¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
! EngañemosLaten we bedotten
Laten we bedriegen
Laten we beduvelen
Laten we beetnemen
Laten we misleiden
Laten we om de
 tuin leiden
Laten we smokkelen
Laten we verlakken
Wij/we bedotten
Wij/we bedriegen
Wij/we beduvelen
Wij/we leiden om de
 tuin
Wij/we misleiden
Wij/we nemen beet
Wij/we smokkelen
Wij/we verlakken
conDoor
Met
Per
Samen met
aireLucht risueño.
FalsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
escondaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Ontveinst u!
Verbergt u!
Verheelt u!
Verschuilt u!
Verstopt u!
a nuestroOns
Onze
Van ons
falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
pechoBoezem
Borst
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

II.i EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
BANQUO y FLEANCE conDoor
Met
Per
Samen met
una antorchaFakkel
Flambouw
Toorts
.
BANQUO
¿QuéWat
Welke
horaTijd
Uur
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, muchachoJongen
Knaap
Knul
?
FLEANCE
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
el relojDe klok. La lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
bajadoAfgedaald
Afgeslagen
Afgestapt
Afgetrokken
Gedaald
Gekort
Gezakt
Gezonken
Korting gegeven
Naar beneden gegaan
Naar beneden gegaan uitstappen
Neergelaten
Uitgestapt
Verlaagd
Verzakt
Weggezakt
.
BANQUO
BajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
nocheAvond
Nacht
.
FLEANCE
EntoncesDan
Dus
Toen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
más tardeLater
Straks
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.

BANQUO
EsperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!
, tenHeb
Heb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd!
miMi
Mijn
espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
. El cieloHemel
Lucht
economizaBespaar!
Bezuinig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezuinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuinigt uit
Spaar uit!
Spaar!
Win uit!
Zuinig uit!
:
apagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
susHaar
Hun
Uw
Zijn
lucesJij/je blinkt
Jij/je glanst
Jij/je schijnt
Jij/je schittert
Kozijnen
Lichten
Schietgaten
Schijnsels
Vensternissen
Verlichtingen
. TomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
estoDeze
Dit
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
.
La llamadaDe zogenaamde alNaar de
Naar het
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
meMe
Mij
pesaBen zwaar!
Bepaal het gewicht!
Gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weegt af
Weeg af!
Weeg!
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el plomoLood,

masDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen
. PoderesImperia
Imperiums
Keizerrijken
Machten
Rijken
Vermogens
benignosBenigne
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Onschuldig
Onschuldige
,
refrenadBedwing!
Beteugel!
Betoom!
Houd in toom!
Toom in!
en Me
Mij
los malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes

que invadenZij/ze rukken binnen
Zij/ze vallen binnen
un almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
en reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten
.

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MACBETH y un criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
conDoor
Met
Per
Samen met
una
antorchaFakkel
Flambouw
Toorts
.

DameBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
la espada. -Bolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
¿QuiénWie vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
?
MACBETH
Un amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
.

BANQUO
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
? ¿AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
? El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
duermeBreng onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Maf!
Pit!
Slaap uit!
Slaap!
.
MostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik liet zien
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit
una alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
inusitadaWonderlijk
Wonderlijke

y conDoor
Met
Per
Samen met
la servidumbreHerendienst
Lijfeigenschap
Servituut
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
dadivosoMild
Milde
.
A tuJe
Jouw
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
la saludaBegroet!
Groet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groet
Saluda
conDoor
Met
Per
Samen met
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
diamanteDiamant
por serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
anfitrionaGastvrouw. Se retiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich uit
 de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug

conDoor
Met
Per
Samen met
un gozoIk geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in
infinitoEindeloos
Eindeloos veel
Eindeloze
Oneindig
Oneindige
.

MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
suHaar
Hun
Uw
Zijn
visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op!
,
la torpezaGrofheid
Logheid
Onhandigheid
Plompheid
Zwaarheid
sirvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
a nuestroOns
Onze
Van ons
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
,
que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, nos habríamosWij/we zouden het met
 iemand aan de stok krijgen
Wij/we zouden ons gedragen
Wij/we zouden ons met
 iemand meten
prodigadoVerkwist.

BANQUO
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
.
AnocheGisteravond soñé conIk droomde over las tres3
Drie
HermanasZussen
Zusters
Fatídicas.
ContigoBij jou
Met jou
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
demostradoAangetoond
Bewezen
Geadstrueerd
Gelaten zien
Gestaafd
Uitgewezen
Waargemaakt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
veraces.

MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pienso enIk denk aan
Ik denk na over
ellasHen
Ze
Zij
.
AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
meMe
Mij
concedesJij/je kent toe
Jij/je verschaft
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
encuentreBevindt u!
Hij vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Ik bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Komt u tegen!
Ontmoet u!
Treedt u tegemoet!
Treft u aan!
Treft u!
Vindt u!
la horaTijd
Uur
oportunaDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende

quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
hablarConverseren
Praten
Spreken
contigoBij jou
Met jou
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
.

BANQUO
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
gustesJij/je behaagt
Jij/je bevalt
Jij/je houdt van
Jij/je proeft
Jij/je staat aan
Jij/je vindt leuk
Jij/je zint
.

MACBETH
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit
de miMi
Mijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
ocurra(Het) komt op
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben aan de
 hand
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom voor
Ik overkom
Ik val voor
Ik vind plaats
Is u aan de
 hand!
Komt u voor!
Overkomt u!
Valt u voor!
Vindt u plaats!
,
podrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen
ganarBehalen
Verdienen
Winnen
honorEer
Hulde
.

BANQUO
Con tal queMet dien verstande dat
Mits
Op voorwaarde dat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
pierdaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Ik geef op
Ik loop mis
Ik mis
Ik raak kwijt
Ik verbeur
Ik verkwist
Ik verlies
Ik verspeel
Loopt u mis!
Mist u!
Raakt u kwijt!
Verbeurt u!
Verkwist u!
Verliest
Verliest u!
Verspeelt u!

tratando deBehandelend
Bepratend
Besprekend
Moeite doend
Pogend
Proberend te
Strevend
Trachtend
Zich beijverend
Zoekend
acrecerlo, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
exponerBelichten
Blootleggen
Blootstellen
Etaleren
Exposeren
Kans lopen
Op het spel zetten
Risico lopen
Riskeren
Tentoonspreiden
Tentoonstellen
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitkramen
Uitstallen
Verklaren
Wagen

miMi
Mijn
rectitudJuistheid
Onverdorvenheid
Preciesheid
Rechte lijn
Rechtschapenheid
niEn niet
Evenmin
Noch
deslucirOntsieren miMi
Mijn
lealtadTrouw,
teJe
Jou
escucharéIk zal aanhoren
Ik zal beluisteren
Ik zal luisteren
Ik zal toehoren
Ik zal toeluisteren
de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap
.

MACBETH

EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten
.
BANQUO

GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
. IgualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
[conDoor
Met
Per
Samen met
FLEANCE].

MACBETH

DileZeg hem a miMi
Mijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
que toqueAanslag
Beroert u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan!
la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp


cuandoAls
Tijdens
Wanneer
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk
miMi
Mijn
bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, acuéstateBegeef je ter ruste!
Ga liggen!
Ga naar bed!
Ga slapen!
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
[el criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
].

¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un puñalDolk lo queDat wat
Wat
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
Me
Mij
?
¿ConDoor
Met
Per
Samen met
el mangoGevest
Greep
Hals
Handvat
Heft
Knop
Manga
Mangga
Mango
Mangoboom
Steel
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
miMi
Mijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
? VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, que teJe
Jou
agarreAangrijpen
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Bemachtigt u!
Grijpen
Grijpt u aan!
Grijpt u vast!
Grijpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Houdt u vast!
Ik bemachtig
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik houd vast
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak beet
Ik pak vast
Ik vat
Neemt u beet!
Pakken
Pakt u beet!
Pakt u vast!
Pakt u!
Vastgrijpen
Vasthouden
Vastpakken
Vat u!
Vatten
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, sigoIk bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
viéndoteBlijkend
Duidelijk zijnd
Je latend zien
.
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
Ge
Gij
Je
Jij
, fatídica ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
, sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige

al tactoBij het aanraken y a la vistaBij de hand? ¿O noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

que un puñalDolk imaginarioImaginair
Imaginaire
, creaciónOprichting
Schepping

falazBedrieglijk
Bedrieglijke
Misleidend
Misleidende
Onwaar
Onware
de una menteGeest
Verstand
enfebrecida?
AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
teJe
Jou
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
, y parecesJij/je hebt het uiterlijk
 van
Jij/je komt over
Jij/je komt voor
Jij/je lijkt
Jij/je schijnt
Jij/je schijnt toe
Jij/je staat tegenover
Jij/je vindt
Jij/je ziet er uit
Jij/je ziet er uit
 als
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
palpableTastbaar
Tastbare

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
desenvainoIk trek
Ik trek uit de
 schede
.
MeMe
Mij
marcasBrandmerken
Jij/je brandmerkt
Jij/je draait
Jij/je duidt aan
Jij/je geeft aan
Jij/je geeft een teken
Jij/je kenmerkt
Jij/je kruist aan
Jij/je markeert
Jij/je merkt
Jij/je tekent
Marche
Merken
Merktekenen
Merktekens
Records
Sporen
Zegels
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
,
y un armaBewapen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewapent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wapent
Wapen
Wapen!
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
utilizarBenutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen
.
O misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
la burlaAardigheidje
Bak
Bedrieg!
Fop!
Grap
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedriegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt teleur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschalkt
Mop
Scherts
Stel teleur!
Verschalk!
de los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
sentidosAangevoeld
Betekenissen
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Significanties
Zinnen
Zintuigen


o valen(Zij) kosten
(Zij) zijn goed
Zij/ze kosten
Zij/ze lonen
Zij/ze zijn waard
por todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
. SigoIk bewandel
Ik blijf aan
Ik ga door
Ik houd bij
Ik vloei voort
Ik volg
Ik volg op
Ik zet voort
viéndoteBlijkend
Duidelijk zijnd
Je latend zien
,
y en tuJe
Jouw
hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst
y en tuJe
Jouw
puñoKnuist
Manchet
Vuist
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!

que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
:
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
sanguinariaBloeddorstig
Bloeddorstige
Gewoon varkensgras
Varkensgras
Varkensgras subsp. depressum
que tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf

anteSuède
Ten overstaan van
Voor
misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
. MuertaAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Overleden
Verscheiden
Versmacht
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

la mitadHelft del mundoAardrijk
Wereld
, y los sueñosDromen
Slapen
malignosBoosaardig
Boosaardige
Hatelijk
Hatelijke
Kwaadaardig
Kwaadaardige
Maligne
Snode
Snood
Te kwader trouw
Vals
Valse
seducenZij/ze bekoren
Zij/ze lachen toe
Zij/ze lokken aan
Zij/ze trekken
Zij/ze trekken aan
Zij/ze verleiden
Zij/ze verlekkeren

alNaar de
Naar het
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
cortinasDoeken
Gordijnen
Middenwallen
Overgordijnen
Schermen
Voorhangen
Voorhangselen
Voorhangsels
. Las brujasBrugge
Heksen
celebranZij/ze celebreren
Zij/ze dragen op
Zij/ze vieren

los ritosKerkgebruiken
Riten
Rites
Ritussen
de la pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
HécateHekate, y el crimenMisdaad
Misdrijf
descarnadoVan vlees ontdaan,
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
en acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
por el loboBermpje
Wolf
, centinelaSchildwacht
Wacht

que aullandoBlèrend
Brullend
Bulderend
Gillend
Huilend
Jankend
Roepend
Uitbrullend
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
la horaTijd
Uur
, conDoor
Met
Per
Samen met
los pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
sigilososSteels
Steelse

de Tarquino el violador, caminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel!
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
suHaar
Hun
Uw
Zijn
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un espectroKleurenbeeld
Spectrum
. TierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
sólidaDegelijk
Degelijke
Deugdelijk
Deugdelijke
Flink
Flinke
Gedegen
Gevestigd
Gevestigde
Hecht
Hechte
Solide
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Vast
Vaste
y firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
,
dondequiera que meMe
Mij
llevenBerekent u!
Brengt u bijeen!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Neemt u mee!
Vervoert u!
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
oigasJij/je hoort
Jij/je verneemt
Jij/je verstaat
misMi's
Mijn
pisadasAangestampt
Betreden
Geprakt
Getrapt op
Ingetrapt
Onder de voet gelopen
Sporen
Vertrapt
Voetafdrukken
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las piedrasHagels
Stenen
diganGeeft u op!
Spreekt u!
Zegt u!
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
dóndeWaar
Waarheen
voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop

y privenBerooft u!
Plundert u uit!
Zij/ze beroven
Zij/ze plunderen uit
a estaDeze
Dit
horaTijd
Uur
de un espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik


que leHaar
Hem
Het
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
propioEigen. YoEgo
Ik
amenazoIk bedreig
Ik dreig
y élHem
Hij
, conDoor
Met
Per
Samen met
vidaHachje
Leven
;
las palabrasBewoordingen
Woorden
el ardorHevige warmte
Hitte
Ijver
Levendigheid
Vurig verlangen
Vuur
del actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
enfríanZij/ze koelen
Zij/ze koelen af
Zij/ze laten afkoelen
.

Suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus!
una campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
.

VoyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
; meMe
Mij
invitaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inviteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nodigt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Inviteer!
Nodig uit!
Nood!
Vraag!
la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la oigasJij/je hoort
Jij/je verneemt
Jij/je verstaat
, DuncanDuncan, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
a muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht

y alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
teJe
Jou
convocaConvoceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze convoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Roep bijeen!
Roep op!
Schrijf uit!
, o alNaar de
Naar het
infiernoHel
Inferno
Onderwereld
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
.

II.ii Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
LADY MACBETH.
LADY MACBETH
A ellosHen
Ze
Zij
los embriagaBedwelm!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert dronken
Voer dronken!
; a Me
Mij
meMe
Mij
embravece.
A ellosHen
Ze
Zij
los apagaBlaas uit!
Blus uit!
Blus!
Doe uit!
Doof uit!
Doof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dooft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Maak uit!
Schakel uit!
Zet uit!
; a Me
Mij
meMe
Mij
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
fuegoVuur. ¿EhHallo

Hé daar
Zeg
? ¡Chss...!
EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el aullido del búhoOoruil
Ransuil
Uil
, vigilanteBewakend
Bewakende
Politieagent
Waakzaam
Waakzame
Wakend
Wakende
Waker
fatídico
que daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
las másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
gravesBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Jij/je slaat aan
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
noches. -Avonden
Nachten
LoDe
Hem
Het
U
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
,
las puertasDeuren
Poorten
Portieren
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
abiertasBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
y los beodosDronken
Zat
Zatte
guardianesBewaarders
Bewakers
Gardiaans
Gardianen
Hoeders
Wachters

denigran suHaar
Hun
Uw
Zijn
empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring
conDoor
Met
Per
Samen met
ronquidosGesnurken. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
drogado
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ponchePunch de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
que la vidaHachje
Leven
y la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden

se los estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
disputandoBedillend
Disputerend
Haarklovend
Het lastig makend
Kiftend
Kijvend
Krakelend
Muggenziftend
Redetwistend
Ruzie makend
Ruziënd
Strijdend
Strijdend voor
Twistend
Vittend
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
MACBETH.

MACBETH
¿QuiénWie vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
? ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
?

LADY MACBETH
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡A verEens kijken
Even kijken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
despertadoGewekt
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden

y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
! Nos(Aan) ons
Ons
hundeDuw onder!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwt onder
el intentoIk ben van plan
Ik ben voornemens
Ik beproef
Ik heb voor
Ik pas
Ik pas aan
Ik poog
Ik probeer
Ik probeer uit
Ik stel me voor
Ik toets
Ik tracht
Poging
,
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
el actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
. ¡Chss...! LeHaar
Hem
Het
U
dejéIk leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
a puntoPrecies goed los puñalesDolken;
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tenido queBehoord
Gediend
Gehoord
Gemoeten
verlos. -Bekijken
Kijken
Zien
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se parecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek op

a miMi
Mijn
padrePater
Vader
dormidoGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen
, loDe
Hem
Het
U
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
yo. -Ego
Ik
¿EsposoEchtgenoot
Gemaal
Man
?

MACBETH
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
un ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
?

LADY MACBETH
El gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw
del búhoOoruil
Ransuil
Uil
y el cantoIk zing
Zangkunst
de los grillosKrekels.
¿Ge
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken
?

MACBETH

¿CuándoNu eens ... dan
 weer
Wanneer
?
LADY MACBETH
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
.
MACBETH
¿AlNaar de
Naar het
bajarAfdalen
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Naar beneden gaan uitstappen
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken
?
LADY MACBETH
Ja
Jawel
Wel
Zich
.
MACBETH
¡Chss...! ¿QuiénWie duermeBreng onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Maf!
Pit!
Slaap uit!
Slaap!
en la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek
?
LADY MACBETH
Donalbain.
MACBETH
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un cuadroEen chassis
Een frame
dolorosoPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke
.
LADY MACBETH
Hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen
cuadroBed
Bloembed
Bloemperk
Chassis
Doek
Frame
Kader
Perk
Schema
Schilderij
Schildering
Schilderstuk
Tabel
Tuinbed
Vierkant
dolorosoPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tonteríaDomheid
Dwaasheid
Flauwekul
Gekheid
Nonsens
Onzin
Zever
Zotteklap
Zottenpraat
.

MACBETH
HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
que gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
dormidoGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen
y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
que gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde

AsesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
!'. Se despertaronZij/ze ontwaakten
Zij/ze werden wakker
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.
Me quedéIk bleef
Ik bleef achter
Ik bleef over
Ik resteerde
Ik restte
Ik toefde
Ik verbleef
Ik werd
a oírlosHoren
Vernemen
Verstaan
, peroDoch
Echter
Maar
ellosHen
Ze
Zij

dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
susHaar
Hun
Uw
Zijn
plegarias y volvieron aZij/ze gingen terug naar
Zij/ze keerden terug naar
Zij/ze kwamen terug naar
dormirseIn slaap vallen
Inslapen
Onder zeil gaan
.

LADY MACBETH
HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dos2
Do's
Twee
Tweede
en el cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
.

MACBETH
Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
DiosGod
Godheid
nos(Aan) ons
Ons
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
! ' y el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
AménAmen!',
como siAlsof hubieranZij/ze hadden
Zij/ze waren
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
estasDeze
Dezen
manosHanden de verdugoBeul.
OyendoHorend
Vernemend
Verstaand
suHaar
Hun
Uw
Zijn
espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
'AménAmen'
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
ellosHen
Ze
Zij
dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
'DiosGod
Godheid
nos(Aan) ons
Ons
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
'.

LADY MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cavilesJij/je breekt je het
 hoofd
Jij/je piekert
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
.

MACBETH
MasDoch
Echter
Maar
Plus
, ¿por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
'AménAmen'?
EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
yoEgo
Ik
quienDie
Wie
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
necesitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toe aan
Ik behoefde
Ik had nodig
Ik hoefde
Ik was toe aan
bendiciónInwijden
Inzegenen
Wijden
Zegen
Zegenen
,
y el aménAmen se me ahogabaIk verdronk
Ik verging
en la gargantaKeel
Keelgat
Strot
.

LADY MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se debeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplicht
pensar enDenken aan
Nadenken over
elloDat
Het
de eseDie z'n
Diens
Van die
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
;
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
nos volvemosWij/we draaien om
Wij/we draaien rond
Wij/we keren om
Wij/we keren ons om
locosDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
.

MACBETH
MeMe
Mij
parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
que una vozInspraak
Stem
Stemgeluid
gritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Ik balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde
: ' ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
durmáisJullie brengen onder narcose
Jullie maffen
Jullie pitten
Jullie slapen
Jullie slapen uit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
!
Macbeth mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik
el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
, el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
,
el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
que devanaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt af
Wikkel af!
una marañaHachelijke toestand
Lichtekooi
Machinatie
Struikgewas
Warboel
de desvelosSlapeloosheden,

el morir deSterven aan la vidaHachje
Leven
diariaAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagelijks
Dagelijkse
, bañoBad
Baden
Badkamer
Badkuip
Ik baad
Ik doe in bad
Ik dompel
Ik overgiet
Ik was
Wassen
Wc
de fatigasJij/je beult af
Jij/je jakkert af
Kortademigheden
Vermoeidheden
Vermoeienissen
,
bálsamoBalsem
Myroxylon pereirae
de almasGeesten
Gemoederen
Zielen
laceradas, plato fuerteHoofdgerecht
de la granGroot
Grote
naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
, sustentoOndersteuning mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere

del festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij
de la vidaHachje
Leven
.'

LADY MACBETH
¿QuéWat
Welke
quieres decirJij/je bedoelt?

MACBETH
Y seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort
gritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
a todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
:
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
durmáisJullie brengen onder narcose
Jullie maffen
Jullie pitten
Jullie slapen
Jullie slapen uit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
! Glamis haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht
el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
, y por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende

Cawdor yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dormiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onder narcose
 brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitslapen
, Macbeth yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dormiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onder narcose
 brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitslapen
.'

LADY MACBETH
¿QuiénWie eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
el queDat
Die
Hij die
Wie
gritabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
Ik balkte
Ik blaatte
Ik brulde
Ik gierde
Ik gromde
Ik hinnikte
Ik joelde
Ik jouwde uit
Ik loeide
Ik riep
Ik schreeuwde
? Excelso barónBaron,
relajasJij/je ontspant tuJe
Jouw
nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking
conDoor
Met
Per
Samen met
ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
 omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen

tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
morbosasOngezond
Ongezonde
Ziek
Zieke
Ziekelijk
Ziekelijke
Ziekte veroorzakend
. Ve aGa naar! buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!

y limpiaGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Opgewreven
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Snoei!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere
de tusJe
Jouw
manosHanden tuJe
Jouw
sucioGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige
testimonioBewijs
Getuigenis
Ik getuig
Valse getuigenis
.
¿Por quéWaarom vienesJij/je komt
Jij/je komt mee
conDoor
Met
Per
Samen met
esosDie puñalesDolken?
SuHaar
Hun
Uw
Zijn
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
; llévalos(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
y manchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!

de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
a los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
dormidosGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen
.

MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
voy aIk ga naar volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
: meMe
Mij
asustaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schrikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Laat schrikken!
Schrik op!
Schrik!
Verontrust!
Verschrik!
pensarDenken
en lo queDat wat
Wat
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me atrevo aIk durf volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
.

LADY MACBETH
¡DébilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke
de ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
! DameBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
los puñalesDolken.
Los durmientes y los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
retratosPortretten;
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
el ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!
de un niñoJongen
Kind
temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees!
verBekijken
Kijken
Zien

un diabloBoze
Drommel
Duivel
en pinturaDoek
Schilderij
Schildering
Schilderkunst
Schilderstuk
Verf
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
sangraBloed!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Laat ader!
Tap bloed af!
,
lesHen
Hun
U
untaréIk zal aansmeren
Ik zal besmeren
Ik zal doorsmeren
Ik zal insmeren
Ik zal nat maken
Ik zal smeren
la caraDe kant
De zijde
a los criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed

para queOpdat
Zodat
parezca(Het) lijkt
Heeft u het uiterlijk
 van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Ik heb het uiterlijk
 van
Ik kom over
Ik kom voor
Ik lijk
Ik schijn
Ik schijn toe
Ik sta tegenover
Ik vind
Ik zie er uit
Ik zie er uit
 als
Komt u over!
Komt u voor!
Lijkt u!
Schijnt u toe!
Schijnt u!
Staat u tegenover!
Vindt u!
Ziet u er uit
 als!
Ziet u er uit!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
crimenMisdaad
Misdrijf
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
.
Llaman a la puertaZij/ze bellen aan
Zij/ze kloppen aan
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin


MACBETH
¿DóndeWaar
Waarheen
llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
? ¿QuéWat
Welke
meMe
Mij
ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats!

que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
meMe
Mij
espantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt angst aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verjaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag angst aan!
Jaag weg!
Schrik af!
Verjaag!
Verschrik!
? ¿QuéWat
Welke
manosHanden
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
estasDeze
Dezen
? ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, meMe
Mij
arrancanZij/ze breken af
Zij/ze brengen op gang
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan weg
Zij/ze halen uit
Zij/ze krijgen aan de
 praat
Zij/ze ontlokken
Zij/ze plukken
Zij/ze plukken af
Zij/ze rijten
Zij/ze rukken af
Zij/ze rukken uit
Zij/ze scheuren
Zij/ze scheuren weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze starten
Zij/ze tappen
Zij/ze tijgen
Zij/ze trekken
Zij/ze trekken te voorschijn
Zij/ze trekken uit
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zetten aan
los ojosKijkers
Ogen
!
¿MeMe
Mij
lavaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwassen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal de was
 doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal logen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitwassen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wassen
estaDeze
Dit
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
de la manoDe hand
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el océanoOceaan
Wereldzee
de NeptunoNeptunus? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
estaDeze
Dit
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei

arrebolará el marZee innumerableOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze
,
volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood
las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
LADY MACBETH.

LADY MACBETH
MisMi's
Mijn
manosHanden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
tuJe
Jouw
colorKleur,
peroDoch
Echter
Maar
me avergonzaríaIk zou beschaamd staan
Ik zou me schamen
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen

un corazónHart
Klokhuis
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

AlguienEen of ander
Een zeker
Iemand
llama a la puertaBel aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt aan
Klop aan!
surZuid
Zuidelijk
Zuiden
;
retirémonosLaten we aftrekken
Laten we de aftocht
 blazen
Laten we terugkrabbelen
Laten we zich terugtrekken
Laten we zich uit
 de voeten maken
a nuestraOns
Onze
Van ons
cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek
.
Un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
nos(Aan) ons
Ons
lavaDoe de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Lava
Loog!
Was
Was af!
Was uit!
Was!
del hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
.
¡QuéWat
Welke
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
! TuJe
Jouw
firmezaStevigheid teJe
Jou
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

¿OyesJij/je hoort
Jij/je verneemt
Jij/je verstaat
? Siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort
llamandoAanbellend
Aanroepend
Bellend
Benoemend
Hetend
Kloppend
Luidend
Noemend
Opbellend
Oproepend
Praaiend
Roepend
Schellend
Telefonerend
Uitmakend voor
. PonteDoe aan!
Doe op!
Kleed je aan!
Smeer in!
Smeer!
Stel je aan!
Trek aan!
Word!
la bataDuster
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houwt u!
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik mep
Ik roer
Ik roer door
Ik roer om
Ik sla
Japon
Jurk
Klapt u!
Klop
Klopt u!
Mept u!
Negligé
Ochtendjas
Peignoir
Roert u door!
Roert u om!
Roert u!
Slaat u!
Toga
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
que nos(Aan) ons
Ons
llamenBelt u aan!
Belt u op!
Belt u!
Benoemt u!
Heet u!
Klopt u!
Luidt u!
Maakt u uit voor!
Noemt u!
Praait u!
Roept u aan!
Roept u op!
Roept u!
Schelt u!
Telefoneert u!
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
y nos(Aan) ons
Ons
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
.
Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
caigasJij/je geraakt
Jij/je laat vallen
Jij/je valt
Jij/je valt af
Jij/je valt neer
Jij/je verschiet
Jij/je vervalt
en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
.

MACBETH
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de pensar enDenken aan
Nadenken over
miMi
Mijn
acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conocermeBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

¡DespiertaGewekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
Maak wakker!
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
Wek op!
Wek!
Word wakker!
a DuncanDuncan conDoor
Met
Per
Samen met
tusJe
Jouw
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
! ¡OjaláHopelijk pudierasJij/je kon
Jij/je mocht
!

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

II.iii Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
un PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier
. LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
.
PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier

¡EstoDeze
Dit
Ja
Jawel
Wel
Zich
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
del
infiernoHel
Inferno
Onderwereld
, estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
dándoleHet gevend a la llaveDe sleutel.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

¡Pum, pum! ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de BelcebúBeëlzebub? Un
agricultorLandbouwer que se ahorcóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hing zich op anteSuède
Ten overstaan van
Voor
la expectativaVerwachting
Vooruitzicht
de grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime


cosechasJij/je oogst
Oogsten
Opbrengsten
. LlegasJij/je arriveert
Jij/je brengt door
Jij/je geeft aan
Jij/je komt aan
Jij/je landt aan
Jij/je reikt aan
Jij/je verdrijft
a puntoPrecies goed. Que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
falten(Zij) ontbreken
Is u absent!
Is u afwezig!
Ontbreekt u!
Scheelt u!
Zij/ze ontbreken
Zij/ze schelen
Zij/ze zijn absent
Zij/ze zijn afwezig
pañuelosDoekjes
Hoofddoeken
Zakdoeken
que
aquíAlhier
Hier
vas aJij/je gaat naar sudarlaSuéren
Transpireren
Zweten
.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

¡Pum, pum! ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
diabloBoze
Drommel
Duivel
? SeguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker

que un equivoquista, que jurabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een eed
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer
Ik bezwoer
Ik legde een eed
 af
Ik vloekte
Ik zwoer
a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
de la balanzaBalans
Waag
Weegschaal


contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, que cometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
granGroot
Grote
traiciónVerraad por el amorAffectie
Liefde
Min
de
DiosGod
Godheid
y cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
equívocosDubbelzinnig
Dubbelzinnige
Tweeledig
Tweeledige
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
abrieronZij/ze begonnen
Zij/ze deden open
Zij/ze graveerden
Zij/ze maakten open
Zij/ze openden
el cieloHemel
Lucht
. VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
,
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
, equivoquista.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

¡Pum, pum! ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
? SeguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
que un sastreKleermaker
Snijder
Tailleur
inglésBrit
Brits
Britse
Engels
Engelse
Engelse taal
Engelsman
, que
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
aquíAlhier
Hier
por sisarOplichten telaDoek
Lijnwaad
Linnen
Stof
Weefsel
de un calzónBroek
Kniebroek
Korte broek
francésFrans
Franse
Franse taal
Fransman
. PasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
, sastreKleermaker
Snijder
Tailleur
,
que aquíAlhier
Hier
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
asarBraden
Branden
Roosteren
tuJe
Jouw
planchaBord
Bout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt glad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt op
Pers op!
Pers!
Plaat
Plak
Plank
Strijk glad!
Strijk op!
Strijk!
Strijkbout
Strijkijzer
Tablet
.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

¡Pum, pum! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
descansaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt begraven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pauzeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Laat rusten!
Lig begraven!
Ontspan!
Pauzeer!
Rust uit!
Rust!
Slaap!
. ¿QuiénWie eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
tú? -Ge
Gij
Je
Jij
EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste

fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
el infiernoHel
Inferno
Onderwereld
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
voy aIk ga naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de
porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
del diabloBoze
Drommel
Duivel
: pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
dejar entrarBinnenlaten
Inlaten
a genteLieden
Lui
Mensen
Volk
de todosAller-
Ieders
los
oficiosAmbachten
Ambten
Banen
Beroepen
Betrekkingen
Functies
Handwerken
Plaatsen
Stielen
Vakken
Werkkringen
que va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar la hogueraBrandstapel eternaEeuwig
Eeuwige
por la sendaPad floridaBloemrijk
Bloemrijke
Florida
.

LlamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
.

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
.

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MACDUFF y LENNOXLennox.

DadBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
alNaar de
Naar het
porteroConciërge
Huisbewaarder
Portier
, DiosGod
Godheid
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
pagueBetaalt u uit!
Betaalt u!
Dokt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Ik betaal
Ik betaal uit
Ik dok
Ik keer uit
Ik stort
Ik voldoe
Keert u uit!
Stort u!
Voldoet u!
.

MACDUFF
¿TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
te acostasteJij/je begaf je ter
 ruste
Jij/je ging liggen
Jij/je ging naar bed
Jij/je ging slapen
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
,
que tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
 iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!
te levantasJij/je gaat staan
Jij/je staat op
Jij/je verrijst
Jij/je wordt wakker
?

PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier

PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, estuvimosWij/we bevonden ons
Wij/we lagen
Wij/we waren
Wij/we zaten
de juergaLol
Pret
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
cantoIk zing
Zangkunst
del
galloHaan
Hoen
Kip
Schar
Schartong
y, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken
provocaBraak uit!
Daag uit!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Kots!
Lok uit!
Provoceer!
Tart uit!
Tart!
Terg!
Veroorzaak!
tres3
Drie
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
.

MACDUFF
¿QuéWat
Welke
tres3
Drie
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
provocaBraak uit!
Daag uit!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Kots!
Lok uit!
Provoceer!
Tart uit!
Tart!
Terg!
Veroorzaak!
especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken
?

Comment: ReferenciaReferentie
Verwijzing
a los jesuitasJezuïeten en
generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
y alNaar de
Naar het
padrePater
Vader
Garnet en particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
,
juzgadoBalie
Beoordeeld
Berecht
Geoordeeld
Gerecht
Gerechtsgebouw
Gevonnist
Rechtbank
Rechtgesproken
Tribunaal
Veroordeeld
Vierschaar
y ejecutadoGeëxecuteerd
Nagekomen
Nageleefd
Ter dood gebracht
Terechtgesteld
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Voltrokken
en 1606, quienDie
Wie

sosteníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde
Ik beweerde
Ik droeg
Ik onderhield
Ik ondersteunde
Ik ruggensteunde
Ik schoorde
Ik schraagde
Ik verzekerde
que una mentiraLeugen
Onwaarheid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
mentiraLeugen
Onwaarheid

siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
encierraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Sluit op!
Zet vast!
un sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
.

PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier

PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, narizNeus rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
, sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
y orinaDoe een plas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een plas
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze piest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze urineert
Pies
Pies!
Pis
Pis!
Plas!
Urine
Urineer!
. SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, provocaBraak uit!
Daag uit!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Kots!
Lok uit!
Provoceer!
Tart uit!
Tart!
Terg!
Veroorzaak!
y
desprovoca la lujuriaBuitensporigheid
Geilheid
Lust
Onkuisheid
Wellust
: provocaBraak uit!
Daag uit!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kotst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Kots!
Lok uit!
Provoceer!
Tart uit!
Tart!
Terg!
Veroorzaak!
el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
, peroDoch
Echter
Maar
impide(Het) verhindert
Belet!
Blokkeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blokkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorkomt
Verhinder!
Verhoed!
Voorkom!

gozarloGenieten
Genieten van
Zich verheugen in
Zich verlustigen in
. Por tantoDaarom
Derhalve
, se puedeMen kan decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que beberDrinken
Gebruiken
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
leHaar
Hem
Het
U

creaCreëer!
Denkt u!
Gelooft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houdt u voor!
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik meen
Maak!
Meent u!
Richt op!
Schep!
un equívocoDubbelzinnig
Dubbelzinnige
Tweeledig
Tweeledige
Vergissen
Verwarren
Verwisselen
a la lujuriaBuitensporigheid
Geilheid
Lust
Onkuisheid
Wellust
: la haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
y la deshaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt, la excitaBreng in vervoering!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in vervoering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Maan aan!
Prikkel!
Verhit!
Wakker aan!
Werk op!
Wind op!

y la aplacaBevredig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevredigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tevreden
Stel tevreden!
, la animaAnimeer!
Bemoedig!
Beziel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze animeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze montert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze port aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Moedig aan!
Monter op!
Por aan!
Prikkel!
Spoor aan!
Stimuleer!
Verlevendig!
Vrolijk op!
Vuur aan!
Wakker aan!
Wek op!
Zet aan!
y la abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed!
, la pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
alturaHoogte
Verhevenheid
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la
pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
. Al finalTenslotte, el equívocoDubbelzinnig
Dubbelzinnige
Tweeledig
Tweeledige
Vergissen
Verwarren
Verwisselen
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
alNaar de
Naar het
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
y teJe
Jou
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
tumbadoDe zinnen bedwelmd van
Gedaan vallen
Gekanteld
Omgegooid
Omgekeerd
Omvergegooid
Ten val gebracht
.

MACDUFF
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken
teJe
Jou
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tumbadoDe zinnen bedwelmd van
Gedaan vallen
Gekanteld
Omgegooid
Omgekeerd
Omvergegooid
Ten val gebracht
a tiJe
Jou
.

PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier

¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
que Ja
Jawel
Wel
Zich
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
! Y meMe
Mij
atacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze attaqueerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tackelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tastte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel aan
por la gargantaKeel
Keelgat
Strot
. PeroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
meMe
Mij

desquité y, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
, creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
yoEgo
Ik
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
que ellaHaar
Ze
Zij
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al

algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
me doblaraIk boog
Ik boog door
Ik boog me
Ik boog om
Ik kromde me
las piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen
, yoEgo
Ik
meMe
Mij
las apañé paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

arrojarlaHet gooien.

MACDUFF
¿Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
levantadoGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
tuJe
Jouw
amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
?

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
MACBETH.

NuestrosOnze
Van ons
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
leHaar
Hem
Het
U
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
despertadoGewekt
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
. AquíAlhier
Hier
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
.

[Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
el PORTEROConciërge
Huisbewaarder
Portier
.]

LENNOXLennox
Buenos díasDag
Goede morgen
Goedemorgen
Goeden dag
Goedendag
, nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.
MACBETH
Buenos díasDag
Goede morgen
Goedemorgen
Goeden dag
Goedendag
a vosotrosGijlieden
Je
Jullie
.
MACDUFF
¿El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
levantadoGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
, miMi
Mijn
barónBaron?
MACBETH
AúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
.

MACDUFF
MeMe
Mij
ordenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
que leHaar
Hem
Het
U
llamaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
Ik belde
Ik belde aan
Ik belde op
Ik benoemde
Ik heette
Ik klopte
Ik luidde
Ik maakte uit voor
Ik noemde
Ik praaide
Ik riep
Ik riep aan
Ik riep op
Ik schelde
Ik telefoneerde
tempranoPril
Prille
Vroeg
Vroege
Vroegtijdig
Vroegtijdige
.
CasiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
se meMe
Mij
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
la horaTijd
Uur
.

MACBETH
TeJe
Jou
llevaré aIk zal meenemen naar
Ik zal meenemen voor
élHem
Hij
.
MACDUFF
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
que estaDeze
Dit
molestiaBelemmering
Belet
Beletsel
Gêne
Hinder
Last
Ongemak
Overlast
Stoornis
Storing
Verhindering
Verstoring
teJe
Jou
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
gozoIk geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in
, peroDoch
Echter
Maar
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una molestiaBelemmering
Belet
Beletsel
Gêne
Hinder
Last
Ongemak
Overlast
Stoornis
Storing
Verhindering
Verstoring
.
MACBETH
TrabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
que gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dueleDoe pijn!
Doe zeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet pijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zeer
. EstaDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la puertaDeur
Poort
Portier
.

MACDUFF
Me atreveré aIk zal durven llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
: esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
.

LENNOXLennox

¿El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
hoyHeden
Vandaag
?
MACBETH

Ja
Jawel
Wel
Zich
. EsaDat
Die
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
suHaar
Hun
Uw
Zijn
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
.
LENNOXLennox

La nocheAvond
Nacht
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
agitadaGeagiteerd
Geroerd
Geschud
Opgehitst
Opgeruid
Opgestookt
Opgewonden
. DondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
dormíamosWij/we brachten onder narcose
Wij/we maften
Wij/we pitten
Wij/we sliepen
Wij/we sliepen uit


el vientoWind derribóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopte
las chimeneasSchoorstenen
Schouwen
,

y dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que se oíanZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
lamentos, insólitosOngewone
Ongewoon
Vreemd
Vreemde
Zeldzaam
Zeldzame


gritosKreten
Roepen
Schreeuwen
de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y profecíasProfetieën en tonosIntonaties
Tonen
Toonaarden
Toonsoorten
Veerkrachten
horriblesAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende


de espantosasVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
conmocionesSchokken y revueltasGeroerd
Omgeroerd
Onzeker
Onzekere
Putschen


por nacerGeboren worden
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
en estosDeze
Dezen
tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
.

El aveGevogelte
Vogel
de las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
clamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep heftig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la nocheAvond
Nacht
.

AlgunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
temblabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibberde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilde
Ik beefde
Ik bibberde
Ik huiverde
Ik rilde
Ik trilde
enfebrecida.
MACBETH

FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
una nocheAvond
Nacht
ásperaBits
Bitse
Bobbelig
Bobbelige
Bultig
Bultige
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Onaangenaam
Onaangename
Oneffen
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Rul
Rulle
Ruw
Ruwe
Scherp
Scherpe
Schraal
Schrale
Snibbig
Snibbige
.
LENNOXLennox

MiMi
Mijn
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
MACDUFF.

MACDUFF

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
, horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
, horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
! NiEn niet
Evenmin
Noch
corazónHart
Klokhuis


niEn niet
Evenmin
Noch
lenguaSchar
Taal
Tong
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
concebirteBevatten
Een begrip vormen
Ontvangen
Zwanger worden
niEn niet
Evenmin
Noch
nombrarteAanstellen
Benoemen
Heten
Noemen
Uitmaken voor
.
MACBETH y LENNOXLennox

¿QuéWat
Welke
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
?
MACDUFF

El estragoNadeel
Schade
Slachting
Verdelging
Vernieling
Verwoesting
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
creóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiep
suHaar
Hun
Uw
Zijn
obra maestraMeesterwerk.

El crimenMisdaad
Misdrijf
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sacrílego haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
irrumpidoBinnengedrongen
Een inval gedaan


en el temploBedehuis
Godshuis
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Tempel
consagradoGeconsacreerd
Geconsecreerd
Gewijd
Gezegend
Ingewijd
Ingezegend
del SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer


y leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
robadoBeroofd
Bestolen
Buitgemaakt
Geplunderd
Geroofd
Gestolen
Gestroopt
Zich vergrepen aan
la vidaHachje
Leven
alNaar de
Naar het
santuarioHeiligdom
Schrijn
.
MACBETH

¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
? ¿La vidaHachje
Leven
?
LENNOXLennox

¿Hablas deJij/je behandelt
Jij/je bepraat
Jij/je bespreekt
Jij/je discuteert
Jij/je wisselt van gedachten
SuHaar
Hun
Uw
Zijn
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
?
MACDUFF

EntradGa binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
aposentoAppartement
Flat
y que destruyaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoest
Ik verniel
Ik vernietig
Ik verwoest
Vernielt u!
Vernietigt u!
Verwoest u!
vuestraJullie
Uw
Van jullie
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht

esaDat
Die
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
Gorgona. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
pidáisJullie bedelen
Jullie bestellen
Jullie roepen in
Jullie verlangen
Jullie verzoeken
Jullie vragen
Jullie vragen aan
Jullie vragen om
que hableConverseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Ik converseer
Ik praat
Ik spreek
Praat u!
Spreekt u!
.

MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
habladConverseer!
Praat!
Spreek!
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
MACBETH y LENNOXLennox.

¡DespertadMaak wakker!
Wek op!
Wek!
Word wakker!
! ¡DespertadMaak wakker!
Wek op!
Wek!
Word wakker!
! ¡DadBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
la alarmaAlarm
Alarmeer!
Breng op de been!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alarmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op de
 been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept te wapen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Onraad
Roep te wapen!
Verontrust!
Verschrik!
!
¡CrimenMisdaad
Misdrijf
y traiciónVerraad! ¡Banquo, Donalbain!
¡Malcolm, despertadMaak wakker!
Wek op!
Wek!
Word wakker!
! ¡SacudidSchok!
Schud op!
Schud!
Wrik!
el gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
,
imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, y miradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!

la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
verdaderaEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
! ¡LevantaosGa staan!
Sta op!
Verrijs!
Word wakker!
y vedBekijk!
Kijk!
Zie!

representadoAangeboden
Gepresenteerd
Gestaan voor
Ingediend
Opgevoerd
Uitgebeeld
Vertegenwoordigd
Vertoond
Voorgesteld
el Día del JuicioDag des oordeels! ¡Malcolm, Banquo!
¡ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
espíritusGeesten alzaosKom in opstand!
Muit!
Rebelleer!
de las tumbasGraftomben
Graftombes
Graven
Groeven
Groeves
Jij/je bedwelmt de zinnen
 van
Jij/je brengt ten val
Jij/je doet vallen
Jij/je gooit om
Jij/je gooit omver
Jij/je kantelt
Jij/je keert om

y prestadLeen uit!
Leen!
consonanciaAkkoord a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst
! ¡TocadBeroer!
Ga over!
Ga!
Klep!
Klink!
Kom aan!
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
la campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
!

Suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus!
una campanaAfzuigkap
Klok
Stolp
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
LADY MACBETH.

LADY MACBETH
¿QuéWat
Welke
ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats!
para queOpdat
Zodat
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
horrísona trompetaAchterbrug
convoqueConvoceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze convoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Ik convoceer
Ik roep bijeen
Ik roep op
Ik schrijf uit
Roept u bijeen!
Roept u op!
Schrijft u uit!
a los durmientes de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
?
¡HabladConverseer!
Praat!
Spreek!
, habladConverseer!
Praat!
Spreek!
!

MACDUFF
NobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
conviene(Het) is het beste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft een schikking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt
que oigáisJullie horen
Jullie vernemen
Jullie verstaan

lo queDat wat
Wat
puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
: oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
por mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
,
el relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
BANQUO.

¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, Banquo, Banquo!
¡HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, nuestroOns
Onze
Van ons
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
!
LADY MACBETH
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! ¿En nuestraOns
Onze
Van ons
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
?

BANQUO
DondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
brutalBeestachtig
Beestachtige
Dierlijk
Dierlijke
Redeloos dier
.
ContradíceteBen in tegenspraak met!
Bestrijd!
Betwist!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in tegenspraak
 met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt tegen
Spreek tegen!
Vecht aan!
Werp tegen!
, Macduff, teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
;
diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
.

Comment: ExactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe
, MedusaKwal
Zeekwal
, una
de las tres3
Drie
Gorgonas de la mitologíaMythologie
griegaGrieks
Griekse
, que convertíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om
Ik bekeerde
Ik converteerde
Ik veranderde
Ik zette om
en piedraHagel
Steen
a quienesDie
Personen
Wie

la mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe
.

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MACBETH, LENNOXLennox y ROSSRoss.

MACBETH
HubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
yoEgo
Ik
una horaTijd
Uur
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger

y miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
una dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
; desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
,
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
en la existenciaHet bestaan;
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
minucias: honorEer
Hulde
y renombre hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
,
el vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
de la vidaHachje
Leven
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput

y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
en la bodegaBodega
Kelder
Ruim
Scheepsruim
Vrachtruim
Wijnhandel
Wijnhuis
Wijnkelder
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que el posoBezinksel
Drab
Droesem
Ik poseer
Ik zit
Moer
.

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MALCOLM y DONALBAIN.

DONALBAIN
¿AlgúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
?

MACBETH
El vuestroJullie
Uw
Van jullie
, y loDe
Hem
Het
U
ignoráisJullie negeren
Jullie weten niet
: se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
secadoAfdrogen
Afgedroogd
Afgeveegd
Afgewist
Afvegen
Afwissen
Drogen
Drooggemaakt
Droogmaken
Gedroogd
Geveegd
Gewist
Uitdrogen
Uitgedroogd
Vegen
Wissen

el veneroIk aanbid y manantialBron
Wel
Welput
de vuestraJullie
Uw
Van jullie
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
,
vuestraJullie
Uw
Van jullie
propiaEigen fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
secadoAfdrogen
Afgedroogd
Afgeveegd
Afgewist
Afvegen
Afwissen
Drogen
Drooggemaakt
Droogmaken
Gedroogd
Geveegd
Gewist
Uitdrogen
Uitgedroogd
Vegen
Wissen
.

MACDUFF
HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
augustoAugust
Augustus
Clown
padrePater
Vader
.
MALCOLM
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¿QuiénWie?

LENNOXLennox
Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
que los de suHaar
Hun
Uw
Zijn
aposentoAppartement
Flat
: llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden

insigniasBlazoenen
Insignes
Wapens
de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
en la caraDe kant
De zijde
y en las manosDe handen,
y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
puñalesDolken, que hallamosWij/we bevinden
Wij/we bevonden
Wij/we namen waar
Wij/we nemen waar
Wij/we ontmoeten
Wij/we ontmoetten
Wij/we treffen
Wij/we treffen aan
Wij/we troffen
Wij/we troffen aan
Wij/we vinden
Wij/we vonden
Wij/we zagen
Wij/we zien
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
limpiarLouteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren

sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
susHaar
Hun
Uw
Zijn
almohadasHoofdkussens
Kussens
Oorkussens
. MirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
dementesGek
Gekke

y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
.

MACBETH
SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer
que la furiaFurie
Wraakgodin
me llevaseIk kon overweg
Ik nam mee

a darlesAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
.

MACDUFF
¿Por quéWaarom loDe
Hem
Het
U
hicisteJij/je bedreef
Jij/je bracht uit
Jij/je deed
Jij/je maakte
Jij/je maakte aan
Jij/je richtte uit
Jij/je voerde uit
?

MACBETH
¿QuiénWie estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
a la vezTegelijk lúcidoDoorzichtig
Helder
Heldere
Lucide
Verlicht
Verlichte
y suspensoGezakt examen,
serenoBedaard
Bedaarde
Helder
Heldere
Ik stel gerust
Kalm
Kalme
Nachtwacht
Onbezorgd
Onbezorgde
Sereen
Serene
y furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
, lealBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Eerlijk
Eerlijke
Getrouw
Getrouwe
Loyaal
Loyale
Trouw
Trouwe
Trouwhartig
Trouwhartige
a imparcial? NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
.
La presteza de miMi
Mijn
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
impetuosoHeftig
Heftige
Onstuimig
Onstuimige
Vurig
Vurige
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

que el frenoBit
Gebit
Ik houd in bedwang
Ik rem
Ik rem af
Mondstuk
Rem
del buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
. AquíAlhier
Hier
yacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Ik lag
DuncanDuncan,
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
de plataE174
Zilver
bordadaGeborduurd en sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
de oroE175
Goud
Ik bid


y cuchilladas comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
brechasBressen
Gapingen
Gaten
Openingen
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
,
abiertasBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
a la devastaciónVerwoesten
Verwoesting
; ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, los asesinosMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige
,
empapadosDoordrenkt
Doorweekt
Doorweekte
Gesopt
Ingedompeld
Ingedoopt
Opgeslorpt
del colorKleur de suHaar
Hun
Uw
Zijn
tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak
,
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
dagasDaggen
Dolken
, innoblemente enfundadasBekleed
Gevuld
Ingepakt
Ingestopt
en sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
.
ConDoor
Met
Per
Samen met
un pechoBoezem
Borst
llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de amorAffectie
Liefde
Min
, y en élDaaraan
Erin
bravura,
¿quiénWie podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
abstenerse deZich onthouden van mostrarloLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
?

LADY MACBETH
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, ayudadmeBaat!
Help!
Sta bij!
Sta ter zijde!
a salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
!
MACDUFF
¡Atended aBehartig!
Let op!
Pas op!
Sla acht op!
Verzorg!
la damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
!

MALCOLM [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
a DoNALBAIN]
¿Por quéWaarom callamosWij/we verzwegen
Wij/we verzwijgen
Wij/we zwegen
Wij/we zwijgen

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
el casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
nos(Aan) ons
Ons
concierneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
?

DONALBAIN [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
a MALCOLM)
¿Y quéWat
Welke
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
aquíAlhier
Hier
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
nuestroOns
Onze
Van ons
sinoDoch
Echter
Maar
,
ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
en ínfimo agujeroGat
Oog
, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
asaltarnosAanranden
Aanvallen
Bestormen
Overvallen
?
VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
; nuestroOns
Onze
Van ons
llantoHuilen aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
fermentadoGefermenteerd
Gegist
Gelaten gisten
Gewerkt
.

MALCOLM [aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
a DONALBAIN]
NiEn niet
Evenmin
Noch
el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
presto aBereid om te
Ik leen aan
demostrarseAantonen
Adstrueren
Bewijzen
Laten zien
Staven
Uitwijzen
Waarmaken
.
BANQUO
Atended aBehartig!
Let op!
Pas op!
Sla acht op!
Verzorg!
la damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe
.

[Sacan(Zij) halen
Zij/ze behalen
Zij/ze brengen naar buiten
Zij/ze doen af
Zij/ze doen uit
Zij/ze halen
Zij/ze halen eruit
Zij/ze halen te voorschijn
Zij/ze halen uit
Zij/ze halen van
Zij/ze hozen
Zij/ze krijgen uit
Zij/ze leggen af
Zij/ze ontlenen
Zij/ze putten
Zij/ze scheppen
Zij/ze trekken uit
Zij/ze zetten af
a LADY MACBETH.]

Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
nuestraOns
Onze
Van ons
desnudez, expuestaBelicht
Blootgelegd
Blootgesteld
Geriskeerd
Gewaagd
Geëtaleerd
Geëxposeerd
Kans gelopen
Op het spel gezet
Risico gelopen
Tentoongespreid
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgekraamd
Uitgestald
Verklaard
alNaar de
Naar het
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
,
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel
, reunámonosLaten we bijeenkomen
Laten we lid worden
Laten we samenkomen
Laten we toetreden
Laten we vergaderen
Laten we zich aansluiten

y examinemosLaten we aflezen
Laten we controleren
Laten we checken
Laten we examineren
Laten we exploreren
Laten we nagaan
Laten we nakijken
Laten we nauwkeurig onderzoeken
Laten we onderzoeken
Laten we surveilleren
Laten we toezien
Laten we uitvissen
Laten we uitzoeken
Laten we vorsen
Wij/we controleren
Wij/we checken
Wij/we examineren
Wij/we exploreren
Wij/we gaan na
Wij/we kijken na
Wij/we lezen af
Wij/we onderzoeken
Wij/we onderzoeken nauwkeurig
Wij/we surveilleren
Wij/we vissen uit
Wij/we vorsen
Wij/we zien toe
Wij/we zoeken uit
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
fechoría
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
conocerlaBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten
. Nos(Aan) ons
Ons
turbanZij/ze brengen van zijn
 stuk

temoresAngsten
Beduchtheden
Vrezen
y sospechasAchterdochten
Argwanen
Jij/je verdenkt
Jij/je vermoedt
Verdenkingen
Vermoedens
. Me pongoIk doe aan
Ik doe op
Ik kleed me aan
Ik smeer
Ik smeer in
Ik stel me aan
Ik trek aan
Ik word
en manosHanden de DiosGod
Godheid

por combatirBestrijden
Het opnemen tegen
Kampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte
propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen

de pérfidaDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke
maldadBoosaardigheid
Ondeugendheid
Schanddaad
Slechtheid
.

MACDUFF
Y yoEgo
Ik
.
TODOSAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

Y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
.

MACBETH
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
vistamosLaten we aankleden
Laten we kleden
Laten we omkleden
Laten we staan
Wij/we kleden
Wij/we kleden aan
Wij/we omkleden
Wij/we staan
nuestroOns
Onze
Van ons
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y nuestroOns
Onze
Van ons
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel

y reunámonosLaten we bijeenkomen
Laten we lid worden
Laten we samenkomen
Laten we toetreden
Laten we vergaderen
Laten we zich aansluiten
al puntoHalf doorbakken
Zo
en el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
.

TODOSAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle


ConformesAdequaat
Adequate
Berustend geduldig
Bijpassend
Bijpassende
Conform
Conforme
Eensluidend
Eensluidende
Fiats
Fiatten
Gelijkluidend
Gelijkluidende
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Goedkeuringen
Jij/je bent gelijkvormig
Jij/je bent het eens
Jij/je komt overeen
Jij/je maakt gelijkvormig
Jij/je stemt overeen
Jij/je vormt
Mee eens
Overeenkomstig
Overeenkomstige
Overeenstemmend
Overeenstemmende
Passend
Passende
Van een zelfde mening
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
[todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
MALCOLM y DONALBAIN.]

MALCOLM
¿QuéWat
Welke
piensasJij/je denkt hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tratemosLaten we aanspreken
Laten we bejegenen
Laten we beredeneren
Laten we betitelen
Laten we handel drijven
Laten we handelen
Laten we handelen over
Laten we hanteren
Laten we in handen
 hebben
Laten we in orde
 maken
Laten we omgaan met
Laten we pogen
Laten we proberen
Laten we trachten
Laten we uiteenzetten
Laten we uitmaken
Laten we uitschelden
Laten we verzorgen
Wij/we bejegenen
Wij/we beredeneren
Wij/we betitelen
Wij/we drijven handel
Wij/we gaan om met
Wij/we handelen
Wij/we handelen over
Wij/we hanteren
Wij/we hebben in handen
Wij/we maken in orde
Wij/we maken uit
Wij/we pogen
Wij/we proberen
Wij/we schelden uit
Wij/we spreken aan
Wij/we trachten
Wij/we verzorgen
Wij/we zetten uiteen
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
:
alNaar de
Naar het
hipócritaSchijnheilig leHaar
Hem
Het
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
simularSimuleren
Veinzen
Voorgeven

una penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer!
. YoEgo
Ik
me voyIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me
a InglaterraEngeland.

DONALBAIN
Y yoEgo
Ik
, a IrlandaIerland. NuestraOns
Onze
Van ons
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
separadaAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald

nos(Aan) ons
Ons
dará(Het) zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlenen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
protecciónBegunstiging
Behoeden
Beschermen
Bescherming
Beschutten
Beveiligen
Schild
Toeverlaat
. DondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
,
en sonrisas hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
puñalesDolken; másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
cercanoAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
a nuestraOns
Onze
Van ons
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
,
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
sangrientoBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige
.

MALCOLM
La flechaPijl
Scheut
asesinaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoordt
Moord!
Moordlustig
Moordlustige
Vermoord!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
;
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seamosLaten we gebeuren
Laten we plaatshebben
Laten we plaatsvinden
Laten we zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que, ¡a los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos demoremosWij/we blijven stilstaan
Wij/we houden ons op
en cortesesBeleefd
Beleefde
Beschaafd
Beschaafde
Galant
Galante
Heus
Heuse
Hoffelijk
Hoffelijke
Hoofs
Hoofse
Welgemanierd
Welgemanierde
Welopgevoed
Welopgevoede
Wellevend
Wellevende
despedidasAfgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Ontslagen
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden

y, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, partamosLaten we afbreken
Laten we delen
Laten we op weg
 gaan
Laten we opsplitsen
Laten we opstappen
Laten we splitsen
Laten we starten
Laten we tijgen
Laten we verdelen
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Wij/we breken af
Wij/we delen
Wij/we gaan op weg
Wij/we gaan weg
Wij/we splitsen
Wij/we splitsen op
Wij/we stappen op
Wij/we starten
Wij/we tijgen
Wij/we verdelen
Wij/we vertrekken
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
,
hurtarseBestelen
Gappen
Ontvreemden
Stelen
Zich vergrijpen aan
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
hurtoBestelen
Gappen
Ik besteel
Ik gap
Ik ontvreemd
Ik steel
Ik vergrijp me aan
Ontvreemden
Stelen
legítimoWettig
Wettige
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

II.iv Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
ROSSRoss conDoor
Met
Per
Samen met
un ANCIANOBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
.
ANCIANOBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
puedoIk kan
Ik mag
recordarHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden
setenta70
Zeventig
añosJaren,
y en ellosHen
Ze
Zij
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vividoGeleefd
Gewoond
horasTijden
Uren
espantosasVerschrikkelijk
Verschrikkelijke

y hechosAangemaakt
Acties
Actiën
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
asombrososVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
, peroDoch
Echter
Maar
estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende

se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
burladoBedrogen
Gefopt
Teleurgesteld
Verschalkt
de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
miMi
Mijn
experienciaBelevenis
Ervaring
Ondervinding
.

ROSSRoss
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
! VeisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
que el cieloHemel
Lucht
, cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
airadoBoos
Boze
Giftig
Giftige

conDoor
Met
Per
Samen met
la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt

estaDeze
Dit
escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
. SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
la horaTijd
Uur
, es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
díaDag
Etmaal
,
masDoch
Echter
Maar
Plus
la nocheAvond
Nacht
oscureceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omsluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verduistert
Omsluier!
Sluier!
Verduister!
el avanceAnticipeert u!
Beweegt u voort!
Gaat u vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze anticipeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Ik anticipeer
Ik beweeg voort
Ik ga vooruit
Ik kom vooruit
Ik vorder
Komt u vooruit!
Vooruitgang
Vordering
Vordert u!
del solSol
Zon
.
¿ImperaGeld!
Heers als keizer!
Heers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst als keizer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woedt
Woed!
la nocheAvond
Nacht
o se avergüenzaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat beschaamd
el díaDag
Etmaal
,
que las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen
sepultanZij/ze begraven
Zij/ze bestellen ter aarde
Zij/ze bezorgen een lijk
la fazAangezicht de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
 schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
 schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
 te
Ik was verschuldigd
besarlaKussen
Zoenen
?

ANCIANOBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

VaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
natura, igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort


que la acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet
ejecutadaGeëxecuteerd
Nagekomen
Nageleefd
Ter dood gebracht
Terechtgesteld
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Voltrokken
. El martesDinsdag
Dinsdagen
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere

un halcónValk que girabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze endosseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik endosseerde
Ik gireerde
Ik keerde
Ik keerde me om
Ik keerde om
Ik sloeg af
Ik wendde
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
más altoBoven-
Bovenste
Harder
Hoger
vueloIk vlieg
Vliegen
Vliegtocht
Vlucht

fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
cazadoBejaagd
Gejaagd
Jacht gemaakt op
Nagejaagd
Voortgedreven
y muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
por una lechuzaUil.

ROSSRoss
Y (pasmosoVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
, masDoch
Echter
Maar
Plus
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
) los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
de DuncanDuncan,
hermososFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
y raudos, la florBloei
Bloem
Bloesem
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
razaRas,
se volvieronZij/ze draaiden om
Zij/ze draaiden rond
Zij/ze keerden om
Zij/ze keerden zich om
salvajesRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste
y escaparonZij/ze ontgingen
Zij/ze ontkwamen
Zij/ze ontsnapten
de las cuadrasStallen
coceandoAchteruit slaand
Weerspannig zijnd
y negandoLoochenend
Ontkennend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
,
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals
queriendoBeminnend
Houdend van
Liefhebbend
Willend
guerrear contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.

ANCIANOBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que se devoraronZij/ze verslonden entre síOnderling.

ROSSRoss
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
de estosDeze
Dezen
ojosKijkers
Ogen

que loDe
Hem
Het
U
vieron(Zij) zagen
U zag
Zij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen
.

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
MACDUFF.

AquíAlhier
Hier
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Macduff.
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
?
MACDUFF
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
?
ROSSRoss
¿Se sabeMen weet quiénWie cometióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
la atrocidadDwaasheid
Onnozelheid
?
MACDUFF
Los queWie
Zij die
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht
Macbeth.
ROSSRoss
¡SantoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
DiosGod
Godheid
! ¿QuéWat
Welke
provechoBaat
Belang
Gewin
Nut
Profijt
Verdienste
Voordeel
Winst
pretendíanZij/ze claimden
Zij/ze maakten aanspraak op
?

MACDUFF
Los sobornaronZij/ze kochten om. Malcolm y Donalbain,
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
hijosKinderen
Zonen
Zoons
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, se escabulleronZij/ze knepen er tussenuit
y hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen
. Las sospechasAchterdochten
Argwanen
Jij/je verdenkt
Jij/je vermoedt
Verdenkingen
Vermoedens

recaenZij/ze komen terecht bij ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ellosHen
Ze
Zij
.

ROSSRoss
Otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
natura.
¡PródigaVerspillend
Verspillende
ambiciónAmbitie
Eerzucht
, que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
devorasJij/je verslindt
el sustentoOndersteuning de tuJe
Jouw
vidaHachje
Leven
! EntoncesDan
Dus
Toen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke

que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
Macbeth quienDie
Wie
suba(Het) rijst
Beklimt u!
Bestijgt u!
Brengt u naar boven!
Draagt u naar boven!
Gaat u naar boven!
Gaat u omhoog!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Ik beklim
Ik bestijg
Ik breng naar boven
Ik draag naar boven
Ik ga naar boven
Ik ga omhoog
Ik ga op
Ik klim
Ik kom op
Ik rijs
Ik sta op
Ik stap in
Ik stap in de
 trein
Ik stijg
Ik verrijs
Ik was
Klimt u!
Komt u op!
Rijst u!
Staat u op!
Stapt u in de
 trein!
Stapt u in!
Stijgt u!
Verrijst u!
Wast u!
alNaar de
Naar het
tronoTroon.

MACDUFF
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
proclamadoAfgekondigd
Geproclameerd
Uitgevaardigd
Verkondigd
, y partióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
SconeScone paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la
coronaciónKroning.

Comment: AntiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
abadíaAbdij, cercanaAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
a la
ciudadPlaats
Stad
de PerthPerth (EscociaSchotland centralCentraal
Centrale
Essentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Hoofd-
Hoofdkantoor
Middelste
Van het middelpunt
), que
albergabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergde
Ik herbergde
la 'PiedraHagel
Steen
del DestinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
', sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!

la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
se coronabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroonde
Ik bekroonde
Ik kroonde
a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
escocesesSchots
Schotse
Schotten
.

ROSSRoss
¿Y el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
de DuncanDuncan?
MACDUFF

Comment: IslaEiland al oeste deBewesten
Ten westen van
EscociaSchotland,

FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
llevado aMeegenomen naar
Meegenomen voor
Colmekill,

dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
enterradosBedolven
Begraven
Gekuild
Overstelpt
Verpletterd
los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el

sagradoEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
panteónPantheon de susHaar
Hun
Uw
Zijn
predecesores siglo XI11e eeuw
Elfde eeuw
. LlamadaAanbellen
Aangebeld
Aangeroepen
Aanroepen
Appel
Bellen
Benoemd
Benoemen
Convocatie
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Opgebeld
Opgeroepen
Oproepen
Praaien
Roepen
Samenscholing
Schellen
Telefoneren
Telefoongesprek
Telefoontje
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
modernamente IonaIona.
y custodioIk bewaak
Ik bewaar
Ik heb de wacht
Ik hoed
Ik waak over
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
restosResten
Stompen
Stronken
.
ROSSRoss
¿Irás aJij/je zal gaan naar SconeScone?
MACDUFF
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, parienteBloedverwant
Familielid
Verwant
Vrouwelijk familielid
Vrouwelijke verwant
. Voy aIk ga naar FifeFife.
ROSSRoss
BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, yoEgo
Ik
voy aIk ga naar SconeScone.

Comment: CastilloBurcht
Kasteel
Slot
y territorioBan
Gebied
Grondgebied
Territoir
Territorium
de
Macduff, el 'BarónBaron de FifeFife'.
MACDUFF
Que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
la ropaKleding
Kleren
antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
que la nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
.

ROSSRoss
AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
.

ANCIANOBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

Que DiosGod
Godheid
teJe
Jou
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
, y a quienesDie
Personen
Wie
contigoBij jou
Met jou

haganBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet u!
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
del malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
y amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
de enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
.

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
.

III.i Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
BANQUO.
BANQUO
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
loDe
Hem
Het
U
timesJij/je drukt achterover todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, Cawdor, Glamis,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
teJe
Jou
prometieronZij/ze beloofden
Zij/ze loofden uit
Zij/ze verzegden
Zij/ze zegden toe
Zij/ze zeiden toe
las Fatídicas
y temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
que jugasteJij/je speelde
Jij/je speelde voor
Jij/je voerde uit
conDoor
Met
Per
Samen met
vileza por lograrloBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor
;
masDoch
Echter
Maar
Plus
dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pasaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou langsgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou langskomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou oversteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verstrijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorbijgaan
Ik zou aangeven
Ik zou aanreiken
Ik zou doorbrengen
Ik zou doorlaten
Ik zou gebeuren
Ik zou inhalen
Ik zou langsgaan
Ik zou langskomen
Ik zou omkomen
Ik zou overgaan
Ik zou overkomen
Ik zou oversteken
Ik zou passeren
Ik zou verdrijven
Ik zou vergaan
Ik zou verlopen
Ik zou verstrijken
Ik zou voorbijgaan
a tuJe
Jouw
progenie,
sinoDoch
Echter
Maar
que yoEgo
Ik
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
cabezaHoofd
Kop
Krop
y raízRadix
Stam
Wortel
Wortel (deel van plant)

de muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
en ellasHen
Ze
Zij
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
,
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en tiJe
Jou
susHaar
Hun
Uw
Zijn
profecíasProfetieën hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
brilladoGeblonken
Geglansd
Geschenen
Geschitterd
,
Macbeth, ¿por quéWaarom, por las verdadesWaarheden que contigoBij jou
Met jou

se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
miMi
Mijn
oráculoGodsspraak
Orakel
Vraagbaak

y alimentarVoeden miMi
Mijn
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting
? MasDoch
Echter
Maar
Plus
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
.

ClarinesHoornen
Hoorns
Klaroenen
Signaalhoorns
. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
MACBETH comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
LADY
MACBETH, LENNOXLennox, ROSSRoss, NOBLESAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele
y

acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
.

MACBETH
AquíAlhier
Hier
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
nuestroOns
Onze
Van ons
huéspedGast
Host
Introducé
Kostganger
Logé
Pensiongast
principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
.

LADY MACBETH
HaberleHet te hebben olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd

habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
un vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
en el banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij

y una granGroot
Grote
desatención.

MACBETH
EstaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
celebramosWij/we celebreerden
Wij/we celebreren
Wij/we dragen op
Wij/we droegen op
Wij/we vierden
Wij/we vieren
una cena de galaGalamaaltijd,
y desearíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ambiëren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aspireren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dingen naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou haken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hunkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou najagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nastreven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smachten naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou snakken naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou streven naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trek hebben
 in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verkiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wensen
Ik zou ambiëren
Ik zou aspireren
Ik zou begeren
Ik zou dingen naar
Ik zou haken naar
Ik zou hunkeren
Ik zou najagen
Ik zou nastreven
Ik zou smachten
Ik zou smachten naar
Ik zou snakken naar
Ik zou streven naar
Ik zou trek hebben
 in
Ik zou verkiezen
Ik zou verlangen
Ik zou wensen
tuJe
Jouw
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
.

BANQUO
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, dictadmeDicteer! vuestrasJullie
Van jullie
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
,
a las cualesDe welken
Wie
Zij die
miMi
Mijn
lealtadTrouw estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
ligadaAangesloten
Gebonden
Gelieerd
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden

por siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
conDoor
Met
Per
Samen met
un nudoGeleding
Knoest
Knoop
Knooppunt
Kwast
indisoluble.

MACBETH
¿CabalgasJij/je berijdt
Jij/je rijdt
esta tardeHedenavond
Vanavond
Vanmiddag
?
BANQUO
Ja
Jawel
Wel
Zich
, miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.

MACBETH
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
solicitadoGesolliciteerd
Gevraagd
tuJe
Jouw
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
consejoAdvies
Raad
Raadgeving
,
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
ponderado y provechosoLucratief
Lucratieve
Rendabel
Rendabele
Winstgevend
Winstgevende
,
en nuestraOns
Onze
Van ons
juntaAaneengevoegd
Bestuur
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Breng bijeen!
Breng samen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet ineen
Ineengezet
Junta
Naad
Pakking
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Stel samen!
Verenig!
Verenigd
Vergadering
Voeg
Voeg aaneen!
Voeg bijeen!
Voeg samen!
Zet ineen!
Zitting
de hoyHeden
Vandaag
. LoDe
Hem
Het
U
oiréIk zal horen
Ik zal vernemen
Ik zal verstaan
mañanaMorgen
Ochtend
.
¿VasJij gaat
Jij/je begeeft je
Jij/je gaat
Jij/je kart
Jij/je loopt
Jij/je loopt van stapel
Jij/je rijdt
Jij/je vaart
Jij/je verloopt
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
?

BANQUO
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
que miMi
Mijn
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
se ocupeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
caballoKnol
Paard
Ros
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
rápidoExpres
Exprestrein
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltrein
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
,
leHaar
Hem
Het
U
pediréIk zal aanvragen
Ik zal bedelen
Ik zal bestellen
Ik zal inroepen
Ik zal verlangen
Ik zal verzoeken
Ik zal vragen
Ik zal vragen om
prestadasGeleend
Uitgeleend
a la nocheAvond
Nacht

una o dos2
Do's
Twee
Tweede
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
horasTijden
Uren
oscurasDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
.

MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltesJij/je bent absent
Jij/je bent afwezig
Jij/je ontbreekt
Jij/je scheelt
alNaar de
Naar het
banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij
.
BANQUO
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltaréIk zal absent zijn
Ik zal afwezig zijn
Ik zal ontbreken
Ik zal schelen
.

MACBETH
MeMe
Mij
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que misMi's
Mijn
sangrientosBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige
parientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten

residenZij/ze resideren
Zij/ze wonen
en InglaterraEngeland eEn IrlandaIerland. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
confiesanZij/ze bekennen
Zij/ze biechten
Zij/ze biechten op
Zij/ze erkennen
Zij/ze geven toe

suHaar
Hun
Uw
Zijn
cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
parricidio y propaganZij/ze geven af
Zij/ze planten voort
Zij/ze verbreiden
Zij/ze verspreiden

pasmososVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
infundios. HablemosLaten we converseren
Laten we praten
Laten we spreken
Wij/we converseren
Wij/we praten
Wij/we spreken
mañanaMorgen
Ochtend
de elloDat
Het
,
así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
de otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken
de EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden

que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
de tratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen
conjuntamenteGezamenlijk
Samen
. ¡MontaBega!
Begaan
Berijd!
Berijden
Bestijg!
Bestijgen
Binnengaan
Binnenlopen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar boven!
Ga op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ingaan
Instappen
Klim!
Klimmen
Klop (eiwit, room)!
Loop binnen!
Monteer
Monteer!
Monteren
Opgaan
Opzetten
Rijd!
Rijden
Rijs!
Rijzen
Stap in!
Stijg!
Stijgen
Zet op!
Zet!
Zetten
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
!
AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la nocheAvond
Nacht
. ¿TeJe
Jou
acompañaAccompagneer!
Begeleid!
Ga mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelt
Loop mee!
U begeleidt
Vergezel!
Fleance?

Comment: Malcolm y Donalbain, hijosKinderen
Zonen
Zoons

de DuncanDuncan.

BANQUO

Ja
Jawel
Wel
Zich
, miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, y el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
nos(Aan) ons
Ons
apremiaBen urgent!
Dring!
Haast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is urgent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet tot haast
 aan
Jacht!
Zet tot haast aan!
.
MACBETH

CorranHolt u!
Loopt u hard!
Racet u!
Rent u!
Snelt u!
Sprint u!
Zij/ze hollen
Zij/ze lopen hard
Zij/ze racen
Zij/ze rennen
Zij/ze snellen
Zij/ze sprinten
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
raudos y segurosAssuranties
Assurantiën
Behouden
Geborgen
Safe
Safes
Veilig
Veilige
Verzekering
Verzekeringen
;

a susHaar
Hun
Uw
Zijn
lomosKruisen
Lenden
Lendenen
Lendenstukken
Ruggen
Rugstukken
osJe
Jullie
confíoIk heb vertrouwen in
Ik vertrouw
Ik vertrouw toe
. AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
BANQUO.

Que cada cualEen ieder
Elkeen
Iedereen
disponga deBeschikt u over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikt over
Ik beschik over
suHaar
Hun
Uw
Zijn
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las siete7
Zeven
de estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
.
Para queOpdat
Zodat
vuestraJullie
Uw
Van jullie
compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
grataGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
,
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
quedarmeAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la horaTijd
Uur
de la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
.
HastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
entoncesDan
Dus
Toen
, DiosGod
Godheid
osJe
Jullie
guardeBehoedt u!
Bergt u op!
Bewaakt u!
Bewaar
Bewaart u!
Heeft u de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoedt u!
Ik behoed
Ik berg op
Ik bewaak
Ik bewaar
Ik heb de wacht
Ik hoed
Ik let op
Ik pas op
Ik waak over
Let u op!
Past u op!
Waakt u over!
:

Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
[todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
MACBETH y un CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
].

Ge
Gij
Je
Jij
, un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
. ¿MeMe
Mij
esperanZij/ze hopen
Zij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze voorzien
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af
Zij/ze wachten op
Zij/ze zien vooruit
Zij/ze zijn bedacht op
esosDie hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
?
CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed


Ja
Jawel
Wel
Zich
, miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, a las puertasDeuren
Poorten
Portieren
de palacioPaleis.
MACBETH

TráelosBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee!
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
Me
Mij
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
el CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
.

SerGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
a salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red
.
MiMi
Mijn
temorAngst
Beduchtheid
Vrees
a Banquo se meMe
Mij
clavaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Knots
Sla in!
Wapenstok
hondoDiep
Diepe

y en suHaar
Hun
Uw
Zijn
regio templeGemoedsgesteldheid
Hardt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hardt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op temperatuur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze matigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Humeur
Humor
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Staalt u!
Stemt u!
Tempert u!
Temple
reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin

lo queDat wat
Wat
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de temerseBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige

y, además deBehalve
Benevens
Buiten
Naast
Ongerekend
eseDat
Die
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
intrépidoOnverschrokken,
la prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
leHaar
Hem
Het
U
guíaGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
obrarAgeren
Bezig zijn
Doen
Handelen
Optreden
Te werk gaan
Voortgaan
Werken
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que élHem
Hij

a quienDie
Wie
yoEgo
Ik
temaDucht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Ik ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
Is u bang voor!
Onderwerp
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Stof
Thema
Vreest u!
, y bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
élHem
Hij
miMi
Mijn
espírituGeest
Geestgesteldheid

se sienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
coartado, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que loDe
Hem
Het
U
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat

el de AntonioAnton
Antonio
Antonius
por CésarCaesar. Increpó a las Fatídicas
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

y lesHen
Hun
U
mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
que leHaar
Hem
Het
U
hablasenZij/ze converseerden
Zij/ze praatten
Zij/ze spraken
. Proféticamente,
ellasHen
Ze
Zij
leHaar
Hem
Het
U
saludaronZij/ze begroetten
Zij/ze groetten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
padrePater
Vader
de reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
.
CiñeronZij/ze omsloten miMi
Mijn
cabezaHoofd
Kop
Krop
conDoor
Met
Per
Samen met
estérilBar
Barre
Kiemvrij
Kiemvrije
Onvruchtbaar
Onvruchtbare
Steriel
Steriele
Vruchteloos
Vruchteloze
coronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel

y meMe
Mij
hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
empuñarGrijpen
Krijgen
Vastpakken
un cetroRijksstaf
Scepter
infecundo
que habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
de arrebatarmeAfnemen
Afpakken
Uitlichten
Uitnemen
Weghalen
Wegnemen
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
,

Comment: El espírituGeest
Geestgesteldheid
adscrito a suHaar
Hun
Uw
Zijn

destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
: el 'demonioBoze geest
Demon
Duivel
' de los antiguosAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude

griegosGrieken
Grieks
Griekse
Helleens
Hellenen
.
Comment: NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
JulioHooimaand
Joule
Juli
CésarCaesar, sinoDoch
Echter
Maar

OctavioOctavio CésarCaesar (AugustoAugust
Augustus
Clown
).

puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengo hijoIk beval van que loDe
Hem
Het
U
heredeBeërft u!
Erft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beërft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft
Ik beërf
Ik erf
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
,
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
manchadoBeklad
Bevlekt
Bevlekte
Bevuild
Bezoedeld
Gesmet
Gevlekt
Verontreinigd
Vuilgemaakt
miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
por la proleProfijt
Voordeel
Winst
de Banquo,
por ellosHen
Ze
Zij
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
matadoAfgeslacht
Doodgemaakt
Gedood
Geslacht
Omgebracht
alNaar de
Naar het
piadosoDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom
DuncanDuncan,
echandoAan het lot overlatend
Aandeel hebbend in
Aankondigend
Beginnend handel te drijven
 met
Bekend makend
Buiten de deur zettend
Door te gooien
Een partijtje spelend
Erop gooiend
Gooiend
Inschenkend
Keilend
Krijgend
Nemend
Opleggend
Optredend in
Opvoerend
Schattend
Smijtend
Stortend
Strooiend
Tankend
Toevoegend
Uitend
Uitslaand
Uitspelend
Uitsprekend
Vastmakend
Weddend
Wedijverend
Wegjagend
Wegsturend
Wegzendend
Werpend
Zeggend
hielGal en el cálizBeker
Bloemkelk
Bokaal
Cup
Drinkbeker
Kelk
Miskelk
de miMi
Mijn
pazPaz
Vrede

sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
por ellosHen
Ze
Zij
, entregandoAangevend
Aanreikend
Afgevend
Afleverend
Bestellend
Bezorgend
Doorbrengend
Inleverend
Leverend
Overgevend
Overhandigend
Overleggend
Ter hand stellend
Toevoerend
Uitbetalend
Verdrijvend
miMi
Mijn
joyaBijouterie
Juweel
Kleinood
sempitema
alNaar de
Naar het
espírituGeest
Geestgesteldheid
infernalHels
Helse
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerlosAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
,
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
de la semillaBron
Korrel
Oorsprong
Oorzaak
Pit
Zaad
Zaadje
Zaadkorrel
de Banquo.
AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que esoDat
Die
Zulks
, vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
el DestinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
a la arenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand

y hágameBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el fin. -Besluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
¿QuiénWie viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
?

EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
el CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
y dos2
Do's
Twee
Tweede
ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige
.

VeteBen duidelijk!
Blijk!
Ga af!
Ga weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
 uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
 uit over
Ik spreek mijn veto
 uit
Ik spreek mijn veto
 uit over
Laat je zien!
Spreekt u uw veto
 uit over!
Spreekt u uw veto
 uit!
Vertrek!
Verwijder je!
a la puertaDeur
Poort
Portier
y quédateBlijf achter!
Blijf over!
Blijf!
Rest!
Resteer!
Toef!
Verblijf!
Word!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
hasta queTot
Totdat
teJe
Jou
llameBelt u aan!
Belt u op!
Belt u!
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Ik bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
Klopt u!
Luidt u!
Maakt u uit voor!
Noemt u!
Praait u!
Roept u aan!
Roept u op!
Roept u!
Schelt u!
Telefoneert u!
.

Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
el CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
.

¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
ayerGister
Gisteren
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
hablamosWij/we converseerden
Wij/we converseren
Wij/we praatten
Wij/we praten
Wij/we spraken
Wij/we spreken
?
ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige

ConDoor
Met
Per
Samen met
vuestraJullie
Uw
Van jullie
venia, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
.

MACBETH
BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. ¿HabéisJullie hebben
Jullie zijn
consideradoBeschouwd
Beschouwd als
Nagegaan
Overwogen
Rekening gehouden met
misMi's
Mijn
palabrasBewoordingen
Woorden
?
SabedKen!
Smaak!
Weet!
que en el pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
élHem
Hij

quienDie
Wie
osJe
Jullie
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
en la penuriaArmoede, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vosotrosGijlieden
Je
Jullie

loDe
Hem
Het
U
achacabaisJullie beschuldigden
Jullie betichtten
Jullie dichtten toe
Jullie kenden toe
Jullie rekenden aan
Jullie rekenden toe
Jullie schreven toe
Jullie weten
a miMi
Mijn
inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze
personaMens
Personage
Persoon
.
OsJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
probéIk adstrueerde
Ik beproefde
Ik bewees
Ik bezocht
Ik maakte waar
Ik paste
Ik paste aan
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik proefde
Ik staafde
Ik stelde op de
 proef
Ik toetste
Ik toonde aan
Ik wees uit
en nuestraOns
Onze
Van ons
últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
entrevistaBijeenkomst
Gegist
Gesprek
Half gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interviewt
Interview
Interview!
Interviewen
Meeting
Onderhoud
Onduidelijk gezien
Samenkomst
Vergadering
Vermoed
Vluchtig gezien
Vraaggesprek

y osJe
Jullie
probéIk adstrueerde
Ik beproefde
Ik bewees
Ik bezocht
Ik maakte waar
Ik paste
Ik paste aan
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik proefde
Ik staafde
Ik stelde op de
 proef
Ik toetste
Ik toonde aan
Ik wees uit
sobradamente
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
osJe
Jullie
burlóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde teleur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschalkte
y osJe
Jullie
estorbóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhinderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoorde
;
los mediosDoorsnedes
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helften
Instrumenten
Matigingen
Media
Medium
Middelbaar
Middelbare
Middelen
Middelmaats
Middelmaten
Midden-
Middens
Milieus
Omgevingen
Remedies
Tussenstoffen
Tweelingen
, quiénWie fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
partícipeDeelgenoot
Deelnemend
Deelnemende
Deelnemer

y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
a un boboDom
Domme
o a un dementeGek
Gekke

leHaar
Hem
Het
U
diríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zeggen
Ik zou opgeven
Ik zou spreken
Ik zou zeggen
: 'FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
Banquo'.

ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
11
Een

Nos(Aan) ons
Ons
loDe
Hem
Het
U
hicisteis saberJullie deelden mede
Jullie deelden mee
Jullie kondigden aan
Jullie maakten bekend
Jullie stelden in kennis
Jullie verwittigden
.

MACBETH
En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
. Y fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
,
lo queDat wat
Wat
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
de estaDeze
Dit
reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen
.
¿TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
osJe
Jullie
dominaBedwing!
Beheers!
Domineer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze domineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overheerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schittert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert de boventoon
Overheers!
Schitter uit!
Voer de boventoon!
la pacienciaGeduld
Lijdzaamheid
que podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien

perdonarBegenadigen
Vergeven
estoDeze
Dit
? ¿TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
osJe
Jullie
guíaGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
el EvangelioEvangelie
que rezaréisJullie zullen bidden por esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
progenie,
cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
rigorStijfheid osJe
Jullie
lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
humilladosBeschaamd gemaakt
Vernederd
Verootmoedigd
a la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!

y convierteBekeer!
Converteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet om
Verander!
Zet om!
a los vuestrosJullie
Van jullie
en mendigosBedelaars
Geuzen
Schooiers
?

ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
11
Een

SomosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
.

MACBETH
Ja
Jawel
Wel
Zich
, dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
del repertorioRepertoire soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
,
igual queEvenals
Zoals
los galgos, podencos, mestizosMestiezen, chuchos,
perrosHonden
Rekels
Reuen
lobosBermpjes
Lobos
Wolven
, de aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters
y falderos sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

llamadosAangebeld
Aangeroepen
Benoemd
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde
perrosHonden
Rekels
Reuen
. PeroDoch
Echter
Maar
el índiceAanduiding
Aanwijzing
Index
Inhoudsopgave
Lijst
Register
Tabel
Tafel
Wijsvinger
de razasRassen
distingueBespeur!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt in de
 smiezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt onderscheid tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontwaart
Krijg in de smiezen!
Krijg in het oog!
Maak onderscheid tussen!
Onderken!
Onderscheid!
Ontwaar!
alNaar de
Naar het
rápidoExpres
Exprestrein
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltrein
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
, alNaar de
Naar het
lentoLangzaam
Langzame
Traag
Trage
, alNaar de
Naar het
listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge
,
alNaar de
Naar het
guardiánBewaarder
Bewaker
Gardiaan
Hoeder
Wachter
, alNaar de
Naar het
cazadorJacht- y a cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen

segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
las virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
que leHaar
Hem
Het
U
asignaDaag voor het gerecht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt voor het
 gerecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst toe
Wijs toe!

la pródigaVerspillend
Verspillende
naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
, de talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze

que recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer!
un nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
propioEigen en el registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen

que incluyeBetrek!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Omvat!
Sluit in!
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
ellosHen
Ze
Zij
. Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.
Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ocupáisJullie bekleden
Jullie beslaan
Jullie betrekken
Jullie bewaren
Jullie bewonen
Jullie bezetten
Jullie houden bezig
Jullie nemen in beslag
Jullie vervullen
el ínfimo lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel

en la listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk
de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
, decídmelo,
que yoEgo
Ik
encomendaréIk zal aanbevelen
Ik zal opdragen
a vuestroJullie
Uw
Van jullie
pechoBoezem
Borst
una tareaHuiswerk
Karwei
Klus
Opgaaf
Opgave
Taak

cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
ejecuciónExecuteren
Executie
Gerechtelijke verkoop
Nakomen
Naleven
Opvoering
Terechtstellen
Terechtstelling
Uitvoeren
Uitvoering
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
Volvoering
osJe
Jullie
libraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevrijden del enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige

y osJe
Jullie
uniráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aaneenvoegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijeenbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal samenbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verbinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verenigen
a Me
Mij
en afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
y amistadVriendschap,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
se malograHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt niet tot
 rijpheid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft vroeg
miMi
Mijn
saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
,
que sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
perfectaIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
.

ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
22
Twee

MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

a quienDie
Wie
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
enconadoGedaan ontsteken
Gedaan zweren
Het geweten bezwaard
Verbitterd
los azotesGeselen
Gesels
Jij/je geselt
Jij/je striemt
Jij/je teistert

y golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
que haríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvoeren
Ik zou aanmaken
Ik zou bedrijven
Ik zou doen
Ik zou maken
Ik zou uitbrengen
Ik zou uitrichten
Ik zou uitvoeren
lo queDat wat
Wat
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was

por desquitarme del mundoAardrijk
Wereld
.

ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
11
Een

YoEgo
Ik
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
; tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
hartoIk erger
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Zat
Zatte

de infortuniosOngelukken y sacudidoGeschokt
Geschud
Gewrikt
Opgeschud
por miMi
Mijn
sinoDoch
Echter
Maar

que arriesgaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in gevaar
 brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op het
 spel zetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou risico lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou risico nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou riskeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verspelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wagen
Ik zou in gevaar
 brengen
Ik zou op het
 spel zetten
Ik zou risico lopen
Ik zou risico nemen
Ik zou riskeren
Ik zou verspelen
Ik zou wagen
la vidaHachje
Leven
en cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook
lanceBraakt u!
Doet u horen!
Geeft u over!
Gooit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Ik braak
Ik doe horen
Ik geef over
Ik gooi
Ik keil
Ik kom uit
Ik laat van stapel
 lopen
Ik lanceer
Ik loop uit
Ik ontketen
Ik ontkiem
Ik schrijf uit
Ik slinger weg
Ik speel uit
Ik stoot uit
Ik werp
Ik werp weg
Keilt u!
Komt u uit!
Laat u van stapel
 lopen!
Lanceert u!
Loopt u uit!
Ontketent u!
Ontkiemt u!
Schrijft u uit!
Slingert u weg!
Speelt u uit!
Stoot u uit!
Werpt u weg!
Werpt u!

por mejorarlaBeter maken
Overtreffen
Verbeteren
Veredelen
o acabarlaAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen
.

MACBETH
Los dosAlle twee de
Allebei
Beide
sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten

que Banquo fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
vuestroJullie
Uw
Van jullie
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
.

ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige

CiertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.

MACBETH
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
míoMijne
Van mij
, y en tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
divergenciaDivergentie
Divergeren
Uiteenlopen

que cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
nuevoNieuw
Nieuwe
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven

se meMe
Mij
clavaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Knots
Sla in!
Wapenstok
en las entrañasIngewanden. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht

apartarleAfhouden
Afscheiden
Afzonderen
Onthouden
Onttrekken
Opzij schuiven
Scheiden
Schiften
Weghalen
Weghouden
Wegzetten
de miMi
Mijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
abiertamenteOpenlijk

y decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
miMi
Mijn
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
, masDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
comunesAlgemeen
Algemene
Bestekamers
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gezamenlijk
Gezamenlijke

a cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
renunciarAfstand doen van
Afzien
Opgeven
Uitvallen
, y yo mismoIkzelf
lloraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bejammeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou betreuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bewenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou huilen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou krijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schreien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wenen
Ik zou bejammeren
Ik zou betreuren
Ik zou bewenen
Ik zou huilen
Ik zou krijten
Ik zou schreien
Ik zou wenen
alNaar de
Naar het
que matéIk bracht om
Ik doodde
Ik maakte dood
Ik slachtte
Ik slachtte af
. Por todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
elloDat
Het

solicitoIk solliciteer
Ik vraag
vuestraJullie
Uw
Van jullie
ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
, hurtandoBestelend
Gappend
Ontvreemdend
Stelend
Zich vergrijpend aan

estaDeze
Dit
empresaBedrijf
Industrie
Onderneming
a los ojosKijkers
Ogen
del comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop

por diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden
de granGroot
Grote
pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
.

ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
22
Twee

MiMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, haremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren
Lo queDat wat
Wat
nos(Aan) ons
Ons
ordenéisJullie bestellen
Jullie bevelen
Jullie gelasten
Jullie ruimen op
Jullie schrijven voor
Jullie sommeren
Jullie verordenen
.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
11
Een

AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
nuestraOns
Onze
Van ons
vidaHachje
Leven
...

MACBETH
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
asomaBegin je te vertonen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint zich te
 vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont voor een
 opening
Kom te voorschijn!
Vertoon voor een opening!
vuestroJullie
Uw
Van jullie
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
! De aquíAlhier
Hier

a una horaTijd
Uur
osJe
Jullie
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
dóndeWaar
Waarheen
apostarosWedden
y el mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
a tiempoBijtijds
Op tijd
Tijdig
y ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
hay queMen moet hacerloDoen
Laten
Maken
estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
y a distanciaAfstand
Eind
End

de palacioPaleis. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
olvidéisJullie leren af
Jullie vergeten
Jullie verleren
por un instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip

que yoEgo
Ik
deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
 raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn
libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
de sospechasAchterdochten
Argwanen
Jij/je verdenkt
Jij/je vermoedt
Verdenkingen
Vermoedens
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->