Sesamzaad
(Sesamum indicum)
Las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de sésamoSesam
Sesamzaad negroNeger
Zwart
Zwarte y blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte se utilizanGebruikt men
Zij/ze maken gebruik en la cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis japonesaJapans
Japanse y coreanaKoreaans
Koreaanse. Se puedenMen kan comprarAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's y se puedenMen kan molerKwellen
Malen
Vermalen antes deAlvorens te
Voor usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken.
RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!:
Manzanas salteadas con semillas de sésamoGebakken appels met sesamzaad
Ingredientes:CantidadesBoelen
Grootheden
Hoeveelheden
Kwantiteiten
Sterkten
Sterktes de acuerdo aIn overeenstemming met los comensalesDe tafelgenoten
SemillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de sésamoSesam
Sesamzaad.
ManzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetasGoudreinetten
Goudrenetten
AzúcarSuiker
MantequillaBoter
Roomboter
UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n berrosBitterkersen
Hofkersen
Kersen
Mosterdkersen
Sterrekersen
Sterrenkersen
Tuinkersen
Waterkers
Waterkersen
Witte waterkersen
Preparación:
TostarBraden
Branden
Brood roosteren
Bruinen
Roosteren las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de sésamoSesam
Sesamzaad (ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad). Quitar el corazónHet klokhuis verwijderen a las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pelarlasSchil ze y cortarlasSnijd ze en arosAronskelken
Hoepels
Ringen de 11
Een centímetroCentimeter
Cm
Cm.. CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen la mantequillaDe boter
De roomboter en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, que quepan(Zij) passen
Behoort u iemand toe!
Bevat u!
Heeft u plaats!
Heeft u toegang!
Is u mogelijk!
Is u natuurlijk!
Komt u iemand toe!
Laat u toe!
Neemt u aan!
Omvat u!
Ontvangt u!
Past u!
Valt u te beurt!
Valt u ten deel!
Zij/ze behoren iemand toe
Zij/ze bevatten
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze hebben toegang
Zij/ze komen iemand toe
Zij/ze laten toe
Zij/ze nemen aan
Zij/ze omvatten
Zij/ze ontvangen
Zij/ze passen
Zij/ze vallen te beurt
Zij/ze vallen ten deel
Zij/ze zijn mogelijk
Zij/ze zijn natuurlijk todos losAlle arosAronskelken
Hoepels
Ringen de manzanaAppel
Huizenblok en una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak o usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken 22
Twee sartenesBraadpannen
Koekenpannen
Pannen si fuera necesarioIndien nodig. AzucararZoeten un ladoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant de los arosDe aronskelken
De hoepels y ponerlosZe doen en la sarténIn de pan gebakken, la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje azucaradaGesuikerd
Gesuikerde
Gezoet paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder, tenerlaTe doen
Te hebben a fuego medioMatig vuur duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 22
Twee ó 33
Drie minutosMinuten, espolvorearBepoederen
Bestrooien los arosDe aronskelken
De hoepels conDoor
Met
Per
Samen met azúcarSuiker y darles la vueltaOmkeren, tenerlosHebben otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd o hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte y ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug caramelizadosGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd. PasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan los arosDe aronskelken
De hoepels a una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet conDoor
Met
Per
Samen met una paletaEen blad van een
roeiriem
Een palet
Een schoep
Een troffel, para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se rompanStuk gaan
Zij/ze gaan kapot, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer engrasadasBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette ponerlasZe doen sobre unBovenop een
Op een papel absorbenteAbsorberend papier
Vloeipapier. EspolvorearBepoederen
Bestrooien los arosDe aronskelken
De hoepels conDoor
Met
Per
Samen met las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de sésamoSesam
Sesamzaad tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes aroAronskelk
Hoepel
Ik beploeg
Ik ploeg
Ik ploeg om
Italiaanse aronskelk
Jan-op-de-preekstoel
Ring conDoor
Met
Per
Samen met una ramitaEen takje de berroBitterkers
Cresson
Hofkers
Kers
Mosterdkers
Sterrenkers
Tuinkers
Waterkers
Witte waterkers y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn acompañandoAccompagnerend
Begeleidend
Meegaand
Meelopend
Vergezellend un salmisSustancia cristalina, blanca. Químicamente es cloruro de sodio, con sabor áspero y picante, acre y salado. Soluble en agua y condimento esencial para los alimentos. Además de existir dentro de la tierra en masas sólidas, abunda en el agua del mar y salinas, conociéndose ésta como sal marina. Existe la triturada, o sal fina; la doble triturada, o sal extrafina; y la choa, o sal gorda. En las salinas, en la superficie del tajo se forma la sal de espuma o flor de la sal. La sal de grano es la que se extrae de la salina, y la sal molida es la sal en grano ya molida para su consumo. o carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees asadaGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajonjolí Aro Aro Berro Cada Cada Manzana Manzana Manzana Manzana Semilla de sésamo Sésamo
