¡AquíAlhier
Hier
vivieronZij/ze leefden
Zij/ze woonden
miMi
Mijn
padrePater
Vader
, miMi
Mijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y miMi
Mijn
abueloGrootvader
Opa
!...
¡QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
a estaDeze
Dit
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
! ¡SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
de los cerezosKersenbomen
Zoete kersen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
la vidaHachje
Leven
y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
venderloOverdoen
Tappen
Verhandelen
Verkopen
Vervreemden
Wegdoen
, que meMe
Mij

vendan(Zij) verkopen
Doet u over!
Doet u weg!
Tapt u!
Verhandelt u!
Verkoopt u!
Vervreemdt u!
Zij/ze bakeren
Zij/ze bakeren in
Zij/ze doen over
Zij/ze doen weg
Zij/ze omwikkelen
Zij/ze omzwachtelen
Zij/ze tappen
Zij/ze verbinden
Zij/ze verhandelen
Zij/ze verkopen
Zij/ze vervreemden
Zij/ze zwachtelen
Zij/ze zwachtelen in
a Me
Mij
con élDaarmee!... (AbrazandoOmarmend
Omhelzend
Omvademend
a Trofimov y
besándole en la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
) ¡AquíAlhier
Hier
se ahogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
!
Trofimov:
(LlorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend
) ¡HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
..., compadézcaseBeklaagt u!
Heeft u medelijden met!
Heeft u medelijden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden met
Ik beklaag
Ik heb medelijden
Ik heb medelijden met
de Me
Mij
!
La acompañoIk accompagneer
Ik begeleid
Ik ga mee
Ik loop mee
Ik vergezel
conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
, Liubov Andreevna.
Liubov Andreevna: ¡Debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
 schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
 hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
 schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
 hebben
Ik zou verplicht zijn
 om te
Ik zou verschuldigd zijn
ustedGij
U
decirloOpgeven
Spreken
Zeggen
de otra maneraAnders
Op een andere manier
! (SacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af!
el pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek

y cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!
alNaar de
Naar het
sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
un telegramaTelegram) ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
ustedGij
U
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten

imaginarBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen
loDe
Hem
Het
U
agobiadaNeergebogen
Neergedrukt
Overstelpt
que me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me
! ¡HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
aquíAlhier
Hier
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer

ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
! ¡El menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste
sonidoGeluid
Gerucht
Klank
estremeceDoe beven!
Doe schudden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet beven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet schudden
miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
; peroDoch
Echter
Maar

tampocoEvenmin
Ook niet
puedoIk kan
Ik mag
retirarmeIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen
a misMi's
Mijn
habitacionesHabitatten
Hotelkamers
Kamers
Lokalen
Slaapkamers
Vertrekken
Woningen
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
,
en medioMiddenin del silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
juzgueBeoordeelt u!
Berecht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoordeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oordeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt recht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Ik beoordeel
Ik berecht
Ik oordeel
Ik spreek recht
Ik veroordeel
Ik vonnis
Oordeelt u!
Spreekt u recht!
Veroordeelt u!
Vonnist u!

malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, Petia! ¡LeHaar
Hem
Het
U
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
a un hijoKind
Zoon
!... ¡De buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap


Trofimov:

Liubov Andreevna:

Trofimov:

Liubov Andreevna:
Trofimov:
Liubov Andreevna:

Trofimov:
Liubov Andreevna:

Trofimov:
Liubov Andreevna:

leHaar
Hem
Het
U
daría aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitzien op
Ik zou uitzien op
Ania por mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
! ¡Se loDe
Hem
Het
U
juroIk bezweer
Ik leg een eed
 af
Ik vloek
Ik zweer
!... ¡PeroDoch
Echter
Maar
, eso síDat wel,
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
... hay queMen moet estudiarBestuderen
Instuderen
Leren
School gaan
Studeren
Studie maken van
..., hay queMen moet terminarAflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen
esaDat
Die

carreraCarrière
Loopbaan
Race
Slag (van de zuiger)
Wedloop
Wedren
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
ustedGij
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que dejarseTerneergeslagen worden
Zich aan iets wijden
Zich overgeven
Zich verwaarlozen
arrastrarMeesleuren
Slepen
Trekken
Voorttrekken
por el
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
, de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, y eso esDat is juist
Dat klopt
Dat wil zeggen
Juist
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke
!...
¿VerdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
?... ¡TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
para queOpdat
Zodat
leHaar
Hem
Het
U

crezcaGedijt u!
Groeit u aan!
Groeit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Ik gedij
Ik groei
Ik groei aan
Ik neem toe
Ik was
Ik was aan
Neemt u toe!
Wast u aan!
Wast u!
esaDat
Die
barba!... (RíeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!
) ¡QuéWat
Welke
divertidoAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Blij
Blije
Geamuseerd
Grappig
Grappige
Leuk
Leuke
Onderhouden
Opgevrolijkt
Opgewekt
Opgewekte
Vermaakt
Vermakelijk
Vermakelijke
Vrolijk
Vrolijke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
!
(LevantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
del sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
el telegramaTelegram) NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn

guapoKnap
Knappe
Mooi
.

EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
telegramaTelegram es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs
... Todos losAlle díasDagen
Etmalen
reciboAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Ik accepteer
Ik begroet
Ik geniet
Ik krijg
Ik neem aan
Ik ontvang
Ik toucheer
Krijgen
Kwitantie
Ontvangbewijs
Ontvangen
Ontvangstbewijs
Reçu
Toucheren
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
.
IgualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
hoyHeden
Vandaag
que ayerGister
Gisteren
... EseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
vuelto aTeruggegaan naar
Teruggekeerd naar
Teruggekomen naar

enfermarZiek worden, se encuentraBevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gesteld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
, meMe
Mij
pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
y meMe
Mij

suplicaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt af
Smeek af!
Smeek!
que vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
...¡Y a decirOpgeven
Spreken
Zeggen
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
yoEgo
Ik
debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
 schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
 hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
 schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
 hebben
Ik zou verplicht zijn
 om te
Ik zou verschuldigd zijn
ir aGaan naar
ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs
y estarmeLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
!... ¡QuéWat
Welke
severaBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring

suHaar
Hun
Uw
Zijn
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
, Petia!... PeroDoch
Echter
Maar
¿quéWat
Welke
voy aIk ga naar hacerleDoen
Laten
Maken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!

enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
, soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
..., siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand

que leHaar
Hem
Het
U
cuideBekommert u zich!
Bewaakt u!
Draagt u zorg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekommert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt zorg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezorgd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpleegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgt voor
Ik bekommer me
Ik ben bezorgd
Ik bewaak
Ik draag zorg
Ik let op
Ik pas op
Ik verpleeg
Ik verzorg
Ik zorg
Ik zorg voor
Is u bezorgd!
Let u op!
Past u op!
Verpleegt u!
Verzorgt u!
Zorgt u voor!
Zorgt u!
, que leHaar
Hem
Het
U
aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
erroresAbuizen
Afwijkingen
Dwalingen
Fouten
Vergissingen
Verschillen
y que leHaar
Hem
Het
U
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!

las medicinasMedicijnenstudies
Medicijnenstudiën
a la horaTijd
Uur
debidaBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest
?... Y...¿por quéWaarom
ocultarloOntveinzen
Verbergen
Verhelen
Verschuilen
Verstoppen
?... ¿Por quéWaarom callarloVerzwijgen
Zwijgen
?... LeHaar
Hem
Het
U
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
, Ja
Jawel
Wel
Zich
... ¡LeHaar
Hem
Het
U

quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
! ¡LeHaar
Hem
Het
U
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
!... ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
una piedraHagel
Steen
colgadaGehangen
Opgehangen
Opgeknoopt
de miMi
Mijn

cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
conDoor
Met
Per
Samen met
la queDat
Die
Wie
Zij die
me hundoIk bezwijk
Ik daal neer
Ik laat me neer
Ik verdiep me
Ik verga
Ik verzink
Ik zink
Ik zink weg
; peroDoch
Echter
Maar
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
a estaDeze
Dit
piedraHagel
Steen
y
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
vivirLeven
Wonen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ellaHaar
Ze
Zij
! (EstrechandoReikend la manoDe hand de
Trofimov) ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pienseDenkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Ik denk
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
de miMi
Mijn
, Petia!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me digaIk noem me
Ik word gezegd
Ik zeg
Ik zeg bij zichzelf

nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me digaIk noem me
Ik word gezegd
Ik zeg
Ik zeg bij zichzelf
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
!
(ConDoor
Met
Per
Samen met
lágrimasTranen en los ojosKijkers
Ogen
) ¡PerdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!
miMi
Mijn
sinceridadOprechtheid, por
el amorAffectie
Liefde
Min
de DiosGod
Godheid
!... ¡EseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
la haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
despojadoAfgestroopt
Beroofd
Uitgeplunderd
Uitgeschud
de susHaar
Hun
Uw
Zijn

bienesGelukken
Welvaarten
!...
(Tapándose los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan
) ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hay queMen moet hablarConverseren
Praten
Spreken

asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
!
¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un canallaLoeder
Ploert
Rotzak
Schoelje
Schoft
..., cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
que ustedGij
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
en noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

saberKennen
Smaken
Weten
!... ¡Un miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige
canallaLoeder
Ploert
Rotzak
Schoelje
Schoft
! ¡Un serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
anodinoAlledaags
Alledaagse
!
(ConteniendoAfhoudend
Bedwingend
Behelzend
Beteugelend
Betomend
Bevattend
Houdend
Implicerend
In toom houdend
Inhoudend
Intomend
Onthoudend
Onttrekkend
Vervattend
Weghoudend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
enfadoErgernis
Ik maak boos
) ¡HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen
ustedGij
U
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
los
veintiséis26
Zesentwintig
o los veintisiete27
Zevenentwintig
, y parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
ustedGij
U
un colegial de
segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede
añoJaar!
¡Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
que Ja
Jawel
Wel
Zich
!
¡Hay queMen moet serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
! ¡A suHaar
Hun
Uw
Zijn
edadLeeftijd
Ouderdom
hay queMen moet hacerseMaken
Raken
Worden

cargoAangifte
Aanklacht
Ambt
Baan
Beladen
Belasten
Berekenen
Beschuldiging
Bestormen
Betrekking
Ergeren
Functie
Geien
Graad
Ik belaad
Ik belast
Ik bereken
Ik bestorm
Ik breng in rekening
Ik erger
Ik gei
Ik gei op
Ik laad
Ik laad in
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Inladen
Laden
Lading
Maté
Opgeien
Plaats
Post
Tegenstaan
Telastlegging
Tenlastelegging
Trap
Vermoeien
Vervelen
Wachtpost
Werkkring
de lo queDat wat
Wat
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
!...¡Y usted mismoUzelf debería(Het) zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de
 schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken
 hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verplicht zijn
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschuldigd zijn
Ik zou behoren te
Ik zou dienen
Ik zou horen
Ik zou in de
 schuld staan
Ik zou moeten
Ik zou schuldig zijn
Ik zou te danken
 hebben
Ik zou verplicht zijn
 om te
Ik zou verschuldigd zijn

quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen
, enamorarseVerliefd raken
Verliefd worden
Zeer gesteld raken
!... (IrritadaAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd
) Ja
Jawel
Wel
Zich
, Ja
Jawel
Wel
Zich
... ¡En ustedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
purezaMaagdelijkheid
Reinheid
Zuiverheid
, sinoDoch
Echter
Maar
sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel
pulcritud!... ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
un
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
cómicoAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Grappig
Grappige
Koddig
Koddige
Komiek
Komisch
Komische
Leuk
Leuke
Moppig
Moppige
Vermakelijk
Vermakelijke
!... ¡Un chiflado! ¡Un adefesioBelachelijk kostuum
Buitensporig kostuum
!...
(ConDoor
Met
Per
Samen met
espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik
) ¿QuéWat
Welke
estaDeze
Dit
ustedGij
U
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
?...
EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
por encimaBovendien
Er bovenop
del amorAffectie
Liefde
Min
!"...¡UstedGij
U
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
por
encimaBovendien
Er bovenop
del amorAffectie
Liefde
Min
!"...¡Lo queDat wat
Wat
leHaar
Hem
Het
U
pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
es queDat komt omdat
Want
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
,
sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel
un patosoDom
Domme
Onhandig
Onhandige
..., comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
nuestroOns
Onze
Van ons
Firs!... ¡A
suHaar
Hun
Uw
Zijn
edadLeeftijd
Ouderdom
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
una amanteGeliefde
Maîtresse
Minnaar
Minnares
!

Trofimov: (EspantadoAfgeschrikt
Angst aangejaagd
Verjaagd
Verschrikt
Weggejaagd
) ¡EstoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
! ¿QuéWat
Welke
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
?
(Cogiéndose la cabezaHoofd
Kop
Krop
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
las manosDe handen, se dirigeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert zich om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt zich tot

rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
alNaar de
Naar het
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
) ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
!...¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
puedoIk kan
Ik mag

soportarVerdragen! (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
, peroDoch
Echter
Maar
en el actoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Ogenblikkelijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
vuelve aGa terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Keer terug naar!
Kom terug naar!
Weer

entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
) ¡EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
nosotrosOns
We
Wij
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd
! (Se alejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich van por
Liubov Andreevna:
el recibimientoOntvangzaal
Receptiezaal
)
(GritándoleBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
a la espaldaForma de preparar el besugo, abierto por el lomo en dos mitades y asado al ajillo.) ¡Petia!... ¡EspereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoopt u!
Ik ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit
Is u bedacht op!
Staat u te wachten!
Verwacht u!
Voorziet u!
Wacht
Wacht u af!
Wacht u op!
Wacht u!
Ziet u vooruit!
!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt

cómicoAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Grappig
Grappige
Koddig
Koddige
Komiek
Komisch
Komische
Leuk
Leuke
Moppig
Moppige
Vermakelijk
Vermakelijke
!...¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
una bromaAardigheidje
Bak
Grap
Grapje
Mop
Paalworm
Scherts
!... ¡Petia!...
(AlguienEen of ander
Een zeker
Iemand
bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
la escaleraLadder
Opgang
Trap
del recibimientoOntvangzaal
Receptiezaal
;
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, se leHaar
Hem
Het
U
oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
rodar porRollen over ellaHaar
Ze
Zij
. Suena(Het) klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt geluid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit de neus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuit zijn neus
Klink!
Maak geluid!
Snuit de neus!
Snuit jullie neus!

primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
el gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw
lanzadoGebraakt
Gedaan horen
Gegooid
Gekeild
Gelanceerd
Geworpen
Ontketend
Ontkiemd
Overgegeven
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgeschreven
Uitgespeeld
Uitgestoten
Van stapel gelaten lopen
Weggeslingerd
Weggeworpen
por Ania y por Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
susHaar
Hun
Uw
Zijn

Ania:
risasGelachen) ¿QuéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
esoDat
Die
Zulks
? (Ania entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
corriendoHardlopend
Hollend
Racend
Rennend
Snellend
Sprintend
)
(EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
risasGelachen) ¡Petia, que se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
por la escaleraLadder
Opgang
Trap
!
Liubov Andreevna:
(CorreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
afueraBuiten
Buitenwaarts
Buitenwijk
Eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarmerkt
Ijk!
Keur!
Naar buiten
Omgeving
Omstreek
Waarmerk!
)
¡QuéWat
Welke
chiflado esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
Petia! (El jefe de estaciónStationschef,
situándoseEen hoge positie bereikend
Zich vestigend
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
, empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Snijd aan!
Vang aan!
a recitarOpzeggen
Reciteren
Voordragen
"La
Pecadora" de Tolstoi. La concurrencia la escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren
, peroDoch
Echter
Maar

apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
de decirOpgeven
Spreken
Zeggen
unas cuantasEnige líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren
,
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
los compasesKompassen
Maten
Metra
Metrums
Passers
de un valsWals, que lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
del recibimientoOntvangzaal
Receptiezaal
,
interrumpenZij/ze interrumperen
Zij/ze onderbreken
Zij/ze schorsen
la recitación. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se lanzanZij/ze storten zich alNaar de
Naar het
baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
. De
la antesalaWachtkamer entranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
Trofimov, Ania, Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
y Liubov
Andreevna) ¡BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, Petia!... ¡BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel

puraHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
!... ¡LeHaar
Hem
Het
U
pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om
perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
! ¡BailemosLaten we dansen
Wij/we dansen
! (Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
a bailarDansen
conDoor
Met
Per
Samen met
Petia. AnaAnna
El
y Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
bailanZij/ze dansen juntasAaneengevoegd
Besturen
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
Vergaderingen
Voegen
Zittingen
. Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Firs y dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
suHaar
Hun
Uw
Zijn

bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache
al lado deAan
Bij
Dichtbij
Naast
Naast de
Nabij
la puertaDeur
Poort
Portier
. Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
Iascha, que
Iascha:
Firs:
se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
a verEens kijken
Even kijken
bailarDansen)
¿QuéWat
Welke
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
..., abueloGrootvader
Opa
?
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me encuentroIk ben gesteld
Ik bevind me
Ik maak het
muy bienBest
Heel goed
Prima
... ¡AquíAlhier
Hier
en tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer

se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond
un baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
, los queWie
Zij die
bailabanZij/ze dansten eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
generalesAlgemeen
Algemene
Generaal
Generaals
Generale
,
baronesBaronnen
Barons
, almirantesAdmiraals
Admiralen
Vlootvoogden
!... ¡AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel
, mandasJij/je beveelt
Jij/je commandeert
Jij/je gelast
Jij/je schrijft voor
Jij/je sommeert
Jij/je verordent
Jij/je voert aan
Jij/je voert het bevel
a
buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken
alNaar de
Naar het
empleadoAangewend
Ambtenaar
Beambte
Bediende
Benut
Doorgevoerd
Employé
Gebruikt
In toepassing gebracht
Kantoorbediende
Personeelslid
Toegepast
Werknemer
Winkelbediende
de CorreosPosten
Postkantoor
y alNaar de
Naar het
jefe de estaciónStationschef y teJe
Jou

vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
de malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
gana(Het) wint
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint
Verdien!
Win!
!... SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de debilidadBesluiteloosheid
Genegenheid
Gevoel van honger
Krachteloosheid
Tengerheid
Zwakheid
Zwakte
... El
difuntoGestorven
Overleden
Overledene
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
..., el abueloGrootvader
Opa
..., fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
lo queDat wat
Wat
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
una
enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte
, aconsejaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf raad aan
Ik gaf raad aan
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el mundoAardrijk
Wereld
que la
remediara conDoor
Met
Per
Samen met
lacreBezegelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegelt
Ik bezegel
Ik verzegel
Ik zegel
Verzegelt u!
Zegelt u!
. YoEgo
Ik
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
veinte20
Twintig
añosJaren que loDe
Hem
Het
U

Iascha:
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
tomandoAannemend
Aanvattend
Accepterend
Afnemend
Binnenkrijgend
Drinkend
Gebruikend
Innemend
Inslaand
Inslikkend
Nemend
Nuttigend
Ontvangend
Oprapend
Opsnuivend
Pakkend
Vattend
a diarioDagelijks. Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
que por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
vivaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Ik leef
Ik woon
Leeft u!
Levend
Levende
Levendig
Levendige
Woont u!
.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, quéWat
Welke
aburridoSaai
Verveeld
Vervelend
Vervelende
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
, abueloGrootvader
Opa
! (BostezandoGapend
Geeuwend
) ¡OjaláHopelijk teJe
Jou

murierasJij/je ging dood
Jij/je overleed
Jij/je stierf
Jij/je verscheidde
Jij/je versmachtte
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
!
Firs: ¡DéjameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
en pazQuitte!... ¡PatosoDom
Domme
Onhandig
Onhandige
! (MascullaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prevelt binnensmonds
Prevel binnensmonds!
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
, Trofimov y
Liubov Andreevna bailanZij/ze dansen primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
en el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
en
Liubov Andreevna:
la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
).
"Merci". Me sentaréIk zal gaan zitten
Ik zal me zetten
Ik zal plaatsnemen
Ik zal zetten
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
(SentándoseGaand zitten
Plaatsnemend
Zettend
Zich zettend
) ¡EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit

cansadaAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
!

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
IV

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Ania

Ania:
Liubov Andreevna:
Ania:
Iascha:
(ExcitadaAangemaand
Aangewakkerd
Geprikkeld
Gewerkt op
In vervoering gebracht
Opgewonden
Verhit
) ¡En la cocinaBereid!
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Keuken
Kook!
Kookgelegenheid
Oven
acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de decirOpgeven
Spreken
Zeggen
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que
el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
de los cerezosKersenbomen
Zoete kersen
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
hoyHeden
Vandaag
!
¿Y a quiénWie se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
?
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dicho aGezegd tegen quienDie
Wie
. Se marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg (Trofimov y ellaHaar
Ze
Zij
pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken

bailandoDansend a la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
)
¡LoDe
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
un viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
que estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
!... ¡Uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
!
Firs:
Liubov Andreevna:
Iascha:
Liubov Andreevna:
Iascha:
Liubov Andreevna:
Firs:
¡Y Leonid Andreich sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
venirKomen
Meekomen
! ¡Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
el abrigoBescherming
Beschutting
Beveiliging
Ik behoed
Ik bescherm
Ik beschut
Jas
Mantel
Overjas

ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
..., el de entretiempo..., conDoor
Met
Per
Samen met
que veremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien
a verEens kijken
Even kijken
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
cogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!
un resfriadoAfgekoeld
Druipneus
Gedaan bekoelen
Gedaan verflauwen
Gedaan verminderen
Koud gemaakt
Koud geworden
Neuscatarre
Neusverkoudheid
Verkoeld
Verkouden
Verkoudheid
!... ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
, juventudJeugd
Jeugdigheid
, juventudJeugd
Jeugdigheid
!...
¡Me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me
a puntoPrecies goed de morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
! ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
, Iascha, y entéreseKomt u er achter!
Stelt u zich op
 de hoogte van!
Verneemt u!

de a quiénWie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
!
¡peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hace tiempoAllang
Sinds lang
Vanouds
que se marchóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
. (RíeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!
)
(ConDoor
Met
Per
Samen met
ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid
) BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
... ¡Y se puedeMen kan saberKennen
Smaken
Weten
de quéWat
Welke

se ríeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht ustedGij
U
?... ¡QuéWat
Welke
leHaar
Hem
Het
U
alegraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Verblijd!
Verheug!
Verlevendig!
Vier!
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
!
¡De Epijodov!...¡Tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
la graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
por arrobas!... ¡El
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tontoDom
Domme
Domoor
Dwaas
!... ¡"Veintidós22
Tweeëntwintig
desdichasOngelukken"!...
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la haciendaHaciënda se vendeMen verkoopt... ¿adóndeWaarheen irás aJij/je zal gaan naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
Ge
Gij
Je
Jij
, Firs?
A dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
mandeBeveelt u!
Commandeert u!
Gelast u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Schrijft u voor!
Sommeert u!
Verordent u!
Voert u aan!
Voert u het bevel!
la señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe
. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
iréIk zal gaan
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
.
Liubov Andreevna:
Firs:
Iascha:
¿Por quéWaarom tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
esaDat
Die
caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te encuentrasJij/je bent gesteld
Jij/je bevindt je
Jij/je maakt het
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
?...
LoDe
Hem
Het
U
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
que podíasJij/je kon
Jij/je mocht
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
acostarteIn bed stoppen
Naar bed brengen
Naderbij brengen
Neerleggen
Neervlijen
Op bed leggen
.
¡AcostarmeIn bed stoppen
Naar bed brengen
Naderbij brengen
Neerleggen
Neervlijen
Op bed leggen
, Ja
Jawel
Wel
Zich
!... (ConDoor
Met
Per
Samen met
una sonrisaGlimlach
Glimlachen
) ¿Y quiénWie va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren

aquíAlhier
Hier
las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
faltoIk ben absent
Ik ben afwezig
Ik ontbreek
Ik scheel
yoEgo
Ik
?... ¡EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
!
(A Liubov Andreevna) ¡Liubov Andreevna! ¡Permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!

que leHaar
Hem
Het
U
dirijaAdresseert u!
Bestuurt u!
Chauffeert u!
Dirigeert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ment
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Ik adresseer
Ik bestuur
Ik chauffeer
Ik dirigeer
Ik men
Ik richt
Ik rijd
Ik stuur
Ik vervoer
Ment u!
Richt u!
Rijdt u!
Stuurt u!
Vervoert u!
un ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
!... ¡TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
la bondadGoedheid!... ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat

ustedGij
U
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
a ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs
, llévemeBerekent u!
Breng
Brengt u bijeen!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Ik bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
Neemt u mee!
Vervoert u!
a Me
Mij
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
! ¡HágameBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!

la mercedGenade
Merced
!... ¡YoEgo
Ik
, decididamente, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
aquíAlhier
Hier
!.
(BajandoAfdalend
Afslaand
Afstappend
Aftrekkend
Dalend
Kortend
Korting gevend
Lager zettend
Naar beneden gaand
Naar beneden gaand uitstappen
Neerlatend
Uitstappend
Verlagend
Verzakkend
Wegzakkend
Zakkend
Zinkend
la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
y mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
) ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke

vamos aWij/we gaan naar hablarConverseren
Praten
Spreken
... UstedGij
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
en saberloKennen
Smaken
Weten
... El
paísLand esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
inculto y la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
inmoral...¡Y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
aburridoSaai
Verveeld
Vervelend
Vervelende
!...
¡En la cocinaBereid!
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Keuken
Kook!
Kookgelegenheid
Oven
leHaar
Hem
Het
U
dan aZij/ze zien uit op uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
horriblementeVerschrikkelijk malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte

y, por siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
Firs, correteandoHeen en weer lopend
Straatslijpend
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
de
aquíAlhier
Hier
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
alláDaar y mascullandoBinnensmonds prevelend vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
ustedGij
U
a sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
quéWat
Welke
!...
¡LlévemeBerekent u!
Breng
Brengt u bijeen!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Ik bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
Neemt u mee!
Vervoert u!
consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf
!... ¡TengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
esaDat
Die
bondadGoedheid!
ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
V
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Pischik

Pischik: ¡AdorableAanbiddelijk
Aanbiddelijke
Aanbiddenswaardig
Aanbiddenswaardige
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
..., permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!
que la invite aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trakteert op
Ik trakteer op
Trakteert u op!
un valsWals!
(Liubov Andreevna se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
a bailarDansen con élDaarmee) ¡En todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle


casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
, ciento100
Honderd
ochenta80
Tachtig
rublosRoebels Ja
Jawel
Wel
Zich
podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
ustedGij
U
darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
,

encantoBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Gratie
Ik bekoor
Ik ben dol op
Ik charmeer
Ik vind geweldig
Ik vind prachtig
!... ¡MeMe
Mij
los dará(Het) zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlenen
!... (Pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken
bailandoDansend alNaar de
Naar het
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
)

Iascha:
(CanturreandoBrommend
Gonzend
Razend
Snorrend
Suizelend
Suizend
Tuitend
Zoemend
a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
) "¿PodrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen
comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
... la
inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting
de miMi
Mijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
?"... (En el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
, un figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor!
tocadaAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangezeten
Beroerd
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld

conDoor
Met
Per
Samen met
chisteraHoge hoed grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
y vistiendoAankledend
Kledend
Omkledend
Staand
un pantalónBroek
Lange broek
Pantalon
a cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten
, daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!

saltosSchoonspringen
Sprongen
y agitaAgiteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Hits op!
Roer!
Rui op!
Schud!
Stook op!
Wind op!
los brazosArmen. Se oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
gritarBalken
Blaten
Brullen
Gieren
Grommen
Hinniken
Joelen
Loeien
Roepen
Schreeuwen
Uitjouwen
BravoBraaf
Brave
Dapper
Dappere
Stoutmoedig
Stoutmoedige
,
Scharlotta Ivanovna!")

Duniascha:
(DeteniéndoseAfslaand
Blijvend staan
Halt houdend
Stilhoudend
Stilstaand
Stoppend
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
empolvarseBestrooien el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
) La señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster

meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
mandadoAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
que baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
y
pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
damasDames
Damspel
Jonkvrouwen
Vrouwen
...; peroDoch
Echter
Maar
a miMi
Mijn
, Firs Nikolaevich, el baileBal
Dans
Dansen
Dansgelegenheid
Danspartij
Danst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst
Ik dans
meMe
Mij

mareaGetij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zeeziek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt lastig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Hinder!
Maak zeeziek!
Stuur!
Tij
Val lastig!
Verkoop!
Verveel!
la cabezaHoofd
Kop
Krop
y meMe
Mij
produceBerokken!
Breng op!
Breng teweeg!
Breng voort!
Doe aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt af
Lever op!
Produceert
Richt aan!
Sticht!
Veroorzaak!
Werp af!
palpitacionesHartkloppingen alNaar de
Naar het
corazónHart
Klokhuis
.
¡FigúreseDenkt u zich in!
Stelt u zich voor!
Verbeeldt u zich!
que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
el empleadoAangewend
Ambtenaar
Beambte
Bediende
Benut
Doorgevoerd
Employé
Gebruikt
In toepassing gebracht
Kantoorbediende
Personeelslid
Toegepast
Werknemer
Winkelbediende
de CorreosPosten
Postkantoor
acabaBesluit!
Beëindig!
Eindig!
Gebruik op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Maak op!
Maak uit!
Sluit af!
Teer op!
Verbruik!
Verdoe!
Verklungel!
Verkwist!
Vermors!
Verspil!
Voleindig!
Werk af!
Werk uit!
de
decirmeOpgeven
Spreken
Zeggen
una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
que meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
cortadoAfbreken
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Afplukken
Afrukken
Doorgesneden
Doorsnijden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Hakken
Het hoofd afgeslagen
Houwen
Kappen
Knippen
Koffie met een beetje
 melk
Koffie met melk
Koffie met weinig melk
Onthoofd
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verricht
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitgeschakeld
Uitschakelen
Versneden
Weggescheurd
Wegscheuren
la respiraciónAdem
Ademen
Ademhalen
Ademhaling
Asem
Respiratie
!...
(La músicaMuziek cesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Houd op!
Laat af!
Scheid uit!
Stop!
Wijk!
) "¡Parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
ustedGij
U
-meMe
Mij
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
- una florBloei
Bloem
Bloesem
!"

Iascha:
(BostezandoGapend
Geeuwend
) ¡QuéWat
Welke
ignoranciaDomheid
Onwetendheid
! (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
)

Duniascha:
¡Una florBloei
Bloem
Bloesem
!... ¡YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
una muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
delicadaDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
!... ¡MeMe
Mij

agradanZij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze maken naar de
 zin
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden prettig
Zij/ze zinnen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
las palabrasBewoordingen
Woorden
dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoederen
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid
!

Firs:
¡Vas aJij/je gaat naar perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
la cabezaHoofd
Kop
Krop
!

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
VIIk bekeek
Ik keek
Ik zag


Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Epijodov

Epijodov:
¡Avdotia Fedorovna!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
ustedGij
U
fijarseLetten op
Zich richten op
en miMi
Mijn
!
¡MeMe
Mij
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
que a un insectoInsect! (respiraAdem!
Haal adem!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ademt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt adem
)
¡QuéWat
Welke
vidaHachje
Leven
estaDeze
Dit
!

Duniascha:
¿Y quéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo queDat wat
Wat
deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens!
?

Epijodov:
¡Tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden
ustedGij
U
razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
, seguramenteBeslist
Vast
Zeker
; peroDoch
Echter
Maar
, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
...,
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
punto de vistaGezichtspunt
Standpunt
, ustedGij
U
..., permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!

la expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
..., y perdónBegenadigen
Excuus
Gratie
Kwijtschelding
Pardon
Vergeven
Vergiffenis
por la franquezaOpenhartigheid..., meMe
Mij
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
en
un estado de ánimoGemoedstoestand
Moreel
Stemming
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
!... ¡ConozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
miMi
Mijn
malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten

fortunaFortuna!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
díaDag
Etmaal
en el queWaarin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me ocurraIk kom op
Ik kom op bij
 iemand
Ik schiet te binnen
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere

desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
!... ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estoy acostumbrado aIk ben gewend aan elloDat
Het
, por lo queDat wat
Wat

contemploIk beschouw
Ik koekeloer
miMi
Mijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
conDoor
Met
Per
Samen met
la sonrisaGlimlach
Glimlachen
en los labiosLippen!... ¡MeMe
Mij

dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
ustedGij
U
suHaar
Hun
Uw
Zijn
palabraBewoording
Woord
y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
yoEgo
Ik
...!

Duniascha:
LeHaar
Hem
Het
U
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
que me dejeIk geef me over
Ik verwaarloos me
Ik wijd me aan
 iets
Ik word terneergeslagen
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
en pazQuitte. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hablaremosWij/we zullen converseren
Wij/we zullen praten
Wij/we zullen spreken

más tardeLater
Straks
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
soñandoDromend
Mijmerend
(JugueteaDartel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dartelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze robbedoest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoeit
Robbedoes!
Stoei!
conDoor
Met
Per
Samen met
el
abanicoIk waai
Ik waai frisse lucht
 toe
Ik wan
Waaier
)

Epijodov: ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
díaDag
Etmaal
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me ocurraIk kom op
Ik kom op bij
 iemand
Ik schiet te binnen
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval
,
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
yoEgo
Ik
..., permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!
la expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
..., meMe
Mij
limiteBegrenst u!
Beknot u!
Beperking
Beperkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt beperkingen op
 aan
Ik begrens
Ik beknot
Ik beperk
Ik leg beperkingen op
 aan
Legt u beperkingen op
 aan!
a
sonreírGlimlachen y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
me ríaIk lach!... (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
del salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
y entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
en la
salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
)

Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
: ¿TodavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand
marchadoGelopen
Gemarcheerd
, Semión? ¡QuéWat
Welke
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
respetuosoRespectvol
Respectvolle
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
!... ¡Duniascha..., salGa buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
de aquíAlhier
Hier
!
(A Epijodov) ¡TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
te ponesJij/je doet aan
Jij/je doet op
Jij/je kleedt je aan
Jij/je smeert
Jij/je smeert in
Jij/je stelt je aan
Jij/je trekt aan
Jij/je wordt
a jugar al billarBiljarten y
rompesJij/je breekt
Jij/je breekt af
Jij/je breekt door
Jij/je breekt stuk
Jij/je maakt kapot
Jij/je schendt
Jij/je verbreekt
un tacoBiljartkeu
Blok
Houtblok
Keu
Plug
Scheldwoord
Taco
Vloek
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
teJe
Jou
paseas porJij/je wandelt door la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
como siAlsof
fuerasJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was
un invitadoGenodigde
Genood
Gevraagd
Geïnviteerd
Uitgenodigd
!
Epijodov: Permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!
que leHaar
Hem
Het
U
digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
a exigirmeEisen
Opeisen
Rekenen
Vereisen
Vergen
Verlangen
Voorschrijven
Vorderen

nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
.
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
: NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
exijoIk eis
Ik eis op
Ik reken
Ik schrijf voor
Ik vereis
Ik verg
Ik verlang
Ik vorder
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. TeJe
Jou
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
, sencillamenteEenvoudig
Ongekunsteld
Simpel
. TeJe
Jou

pasasAangegeven
Aangereikt
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Ingehaald
Jij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Rozijnen
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voorbijgegaan
el tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
vagandoDolend
Drentelend
Dwalend
Flanerend
Kuierend
Ronddolend
Ronddwalend
Rondhangend
Slenterend
Warend
Zwervend
de aquíAlhier
Hier
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
alláDaar sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ocuparteBekleden
Beslaan
Betrekken
Bewaren
Bewonen
Bezetten
Bezig houden
Bezighouden
In beslag nemen
Vervullen

de lo queDat wat
Wat
hay queMen moet hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
. ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se sabeMen weet paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast

un escribiente!
Epijodov:
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
:
(OfendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
) ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
andoIk ga
Ik ga te voet
Ik ga voort
Ik leg af
Ik loop
Ik neem deel aan
Ik wandel (snel)
Ik werk
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
o siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen
alNaar de
Naar het

billarBiljart
Biljartspel
... sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
que soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
censurarAfkeuren
Beknorren
Berispen
Censureren
Gispen
Keuren
Laken
Terechtwijzen
Verwijten
Wraken
los queWie
Zij die

entiendenZij/ze begrijpen
Zij/ze beseffen
Zij/ze bevatten
Zij/ze snappen
Zij/ze vatten
Zij/ze verstaan
Zij/ze voelen aan
!... ¡Las personasMensen
Personages
Personen
mayoresGroot
Grote
Majoors
Oudere
Ouderen
!...
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
te atreves aJij/je durft hablarmeConverseren
Praten
Spreken
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
? (AcaloradamenteVerhit)
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
te atrevesJij/je bestaat
Jij/je durft
Jij/je waagt
Jij/je wordt brutaal
Jij/je wordt onbeschaamd
? ¿QuieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
, acasoToeval
Toevalligheid
, decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

entiendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan
? ¡Fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
aquíAlhier
Hier
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
! ¡AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans

mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
!
Epijodov:
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
:
(AcobardadoAfgeschrikt
Verjaagd
Vrees aangejaagd
) LeHaar
Hem
Het
U
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
se expreseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt zich uit conDoor
Met
Per
Samen met
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
delicadezaAngstvalligheid
Fijngevoeligheid
Kiesheid
Nauwgezetheid
.
(Fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
Ja
Jawel
Wel
Zich
) ¡LargoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
de aquíAlhier
Hier
ahora mismoAanstonds
Dadelijk
Komt eraan
Meteen
Nu
Nu meteen
Onmiddellijk
Op dit moment
Op staande voet
Subiet
Zo meteen
Zo-even nog
! ¡LargoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
!...
(Epijodov seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtaan
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten
de Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
, se dirige aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klampt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt aan bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt toe
la
puertaDeur
Poort
Portier
Veintidós22
Tweeëntwintig
desdichasOngelukken!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vuelvas aJij/je gaat terug naar
Jij/je keert terug naar
Jij/je komt terug naar
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
aquíAlhier
Hier

los piesPoten
Voeten
! ¡Que misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
veanBekijkt u!
Kijkt u!
Ziet u!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
! (Epijodov sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
,
oyéndose decirOpgeven
Spreken
Zeggen
al otro lado deAan de overkant van
Over
Over ... heen
Overheen
la puertaDeur
Poort
Portier
: "¡Voy aIk ga naar
quejarmeBedroeven de ustedGij
U
!") ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
!... ¿ConDoor
Met
Per
Samen met
que vuelvesJij/je draait
Jij/je draait om
Jij/je draait rond
Jij/je gaat terug
Jij/je gaat weer
Jij/je keert
Jij/je keert terug
Jij/je keert weder
Jij/je komt terug
Jij/je komt weder
Jij/je komt weerom
Jij/je loopt terug
Jij/je trekt terug
Jij/je wendt
Jij/je wentelt
Jij/je zwenkt
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één

vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
?... (CogiendoAangrijpend
Aanvattend
Afplukkend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Door vast te pakken
Gaand halen
Grijpend
Halend
Nemend
Oprapend
Pakkend
Plukkend
Tokkelend
Vastgrijpend
Vastpakkend
Vattend
el bastónStaf
Stok
Terebint
Terpentijnpistache
, dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la puertaDeur
Poort
Portier
por
Firs) ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
!... ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
!... ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
!... ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
teJe
Jou
haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren
yoEgo
Ik
verBekijken
Kijken
Zien
!...
¿VienesJij/je komt
Jij/je komt mee
?..., ¿VienesJij/je komt
Jij/je komt mee
? ¡PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
! (En el precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige

momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
en queWaarin alzaBeur!
Haal op!
Hef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogt
Richt op!
Richtmiddel
Til!
Trek omhoog!
Verhef!
Verhoog!
Vizier
Zoeker
el brazoArm y golpeaBonk!
Bons!
Hengst!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt op
Houw!
Klap!
Klop!
Mep!
Sla!
Val op!
, entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Lopajin)
Lopajin:
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
:
Lopajin:
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
:
MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
agradecidoBedankt
Bedankt voor
Dank betuigd
Dankbaar
Dankbaar geweest
Dankbaar geweest voor
Dankbare
Gedankt
Te danken gehad
.
(Con ironíaIronisch y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
enfadadaBoos
Boos gemaakt
Boze
Giftig
Giftige
Kwaad
Kwade
Nijdig
Nijdige
Toornig
Toornige
Verbolgen
Verstoord
Verstoorde
Vertoornd
Vertoornde
) UstedGij
U
dispenseHet spijt me
Pardon
Sorry
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
. MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere
graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
por el gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
obsequioCadeau
Donatie
Geschenk
Gift
Ik houd vrij
Ik onthaal
Ik trakteer
Ik vergast
Onthalen
Schenking
Trakteren
Vergasten
Vrijhouden
.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
por quéWaarom darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
(Se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
 de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert
a un ladoOpzij!, peroDoch
Echter
Maar

luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
se detieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
y preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!
suavementeZacht
Zachtjes
) ¿LeHaar
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet

dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
?
Lopajin:
VocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
en el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
:
Pischik:
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
..., aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
... el chichónBuil será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
.
HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
Lopajin!... ¡Ermolai Aleksich!"
AquíAlhier
Hier
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
(CambiandoAfwisselend
Denaturerend
Kenterend
Ruilend
Variërend
Veranderend
Verkerend
Vermakend
Werkend
Wisselend
un abrazoIk omarm
Ik omhels
Ik omvadem
Omarming
Omhelzing
conDoor
Met
Per
Samen met
Lopajin) ¡Hueles aJij/je riekt naar
Jij/je ruikt naar

coñacCognac, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
! ¡TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
aquíAlhier
Hier
nos(Aan) ons
Ons
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
divirtiendoAmuserend
Onderhoudend
Opvrolijkend
Vermakend
!
ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
VII
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Liubov Andreevna

Liubov Andreevna: ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ustedGij
U
, Ermolai Aleksich?...¿Por quéWaarom hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
tardadoAchtergebleven
Gedraald
Geduurd
Getalmd
Getreuzeld
Lang over iets gedaan
Lang weggebleven
Nagebleven


tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
?... ¡DóndeWaar
Waarheen
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
Leonid?

Lopajin:
Liubov Andreevna:
Lopajin:
Leonid Andreich haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
venidoGekomen
Meegekomen
conmigoMet mij
Met mij mee
. En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
estará(Het/hij/zij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zitten

aquíAlhier
Hier
.
(NerviosaNerveus
Nerveuze
Zenuwachtig
Zenuwachtige
) BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
..., ¿Y quéWat
Welke
? ¿HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping
?... ¡HablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
!
(Azarado, y temiendoBang zijnd voor
Duchtend
Schromend
Terugschrikkend voor
Vrezend
descubrirOntdekken
Uitvinden
Uitvorsen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
) La subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping

terminó(Het) eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
a eso deCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
las cuatro4
Vier
... LlegamosWij/we arriveerden
Wij/we arriveren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaven aan
Wij/we geven aan
Wij/we komen aan
Wij/we kwamen aan
Wij/we landden aan
Wij/we landen aan
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven
conDoor
Met
Per
Samen met
retrasoAchterlopen
Achteruitgaan
Ik ga achteruit
Ik stel uit
Oponthoud
Opschorting
Uitstel
Uitstellen
Verdaging
Verlating
Verlet
Vertraging
alNaar de
Naar het

trenTrein
Tros
y tuvimos queWij/we behoorden
Wij/we dienden
Wij/we hoorden
Wij/we moesten
esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
las nueve9
Negen
y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
.
(ConDoor
Met
Per
Samen met
un profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
suspiroIk hunker
Ik kreun
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Verzuchting
Zucht
) ¡UfFoei!... ¡La cabezaHoofd
Kop
Krop
meMe
Mij
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!

vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeren
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
!
ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
VIII

Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Gaev. ConDoor
Met
Per
Samen met
la manoDe hand derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse
sostieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
paquetesPakjes
Pakketten
, y conDoor
Met
Per
Samen met
la izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse


se secaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt zich af
Men droogt
las lágrimasTranen.

Liubov Andreevna:

Gaev:

Pischik:
Liubov Andreevna:
Lopajin:
Liubov Andreevna:
Lopajin:

¡Lionia!... ¿QuéWat
Welke
?... ¡Lionia!... ¿QuéWat
Welke
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
?... (ImpacienteDoet u het geduld
 verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
 verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
 verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig!
y
llorosaHuilerig
Huilerige
) ¡Por el amorAffectie
Liefde
Min
de DiosGod
Godheid
!...
(HaciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
, por todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord
, un ademánGebaar
Geste
Houding
de
desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop
, y a Firs, llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend
.) ¡CogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!
estoDeze
Dit
!... ¡AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds

vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
anchoasAnsjovissen..., arenquesHaringen!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
probadoAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt
bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk
!
¡CuántoHoelang
Hoeveel
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen
! (Por la puertaDeur
Poort
Portier
abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
del billarBiljart
Biljartspel
se
oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
un chocarAanstoot geven
Botsen
Choqueren
Klappen
Kloppen
Kwetsen
Opvallen
Slaan
de bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen
y la vozInspraak
Stem
Stemgeluid
de Iascha, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:
Siete7
Zeven
y dieciocho18
Achttien
!" El rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
de Gaev adquiere(Het) verkrijgt
Behaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Koop aan!
Koop!
Krijg!
Maak buit!
Verkrijg!
Verwerf!
una
nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!
.) ¡EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
terriblementeVerschrikkelijk
cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
! ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
Firs, y ayúdameAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
a cambiarmeAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen
de ropaKleding
Kleren
!
(AtraviesaDoorkruis!
Ga door!
Ga over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorkruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt door
Kom door!
Leg af!
Loop af!
Loop over!
Maak door!
Steek over!
Trek door!
el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning
, seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtaan
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten
por
Firs)
¿QuéWat
Welke
pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
en la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping
? CuéntenosBerekent u!
Calculeert u!
Debiteert u!
Leest u voor!
Rekent u uit!
Rekent u!
Telt u af!
Telt u neer!
Telt u!
Verhaalt u!
Vertelt u!
Zij/ze berekenen
Zij/ze calculeren
Zij/ze debiteren
Zij/ze lezen voor
Zij/ze rekenen
Zij/ze rekenen uit
Zij/ze tellen
Zij/ze tellen af
Zij/ze tellen neer
Zij/ze verhalen
Zij/ze vertellen
.
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
de los cerezosKersenbomen
Zoete kersen
?
Ja
Jawel
Wel
Zich
... HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
.
¿Y quiénWie loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
compradoAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen
?
LoDe
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
compradoAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen
yoEgo
Ik
. (PausaPauze
Rust
. Liubov Andreevna
experimenta(Hij) experimenteert
Beleef!
Ervaar!
Experimenteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ervaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze experimenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Maak door!
Ondervind!
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
depresiónDepressie
Deprimeren
Diepte
Laagte
Neerdrukken
Terneerdrukken
, que hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
alNaar de
Naar het
sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem

de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haberBezitting
Hebben
Zijn
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
una butacaArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zitplaats
Zorgstoel
y una mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
;
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
se quitaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Men verwijdert
del cinturónCeintuur
Gordel
Riem
Zone
el manojo de llavesSleutelbos, loDe
Hem
Het
U
tiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit!
en
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
de la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
y se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
). ¡LoDe
Hem
Het
U
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
compradoAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen
yoEgo
Ik
!...
¡EsperenHoopt u!
Is u bedacht op!
Staat u te wachten!
Verwacht u!
Voorziet u!
Wacht u af!
Wacht u op!
Wacht u!
Ziet u vooruit!
Zij/ze hopen
Zij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze voorzien
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af
Zij/ze wachten op
Zij/ze zien vooruit
Zij/ze zijn bedacht op
, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
! ¡HaganBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet u!
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
!... ¡TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke


embrolloIk betrek
Ik verstrik
Ik verwar
Ik verwikkel
en la cabezaHoofd
Kop
Krop
!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
hablarConverseren
Praten
Spreken
!... (RíeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!
) EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
el
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
que, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegamosWij/we arriveerden
Wij/we arriveren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaven aan
Wij/we geven aan
Wij/we komen aan
Wij/we kwamen aan
Wij/we landden aan
Wij/we landen aan
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven
a la subastaAanbesteding
Afslag
Auctie
Mijn
Veiling
Vendu
Vendutie
Verkoping
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
.
Deriganov... Leonid Andreich noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
disponía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikte over
Ik beschikte over
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de
quince15
Vijftien
mil1000
Duizend
rublosRoebels, mientras queTerwijl Deriganov empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan

ofreciendoAanbiedend
Biedend
Te koop aanbiedend
Uitlovend
Voordragend
Voorslaand
Voorstellend
de un golpeBeroerte
Bonken
Bonzen
Flap
Hengsten
Houw
Houwen
Klap
Klappen
Kloppen
Mep
Meppen
Opvallen
Shock
Slaan
Slag
Stoot
treinta30
Dertig
sobre laOp de
Op het
deudaSchuld... YoEgo
Ik
meMe
Mij

diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
de que el asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
se poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
, y
ofrecíIk bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
 aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor
cuarenta40
Veertig
... ÉlHem
Hij
, entoncesDan
Dus
Toen
cuarenta40
Veertig
y cinco5
Vijf
... YoEgo
Ik
,
cincuenta50
Vijftig
y cinco5
Vijf
... ÉlHem
Hij
iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
subiendoBeklimmend
Bestijgend
Hoger zettend
In de trein stappend
Instappend
Klimmend
Naar boven brengend
Naar boven dragend
Naar boven gaand
Omhoog gaand
Opgaand
Opkomend
Opstaand
Rijzend
Stijgend
Verrijzend
Wassend
de cinco5
Vijf
en cinco5
Vijf
, y
yoEgo
Ik
de diez10
Tien
en diez10
Tien
... Hasta queTot
Totdat
, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, conDoor
Met
Per
Samen met
misMi's
Mijn
noventa90
Negentig

mil1000
Duizend
sobre laOp de
Op het
deudaSchuld, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
terminó(Het) eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
a miMi
Mijn
favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
... ¡El jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin

de los cerezosKersenbomen
Zoete kersen
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
míoMijne
Van mij
!... ¡MíoMijne
Van mij
! (RíeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!
) ¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
!...
¡MíoMijne
Van mij
el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
!... ¡DíganmeGeeft u op!
Spreekt u!
Zegt u!
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte
! ¡Que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb

perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen
el juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
!... ¡Que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
... (DandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend

patadasSchoppen
Schoppens
Trappen
en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
) ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se rían deZij/ze lachen uit miMi
Mijn
!... ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
padrePater
Vader
y
miMi
Mijn
abueloGrootvader
Opa
se levantaranZij/ze gingen staan
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze werden wakker
de la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!
y asistieran aZij/ze bezochten
Zij/ze waren aanwezig
Zij/ze waren aanwezig bij
Zij/ze woonden bij
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

acontecimientoBelangrijke gebeurtenis
Evenement
Gebeurde
Gebeurtenis
Gelegenheid
Geval
Voorgevallene
!... ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
vieranZij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
Ermolai, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

apaleado..., a suHaar
Hun
Uw
Zijn
analfabetoAnalfabeet Ermolai..., a aquelDat
Die
que
corríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
Ik holde
Ik liep hard
Ik racete
Ik rende
Ik snelde
Ik sprintte
descalzoBarrevoets
Blootsvoets
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
los inviernosWinters..., a eseDat
Die
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve

Ermolai, comprandoAankopend
Aanschaffend
Afnemend
Boodschappen doend
Door te kopen
Inkopend
Kopend
Overnemend
la haciendaHaciënda másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
maravillosaMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
que
puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
existirBestaan en el mundoAardrijk
Wereld
!... ¡HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
compradoAangekocht
Aangeschaft
Afgenomen
Boodschappen gedaan
Gekocht
Ingekocht
Overgenomen
la haciendaHaciënda
en la queDat
Die
Wie
Zij die
miMi
Mijn
padrePater
Vader
y miMi
Mijn
abueloGrootvader
Opa
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
esclavosSlaven! ¡En la
que ni siquieraZelfs niet en la cocinaBereid!
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Keuken
Kook!
Kookgelegenheid
Oven
se lesHen
Hun
U
permitíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde
Ik belette niet
Ik gedoogde
Ik liet toe
Ik permitteerde
Ik stond toe
Ik vergunde
Ik veroorloofde
entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
!... ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

estoDeze
Dit
un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
? ¿Una ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
? ¿SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
un productoBeschot
Gewrocht
Oogstopbrengst
Opbrengst
Product
Productie
Produkt
Voortbrengsel
de la
imaginaciónFantasie
Imaginatie
Verbeelding
Verbeeldingskracht
envueltoGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt
en la oscuridadDonkerheid
Duisterheid
Duisternis
Onbekendheid
Onduidelijkheid
Vergetelheid
de la
incertidumbreOnzekerheid? (LevantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
las llavesAccolades
Moersleutels
Schroefsleutels
Sleutels
del sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
, conDoor
Met
Per
Samen met

una sonrisaGlimlach
Glimlachen
de ternuraGevoeligheid
Malsheid
Murwheid
Tederheid
Weekheid
Zachtheid
) ¡TiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit
las llavesAccolades
Moersleutels
Schroefsleutels
Sleutels
!... ¡Quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!

demostrarAantonen
Adstrueren
Bewijzen
Laten zien
Staven
Uitwijzen
Waarmaken
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel!
aquíAlhier
Hier
! (Haciéndolas
tintinearKletteren
Klingelen
Rinkelen
Tingelen
.) ¡BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
!... ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
! (Se oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
a los músicosMusici
Muzikanten
Speellieden
Speellui
Toonkunstenaars

afinarBijstellen
Stemmen
susHaar
Hun
Uw
Zijn
instrumentosInstrumenten
Middelen
Werktuigen
) ¡EhHallo

Hé daar
Zeg
, músicosMusici
Muzikanten
Speellieden
Speellui
Toonkunstenaars
!... ¡TocadBeroer!
Ga over!
Ga!
Klep!
Klink!
Kom aan!
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
!...
¡QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
oírosHoren
Vernemen
Verstaan
!... ¡VenidKom mee!
Kom!
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
y vedBekijk!
Kijk!
Zie!
cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
Ermolai
Lopajin asestaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert schade aan
 te richten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt de blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Probeer schade aan te
 richten!
Richt de blik!
Richt!
Stel!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
hachazo alNaar de
Naar het
jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
de los
cerezosKersenbomen
Zoete kersen
!... ¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
los árbolesBomen
Masten
caenCaen
Zij/ze geraken
Zij/ze laten vallen
Zij/ze vallen
Zij/ze vallen af
Zij/ze vallen neer
Zij/ze verschieten
Zij/ze vervallen
derribadosAfgebroken
Gekanteld
Gesloopt
Neergehaald
Omgegooid
Omgekeerd
Omvergegooid
Ten val gebracht
alNaar de
Naar het

sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
!... ¡ConstruiremosWij/we zullen aanleggen
Wij/we zullen bouwen
Wij/we zullen construeren
Wij/we zullen ineenzetten
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen met elkaar
 verbinden
casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
 echt
Panden
Tehuizen
veraniegasZomers
Zomerse
y nuestrosOnze
Van ons

nietosKleinkinderen
Kleinzonen
Kleinzoons
y bisnietosAchterkleinkinderen conoceránZij/ze zullen bekend zijn
 met
Zij/ze zullen kennen
Zij/ze zullen kennismaken
Zij/ze zullen leren kennen
Zij/ze zullen weten
aquíAlhier
Hier
una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws
vidaHachje
Leven
!...
¡Toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
, músicaMuziek!... (La músicaMuziek empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Snijd aan!
Vang aan!
. Liubov
Andreevna, desplomadaDe loodrechte stand gedaan
 verliezen
sobre unaOp een sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
, lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!

amargamente, conDoor
Met
Per
Samen met
rencorHaatdragendheid
Rancune
Wrok
) ¿Por quéWaarom..., por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou

ustedGij
U
oírmeHoren
Vernemen
Verstaan
?... ¡PobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
..., pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
míaVan mij!... ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se puedeMen kan
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
alNaar de
Naar het
pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
! (ConDoor
Met
Per
Samen met
los ojosKijkers
Ogen
llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de lágrimasTranen) ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
!
¡Que pase(Het) gaat over
Brengt u door!
Gaat u langs!
Gaat u over!
Gaat u voorbij!
Gebeurt u!
Geeft u aan!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Komt u langs!
Komt u om!
Komt u verder!
Laat u door!
Overkomt u!
Passeert u!
Reikt u aan!
Steekt u over!
Verdrijft u!
Vergaat u!
Verloopt u!
Verstrijkt u!
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
todo estoDit alles!... ¡Que cambieDenatureert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denatureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kentert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze varieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt af
Ik denatureer
Ik kenter
Ik ruil
Ik varieer
Ik verander
Ik verkeer
Ik vermaak
Ik werk
Ik wissel
Ik wissel af
Kentert u!
Ruilt u!
Varieert u!
Verandert u!
Verkeert u!
Vermaakt u!
Werkt u!
Wisselt u af!
Wisselt u!
nuestraOns
Onze
Van ons

desdichada vidaHachje
Leven
!

Pischik:
(A mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
, cogiéndole de un brazoArm) ¡EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend
!
¡VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
alNaar de
Naar het
salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
! ¡DejémoslaLaten we achterlaten
Laten we in de
 steek laten
Laten we laten
Laten we laten begaan
Laten we laten schieten
Laten we legateren
Laten we lenen
Laten we loslaten
Laten we nalaten
Laten we opleveren
Laten we overlaten
Laten we toestaan
Laten we toevertrouwen
Laten we verlaten
Laten we vermaken
Laten we verzuimen
Laten we zich verlaten
 van
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
 steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leveren op
Wij/we staan toe
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimen
solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten
! ¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
! (LeHaar
Hem
Het
U
cogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!

de un brazoArm y leHaar
Hem
Het
U
encaminaHelp op weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt naar een
 bepaald punt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past de middelen
 toe die tot een doel leiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
 aan
Leid naar een bepaald
 punt!
Pas de middelen toe
 die tot een doel leiden!
Wijs de weg aan!
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
)

Lopajin:
PeroDoch
Echter
Maar
, buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, y estoDeze
Dit
¿quéWat
Welke
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
?... ¡MúsicaMuziek, toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
! ¡Que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
!... ¡AquíAlhier
Hier
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
un
nuevoNieuw
Nieuwe
terratenienteGrondbezitter! ¡El amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
del jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
de los cerezosKersenbomen
Zoete kersen
!
(alNaar de
Naar het
ir aGaan naar salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
, tropiezaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze struikelt
Struikel!
conDoor
Met
Per
Samen met
una mesitaTafeltje y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
a puntoPrecies goed de
dejar caerAfleggen
Opgeven
Prijsgeven
. Los candelabrosKandelabers
Kroonluchters
que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
ellaHaar
Ze
Zij
) ¡TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
pagarloBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen
!... (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
conDoor
Met
Per
Samen met
Pischik. En el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
y en la
salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
, salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red
Liuybov Andreevna, que,
sentadaAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
y conDoor
Met
Per
Samen met
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
encogidoBang
Bange
Beschroomd
Beschroomde
Nauwer gemaakt
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuw
Schuwe
Vernederd
Verootmoedigd
Vreesachtig
Vreesachtige
, lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!
amargamente.
La músicaMuziek toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan!
en un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht
suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
. Trofimov y Ania
entranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
. ÉstaDeze
Dit
se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
y se
arrodillaDoe knielen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet knielen
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
ellaHaar
Ze
Zij
. Trofimov permaneceBlijf over!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Rest!
Resteer!
Toef!
Verblijf!
detenidoAangehouden
Afgehouden
Arrestant
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden
en la
líneaLijn
Linaceae
Linie
Regel
Schreef
Streep
Toer
Vlasfamilie
que separaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Scheid
Scheid af!
Scheid!
Schift!
Zonder af!
la salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout!
del salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
).

Ania:
¡MamáMamma
Moeder
!... ¡MamáMamma
Moeder
!... ¡EstásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit
llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend
!... ¡MiMi
Mijn
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
! ¡MiMi
Mijn

maravillosaMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke
mamáMamma
Moeder
! ¡CuántoHoelang
Hoeveel
teJe
Jou
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
!... ¡TeJe
Jou
bendigoBendigo
Ik wijd
Ik wijd in
Ik zegen
Ik zegen in
!...
¡Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
vendidoGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan
el jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
de los cerezosKersenbomen
Zoete kersen
! ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloresJij/je bejammert
Jij/je betreurt
Jij/je beweent
Jij/je huilt
Jij/je krijt
Jij/je schreit
Jij/je weent
, mamáMamma
Moeder
!... ¡Por delante deLangs
Voorbij
tiJe
Jou
teJe
Jou

queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
la vidaHachje
Leven
!... ¡La purezaMaagdelijkheid
Reinheid
Zuiverheid
del almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
!... ¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
conmigoMet mij
Met mij mee
!...
¡VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
!... ¡VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
de aquíAlhier
Hier
!... ¡PlantaremosWij/we zullen aanplanten
Wij/we zullen planten
Wij/we zullen poten
un
nuevoNieuw
Nieuwe
jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
que será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
! ¡Ge
Gij
Je
Jij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt

de verloBekijken
Kijken
Zien
..., de comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan
..., y la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
, una alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde

profundaDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
, descenderáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afdalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afstammen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar beneden
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerdalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zinken
a tuJe
Jouw
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
desciendeDaal af!
Daal neer!
Daal!
Ga naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Stam af!
Stap uit!
Zink!
el solSol
Zon

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
..., y volverás aJij/je zal teruggaan naar
Jij/je zal terugkeren naar
Jij/je zal terugkomen naar
sonreírGlimlachen, mamáMamma
Moeder
!...
¡VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
, queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
! ¡VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
!...

TELON

ACTOActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
CUARTO4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning


La mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
decoraciónDecor
Decoratie
Inrichting
Onderscheiding
Ridderorde
Versiering
del primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet
. En las ventanasRamen
Vensters
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
visillos niEn niet
Evenmin
Noch
en las
paredesMuren
Wanden
cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten
. SoloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
unos cuantosEnige mueblesMeubelen
Meubels
Meubilair
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
destinadosBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
a la ventaHerberg
Overdoen
Tappen
Venta
Verhandelen
Verkoop
Verkopen
Vervreemden
Vervreemding
Wegdoen
,
permanecen(Zij) blijven
Zij/ze blijven
Zij/ze blijven over
Zij/ze resten
Zij/ze resteren
Zij/ze toeven
Zij/ze verblijven
arrinconadosIn een hoek gedreven
In een hoek gezet
. El ambienteAtmosfeer
Milieu
Sfeer
Stemming
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
. Al fondoAan het eind
Naar de bodem
del escenarioSchouwtoneel
Setting
Toneel
, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen

a la puerta de entradaIngangsdeur, se venMen ziet
Zij/ze bezoeken elkaar
Zij/ze blijken
Zij/ze laten zich zien
Zij/ze ontmoeten elkaar
Zij/ze zijn duidelijk
preparadasAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
maletasHandkoffers
Koffers
Valiezen
, envoltoriosVerpakkingen, etcEnzovoorts... Por la puertaDeur
Poort
Portier

abiertaBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
de la izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse
se oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
hablarConverseren
Praten
Spreken
a Ania y a Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
.

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
PRIMERA1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke


Lopajin tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
una actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand
expectanteAfwachtend
Afwachtende
Op handen zijnd
eEn Iascha transportaBreng over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transporteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert
Transponeer!
Transporteer!
Vervoer!
Voer!
conDoor
Met
Per
Samen met
ambasBeide manosHanden una
bandejaBakblik
Bakplaat
Blad
Dienblad
Presenteerblad
Schenkblad
Theeblad
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de copasBekers
Bokalen
Borrels
Cups
Drankjes
Drinkbekers
Glaasjes
Glazen
de champañaChampagne
Mousserende wijn
. En el recibimientoOntvangzaal
Receptiezaal
, Epijodov ataBind vast!
Bind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind!
conDoor
Met
Per
Samen met

cuerdasKoorden
Lijnen
Snaren
Snoeren
Stembanden
Touwen
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze
un cajónBak
Grote lade
Kist
Lade
Schrijn
, y detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
del escenarioSchouwtoneel
Setting
Toneel
suenanZij/ze klinken
Zij/ze maken geluid
Zij/ze snuiten de neus
Zij/ze snuiten hun neus
vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
; las de los mujiks que

vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee
a despedirAfdanken
Afmonsteren
Afzenden
Ontslaan
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
a los señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
. Se oyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
decir aZeggen tegen Gaev "¡GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
, hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen
!

¡GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
!.
Iascha: ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
que vieneAanstaand a despedirlosAfdanken
Afmonsteren
Afzenden
Ontslaan
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
!... GenteLieden
Lui
Mensen
Volk
, en
miMi
Mijn
opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
..., (Se calmaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tot rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woedt uit
el ruidoGeluid
Herrie
Kabaal
Lawaai
Leven
Ophef
Rumoer
de vocesInspraken
Stemgeluiden
Stemmen
. De la
antesalaWachtkamer entranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in
Liubov Andreevna y Gaev. La primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween!
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale
. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet
tiemblaBeef!
Bibber!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bibbert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huivert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trilt
Huiver!
Ril!
Tril!
y
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
articularVerbinden palabraBewoording
Woord
)
Gaev: ¡LeHaar
Hem
Het
U
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
el monederoPortemonnee llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
, Liuba!... ¡EsoDat
Die
Zulks
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

hacerseMaken
Raken
Worden
!...
Liubov Andreevna: ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
loDe
Hem
Het
U
pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht
impedirBeletten
Blokkeren
Verhinderen
Verhoeden
Voorkomen
! (Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
 zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!
ambosAlle twee de
Allebei
Beide
)
Lopajin: (Llamándolos) ¡Se loDe
Hem
Het
U
ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede
, por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed
! ¡AceptenAccepteert u!
Neemt u aan!
Ontvangt u!
Zij/ze accepteren
Zij/ze nemen aan
Zij/ze ontvangen
una
copitaGlaasje de despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
!... ¡Me olvidéIk leerde af
Ik vergat
Ik verleerde
en la ciudadPlaats
Stad
de
comprarAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen
champañaChampagne
Mousserende wijn
y en la estaciónHalte
Jaargetij
Jaargetijde
Seizoen
Statie
Station
Stationsgebouw
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen

una botellaFles!... ¡Por favorAlsjeblieft
Alstublieft
Gelieve
Wees zo goed
!... (PausaPauze
Rust
) ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieren(Zij) willen
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen

ustedesGij
U
?... (AlejándoseZich verwijderend van de la puertaDeur
Poort
Portier
) Ja
Jawel
Wel
Zich
loDe
Hem
Het
U
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U

comproIk doe boodschappen
Ik koop
Ik koop aan
Ik koop in
Ik neem af
Ik neem over
Ik schaf aan
. TampocoEvenmin
Ook niet
beboIk drink
Ik gebruik
yoEgo
Ik
entoncesDan
Dus
Toen
(Iascha depositaDeponeer!
Geef af!
Geef in bewaring!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft in bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Leg in!

cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam
la bandejaBakblik
Bakplaat
Blad
Dienblad
Presenteerblad
Schenkblad
Theeblad
sobre unaOp een sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
) ¡BebeDrink!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Ge
Gij
Je
Jij
,
Iascha, por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste
!
Iascha: ¡A la saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
de los queWie
Zij die
se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich
y de los queWie
Zij die
se quedanZij/ze blijven
Zij/ze blijven achter
Zij/ze blijven over
Zij/ze resten
Zij/ze resteren
Zij/ze toeven
Zij/ze verblijven
Zij/ze worden
!
(BebeDrink!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
) EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
champañaChampagne
Mousserende wijn
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
auténticoAuthentiek
Authentieke
Echt
Echte
Oorspronkelijk
. SeguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
.
Lopajin: PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
cuesta(Het) kost
Glooiing
Helling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt iets moeilijk
Kost!
Vind iets moeilijk!
ocho8
Acht
rublosRoebels la botellaFles (PausaPauze
Rust
) HaceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
un fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude

de mil1000
Duizend
diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels
aquíAlhier
Hier
.
Iascha: HoyHeden
Vandaag
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
encendidoAangedaan
Aangemaakt
Aangestoken
Aangezet
Belicht
Brandend
Brandende
Gebrand
Gedaan ontbranden
Gestookt
Het licht aangedaan
Het licht aangestoken
Ontsteking
Ontstoken
Verbrand
Verlicht
Voorgelicht
. ¡ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
nos vamosWij/we gaan af
Wij/we gaan weg
Wij/we vertrekken
Wij/we verwijderen ons
!... ¿paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

quéWat
Welke
?... (RíeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht
Lach!
.)
Lopajin: ¿De quéWat
Welke
te ríesJij/je lacht?
Iascha: De gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak

Lopajin: YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
en octubreOktober
Wijnmaand
, y en la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
solSol
Zon

y la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
calmaBedaar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerust
Kalmeer!
Kalmte
Rust
Stel gerust!
que en veranoZomer. Un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
edificarAanleggen
Bouwen
Construeren
Stichten
. (Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
el relojDe klok y dirigiendoAdresserend
Besturend
Chaufferend
Dirigerend
Mennend
Richtend
Rijdend
Sturend
Vervoerend
la
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
a la puertaDeur
Poort
Portier
) ¡SeñoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
! ¡TenganHeeft u!
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ze hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
en cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
que soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten

faltanEr ontbreken
Zij/ze ontbreken
Zij/ze schelen
Zij/ze zijn absent
Zij/ze zijn afwezig
cuarenta40
Veertig
y siete7
Zeven
minutosMinuten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden
del trenTrein
Tros
...,
lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
quiere decirBedoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedoelt
que dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
veinte20
Twintig
habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
que
marcharseWeggaan alaSlingerarm
Vlerk
Vleugel
estaciónHalte
Jaargetij
Jaargetijde
Seizoen
Statie
Station
Stationsgebouw
!... ¡DenseDoet u zich voor!
Gebeurt u!
Geeft u zich gewonnen!
Geeft u zich over!
Groeit u!
Komt u voor!
Ontstaat u!
prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid
!

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
II

De la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Trofimov conDoor
Met
Per
Samen met
el abrigoBescherming
Beschutting
Beveiliging
Ik behoed
Ik bescherm
Ik beschut
Jas
Mantel
Overjas
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
.

Trofimov: Creo queIk denk dat yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
horaTijd
Uur
de irseAfgaan
Vertrekken
Weggaan
Zich verwijderen
. Los cochesAuto's
Automobielen
Bindmiddelen
Koetsen
Overbrengers
Rijtuigen
Spoorwagens
Vehikels
Voertuigen
Wagens
Wagons
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
.
¿AdóndeWaarheen diablosBozen
Drommels
Duivelen
Duivels
habrán(Zij) zullen hebben
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen zijn
ido aGegaan naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
misMi's
Mijn
chanclosOverschoenen? MeMe
Mij

hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
desaparecidoVerdwenen
Vermiste
. (DirigiendoAdresserend
Besturend
Chaufferend
Dirigerend
Mennend
Richtend
Rijdend
Sturend
Vervoerend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vozInspraak
Stem
Stemgeluid
a la puertaDeur
Poort
Portier
)
¡Ania!... ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
misMi's
Mijn
chanclosOverschoenen?... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
los
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
!
Lopajin: YoEgo
Ik
tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Jarkov. LesHen
Hun
U
acompañoIk accompagneer
Ik begeleid
Ik ga mee
Ik loop mee
Ik vergezel
en el
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
trenTrein
Tros
. En Jarkov pasaréIk zal aangeven
Ik zal aanreiken
Ik zal doorbrengen
Ik zal doorlaten
Ik zal gebeuren
Ik zal inhalen
Ik zal langsgaan
Ik zal langskomen
Ik zal omkomen
Ik zal overgaan
Ik zal overkomen
Ik zal oversteken
Ik zal passeren
Ik zal verdrijven
Ik zal vergaan
Ik zal verlopen
Ik zal verstrijken
Ik zal voorbijgaan
el inviernoWinter. En todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el

tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
, cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak

que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
meMe
Mij
cansaBen vermoeiend!
Beul af!
Erger!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beult af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ergert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vermoeiend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jakkert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verveelt
Jakker af!
Sta tegen!
Vermoei!
Verveel!
. ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
vivirLeven
Wonen
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
trabajarArbeiden
Bewerken
Werken
!... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!

quéWat
Welke
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
de misMi's
Mijn
manosHanden. MeMe
Mij
cuelganZij/ze hangen
Zij/ze hangen op
Zij/ze knopen op
de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze

extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
..., como siAlsof noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueran(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
míasVan mij.
Trofimov: AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
nos vamosWij/we gaan af
Wij/we gaan weg
Wij/we vertrekken
Wij/we verwijderen ons
, reanudarásJij/je zal hervatten tuJe
Jouw
fructíferoVruchtbaar
Vruchtbare

trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
.
Lopajin: TomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
una copitaGlaasje.
Trofimov: NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
..., noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
.
Lopajin: ¿ConDoor
Met
Per
Samen met
que entoncesDan
Dus
Toen
..., ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
a MoscúMoskou?
Trofimov: Ja
Jawel
Wel
Zich
. IréIk zal gaan
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la ciudadPlaats
Stad
, y mañanaMorgen
Ochtend
saldréIk zal afrijden
Ik zal buitengaan
Ik zal er mee
 weg komen
Ik zal naar buiten
 gaan
Ik zal op weg
 gaan
Ik zal opstappen
Ik zal starten
Ik zal tijgen
Ik zal uitgaan
Ik zal uitkomen
Ik zal uitlopen
Ik zal uitrijden
Ik zal uitstappen
Ik zal uitstijgen
Ik zal uittreden
Ik zal uitvaren
Ik zal verschijnen
Ik zal vertrekken
Ik zal weggaan
Ik zal wegrijden
yoEgo
Ik

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
MoscúMoskou.
Lopajin: ¡ClaroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
!... ¡Los catedráticos estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
claseAard
Klas
Klasse
Les
Lestijd
Soort
Stand
...,
esperandoAfwachtend
Bedacht zijnd op
Hopend
Te wachten staand
Verwachtend
Vooruitziend
Voorziend
Wachtend
Wachtend op
seguramenteBeslist
Vast
Zeker
tuJe
Jouw
llegadaAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Aankomst
Doorgebracht
Einde
Finish
Gearriveerd
Verdreven
!...
Trofimov: EsoDat
Die
Zulks
a tiJe
Jou
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
.
Lopajin: ¿CuántosHoelang
Hoeveel
añosJaren llevasJij/je berekent
Jij/je brengt
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt in rekening
Jij/je brengt mede
Jij/je brengt mee
Jij/je brengt weg
Jij/je draagt
Jij/je hebt aan
Jij/je hebt op
Jij/je hebt voor
Jij/je neemt mee
Jij/je vervoert
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estudiando enStuderend aan la UniversidadAcademie
Algemeenheid
Universeelheid
Universiteit
?
Trofimov: ¡IdeaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
 omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
nuevoNieuw
Nieuwe
!... ¡EsoDat
Die
Zulks
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast

interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
! (BuscandoAfhalend
Gaand halen
Halend
Ophalend
Opzoekend
Snorrend
Uitkijkend
Uitziend
Zoekend
los chanclosOverschoenen) ¿SabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
?...
QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
volvamos aLaten we teruggaan naar
Laten we terugkeren naar
Laten we terugkomen naar
Wij/we gaan terug naar
Wij/we keren terug naar
Wij/we komen terug naar
vernosBekijken
Kijken
Zien
, por lo queDat wat
Wat
meMe
Mij
permitirásJij/je zal gedogen
Jij/je zal niet beletten
Jij/je zal permitteren
Jij/je zal toelaten
Jij/je zal toestaan
Jij/je zal vergunnen
Jij/je zal veroorloven

que teJe
Jou
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u!
un consejoAdvies
Raad
Raadgeving
de despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
agitesJij/je agiteert
Jij/je hitst op
Jij/je roert
Jij/je ruit op
Jij/je schudt
Jij/je stookt op
Jij/je windt op
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
los
brazosArmen... ¡ClaroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere
que el construirAanleggen
Bouwen
Construeren
Ineenzetten
Maken
Met elkaar verbinden
casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt in de
 echt
Panden
Tehuizen
veraniegasZomers
Zomerse
y el
calcularBerekenen
Calculeren
Cijferen
Rekenen
Schatten
Tellen
Uitrekenen
los propietariosBezitters
Eigenaars
Eigenaren
Houders
particularesAangelegenheden
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale
que puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
de
los veraneantes, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
agitarseWuiven!... En finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
, teJe
Jou
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
afectoGenegenheid
Ik doe aan
Ik grijp aan
Ik heb schadelijke gevolgen
 voor
Ik schaad
Ik tref
Liefhebbend
Liefhebbende
Toegedaan
Toegedane
Toegenegen
Verknocht
Verknochte
Vriendschap
. TienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
dedosTenen
Vingeren
Vingers
finosDelicaat
Delicate
Droge sherry's
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry's
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
y
delicadosDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
de artistaArtiest
Artieste
Kunstenaar
Kunstenares
, y un almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
y delicadaDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde
.
Lopajin: (Abrazándole) ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
!... GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen
por todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
... SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

necesitasJe hebt nodig
Jij/je behoeft
Jij/je bent toe aan
Jij/je hebt nodig
Jij/je hoeft
dineroGeld
Poen
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
, aquíAlhier
Hier
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
yoEgo
Ik
.
Trofimov: ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
necesitoIk behoef
Ik ben toe aan
Ik heb nodig
Ik hoef
yoEgo
Ik
dineroGeld
Poen
?
Lopajin: ¡PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
!
Trofimov: LoDe
Hem
Het
U
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
... TeJe
Jou
loDe
Hem
Het
U
agradezcoIk bedank
Ik bedank voor
Ik ben dankbaar
Ik ben dankbaar voor
Ik betuig dank
Ik dank
Ik heb te danken
. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
cobradoGeïnd
Ontvangen
Verdiend
miMi
Mijn
traducciónOverzetten
Overzetting
Vertaalwerk
Vertalen
Vertaling
,
y aquíAlhier
Hier
loDe
Hem
Het
U
llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
. En esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
bolsilloGeldbuidel
Portemonnee
Zak
(PreocupadoBenauwd
Bezorgd
Bezorgde
Ongerust gemaakt
Verontrust
Zorgen gebaard
) ¡Y misMi's
Mijn

chanclosOverschoenen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
aparecerOpdagen
Opdraven
Te voorschijn komen
Uitkomen
Verschijnen
!
Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
: (DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning
contiguaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Naburig
Naburige
) ¡Coja(Het) neemt (aan)
Bemachtigt u!
Gaat u halen!
Grijpt u aan!
Grijpt u vast!
Grijpt u!
Haalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Hinkend
Hinkende
Ik bemachtig
Ik ga halen
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik haal
Ik neem
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak beet
Ik pak ik neem
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Ik vat
Ik vat aan
Kreupel
Kreupele
Mank
Manke
Neemt u beet!
Neemt u!
Pakt u beet!
Pakt u!
Plukt u af!
Plukt u!
Raapt u op!
Tokkelt u!
Vat u aan!
Vat u!
esaDat
Die
porqueríaVuile daad
Vuiligheid

suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u
! (ArrojaGooi uit!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Smijt uit!
Smijt!
Werp uit!
alNaar de
Naar het
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
del escenarioSchouwtoneel
Setting
Toneel
un parEen paar de chanclosOverschoenen
de gomaGom
Gum
Gummi
Rubber
Stuf
Vlakgom
)
Trofimov: ¿Por quéWaarom eseDat
Die
enfadoErgernis
Ik maak boos
. Varia(Het) varieert
Verscheiden
Verschillend
Verschillende
?... ¡Hum!... ¡PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estosDeze
Dezen

noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
misMi's
Mijn
chanclosOverschoenen!
Lopajin: En la primaveraLente
Sleutelbloem
Stengelloze primula
Stengelloze sleutelbloem
Voorjaar
pasadaAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
plantéIk plantte
Ik plantte aan
Ik pootte
mil1000
Duizend
"desiatin" de
amapolasBlauwmaanzaden
Grote klaprozen
Heulbollen
Klaprozen
Kollenbloemen
Maankoppen
Maanzaden
Papavers
Slaapbollen
Slaappapavers
que meMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
cuarenta40
Veertig
mil1000
Duizend
rublosRoebels
limpiosGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Opgewreven
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
... ¡Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
misMi's
Mijn
amapolasBlauwmaanzaden
Grote klaprozen
Heulbollen
Klaprozen
Kollenbloemen
Maankoppen
Maanzaden
Papavers
Slaapbollen
Slaappapavers
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
en florBloei
Bloem
Bloesem
!...
¡QuéWat
Welke
cuadroBed
Bloembed
Bloemperk
Chassis
Doek
Frame
Kader
Perk
Schema
Schilderij
Schildering
Schilderstuk
Tabel
Tuinbed
Vierkant
aquelDat
Die
!... AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
..., comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
teJe
Jou
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
, me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand

ganadoBehaald
Behalen
Gewonnen
Vee
Verdiend
Verdienen
Winnen
cuarenta40
Veertig
mil1000
Duizend
rublosRoebels..., por lo queDat wat
Wat
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
teJe
Jou
ofrezcoIk bied
Ik bied aan
Ik bied te koop
 aan
Ik draag voor
Ik loof uit
Ik sla voor
Ik stel voor

un préstamoLening, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
puedoIk kan
Ik mag
hacerloDoen
Laten
Maken
... ¿A quéWat
Welke
vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee

esosDie airesAir
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Luchten
Uiterlijk
Uitzicht
de orgulloTrots? ¡SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un "mujik"! ¡todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en miMi
Mijn
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
!
Trofimov: TuJe
Jouw
padrePater
Vader
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
"mujik" y el míoMijne
Van mij
boticarioApotheker
Farmaceut
, de lo cualDat wat
Hetgeen
Wat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se
deduceAbstraheer!
Deduceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abstraheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deduceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Houd in!
Kort!
Leid af!
Tel af!
Trek af!
absolutamenteVolstrekt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
(Lopajin sacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af!
la carteraAktetas
Boekentas
Portefeuille
Postbode (v)
)
¡DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
! ¡DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
!... AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
meMe
Mij
ofrecierasJij/je bood
Jij/je bood aan
Jij/je bood te koop
 aan
Jij/je droeg voor
Jij/je loofde uit
Jij/je sloeg voor
Jij/je stelde voor
mil1000
Duizend
rublosRoebels noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou


los aceptaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou accepteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontvangen
Ik zou aannemen
Ik zou accepteren
Ik zou ontvangen
. SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
independienteOnafhankelijk
Onafhankelijke
Zelfstandig
Zelfstandige
. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U

que ustedesGij
U
, ricosFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
y pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
, tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
en muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven
estimaAcht hoog!
Acht!
Achting
Appreciatie
Begroot!
Draag achting toe!
Gegist bestek
Heb achting voor!
Hecht aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze acht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze acht hoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt achting toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hecht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft achting voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taxeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waardeert
Hoogachting
Houd van!
Mag!
Schat!
Schatting
Stel op prijs!
Taxeer!
Waardeer!
Waardering
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
ejerceBen werkzaam!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is werkzaam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefent uit
Oefen uit!
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
miMi
Mijn
. Lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
que el
plumónDons
Nesthaar
Waas
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vliegt
Vlieg!
por el aireLucht.... YoEgo
Ik
puedoIk kan
Ik mag
prescindirAfzien van
Ontberen

de ustedesGij
U
... PuedoIk kan
Ik mag
pasarlesPasseren por delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer
... SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
y
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
... La humanidadHumaniteit
Menselijkheid
Mensheid
Menslievendheid
caminaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt
Loop!
Schrijd!
Stap!
Treed!
Wandel!
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
elevadaBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd

verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
..., haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
elevadaBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
felicidadGeluk que puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!

existirBestaan en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, y yoEgo
Ik
marchoIk loop
Ik marcheer
en las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
filasBeurten
Files
Gelederen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
...
Lopajin: ¿Y llegarásJij/je zal aangeven
Jij/je zal aankomen
Jij/je zal aanlanden
Jij/je zal aanreiken
Jij/je zal arriveren
Jij/je zal doorbrengen
Jij/je zal verdrijven
?
Trofimov: Ja
Jawel
Wel
Zich
. LlegaréIk zal aangeven
Ik zal aankomen
Ik zal aanlanden
Ik zal aanreiken
Ik zal arriveren
Ik zal doorbrengen
Ik zal verdrijven
(PausaPauze
Rust
) LlegaréIk zal aangeven
Ik zal aankomen
Ik zal aanlanden
Ik zal aanreiken
Ik zal arriveren
Ik zal doorbrengen
Ik zal verdrijven
o, al menosAlthans
Tenminste
señalaréIk zal aanduiden
Ik zal aangeven
Ik zal aanwijzen
Ik zal laten zien
Ik zal opmerken
Ik zal opmerkzaam maken
Ik zal signaleren
Ik zal tentoonspreiden
Ik zal tonen
Ik zal uitduiden
Ik zal uitwijzen
Ik zal vertonen
Ik zal wijzen
a los
demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
a seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
(A loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg

resuenanZij/ze galmen
Zij/ze resoneren
Zij/ze weergalmen
Zij/ze weerklinken
golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
de hachaBijl
Hakbijl
asestadosDe blik gericht
Geprobeerd schade aan te
 richten
Gericht
Gesteld
sobre unBovenop een
Op een
árbolBoom
Mast
).
Lopajin: BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
...AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
horaTijd
Uur
de marcharseWeggaan.
AquíAlhier
Hier
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, dándonolas de
orgullososFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
y, mientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, la vidaHachje
Leven
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
preocuparseZich druk maken
Zich zorgen maken
de
nosotrosOns
We
Wij
... Por miMi
Mijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd

trabajandoArbeidend
Bewerkend
Werkend
incansablementeOnvermoeibaar, el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
se meMe
Mij

haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
y se meMe
Mij
figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor!
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke

existoIk besta. ¡CuántaHoelang
Hoeveel
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
, hermanoBroeder
Broer
Frater
, en
RusiaRusland que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
!... BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
...
¡ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
remontarHerstellen
Op de vlucht drijven
Opklimmen
Opvaren
Repareren
Teruggaan
Verheffen
Verjagen
Weer opgaan
Wegjagen
el cursoBeursnotering
Cursus
Gaan
Gang
Ik behandel
Ik studeer
Ik volg
Koers
Leergang
Leerjaar
Loop
Notering
Prijsnotering
Route
Schooljaar
Tracé
Traject
Verloop
de la vidaHachje
Leven
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hay queMen moet saberloKennen
Smaken
Weten
!...
¡Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que Leonid Andreich haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
aceptadoAangenomen
Geaccepteerd
Ontvangen
un empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring
en
el BancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank
, por el queDat
Die
Hij die
Wie
leHaar
Hem
Het
U
dan(Zij) geven
Dan
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen
seis6
Zes
mil1000
Duizend
rublosRoebels anualesEen jaar durend
Eenjarig
Eenjarige
Jaarlijks
Jaarlijkse
...
peroDoch
Echter
Maar
a saberDat wil zeggen
Namelijk
Te weten
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
conservaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bergen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bespreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bewaren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal boeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal conserveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onderhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal openhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reserveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijhouden
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
!... ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
perezosoLangzaam
Langzame
Lui
Luiaard
Lusteloos
Lusteloze
Traag
Trage
!
Ania: (DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el umbralDorpel
Drempel
de la puertaDeur
Poort
Portier
) ¡MamáMamma
Moeder
leHaar
Hem
Het
U
ruegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Roep in!
Smeek!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag!
que,
mientrasTerwijl esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
ellaHaar
Ze
Zij
aquíAlhier
Hier
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
taladosGeveld
In de as gelegd
Omgehakt
Verbrand
Verwoest
los árbolesBomen
Masten
!
Trofimov: En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk
, ¿será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
de tactoAankomen
Aanraken
Aanroeren
Aanzitten
Beleid
Beroeren
Betasten
Bevoelen
Fijnzinnigheid
Raken
Tact
Tasten
Toucheren
Voelen
?...
(Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
alNaar de
Naar het
recibimientoOntvangzaal
Receptiezaal
)
Lopajin: ¡Ahora mismoAanstonds
Dadelijk
Komt eraan
Meteen
Nu
Nu meteen
Onmiddellijk
Op dit moment
Op staande voet
Subiet
Zo meteen
Zo-even nog
! ¡Ahora mismoAanstonds
Dadelijk
Komt eraan
Meteen
Nu
Nu meteen
Onmiddellijk
Op dit moment
Op staande voet
Subiet
Zo meteen
Zo-even nog
voy aIk ga naar decirOpgeven
Spreken
Zeggen
...! ¡QuéWat
Welke
genteLieden
Lui
Mensen
Volk

estaDeze
Dit
! (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
élHem
Hij
.)
Ania: ¿Llevaron aZij/ze namen mee naar
Zij/ze namen mee voor
Firs alNaar de
Naar het
hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
?
Iascha: YoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
. Es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
suponer queVeronderstellen dat loDe
Hem
Het
U
hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn

hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
.
Ania: (A Epijodov, que pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
por el salónHuiskamer
Salon
Woonkamer
Zaal
)
¡Semión Panteleich!... ¿Quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de
enterarse deZich informeren over siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
llevado aMeegenomen naar
Meegenomen voor
Firs alNaar de
Naar het
hospitalGasthuis
Hospitaal
Ziekenhuis
?
Iascha: (OfendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
) ¡Esta mañanaVanmorgen
Vanochtend
se loDe
Hem
Het
U
dijeHangertje
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
yoEgo
Ik
a Egor! ¿Por quéWaarom
preguntarloVragen entoncesDan
Dus
Toen
diez10
Tien
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
?
Epijodov: ¡En opiniónDunk
Mening
Opinie
Visie
Zienswijze
míaVan mij, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
decididamente imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
que tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
arregloAanrichten
Afspraak
Akkoord
Arrangeren
Herstellen
Ik arrangeer
Ik breng terecht
Ik herstel
Ik knap op
Ik maak
Ik maak in orde
Ik orden
Ik regel
Ik repareer
Ik richt aan
Ik richt in
Ik ruim
Ik ruim op
Ik schik
Ik verhelp
Ik verstel
Inrichten
Inrichting
Maat
Maatregel
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Regeling
Repareren
Ruimen
Schikken
Schikking
Terechtbrengen
Verbintenis
Verhelpen
Verstellen
Zetting
el valetudinario de Firs! ¡Tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet

emprenderEen ambt aanvaarden
In dienst treden
Ondernemen
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
susHaar
Hun
Uw
Zijn
antepasadosStamvaders
Voorgeslacht
Voorouders
Voorvaderen
Voorvaders
Voorzaten
! ¡YoEgo
Ik
, por
miMi
Mijn
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedoIk kan
Ik mag
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de envidiarleBenijden
Jaloers zijn op
Misgunnen
! (ColocaBreng onder!
Doe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet!
una
maletaHandkoffer
Koffer
Valies
sobre unaOp een sombrereraGroot hoefblad
Hoedendoos
Hoedenmaakster
Hoefblad
de cartónBordpapier
Karton
, y la aplastaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt uit (van
 deeg)
Rol uit (van deeg)!
)
¡NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature
! ¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
!... ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
sabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weten
Ik zou kennen
Ik zou smaken
Ik zou weten
yoEgo
Ik
! (Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
).

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->