BERGANZA.-Tienes razónJij/je hebt gelijk, y, escarmentando en miMi
Mijn
cabezaHoofd
Kop
Krop
, de
aquíAlhier
Hier
adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
seguiréIk zal aanblijven
Ik zal bewandelen
Ik zal bijhouden
Ik zal doorgaan
Ik zal opvolgen
Ik zal volgen
Ik zal voortvloeien
Ik zal voortzetten
tusJe
Jouw
consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden
.

'EntréIk ging binnen
Ik ging in
Ik ging naar binnen
Ik kwam binnen
Ik kwam in
Ik liep binnen
Ik reed binnen
Ik reed in
asimismoEvenzo
Ook
Op dezelfde wijze
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
nocheAvond
Nacht
en casa deAan
Bij
Ten huize van
una señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
principalBelangrijkste
Hoofd-
Voornaamste
, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die

teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
en los brazosArmen una perrilla destasDe=
Aan
Dat van
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
que llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren
de faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
que la pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
esconderOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen
en el senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
; la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij

vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
, saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
 lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
 hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
de los brazosArmen de suHaar
Hun
Uw
Zijn
señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
y arremetió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde los op Me
Mij
ladrandoAanslaand
Balkend
Beginnend te blaffen
Blaffend
Blatend
Brullend
Grommend
Hinnikend
Loeiend
Schreeuwend
, y
conDoor
Met
Per
Samen met
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
granGroot
Grote
denuedo, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
paró(Het) stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stop
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
mordermeBeitsen
Bijten
Happen
Knauwen
de una piernaBeen
Bout
Onderbeen
Poot
Schenkel
Schenkelvlees
.
VolvílaIk draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte
a mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
conDoor
Met
Per
Samen met
respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding
y con enojoGeërgerd, y dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
Me
Mij
: ''Si yoEgo
Ik
osJe
Jullie

cogieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik bemachtigde
Ik ging halen
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik haalde
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik plukte
Ik plukte af
Ik raapte op
Ik tokkelde
Ik vatte
Ik vatte aan
, animalejo ruinAfkeurenswaardig
Afkeurenswaardige
Gierig
Gierige
Oneerlijk
Oneerlijke
Vrekkig
Vrekkige
, en la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, o no hiciera casoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cijferde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze negeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk geen aandacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof onder tafel
Ik cijferde weg
Ik negeerde
Ik passeerde
Ik schonk geen aandacht
Ik schoof onder tafel
de vosGe
Gij
Je
Jij
o osJe
Jullie

hicieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los dientes''. ConsideréIk beschouwde
Ik beschouwde als
Ik ging na
Ik hield rekening met
Ik overwoog
en ellaHaar
Ze
Zij
que hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
los
cobardesLafaards y de pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
atrevidosAangemoedigd
Brutaal
Brutale
Gewaagd
Gewaagde
Stoutmoedig
Stoutmoedige
eEn insolentesBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

favorecidosBegunstigd
Bevoordeeld
Voorgestaan
Voorgetrokken
, y se adelantanZij/ze gaan vooraf
Zij/ze steken vooruit
Zij/ze zijn voor
a ofenderBeledigen
Grieven
Krenken
Verongelijken
a los queWie
Zij die
valen(Zij) kosten
(Zij) zijn goed
Zij/ze kosten
Zij/ze lonen
Zij/ze zijn waard
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que
ellosHen
Ze
Zij
.'

CIPIÓN.-Una muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
y señalSein
Signaal
Spoor
Teken
desa verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
que dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
nos(Aan) ons
Ons
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen

algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
hombrecillosMannetjes que a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
amosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Heren
Hoofden
Meesters
Opperhoofden
Patroons
se atreven aZij/ze durven serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

insolentesBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige
; y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
acasoToeval
Toevalligheid
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
o otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
accidenteAccident
Ongeluk
Ongeval
de fortunaFortuna derribaBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopt
Kantel!
Keer om!
Sloop!

el árbolBoom
Mast
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
se arrimanZij/ze brengen naderbij, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
se descubre(Hij) ontdekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst uit
Ontdek!
Vind uit!
Vors uit!
y manifiestaGelaten blijken
Gemanifesteerd
Getoond
Geuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat blijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze manifesteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Laat blijken!
Manifesteer!
Toon!
Uit!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige

valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, en efeto, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
quilatesKaraats
Karaten
susHaar
Hun
Uw
Zijn
prendasBorgstellingen
Jij/je neemt een onderpand
 van
Jij/je steekt op
Jij/je wint de genegenheid
 van
Kledingstukken
Onderpanden
Panden
Waarborgen
que los
que lesHen
Hun
U
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
dueñosAanvoerders
Bazen
Chefs
Eigenaars
Eigenaren
Gebieders
Heren
Meesters
Patroons
y valedores. La virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid
y el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

entendimientoBegrip
Denkvermogen
Menselijke rede
Verstand
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
una y siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
: desnudoBloot
Blote
Ik kleed uit
Ik ontkleed
Naakt
Naakte
Onbedekt
Onbedekte
Onopgesmukt
Onopgesmukte
o vestidoAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaad
Jurk
Kleding
Kleed
Omkleed
,
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
o acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
padecerDoorstaan
Dulden
Lijden
Lijden aan
Ondergaan
Uitstaan
Velen
Verdragen
acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van

la estimaciónAchting
Appreciatie
Hoogachting
Raming
Schatting
Taxatie
Waardebepaling
Waardering
de las gentesVolken
Volkeren
, masDoch
Echter
Maar
Plus
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
en la realidadRealiteit
Werkelijkheid
verdaderaEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
de loDe
Hem
Het
U

que merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!
y valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon
. Y, conDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
, pongamosLaten we aan de
 praat krijgen
Laten we aandoen
Laten we aantrekken
Laten we aanzetten
Laten we doen
Laten we inschakelen
Laten we leggen
Laten we neerleggen
Laten we neerzetten
Laten we op gang
 brengen
Laten we opbrengen
Laten we opleggen
Laten we plaatsen
Laten we steken
Laten we stellen
Laten we stoppen
Laten we vlijen
Laten we zetten
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
 praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer
finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
a estaDeze
Dit
plática, que la
luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
que entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
por estosDeze
Dezen
resquiciosKieren muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan
el
díaDag
Etmaal
, y estaDeze
Dit
nocheAvond
Nacht
que vieneAanstaand, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime

beneficioBeneficie
Benefiet
Benefietvoorstelling
Ik bewerk
Ik doe goed aan
Ik doe wel
Ik exploiteer
Ik kom ten goede
 aan
Ik krijg met geld
Ik lever op
Ik rendeer
Ik verbeter
Ik win
Prebende
Winst
de la hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
, será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
la míaVan mij, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contarteAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
miMi
Mijn
vidaHachje
Leven
.

BERGANZA.-SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
ansí, y miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
que acudas aJij/je doet een beroep
 op
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
.

El acabarAfmaken
Afsluiten
Afwerken
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Uitmaken
Uitwerken
Verbruiken
Verdoen
Verklungelen
Verkwisten
Vermorsen
Verspillen
Voleindigen
el ColoquioColloquium el licenciadoAfgedankt
Doctorandus
Graad van licentie verleend
 aan
Licentiaat
Naar huis gezonden
Ontslagen
Verlof gegeven aan
y el despertarOpwekken
Wakker maken
Wakker worden
Wekken
el alférez fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

a un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
; y el licenciadoAfgedankt
Doctorandus
Graad van licentie verleend
 aan
Licentiaat
Naar huis gezonden
Ontslagen
Verlof gegeven aan
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
coloquioColloquium seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
fingidoGedaan alsof
Gefingeerd
Gesimuleerd
Geveinsd
Voorgegeven
Voorgewend
y nuncaNimmer
Nooit
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, paréceme(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!

que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling
que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
alférez pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan

adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
conDoor
Met
Per
Samen met
el segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
.

-ConDoor
Met
Per
Samen met
eseDat
Die
parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen
-respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
el alférez- me animaréIk zal durven
Ik zal geanimeerd worden
Ik zal moed vatten
Ik zal opleven
y disporné a
escribirleComponeren
Neerschrijven
Scheppen
Schrijven
Uitschrijven
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ponermeAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
en disputasJij/je bedilt
Jij/je disputeert
Jij/je haarklooft
Jij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt het lastig
Jij/je maakt ruzie
Jij/je muggenzift
Jij/je redetwist
Jij/je ruziet
Jij/je strijdt
Jij/je strijdt voor
Jij/je twist
Jij/je vit
conDoor
Met
Per
Samen met
vuesa mercedGenade
Merced
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

hablaronZij/ze converseerden
Zij/ze praatten
Zij/ze spraken
los perrosHonden
Rekels
Reuen
o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
.

A lo queDat wat
Wat
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el licenciadoAfgedankt
Doctorandus
Graad van licentie verleend
 aan
Licentiaat
Naar huis gezonden
Ontslagen
Verlof gegeven aan
:

-SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Alférez, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
volvamosLaten we draaien
Laten we keren
Laten we omdraaien
Laten we ronddraaien
Laten we teruggaan
Laten we terugkeren
Laten we terugkomen
Laten we teruglopen
Laten we terugtrekken
Laten we wederkeren
Laten we wederkomen
Laten we weer gaan
Laten we weeromkomen
Laten we wenden
Laten we wentelen
Laten we zwenken
Wij/we draaien
Wij/we draaien om
Wij/we draaien rond
Wij/we gaan terug
Wij/we gaan weer
Wij/we keren
Wij/we keren terug
Wij/we keren weder
Wij/we komen terug
Wij/we komen weder
Wij/we komen weerom
Wij/we lopen terug
Wij/we trekken terug
Wij/we wenden
Wij/we wentelen
Wij/we zwenken
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a esaDat
Die
disputaBedil!
Bedillen
Disputeer!
Disputeren
Haarkloof!
Haarkloven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disputeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haarklooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krakeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het lastig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muggenzift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redetwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vit
Kift!
Kiften
Kijf!
Kijven
Krakeel!
Krakelen
Maak het lastig!
Maak ruzie!
Muggenzift!
Muggenziften
Redetwist!
Redetwisten
Ruzie!
Ruziën
Strijd voor!
Strijd!
Strijden
Twist!
Twisten
Vit!
Vitten
. YoEgo
Ik
alcanzoIk achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
el
artificioFoefje
Kneep
Kunstgreep
Streek
Stunt
Toer
Truc
del ColoquioColloquium y la invenciónBedenken
Bekokstoven
Inventie
Uitdenken
Uitkienen
Uitvinden
Uitvinding
Verzinnen
, y bastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
. VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
alNaar de
Naar het
EspolónSpoor a
recrear los ojosKijkers
Ogen
del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
recreado los del
entendimientoBegrip
Denkvermogen
Menselijke rede
Verstand
.

-VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
el alférez.

Y, conDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
, se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich
.

FinBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->