NatillasCrèmes
Custardvla
Pudding
Puikjes
Spaanse vla
Spaanse vla's
Vla
Vla's

PostreDessert
Nagerecht
Toespijs
Toetje
-cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla
que se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
conDoor
Met
Per
Samen met
lecheMelk aromatizadaGearomatiseerd
Gearomatiseerde
Gekruid
Gekruide
conDoor
Met
Per
Samen met
vainillaVanille, limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
o canelaKaneel, yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
, una pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte
de harinaBloem
Meel
o maicenaMaiszetmeel
Maïszetmeel
Maïzena
y azúcarSuiker. Se presentanMen presenteert
Zij/ze melden zich
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertonen zich
espolvoreadasBepoederd
Bestrooid
Bestrooide
de canelaKaneel.

EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
una recetaEen recept:




De los siguientes palabras hay una foto:
Canela   Limón   Vainilla  


NatillasCrèmes
Custardvla
Pudding
Puikjes
Spaanse vla
Spaanse vla's
Vla
Vla's
conventuale

Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
11
Een
litroLiter de lecheMelk a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
conDoor
Met
Per
Samen met
un palo de canelaEen kaneelstok y una mondaEen afpellen
Een jassen
Een schil
Een schillen
de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden
en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal
las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
de 1414
Veertien
huevosEieren y 250 gr. de azúcarSuiker (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
gustan(Het) bevalt
Zij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze houden van
Zij/ze proeven
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden leuk
Zij/ze zinnen
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid
podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
añadirles algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de azúcarSuiker).
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
conDoor
Met
Per
Samen met
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
varillasGardes
Kloppers
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste
1010
Tien
minutosMinuten (el brazoDe arm tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
dolerPijn doen
Zeer doen
).
SepararAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen
la lecheDe melk del fuegoVuur y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
el contenidoDe inhoud del bolBowl
Kom
Schaal
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten
de removerRoeren
Verwijderen
la lecheDe melk conDoor
Met
Per
Samen met
una cuchara de maderaEen houten lepel.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
el cazoDe sauspan alNaar de
Naar het
baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
estoDeze
Dit
yoEgo
Ik
usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
 en vlees
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
en cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
colocoIk beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs
encimaBovendien
Er bovenop
del cualWaarvan pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
el cazoDe sauspan conDoor
Met
Per
Samen met
las natillasDe crèmes
De custardvla
De pudding
De puikjes
De spaanse vla
De spaanse vla's
De vla
De vla's
. El nivelDe hoogte
De/het waterpas
Het niveau
Het peil
Het plan
del aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la mitadDe helft de la alturaDe hoogte
De verhevenheid
del cazoIk bejaag
Ik drijf voort
Ik jaag
Ik jaag na
Ik maak jacht op
Sauspan
de las natillasDe crèmes
De custardvla
De pudding
De puikjes
De spaanse vla
De spaanse vla's
De vla
De vla's
.
La temperaturaDe temperatuur del aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
mantenerlaHet te houden justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Goeie
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
por debajoBeneden
Eronder
Onder
del punto de ebulliciónKookpunt (unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
9090
Negentig
gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen
centígradosCentesimaal
Centesimale
Honderddelig
Honderddelige
).
MantenerErop nahouden
Houden
Onderhouden
de estaDeze
Dit
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
las natillasDe crèmes
De custardvla
De pudding
De puikjes
De spaanse vla
De spaanse vla's
De vla
De vla's
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
2020
Twintig
minutosMinuten removiendoRoerend
Verwijderend
suavementeZacht
Zachtjes
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
el ratoDe poos
Het poosje
Het tijdje
teniendo cuidadoAcht slaand op
Ervoor zorgend
Lettend op
Oplettend
Oppassend
Passend op
de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
rasparKrassen
Raspen
Schrabben
Schrapen
Schrappen
el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds
conDoor
Met
Per
Samen met
la cucharaDe eetlepel
De lepel
De soeplepel
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
lo queDat wat
Wat
queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
adheridoErbij gekomen
Vastgekleefd
Vastgekleefde
Vastgeplakt
Vastgeplakte
al fondoAan het eind
Naar de bodem
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
desperdiciarseVerspillen.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
en la neveraDe koelkast en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
de barroAarden (nuncaNimmer
Nooit
de plásticoKunststof
Plastic
Plastisch
Plastische
) bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen
.
Se debenZij/ze hebben veel verplichtingen
Zij/ze zijn te danken
Zij/ze zijn te wijten
Zij/ze zijn veel veplicht
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
fríasAfgekoeld
Afgekoelde
Jij/je bakt
Jij/je braadt
Jij/je frituurt
Jij/je fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
en un plato soperoEen soepbord o en un cuencoEen kom anchoBrede
Breed
Breedte
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde
(nuncaNimmer
Nooit
de plásticoKunststof
Plastic
Plastisch
Plastische
) espolvoreándolasHen bestrooiend conDoor
Met
Per
Samen met
canelaKaneel molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
por encimaBovendien
Er bovenop
.

NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se osJe
Jullie
cortanSnijden
Zij/ze breken af
Zij/ze doorsnijden
Zij/ze hakken
Zij/ze houwen
Zij/ze kappen
Zij/ze knippen
Zij/ze onthoofden
Zij/ze plukken
Zij/ze plukken af
Zij/ze rukken af
Zij/ze schakelen uit
Zij/ze scheren
Zij/ze scheuren weg
Zij/ze slaan het hoofd
 af
Zij/ze snerpen
Zij/ze snijden
Zij/ze snijden af
Zij/ze snijden door
Zij/ze snoeien
Zij/ze verrichten sectie
(cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware
al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin
, osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
) noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
las tiréisJullie
Jullie gooien
Jullie gooien uit
Jullie gooien weg
Jullie paffen
Jullie schieten
Jullie smijten uit
Jullie trekken
Jullie vuren
Jullie werpen omver
Jullie werpen uit
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
imprecacionesVerwensingen y juramentosEden
Vloeken
, podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
pasarlasHaal ze
Passeren
por la batidoraDe blender
De mixer
y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
filtrarlasZe filtreren por un chinoEen chinees
Een chinois
. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
peroDoch
Echter
Maar
se puedenMen kan comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Canela   Limón  


Charlota de albaricoquesAbrikozen



Ingredientes:
44
Vier
hojas de gelatinaGelatineblaadjes
250 cc. de natillasCrèmes
Custardvla
Pudding
Puikjes
Spaanse vla
Spaanse vla's
Vla
Vla's

11
Een
vainaBladschede
Dop
Foudraal
Koker
Peul
Schede
Schil
de vainillaVanille
11
Een
lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje
de albaricoquesAbrikozen (470 gr. pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen
)
22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de azúcarSuiker
11
Een
/22
Twee
limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon

200200
Tweehonderd
gr. de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere

120 gr. de bizcochosBeschuiten
Biscuits
Cakes
Gebak van honing, meel
 en geraspte kokos
Koeken

33
Drie
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de licorLikeur
Sterke drank
de albari

Preparación:
AblandarZacht maken la pulpaDe pulp
De pulpa
De weke massa
Het vruchtvlees
de la vainaDe dop
De peul
De schil
de vainillaVanille poniéndolaDoor aan te brengen a remojoIn de week en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
11
Een
/22
Twee
horaTijd
Uur
. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
a remojoIn de week en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
33
Drie
hojas de gelatinaGelatineblaadjes.
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen
las natillasDe crèmes
De custardvla
De pudding
De puikjes
De spaanse vla
De spaanse vla's
De vla
De vla's
y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
el tuétanoHet merg de la vainaDe dop
De peul
De schil
de vainillaVanille. DesleírAanlengen
Binden
Liéren
Oplossen
la gelatinaDe gelatine
De gelei
escurridaAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen
en la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
. EscurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen
los albaricoquesDe abrikozen y mezclarlosMengen conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcarDe suiker y el zumo de limónHet citroensap. TriturarlosMoler, desmenuzar un alimento sin reducirlo a polvo. en la batidoraDe blender
De mixer
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
la salsa de vainillaDe vanillesaus empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Pak aan!
Snijd aan!
Vang aan!
a cuajarDik laten worden
Doen stollen
, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
33
Drie
/44
Vier
partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes
del puréBrij
Moes
Pap
Puree
de albaricoqueAbrikoos y la nataDe room
De slagroom
Het puikje
previamenteEerst
Vooraf
montadaBegaan
Bereden
Bestegen
Binnengegaan
Binnengelopen
Geklommen
Geklopt
Geklopt (eiwit, room)
Geklopte
Gemonteerd
Gereden
Gerezen
Gestegen
Gezet
Ingegaan
Ingestapt
Naar boven gegaan
Opgegaan
Opgezet
. ForrarBekleden
Overtrekken
Voeren
las paredesDe muren
De wanden
de un molde desmontableEen springvorm de 1818
Achttien
cmCentimeter
Cm
Cm.
. de diámetroDiameter
Middellijn
conDoor
Met
Per
Samen met
papel vegetalVetvrij papier.
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
11
Een
cmCentimeter
Cm
Cm.
. de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los extremosDe aangelegenheden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen
De toppunten
De uiteinden
De uiteindes
De uitersten
de los bizcochosDe beschuiten
De biscuits
De cakes
De koeken
Het gebak van honing,
 meel en geraspte kokos
y regarlosEs la operación de esparcir la grasa de un determinado asado de carne, pescado o ave, para que el ingrediente quede más jugoso y en su punto. conDoor
Met
Per
Samen met
el licorDe likeur
De sterke drank
de albaricoqueAbrikoos. ForrarBekleden
Overtrekken
Voeren
conDoor
Met
Per
Samen met
ellosHen
Ze
Zij
los lateralesDe zijkanten del moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm
, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje
azucaradaGesuikerd
Gesuikerde
Gezoet
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
afueraBuiten
Buitenwaarts
Buitenwijk
Eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarmerkt
Ijk!
Keur!
Naar buiten
Omgeving
Omstreek
Waarmerk!
.
RellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen
conDoor
Met
Per
Samen met
la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema
de albaricoqueAbrikoos y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
reposarLaten rusten
Rusten
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
44
Vier
horasTijden
Uren
aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
en la neveraDe koelkast. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
la gelatinaDe gelatine
De gelei
restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere
a remojoIn de week conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
.
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen
el puréDe brij
De pap
De puree
de albaricoqueAbrikoos reservadoBesproken
Besteld
Geboekt
Gereserveerd
Gereserveerde
Ingetekend
Opengehouden
Vrijgehouden
Weggezet
Weggezette
, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
la gelatinaDe gelatine
De gelei
completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig
escurridaAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen
y removerRoeren
Verwijderen
hasta queTot
Totdat
se derritaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vloeibaar
Smelt
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
y cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
con élDaarmee la charlota.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Albaricoque   Albaricoque   Albaricoque   Bizcochos   Limón   Vainilla  


NatillasCrèmes
Custardvla
Pudding
Puikjes
Spaanse vla
Spaanse vla's
Vla
Vla's
de la jaraHet zonneroosje



Ingredientes:
11
Een
l de lecheMelk
5050
Vijftig
gr, de harinaBloem
Meel

GalletasBiscuitjes
Biscuits
Koekjes
o bizcochosBeschuiten
Biscuits
Cakes
Gebak van honing, meel
 en geraspte kokos
Koeken

44
Vier
huevosEieren
250 gr. de azúcarSuiker
Cáscara de limónCitroenrasp
Citroenschil

CanelaKaneel molidaGekweld
Gemalen
Vermalen


Preparación:
En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan
se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden
a cocerBakken
Koken
la lecheDe melk, el azúcarDe suiker y la cáscara de limónDe citroenrasp. En otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat
se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
 de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich
los huevosDe eier
De eieren
y la harinaDe bloem
Het meel
y se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
 kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
 kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
 kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u!
la lecheDe melk, se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
 de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich
ambasBeide cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
 (85 graden celsius) koken
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
33
Drie
minutosMinuten. A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende
, se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
y se decoraMen versiert conDoor
Met
Per
Samen met
galletasBiscuitjes
Biscuits
Koekjes
o bizcochosBeschuiten
Biscuits
Cakes
Gebak van honing, meel
 en geraspte kokos
Koeken
y canelaKaneel molidaGekweld
Gemalen
Vermalen




De los siguientes palabras hay una foto:
Bizcochos   Canela