Crióse PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
en diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
de CastillaCastilië
Kastilië
, y, a los quince15
Vijftien
añosJaren de suHaar
Hun
Uw
Zijn

edadLeeftijd
Ouderdom
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
abuelaGrootmoeder
Oma
putativa la volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
la CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
y a suHaar
Hun
Uw
Zijn
antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
ranchoHut
Kamp
Menage
Soldatenkost
Veeboerderij
, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

adondeWaar
Waarheen
ordinariamente leHaar
Hem
Het
U
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
los gitanosZigeuners, en los camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden
de Santa

BárbaraBarbara, pensando enDenkend aan
Nadenkend over
la CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
venderOverdoen
Tappen
Verhandelen
Verkopen
Vervreemden
Wegdoen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
mercadería, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se compraMen koopt
y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se vendeMen verkoopt. Y la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
entradaBinnengaan
Binnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Entree
Entrée
Ingang
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Inham
Intrede
Klein voorafje
Naar binnen gegaan
Repliek
Toegang
Voorgerecht
que hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
en Madrid fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
un díaDag
Etmaal

de Santa AnaSanta ana, patronaBazin y abogadaBepleit
Gepleit
Opgekomen voor
Verdedigd
de la villaGemeente
Landhuis
Stad
Villa
Zomerhuis
Zomerhuisje
, conDoor
Met
Per
Samen met
una danzaBeweeg je snel!
Dans
Dans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich snel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
en queWaarin iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren

ocho8
Acht
gitanas, cuatro4
Vier
ancianasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
y cuatro4
Vier
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
, y un gitanoZigeuner, granGroot
Grote
bailarínDanser,
que las guiabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees de weg
Ik geleidde
Ik leidde
Ik leidde rond
Ik wees de weg
. Y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
limpiasGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Jij/je loutert
Jij/je maakt schoon
Jij/je poetst
Jij/je reinigt
Jij/je snoeit
Jij/je wrijft op
Jij/je zuivert
Louter
Loutere
Netto-
Opgewreven
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
aderezadasAangemaakt
Aangemaakt (sla, saus)
Bereid
Gekruid
Gemaakt
Gemarineerd
Gemarineerde
Gereedgemaakt
Gerepareerd
Hersteld
Toebereid
Verholpen
Versierd
Versteld
Voorbereid
, el aseoBadkamertje
Ik knap op
Ik maak netjes
Ik reinig
Toilet
Wc
de
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
, que poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
enamorandoHet hof makend aan
Verliefd makend
los ojosKijkers
Ogen
de cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
la
mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe
. De entreOp
Uit
Van
el sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
del tamborín y castañetasBramen y fugaDrijf op de vlucht!
Fuga
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft op de
 vlucht
Lek
del baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
un
rumorGemurmel
Geroezemoes
Gerucht
Praatje
que encarecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd duurder
Ik werd duurder
la bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid
y donaire de la gitanilla, y corríanZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten
los
muchachosJongens
Knapen
Knullen
a verlaBekijken
Kijken
Zien
y los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
a mirarlaAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
. PeroDoch
Echter
Maar
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la oyeronZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
cantarZingen,
por serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
la danzaBeweeg je snel!
Dans
Dans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich snel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
cantadaGezongen, ¡allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
elloDat
Het
! AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
Ja
Jawel
Wel
Zich
que cobróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze inde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiende
alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
la famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep
de la
gitanilla, y de comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop
consentimientoBederven
Dulden
Goedkeuring
Goedvinden
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen
de los diputadosAfgevaardigd
Afgevaardigden
Gedelegeerden
Gedeputeerd
Gedeputeerden
Parlementsleden
Tot afgevaardigde gekozen
de la fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit

luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
leHaar
Hem
Het
U
señalaronZij/ze duidden aan
Zij/ze duidden uit
Zij/ze gaven aan
Zij/ze lieten zien
Zij/ze maakten opmerkzaam
Zij/ze merkten op
Zij/ze signaleerden
Zij/ze spreidden tentoon
Zij/ze toonden
Zij/ze vertoonden
Zij/ze wezen
Zij/ze wezen aan
Zij/ze wezen uit
el premioBeloning
Ik bekroon
Ik ken een prijs
 toe
Premie
Prijs
y joyaBijouterie
Juweel
Kleinood
de la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
danzaBeweeg je snel!
Dans
Dans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich snel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
; y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
a
hacerlaDoen
Laten
Maken
en la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
de Santa MaríaSanta maria, delante deVoor
Vóór
la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
de Santa AnaSanta ana,
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
haberBezitting
Hebben
Zijn
bailadoGedanst todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
sonajasBlazenstruik
Europese blazenstruik
, alNaar de
Naar het
son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit
las
cuales, dando enHalend
Inslaand
Rakend
Teisterend
Treffend
redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde
largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
y ligerísimas vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeren
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
, cantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zong el romanceRomaans
Romaanse

siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
:

-ÁrbolBoom
Mast
preciosísimo

que tardó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam tijd om darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
frutoOpbrengst
Vrucht


añosJaren que pudieronZij/ze konden
Zij/ze mochten


cubrirleBedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
de lutoRouw,

y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
los deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten


del consorte purosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaren
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
,

contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting


noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muy bienBest
Heel goed
Prima
segurosAssuranties
Assurantiën
Behouden
Geborgen
Safe
Safes
Veilig
Veilige
Verzekering
Verzekeringen
;

de cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
tardarseTe laat komen

nacióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlook
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd geboren
aquelDat
Die
disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart


que lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg
del temploBedehuis
Godshuis
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Tempel


alNaar de
Naar het
varónGast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Manspersoon
Vent
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
;

santa tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
estérilBar
Barre
Kiemvrij
Kiemvrije
Onvruchtbaar
Onvruchtbare
Steriel
Steriele
Vruchteloos
Vruchteloze
,

que alNaar de
Naar het
caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde
produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp af


todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid


que sustenta el mundoAardrijk
Wereld
;
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de monedaGeldstuk
Mundstuk
Munt
Muntstuk
Penning
,
doDo se forjóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeedde el cuñoMuntstempel
Stempel

que dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op DiosGod
Godheid
la formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze

que comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
;
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
de una hijaDochter
en quienDie
Wie
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
y pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht

mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
DiosGod
Godheid
grandezasGrootsheden
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
cursoBeursnotering
Cursus
Gaan
Gang
Ik behandel
Ik studeer
Ik volg
Koers
Leergang
Leerjaar
Loop
Notering
Prijsnotering
Route
Schooljaar
Tracé
Traject
Verloop
.
Por vosGe
Gij
Je
Jij
y por ellaHaar
Ze
Zij

soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
, AnaAnna
El
, el refugioAsiel
Berghut
Heenkomen
Ik breng in veiligheid
Ik neem op
Ik verleen onderdak aan
Schuilplaats
Toeverlaat
Toevlucht
Toevluchtsoord
Vrijplaats

doDo van porZij/ze gaan halen
Zij/ze halen
remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie

nuestrosOnze
Van ons
infortuniosOngelukken.
En ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
maneraManier
Trant
Wijze
,
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
dudoIk dub
Ik sta in dubio
Ik twijfel
,
sobre elOp de
Op het
NietoKleinzoon, imperioImperium
Keizerrijk
Rijk

pïadoso y justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
.
A serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
comunera
del alcázar sumoIk addeer
Ik begraaf
Ik doe verzinken
Ik nuttig
Ik stop onder water
Ik tel bij
Ik tel op
Ik verstop in de
 grond
,
fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
mil1000
Duizend
parientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten

conDoor
Met
Per
Samen met
vosGe
Gij
Je
Jij
de consunoCon=
Door
Met
Per
Samen met
.
¡QuéWat
Welke
hijaDochter, y quéWat
Welke
nietoKleinzoon,
y quéWat
Welke
yernoSchoonzoon! Al puntoHalf doorbakken
Zo
,
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
justaAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Steekspel
Toernooi
,

cantárades triunfosTriomfen
Troeven
Zegepralen
Zeges
.

PeroDoch
Echter
Maar
vosGe
Gij
Je
Jij
, humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
,

fuistesFui=
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
el estudioBeoefening
Eenkamerflat
Etude
Ik bestudeer
Ik ga school
Ik leer
Ik maak studie van
Ik studeer
Ik studeer in
Onderzoek
Schets
Studie
Studio
Uitoefening


dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
vuestraJullie
Uw
Van jullie
HijaDochter

hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
humildesDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
cursosBeursnoteringen
Cursussen
Gaans
Gangen
Koersen
Leergangen
Leerjaren
Lopen
Noteringen
Prijsnoteringen
Routen
Routes
Schooljaren
Tracés
Trajecten
Verlopen
;

y agora a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
,

a DiosGod
Godheid
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
,

gozáisJullie genieten
Jullie genieten van
Jullie verheugen je in
Jullie verlustigen je in
de la alteza

que apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
barruntoGissen
Ik gis
Ik vermoed
Vermoeden
.

El cantarZingen de PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
admirarBevreemden
Bewonderen
Verbazen
Verwonderen
a cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
la escuchabanZij/ze beluisterden
Zij/ze hoorden aan
Zij/ze hoorden toe
Zij/ze luisterden
Zij/ze luisterden toe
. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n

decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
: ''¡DiosGod
Godheid
teJe
Jou
bendigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegent in
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
Wijdt u in!
Wijdt u!
Zegent u in!
Zegent u!
la muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
!''. OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
: ''¡LástimaDeernis
Jammer
Klacht
Medelijden
Onaangenaamheid
es queDat komt omdat
Want
estaDeze
Dit

mozuela seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
gitana! En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, en verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, que merecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was waardig
Ik kwam toe
Ik verdiende
Ik was waard
Ik was waardig
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
hijaDochter de un granGroot
Grote

señor''. OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
groserosBrutaal
Brutale
Grof
Grove
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Lomperiken
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
, que decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
: ''¡DejenLaat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
 steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Leent u!
Legateert u!
Levert u op!
Staat u toe!
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Vermaakt u!
Vertrouwt u toe!
Verzuimt u!
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
 steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen
crecerAangroeien
Aanwassen
Gedijen
Groeien
Toenemen
Wassen
a la rapaza,
que ellaHaar
Ze
Zij
hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
de las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u
! ¡A feFiducie
Geloof
Vertrouwen
que se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
añudando en ellaHaar
Ze
Zij
gentilAanzienlijk
Aanzienlijke
Aardig
Aardige
Heidens
Heidense
Piekfijn
Piekfijne
Vlot
Vlotte
Voornaam
Voorname
Zwierig
Zwierige
redNet
Netwerk

barredera paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pescarVissen corazonesHarten
Klokhuizen
!'' OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
bastoBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Ik ben genoeg
Ik ben toereikend
Ik ben voldoende
Ik reik toe
Ik voldoe
Ik volsta
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

modorro, viéndola andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ligeraGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
en el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
, leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
: ''¡A elloDat
Het
, hijaDochter, a elloDat
Het
!
¡AndadGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
, amoresAffecties
Grote stekelnoot
Late stekelnoot
Liefden
Liefdes
Minnen
Oeverstekelnoot
Stekelnoot
, y pisadBetreed!
Loop onder de voet!
Prak!
Stamp aan!
Trap in!
Trap op!
Vertrap!
el polvito atán menuditoKlein
Kleine
!'' Y ellaHaar
Ze
Zij
respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van

el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
: ''¡Y pisaréloIk zal aanstampen
Ik zal betreden
Ik zal intrappen
Ik zal onder de
 voet lopen
Ik zal prakken
Ik zal trappen op
Ik zal vertrappen
yoEgo
Ik
atán menudó!''

Acabáronse las vísperasVooravonden y la fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij
de Santa AnaSanta ana, y quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat

cansadaAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
, peroDoch
Echter
Maar
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
celebradaGecelebreerd
Gevierd
Opgedragen
de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
, de agudaAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
y de discretaBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige
y de
bailadora, que a corrillos se hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
dellaDel
Nabla
Van de
Van het
en todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
. De allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
a quince15
Vijftien

díasDagen
Etmalen
, volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Madrid conDoor
Met
Per
Samen met
otrasAnder
Andere
Nog één
tres3
Drie
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
, conDoor
Met
Per
Samen met
sonajasBlazenstruik
Europese blazenstruik
y conDoor
Met
Per
Samen met
un baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans

nuevoNieuw
Nieuwe
, todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
apercebidas de romancesRomaans
Romaanse
y de cantarcillos alegresBlij
Blije
Jij/je verblijdt
Jij/je verheugt
Jij/je verlevendigt
Jij/je viert
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verheugd
Verheugde
Vrolijk
Vrolijke
, peroDoch
Echter
Maar
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

honestosEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
; que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
consentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koesterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens
Ik bedierf
Ik duldde
Ik gaf toe
Ik koesterde
Ik stemde toe
Ik troetelde
Ik vertroetelde
Ik verwende
Ik vond goed
Ik was het eens
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
que las queWie
Zij die
fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm

cantasenZij/ze zongen cantaresJij/je zal zingen descompuestosIn onmin gebracht, niEn niet
Evenmin
Noch
ellaHaar
Ze
Zij
los cantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zong jamásNimmer
Nooit
, y muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
miraronZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe

en elloDat
Het
y la tuvieronZij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
en muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
.

NuncaNimmer
Nooit
se apartabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit de
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
dellaDel
Nabla
Van de
Van het
la gitana viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
, hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ArgosArgos
Argus
, temerosaAngstaanjagend
Angstaanjagende
Angstig
Angstige
Angstwekkend
Angstwekkende
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beangstigend
Beangstigende
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaarlijk
Vervaarlijke
Vreesachtig
Vreesachtige
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se la
despabilasen y traspusiesen; llamábala nietaKleindochter, y ellaHaar
Ze
Zij
la teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
por abuelaGrootmoeder
Oma
.
Pusiéronse a bailarDansen a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
en la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
de ToledoToledo, y de los queWie
Zij die
las veníanZij/ze kwamen
Zij/ze kwamen mee

siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend
se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
un granGroot
Grote
corroGezelschap
Ik hol
Ik loop hard
Ik race
Ik ren
Ik snel
Ik sprint
Kring
; y, en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
que bailabanZij/ze dansten, la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
pedía(Hij) vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om

limosnaAalmoes a los circunstantes, y llovíanZij/ze goten
Zij/ze regenden
en ellaHaar
Ze
Zij
ochavos y cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
piedrasHagels
Stenen

a tablado; que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
la hermosuraSchone vrouw
Schoonheid
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
de despertarOpwekken
Wakker maken
Wakker worden
Wekken
la caridadCaritas
Liefdadigheid
Naastenliefde

dormidaGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen
.

AcabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
:

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
cuatro4
Vier
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
, lesHen
Hun
U
cantaréIk zal zingen un romanceRomaans
Romaanse
yoEgo
Ik
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
, lindísimo en
estremo, que trata deBehandel!
Beijver je!
Bepraat!
Bespreek!
Doe moeite!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijvert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepraat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt
Poog!
Probeer te!
Streef!
Tracht!
Zoek!
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
la ReinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
nuestra señoraOnze lieve vrouwe MargaritaMadeliefje
Margarita
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a misaEucharistieviering
Mis

de paridaBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht
en ValladolidValladolid y fue aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar San LlorenteBejammert u!
Betreurt u!
Beweent u!
Huilt u!
Krijt u!
Schreit u!
Weent u!
Zij/ze bejammeren
Zij/ze betreuren
Zij/ze bewenen
Zij/ze huilen
Zij/ze krijten
Zij/ze schreien
Zij/ze wenen
; dígoles que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
, y
compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling
por un poetaDichter de los del númeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd
del batallónBataljon.

ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
estoDeze
Dit
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
todos los queVan allen en la ruedaHet wiel estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten

dijeron aZij/ze zegden tegen
Zij/ze zeiden tegen
voces:

-Inspraken
Stemgeluiden
Stemmen
¡CántaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zingt
Zing!
, PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, y vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
aquíAlhier
Hier
misMi's
Mijn
cuatro4
Vier
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
!
Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
granizaronZij/ze hagelden sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ellaHaar
Ze
Zij
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
, que la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
manosHanden a
cogerlosPakken. HechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
agostoAugustus
Oogstmaand
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
vendimiaWijnoogst, repicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
susHaar
Hun
Uw
Zijn
sonajasBlazenstruik
Europese blazenstruik

y, alNaar de
Naar het
tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
correntío y loquesco, cantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zong el siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
romanceRomaans
Romaanse
:

-Salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
a misaEucharistieviering
Mis
de paridaBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht

la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
de EuropaEuropa,
en el valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
y en el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam

ricaFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
y admirableBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke
joyaBijouterie
Juweel
Kleinood
.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los ojosKijkers
Ogen
se llevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan overweg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Men brengt
,
se llevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan overweg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Men brengt
las almasGeesten
Gemoederen
Zielen
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

de cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
miranZij/ze bekijken
Zij/ze blikken
Zij/ze blikken aan
Zij/ze kijken
Zij/ze kijken aan
Zij/ze kijken naar
Zij/ze kijken toe
Zij/ze schouwen
Zij/ze werpen een blik
Zij/ze werpen een blik
 op
Zij/ze zien toe
y admiranZij/ze bevreemden
Zij/ze bewonderen
Zij/ze verbazen
Zij/ze verwonderen

suHaar
Hun
Uw
Zijn
devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
pompaBlaas
Luister
Praal
Pracht
Vertoon
.
Y, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde

del cieloHemel
Lucht
en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
,
a un ladoOpzij! lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
el solSol
Zon
de AustriaOostenrijk,
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, la tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
AuroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren
.
A susHaar
Hun
Uw
Zijn
espaldasRuggen leHaar
Hem
Het
U
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!

un Lucero que a deshora
salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
, la nocheAvond
Nacht
del díaDag
Etmaal

que el cieloHemel
Lucht
y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
lloranZij/ze bejammeren
Zij/ze betreuren
Zij/ze bewenen
Zij/ze huilen
Zij/ze krijten
Zij/ze schreien
Zij/ze wenen
.
Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
en el cieloHemel
Lucht
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren


que lucientes carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens
formanZij/ze formeren
Zij/ze gaan aan
Zij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
Zij/ze vormen
,
en otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
carrosHandkarren
Karren
Karretjes
Wagens
suHaar
Hun
Uw
Zijn
cieloHemel
Lucht

vivasJij/je leeft
Jij/je woont
Levend
Levende
Levendig
Levendige
estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren
adornanZij/ze decoreren
Zij/ze dossen uit
Zij/ze sieren
Zij/ze sieren op
Zij/ze tooien
Zij/ze versieren
.
AquíAlhier
Hier
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
SaturnoSaturnus
la barba puleBoen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze polijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoet
Poets!
Polijst!
Schuur!
Wrijf!
Zoet!
y remoza,
y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tardoIk blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
 iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Late
Vergevorderd
Vergevorderde
, vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
;
que el placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
la gotaDrop
Droppel
Druppel
Jicht
Lik
Podagra
.
El diosGod
Godheid
parlero vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
en lenguasCynoglossidae
Hondstongen
Scharren
Talen
Tongen

lisonjeras y amorosasLiefdes-,
y CupidoAmor
Cupido
en cifrasAfkortingen
Cijfers
Geheimschriften
Jij/je becijfert
Jij/je codeert
Jij/je geeft notaties door
 cijfers aan
Jij/je versleutelt
Jij/je wijst door cijfers
 aan
Monogrammen
Nummers
variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
,
que rubíesRobijnen y perlasParelen
Parels
bordanZij/ze borduren.
AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
el furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
MarteMars
en la personaMens
Personage
Persoon
curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige

de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de un gallardoFiks
Fikse
Kloek
Kloeke
Levendig
Levendige
Opgewekt
Opgewekte
Voortreffelijk
Voortreffelijke
Vrolijk
Vrolijke
Zwierig
Zwierige
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
,
que de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
se asombraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondert zich
.
Junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
del SolSol
Zon

vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
JúpiterJupiter; que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak

difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
a la privanza
fundadaGebaseerd
Gefundeerd
Gegrond
Gegrondvest
Gesticht
Gevestigd
en prudentesBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
obrasBoekwerken
Geschriften
Jij/je ageert
Jij/je bent bezig
Jij/je doet
Jij/je gaat te werk
Jij/je gaat voort
Jij/je handelt
Jij/je treedt op
Jij/je werkt
Kunstwerken
Oeuvres
Opera
Opussen
Pennenvruchten
Werken
Werkzaamheden
.
VaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
la LunaMaan
Ruit
Staande spiegel
en las mejillasKonen
Wangen

de una y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
diosaGodin;
VenusVenus
Venusschelp
Venusschelpen
castaEerbaar
Eerbare
Kaste
Kuis
Kuise
Rein
Reine
Zedig
Zedige
, en la bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid

de las queWie
Zij die
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
cieloHemel
Lucht
formanZij/ze formeren
Zij/ze gaan aan
Zij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
Zij/ze vormen
.
Pequeñuelos GanimedesGanymedes

cruzanZij/ze doorkruisen
Zij/ze kruisen
Zij/ze steken over
, van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
, vuelvenZij/ze draaien
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze gaan terug
Zij/ze gaan weer
Zij/ze keren
Zij/ze keren terug
Zij/ze keren weder
Zij/ze komen terug
Zij/ze komen weder
Zij/ze komen weerom
Zij/ze lopen terug
Zij/ze trekken terug
Zij/ze wenden
Zij/ze wentelen
Zij/ze zwenken
y tornanZij/ze brengen in de
 oorspronkelijke staat terug
Zij/ze gaan terug
Zij/ze geven terug
Zij/ze keren terug
Zij/ze zenden terug

por el cintoOmsloten tachonado
de estaDeze
Dit
esferaBal
Bol
Gebied
Kerstbal
Kloot
Kogel
Omgeving
Sfeer
milagrosaWonderlijk
Wonderlijke
.
Y, para queOpdat
Zodat
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
admireBevreemdt u!
Bewondert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewondert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondert
Ik bevreemd
Ik bewonder
Ik verbaas
Ik verwonder
Verbaast u!
Verwondert u!

y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
asombreBevreemdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondert
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Verbaast u!
Verwondert u!
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak

que de liberalLiberaal
Liberale
Vrij
Vrije
Vrijzinnig
Vrijzinnige
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pase(Het) gaat over
Brengt u door!
Gaat u langs!
Gaat u over!
Gaat u voorbij!
Gebeurt u!
Geeft u aan!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Komt u langs!
Komt u om!
Komt u verder!
Laat u door!
Overkomt u!
Passeert u!
Reikt u aan!
Steekt u over!
Verdrijft u!
Vergaat u!
Verloopt u!
Verstrijkt u!

hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el estremo de pródigaVerspillend
Verspillende
.
MilánMilaan conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
ricasFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
telasLijnwaden
Linnens
Stoffen
Weefselen
Weefsels

allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
en vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
;
las IndiasBlauw
Blauwe
Indiaans
Indiaanse
Indisch
Indische
Indië
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
diamantesDiamanten,
y ArabiaArabisch schiereiland
Arabië
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
aromasAroma's
Boeketten
Geuren
.
ConDoor
Met
Per
Samen met
los malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
intencionadosBedoeld
Bedoelde
Overwogen

vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
la envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst
mordedora,
y la bondadGoedheid en los pechosBoezems
Borsten

de la lealtadTrouw españolaIberische
Spaans
Spaanse
.
La alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
universalAlgemeen
Algemene
Universeel
Universele
,
huyendo deVluchtend voor la congojaAngst
Droefenis
Nood
Smart
Verdriet
Vertwijfeling
,
callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten
y plazasPleinen
Zitplaatsen
discurreBedenk!
Bekokstoof!
Denk uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekokstooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kient uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzint
Kien uit!
Verzin!
,
descompuestaIn onmin gebracht y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
locaDol
Dolzinnig
Dolzinnige
Dolle
Gek
Gekke
Krankzinnig
Krankzinnige
Stapel
Stapele
Uitzinnig
Uitzinnige
Waanzinnig
Waanzinnige
.
A mil1000
Duizend
mudasJij/je verandert
Jij/je vermaakt
Jij/je wisselt
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme
Vervellingen
bendicionesZegens
abreBegin!
Doe open!
Graveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Maak open!
Open!
el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
,
y repitenZij/ze herhalen
Zij/ze nemen door
Zij/ze zeggen na
Zij/ze zeggen nog eens
los muchachosJongens
Knapen
Knullen

lo queDat wat
Wat
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
entonanZij/ze heffen een lied
 aan
Zij/ze zetten in
.
CuálWat
Welk
Welke
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
: ''Fecunda vidDruif
Druivenblad
Europese wijnstok
Stam van een wijnstok
Wijnstok
Wingerd
,

creceGedij!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Neem toe!
Was aan!
Was!
, sube(Het) rijst
Beklim!
Bestijg!
Breng naar boven!
Draag naar boven!
Ga naar boven!
Ga omhoog!
Ga op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Klim!
Kom op!
Rijs!
Sta op!
Stap in de trein!
Stap in!
Stijg!
Verrijs!
Was!
, abrazaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Omarm!
Omhels!
Omvadem!
y toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!

el olmoGladde iep
Iep
Olm
felice tuyoVan jou
que mil1000
Duizend
siglosEeuwen teJe
Jou
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
de tiJe
Jou
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
,
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
de EspañaSpanje y honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
,
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
arrimoIk breng naderbij de la IglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
,
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering
de Mahoma''.
OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één
lenguaSchar
Taal
Tong
clamaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept heftig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Roep heftig!
Roep om!
Schreeuw!
y dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
:
''Vivas, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
palomaDuif
Houtduif
Ringduif
Woudduif
!,
que nos(Aan) ons
Ons
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
por críasJij/je fokt
Jij/je fokt op
Jij/je voedt op

águilasAdelaars
Arenden
de dos2
Do's
Twee
Tweede
coronasCorona's
Jij/je bekroont
Jij/je kroont
Koningskronen
Kransen
Kronen
,
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
ahuyentar de los airesAir
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Luchten
Uiterlijk
Uitzicht

las de rapiña furiosasDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
;
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cubrirBedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
alasVlerken
Vleugelen
Vleugels

a las virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden
medrosas''.
OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één
, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
discretaBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige
y graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
,
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
agudaAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige

dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
, vertiendoGietend
Ingietend
Inschenkend
Plengend
Schenkend
Stortend
Strooiend
Vergietend
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde

por los ojosKijkers
Ogen
y la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
:
''Esta perlaParel que nos(Aan) ons
Ons
disteJij/je bracht op
Jij/je bracht toe
Jij/je gaf
Jij/je gaf aan
Jij/je kende toe
Jij/je verleende
,
nácarHammossel
Paarlemoer
Parelmoer
de AustriaOostenrijk, únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
y solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
,
¡quéWat
Welke
de máquinasMachines que rompeBreek af!
Breek door!
Breek stuk!
Breek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Maak kapot!
Schend!
Verbreek!
!,
¡quéWat
Welke
[de] disignios que cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie!
!,
¡quéWat
Welke
de esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen
que infundeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat trekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Laat trekken!
Trek af!
Zet!
!,

¡quéWat
Welke
de deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
lograBehaal!
Bereik!
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt erin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt klaar
Kom door!
Reik tot!
Slaag erin!
Slaag in!
Slaag voor!
Slaag!
Speel klaar!
!,
¡quéWat
Welke
de temoresAngsten
Beduchtheden
Vrezen
aumenta(Het) neemt toe
Doe toenemen!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt sterker
Neem toe!
Stijg!
Vergroot!
Verhoog!
Vermeerder!
Wakker aan!
Word sterker!
!,
¡quéWat
Welke
de preñadosZwanger
Zwangere
abortaAborteer!
Beval ontijdig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aborteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt ontijdig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt een miskraam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mislukt
Krijg een miskraam!
Misluk!
!''
En estoDeze
Dit
, se llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
alNaar de
Naar het
temploBedehuis
Godshuis
Ik hard
Ik kom op temperatuur
Ik matig me
Ik staal
Ik stem
Ik temper
Tempel

del FénixFeniks
Phoenix
santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
que en RomaRome
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
abrasadoAbra=
Baai
Begint u!
Bocht
Doet u open!
Graveert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent
Ik begin
Ik doe open
Ik graveer
Ik maak open
Ik open
Inham
Kreek
Maakt u open!
Opent u!
, y quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige

en la famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep
y en la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
.
A la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
de la vidaHachje
Leven
,
a la del cieloHemel
Lucht
SeñoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
,
a la queDat
Die
Wie
Zij die
por serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige

las estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren
pisaAanstampen
Betreden
Betreed!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt onder de
 voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stampt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrapt
Intrappen
Loop onder de voet!
Pisa
Prak!
Stamp aan!
Trap in!
Trap op!
Vertrap!
Vertrappen
agora,
a la MadreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y VirgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
,
a la HijaDochter y a la EsposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw

de DiosGod
Godheid
, hincadaGedaan steunen
Gestoken
Gezet
de hinojosVenkelknollen
Venkelzaden
,
MargaritaMadeliefje
Margarita
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
razonaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redeneert
Redeneer!
:
''Lo que meMe
Mij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
teJe
Jou
doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
,
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
dadivosaMild
Milde
;
que a doDo falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
tuyoVan jou,
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
la miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid
sobra(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref!
.
Las primiciasEerstelingen de misMi's
Mijn
frutosOpbrengsten
Vruchten

teJe
Jou
ofrezcoIk bied
Ik bied aan
Ik bied te koop
 aan
Ik draag voor
Ik loof uit
Ik sla voor
Ik stel voor
, VirgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere
hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
:
talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
 as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
cuales sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
las miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
,
recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer!
, amparaBescherm!
Beschut!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschut
y mejora(Het) verbetert
Beterschap
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt beter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Maak beter!
Opgaande lijn
Overtref!
Verbeter!
Verbetering
Veredel!
Veredeling
Vooruitgang
.
A suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
teJe
Jou
encomiendoIk beveel aan
Ik draag op
,

que, humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
AtlanteAtlant
Atlas
Telamon
, se encorvaBuig door!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om

alNaar de
Naar het
pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
de tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
reinosKoninkrijken
Rijken
Staten

y de climasKlimaten tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
remotasOnwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijke
Ver
Verre
.
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
que el corazónHart
Klokhuis
del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst

en las manosDe handen de DiosGod
Godheid
moraBraam
Gewone braam
Moerbei
Zwarte moerbei
Zwarte moerbezie
,
y Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
que puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
conDoor
Met
Per
Samen met
DiosGod
Godheid

cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
piadosa''.
AcabadaAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Besloten
Beëindigd
Gereed
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
estaDeze
Dit
oraciónBede
Oratie
Rede
Redevoering
Smeekbede
Speech
,
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
entonanZij/ze heffen een lied
 aan
Zij/ze zetten in

himnosHymnen
Hymnes
Kerkgezangen
Volksliederen
y vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
que muestranZij/ze laten zien
Zij/ze spreiden tentoon
Zij/ze tonen
Zij/ze vertonen
Zij/ze wijzen
Zij/ze wijzen uit

que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
la GloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
.
AcabadosAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerkingen
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd
los oficiosAmbachten
Ambten
Banen
Beroepen
Betrekkingen
Functies
Handwerken
Plaatsen
Stielen
Vakken
Werkkringen

conDoor
Met
Per
Samen met
realesDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Realen
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
ceremoniasCeremonies
Ceremonieën
Ceremoniën
Festiviteiten
Plechtigheden
Plichtplegingen
,
volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
cieloHemel
Lucht

y esferaBal
Bol
Gebied
Kerstbal
Kloot
Kogel
Omgeving
Sfeer
maravillosaMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
.
ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
suHaar
Hun
Uw
Zijn
romanceRomaans
Romaanse
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
del ilustreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze illustreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraanschouwelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlucht
Ik illustreer
Ik veraanschouwelijk
Ik verlucht
Illustreert u!
Veraanschouwelijkt u!
Verlucht u!
auditorioAuditorium
Concertzaal
y graveBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Ik sla aan
Slaat u aan!
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware


senadoSenaat que la oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
, de muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
se formóHet vormde zich una vozInspraak
Stem
Stemgeluid
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
que dijo:
-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
¡TornaBreng in de oorspronkelijke
 staat terug!
Ga terug!
Geef terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in de
 oorspronkelijke staat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt terug
Keer terug!
Zend terug!
a cantarZingen, PreciosicaPrecio=
Prijs
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltaránZij/ze zullen absent zijn
Zij/ze zullen afwezig zijn
Zij/ze zullen ontbreken
Zij/ze zullen schelen
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Kwartiers
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
!
MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de docientas personasMensen
Personages
Personen
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
y escuchandoAanhorend
Beluisterend
Luisterend
Toehorend
Toeluisterend
el cantoIk zing
Zangkunst


de las gitanas, y en la fugaDrijf op de vlucht!
Fuga
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft op de
 vlucht
Lek
dél acertóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ried
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los tinientes de
la villaGemeente
Landhuis
Stad
Villa
Zomerhuis
Zomerhuisje
, y, viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
juntaAaneengevoegd
Bestuur
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Breng bijeen!
Breng samen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet ineen
Ineengezet
Junta
Naad
Pakking
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Stel samen!
Verenig!
Verenigd
Vergadering
Voeg
Voeg aaneen!
Voeg bijeen!
Voeg samen!
Zet ineen!
Zitting
, preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
quéWat
Welke
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
; y fueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
respondidoAansprakelijk geweest
Beantwoord
Geantwoord
Geantwoord op
Gereageerd
Verantwoord
Verantwoordelijk geweest
que
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
escuchandoAanhorend
Beluisterend
Luisterend
Toehorend
Toeluisterend
a la gitanilla hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
, que cantabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zong
Ik zong
. Llegóse(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
el tiniente,
que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
curiosoBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
, y escuchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
un ratoEen poosje
Een tijdje
Eventjes
, y, por noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
gravedadZwaartekracht, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

escuchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
el romanceRomaans
Romaanse
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
; y, habiéndole parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen
por todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
estremo
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
la gitanilla, mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
a un pajePage suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
dijese aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Ik zegde tegen
Ik zei tegen
la gitana viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
que alNaar de
Naar het

anochecerDonker worden fuese aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar
suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
conDoor
Met
Per
Samen met
las gitanillasDuivenkervel
Gewone duivenkervel
, que queríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
que las oyeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond
doñaMevrouw
ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
, suHaar
Hun
Uw
Zijn
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
. Hízolo asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
el pajePage, y la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
que Ja
Jawel
Wel
Zich
iríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich begeven
Ik zou gaan
Ik zou karren
Ik zou lopen
Ik zou me begeven
Ik zou rijden
Ik zou van stapel
 lopen
Ik zou varen
Ik zou verlopen
.

AcabaronZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze gebruikten op
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten op
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze teerden op
Zij/ze verbruikten
Zij/ze verdeden
Zij/ze verklungelden
Zij/ze verkwistten
Zij/ze vermorsten
Zij/ze verspilden
Zij/ze voleindigden
Zij/ze werkten af
Zij/ze werkten uit
el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
y el cantoIk zing
Zangkunst
, y mudaronZij/ze veranderden
Zij/ze vermaakten
Zij/ze wisselden
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
; y en estoDeze
Dit
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
un pajePage muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
aderezadoAangemaakt
Aangemaakt (sla, saus)
Bereid
Gekruid
Gemaakt
Gemarineerd
Gemarineerde
Gereedgemaakt
Gerepareerd
Hersteld
Toebereid
Verholpen
Versierd
Versteld
Voorbereid
a PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, y, dándoleHet gevend un papelEen papier dobladoDoorgebogen
Dubbel gevouwen
Dubbelgevouwen
Gebogen
Gekromd
Geplooid
Gevouwen
Kromgebogen
Nagesynchroniseerd
Omgebogen
Omgevouwen
Verbogen
Verdubbeld
Verdubbelde
, leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-Preciosica, cantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zingt
Zing!
el romanceRomaans
Romaanse
que aquíAlhier
Hier
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, y yoEgo
Ik
teJe
Jou

daréIk zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
de cuando en cuandoAf en toe
Bij tijd en wijlen
Bij wijlen
Nu en dan
Van tijd tot tijd
, conDoor
Met
Per
Samen met
que cobresJij/je int
Jij/je ontvangt
Jij/je verdient
famaBefaamdheid
Beroemdheid
Faam
Glorie
Lof
Mare
Naam
Reputatie
Roem
Roep
de la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever

romancera del mundoAardrijk
Wereld
.

-EsoDat
Die
Zulks
aprenderéIk zal aanleren
Ik zal leren
yoEgo
Ik
de muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-; y mireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
 op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
 op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe!
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
,
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me dejeIk geef me over
Ik verwaarloos me
Ik wijd me aan
 iets
Ik word terneergeslagen
de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
los romancesRomaans
Romaanse
que dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
, conDoor
Met
Per
Samen met
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde
que seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

honestosEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
quisiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beminnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liefhebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal willen
Ik zal beminnen
Ik zal houden van
Ik zal liefhebben
Ik zal willen
que se los pagueBetaalt u uit!
Betaalt u!
Dokt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Ik betaal
Ik betaal uit
Ik dok
Ik keer uit
Ik stort
Ik voldoe
Keert u uit!
Stort u!
Voldoet u!
, concertémonos por docenasDozijnen, y
docenaDozijn cantadaGezongen y docenaDozijn pagadaBetaald
Gedokt
Gestort
Uitbetaald
Uitgekeerd
Voldaan
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
pensarDenken que leHaar
Hem
Het
U
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
de pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen

adelantadoBespoedigd
Geaccelereerd
Geleend
Gepasseerd
Ingehaald
Teruggezet
Uitgeleend
Uitgeschoven
Uitgestoken
Verbeterd
Veredeld
Verhaast
Vermeerderd
Versneld
Vervroegd
Voorbijgereden
Voorbijgevaren
Voorgegaan
Voorgelopen
Voorgeschoten
Vooruitbetaald
Vooruitgezet
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
pensarDenken loDe
Hem
Het
U
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
.

-ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
papelPapier
Rol
, siquieraAlthans, que me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
PreciosicaPrecio=
Prijs
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el pajePage-, estaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten

contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
; y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, que el romanceRomaans
Romaanse
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
saliereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal buitengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal er mee
 weg komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar buiten
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal op weg
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uittreden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschijnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegrijden
Ik zal afrijden
Ik zal buitengaan
Ik zal er mee
 weg komen
Ik zal naar buiten
 gaan
Ik zal op weg
 gaan
Ik zal opstappen
Ik zal starten
Ik zal tijgen
Ik zal uitgaan
Ik zal uitkomen
Ik zal uitlopen
Ik zal uitrijden
Ik zal uitstappen
Ik zal uitstijgen
Ik zal uittreden
Ik zal uitvaren
Ik zal verschijnen
Ik zal vertrekken
Ik zal weggaan
Ik zal wegrijden
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
y honestoEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de
entrar en cuentaIn aanmerking komen
Meetellen
.

-A la míaVan mij quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
 bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt
el escogerlosKiezen
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
.

Y conDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
, se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich
la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
, y desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
una rejaAfrastering
Afsluiting
Barrière
Heining
Hek
Rooster
Traliehek
Versperring
llamaronZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n

caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
a las gitanas. AsomóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon zich te
 vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde voor een
 opening
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
a la rejaAfrastering
Afsluiting
Barrière
Heining
Hek
Rooster
Traliehek
Versperring
, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
, y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
en
una salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
muy bienBest
Heel goed
Prima
aderezadaAangemaakt
Aangemaakt (sla, saus)
Bereid
Gekruid
Gemaakt
Gemarineerd
Gemarineerde
Gereedgemaakt
Gerepareerd
Hersteld
Toebereid
Verholpen
Versierd
Versteld
Voorbereid
y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
que, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n

paseándose y otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
jugandoSpelend
Uitvoerend
Voorspelend
a diversosMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
juegosSpelen
Spelletjes
, se entretenían.

-Zij/ze amuseerden
Zij/ze onderhielden
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vrolijkten op
¿Quiérenme darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
baratoGoedkoop
Goedkope
, cenores? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
(que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
gitana, hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak

ceceoso, y estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
artificioFoefje
Kneep
Kunstgreep
Streek
Stunt
Toer
Truc
en ellasHen
Ze
Zij
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
).

A la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
y a suHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
, dejaronZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden
los queWie
Zij die
jugabanZij/ze speelden
Zij/ze speelden voor
Zij/ze voerden uit
el juegoDe speling y el
paseoAvenue
Boulevard
Ik ben aan de
 wandel
Ik loop
Ik tippel
Ik wandel
Lopen
Ommetje
Promenade
Tippelen
Wandeldek
Wandeldreef
Wandelen
Wandeling
Wandelplaats
Wandelweg
los paseantesWandelaars; y los unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
y los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
acudieron aZij/ze deden een beroep
 op
la rejaAfrastering
Afsluiting
Barrière
Heining
Hek
Rooster
Traliehek
Versperring
por verlaBekijken
Kijken
Zien
, que
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast
noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
dellaDel
Nabla
Van de
Van het
, y dijeron(Zij) zeiden
Zij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
:

-EntrenGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Zij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
, entrenGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Zij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
las gitanillasDuivenkervel
Gewone duivenkervel
, que aquíAlhier
Hier
lesHen
Hun
U
daremosWij zullen geven
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen geven
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen toebrengen
Wij/we zullen toekennen
Wij/we zullen verlenen
baratoGoedkoop
Goedkope
.

-CaroDierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Geacht
Geachte
Geliefd
Geliefde
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
elloDat
Het
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
- siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
nos(Aan) ons
Ons
pellizcacen.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, a feFiducie
Geloof
Vertrouwen
de caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
-; bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
, niñaKind
Meisje
Wicht
, seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
,
que nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
teJe
Jou
tocaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aankomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanraken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanroeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanzitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beroeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kleppen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal klinken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toucheren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorspelen
a la viraDraai!
Fixeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fixeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Wend!
de tuJe
Jouw
zapatoSchoen; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, por el hábitoGebruik
Gewoonte
Habitus
Usance
que traigoIk bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
en el
pechoBoezem
Borst
.

Y púsose la manoDe hand sobre unoOp een de CalatravaCalatrava.

-SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
, PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
una de las tres3
Drie
gitanillasDuivenkervel
Gewone duivenkervel
que iban(Ze) gingen
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gingen
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
conDoor
Met
Per
Samen met

ellaHaar
Ze
Zij
-, entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
en horaTijd
Uur
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
; que yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
piensoIk denk entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
adondeWaar
Waarheen
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele

hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.

-MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
, Cristina -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-: de lo queDat wat
Wat
te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand
de guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
y a solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
de tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
el serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere

quitaDoe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Krijg uit!
Laat weg!
Leg af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af!
el miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
y el receloAchterdocht
Argwaan
Ik vermoed
Ik wantrouw
Verdenking
Vermoeden
Wantrouwen
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
ofendidasBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
. AdvierteBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwt
Merk op!
Merk!
Neem waar!
Waarschuw!
, Cristinica, y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere

de una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
: que la mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
que se determinaBepaal nauwkeurig!
Bepaal!
Determineer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze determineert
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
honradaBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
un ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht


de soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
loDe
Hem
Het
U
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
. VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
es queDat komt omdat
Want
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
huir deVluchten voor las ocasionesAanleidingen
Gelegenheden
Gevaren
Jij/je belegt
Jij/je berokkent
Jij/je brengt teweeg
Jij/je doet aan
Jij/je houdt
Jij/je richt aan
Jij/je schrijft uit
Jij/je sticht
Jij/je veroorzaakt
Omstandigheden
Oorzaken
,
peroDoch
Echter
Maar
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren
las secretasClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Jij/je scheidt af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
de las públicasAlgemeen
Algemeen bekend
Algemene
Gemeen
Gemene
Openbaar
Openbare
Publiek
Publieke
.

-EntremosLaten we binnengaan
Laten we binnenkomen
Laten we binnenlopen
Laten we binnenrijden
Laten we ingaan
Laten we inkomen
Laten we inrijden
Laten we naar binnen
 gaan
Wij/we gaan binnen
Wij/we gaan in
Wij/we gaan naar binnen
Wij/we komen binnen
Wij/we komen in
Wij/we lopen binnen
Wij/we rijden binnen
Wij/we rijden in
, PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Cristina-, que Ge
Gij
Je
Jij
sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un sabioLeerzaam
Leerzame
.
AnimólasHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze animeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezielde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moedigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monterde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze porde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrolijkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
la gitana viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
, y entraronZij/ze gingen binnen
Zij/ze gingen in
Zij/ze gingen naar binnen
Zij/ze kwamen binnen
Zij/ze kwamen in
Zij/ze liepen binnen
Zij/ze reden binnen
Zij/ze reden in
; y apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer

el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
del hábitoGebruik
Gewoonte
Habitus
Usance
vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
el papelHet papier que traíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
en el senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
, y llegándose a ellaHaar
Ze
Zij
se
leHaar
Hem
Het
U
tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Preciosa:

-Kostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
¡Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
leHaar
Hem
Het
U
tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u!
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un romanceRomaans
Romaanse
que meMe
Mij
acabanZij/ze besluiten
Zij/ze beëindigen
Zij/ze eindigen
Zij/ze gebruiken op
Zij/ze maken af
Zij/ze maken op
Zij/ze maken uit
Zij/ze sluiten af
Zij/ze teren op
Zij/ze verbruiken
Zij/ze verdoen
Zij/ze verklungelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vermorsen
Zij/ze verspillen
Zij/ze voleindigen
Zij/ze werken af
Zij/ze werken uit
de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
,
que aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
leídoBelezen
Gelezen
!

-Y ¿sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
Ge
Gij
Je
Jij
leerLezen, hijaDochter? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
.
-Y escribirComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
la viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
-; que a miMi
Mijn
nietaKleindochter helaBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
yoEgo
Ik
como siAlsof fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg

hijaDochter de un letradoAdvocaat
Juridisch adviseur
Jurist
.

AbrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
el papelHet papier y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
dél un escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord
de oroE175
Goud
Ik bid
, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-En verdadEigenlijk
Immers
In waarheid
Waarlijk
, PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, que traeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee!
estaDeze
Dit
cartaBrief
Charter
Epistel
Handvest
Kaart
Menukaart
Missive
Schrijven
Vrachtcontract
el porteApporteert u!
Fatsoen
Gedrag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze apporteert
Hoge afkomst
Houding
Ik apporteer
Inhoud
Laadruimte
Port
Porto
Vervoer
Vracht
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
; tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord

que en el romanceRomaans
Romaanse
viene.
-(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
¡BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
! -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-, que meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tratado deBehandeld
Bepraat
Besproken
Gepoogd
Geprobeerd te
Gestreefd
Getracht
Gezocht
Moeite gedaan
Zich beijverd
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
el poetaDichter, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
que

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
milagroMirakel
Wonder
darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
a Me
Mij
un poetaDichter un escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord
que yoEgo
Ik
recebirle; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
conDoor
Met
Per
Samen met
estaDeze
Dit

añadidura hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de venirKomen
Meekomen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
romancesRomaans
Romaanse
, trasladeBrengt u over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet om
Ik breng over
Ik plaats over
Ik verleg
Ik verplaats
Ik zet om
Plaatst u over!
Verlegt u!
Verplaatst u!
Zet u om!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el Romancero generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
y
envíemelosDoet u toekomen!
Expedieert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Ik doe toekomen
Ik expedieer
Ik stuur
Ik stuur op
Ik stuur uit
Ik stuur weg
Ik verstuur
Ik verzend
Ik zend
Ik zend af
Ik zend op
Ik zend weg
Stuurt u op!
Stuurt u uit!
Stuurt u weg!
Stuurt u!
Verstuurt u!
Verzendt u!
Zendt u af!
Zendt u op!
Zendt u weg!
Zendt u!
uno a unoÉén voor één, que yoEgo
Ik
lesHen
Hun
U
tentaréIk zal bekoren
Ik zal in verzoeking
 brengen
Ik zal verleiden
Ik zal verlokken
Ik zal verzoeken
el pulsoBeleid
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Pols
Polsslag
Vaste hand
, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
vinierenZij/ze zullen komen
Zij/ze zullen meekomen
duros5-pesetamunten
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
, seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn

yoEgo
Ik
blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u!
en recebillos.

AdmiradosBevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd
quedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
los queWie
Zij die
oíanZij/ze hoorden
Zij/ze vernamen
Zij/ze verstonden
a la gitanica, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
discreciónBescheidenheid
Discretie
Stilzwijgen
Stilzwijgendheid
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
del

donaire conDoor
Met
Per
Samen met
que hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak
.
-LeaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest
Ik lees
Leest u!
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
ellaHaar
Ze
Zij
-, y leaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest
Ik lees
Leest u!
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
; veremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
discretoBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige
eseDat
Die
poetaDichter comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
liberalLiberaal
Liberale
Vrij
Vrije
Vrijzinnig
Vrijzinnige
.

Y el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
:
-Gitanica, que de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon

teJe
Jou
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
parabienes:
por lo queDat wat
Wat
de piedraHagel
Steen
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast

teJe
Jou
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
el mundoAardrijk
Wereld
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
.
Desta verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
meMe
Mij
aseguraAssureer!
Betuig!
Bevestig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Maak vast!
Stel veilig!
Verstevig!
Verzeker!
Zet vast!

estoDeze
Dit
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en tiJe
Jou
verásJe zult zien
Jij/je zal bekijken
Jij/je zal kijken
Jij/je zal zien
;

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se apartanMen zet apart
Zij/ze gaan uit de
 weg
Zij/ze scheiden
Zij/ze trekken zich terug
Zij/ze verwijderen zich
jamásNimmer
Nooit

la esquiveza y la hermosuraSchone vrouw
Schoonheid
.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
subidoBeklommen
Bestegen
Geklommen
Gerezen
Gestegen
Gewassen
In de trein gestapt
Ingestapt
Naar boven gebracht
Naar boven gedragen
Naar boven gegaan
Omhoog gegaan
Opgegaan
Opgekomen
Opgestaan
Opgezwollen
Verrezen

vasJij gaat
Jij/je begeeft je
Jij/je gaat
Jij/je kart
Jij/je loopt
Jij/je loopt van stapel
Jij/je rijdt
Jij/je vaart
Jij/je verloopt
creciendoAangroeiend
Aanwassend
Gedijend
Groeiend
Toenemend
Wassend
en arroganciaArrogantie,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
arriendoIk huur la gananciaAanwinst
Acquisitie
Baat
Behalen
Belang
Buit
Gewin
Profijt
Prooi
Verdienen
Verkrijging
Verwerving
Voordeel
Winnen
Winst

a la edadLeeftijd
Ouderdom
en queWaarin hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
;
que un basiliscoBasilisk
Koningshagedis
Slangdraak
se críaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit op

en tiJe
Jou
, que mateBrengt u om!
Doodt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Ik breng om
Ik dood
Ik maak dood
Ik slacht
Ik slacht af
Maakt u dood!
Mat
Mate
Maté
Schaakmat
Slacht u af!
Slacht u!
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
,
y un imperioImperium
Keizerrijk
Rijk
que, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
,
nos(Aan) ons
Ons
parezca(Het) lijkt
Heeft u het uiterlijk
 van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Ik heb het uiterlijk
 van
Ik kom over
Ik kom voor
Ik lijk
Ik schijn
Ik schijn toe
Ik sta tegenover
Ik vind
Ik zie er uit
Ik zie er uit
 als
Komt u over!
Komt u voor!
Lijkt u!
Schijnt u toe!
Schijnt u!
Staat u tegenover!
Vindt u!
Ziet u er uit
 als!
Ziet u er uit!
tiranía.
EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y aduares,
¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
nacióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlook
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd geboren
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid
?
O ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
crió talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
piezaBonk
Brok
Eindje
Homp
Schaakstuk
Stuk
Stukje

el humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
Manzanares?
Por estoDaarom
Hierom
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde

alNaar de
Naar het
parDuo
Een paar vormend
Even
Koppel
Paar
Span
Stel
Stelletje
Tweetal
del TajoHakbank
Hakblok
Kapblok
Snee
Taag
doradoAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakreel
Plevier
Pluvier
Verguld
Vergulde

y por PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
preciadoGewaardeerd
Kostbaar
Kostbare
Waardevol
Waardevolle

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que el GangesGanges caudaloso.
DicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
la buenaventuraBuenaventura,
y daslaJij geeft
Jij/je brengt op
Jij/je brengt toe
Jij/je geeft
Jij/je geeft aan
Jij/je kent toe
Jij/je verleent
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
contino;
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
van porZij/ze gaan halen
Zij/ze halen
un caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg

tuJe
Jouw
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
y tuJe
Jouw
hermosuraSchone vrouw
Schoonheid
.
PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
en el peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware

de mirarteAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
o contemplarteBeschouwen
Koekeloeren


tuJe
Jouw
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar desculparte,
y tuJe
Jouw
hermosuraSchone vrouw
Schoonheid
a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
.
Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
hechicerasAantrekkelijk
Aantrekkelijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Innemend
Innemende
Verrukkelijk
Verrukkelijke

todas lasAlle de tuJe
Jouw
naciónNatie
Rijk
Staat
Volk
,
peroDoch
Echter
Maar
tusJe
Jouw
hechizosToverspreuken sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
verasPokhouten
Randen
Wallen
Waterkanten
Zomen
;
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
por llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
los despojosResten
de todosAller-
Ieders
cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
teJe
Jou
venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
,
hacesBossen
Bundels
Jij neemt
Jij/je bedrijft
Jij/je brengt uit
Jij/je doet
Jij/je maakt
Jij/je maakt aan
Jij/je richt uit
Jij/je voert uit
, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
niñaKind
Meisje
Wicht
!, que estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!

tusJe
Jouw
hechizosToverspreuken en tusJe
Jouw
ojosKijkers
Ogen
.
En susHaar
Hun
Uw
Zijn
fuerzasJij/je doet geweld aan
Jij/je dwingt
Jij/je forceert
Jij/je noodzaakt
Jij/je randt aan
Jij/je verkracht
Jij/je verplicht
Krachten
Machten
Sterkten
Sterktes
Stevigheden
te adelantasJij/je bent voor
Jij/je gaat vooraf
Jij/je steekt vooruit
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
bailandoDansend nos(Aan) ons
Ons
admirasJij/je bevreemdt
Jij/je bewondert
Jij/je verbaast
Jij/je verwondert
,
y nos(Aan) ons
Ons
matasBosjes
Heesters
Jij/je brengt om
Jij/je doodt
Jij/je maakt dood
Jij/je slacht
Jij/je slacht af
Kreupelbosjes
Mastiekbomen
Stelen
Stengels
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
nos(Aan) ons
Ons
mirasJij/je bekijkt
Jij/je blikt
Jij/je blikt aan
Jij/je kijkt
Jij/je kijkt aan
Jij/je kijkt naar
Jij/je kijkt toe
Jij/je schouwt
Jij/je werpt een blik
Jij/je werpt een blik
 op
Jij/je ziet toe
,
y nos(Aan) ons
Ons
encantasJij/je bekoort
Jij/je bent dol op
Jij/je charmeert
Jij/je vindt geweldig
Jij/je vindt prachtig
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
cantasJij/je zingt.
De cien100
Honderd
mil1000
Duizend
modosKerktoonladders
Manieren
Modaliteiten
Toonaarden
Wijzen
hechizasJij/je begoochelt
Jij/je behekst
Jij/je betovert
Jij/je hekst
Jij/je tovert
:
hablesJij/je converseert
Jij/je praat
Jij/je spreekt
, callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten
, cantesJij/je zingt
Zangen
, miresJij/je bekijkt
Jij/je blikt
Jij/je blikt aan
Jij/je kijkt
Jij/je kijkt aan
Jij/je kijkt naar
Jij/je kijkt toe
Jij/je schouwt
Jij/je werpt een blik
Jij/je werpt een blik
 op
Jij/je ziet toe
;

o te acerquesJij/je bent in aantocht
Jij/je komt dichterbij
Jij/je nadert
, o retiresJij/je haalt uit
Jij/je trekt in
Jij/je trekt terug
Jij/je verwijdert
,
el fuegoVuur de amorAffectie
Liefde
Min
atizas.
Sobre elOp de
Op het
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
esento pechoBoezem
Borst

tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering
y señoríoAmbacht
Domaniaal systeem
Domeinstelsel
Heerlijkheid
Hofstelsel
Mansus-systeem
,
de lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
testigoGetuige el míoMijne
Van mij
,
de tuJe
Jouw
imperioImperium
Keizerrijk
Rijk
satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
.
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
joyaBijouterie
Juweel
Kleinood
de amorAffectie
Liefde
Min
,
estoDeze
Dit
humildemente escribeComponeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze componeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Schep!
Schrijf neer!
Schrijf uit!
Schrijf!


el queDat
Die
Hij die
Wie
por tiJe
Jou
muereGa dood!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmacht
Overlijd!
Sterf!
Verscheid!
Versmacht!
y viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
,

pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige
amador.

-En "pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
" acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
versoDichtregel
Rijmregel
Vers
Versregel
-dijo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
estaDeze
Dit
sazónGunstige gelegenheid
Rijpheid
Smaak
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-: ¡malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
señalSein
Signaal
Spoor
Teken
¡
NuncaNimmer
Nooit
los enamoradosHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
a los principiosAanheffen
Aanvangen
Beginselen
Beginsels
Grondbeginselen
Grondbeginsels
Principes
Voorgerechten
,
a miMi
Mijn
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
, la pobrezaArmoede
Gebrek
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
enemigaTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
del amor.

-Affectie
Liefde
Min
¿QuiénWie teJe
Jou
enseñaBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Instrueer!
Laat zien!
Leer!
Onderwijs!
School!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
esoDat
Die
Zulks
, rapaza? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
uno.

-1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
¿QuiénWie meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de enseñarBijbrengen
Instrueren
Laten zien
Leren
Onderwijzen
Scholen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
? -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
yoEgo
Ik
miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel

en miMi
Mijn
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
quince15
Vijftien
añosJaren? Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
manca, niEn niet
Evenmin
Noch
renca, niEn niet
Evenmin
Noch

estropeadaBedorven
Beschadigd
Defect
Defecte
Gehavend
Gehavende
Geknoeid
Geschaad
Geschonden
Kaduke
Kaduuk
Kapot
Kapotte
Schade aangericht
Stuk
Stuk gemaakt
Stukgemaakt
Stukke
Toegetakeld
Verknoeid
Verpest
del entendimientoBegrip
Denkvermogen
Menselijke rede
Verstand
. Los ingenios de las gitanas van porZij/ze gaan halen
Zij/ze halen
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
norteNoorden
que los de las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
gentesVolken
Volkeren
: siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
se adelantanZij/ze gaan vooraf
Zij/ze steken vooruit
Zij/ze zijn voor
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
añosJaren; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand

gitanoZigeuner necioDol
Dolle
Dom
Domme
Dwaas
Dwaze
Onverstandig
Onverstandige
Zot
Zotte
, niEn niet
Evenmin
Noch
gitana lerda; que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el sustentar suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op!
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

agudosAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
, astutosArglistig
Arglistige
Doortrapt
Doortrapte
Gewiekst
Gewiekste
Listig
Listige
Slim
Slimme
Uitgeslapen
y embusterosBedriegers, despabilan el ingenio a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejanU laat
Zij/ze laten
Zij/ze laten achter
Zij/ze laten begaan
Zij/ze laten in de
 steek
Zij/ze laten los
Zij/ze laten na
Zij/ze laten over
Zij/ze laten schieten
Zij/ze legateren
Zij/ze lenen
Zij/ze leveren op
Zij/ze staan toe
Zij/ze verlaten
Zij/ze verlaten zich van
Zij/ze vermaken
Zij/ze vertrouwen toe
Zij/ze verzuimen

que críeFokt u op!
Fokt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedt op
Ik fok
Ik fok op
Ik voed op
Voedt u op!
mohoSchimmel en ningunaGeen enkel
Geen enkele
maneraManier
Trant
Wijze
. ¿Veen estasDeze
Dezen
muchachasGrieten
Meiden
Meisjes
Wichten
, misMi's
Mijn

compañerasCollega's
Collegae
, que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
callandoVerzwijgend
Zwijgend
y parecen(Zij) lijken op
Zij/ze hebben het uiterlijk
 van
Zij/ze komen over
Zij/ze komen voor
Zij/ze lijken
Zij/ze schijnen
Zij/ze schijnen toe
Zij/ze staan tegenover
Zij/ze vinden
Zij/ze zien er uit
Zij/ze zien er uit
 als
bobasDom
Domme
? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
éntrenlesGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Zij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
el dedoTeen
Vinger

en la bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
y tiéntenlasBekoort u!
Brengt u in verzoeking!
Verleidt u!
Verlokt u!
Verzoekt u!
Zij/ze bekoren
Zij/ze brengen in verzoeking
Zij/ze verleiden
Zij/ze verlokken
Zij/ze verzoeken
las cordales, y veránZij/ze zullen bekijken
Zij/ze zullen kijken
Zij/ze zullen zien
lo queDat wat
Wat
veránZij/ze zullen bekijken
Zij/ze zullen kijken
Zij/ze zullen zien
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht

de doce12
Twaalf
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u!
lo queDat wat
Wat
de veinte20
Twintig
y cinco5
Vijf
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
por maestrosGrootmeesters
Instructeurs
Leraars
Leraren
Maestro's
Meesters
Onderwijzers
y
preceptores alNaar de
Naar het
diabloBoze
Drommel
Duivel
y alNaar de
Naar het
usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
, que lesHen
Hun
U
enseñaBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze instrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderwijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoolt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Instrueer!
Laat zien!
Leer!
Onderwijs!
School!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
en una horaTijd
Uur
lo queDat wat
Wat
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
de
aprenderAanleren
Leren
en un añoJaar.

ConDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
que la gitanilla decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
suspensosAfgeslagen
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Onderbroken
Verworpen
a los oyentes, y los queWie
Zij die

jugabanZij/ze speelden
Zij/ze speelden voor
Zij/ze voerden uit
leHaar
Hem
Het
U
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
baratoGoedkoop
Goedkope
, y aunKattenklauw
Nog
Zelfs
los queWie
Zij die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
jugabanZij/ze speelden
Zij/ze speelden voor
Zij/ze voerden uit
. CogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
la hucha de la
viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
treinta30
Dertig
realesDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Realen
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
, y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ricaFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
que una PascuaKerstster
Pasen
Poinsettia
de FloresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
,
antecogió susHaar
Hun
Uw
Zijn
corderas y fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
en casaIn huis
Thuis
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tenienteLuitenant, quedandoAfsprekend
Blijvend
In een bepaalde toestand
 rakend
Overhoudend
Passend
Staand
Zich bevindend
Zijnd
que
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
díaDag
Etmaal
volveríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou draaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou keren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omdraaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ronddraaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou teruggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou teruglopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugtrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wederkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wederkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weer gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weeromkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wentelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zwenken
Ik zou draaien
Ik zou keren
Ik zou omdraaien
Ik zou ronddraaien
Ik zou teruggaan
Ik zou terugkeren
Ik zou terugkomen
Ik zou teruglopen
Ik zou terugtrekken
Ik zou wederkeren
Ik zou wederkomen
Ik zou weer gaan
Ik zou weeromkomen
Ik zou wenden
Ik zou wentelen
Ik zou zwenken
conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manadaBende
Gelopen
Gestroomd
Gevloeid
Gevloten
Kudde
a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane
aque-llos tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
liberalesLiberaal
Liberale
Vrij
Vrije
Vrijzinnig
Vrijzinnige

señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
.

YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
avisoAdviesjacht
Bekendmaking
Bericht
Ik meld
Ik waarschuw
Kennisgeving
Mare
Tijding
Verwittiging
Waarschuwing
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
doñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
, mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tenienteLuitenant, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren

de ir aGaan naar suHaar
Hun
Uw
Zijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
las gitanillasDuivenkervel
Gewone duivenkervel
, y estábalas esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
de mayoBloeimaand
Mei

ellaHaar
Ze
Zij
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
doncellasSoubrettes y dueñasEigenaressen
Meesteressen
, conDoor
Met
Per
Samen met
las de otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
vecinaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouw
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, que todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

se juntaronZij/ze kwamen samen
Zij/ze sloten aan
Zij/ze sloten zich aaneen
Zij/ze verenigden zich
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
verBekijken
Kijken
Zien
a PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
. Y apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
hubieronZij/ze hadden
Zij/ze waren
entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan
las gitanas,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
resplandecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
de una antorchaFakkel
Flambouw
Toorts

entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
otrasAnder
Andere
Nog één
lucesJij/je blinkt
Jij/je glanst
Jij/je schijnt
Jij/je schittert
Kozijnen
Lichten
Schietgaten
Schijnsels
Vensternissen
Verlichtingen
menoresJonger
Jongere
Jongeren
Jongsten
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
. Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, corrieronZij/ze holden
Zij/ze liepen hard
Zij/ze raceten
Zij/ze renden
Zij/ze snelden
Zij/ze sprintten
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
a ellaHaar
Ze
Zij
: unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
la abrazabanZij/ze omarmden
Zij/ze omhelsden
Zij/ze omvademden
,
otrasAnder
Andere
Nog één
la mirabanZij/ze bekeken
Zij/ze blikten
Zij/ze blikten aan
Zij/ze keken
Zij/ze keken aan
Zij/ze keken naar
Zij/ze keken toe
Zij/ze schouwden
Zij/ze wierpen een blik
Zij/ze wierpen een blik
 op
Zij/ze zagen toe
, éstasDeze la bendecíanZij/ze wijdden
Zij/ze wijdden in
Zij/ze zegenden
Zij/ze zegenden in
, aquéllasDie la alababanZij/ze loofden
Zij/ze prezen
Zij/ze roemden
Zij/ze zwaaiden lof toe
. DoñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere

decía:

-(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
¡ÉsteDeze
Dit
Ja
Jawel
Wel
Zich
que se puedeMen kan decirOpgeven
Spreken
Zeggen
cabelloHaar de oroE175
Goud
Ik bid
! ¡ÉstosDeze Ja
Jawel
Wel
Zich
que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
ojosKijkers
Ogen
de
esmeraldasEsmeraldas
Smaragden
!

La señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vecinaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouw
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
la desmenuzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rafelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkruimelde
Ik rafelde uit
Ik verbrokkelde
Ik verkruimelde
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, y hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
pepitoria de todosAller-
Ieders
susHaar
Hun
Uw
Zijn

miembrosLedematen
Leden
Lidmaten
y coyunturasConjuncturen. Y, llegandoAangevend
Aankomend
Aanlandend
Aanreikend
Arriverend
Doorbrengend
Reikend
Verdrijvend
a alabarLof toezwaaien
Loven
Prijzen
Roemen
un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put
que PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle

teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
en la barba, dijo:

-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, quéWat
Welke
hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put
! En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de tropezarStruikelen cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
ojosKijkers
Ogen
leHaar
Hem
Het
U
mirarenZij/ze zullen aanblikken
Zij/ze zullen aankijken
Zij/ze zullen bekijken
Zij/ze zullen blikken
Zij/ze zullen een blik
 werpen
Zij/ze zullen een blik
 werpen op
Zij/ze zullen kijken
Zij/ze zullen kijken naar
Zij/ze zullen schouwen
Zij/ze zullen toekijken
Zij/ze zullen toezien
.

OyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
estoDeze
Dit
un escuderoSchildknaap de brazoArm de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
doñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
, que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
, de
luenga barba y largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
añosJaren, y dijo:

-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
¿ÉseDat
Die
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
vuesa mercedGenade
Merced
hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
míaVan mij? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yoEgo
Ik
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
de hoyosGaten
Holen
Holten
Holtes
Kuilen
Putten
, o
éseDat
Die
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
hoyoGat
Hol
Holte
Kuil
Put
, sinoDoch
Echter
Maar
sepulturaBegrafenis
Begraven
Graf
Grafkuil
Grafstede
Teraardebestelling
de deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten
vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige
. ¡Por DiosGod
Godheid
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
lindaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la
gitanilla que hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
de plataE174
Zilver
o de alcorza noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
! ¿SabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
la
buenaventuraBuenaventura, niñaKind
Meisje
Wicht
?

-De tres3
Drie
o cuatro4
Vier
manerasManier
Manieren
Trant
Wijze
Wijzen
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Preciosa.

-Kostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
¿Y esoDat
Die
Zulks
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
doñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
-. Por vidaHachje
Leven
del tiniente, miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, que meMe
Mij
la
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
de decirOpgeven
Spreken
Zeggen
, niñaKind
Meisje
Wicht
de oroE175
Goud
Ik bid
, y niñaKind
Meisje
Wicht
de plataE174
Zilver
, y niñaKind
Meisje
Wicht
de perlasParelen
Parels
, y niñaKind
Meisje
Wicht
de
carbuncosMiltvuren, y niñaKind
Meisje
Wicht
del cieloHemel
Lucht
, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
.

-Denle(Zij) geven
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Kent u toe!
Verleent u!
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
, denle(Zij) geven
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Kent u toe!
Verleent u!
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
la palmaLa palma de la manoDe hand a la niñaKind
Meisje
Wicht
, y conDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
la
viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
-, y veránZij/ze zullen bekijken
Zij/ze zullen kijken
Zij/ze zullen zien
quéWat
Welke
de cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
lesHen
Hun
U
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
; que sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que un doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
de
melecina.

EchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
a la faldriquera la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
tenienta, y hallóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
.
PidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
un cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
criadasDienaressen
Dienstboden
Dienstbodes
Dienstmaagden
Dienstmeisjes
Gefokt
Kameniers
Kameniersters
Kamermeisjes
Meiden
Opgefokt
Opgevoed
Soubrettes
, y ningunaGeen enkel
Geen enkele
leHaar
Hem
Het
U
tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
, niEn niet
Evenmin
Noch
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
vecinaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouw
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
tampocoEvenmin
Ook niet
.
Lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
por PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-Todas lasAlle crucesDraagjukken
Jij/je doorkruist
Jij/je kruist
Jij/je steekt over
Jukken
Kruisen
Kruisingen
Kruisjes
Kruispunten
Viersprongen
Wegkruisingen
, en cuantoZodra crucesDraagjukken
Jij/je doorkruist
Jij/je kruist
Jij/je steekt over
Jukken
Kruisen
Kruisingen
Kruisjes
Kruispunten
Viersprongen
Wegkruisingen
, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
; peroDoch
Echter
Maar
las de plataE174
Zilver
o de oroE175
Goud
Ik bid

sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
mejoresBest
Beste
Beter
Betere
Jij/je maakt beter
Jij/je overtreft
Jij/je verbetert
Jij/je veredelt
; y el señalarAanduiden
Aangeven
Aanwijzen
Laten zien
Opmerken
Opmerkzaam maken
Signaleren
Tentoonspreiden
Tonen
Uitduiden
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen
la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
en la palmaLa palma de la manoDe hand conDoor
Met
Per
Samen met
monedaGeldstuk
Mundstuk
Munt
Muntstuk
Penning
de
cobreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze int
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Ik in
Ik ontvang
Ik verdien
Int u!
Koper
Ontvangt u!
Roodkoper
Verdient u!
, sepanKent u!
Smaakt u!
Weet u!
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten
vuesas mercedes que menoscaba la buenaventuraBuenaventura, a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste

la míaVan mij; y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
aficiónHobby
Knutselwerk
Liefhebberij
a hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
conDoor
Met
Per
Samen met
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
escudoBord
Bordje
Escudo
Schild
Uithangbord
de oroE175
Goud
Ik bid
,

o conDoor
Met
Per
Samen met
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
de a ocho8
Acht
, o, por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste
, de a cuatro4
Vier
, que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
los
sacristanesKerkbewaarders
Kosters
Sacristiemeesters
: que cuandoAls
Tijdens
Wanneer
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
ofrendaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze offert op
Offer op!
Offer!
, se regocijanZij/ze genieten
Zij/ze verblijden zich
Zij/ze verheugen zich
Zij/ze zijn blij
.
-Donaire tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
, niñaKind
Meisje
Wicht
, por tuJe
Jouw
vidaHachje
Leven
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
vecinaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buurvrouw
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
.

Y, volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
alNaar de
Naar het
escuderoSchildknaap, leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-VosGe
Gij
Je
Jij
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Contreras, ¿tendréisJullie zullen bijhouden
Jullie zullen erop nahouden
Jullie zullen hebben
Jullie zullen houden
Jullie zullen vasthouden
a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
de a cuatro4
Vier
? DádmeleBreng op!
Breng toe!
Geef
Geef aan!
Geef!
Ken toe!
Verleen!
,
que, en viniendoKomend
Meekomend
el doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus
, miMi
Mijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
, osJe
Jullie
leHaar
Hem
Het
U
volveréIk zal draaien
Ik zal keren
Ik zal omdraaien
Ik zal ronddraaien
Ik zal teruggaan
Ik zal terugkeren
Ik zal terugkomen
Ik zal teruglopen
Ik zal terugtrekken
Ik zal wederkeren
Ik zal wederkomen
Ik zal weer gaan
Ik zal weeromkomen
Ik zal wenden
Ik zal wentelen
Ik zal zwenken
.

-SíJa
Jawel
Wel
Zich
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Contreras-, peroDoch
Echter
Maar
téngole empeñadoBeleend
Geleend tegen een onderpand
Koppig
Koppige
Verpand
en veinte20
Twintig
y dos2
Do's
Twee
Tweede

maravedís que cenéIk at
Ik at 's avonds
Ik dineerde
Ik gebruikte het avondmaal
Ik soupeerde
anocheGisteravond. Dénmelos(Zij) geven
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Kent u toe!
Verleent u!
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
, que yoEgo
Ik
iré porIk zal gaan halen
Ik zal halen
élHem
Hij
en volandas.

-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
un cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
doñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
-, ¿y pedísJullie bedelen
Jullie bestellen
Jullie roepen in
Jullie verlangen
Jullie verzoeken
Jullie vragen
Jullie vragen aan
Jullie vragen om
veinte20
Twintig
y dos2
Do's
Twee
Tweede

maravedís? AndadGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
, Contreras, que siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
fuistesFui=
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
impertinenteAanmatigend
Aanmatigende
Arrogant
Arrogante
Brutaal
Brutale
Impertinent
Impertinente
Onbeschoft
Onbeschofte
.

Una doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
de las presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige
, viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende
la esterilidadBarheid
Vruchteloosheid
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, dijo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen

PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
:

-NiñaKind
Meisje
Wicht
, ¿hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
alNaar de
Naar het
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
conDoor
Met
Per
Samen met
un dedalVingerhoed de plataE174
Zilver
?

-AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-, se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
las crucesLas cruces mejoresBest
Beste
Beter
Betere
Jij/je maakt beter
Jij/je overtreft
Jij/je verbetert
Jij/je veredelt
del mundoAardrijk
Wereld
conDoor
Met
Per
Samen met

dedalesVingerhoeden de plataE174
Zilver
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
.
-Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
yoEgo
Ik
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
la doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
-; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
ésteDeze
Dit
bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
, heleBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
aquíAlhier
Hier
, conDoor
Met
Per
Samen met
condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde


que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de decir aZeggen tegen Me
Mij
la buenaventura.

-Buenaventura
¿Por un dedalVingerhoed tantasZo groot
Zoveel
Zovele
buenasventuras? -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
la gitana viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten
-. NietaKleindochter, acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!


prestoBehendig
Behendige
Bereid
Bereide
Dadelijk
Ik leen
Ik leen uit
Onverwijld
Snel
Snelle
Terstond
Vlug
Vlugge
Voortvarend
Voortvarende
, que se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
nocheAvond
Nacht
.

TomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
el dedalVingerhoed y la manoDe hand de la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
tenienta, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-Hermosita, hermosita,

la de las manosDe handen de plataE174
Zilver
,

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
teJe
Jou
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
tuJe
Jouw
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man


que el ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de las AlpujarrasAlpujarras.

EresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
palomaDuif
Houtduif
Ringduif
Woudduif
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
hielGal,

peroDoch
Echter
Maar
a vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
bravaBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Stoutmoedig
Stoutmoedige


comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
leonaLeeuwin de OránOran,

o comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
tigreOcelot
Tijger
de Ocaña.
PeroDoch
Echter
Maar
en un trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
, en un tris,
el enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid
se teJe
Jou
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
,
y quedasJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je blijft
Jij/je past
Jij/je raakt in een
 bepaalde toestand
Jij/je spreekt af
Jij/je staat
Stil
Stille
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
alfinique,
o comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
cordera mansaGoedaardig
Goedaardige
Mak
Makke
Tam
Tamme
Zachtaardig
Zachtaardige
.
RiñesJij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt ruzie
Jij/je ruziet
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
y comesJij/je bikt
Jij/je eet
Jij/je gebruikt
Jij/je gebruikt het middagmaal
Jij/je luncht
Jij/je nuttigt
Jij/je vreet
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
:
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
celositaCelo=
Ijver
Jaloezie
Plakband
Vlijt
Vuur
andasBaar
Draagbaar
Jij/je gaat
Jij/je gaat te voet
Jij/je gaat voort
Jij/je legt af
Jij/je loopt
Jij/je neemt deel aan
Jij/je wandelt (snel)
Jij/je werkt
;
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
juguetónDartel
Dartele
Speels
Speelse
el tiniente,
y quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
arrimarNaderbij brengen la varaBaar
Gard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt aan de
 grond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strandt
Loop aan de grond!
Loop vast!
Paal
Pijp
Roede
Schacht
Spijl
Spitsroede
Stang
Stokje
Strand!
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
doncellaKwabaal
Regenbooglipvis
Soubrette
, teJe
Jou
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou

uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
;

que malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
los terceros3e
Derde
,
que los gustosGenoegens
Lusten
Smaken
desbaratanZij/ze belemmeren
Zij/ze beletten
Zij/ze brengen door
Zij/ze brengen in de
 war
Zij/ze drijven op de
 vlucht
Zij/ze raaskallen
Zij/ze richten te gronde
Zij/ze slaan door
Zij/ze verdelgen
Zij/ze verhinderen
Zij/ze verijdelen
Zij/ze verkwisten
Zij/ze vernielen
Zij/ze vernietigen
Zij/ze verspillen
.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
a dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Ge
Gij
Je
Jij
fuerasJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was
monjaNonvlinder,
hoyHeden
Vandaag
tuJe
Jouw
conventoKlooster
Mannenklooster
mandarasJij/je beval
Jij/je commandeerde
Jij/je gelastte
Jij/je schreef voor
Jij/je sommeerde
Jij/je verordende
Jij/je voerde aan
Jij/je voerde het bevel
,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
de abadesaAbdis
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de cuatrocientas400
Vierhonderd
rayasBanden
Haarscheidingen
Jij/je krast
Jij/je schraapt
Jij/je schrabt
Jij/je schrapt
Jij/je trekt
Jij/je trekt een streep
Jij/je wrijft los
Repen
Roggen
Scheidingen
Strepen
Stroken
Wapenbalken
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
quiero decirIk bedoel...;
peroDoch
Echter
Maar
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
, vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
:
enviudarás, y otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
,
y otrasAnder
Andere
Nog één
dos2
Do's
Twee
Tweede
, serásJij/je zal gebeuren
Jij/je zal plaatshebben
Jij/je zal plaatsvinden
Jij/je zal zijn
casadaGehuwd
Gehuwde
Getrouwd
Getrouwde
In de echt verbonden
Uitgehuwelijkt
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloresJij/je bejammert
Jij/je betreurt
Jij/je beweent
Jij/je huilt
Jij/je krijt
Jij/je schreit
Jij/je weent
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
míaVan mij;
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
las gitanas
decimosWij zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen
el EvangelioEvangelie;
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloresJij/je bejammert
Jij/je betreurt
Jij/je beweent
Jij/je huilt
Jij/je krijt
Jij/je schreit
Jij/je weent
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
, acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
te muerasJij/je gaat dood primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke

que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tiniente, bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
remediar el dañoDe schade
de la viudezWeduwschap que amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
.
HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
de heredarBeërven
Erven
, y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
prestoBehendig
Behendige
Bereid
Bereide
Dadelijk
Ik leen
Ik leen uit
Onverwijld
Snel
Snelle
Terstond
Vlug
Vlugge
Voortvarend
Voortvarende
,
haciendaHaciënda en muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
abundanciaOnbekrompenheid
Overvloed
Rijkdom
Uitbundigheid
Weligheid
;
tendrásJij/je zal bijhouden
Jij/je zal erop nahouden
Jij/je zal hebben
Jij/je zal houden
Jij/je zal vasthouden
un hijoKind
Zoon
canónigoGewone veldsla
Kanunnik
Koorheer
Veldsla
,
la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se señalaDuid aan!
Duid uit!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt opmerkzaam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze signaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Maak opmerkzaam!
Merk op!
Signaleer!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs aan!
Wijs uit!
Wijs!
;
de ToledoToledo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
.
Una hijaDochter rubiaBlond
Blonde
Krap
Mede
Meekrap
y blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte


tendrásJij/je zal bijhouden
Jij/je zal erop nahouden
Jij/je zal hebben
Jij/je zal houden
Jij/je zal vasthouden
, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
religiosaGelovig
Gelovige
Godsdienstig
Godsdienstige
Religieus
Religieuze
,
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
vendráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meekomen
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
perladaParelachtig
Parelachtige
.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tuJe
Jouw
esposoEchtgenoot
Gemaal
Man
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se muereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
cuatro4
Vier
semanasWeken,
verásleJe zult zien
Jij/je zal bekijken
Jij/je zal kijken
Jij/je zal zien
corregidor
de BurgosBurchten
Burgos
Kastelen
o SalamancaSalamanca.
Un lunarMoedervlek tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
, ¡quéWat
Welke
lindoAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
!
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
JesúsJezus, quéWat
Welke
lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
!
¡QuéWat
Welke
solSol
Zon
, que alláDaar en los antípodasAntipoden
Tegenvoeters

escuros vallesDalen
Valleien
Valles
aclaraBeduid!
Helder op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heldert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheldert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Leg uit!
Licht toe!
Maak duidelijk!
Verdun!
Verhelder!
Verklaar!
Zet uiteen!
!
MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de dos2
Do's
Twee
Tweede
ciegosBlind
Blinde
Blindedarmen
Blinden
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
por verleBekijken
Kijken
Zien

dieranZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de cuatro4
Vier
blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
.
¡Agora Ja
Jawel
Wel
Zich
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la risica!
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, que bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
esaDat
Die
graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
!
Guárdate deHoed je voor! las caídasAfgevallen
Gelaten vallen
Geraakt
Gevallen
Neergevallen
Verschoten
Vervallen
,
principalmenteHoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
de espaldasAchterover,
que suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
peligrosasGevaarlijk
Gevaarlijke
Hachelijk
Hachelijke
Link
Linke

en las principalesBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen
.
CosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que decirteOpgeven
Spreken
Zeggen
;
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el viernesVrijdag
Vrijdagen
meMe
Mij
aguardasJij/je staat te wachten
Jij/je verwacht
Jij/je wacht
Jij/je wacht af
,
las oirásJij/je zal horen
Jij/je zal vernemen
Jij/je zal verstaan
, que son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit
gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak
,
y algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
de desgraciasAccidenten
Ongelukken
Ongevallen
.

AcabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
suHaar
Hun
Uw
Zijn
buenaventuraBuenaventura PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, y con ellaDaarmee encendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed het licht
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ontbranden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak het licht
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de todas lasAlle
circunstantes en quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
saberKennen
Smaken
Weten
la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
; y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
se loDe
Hem
Het
U
rogaronZij/ze riepen in
Zij/ze smeekten
Zij/ze verzochten
Zij/ze vraagden
Zij/ze vraagden aan
Zij/ze vroegen
Zij/ze vroegen aan
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, peroDoch
Echter
Maar
ellaHaar
Ze
Zij
las
remitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte over paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el viernesVrijdag
Vrijdagen
venideroAanstaand
Aanstaande
Toekomstig
Toekomstige
, prometiéndole que tendríanZij/ze zouden bijhouden
Zij/ze zouden erop nahouden
Zij/ze zouden hebben
Zij/ze zouden houden
Zij/ze zouden vasthouden
realesDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Realen
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
de plataE174
Zilver

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
las crucesLas cruces.

En estoDeze
Dit
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tiniente, a quienDie
Wie
contaronZij/ze berekenden
Zij/ze calculeerden
Zij/ze debiteerden
Zij/ze lazen voor
Zij/ze rekenden
Zij/ze rekenden uit
Zij/ze telden
Zij/ze telden af
Zij/ze telden neer
Zij/ze verhaalden
Zij/ze vertelden
maravillasGoudsbloemen
Jij/je doet bewondering opwekken
Tuingoudsbloemen
Wonderen
de la gitanilla; élHem
Hij

las hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
bailarDansen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
, y confirmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekrachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staafde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde ja
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei ja
por verdaderasEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
dadasAangegeven
Gegeven
Opgebracht
Toegebracht
Toegekend
Verleend
las
alabanzasLofuitingen que a PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
; y, poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
la manoDe hand en la
faldriquera, hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
señalSein
Signaal
Spoor
Teken
de quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
darleGeef het algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
, y, habiéndola espulgado, y
sacudidoGeschokt
Geschud
Gewrikt
Opgeschud
, y rascadoGeklauwd
Gekrabd
Gekrauwd
Gescharreld
Geschraapt
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
, alNaar de
Naar het
caboKaap
Korporaal
Landtong
Stomp
Stronk
Uiteinde
sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
la manoDe hand vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
y dijo:

-(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
¡Por DiosGod
Godheid
, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
! DadleGeef het vosGe
Gij
Je
Jij
, doñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
, un realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
a PreciosicaPrecio=
Prijs
,
que yoEgo
Ik
osJe
Jullie
leHaar
Hem
Het
U
daréIk zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen
después.

-Achteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
¡BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esoDat
Die
Zulks
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, por ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
! ¡Ja
Jawel
Wel
Zich
, ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
el realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
de manifiestoAanschouwelijk
Ik laat blijken
Ik manifesteer
Ik toon
Ik uit
Manifest
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
nosotrasOns
We
Wij
un cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
la señalHet signaal de la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje
,
¿y quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
que tengamosLaten we bijhouden
Laten we erop nahouden
Laten we hebben
Laten we houden
Laten we vasthouden
Wij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
un realDaadwerkelijk
Daadwerkelijke
Echt
Echte
Feitelijk
Feitelijke
Koninklijk
Koninklijke
Reaal
Reëel
Reële
Werkelijk
Werkelijke
Wezenlijk
Wezenlijke
?

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
dadleGeef het algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
valoncica vuestraJullie
Uw
Van jullie
, o algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
cosita; que otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
díaDag
Etmaal
nos(Aan) ons
Ons

volverá aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal teruggaan naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkeren naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkomen naar
verBekijken
Kijken
Zien
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
, y la regalaremosWij/we zullen cadeau geven
Wij/we zullen schenken
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
.

A lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
doñaMevrouw ClaraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
:

-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
a PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
.

-AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-, nuncaNimmer
Nooit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
volveréIk zal draaien
Ik zal keren
Ik zal omdraaien
Ik zal ronddraaien
Ik zal teruggaan
Ik zal terugkeren
Ik zal terugkomen
Ik zal teruglopen
Ik zal terugtrekken
Ik zal wederkeren
Ik zal wederkomen
Ik zal weer gaan
Ik zal weeromkomen
Ik zal wenden
Ik zal wentelen
Ik zal zwenken
acáAlhier
Daar
Hier
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
Ja
Jawel
Wel
Zich

volveréIk zal draaien
Ik zal keren
Ik zal omdraaien
Ik zal ronddraaien
Ik zal teruggaan
Ik zal terugkeren
Ik zal terugkomen
Ik zal teruglopen
Ik zal terugtrekken
Ik zal wederkeren
Ik zal wederkomen
Ik zal weer gaan
Ik zal weeromkomen
Ik zal wenden
Ik zal wentelen
Ik zal zwenken
, a servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
a tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
principalesBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
, peroDoch
Echter
Maar
trairé tragadoBinnengekregen
Doorgeslikt
Geslikt
Geslokt
Ingenomen
Ingeslikt
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn

de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, y ahorrarémeIk zal besparen
Ik zal bezuinigen
Ik zal sparen
Ik zal uitsparen
Ik zal uitwinnen
Ik zal uitzuinigen
la fatigaBeul af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Jakker af!
Kortademigheid
Vermoeidheid
Vermoeienis
del esperallo. Coheche vuesa mercedGenade
Merced
,
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tiniente; coheche y tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden
dinerosGelden
Poenen
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
usosGebruiken
Genietingen
Genoten
Zeden
nuevosNieuw
Nieuwe
, que moriráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doodgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overlijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal sterven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verscheiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal versmachten

de hambreHonger. MireBekijkt u!
Blikt u aan!
Blikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Ik bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
 op
Ik zie toe
Kijkt u aan!
Kijkt u eens
Kijkt u naar!
Kijkt u toe!
Kijkt u!
Schouwt u!
Werpt u een blik
 op!
Werpt u een blik!
Ziet u toe!
, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
: por ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
(y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
moza, entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
dichosBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuken
) que de los oficiosAmbachten
Ambten
Banen
Beroepen
Betrekkingen
Functies
Handwerken
Plaatsen
Stielen
Vakken
Werkkringen
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
de sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
dinerosGelden
Poenen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
las condenaciones de las residenciasResidenties
Verblijfplaatsen
y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pretenderAanspraak maken op
Claimen
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
cargosAangiften
Aangiftes
Aanklachten
Ambten
Banen
Beschuldigingen
Betrekkingen
Functies
Graden
Ladingen
Plaatsen
Posten
Telastleggingen
Tenlasteleggingen
Trappen
Wachtposten
Werkkringen
.

-AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
y loDe
Hem
Het
U
hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
los desalmadosGewetenloos
Gewetenloze
Wrede
Wreed
-replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el tenienteLuitenant-, peroDoch
Echter
Maar
el juezRechter
Richter
que
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
residenciaResidentie
Resideren
Verblijfplaats
Wonen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tendrá queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal moeten
pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
condenaciónGodverdomme
Veroordelen
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
, y el haberBezitting
Hebben
Zijn

usadoAangewend
Afgewerkt
Afgewerkte
Benut
Beschikt over
Gebruikt
Gebruikte
Gedisponeerd
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
suHaar
Hun
Uw
Zijn
oficioAmbacht
Ambt
Baan
Beroep
Betrekking
Functie
Handwerk
Ik deel officieel mede
Ik doe dienst
Ik lees de mis
Ik officieer
Plaats
Stiel
Vak
Werkkring
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
el valedor para queOpdat
Zodat
leHaar
Hem
Het
U
den(Zij) geven
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Kent u toe!
Verleent u!
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
.

-HablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
vuesa mercedGenade
Merced
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
a loDe
Hem
Het
U
santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
tenienteLuitenant -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-;
ándeseGaat u!
Loopt u!
a esoDat
Die
Zulks
y cortarémosle de los haraposFlarden
Lappen
Lompen
Lorren
Todden
Vodden
Vodjes
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
reliquiasRelikwieën.

-MuchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
, PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el tiniente-. CallaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Verzwijg!
Zwijg!
, que yoEgo
Ik
daréIk zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen
trazaAfdruk
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Schrap af!
Schrijf voor!
Spoor
Teken af!
Trek!
Voetspoor
Wijs aan!
que susHaar
Hun
Uw
Zijn

Majestades teJe
Jou
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
piezaBonk
Brok
Eindje
Homp
Schaakstuk
Stuk
Stukje
de reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
.

-QuerránmeZij/ze zullen beminnen
Zij/ze zullen houden van
Zij/ze zullen liefhebben
Zij/ze zullen willen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
truhana -respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
PreciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle
-, y yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
sabréIk zal kennen
Ik zal smaken
Ik zal weten
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
, y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

irá(Het) zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
quisiesenZij/ze beminden
Zij/ze hadden lief
Zij/ze hielden van
Zij/ze wilden
Zij/ze wouden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
discretaBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige
, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
llevarmeAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
hían, peroDoch
Echter
Maar
en
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
palaciosPaleizen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
medran los truhanes que los discretosBescheiden
Discreet
Discrete
Onopvallend
Onopvallende
Verstandig
Verstandige
. YoEgo
Ik
me halloIk ben
Ik bevind me
Ik vind me terug

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
conDoor
Met
Per
Samen met
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
gitana y pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
, y corraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Holt u!
Ik hol
Ik loop hard
Ik race
Ik ren
Ik snel
Ik sprint
Loopt u hard!
Racet u!
Rent u!
Snelt u!
Sprint u!
la suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
el cieloHemel
Lucht
quisiereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beminnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liefhebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal willen
Ik zal beminnen
Ik zal houden van
Ik zal liefhebben
Ik zal willen
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->