Trommel
!
Macbeth llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
.

TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

Las HermanasZussen
Zusters
, de la manoDe hand,
correosPosten
Postkantoor
de marZee y campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
,
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeren
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
y vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeren
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
,
tres3
Drie
de ésteDeze
Dit
, tres3
Drie
de éseDat
Die
,
y tres3
Drie
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
, nueve9
Negen
.
¡Chsss...! El hechizoIk begoochel
Ik beheks
Ik betover
Ik heks
Ik tover
Toverspreuk
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
prestoBehendig
Behendige
Bereid
Bereide
Dadelijk
Ik leen
Ik leen uit
Onverwijld
Snel
Snelle
Terstond
Vlug
Vlugge
Voortvarend
Voortvarende
.

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MACBETH y BANQUO.

MACBETH

Un díaDag
Etmaal
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
feoLelijk
Lelijke
y belloFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
nuncaNimmer
Nooit
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
.
BANQUO

¿CuántoHoelang
Hoeveel
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Forres? -Jij/je bekleedt
Jij/je trekt over
Jij/je voert
¿QuiénesWie sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
estasDeze
Dezen
,

tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
resecasDroge
Droog
Mager
Magere
y de atuendoKleding
Toilet
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke


que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
semejanZij/ze gelijken
Zij/ze lijken
habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
,

estandoLiggend
Zich bevindend
Zijnd
Zijnde
Zittend
en él? -Daaraan
Erin
¿TenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
vidaHachje
Leven
? ¿SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat


a lo queDat wat
Wat
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
hablarConverseren
Praten
Spreken
? ParecéisJullie hebben het uiterlijk
 van
Jullie komen over
Jullie komen voor
Jullie lijken
Jullie schijnen
Jullie schijnen toe
Jullie staan tegenover
Jullie vinden
Jullie zien er uit
Jullie zien er uit
 als
entendermeAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan


por el modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
de ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
vuestroJullie
Uw
Van jullie
dedoTeen
Vinger
callosoEeltig
Eeltige


sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los magrosMager
Mager (van vlees)
Magere
labiosLippen. Sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
,

masDoch
Echter
Maar
Plus
vuestraJullie
Uw
Van jullie
barba meMe
Mij
impide(Het) verhindert
Belet!
Blokkeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blokkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Verhinder!
Verhoed!
Voorkom!
pensarDenken

que loDe
Hem
Het
U
seáisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
.
MACBETH

HabladConverseer!
Praat!
Spreek!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten
. ¿QuiénesWie soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
?
BRUJAHeks I.a

¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
a tiJe
Jou
, Macbeth, BarónBaron de Glamis!
BRUJAHeks 22
Twee
.a

¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
a tiJe
Jou
, Macbeth, BarónBaron de Cawdor!
BRUJAHeks 33
Drie
.a

¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
a tiJe
Jou
, Macbeth, que serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
!
BANQUO

¿Por quéWaarom te sobresaltasJij/je schrikt, como siAlsof temierasJij/je duchtte
Jij/je schrikte terug voor
Jij/je schrok terug voor
Jij/je schroomde
Jij/je vreesde
Jij/je was bang voor


lo queDat wat
Wat
suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
grato? -Gewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
En nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
,

¿soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
una fantasíaFantasie
Verbeeldingskracht
o soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk


lo queDat wat
Wat
parecéisJullie hebben het uiterlijk
 van
Jullie komen over
Jullie komen voor
Jullie lijken
Jullie schijnen
Jullie schijnen toe
Jullie staan tegenover
Jullie vinden
Jullie zien er uit
Jullie zien er uit
 als
? A miMi
Mijn
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot


saludáisJullie begroeten
Jullie groeten
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel
y auguráis

un nuevoNieuw
Nieuwe
honorEer
Hulde
y esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
de realeza,

lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
absortoBekoord
Bekoorde
Betoverd
Betoverde
Verdiept
Verdiepte
Verrukt
Verrukte
. A Me
Mij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
habláisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken
.

SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
 van de ziel
Doordringen tot op merg
 en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn
las semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden
del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd


y decirOpgeven
Spreken
Zeggen
cuálWat
Welk
Welke
creceráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangroeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanwassen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gedijen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal groeien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wassen
y cuálWat
Welk
Welke
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
,

habladmeConverseer!
Praat!
Spreek!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
a Me
Mij
, que niEn niet
Evenmin
Noch
osJe
Jullie
suplicoIk smeek
Ik smeek af
favoresBegunstigingen
Genadigheden
Gratiën
Gunsten


niEn niet
Evenmin
Noch
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
vuestroJullie
Uw
Van jullie
odioHaat
Ik haat
.
BRUJAHeks I.a

¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
!
BRuJAHeks 22
Twee
.a

¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
!
BRUJAHeks 33
Drie
.a

¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
!
BRUJAHeks I.a
MenosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que Macbeth, peroDoch
Echter
Maar
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
.
BRUJAHeks 22
Twee
.a
MenosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
, y muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
.

BRUJAHeks 33
Drie
.a
EngendrarásJij/je zal baren
Jij/je zal bevallen
Jij/je zal het leven
 schenken
Jij/je zal teweegbrengen
Jij/je zal verwekken
Jij/je zal voortbrengen
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
, masDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn
;
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que, ¡saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
, Macbeth y Banquo!

BRUJAHeks I.a
¡Banquo y Macbeth, saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
!

MACBETH
¡EsperadBen bedacht op!
Hoop!
Sta te wachten!
Verwacht!
Voorzie!
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Zie vooruit!
, imperfectasGebrekkig
Gebrekkige
Ondeugdelijk
Ondeugdelijke
hablantes, decidGeef op!
Spreek!
Zeg!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
!
Por la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de Sinel soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
BarónBaron de Glamis,
masDoch
Echter
Maar
Plus
, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
de Cawdor? El BarónBaron de Cawdor viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!

y continúaGa door
Ga door!
Ga verder met!
Ga verder!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd aan!
Vervolg!
Zet voort!
vigorosoGeweldig
Geweldige
Krachtig
Krachtige
Sterk
Sterke
Stevig
; y serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

traspasaGeef door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft door
el umbralDorpel
Drempel
de loDe
Hem
Het
U
creíbleGeloofwaardig
Geloofwaardige
,
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
Cawdor. DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
de dóndeWaar
Waarheen

osJe
Jullie
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
novedadNieuwheid
Nieuwigheidje
Nieuws
Nieuwtje
o por quéWaarom
cortáisJullie breken af
Jullie hakken
Jullie houwen
Jullie kappen
Jullie knippen
Jullie onthoofden
Jullie plukken
Jullie plukken af
Jullie rukken af
Jullie schakelen uit
Jullie scheren
Jullie scheuren weg
Jullie slaan het hoofd
 af
Jullie snerpen
Jullie snijden
Jullie snijden door
Jullie snoeien
Jullie verrichten sectie
Snijden jullie
nuestroOns
Onze
Van ons
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
yermo
conDoor
Met
Per
Samen met
proféticosProfetisch
Profetische
saludosBegroetingen
Groeten
Saluten
. HabladConverseer!
Praat!
Spreek!
, osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
ordenoIk bestel
Ik beveel
Ik gelast
Ik ruim op
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
.

DesaparecenZij/ze verdwijnen las BRUJASBrugge
Heksen
.

BANQUO
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
, burbujasBlaasjes
Luchtbellen
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
,
y ellasHen
Ze
Zij
loDe
Hem
Het
U
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
. ¿Por dóndeWaar
Waarheen
se esfumaronZij/ze gingen in rook
 op
Zij/ze verdwenen
Zij/ze vervaagden
?

MACBETH
Por el aireLucht: suHaar
Hun
Uw
Zijn
aparienciaAanblik
Aanzien
Air
Schijn
Uiterlijk
Verschijning
Voorkomen
Vóórkomen
corporalCorporale
Lichaams-
Lichamelijk
Lichamelijke

se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un hálito en el vientoWind.
¡OjaláHopelijk se hubieranZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
 iemand
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden
!

BANQUO
¿Estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
aquíAlhier
Hier
los seresWezenlijkheden
Wezens
de que hablamosWij/we converseerden
Wij/we converseren
Wij/we praatten
Wij/we praten
Wij/we spraken
Wij/we spreken
?
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn
comidoGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
la raízRadix
Stam
Wortel
Wortel (deel van plant)
de la locuraWaanzin,
que haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
prisioneraGevangen
Gevangene
a la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
?

MACBETH
TusJe
Jouw
hijosKinderen
Zonen
Zoons
serán(Zij) zullen zijn
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen plaatshebben
Zij/ze zullen plaatsvinden
Zij/ze zullen zijn
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
.
BANQUO
Ge
Gij
Je
Jij
serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
MACBETH
Y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
BarónBaron de Cawdor. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
?

Comment: PadrePater
Vader
de Macbeth, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals

las crónicasChronisch
Chronische
Kronieken
Slepend
Slepende
.

BANQUO
TalesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
el tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
y las palabras. -Bewoordingen
Woorden
¿QuiénWie vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
?

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
ROSSRoss y ANGUS.

ROSSRoss
Macbeth, el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
recibidoAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen
jubiloso
la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de tuJe
Jouw
éxitoAfloop
Einde
Hit
Resultaat
Succes
y, alNaar de
Naar het
saberKennen
Smaken
Weten

de tusJe
Jouw
peligrosGevaren
Noden
Perikelen
Perikels
combatiendoBestrijdend
Het opnemend tegen
Kampend
Strijd voerend
Strijdend
Vechtend
a los rebeldesOpstandig
Opstandige
,
suHaar
Hun
Uw
Zijn
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
y alabanzaLofuiting
Loven
Prijzen
Roemen
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
porfiadoKoppig
Koppige

por verBekijken
Kijken
Zien
cuálWat
Welk
Welke
dominabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze domineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde de boventoon
Ik bedwong
Ik beheerste
Ik domineerde
Ik overheerste
Ik schitterde uit
Ik voerde de boventoon
. QuedandoAfsprekend
Blijvend
In een bepaalde toestand
 rakend
Overhoudend
Passend
Staand
Zich bevindend
Zijnd
enmudecidoVerstomd
y viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende
lo queDat wat
Wat
hicisteJij/je bedreef
Jij/je bracht uit
Jij/je deed
Jij/je maakte
Jij/je maakte aan
Jij/je richtte uit
Jij/je voerde uit
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
díaDag
Etmaal
,
teJe
Jou
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
halladoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Gezien
Ontmoet
Waargenomen
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las ásperasBits
Bitse
Bobbelig
Bobbelige
Bultig
Bultige
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Onaangenaam
Onaangename
Oneffen
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Rul
Rulle
Ruw
Ruwe
Scherp
Scherpe
Schraal
Schrale
Snibbig
Snibbige
filasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
del noruegoNoor
Noors
Noorse

sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
temerBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen
las pasmosasVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
imágenesAfbeeldingen
Beelden
Imago's
Platen
Prenten
Voorstellingen
de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden

que tú mismoJezelf creabasJij/je creëerde
Jij/je maakte
Jij/je richtte op
Jij/je schiep
. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen
de granizoHagel
llovíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regende
Ik goot
Ik regende
correoPost
Posterijen
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
correoPost
Posterijen
, y cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen

traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
elogiosLofbetuigingen
Loftuitingen
por la granGroot
Grote
defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat

y anteSuède
Ten overstaan van
Voor
élHem
Hij
los derramabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergoot
Ik goot
Ik plengde
Ik schonk
Ik stortte
Ik vergoot
.

ANGUS
VenimosWij/we komen
Wij/we komen mee
a darteAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

y a conducirteAutorijden
Besturen
Brengen
Chaufferen
Geleiden
Leiden
Rijden
Sturen
Vervoeren
Voeren
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
a recompensarteBelonen
Lonen
Schadeloos stellen
Terugdoen
Vergelden
.

ROSSRoss
Y, a cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de un honorEer
Hulde
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
,
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
mandadoAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
que teJe
Jou
llameBelt u aan!
Belt u op!
Belt u!
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Ik bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
Klopt u!
Luidt u!
Maakt u uit voor!
Noemt u!
Praait u!
Roept u aan!
Roept u op!
Roept u!
Schelt u!
Telefoneert u!
BarónBaron de Cawdor.
¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
, nobilísimo barónBaron, conDoor
Met
Per
Samen met
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
tuyoVan jou esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
!

BANQUO
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
! ¿Dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
el diabloBoze
Drommel
Duivel
?

MACBETH
El BarónBaron de Cawdor viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
.
¿Por quéWaarom meMe
Mij
vestísJullie kleden
Jullie kleden aan
Jullie omkleden
Jullie staan
conDoor
Met
Per
Samen met
galasCorso's
Galanterieën
Kramerij
Opschik
Parades
Pralerijen
Vertonen
ajenasAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde
?

ANGUS
QuienDie
Wie
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el barónBaron continúaGa door
Ga door!
Ga verder met!
Ga verder!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd aan!
Vervolg!
Zet voort!
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
,
peroDoch
Echter
Maar
a esaDat
Die
vidaHachje
Leven
que merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!
perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen

se leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
impuestoAangeslagen
Belast
Belasting
Belasting geheven op
Gedicteerd
Geforceerd
Geïmponeerd
Heffing
Indruk gemaakt op
Opgedrongen
Opgelegd
Opgemaakt
Rechten
Veraccijnsd
la pena capitalDoodstraf.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
coligado conDoor
Met
Per
Samen met
las tropasBenden
Bendes
Grauwen
Hopen
Krijgsvolk
Legerafdelingen
Scharen
Troepen
noruegasNoors
Noorse


o reforzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versterkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versterkte (kleur, smaak)
alNaar de
Naar het
rebeldeOpstandig
Opstandige
Rebels
conDoor
Met
Per
Samen met
apoyoIk ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Steun
secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte

y beneficioBeneficie
Benefiet
Benefietvoorstelling
Ik bewerk
Ik doe goed aan
Ik doe wel
Ik exploiteer
Ik kom ten goede
 aan
Ik krijg met geld
Ik lever op
Ik rendeer
Ik verbeter
Ik win
Prebende
Winst
, o labrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beitelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerkte
Ik beitelde
Ik bewerkte
Ik sleep
Ik verwerkte
conDoor
Met
Per
Samen met
los dosAlle twee de
Allebei
Beide

la ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
:

haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
por altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
traiciónVerraad,
confesadaBekend
Erkend
Gebiecht
Opgebiecht
Toegegeven
y probadaAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt
.

MACBETH [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
]
Glamis y BarónBaron de Cawdor.
LoDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
, después. -Achteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
por vuestroJullie
Uw
Van jullie
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet

[A BANQUO] ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esperasJij/je bent bedacht op
Jij/je hoopt
Jij/je staat te wachten
Jij/je verwacht
Jij/je voorziet
Jij/je wacht
Jij/je wacht af
Jij/je wacht op
Jij/je ziet vooruit
Verwachtingen
Vooruitzichten
que tusJe
Jouw
hijosKinderen
Zonen
Zoons
seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
?
Las queWie
Zij die
meMe
Mij
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
el títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel
de Cawdor
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lesHen
Hun
U
auguraron menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
.

BANQUO
EsoDat
Die
Zulks
, creídoGedacht
Gehouden voor
Geloofd
Gemeend
ciegamenteBlindelings
In den blinde
,
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
empujarteDouwen
Dringen
Duwen
Stoten
a la coronaHet kroonwiel
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
hacerteAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
Cawdor. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
:
las fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
de las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
nos(Aan) ons
Ons
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
verdadesWaarheden,
nos(Aan) ons
Ons
tientanZij/ze bekoren
Zij/ze brengen in verzoeking
Zij/ze verleiden
Zij/ze verlokken
Zij/ze verzoeken
conDoor
Met
Per
Samen met
minucias, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
engañarnosBedotten
Bedriegen
Beduvelen
Beetnemen
Misleiden
Om de tuin leiden
Smokkelen
Verlakken

en loDe
Hem
Het
U
graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
y trascendenteTranscendent
Transcendente
.
ParientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten
, permitidmeBelet niet!
Gedoog!
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof!
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
.

MACBETH [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
]
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
dos2
Do's
Twee
Tweede
verdadesWaarheden,
felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
preludiosPreludes
Voorspelen
a la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
gloriosaGlorieus
Glorieuze
Klimlelie

del finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
soberano. -Beheerser
Potentaat
Soeverein
GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, señores.
-Heerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
[AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
] EstaDeze
Dit
incitación sobrenaturalBovennatuurlijk
Bovennatuurlijke

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
, ¿por quéWaarom meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
promesaBelofte
Toezegging
Uitloving
de éxitoAfloop
Einde
Hit
Resultaat
Succes

empezandoAanbrekend
Aansnijdend
Aanvangend
Beginnend
Ingaand
conDoor
Met
Per
Samen met
una verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
? SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
BarónBaron de Cawdor.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
, ¿por quéWaarom cedoIk geef toe
Ik sta af
Ik wijk
a esaDat
Die
tentaciónAanvechting
Lust
Neiging
Temptatie
Verleiding
Verlokking
Verzoeking
Zin

cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
hórrida imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
meMe
Mij
erizaGeef met moeilijkheden om!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft met moeilijkheden
 om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met moeilijkheden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet overeind
Omgeef met moeilijkheden!
Richt op!
Zet overeind!
el cabelloHaar
y meMe
Mij
bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houw!
Klap!
Klop
Klop!
Mep!
Roer door!
Roer om!
Roer!
Sla!
el firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
corazónHart
Klokhuis
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
los huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken

violandoAanrandend
Verkrachtend
las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
? EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste

un peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
que un horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
imaginarioImaginair
Imaginaire
.
La ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
del crimenMisdaad
Misdrijf
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
sinoDoch
Echter
Maar
quimeraChimaera
Droombeeld
Hersenschim
,
a talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
sacudeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrikt
Schok!
Schud op!
Schud!
Wrik!
miMi
Mijn
enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
humanidadHumaniteit
Menselijkheid
Mensheid
Menslievendheid

que la acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
se ahogaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
en conjeturasJij/je gist
Jij/je vermoedt
Vermoedens

y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
.

BANQUO
MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
quéWat
Welke
absortoBekoord
Bekoorde
Betoverd
Betoverde
Verdiept
Verdiepte
Verrukt
Verrukte
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
nuestroOns
Onze
Van ons
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind


MACBETH [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
]
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el azarToeval
Toevalligheid
meMe
Mij
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, que meMe
Mij
coroneBekroont u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Ik bekroon
Ik kroon
Kroont u!

sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
miMi
Mijn
acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
.

BANQUO
Los nuevosNieuw
Nieuwe
honoresHulden leHaar
Hem
Het
U
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee


comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ropaKleding
Kleren
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
, que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se ajustaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past alNaar de
Naar het
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf

conDoor
Met
Per
Samen met
la ayudaDe hulp del usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
.

MACBETH [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
]
SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
lo queDat wat
Wat
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
,
correnZij/ze hollen
Zij/ze lopen hard
Zij/ze racen
Zij/ze rennen
Zij/ze snellen
Zij/ze sprinten
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y horaTijd
Uur
en el díaDag
Etmaal
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
.

BANQUO
NobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Macbeth, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
gustesJij/je behaagt
Jij/je bevalt
Jij/je houdt van
Jij/je proeft
Jij/je staat aan
Jij/je vindt leuk
Jij/je zint
.

MACBETH
PerdonadmeBegenadig!
Vergeef!
. MeMe
Mij
agitabanZij/ze agiteerden
Zij/ze hitsten op
Zij/ze roerden
Zij/ze ruiden op
Zij/ze schudden
Zij/ze stookten op
Zij/ze wonden op
la menteGeest
Verstand

cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
olvidadasAfgeleerd
Vergeten
Verleerd
. SeñoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
, vuestroJullie
Uw
Van jullie
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet

queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven
en un libroBoek
Ik bevrijd
cuyasVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
páginasBladzijden
Bladzijdes
Pagina's

leoIk lees
Leeuw
Leo
cada díaDagelijks
Elke dag
. VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
conDoor
Met
Per
Samen met
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
[A BANQUO] Piensa enDenk aan!
Denk na over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt na over
loDe
Hem
Het
U
ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen
y, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens

de algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberloHet te hebben ponderado,
hablemosLaten we converseren
Laten we praten
Laten we spreken
Wij/we converseren
Wij/we praten
Wij/we spreken
conDoor
Met
Per
Samen met
franquezaOpenhartigheid entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
nosotrosOns
We
Wij
.

BANQUO
De buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap
.
MACBETH
Por ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, basta. -Ben genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

I.iv ClarinesHoornen
Hoorns
Klaroenen
Signaalhoorns
. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
el REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
[DUNCANDuncan], LENNOXLennox,
MALCOM,
DONALBAIN y acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¿HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
ajusticiadoBerecht
Terechtgesteld
a Cawdor? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen

aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
los encargadosAangevraagd
Belast
Belast met
Belaste
Besteld
Opdracht gegeven
Opgedragen
?

MALCOLM
TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
regresadoTeruggekeerd
Teruggekomen
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weeromgekomen
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
.
AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
habléIk converseerde
Ik praatte
Ik sprak
conDoor
Met
Per
Samen met
alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
que leHaar
Hem
Het
U
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
:
meMe
Mij
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
que confesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biechtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
palmariamente
susHaar
Hun
Uw
Zijn
traicionesJij/je laat in de
 steek
Jij/je laat merken
Jij/je verraadt
Verraden
, implorandoAfsmekend vuestroJullie
Uw
Van jullie
augustoAugust
Augustus
Clown
perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis

y mostrandoLatend zien
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
hondoDiep
Diepe
pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
. En suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven

nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
leHaar
Hem
Het
U
honróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereerde
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
de dejarlaHen laten
Laten
:
murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el queDat
Die
Hij die
Wie
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
ensayadoAangepast
Beproefd
Bezocht
Gepast
Geprobeerd
Gerepeteerd
Getest
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden

y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
dispuestoBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid
a arrojarGooien
Smijten
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
preciadoGewaardeerd
Kostbaar
Kostbare
Waardevol
Waardevolle

cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
una minucia.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst


NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
arteKunst que descubraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst uit
Ik ontdek
Ik vind uit
Ik vors uit
Ontdekt u!
Vindt u uit!
Vorst u uit!

la condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde
de la menteGeest
Verstand
en una caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
.
El eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
en quienDie
Wie
fundéIk baseerde
Ik fundeerde
Ik grondde
Ik grondvestte
Ik stichtte
Ik vestigde

miMi
Mijn
plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige
confianzaVertrouwen.

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MACBETH, BANQUO, ROSSRoss y ANGUS.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, nobilísimo parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
!
El pecadoGezondigd
Zonde gedaan
de la ingratitudOndankbaarheid yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
pesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bepaalde het gewicht
Ik was zwaar
Ik woog
Ik woog af

sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
Me
Mij
. TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand
adelantadoBespoedigd
Geaccelereerd
Geleend
Gepasseerd
Ingehaald
Teruggezet
Uitgeleend
Uitgeschoven
Uitgestoken
Verbeterd
Veredeld
Verhaast
Vermeerderd
Versneld
Vervroegd
Voorbijgereden
Voorbijgevaren
Voorgegaan
Voorgelopen
Voorgeschoten
Vooruitbetaald
Vooruitgezet

que las alasVlerken
Vleugelen
Vleugels
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
velocesSnel
Snelle
de la recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
a alcanzarteAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven
. OjaláHopelijk fuerasJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was
dignoWaardig
Waardige

de menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
: teJe
Jou
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
la justaAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Steekspel
Toernooi
medidaAfgemeten
Afmeten
Gemeten
Grootte
Maat
Maatregel
Maté
Meten
Opgemeten
Opgenomen
Opmeten
Opnemen
Uitgemeten
Uitmeten

de premioBeloning
Ik bekroon
Ik ken een prijs
 toe
Premie
Prijs
y gratitudDankbaarheid. Sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
que jamásNimmer
Nooit

tusJe
Jouw
merecimientos podremosWij zullen kunnen
Wij/we zullen kunnen
Wij/we zullen mogen
pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
.

MACBETH
DemostrarosJullie te tonen miMi
Mijn
lealtadTrouw y miMi
Mijn
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding
.
OsJe
Jullie
corresponde(Het) komt overeen
Ga aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Kom overeen!
Pas!
acogerAannemen
Accepteren
Ontvangen
Opnemen
Opvangen
nuestrosOnze
Van ons
deberesHuiswerk
Plichten
Schulden
Verplichtingen
,
y nuestrosOnze
Van ons
deberesHuiswerk
Plichten
Schulden
Verplichtingen
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el tronoTroon y la naciónNatie
Rijk
Staat
Volk
,
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hijosKinderen
Zonen
Zoons
y sirvientesBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Knechten
Knechts
, que cumplenZij/ze kijken toe
Zij/ze komen na
Zij/ze leven na
Zij/ze nemen waar
Zij/ze observeren
Zij/ze slaan gade
Zij/ze verrichten
Zij/ze vervullen
Zij/ze voeren uit
Zij/ze volbrengen
Zij/ze voltrekken
Zij/ze zien toe
Zij/ze zijn jarig
suHaar
Hun
Uw
Zijn
papelPapier
Rol

protegiendoBehoedend
Beschermend
Beschuttend
Beveiligend
In veiligheid brengend
vuestroJullie
Uw
Van jullie
honorEer
Hulde
y vuestroJullie
Uw
Van jullie
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
bienvenidoWelkom
Welkome
.
TeJe
Jou
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
plantadoAangeplant
Geplant
Gepoot
y teJe
Jou
cultivaréIk zal aankweken
Ik zal aanplanten
Ik zal bebouwen
Ik zal beschaven
Ik zal bewerken
Ik zal kweken
Ik zal telen
Ik zal verbouwen

para queOpdat
Zodat
medres y florezcasJij/je bloeit
Jij/je floreert
. -NobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Banquo,
tuJe
Jouw
méritoVerdienste noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de proclamarseAfkondigen
Proclameren
Uitvaardigen
Verkondigen

conDoor
Met
Per
Samen met
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
gratitudDankbaarheid. DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
que teJe
Jou
abraceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Ik omarm
Ik omhels
Ik omvadem
Omarmt u!
Omhelst u!
Omvademt u!

y teJe
Jou
estrecheHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt
Ik reik
Reikt u!
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
.

BANQUO
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
crezcoIk gedij
Ik groei
Ik groei aan
Ik neem toe
Ik was
Ik was aan
en élDaaraan
Erin
, vuestraJullie
Uw
Van jullie
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la cosechaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oogst
Oogst
Oogst!
Opbrengst
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
MiMi
Mijn
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
inmensaInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
, se desbordaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt uit de
 band
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroomt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt buiten de
 oevers

y va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
ocultaClandestien
Clandestiene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Occult
Occulte
Ontveins!
Verberg!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verheel!
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verschuil!
Verstop!
Verstopt
Verstopte
en
lágrimasTranen.HijosKinderen
Zonen
Zoons
, parientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten
, baronesBaronnen
Barons
y vosotrosGijlieden
Je
Jullie
,
los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cercanosAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
alNaar de
Naar het
tronoTroon, sabedKen!
Smaak!
Weet!

que nombroIk benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
herederoErfgenaam de miMi
Mijn
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat

a miMi
Mijn
primogénitoEerstgeborene Malcolm, que pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
a llamarseGenoemd worden
Heten

Principe de CumberlandCumberland. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
honorEer
Hulde
que se confieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!
:

Comment: Principe herederoErfgenaam de
EscociaSchotland, equivalenteEquivalent
Equivalente
Gelijkwaardig
Gelijkwaardige
Van gelijke waarde
alNaar de
Naar het
Principe de GalesWales
en InglaterraEngeland.

otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
signosBewijzen
Blijken
Merktekenen
Merktekens
Tekenen
Tekens
Wenken
nobiliariosAdellijk
Adellijke
luciránZij/ze zullen blinken
Zij/ze zullen glanzen
Zij/ze zullen schijnen
Zij/ze zullen schitteren
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren

en cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
loDe
Hem
Het
U
hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
merecido. -Toegekomen
Verdiend
Waard geweest
Waardig geweest
Vamos aWij/we gaan naar InvernessInverness,
y miMi
Mijn
deudaSchuld contigoBij jou
Met jou
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
.

MACBETH
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
hay queMen moet servirosAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
, el ocioVrije tijd
Vrije tijdsbesteding
fatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis
.
SeréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn
vuestroJullie
Uw
Van jullie
heraldoHeraut
Voorbode
y alegraréIk zal verblijden
Ik zal verheugen
Ik zal verlevendigen
Ik zal vieren
a miMi
Mijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw

conDoor
Met
Per
Samen met
la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de vuestraJullie
Uw
Van jullie
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
.
Humildemente me despidoIk neem afscheid
Ik neem afscheid van
Ik verlaat
Ik zeg vaarwel
Ik zeg vaarwel tegen
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¡MiMi
Mijn
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Cawdor!

MACBETH [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
]
PríncipeKoningszoon
Prins
Vorst
de CumberlandCumberland: he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
un tropiezoIk struikel
que meMe
Mij
hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
superoIk blink uit
Ik ga te boven
Ik kom te boven
Ik munt uit
Ik overtref
Ik overwin
Ik streef voorbij
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
meMe
Mij
impide(Het) verhindert
Belet!
Blokkeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blokkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Verhinder!
Verhoed!
Voorkom!
el pasoEl paso. ¡AstrosHemellichamen
Sterren
, extinguíosSterf uit!!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
vuestraJullie
Uw
Van jullie
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
misMi's
Mijn
negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten
designiosBedoelingen
Plannen
Voornemens
,
niEn niet
Evenmin
Noch
el ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!
lo queDat wat
Wat
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
la manoDe hand; masDoch
Echter
Maar
Plus
vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!

lo queDat wat
Wat
el ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!
temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees!
verBekijken
Kijken
Zien
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
sucedaErft u van!
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Ik erf van
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom af
Ik overkom
Ik stam af
Ik val voor
Ik volg op
Komt u af!
Overkomt u!
Stamt u af!
Valt u voor!
Volgt u op!
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

CiertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Banquo. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
valerosoStoutmoedig
Stoutmoedige
,
y tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
nutridoGevoed conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
excelenciasExcellenties
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij
. SigámosleLaten we aanblijven
Laten we bewandelen
Laten we bijhouden
Laten we doorgaan
Laten we opvolgen
Laten we volgen
Laten we voortvloeien
Laten we voortzetten
Wij/we bewandelen
Wij/we blijven aan
Wij/we gaan door
Wij/we houden bij
Wij/we vloeien voort
Wij/we volgen
Wij/we volgen op
Wij/we zetten voort
. En suHaar
Hun
Uw
Zijn
atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid

se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen
acogidaAangenomen
Begroeting
Geaccepteerd
Ontvangen
Opgenomen
Opgevangen
.
¡Un parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
!

ClarinesHoornen
Hoorns
Klaroenen
Signaalhoorns
. Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

I.v Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
LADY MACBETH solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
, conDoor
Met
Per
Samen met
una cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
.
LADY MACBETH
'MeMe
Mij
salieron al pasoZij/ze begonnen met
Zij/ze kwamen aan lopen
Zij/ze pakten aan
Zij/ze traden toe
el díaDag
Etmaal
del triunfoIk heb succes
Ik zegevier
Triomf
Troef
Zege
Zegepraal
, y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
podidoGekund
Gemogen

comprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren
fehacientemente que suHaar
Hun
Uw
Zijn
cienciaWetenschap esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
ardíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan
Ik blaakte
Ik brandde
Ik gloeide
Ik was aan
en deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
de seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
interrogándolas,
se convirtieron enZij/ze werden aireLucht y en élDaaraan
Erin
se perdieronZij/ze gingen verloren
Zij/ze verdoolden
Zij/ze verdwaalden
. AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

sumidoBegraven
Gedaan verzinken
Genuttigd
In de grond verstopt
Onder water gestopt
en miMi
Mijn
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
correosPosten
Postkantoor
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
y
meMe
Mij
proclamaronZij/ze kondigden af
Zij/ze proclameerden
Zij/ze vaardigden uit
Zij/ze verkondigden
BarónBaron de Cawdor, el títuloDiploma
Graad
Kop
Onderschrift
Opschrift
Rubriek
Titel
conDoor
Met
Per
Samen met
que meMe
Mij

habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
saludadoBegroet
Gegroet
las HermanasZussen
Zusters
Fatídicas, que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
meMe
Mij

señalaronZij/ze duidden aan
Zij/ze duidden uit
Zij/ze gaven aan
Zij/ze lieten zien
Zij/ze maakten opmerkzaam
Zij/ze merkten op
Zij/ze signaleerden
Zij/ze spreidden tentoon
Zij/ze toonden
Zij/ze vertoonden
Zij/ze wezen
Zij/ze wezen aan
Zij/ze wezen uit
el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
: "¡SaludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
a tiJe
Jou
, que serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
!" HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb


Comment: En inglésBrit
Brits
Britse
Engels
Engelse
Engelse taal
Engelsman
, 'Weïrd Sisters'.
'Weïrd' procedeBen afkomstig!
Ben het gevolg van!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afkomstig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom voort!
Ontspruit!
Stam af!
Werk!
del inglésBrit
Brits
Britse
Engels
Engelse
Engelse taal
Engelsman
antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude

'wyrd' (hadoLot
Noodlot
) y se aplicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoonde ijver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde zich toe
a cualquieraWat dan ook
Wie dan ook

de las tres3
Drie
deidadesGodheden del destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
de la
mitologíaMythologie anglosajona (que, por tantoDaarom
Derhalve
,
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
relacionadasGecombineerd
Verbonden
conDoor
Met
Per
Samen met
la adivinaciónBeduiden
Doorzien
Gissen
Profetie
Raden
Verwachten
Voorspellen
Voorspelling
Voorzeggen
Voorzegging
Waarzeggen
Waarzeggerij
Wichelarij
, y
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conDoor
Met
Per
Samen met
la brujeríaHekserij). UsoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
aquíAlhier
Hier
'fatídico'
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
primarioPrimair
Primaire
de 'proféticoProfetisch
Profetische
que
anunciaAdverteer!
Annonceer!
Dien aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Kondig aan!
Maak bekend!
el porvenirToekomende tijd
Toekomst
Verschiet
'.

juzgadoBalie
Beoordeeld
Berecht
Geoordeeld
Gerecht
Gerechtsgebouw
Gevonnist
Rechtbank
Rechtgesproken
Tribunaal
Veroordeeld
Vierschaar
oportunoDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende
contárteloAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
compañeraCollega en la
grandezaGrootsheid, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quedesJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je blijft
Jij/je past
Jij/je raakt in een
 bepaalde toestand
Jij/je spreekt af
Jij/je staat
privadaBeroofd
Besloten
Particulier
Particuliere
Privé-
Uitgeplunderd
del debidoBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Juist
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest
regocijoIk maak blij
Ik maak opgewekt
Ik maak verheugd
Ik maak vrolijk

ignorandoNegerend
Niet wetend
el esplendorPracht que se teJe
Jou
anunciaAdverteer!
Annonceer!
Dien aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Kondig aan!
Maak bekend!
. GuárdaloBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter
en
secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
y adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
.'

EresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
Glamis, y Cawdor, y serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn

lo queDat wat
Wat
teJe
Jou
anuncianZij/ze adverteren
Zij/ze annonceren
Zij/ze dienen aan
Zij/ze kondigen aan
Zij/ze maken bekend
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
tuJe
Jouw
carácterAard
Geaardheid
Karakter
:
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
empapadoDoordrenkt
Doorweekt
Doorweekte
Gesopt
Ingedompeld
Ingedoopt
Opgeslorpt
de lecheMelk de bondadGoedheid
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
los atajosAfkortingen
Afsnijdingen
. Ge
Gij
Je
Jij
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime

y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
ambiciónAmbitie
Eerzucht
, peroDoch
Echter
Maar
Ja
Jawel
Wel
Zich
la maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid

que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
acompañarlaAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
. QuieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
,
masDoch
Echter
Maar
Plus
por la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
jugarSpelen
Uitvoeren
Voorspelen
sucioGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige
,
peroDoch
Echter
Maar
Ja
Jawel
Wel
Zich
ganarBehalen
Verdienen
Winnen
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
. GranGroot
Grote
Glamis, Ge
Gij
Je
Jij
codiciasHebzuchten
Jij/je aast op
Jij/je begeert
Jij/je dorst naar
Lusten

lo queDat wat
Wat
clamaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept heftig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Roep heftig!
Roep om!
Schreeuw!
'EsoDat
Die
Zulks
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
deseasJij/je ambieert
Jij/je aspireert
Jij/je begeert
Jij/je dingt naar
Jij/je haakt naar
Jij/je hebt trek in
Jij/je hunkert
Jij/je jaagt na
Jij/je smacht
Jij/je smacht naar
Jij/je snakt naar
Jij/je streeft na
Jij/je streeft naar
Jij/je verkiest
Jij/je verlangt
Jij/je wenst
',
y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
esoDat
Die
Zulks
teJe
Jou
infundeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat trekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Laat trekken!
Trek af!
Zet!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
pavorAngst
Ontsteltenis
Paniek
Vrees

que deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hacerloDoen
Laten
Maken
. VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
deprisaOpschieten!
Snel
Snel!
,
que yoEgo
Ik
viertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u!
miMi
Mijn
espírituGeest
Geestgesteldheid
en tuJe
Jouw
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan

y derribeBreekt u af!
Brengt u ten val!
Gooit u om!
Gooit u omver!
Haalt u neer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopt
Ik breek af
Ik breng ten val
Ik gooi om
Ik gooi omver
Ik haal neer
Ik kantel
Ik keer om
Ik sloop
Kantelt u!
Keert u om!
Sloopt u!
conDoor
Met
Per
Samen met
el brío de miMi
Mijn
lenguaSchar
Taal
Tong

lo queDat wat
Wat
teJe
Jou
frenaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in bedwang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze remt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze remt af
Houd in bedwang!
Rem af!
Rem!
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje
de oroE175
Goud
Ik bid

conDoor
Met
Per
Samen met
que destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
y ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
sobrenaturalBovennatuurlijk
Bovennatuurlijke

parecen(Zij) lijken op
Zij/ze hebben het uiterlijk
 van
Zij/ze komen over
Zij/ze komen voor
Zij/ze lijken
Zij/ze schijnen
Zij/ze schijnen toe
Zij/ze staan tegenover
Zij/ze vinden
Zij/ze zien er uit
Zij/ze zien er uit
 als
coronarteBekronen
Kronen
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
un MENSAJEROAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
.

¿QuéWat
Welke
nuevasNieuw
Nieuwe
traesJij/je bezorgt
Jij/je brengt
Jij/je brengt aan
Jij/je brengt mee
Jij/je draagt aan
Jij/je neemt mee
?

MENSAJEROAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant


El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
.
LADY MACBETH

¿QuéWat
Welke
locuraWaanzin dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
?

¿TuJe
Jouw
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
acompañaAccompagneer!
Begeleid!
Ga mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelt
Loop mee!
U begeleidt
Vergezel!
? Me habríaIk zou het met
 iemand aan de stok krijgen
Ik zou me gedragen
Ik zou me met
 iemand meten
avisadoGemeld
Gewaarschuwd
Verstandig
Verstandige


para queOpdat
Zodat
preparaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte klaar
Ik bereidde
Ik bereidde toe
Ik bereidde voor
Ik leidde op
Ik maakte aan
Ik maakte klaar
la acogidaAangenomen
Begroeting
Geaccepteerd
Ontvangen
Opgenomen
Opgevangen
.
MENSAJEROAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant


ConDoor
Met
Per
Samen met
permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
: el barónBaron se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
.

Se leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
adelantadoBespoedigd
Geaccelereerd
Geleend
Gepasseerd
Ingehaald
Teruggezet
Uitgeleend
Uitgeschoven
Uitgestoken
Verbeterd
Veredeld
Verhaast
Vermeerderd
Versneld
Vervroegd
Voorbijgereden
Voorbijgevaren
Voorgegaan
Voorgelopen
Voorgeschoten
Vooruitbetaald
Vooruitgezet
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de misMi's
Mijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
,

que, extenuadoVerzwakt
Verzwakte
, apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf


paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
mensajeBericht
Boodschap
Mededeling
.

LADY MACBETH
CuídaleBekommer je!
Ben bezorgd!
Bewaak!
Draag zorg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekommert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt zorg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezorgd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpleegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgt voor
Let op!
Pas op!
Verpleeg!
Verzorg!
Zorg voor!
Zorg!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
; traeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee!
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
el MENSAJEROAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
.

HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el cuervoKraai
Raaf
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
roncoHees
Hese
Ik knor
Ik ronk
Ik snork
Ik snurk
Rauw
Rauwe
Schor
Schorre
de graznarKrassen
Snateren

la fatídica entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
de DuncanDuncan
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
misMi's
Mijn
almenasKantelen. VenidKom mee!
Kom!
a Me
Mij
, espíritusGeesten
que servísJullie bedienen
Jullie bewijzen een dienst
Jullie deugen
Jullie dienen
Jullie dienen op
Jullie helpen
Jullie kaarten aan
Jullie serveren
Jullie zijn geschikt
Jullie zijn van dienst
a propósitosBedoelingen
Doelen
Gespreksonderwerpen
Oogmerken
Plannen
Voornemens
de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, quitadmeDoe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Leg af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af!

la ternuraGevoeligheid
Malsheid
Murwheid
Tederheid
Weekheid
Zachtheid
y llenadmeCompleteer!
Demp!
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Voleind!
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de los piesPoten
Voeten
a la cabezaHoofd
Kop
Krop

de la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ciegaBlind
Blinde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblindt
Verblind
Verblind!
Verblinde
Verstopt
Verstopte
crueldadWreedheid. EspesadmeBind!
Maak dikker!
Verdik!
la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
,
tapadBedek!
Beleg!
Dek toe!
Dek!
Dicht!
Maak dicht!
Stop toe!
Stop vol!
Stop!
Verstop!
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
y accesoAangeven
Aankomen
Aanreiken
Arriveren
Binnengaan
Doorbrengen
Entree
Intrede
Naderen
Toegang
Verdrijven
a la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid

para queOpdat
Zodat
niEn niet
Evenmin
Noch
pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
niEn niet
Evenmin
Noch
incitación alNaar de
Naar het
sentimientoAanvoelen
Bewustzijn
Gevoel
Gevoelen
Gewaarworden
Gewaarwording
Merken
Voelen

quebrantenTrapt u in!
Verbrijzelt u!
Vermorzelt u!
Verplettert u!
Zij/ze trappen in
Zij/ze verbrijzelen
Zij/ze vermorzelen
Zij/ze verpletteren
miMi
Mijn
fieroWrede
Wreed
designioBedoeling
Plan
Voornemen
, niEn niet
Evenmin
Noch
intercedanKomt u tussenbeide!
Zij/ze komen tussenbeide

entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
élHem
Hij
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking
. VenidKom mee!
Kom!
a misMi's
Mijn
pechosBoezems
Borsten
de mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon

y cambiadDenatureer!
Kenter!
Ruil!
Varieer!
Verander!
Verkeer!
Vermaak!
Werk!
Wissel af!
Wissel!
miMi
Mijn
lecheMelk en hielGal, espíritusGeesten del crimenMisdaad
Misdrijf
,
dondequiera que sirváisJullie bedienen
Jullie bewijzen een dienst
Jullie deugen
Jullie dienen
Jullie dienen op
Jullie helpen
Jullie kaarten aan
Jullie serveren
Jullie zijn geschikt
Jullie zijn van dienst
a la maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid

en vuestraJullie
Uw
Van jullie
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
invisibleOnzichtbaar
Onzichtbare
. VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, nocheAvond
Nacht
espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!
,
y envuélveteBaker in!
Baker!
Breng met je mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt met zich
 mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Impliceer!
Omwikkel
Pak in!
Pak!
Rol op!
Sluit in!
Strengel!
Verpak!
Wikkel!
Wind!
Zwachtel in!
en el humoDamp
Rook
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
del infiernoHel
Inferno
Onderwereld

para queOpdat
Zodat
miMi
Mijn
puñalDolk noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
la heridaBezeerd
Blessure
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuur
Verwond
Verwonding
Wond
que haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt

niEn niet
Evenmin
Noch
el cieloHemel
Lucht
asome(Het) komt uit
Begint u zich te
 vertonen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint zich te
 vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont voor een
 opening
Ik begin me te
 vertonen
Ik kom te voorschijn
Ik vertoon voor een
 opening
Komt u te voorschijn!
Vertoont u voor een
 opening!
por el mantoDeken
Jas
Mantel
Manto
de las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen

gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
: ' ¡AltoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
, altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
!'

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
MACBETH.

¡GranGroot
Grote
Glamis, nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Cawdor y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens

aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
por tuJe
Jouw
proclamaciónAfkondiging
Bekendmaking
Proclamatie
Uitvaardiging
!
TuJe
Jouw
cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
elevadoBevorderd
Getild
Hoog
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
por encimaBovendien
Er bovenop

de un presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!
de ignoranciaDomheid
Onwetendheid
, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer

el futuroBruidegom
Futurum
Toekomende tijd
Toekomst
Toekomstig
Toekomstige
en el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
.

MACBETH
MiMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
amorAffectie
Liefde
Min
, DuncanDuncan viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
.

LADY MACBETH
¿Y cuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
?
MACBETH
MañanaMorgen
Ochtend
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
suHaar
Hun
Uw
Zijn
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
.

LADY MACBETH
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, nuncaNimmer
Nooit
veráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zien
el solSol
Zon
eseDat
Die
mañanaMorgen
Ochtend
!
TuJe
Jouw
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
, miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un libroBoek
Ik bevrijd
en queWaarin se puedenMen kan

leerLezen cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
extrañasBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Jij/je bant
Jij/je bevreemdt
Jij/je houdt van de
 deur
Jij/je laakt
Jij/je maakt aanmerking op
Jij/je verbaast
Jij/je verbant
Jij/je vindt vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
engañarBedotten
Bedriegen
Beduvelen
Beetnemen
Misleiden
Om de tuin leiden
Smokkelen
Verlakken
alNaar de
Naar het
mundoAardrijk
Wereld
,
paréceteGelijk!
Lijk op!
Lijk!
alNaar de
Naar het
mundoAardrijk
Wereld
, lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
la bienvenidaWelkom
Welkome
Welkomst-

en los ojosKijkers
Ogen
, las manosDe handen, la lenguaSchar
Taal
Tong
. ParéceteGelijk!
Lijk op!
Lijk!

a la cándidaArgeloos
Argeloze
Naïef
Naïeve
Ongekunsteld
Ongekunstelde
Onnozel
Onnozele
florBloei
Bloem
Bloesem
, peroDoch
Echter
Maar
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
la serpienteSerpent
Slang

que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
debajoBeneden
Eronder
Onder
. Del huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
hay queMen moet ocuparseZich bezighouden
Zich wijden
;
y en misMi's
Mijn
manosHanden dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
el granGroot
Grote
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
de estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht

que a nuestrosOnze
Van ons
díasDagen
Etmalen
y nochesAvonden
Nachten
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen

absolutoAbsolute
Absoluut
Onvermengd
Onvermengde
Onvoorwaardelijk
Onvoorwaardelijke
Pure
Puur
Volstrekt
Volstrekte
Zuiver
Zuivere
poderíoMacht y majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
.

MACBETH
HablemosLaten we converseren
Laten we praten
Laten we spreken
Wij/we converseren
Wij/we praten
Wij/we spreken
más tardeLater
Straks
.
LADY MACBETH

MuéstrateLaat je zien!
Vertoon je!
serenoBedaard
Bedaarde
Helder
Heldere
Ik stel gerust
Kalm
Kalme
Nachtwacht
Onbezorgd
Onbezorgde
Sereen
Serene
:
mudarVeranderen
Vermaken
Wisselen
de semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
señalSein
Signaal
Spoor
Teken
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
.
Lo demásHet overige déjameloHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

I.viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
OboesHobo's
Hobospeelsters
Hobospelers
y antorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
el REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
[DUNCANDuncan],
MALCOLM, DONALBAIN, BANQUO, LENNOXLennox,
MACDUFF, ROSSRoss, ANGUS y acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
.
REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

El castilloBurcht
Kasteel
Slot
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en un sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
placenteroAangenaam
Aangename
Plezierig
Plezierige
;
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
frescorFrisheid y dulzuraZoetheid
Zoetigheid
, el aireLucht
cautivaBekoor!
Boezem belang in!
Gevangene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Interesseer!
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker!
misMi's
Mijn
sentidosAangevoeld
Betekenissen
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Significanties
Zinnen
Zintuigen
.

BANQUO
El huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
del veranoZomer, el vencejoGierzwaluw
Steenzwaluw

que rondaBeweeg je rondom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich rondom
Ronda
Ronde
Rondgang
las iglesiasBedehuizen
Godshuizen
Kerken
Kerkgebouwen
Moskeeën
Synagogen
Synagoges
Tempelen
Tempels
, nos(Aan) ons
Ons
demuestraAdstrueer!
Bewijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Maak waar!
Staaf!
Toon aan!
Wijs uit!

conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
amadaBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
construcciónAanbouw
Aanleg
Aanleggen
Akkoord
Bouw
Bouwen
Bouwsel
Bouwwerk
Constructie
Construeren
Gebouw
Ineenzetten
Inrichting
Maatregel
Maken
Opbouw
Perceel
Regeling
Schikking
Zetting
que el hálito del cieloHemel
Lucht

aquíAlhier
Hier
seduceBekoor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Lach toe!
Lok aan!
Trek aan!
Trek!
Verleid!
Verlekker!
de fraganciaAroma
Boeket
Geur
: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
salienteBarbacane
Oosten
, frisoFries,
contrafuerteSteunmuur o esquinaBuitenhoek
Hoek
Straathoek
favorableBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde
en queWaarin esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pájaroVogel
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
suHaar
Hun
Uw
Zijn
colganteHang- lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
y cunaBakermat
Geboorteplek
Wieg
.
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
observadoBemerkt
Gadegeslagen
Gemerkt
Geobserveerd
Opgemerkt
Toegekeken
Toegezien
Waargenomen
que dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
anidaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nestelt
Nestel!
y críaFok op!
Fok!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedt op
Voed op!
el aireLucht esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
LADY MACBETH,

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¡MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
! ¡NuestraOns
Onze
Van ons
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
anfitrionaGastvrouw!
El afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
que reciboAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Ik accepteer
Ik begroet
Ik geniet
Ik krijg
Ik neem aan
Ik ontvang
Ik toucheer
Krijgen
Kwitantie
Ontvangbewijs
Ontvangen
Ontvangstbewijs
Reçu
Toucheren
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
miMi
Mijn
molestiaBelemmering
Belet
Beletsel
Gêne
Hinder
Last
Ongemak
Overlast
Stoornis
Storing
Verhindering
Verstoring
,

masDoch
Echter
Maar
Plus
siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
amorAffectie
Liefde
Min
loDe
Hem
Het
U
agradezcoIk bedank
Ik bedank voor
Ik ben dankbaar
Ik ben dankbaar voor
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken
. AcaboIk besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik gebruik op
Ik maak af
Ik maak op
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verdoe
Ik verklungel
Ik verkwist
Ik vermors
Ik verspil
Ik voleindig
Ik werk af
Ik werk uit
de enseñarosBijbrengen
Instrueren
Laten zien
Leren
Onderwijzen
Scholen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen

a rogarAanvragen
Inroepen
Smeken
Verzoeken
Vragen
que DiosGod
Godheid
meMe
Mij
premieBekroont u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent een prijs
 toe
Ik bekroon
Ik ken een prijs
 toe
Kent u een prijs
 toe!
por serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
una cargaEen lading
Een vracht

y a que meMe
Mij
agradezcáisJullie bedanken
Jullie bedanken voor
Jullie betuigen dank
Jullie danken
Jullie hebben te danken
Jullie zijn dankbaar
Jullie zijn dankbaar voor
vuestraJullie
Uw
Van jullie
molestiaBelemmering
Belet
Beletsel
Gêne
Hinder
Last
Ongemak
Overlast
Stoornis
Storing
Verhindering
Verstoring
.

LADY MACBETH
NuestroOns
Onze
Van ons
enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
, prestadoGeleend
Uitgeleend
en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

dos vecesTwee keer
Tweemaal
y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
dobladoDoorgebogen
Dubbel gevouwen
Dubbelgevouwen
Gebogen
Gekromd
Geplooid
Gevouwen
Kromgebogen
Nagesynchroniseerd
Omgebogen
Omgevouwen
Verbogen
Verdubbeld
Verdubbelde
, sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn

un rivalConcurrent
Mededinger
Rivaal
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y endebleZwak
Zwakke
frente aTegenover
Vergeleken met
Versus
los altísimos
honoresHulden de que VuestraJullie
Uw
Van jullie
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit

colmaColma
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Loop over!
Overloop!
Overtref!
a nuestraOns
Onze
Van ons
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
. Por los anterioresVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere

y las nuevasNieuw
Nieuwe
dignidadesDigniteiten
Waardigheden
Zelfgevoelen
Zelfrespecten
añadidasAangebracht
Bijgedaan
Bijgemengd
Bijgevoegd
Toegegeven
Toegevoegd

rogaremos porWij/we zullen smeken om vosGe
Gij
Je
Jij
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
eremitas.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

¿DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
el BarónBaron de Cawdor?
GalopéIk galoppeerde trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
élHem
Hij
conDoor
Met
Per
Samen met
la intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin

de prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
suHaar
Hun
Uw
Zijn
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
, peroDoch
Echter
Maar
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
jineteRuiter
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
granGroot
Grote
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
, penetranteDoordringend
Doordringende
Penetrant
Penetrante
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
suHaar
Hun
Uw
Zijn
espuelaSpoor,
leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
ayudadoBijgestaan
Gebaat
Geholpen
Ter zijde gestaan
a adelantarseVoor zijn
Voorafgaan
Vooruit steken
. BellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
y nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
,
estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
vuestroJullie
Uw
Van jullie
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
.

LADY MACBETH
VuestrosJullie
Van jullie
siervos administranZij/ze administreren
Zij/ze beheren
Zij/ze besturen
Zij/ze dienen toe

a susHaar
Hun
Uw
Zijn
siervos y a Ja
Jawel
Wel
Zich
mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
bienesGelukken
Welvaarten

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
rendirGeven cuentasBerekeningen
Calculaties
Conti
Conto's
Jij/je berekent
Jij/je calculeert
Jij/je debiteert
Jij/je leest voor
Jij/je rekent
Jij/je rekent uit
Jij/je telt
Jij/je telt af
Jij/je telt neer
Jij/je verhaalt
Jij/je vertelt
Kralen
Nota's
Rekeningen
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
dispongáisJullie beschikken
Jullie beschikken over
Jullie bevelen
Jullie disponeren
Jullie maken klaar
Jullie plaatsen
Jullie rangschikken
Jullie voltooien

y devolverosHergeven
Heruitzenden
Reproduceren
Retourneren
Terug brengen
Terugbezorgen
Terugbrengen
Teruggeven
Terugsturen
Terugwijzen
Vergelden
Weergeven
lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
vuestroJullie
Uw
Van jullie
.

REYHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

DadmeBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
la manoDe hand.
LlevadmeBereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Neem mee!
Vervoer!
a miMi
Mijn
anfitriónAmphitryon
Gastheer
; leHaar
Hem
Het
U
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
favoreciéndole.
ConDoor
Met
Per
Samen met
permisoPermissie
Toestemming
Vergunning
Verlof
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

I.vii
OboesHobo's
Hobospeelsters
Hobospelers
. AntorchasFakkels
Flambouwen
Toortsen
. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
, cruzandoDoorkruisend
Kruisend
Overstekend
el escenarioSchouwtoneel
Setting
Toneel
, un
maestresala y variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
conDoor
Met
Per
Samen met
platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen
y servicio de mesaEetservies
Servies
.
DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
MACBETH.
MACBETH
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
darleGeef het finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
valdríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kosten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou waard zijn
Ik zou kosten
Ik zou lonen
Ik zou waard zijn

darleGeef het finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el crimenMisdaad
Misdrijf

pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
la redNet
Netwerk
a los efectosAflopen
Effecten
Gevolgen
Indrukken
Resultaten
Uitkomsten
Uitvloeiselen
Uitvloeisels
Uitwerkingen
Voortvloeisels
Werkingen
y atraparBeetkrijgen
Beetnemen
Betrappen
Pakken
Te pakken krijgen
Vangen
Vastpakken
Vatten

miMi
Mijn
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot


todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
terminaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik liep af
Ik maakte af
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik voleindigde
, aquíAlhier
Hier

y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
aquíAlhier
Hier
, en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
escolloKlip
Rif
y bajíoBajío del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
,
arriesgaríamosWij/we zouden in gevaar
 brengen
Wij/we zouden op het
 spel zetten
Wij/we zouden risico lopen
Wij/we zouden risico nemen
Wij/we zouden riskeren
Wij/we zouden verspelen
Wij/we zouden wagen
la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
vidaHachje
Leven
. PeroDoch
Echter
Maar
en talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
casosCasus
Casussen
Gevallen
Naamvallen
Zaken

nos(Aan) ons
Ons
condenanZij/ze veroordelen aquíAlhier
Hier
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen

leccionesLessen de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
que regresanZij/ze keren terug
Zij/ze keren weder
Zij/ze komen terug
Zij/ze komen weder
Zij/ze komen weerom

atormentandoFolterend
Kwellend
Op de pijnbank leggend
Verdriet doend aan
alNaar de
Naar het
instructorDocent
Leraar
: la ecuánime justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid

ofreceBied aan!
Bied te koop aan!
Bied!
Draag voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Loof uit!
Sla voor!
Stel voor!
a nuestrosOnze
Van ons
labiosLippen el venenoGif
Gift
Venijn
Vergif
Vergift

de nuestroOns
Onze
Van ons
propioEigen cálizBeker
Bloemkelk
Bokaal
Cup
Drinkbeker
Kelk
Miskelk
. ÉlHem
Hij
gozaGeniet van!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigt zich in
Verheug je in!
Verlustig je in!
aquíAlhier
Hier
de dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u!
amparoBeschermen
Bescherming
Beschutten
Beschutting
Ik bescherm
Ik beschut
:
primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
yoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
y súbditoOnderdaan
Onderdanig
Onderdanige
Ondergeschikt
Ondergeschikte
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
,
dos2
Do's
Twee
Tweede
fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
; despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
anfitriónAmphitryon
Gastheer
deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
la puertaDeur
Poort
Portier
alNaar de
Naar het
asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige

y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
empuñarGrijpen
Krijgen
Vastpakken
la dagaDagge
Dolk
. AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, DuncanDuncan
ejerceBen werkzaam!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is werkzaam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefent uit
Oefen uit!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
poderesImperia
Imperiums
Keizerrijken
Machten
Rijken
Vermogens
conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
mansedumbre
y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
que susHaar
Hun
Uw
Zijn
virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden

proclamaránZij/ze zullen afkondigen
Zij/ze zullen proclameren
Zij/ze zullen uitvaardigen
Zij/ze zullen verkondigen
el horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
infernalHels
Helse
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
crimenMisdaad
Misdrijf

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
ángelesEngelen conDoor
Met
Per
Samen met
lenguaSchar
Taal
Tong
de clarínBrede lathyrus
Breedbladige lathyrus
Hoorn
Klaroen
Signaalhoorn
, y la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
,
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
un reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
que, desnudoBloot
Blote
Ik kleed uit
Ik ontkleed
Naakt
Naakte
Onbedekt
Onbedekte
Onopgesmukt
Onopgesmukte
,
cabalgaBerijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Rijd!
el vendaval, o comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el querubínCherubijn del cieloHemel
Lucht

montadoBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
en los corceles invisiblesOnzichtbaar
Onzichtbare
de los airesAir
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Luchten
Uiterlijk
Uitzicht
,
soplaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blazen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ingeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inspireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitblazen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal waaien
estaDeze
Dit
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende
acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!

hasta queTot
Totdat
el vientoWind se ahogueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
en lágrimasTranen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

espuelaSpoor que aguijeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoort aan
Ik spoor aan
Spoort u aan!
los costadosFlanken
Gekost
Iets moeilijk gevonden
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten
de miMi
Mijn
planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
,
sinoDoch
Echter
Maar
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
la ambiciónAmbitie
Eerzucht
del saltoBarsten
Ik barst
Ik doe een sprong
Ik ontplof
Ik schiet te binnen
Ik schiet uit
Ik sla over
Ik spring
Ik spring in de
 lucht
Ik spring in het
 oog
Ik spring los
Ik spring op
Ik spring open
Ik spring van een
 hoogte
Ik spuit op
Ik vaar uit
Ik val uit
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Sprong
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
que, alNaar de
Naar het
lanzarseZich storten,
sube(Het) rijst
Beklim!
Bestijg!
Breng naar boven!
Draag naar boven!
Ga naar boven!
Ga omhoog!
Ga op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Klim!
Kom op!
Rijs!
Sta op!
Stap in de trein!
Stap in!
Stijg!
Verrijs!
Was!
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
y cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
del otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
...

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
LADY MACBETH.

¿QuéWat
Welke
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
? ¿TraesJij/je bezorgt
Jij/je brengt
Jij/je brengt aan
Jij/je brengt mee
Jij/je draagt aan
Jij/je neemt mee
noticiasBerichten
Maren
Mededelingen
Nieuwigheid
Nieuws
Nieuwtje
Tijdingen
?
LADY MACBETH
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt
. ¿Por quéWaarom salisteJij/je ging buiten
Jij/je ging naar buiten
Jij/je ging op weg
Jij/je ging uit
Jij/je ging weg
Jij/je kwam er mee
 weg
Jij/je kwam uit
Jij/je liep uit
Jij/je reed af
Jij/je reed uit
Jij/je reed weg
Jij/je stapte op
Jij/je stapte uit
Jij/je startte
Jij/je steeg uit
Jij/je toog
Jij/je trad uit
Jij/je verscheen
Jij/je vertrok
Jij/je voer uit
de la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
?
MACBETH
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
preguntado porGevraagd naar Me
Mij
?
LADY MACBETH
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
que Ja
Jawel
Wel
Zich
?

MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vamos aWij/we gaan naar seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
conDoor
Met
Per
Samen met
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
.
El acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de honrarmeEren
Huldigen
Vereren
y yoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
logradoBehaald
Bereikt
Doorgekomen
Erin geslaagd
Gelukt
Gereikt tot
Geslaagd
Geslaagd in
Geslaagd voor
Ingehaald
Klaargespeeld

el respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
inestimableOnschatbaar
Onschatbare
de las gentesVolken
Volkeren
,
que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht
nuevoNieuw
Nieuwe
, en suHaar
Hun
Uw
Zijn
esplendorPracht,
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
desecharseAfwijzen
Buitensluiten
Uitsluiten
Verwerpen
Weggooien
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
.

LADY MACBETH
¿Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
ebriaBeschonken
Dronken
Zat
Zatte
la esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting

de que teJe
Jou
revestisteJij/je bekleedde
Jij/je trok over
? ¿O se durmióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaap
?
¿Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se despiertaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
mareadaDuizelig
Duizelige
Gehinderd
Gestuurd
Lastig gevallen
Verkocht
Verveeld
Zeeziek gemaakt

después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
susHaar
Hun
Uw
Zijn
excesosBuitensporigheden
Excessen
Uitspattingen
Uitwassen
? DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!

que tuJe
Jouw
amorAffectie
Liefde
Min
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
. ¿TeJe
Jou
asustaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schrikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Laat schrikken!
Schrik op!
Schrik!
Verontrust!
Verschrik!

serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
en acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
y valentíaDapperheid
Moed

que el queDat
Die
Hij die
Wie
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
en deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
? ¿QuieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor

lo queDat wat
Wat
estimasAchtingen
Appreciaties
Hoogachtingen
Jij/je acht
Jij/je acht hoog
Jij/je begroot
Jij/je draagt achting toe
Jij/je hebt achting voor
Jij/je hecht aan
Jij/je houdt van
Jij/je magt
Jij/je schat
Jij/je stelt op prijs
Jij/je taxeert
Jij/je waardeert
Schattingen
Waarderingen
ornamentoAmbtsgewaad
Ik decoreer
Ik dos uit
Ik sier
Ik sier op
Ik tooi
Ik versier
Ornaat
de la vidaHachje
Leven

y en tuJe
Jouw
propiaEigen estimaciónAchting
Appreciatie
Hoogachting
Raming
Schatting
Taxatie
Waardebepaling
Waardering
vivirLeven
Wonen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un cobardeLafaard,
poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
el 'noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
atrevoIk moedig aan' alNaar de
Naar het
servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet
del 'quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
'
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el gatoDe krik del refránRefrein?.

MACBETH
¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
! Me atrevoIk besta
Ik durf
Ik waag
Ik word brutaal
Ik word onbeschaamd

a todo lo queHoeveel ook seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
dignoWaardig
Waardige
de un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
.
QuienDie
Wie
a másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
se atrevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt onbeschaamd
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
.

LADY MACBETH
EntoncesDan
Dus
Toen
, ¿quéWat
Welke
bestiaBeest
Dier

teJe
Jou
hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
revelarmeLaten zien
Onthullen
Ontwikkelen
Openbaren
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen
?
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
te atrevíasJij/je bestond
Jij/je dorst
Jij/je durfde
Jij/je waagde
Jij/je werd brutaal
Jij/je werd onbeschaamd
erasDelen
Dorsvloeren
Era's
Jaartellingen
Jij/je gebeurde
Jij/je had plaats
Jij/je vond plaats
Jij/je was
Tijdrekeningen
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
;
y serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de lo queDat wat
Wat
erasDelen
Dorsvloeren
Era's
Jaartellingen
Jij/je gebeurde
Jij/je had plaats
Jij/je vond plaats
Jij/je was
Tijdrekeningen
teJe
Jou
hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit

serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
. EntoncesDan
Dus
Toen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ajustabanZij/ze besteedden aan
Zij/ze contracteerden
Zij/ze gingen aan
Zij/ze rectificeerden
Zij/ze sloten af
Zij/ze stelden bij
Zij/ze verbeterden
Zij/ze zetten recht

el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
y el lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
, masDoch
Echter
Maar
Plus
Ge
Gij
Je
Jij
queríasJij wilde
Jij/je beminde
Jij/je had lief
Jij/je hield van
Jij/je wilde
Jij/je wou
concertarlosIn orde brengen
Overeenkomen
Regelen
Samenstellen
Stemmen
Tot stand brengen
;
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
se presentanMen presenteert
Zij/ze melden zich
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertonen zich
y la ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak

teJe
Jou
acobardaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt vrees aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verjaagt
Jaag vrees aan!
Schrik af!
Verjaag!
. YoEgo
Ik
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
dado el pechoDe borst gegeven
Gezoogd
y Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!

loDe
Hem
Het
U
dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
amarBeminnen
Houden van
Liefhebben
alNaar de
Naar het
niñoJongen
Kind
que amamantasJij/je geeft de borst
Jij/je zoogt
;
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
sonriéndome, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
podidoGekund
Gemogen

arrancarleAan de praat krijgen
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Eruit trekken
Ontlokken
Op gang brengen
Op weg gaan
Opstappen
Plukken
Rijten
Scheuren
Starten
Tappen
Te voorschijn trekken
Tijgen
Trekken
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Weggaan
Wegscheuren
miMi
Mijn
pezónSpeen
Tepel
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
encíasTandvlezen
y estrellarleBreken
Met sterren bezaaien
Stukslaan
Verbrijzelen
los sesosBreinen
Hersenen
Hersens
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
juradoBezworen
Een eed afgelegd
Gevloekt
Gezworen
Jury
estoDeze
Dit
.

MACBETH
¿Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fallamosWij/we faalden
Wij/we falen
?

LADY MACBETH
¿FallarFalen nosotrosOns
We
Wij
?
Ge
Gij
Je
Jij
tensaGespannen
Haal nauwer aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt nauwer aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Rek uit!
Span!
Strak
Strek!
Wind op!
tuJe
Jouw
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
suHaar
Hun
Uw
Zijn
límiteGrens
Limiet
Perk
Uiterste prijs

y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fallaremosWij/we zullen falen. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
duermaBrengt u onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Ik breng onder narcose
Ik maf
Ik pit
Ik slaap
Ik slaap uit
Maft u!
Pit u!
Slaapt u uit!
Slaapt u!
DuncanDuncan
(y alNaar de
Naar het
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de invitarleInviteren
Noden
Uitnodigen
Vragen
el duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht

de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
díaDag
Etmaal
) someteré aIk zal onderwerpen aan susHaar
Hun
Uw
Zijn
guardianesBewaarders
Bewakers
Gardiaans
Gardianen
Hoeders
Wachters

conDoor
Met
Per
Samen met
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
y regocijoIk maak blij
Ik maak opgewekt
Ik maak verheugd
Ik maak vrolijk
, de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval

que la memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
, vigilanteBewakend
Bewakende
Politieagent
Waakzaam
Waakzame
Wakend
Wakende
Waker
del cerebroBrein
Hersenen
Hersens
,

Comment: Que queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht
,
peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se atrevía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
mojarseNat maken
Nat worden
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
un
proverbioSpreekwoord inglésBrit
Brits
Britse
Engels
Engelse
Engelse taal
Engelsman
.

seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
un vaporDamp
Stoom
Stoomboot
Wasem
, y el sitial de la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un alambiqueDestilleerketel
Destilleertoestel
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
duermanBrengt u onder narcose!
Maft u!
Pit u!
Slaapt u uit!
Slaapt u!
Zij/ze brengen onder narcose
Zij/ze maffen
Zij/ze pitten
Zij/ze slapen
Zij/ze slapen uit

suHaar
Hun
Uw
Zijn
puercaVuil
Vuile
borracheraDrinkgelag
Dronkenschap
Roes
Zwelgpartij
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
,
¿quéWat
Welke
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
Ge
Gij
Je
Jij
y yoEgo
Ik

conDoor
Met
Per
Samen met
el desprotegidoOnbeschermd
Onbeschermde
DuncanDuncan? ¿QuéWat
Welke
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
incriminar
a esosDie guardasBewaaksters
Bewaarders
Bewaarsters
Bewakers
Hoeders
Hoedsters
Jij/je behoedt
Jij/je bergt op
Jij/je bewaakt
Jij/je bewaart
Jij/je hebt de wacht
Jij/je hoedt
Jij/je let op
Jij/je past op
Jij/je waakt over
Wachten
Wachters
beodosDronken
Zat
Zatte
, que cargaránZij/ze zullen beladen
Zij/ze zullen belasten
Zij/ze zullen berekenen
Zij/ze zullen bestormen
Zij/ze zullen ergeren
Zij/ze zullen geien
Zij/ze zullen in rekening
 brengen
Zij/ze zullen inladen
Zij/ze zullen laden
Zij/ze zullen opgeien
Zij/ze zullen tegenstaan
Zij/ze zullen vermoeien
Zij/ze zullen vervelen

conDoor
Met
Per
Samen met
la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
crimenMisdaad
Misdrijf
?

MACBETH
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
engendresJij/je baart
Jij/je bevalt
Jij/je brengt teweeg
Jij/je brengt voort
Jij/je schenkt het leven
Jij/je verwekt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que hijosKinderen
Zonen
Zoons
varonesGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
tuJe
Jouw
indómitoOntembaar
Ontembare
templeGemoedsgesteldheid
Hardt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hardt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op temperatuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze matigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Humeur
Humor
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Staalt u!
Stemt u!
Tempert u!
Temple
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

crearCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
! CuandoAls
Tijdens
Wanneer
hayamosLaten we hebben
Laten we zijn
Wij/we hebben
Wij/we zijn
manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt

de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
a los durmientes de suHaar
Hun
Uw
Zijn
cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek

conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
propiosEigen puñalesDolken, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se creeráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal denken dat
 ze zijn

que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
ellosHen
Ze
Zij
?

LADY MACBETH
¿QuiénWie osaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal durven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wagen
creerDenken
Geloven
Houden voor
Menen
loDe
Hem
Het
U
contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander

trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
oírHoren
Vernemen
Verstaan
nuestrosOnze
Van ons
lamentos y clamoresGeschreeuwen
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
?

MACBETH
EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
resueltoOpgelost y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
tensadoGespannen
Gestrekt
Nauwer aangehaald
Opgewonden
Uitgerekt
todas lasAlle potenciasHeerschappijen
Krachten
Machten
Mogendheden
Vermogens
de miMi
Mijn
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->