Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

-ab

c

d

ef

g

hi

j

k

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

w

x

y

z

3e

a

e

i

o

r

4e

-c

d

l

n

prs

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

EVA ..... EVACUO

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	EvaNombre (o por antonomasia)   we  w		Evaeigennaam (of antonomasie) en Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
	evacuatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desaloja Desaloje Desembarace Desembaraza Evacue		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evacueertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontruimtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	¡evacua!imperativo singular del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Desaloja! ¡Desalojad! ¡Desembaraza! ¡Desembarazad! ¡Evacuad!		evacueer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'evacueren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruim!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'ontruimen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuara Evacuase Evacué Evacuó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evacueerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuara Evacuase Evacué Evacuó		ik evacueerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik eva·cu·eer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuara Evacuase Evacué Evacuó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontruimdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuara Evacuase Evacué Evacuó		ik ontruimdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik ont·ruim·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabais Desalojarais Desalojaseis Desalojasteis Desembarazabais Desembarazarais Desembarazaseis Desembarazasteis Evacuarais Evacuaseis Evacuasteis		jullie evacueerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie eva·cu·eer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie ontruimdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie ont·ruim·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuamos Evacuáramos Evacuásemos		wij/we evacueerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we ontruimdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaban Desalojaran Desalojaron Desalojasen Desembarazaban Desembarazaran Desembarazaron Desembarazasen Evacuaran Evacuaron Evacuasen		zij/ze evacueerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze ontruimdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabas Desalojaras Desalojases Desalojaste Desembarazabas Desembarazaras Desembarazases Desembarazaste Evacuaras Evacuases Evacuaste		jij/je evacueerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je ontruimdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaciónsustantivo (Acción y efecto de evacuar) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuación' , la  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojamiento	1.	evacuerenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: eva·cu·e·ren Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			ontruimenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ont·rui·men Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	_sustantivo Plural es: evacuaciones (sustantivo). Materias que elimina el cuerpo por vía natural, especialmente las heces. FAM. Excrementar, excrementicio, -a. SIN. Deposición, defecación.   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Defecación Deposición Excremento	2Defecación Deposición Excremento Excrementos Mierda.	ontlastingzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ont·las·ting Meervoud is: ontlastingen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	_sustantivo Plural es: evacuaciones   we  wn  w	3.	evacuatiezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: eva·cu·a·tie Meervoud is: evacuaties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			ontruimingzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ont·rui·ming Meervoud is: ontruimingen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	evacuacionessustantivo plural de la palabra: evacuación (sustantivo). Materias que elimina el cuerpo por vía natural, especialmente las heces. FAM. Excrementar, excrementicio, -a. SIN. Deposición, defecación. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuación'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Defecaciones Deposiciones Excrementos	1.	ontlastingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ontlasting Lettergrepen: ont·las·tin·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontlasting'). , de  wn  w
	_sustantivo plural de la palabra: evacuación   we  w	2.	evacuatiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: evacuatie Lettergrepen: eva·cu·a·ties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacuatie'). , de  wn  w
			ontruimingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ontruiming Lettergrepen: ont·rui·min·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruiming'). , de  wn  w
	¡evacuad!imperativo plural del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Desaloja! ¡Desalojad! ¡Desembaraza! ¡Desembarazad! ¡Evacua!		evacueer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'evacueren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruim!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ontruimen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojada Desalojadas Desalojado Desalojados Desembarazada Desembarazadas Desembarazado Desembarazados Evacuadas Evacuado Evacuados		geëvacueerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ge·eva·cu·eerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ont·ruimd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojada Desalojadas Desalojado Desalojados Desembarazada Desembarazadas Desembarazado Desembarazados Evacuada Evacuado Evacuados		geëvacueerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ge·eva·cu·eerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ont·ruimd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuadoparticipio pasado del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojada Desalojadas Desalojado Desalojados Desembarazada Desembarazadas Desembarazado Desembarazados Evacuada Evacuadas Evacuados		geëvacueerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ge·eva·cu·eerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ont·ruimd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojada Desalojadas Desalojado Desalojados Desembarazada Desembarazadas Desembarazado Desembarazados Evacuada Evacuadas Evacuado		geëvacueerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ge·eva·cu·eerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ont·ruimd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojáis Desalojéis Desembaracéis Desembarazáis Evacuéis		jullie evacuerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie ontruimentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desalojemos Desembaracemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuábamos Evacuáramos Evacuásemos Evacuemos		wij/we evacueerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desalojemos Desembaracemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuábamos Evacuáramos Evacuásemos Evacuemos		wij/we evacuereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desalojemos Desembaracemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuábamos Evacuáramos Evacuásemos Evacuemos		wij/we ontruimdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desalojemos Desembaracemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuábamos Evacuáramos Evacuásemos Evacuemos		wij/we ontruimeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojan Desalojen Desembaracen Desembarazan Evacuen		zij/ze evacuerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze ontruimenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuandogerundio del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojando Desembarazando		evacuerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: eva·cu·e·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ont·rui·mend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojar Desembarazar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Evacuo Evacué Evacuas Evacuaste Evacua Evacuó Evacuamos Evacuamos Evacuáis Evacuasteis Evacuan Evacuaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Evacuar é ía Evacuaba Evacuar ás ías Evacuabas Evacuar á ía Evacuaba Evacuar emos íamos Evacuábamos Evacuar éis íais Evacuabais Evacuar án ían Evacuaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Evacue Evacuara Evacues Evacuaras Evacue Evacuara Evacuemos Evacuáramos Evacuéis Evacuarais Evacuen Evacuaran Futuro Préterito imperfecto se Evacuare Evacuase Evacuares Evacuases Evacuare Evacuase Evacuáremos Evacuásemos Evacuareis Evacuaseis Evacuaren Evacuasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Evacua (tú) No evacues Evacue (usted) No evacue Evacuemos (nosotros) No evacuemos Evacuad (vosotros) No evacuéis Evacuen (ustedes) No evacuen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Evacuado Evacuando		evacuerenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: eva·cu·e·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: evacueren - evacueerde - geëvacueerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			ontruimenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ont·rui·men In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: ontruimen - ontruimde - ontruimd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	evacuaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuase Evacué Evacuó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evacueerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuase Evacué Evacuó		ik evacueerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik eva·cu·eer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuase Evacué Evacuó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontruimdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuase Evacué Evacuó		ik ontruimdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik ont·ruim·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojará Desalojare Desembarazará Desembarazare Evacuare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal evacuerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontruimenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabais Desalojarais Desalojaseis Desalojasteis Desembarazabais Desembarazarais Desembarazaseis Desembarazasteis Evacuabais Evacuaseis Evacuasteis		jullie evacueerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie eva·cu·eer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie ontruimdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie ont·ruim·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuábamos Evacuamos Evacuásemos		wij/we evacueerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we ontruimdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaban Desalojaran Desalojaron Desalojasen Desembarazaban Desembarazaran Desembarazaron Desembarazasen Evacuaban Evacuaron Evacuasen		zij/ze evacueerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze ontruimdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojarán Desalojaren Desembarazarán Desembarazaren Evacuaren		zij/ze zullen evacuerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze zullen ontruimenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabas Desalojaras Desalojases Desalojaste Desembarazabas Desembarazaras Desembarazases Desembarazaste Evacuabas Evacuases Evacuaste		jij/je evacueerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je ontruimdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojarás Desalojares Desembarazarás Desembarazares Evacuares		jij/je zal evacuerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je zal ontruimentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojará Desalojare Desalojaré Desembarazará Desembarazare Desembarazaré Evacuará Evacuaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal evacuerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojará Desalojare Desalojaré Desembarazará Desembarazare Desembarazaré Evacuará Evacuaré		ik zal evacuereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik zal eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojará Desalojare Desalojaré Desembarazará Desembarazare Desembarazaré Evacuará Evacuaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontruimenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojará Desalojare Desalojaré Desembarazará Desembarazare Desembarazaré Evacuará Evacuaré		ik zal ontruimeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik zal ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojare Desalojaré Desembarazare Desembarazaré Evacuare		ik zal evacuereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik zal eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ik zal ontruimeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik zal ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojareis Desalojaréis Desembarazareis Desembarazaréis Evacuaréis		jullie zullen evacuerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie zul·len eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie zullen ontruimentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie zul·len ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojareis Desalojaréis Desembarazareis Desembarazaréis Evacuareis		jullie zullen evacuerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie zul·len eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie zullen ontruimentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie zul·len ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaremos Desalojáremos Desembarazaremos Desembarazáremos Evacuáremos		wij/we zullen evacuereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we zullen ontruimeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaremos Desalojáremos Desembarazaremos Desembarazáremos Evacuaremos		wij/we zullen evacuereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we zullen ontruimeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojarán Desalojaren Desembarazarán Desembarazaren Evacuarán		zij/ze zullen evacuerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze zullen ontruimenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojarás Desalojares Desembarazarás Desembarazares Evacuarás		jij/je zal evacuerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je zal ontruimentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaríatercera persona singular condicional del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaría Desembarazaría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou evacuerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaría Desembarazaría		ik zou evacuereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik zou eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaría Desembarazaría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontruimenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaría Desembarazaría		ik zou ontruimeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik zou ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaríais Desembarazaríais		jullie zouden evacuerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie zou·den eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie zouden ontruimentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie zou·den ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaríamos Desembarazaríamos		wij/we zouden evacuereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we zouden ontruimeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaríantercera persona plural condicional del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojarían Desembarazarían		zij/ze zouden evacuerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze zouden ontruimenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuaríassegunda persona singular condicional del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojarías Desembarazarías		jij/je zou evacuerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je zou ontruimentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaban Desalojaran Desalojaron Desalojasen Desembarazaban Desembarazaran Desembarazaron Desembarazasen Evacuaban Evacuaran Evacuasen		zij/ze evacueerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze ontruimdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojas Desalojes Desembaraces Desembarazas Evacues		jij/je evacueerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je ontruimttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuara Evacué Evacuó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evacueerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuara Evacué Evacuó		ik evacueerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik eva·cu·eer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuara Evacué Evacuó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontruimdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desalojó Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuara Evacué Evacuó		ik ontruimdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik ont·ruim·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabais Desalojarais Desalojaseis Desalojasteis Desembarazabais Desembarazarais Desembarazaseis Desembarazasteis Evacuabais Evacuarais Evacuasteis		jullie evacueerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie eva·cu·eer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie ontruimdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie ont·ruim·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojábamos Desalojamos Desalojáramos Desalojásemos Desembarazábamos Desembarazamos Desembarazáramos Desembarazásemos Evacuábamos Evacuamos Evacuáramos		wij/we evacueerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we ontruimdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaban Desalojaran Desalojaron Desalojasen Desembarazaban Desembarazaran Desembarazaron Desembarazasen Evacuaban Evacuaran Evacuaron		zij/ze evacueerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze ontruimdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabas Desalojaras Desalojases Desalojaste Desembarazabas Desembarazaras Desembarazases Desembarazaste Evacuabas Evacuaras Evacuaste		jij/je evacueerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je ontruimdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabas Desalojaras Desalojases Desalojaste Desembarazabas Desembarazaras Desembarazases Desembarazaste Evacuabas Evacuaras Evacuases		jij/je evacueerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je ontruimdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojabais Desalojarais Desalojaseis Desalojasteis Desembarazabais Desembarazarais Desembarazaseis Desembarazasteis Evacuabais Evacuarais Evacuaseis		jullie evacueerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie eva·cu·eer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie ontruimdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie ont·ruim·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desaloja Desaloje Desalojo Desembarace Desembaraza Desembarazo Evacua Evacuo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evacueertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desaloja Desaloje Desalojo Desembarace Desembaraza Desembarazo Evacua Evacuo		ik evacueereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik eva·cu·eer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desaloja Desaloje Desalojo Desembarace Desembaraza Desembarazo Evacua Evacuo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontruimtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desaloja Desaloje Desalojo Desembarace Desembaraza Desembarazo Evacua Evacuo		ik ontruimeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik ont·ruim Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojé Desembaracé Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Evacuaba Evacuara Evacuase		ik evacueerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik eva·cu·eer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ik ontruimdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik ont·ruim·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	¡evacue!imperativo singular del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Desaloje! ¡Desalojen! ¡Desembarace! ¡Desembaracen! ¡Evacuen!		evacueert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'evacueren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'ontruimen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojáis Desalojéis Desembaracéis Desembarazáis Evacuáis		jullie evacuerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: jul·lie eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			jullie ontruimentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: jul·lie ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojamos Desalojemos Desembaracemos Desembarazamos Evacuamos		wij/we evacuereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			wij/we ontruimeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	¡evacuemos!imperativo plural del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Desalojemos! ¡Desembaracemos!		laten we evacuerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: la·ten we eva·cu·e·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			laten we ontruimengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: la·ten we ont·rui·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojan Desalojen Desembaracen Desembarazan Evacuan		zij/ze evacuerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			zij/ze ontruimenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	¡evacuen!imperativo plural del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Desaloje! ¡Desalojen! ¡Desembarace! ¡Desembaracen! ¡Evacue!		evacueert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'evacueren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ontruimt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ontruimen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojas Desalojes Desembaraces Desembarazas Evacuas		jij/je evacueerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			jij/je ontruimttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'
	evacuoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desaloje Desalojo Desembarace Desembarazo Evacue		ik evacueereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren' Lettergrepen: ik eva·cu·eer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Evacueren').   wn
			ik ontruimeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen' Lettergrepen: ik ont·ruim Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontruimen').   wn
	evacuótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'evacuar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'evacuar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Desalojaba Desalojara Desalojase Desalojó Desembarazaba Desembarazara Desembarazase Desembarazó Evacuaba Evacuara Evacuase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze evacueerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'evacueren'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontruimdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontruimen'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

-ab

c

d

ef

g

hi

j

k

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

w

x

y

z

3e

a

e

i

o

r

4e

-c

d

l

n

prs

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

EVA ..... EVACUO

Volgende/ Siguiente -->

boven